Protocol voor middelbare scholen
© Projectgroep ‘Digitaal Pesten’, L. Bak, J. Dekker, J. van Drunen, N. Groen & H. Tempelman
Inleiding Digitaal pesten is één van de verschillende vormen van pesten. Op het internet kan men een andere identiteit aannemen of volledig anoniem blijven, waardoor de grenzen van het pestgedrag worden verlegd. Het is een groeiend probleem. Daarom is een protocol van belang. Dit protocol stuurt aan op een integrale aanpak met ouders en hulpverlening. Voor leerlingen en ouders is een folder beschikbaar Dit protocol is ontwikkeld na een periode van onderzoek bij middelbare scholen in Zwolle. Om digitaal pesten effectief aan te pakken is er samenwerking nodig tussen ouders, scholen en hulpverlening. Als eerste is het protocol dat u kunt gebruiken opgenomen. Dit protocol is te gebruiken voor scholen. Wel is het belangrijk om de voorwaarden voor de bruikbaarheid van het protocol goed door te lezen. Daarnaast is het van belang dat het protocol wordt aangepast aan het beleid van de school. Verder is er informatie opgenomen over preventie, verdere maatregelen en de wetgeving met betrekking tot digitaal pesten te vinden. Deze informatie is opgenomen omdat scholen aangeven hier belang bij te hebben. Dit staat los van het gebruik van het protocol, maar het kan wel handig zijn voor extra verdieping. Voordat u begint… Voordat u actie onderneemt is het belangrijk om te weten wat pesten eigenlijk is. Pestdeskundige Bob van der Meer, omschrijft pesten als volgt: “Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een of meerdere personen op een persoon die niet in staat is zichzelf te verdedigen. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld. Pesten heeft negatieve effecten voor het slachtoffer. Deze mag niet voor zichzelf opkomen noch verweren. Doet hij dit wel, dat kan dat reden voor de pester zijn het slachtoffer nog harder aan te pakken.” Van Dale omschrijft pesten als volgt: Pesten. 1 [inf.] kwellen, treiteren => iem. de /duvel/duivel/ aandoen, iem. het bloed onder de nagels vandaan halen, jennen, judassen, koeioneren, negeren, nijdassen Digitaal pesten is één van de verschillende vormen van pesten. De volgende vormen komen het meeste voor:
Schelden via MSN, sms’jes of internetsites als Hyves Virussen opzettelijk versturen Emailbommen Ongevraagd verspreiden van foto’s en filmpjes Hacken en kraken Privacyschending
Via deze middelen wordt er gescholden, mensen bedreigen elkaar en er worden virussen of enge filmpjes naar elkaar toegestuurd. Op het Internet kunnen mensen een andere identiteit aannemen of volledig anoniem blijven. Het gemak en de anonimiteit van het Internet hebben de grenzen van het pestgedrag 1 verlegd. Digitaal pesten kan op school, maar ook, en vooral, thuis gebeuren. Als iemand thuis achter zijn/haar eigen computer zit, kunnen de scheldwoorden, de beledigingen en de bedreigingen ervoor 2 zorgen dat diegene zich zelfs in zijn/haar eigen huis niet meer veilig voelt. De effecten van digitaal pesten zijn voor jongeren erger dan een andere vorm van pesten. Door het gebrek aan face-to-face contact is de drempel laag om agressieve en harde taal te gebruiken. Doordat de daders vaak anoniem te 3 werk gaan, is het moeilijk hen aan te pakken.
1
http://www.ouders.nl/mopv2005-onlinepesten.htm www.pestweb.nl, vormen van pesten 3 www.pestweb.nl, “de 10 meest gestelde vragen over digitaal pesten” 2
Gebruikersinformatie In dit protocol staat beschreven hoe medewerkers op een middelbare school dienen te handelen bij het signaleren van digitaal pesten bij één van de leerlingen. Doel Het stimuleren van een integrale aanpak tussen scholen, hulpverlening en ouders om digitaal pesten tegen te gaan. Zo wordt er gebruik gemaakt van elkaars kennis en ervaringen. Gebruikers Medewerkers van de middelbare school onder wiens verantwoordelijkheid de leerling die digitaal gepest wordt of digitaal pest valt. Dit kan een mentor of zorgcoördinator zijn. Dit is afhankelijk van het beleid van de school. Voorwaarden Om het protocol werkbaar te laten zijn en houden, is het van belang dat het wordt afgestemd op het beleid van de school, met betrekking tot digitaal pesten. Er zal dan namelijk een beleid zijn dat aansluit op de behoeften en mogelijkheden van de betrokken school.
Het is van belang dat wordt vastgesteld wie het aanspreekpunt is voor de leerling en ouders. Aan te raden is in beide gevallen de mentor als aanspreekpunt te laten fungeren. Het is hierin van belang dat de mentor op de hoogte is van het bestaan en de inhoud van het protocol. Op deze manier kan de mentor doorverwijzen, indien nodig. Niet iedere mentor zal namelijk de benodigde kennis in huis hebben met betrekking tot digitaal pesten. Het is vooral van belang dat de mentor weet naar wie doorverwezen moet worden. Door school moet een vaste route worden bekend gemaakt voor doorverwijzingen naar betreffende personen. Het is van belang hier naast de functie van de betreffende persoon, ook de naam te noemen. Voor degene die de functie bekleed, is de taak nu dichterbij en persoonlijker. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat degene zich veiliger en vertrouwder voelt op het moment dat zij namen hebben van mensen waar zij terecht kunnen. Er kan echter ook gekozen worden 1 persoon aan te stellen welke voldoende kennis heeft van digitaal pesten, die dit alles coördineert, om mentoren deze taak te ontnemen. Maak aan leerlingen en ouders duidelijk bekend wie het is. Plan gesprekken met hulpverlening in bijvoorbeeld zorgteams en / of vergaderingen. Zet daadwerkelijk op vaste tijden hulpverlening op de agenda, om op deze manier het onderwerp serieus te blijven nemen. Het is een dynamische problematiek, die niet onderschat moet worden. De aanpak moet levendig blijven en het risico van ondersneeuwen moet tegengegaan worden. Evalueer in het contact met de hulpverlening de aanpak van digitaal pesten. Kijk hier naar de hulpverlening en het welzijn van de leerlingen met betrekking tot digitaal pesten en zijn groeiende mogelijkheden en gevaren. Stel indien nodig planning van gesprekken met hulpverlening bij.
De folders moeten afgestemd zijn op de school. Uit het onderzoek is gebleken dat wanneer een leerling weet naar wie hij toe moet gaan wanneer hij te maken heeft met digitaal pesten, dit bijdraagt aan het gevoel van veiligheid. Om deze reden is de folder voor jongeren evenals de folder voor ouders aanpasbaar voor de school. Bij de folder voor jongeren dient op twee plaatsen de naam van de aangewezen persoon te komen staan. In deze folder wordt eveneens verwezen naar de mentor. De folder voor ouders noemt ook het belang van het onderhouden van goed contact met de mentor. Het protocol toont aan dat in bepaalde gevallen aangifte kan worden gedaan bij de politie. Dit is een goed recht. De school kan er ook voor kiezen een eigen sanctiebeleid te hebben of aan te houden. Dit is tevens een goed recht en kan een verkorte route naar aanpak van de daders betekenen.
Het protocol Wanneer digitaal pesten wordt gesignaleerd of wordt aangegeven, volgt u deze stappen: 1. Neem het signalement serieus Wanneer u de signalen van digitaal pesten opvangt, neem dit serieus! Wanneer iemand anders u op de hoogte stelt van waargenomen signalen, kijkt u of u deze signalen herkent en gaat u na wat een mogelijke oorzaak kan zijn. Signalen en gevolgen zijn in hoofdstuk 1 te vinden 2. - Ga in gesprek met de gepeste leerling en - Spoor de dader(s) op en ga met hen in gesprek Deze twee onderdelen vallen beiden onder de tweede stap. Ze dienen naast elkaar uitgevoerd te worden. Het is namelijk van belang dat er met zowel het slachtoffer als met de daders in gesprek gegaan wordt. Daarvoor dienen de dader(s) dus opgespoord te worden. Hieronder treft u aan wat u dient te doen in de beide onderdelen. Ga in gesprek met de gepeste leerling Wanneer u in gesprek gaat met deze leerling, is het belangrijk dat: U deze leerling serieus neemt. De leerling zijn verhaal mag doen en daar de tijd voor krijgt. U zich probeert in te leven in uw leerling. U geen verwijten maakt. Dat maakt het onveilig voor uw leerling, waardoor deze minder zal vertellen of zelfs helemaal niets meer zal vertellen. U de leerling de tip geeft om de pester te blokkeren en te verwijderen wanneer het om pesten via MSN gaat. Voordat de leerling dit doet moet deze de gesprekken uitprinten die hij/zij heeft gevoerd met de pester. Deze gesprekken kunnen mogelijk als bewijsmateriaal dienen. U door blijft vragen. Vooral wanneer het gaat om een gesprek met een leerling na het signaleren van digitaal pesten. De leerling zal niet snel vertellen dat hij/zij gepest wordt of zelf pest.
Spoor de dader(s) op en ga met hen in gesprek Soms zal bekend zijn wie de pester is en soms niet. Wanneer niet bekend is wie de pester is zal er getracht moeten worden om dit op te sporen. Dit kan gedaan worden door gesprekken te bewaren en uit te printen. In deze gesprekken kunnen aanwijzingen staan over wie de dader is. Wanneer het pesten op school gebeurd kan dit in samenwerking met het systeembeheer worden opgespoord/ achterhaald. De stijl van het bericht en eventuele taalfouten en aanwijzingen kunnen de dader verraden. De dader kan wellicht ook worden gevonden door in de klas te praten over wat er is gebeurd. Wanneer u weet wie de pester is, gaat u in gesprek met deze leerling. Daarin is het belangrijk om: In te gaan op wat er gaande is. Door te vragen. Goed te luisteren naar de kant van het verhaal van deze leerling en dit serieus te nemen. Te wijzen op de mogelijke gevolgen voor de gepeste leerling. Duidelijk te maken dat de leerling zich schuldig maakt aan een ernstig feit en dat dit in sommige gevallen zelfs strafbaar is. Er kunnen dan strafrechtelijke consequenties volgen.
Let op! Neem ook contact op met de ouders/ verzorgers van deze leerlingen. Zowel met de ouders/verzorgers van de gepeste leerling als met de ouders/verzorgers van de pester. Breng hen op de hoogte van wat er speelt. Misschien geloven ouders/verzorgers u niet wanneer u hen vertelt dat hun kind digitaal pest of gepest wordt/is. Toch is het goed om hen hiervan op de hoogte te stellen. Wellicht gaan ze erover nadenken en misschien gaan ze het zelf inzien. Vraag hen of zij de signalen herkennen. Wanneer zij niet weten wat de signalen zijn, kunt u hen hierover informatie geven. Vertel ouders/verzorgers dat het niet hun schuld is;
Vertel hen welke maatregelen zij kunnen nemen/wat zij kunnen doen. Geef hen de folder die bij dit protocol geleverd is.
U kunt ouders ook verwijzen naar: Het gratis telefoonnummer 0800-5010 (voorheen de onderwijstelefoon). Pestweb.nl. Zij kunnen antwoord geven op vragen van ouders/ verzorgers. Zij zijn ook per telefoon te bereiken: 0800 2828280 of mobiel 0900 2828280, elke schooldag van 2 tot 5 uur. www.mijnkindonline.nl en www.stichtingstomp.nl 3. Ga (wanneer mogelijk) een driegesprek aan Wanneer het mogelijk is, gaat u een driegesprek aan met de dader en het slachtoffer. Hiermee wordt bedoeld dat de dader en het slachtoffer hiertoe bereid moeten zijn en dat ook de betrokken persoon vanuit school dit verantwoord acht. In dit gesprek is het belangrijk dat: Er ruimte wordt geboden aan de leerlingen om hun verhaal te doen. Maak duidelijk dat ze elkaar niet mogen onderbreken. U oog heeft voor de emotie die mee kan komen in dit gesprek. De gepeste leerling wordt namelijk geconfronteerd met de persoon die hem/haar heeft gepest. Biedt de ruimte aan de leerlingen dat zij het bij kunnen leggen. U kunt hen daarin stimuleren en het gesprek leiden. In dit gesprek kunnen afspraken worden gemaakt over hoe er verder met elkaar om wordt gegaan. Maak in dit gesprek duidelijke afspraken met de beide leerlingen. Zorg dat zij het hier beide mee eens zijn en dat ze weten dat ze hier ook op aangesproken kunnen worden. Belangrijk! Als het pesten op deze manier bespreekbaar wordt gemaakt, bestaat het gevaar dat het slachtoffer opnieuw door de pester(s) te grazen wordt genomen. Zorg ervoor dat er een goed pestbeleid is en dat docenten oog houden voor het pestgedrag. Wanneer er een goed pestbeleid is, wordt de kans op herhaling kleiner. Bespreek dit in het team en met de directie. Er zijn veel instanties die de school kunnen helpen bij een effectieve antipest aanpak. Kijk hiervoor op www.mijnleerlingonline.nl 4. Stel de ouders/verzorgers van de leerlingen op de hoogte Na het driegesprek is het belangrijk dat de ouders/ verzorgers op de hoogte worden gesteld van hoe dit gesprek verlopen is. Zij moeten op de hoogte zijn van de afspraken die gemaakt zijn. Zo kunnen ook zij hun kinderen hierop aanspreken en hen steunen. 5. Afronding Er is sprake van een afronding wanneer de ouder/verzorgers op de hoogte zijn gebracht. Echter alleen wanneer het pestgedrag ook daadwerkelijk is gestopt. Het is belangrijk om de leerlingen te blijven volgen en goed op te letten of het digitale pesten daadwerkelijk is gestopt. Vraag de leerling die gepest is af en toe hoe het met hem/haar gaat. Let erop dat dit gebeurt in een veilige ruimte. Wanneer de leerling over de gang loopt zal hij/zij waarschijnlijk minder snel zeggen dat het niet goed gaat. Ook de leerling die gepest heeft kunt u vragen hoe het met hem/haar gaat. Deze kan namelijk ook behoefte hebben aan aandacht. Wanneer het pesten door blijft gaan zult u andere maatregelen moeten treffen. Meer informatie kunt u vinden in hoofdstuk 3.
Bijlage 1: Praktijk voorbeeld: Kim, 13 jaar Situatie Kim is een meisje van 13 jaar oud. Ze zit in de tweede klas van het voorgezet onderwijs. Kim is een leerling die tot voorkort goed mee kon komen in de klas. De laatste tijd is ze echter vaak afwezig. Ze meldt zich vaak ziek. Wanneer ze wel aanwezig is, kan ze haar gedachten niet goed bij de les houden. Haar resultaten worden steeds minder. Kim is de laatste tijd veel afgevallen. Ze ziet er mager en bleek uit. De mentor van Kim begint zich steeds meer zorgen te maken en gaat een gesprek met haar aan. In eerste instantie zegt Kim dat er niets aan de hand is. Wanneer de mentor wat doorvraagt, vertelt Kim dat wanneer ze op MSN zit er nare dingen tegen haar gezegd worden, door mensen van school. Ook worden er foto’s van haar op het Internet verspreid met daarbij nare teksten. 1. Neem het verhaal van Kim serieus. Zij wordt gepest en heeft daar zichtbaar last van. U heeft de signalen zelf gesignaleerd en u heeft geïnformeerd of er iets aan de hand was. 2. - Ga in gesprek met Kim en - Spoor de dader(s) op en ga met hen in gesprek Deze twee onderdelen voert u dus naast elkaar uit. U rond niet eerst het ene onderdeel af voordat u verder gaat met het volgende, maar het is zaak dat dit gelijktijdig/ in dezelfde periode gebeurt. Zo waakt u ervoor dat er gelijk ingegrepen wordt en weet u beide kanten van het verhaal vanaf het begin. Ga in gesprek met Kim U gaat in gesprek met Kim. Probeert u in te leven in haar situatie. Het is mogelijk dat wanneer er nare dingen over Kim werden gezegd via MSN, ze zelf ook nare dingen heeft terug gezegd. Maak hierover geen verwijten. Wanneer u dit wel doet, maakt u de situatie voor Kim onveilig. Dit zal haar weerhouden om open te zijn over de situatie. Vraag Kim of haar ouders van deze situatie af weten. Wanneer dit niet het geval is, legt u haar het belang uit om hen in te lichten. Dit kan ze zelf doen, maar dit kunt u als school ook doen. Leg haar hier het belang van uit en vraag naar haar mening hierover. Vertel Kim over de mogelijkheden die er zijn om hulp en begeleiding te krijgen. Leg haar de mogelijkheden voor die er binnen uw school zijn en die de hulpverlening biedt. Wanneer Kim interesse heeft in deze hulp en begeleiding, kunt u in overleg met haar en de hulpverlening beslissen of u als school zelf deze hulp en begeleiding gaat bieden of dat u dit overdraagt aan de hulpverlening.
Spoor de dader(s) op en ga met hen in gesprek Probeer samen met Kim de daders op te sporen. Dit kan door MSN-gesprekken te bewaren en deze uit te printen. Hier staan mogelijke aanwijzingen in over de pesters. Geef Kim daarbij de tip om vervolgens de pesters te blokkeren. Wanneer u weet wie de pesters zijn, gaat u in gesprek met hen. Leg hen de situatie voor zoals deze is. Wanneer u bewijzen heeft, leg hen deze dan ook voor. Zo voorkomt u dat de pesters alles gaan ontkennen. Laat de pesters vervolgens hun kant van het verhaal vertellen. Neem deze kant ook serieus. Wanneer de pesters hun kant van het verhaal hebben verteld, wijst u hen op de mogelijke gevolgen voor Kim. Wijs hen er vervolgens ook op dat ze bezig zijn met een strafbaar feit en dat wanneer ze hiermee doorgaan, er serieuze consequenties zullen volgen. Ga in gesprek over de hulp en begeleiding die aan deze leerlingen geboden kan worden. Neem contact op met de ouders van de pesters. Leg hen de situatie voor zoals deze is en vertel hen dat u in gesprek bent met Kim en de pesters. Vraag aan de ouders of zij hierover in gesprek willen gaan met hun kind.
3. Ga (wanneer mogelijk) een driegesprek aan Ga een gesprek aan met Kim en de pesters. Hierin biedt u Kim en de pesters om hun verhaal naar elkaar toe te vertellen. Stimuleer de leerlingen om het uit te praten en het bij te leggen met elkaar. Het is belangrijk dat u het gesprek leidt, zodat u ook in kunt grijpen wanneer er conflicten dreigen te ontstaan. Maak samen met deze leerlingen afspraken over de manier waarop er verder met elkaar om wordt gegaan. Wanneer blijkt dat één gesprek niet voldoende is, organiseert u een vervolggesprek.
4. Stel de ouders op de hoogte U hebt al contact gehad met de ouders. Het is belangrijk om de ouders verder op de hoogte te houden, zodat zij weten wat er rond hun kind afspeelt. Op deze manier kunnen zij hierover in gesprek blijven met hun kind. Ook kunnen zij er op letten dat hun kind zich aan de afspraken houdt, die gemaakt zijn tijdens de gesprekken. 5. Afronding Nodig Kim nog een keer uit voor een gesprek en vraag haar hoe het met haar gaat. Doe dit net zo met de pesters. Wanneer het pesten doorgaat is het belangrijk dat u weer ingrijpt.
Bijlage 2: Belangrijke informatie met betrekking tot het protocol Wie moeten we benaderen? Bij digitaal pesten heb je altijd te maken met twee partijen, namelijk: de dader en het slachtoffer. Deze partijen hebben aandacht nodig. Dader(s) Persoon die digitaal pest Deze kan dit alleen doen, maar het kan eveneens in groepen gebeuren. In dat geval heb je dus te maken met verschillende daders.
Slachtoffer Persoon die digitaal gepest wordt De gevolgen aannemen.
kunnen
ernstige
vormen
De signalen Uw leerling zal niet altijd zelf vertellen dat hij/zij digitaal gepest wordt. Daarom is het goed om te letten op signalen. De volgende signalen kunnen het gevolg zijn van digitaal pesten.
Teruggetrokkenheid Toename van afwezigheid op school Weinig contact met andere leerlingen Faalangst Negatief zelfbeeld Concentratieproblemen
Maakt een sombere en/of angstige indruk Verminking van het lichaam Vage lichamelijke klachten Vermagering of in een korte tijd veel aankomen Over zich heen laten lopen
Let op! Er kunnen veel oorzaken zijn voor deze signalen. Ga er dus niet direct vanuit dat er sprake is van digitaal pesten. Neem de signalen altijd serieus en leg deze neer waar ze horen. De gevolgen voor de gepeste leerling Digitaal pesten kan ernstige gevolgen hebben voor het slachtoffer. Een aantal van deze gevolgen zijn:
Angst om naar school te gaan Verminderd gevoel van veiligheid op school Gevoel dat iedereen tegen je is Schaamte Faalangst
Onderworpen gedrag Depressie Eetstoornissen Automutilatie (zelfverminking) Overwegingen of pogingen tot zelfdoding Wantrouwen van andere mensen
Bijlage 3: Preventie Projecten en/of informatielessen U kunt projecten en/of informatielessen opzetten over digitaal pesten. Op deze manier bent u samen met uw leerlingen op een leuke manier bezig. U verdiept u samen met uw leerling in het onderwerp. De leerling ziet zo dat digitaal pesten niet een normaal iets is. U kunt hierbij ook gebruik maken van het aanbod welke informatiesites over digitaal pesten bieden. Daarbij kan het interessant zijn om experts op dit gebied uit te nodigen. Afspraken maken in de klas Wanneer u samen met uw leerlingen op een bewuste manier bezig bent met digitaal pesten, is het goed om samen met de klas afspraken te maken. Het is goed om uw leerlingen zelf na te laten denken welke afspraken ze willen maken om digitaal pesten tegen te gaan. Vanuit de ideeën die er in de klas zijn, kan u samen met de klas regels opstellen over digitaal pesten. Informeren ouders Om tot een integrale aanpak te komen, moeten ouders geïnformeerd worden over dit onderwerp. Het is daarom belangrijk dat ouders bij aanvang van het schooljaar de schoolkalender krijgen waarin afspraken zijn opgenomen. Daarbij zullen ze het protocol met betrekking tot digitaal pesten moeten ontvangen, zodat zij hiervan op de hoogte zijn. Verder kunt u ouders informeren door onder anderen de folder uit reiken, bijbehorend bij dit protocol. Dit is echter niet voldoende. Houdt ouders regelmatig op de hoogte over dit onderwerp. Dit kunt u doen door middel van bijvoorbeeld nieuwsbrieven, het organiseren van ouderavonden en het organiseren van workshops voor ouders. Het is ook goed om ouders op de hoogte te stellen van de reglementen binnen de school, die er zijn ten aanzien van digitaal pesten en de regels die de klas heeft samengesteld. Ouders kunnen hier vervolgens met hun kinderen over praten. Onderzoek binnen uw school Om een beeld te krijgen hoeveel veel digitaal pesten voorkomt in uw school, kunt u enquêtes houden onder uw leerlingen. Het is belangrijk dat uw leerlingen deze anoniem in kunnen vullen. Wanneer u weet hoeveel en op welke manier digitaal pesten binnen uw school voorkomt, kunt u hierop inspringen door middel van bovenstaande punten. Sites Op het Internet zijn nog meer preventieve maatregelen te vinden. Kijk hiervoor op de volgende sites: www.pestweb.nl www.pesten.net www.stichtingstomp.nl www.posicom.nl www.stopdigitaalpesten.nl www.mijnleerlingonline.nl
Bijlage 4: Maatregelen te nemen bij het in stand blijven van het pestgedrag Wanneer ondanks het nemen van de stappen van het protocol het digitaal pesten door blijft gaan, moet hier serieus werk van gemaakt worden. Dit kunt u doen door in overleg met uw leerling en diens ouders aangifte te doen bij de politie. Digitaal pesten is strafbaar wanneer het gepaard gaat met strafbaar gestelde feiten. Digitaal pesten kan dus op deze manier aangepakt worden. U kunt eventueel daarnaast het sanctiebeleid van de school aanhouden. Hulp/begeleiding aan de gepeste leerling Er bestaat een mogelijkheid dat uw leerling hulp en/of begeleiding nodig heeft, omdat hij/zij digitaal gepest is. Biedt de leerling dit altijd aan en laat de leerling vervolgens zelf beslissen of hij/zij dat wel of niet wil. U kunt vervolgens in overleg met hulpverleninginstanties en de leerling beslissen of u deze hulp/ begeleiding zelf geeft of dat u deze overdraagt aan de hulpverlening. Hulp/begeleiding aan de dader Het kan nodig zijn om de dader hulp en/of begeleiding aan te bieden. Het kan zo zijn dat deze leerling niet weet hoe hij/zij op een verantwoorde manier kan MSN’en. U kunt hierover met de leerling in gesprek gaan. Wanneer blijkt dat de leerling hier in het dagelijkse leven ook moeite mee heeft, kunt u de leerling een sociale vaardigheidstraining laten volgen. Het komt vaak voor dat de pester in het verleden zelf ook gepest is. Deze leerling kan hier nog last van hebben. Biedt deze leerling dan net als de gepeste leerling de hulp/begeleiding aan zoals deze hierboven is beschreven. Belangrijk is dat er evenveel aandacht wordt besteed aan de dader als aan het slachtoffer. Beiden hebben zij hier behoefte aan, alleen hebben zij beiden verschillende behoeften. Aan deze behoeften moet tegemoet worden gekomen en zij moeten beiden geholpen worden. Hulp aan de ouders Het kan voor ouders heel ingrijpend zijn wanneer zij weten dat hun kind digitaal gepest wordt of werd of dat hun kind zelf digitaal pest. In het hele traject wat u met uw leerling doorloopt, is het goed om de ouders daarbij te betrekken en op de hoogte te houden. U kunt ouders de mogelijkheid geven om contact op te nemen met hulpverleningsinstanties. Wanneer de situatie is verbeterd, is het goed om contact te blijven houden met de ouders. Hierdoor blijft u op de hoogte over hoe het gaat met uw leerling in de thuissituatie. Eveneens worden de ouders zo op de hoogte gehouden over hoe het op school met hun kind gaat.
Bijlage 5: Wetgeving Er zijn geen wetten die gericht zijn op digitaal pesten, wel zijn er wetten met betrekking tot pesten. Er zijn geen wetten die zeggen dat pesten strafbaar is. De gevallen waarin pesten gepaard gaat met reeds strafbaar gestelde feiten zijn wel strafbaar. Wanneer we gaan kijken naar de wetgeving die betrekking heeft op pesten, zullen we met de volgende gebieden in aanraking komen: De wet met betrekking tot de veiligheid Het strafrecht met betrekking tot pesten Het civiel recht De regelgeving rondom privacy De wet met betrekking tot de veiligheid Een onderwijsinstelling die haar taak als opvoeder en werkgever serieus neemt, waarborgt een veilig schoolklimaat. Er zijn wetten die scholen verplichten tot het maken van een pestbeleid. Bescherming tegen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten. Sinds 1 januari 2007 is artikel 3 uit de Arbo-wet aangepast waardoor werkgevers verplicht zijn om hun werknemers te beschermen tegen pesten. Deze wet bevat bepalingen over bescherming van werknemers tegen seksuele intimidatie, agressie en geweld. Sinds 1 januari 2007 valt ook pesten daaronder. Wanneer we van deze wet uitgaan zijn scholen verplicht een anti-pestbeleid te voeren. Voor meer informatie kijkt u in bijlage 5.1 Beleid voor gezonde en veilige leer- en werkomgeving Naast bepalingen uit de arbeidsomstandighedenwet, zijn er nu ook CAO afspraken gemaakt over het creëren van een veilig schoolklimaat. Vanuit de CAO worden scholen verplicht om een beleid te maken dat de veiligheid creëert en waarborgt voor leerlingen en docenten. Scholen moeten samen met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad een beleid vaststellen dat er opgericht is om een gezonde en veilige leeromgeving te creëren. Hierin moeten afspraken komen te staan hierin moet worden vermeld hoe de scholing en begeleiding van werknemers vorm wordt gegeven, met betrekking tot het creëren van een veilig schoolklimaat. Voor meer informatie kijkt u in bijlage 5.1 Klachtencommissie Leerlingen, ouders en personeelsleden die klachten hebben over pesten, agressie of andere vormen van onveiligheid, kunnen gebruikmaken van hun klachtrecht conform de kwaliteitswet 19984. Het Klachtrecht is een onderdeel uit de Wet op de Kwaliteitszorg en verplicht scholen om een onafhankelijke klachtvoorziening te treffen waar klachten over maatregelen, nalatigheid en gedrag onderzocht kunnen worden. Het instellen van een klachtencommissie is met deze wet verplicht. Scholen kunnen zich ook aansluiten bij een van de landelijke en regionale klachtencommissies.5 Voor meer informatie kijkt u in bijlage 5.1 Het strafrecht met betrekking tot pesten In april 2006 hebben 2 leden van de kamer vragen gesteld aan de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, Maria J.A. van der Hoeven. Deze vragen gingen over pesten op het internet. In een brief heeft zij op 18 april 2006, mede namens de Minister van Justitie, het volgende geantwoord: “ Pesten in het algemeen is, hoewel afkeurenswaardig, niet strafbaar. Dat geldt mutatis mutandis ook voor het pesten via het internet. Een strafrechtelijke benadering van de onderhavige problematiek ligt naar mijn mening dan ook niet direct voor de hand. In de gevallen dat het pesten gepaard gaat met reeds strafbaar gestelde gedragingen als belediging, bedreiging of belaging kan op grond van de artikelen 261, 262, 266, 284 en 285b van het Wetboek van Strafrecht tot strafvervolging worden overgegaan. Indien naar aanleiding van een concrete aangifte van een strafbaar feit blijkt dat er sprake is van een opsporingsindicatie, kan door de politie een opsporingsonderzoek worden gestart6” Sommige vormen van pesten zijn dus strafbaar conform het Wetboek van Strafrecht. Wat erg lastig is met het strafrecht in relatie tot pesten, is dat pesten een ontzettend breed en subjectief begrip is. Wie bepaalt wat pesten is? Pesten is niet makkelijk te omschrijven, waardoor het lastig is iemand te vervolgen. Eveneens is het strafrecht een zogenaamd ultimum remedium (een laatste redmiddel) is. Het komt pas aan de orde komen als het niet op andere manier opgelost kan worden. Pesten gepaard met belediging 4
Klacht(recht), http://www.schoolenveiligheid.nl/aps/School+en+Veiligheid/ http://www.ppsi.nl/NR/rdonlyres/60B7F741-13F5-4641-B736-B4101E085764/0/Infobladwetenregelgeving.doc 6 Kamervragen aan ministers Donner en Van der Hoeven, http://www.minocw.nl/documenten/14667.pdf 5
Wanneer het pesten vormen aanneemt van belediging, kan er op grond van artikel 261, 262 en 266 aangifte van een strafbaar feit worden gedaan. Wanneer iemand opzettelijk iemands naam zwart maakt, door hem een te beschuldigen van een negatieve gebeurtenis, kan hij daarvoor gestraft worden. Wanneer hij dit doet door een tekst op afbeeldingen die hij verspreidt kan de straf nog hoger worden. Een meisje wordt ervan beschuldigd dat ze een hoer is. Het meisje is gefotografeerd in een disco met een topje aan. Zelf vindt ze dat er niets mis is met het topje. Later wordt er de haatclub opgericht en worden er afbeeldingen van haar verstuurd en daar onder wordt vermeld dat ze een hoer en een slet is. Haar naam wordt zwart gemaakt. Op school wordt ze uitgescholden en getrapt. Via MSN wordt ze bedreigd en wordt er gezegd dat ze een hoer is. Omdat hier de naam van het meisje wordt zwart gemaakt is het daarom ook een strafbaar feit.
De volgende feiten zijn strafbaar wanneer we spreken over pesten gepaard met belediging: Opzettelijk iemands eer op goede naam aanranden, door telastlegging van een bepaald feit, met het doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, is schuldig aan smaad. Dit verboden door middel van geschriften of afbeeldingen die openlijk worden gedeeld De persoon die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetend dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, is schuldig aan laster Voor de volledige artikelen kijkt u in bijlage 5.2 Pesten gepaard met belaging of stalking In Nederland zijn er wetten die belaging of stalking verbieden. Volgens het wetboek is dit een misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid. Dit is terug te vinden in Artikel 285 b van het Wetboek van Strafrecht. Het is verboden om stelselmatig opzettelijk inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van iemand anders, met als bedoeling om diegene te dwingen om iets te doen, niet te doen of toe te staan, of iemand angstig maken. Wanneer we uitgaan van dit artikel is het opnemen van filmpjes via MSN en deze vervolgens op internet plaatsen verboden. Een voorbeeld is dat een jongen aan meisjes vroeg, via MSN, om voor de webcam hun kleren uit te trekken. De meisjes deden dit voor hem. Geen van de meisjes wist dat de jongen dit opnam. Toen de meisjes weigerden om hun kleren uit te doen, dreigde de jongen dat hij de video beelden op internet zou zetten. Daar schrokken ze van, omdat ze hier niets van wisten. Ze deden wat hij vroeg. Zo werden zij gedwongen om verdere handelingen te doen. Dit is verboden omdat er ongevraagd filmpjes worden gemaakt en vervolgens worden de meisjes daarmee gedwongen tot verdere handelingen. De jongen die dit heeft gedaan is strafrechtelijk vervolgd Toch blijken er veel gevallen te zijn waar geen vervolging plaats vindt, omdat er geen strafbare feiten geconstateerd kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is het voorval dat heeft plaatsgevonden op het Vellesan College in IJmuiden, op 18 mei 2006. Daar zijn vijf brugklasleerlingen voor drie dagen geschorst wegens het vernederen en pesten van een klasgenoot. Deze pesterijen werden met een mobiele telefoon gefilmd. Op één van de filmpjes is te zien hoe de jongens hun slachtoffer insluiten. Terwijl het slachtoffer geen kant meer op kan, wordt hij uitgescholden. Voor de volledige artikelen kijkt u in bijlage 5.2 Pesten gepaard met afpersing Afpersing is verboden volgens het wetboek van strafrecht. Dit staat beschreven in artikel 317. Als er sprake is van pesten wat gepaard gaat met afpersing kan er beroep worden gedaan op deze wet 7. Sander wordt al een poosje gepest. Via MSN kreeg hij vervelende berichten en ook zijn email was een poosje geleden gekraakt. Toen hij erachter was gekomen wie er achter deze pesterijen zaten ging hij naar zijn mentor. Nadat hij voor zijn gevoel een goed gesprek had gehad met Meneer de Boer en met de jongens, fietste hij vrolijk naar huis. Thuis ging hij nog even achter de computer om zijn nieuwste spel te spelen. Nog even zijn mail checken en op MSN. Toen was zijn vrolijkheid voorbij. Hij kreeg berichten: “Nog een keer tegen de Boer vertellen en je gaat eraan”. Sinds die tijd durfde Sander niets meer tegen iemand te zeggen. Als zijn mentor vroeg hoe het ging, voelde hij de ogen van de pestkoppen in zijn rug prikken. ‘Goed hoor!’, zei Sander dan. Het ging echter van kwaad tot erger. Hij wilde helemaal niet meer naar school. Hij kreeg dreigmailtjes en berichten. Hij moest smerige klusjes doen voor de jongens en moest hen zijn zakgeld geven. De jongen wordt gedwongen om geld af te geven aan de pesters, omdat het anders alleen maar erger zal worden. Dit is afpersing. 7
http://www.wetboekvoorjongeren.nl/
Voor de volledige artikelen kijkt u in bijlage 5.2 Civiel juridische weg Strafrecht en civiel recht zijn heel verschillende dingen. Voordat we het civielrecht zullen beschrijven, maken we eerst het verschil duidelijk. Het Nederlandse recht is in tweeën te delen: 1. Publiek recht. Dit is het recht voor zaken die spelen tussen de overheid en burgers. Dit is onder te verdelen in onder andere: staatrecht, bestuursrecht en strafrecht. 2. Civiel recht, dit wordt ook wel het privaat recht genoemd. Dit is het recht voor burgers onderling, dit zijn ook bedrijven. Dit recht omvat heel veel regels over erven, huren, kopen, contracten, arbeidsrecht enzovoort. Ook zijn er regels in opgenomen wanneer je schadevergoeding aan iemand kan vragen. Dit kanmateriële en immateriële schade zijn. Een belangrijk verschil is dat als je voor de rechter moet komen bij strafrechtszaak je wordt aangeklaagd door openbaar ministerie (overheid). In civiele rechtzaak wordt je door een andere burger aangeklaagd (je buurman, werkgever, school, ouders van een jongere enzovoort). Er zijn verschillende mogelijkheden wanneer ouders er voor kiezen om het pestgedrag via een rechtszaak bespreekbaar te maken. Dit hangt mede af van de leeftijd van de betrokkene jongeren. De mogelijkheden zijn: De ouders van de gepeste versus de pester/ de ouders van de pester De ouders van de gepeste versus de pesten in de leeftijd van 14 tot 16 jaar. De ouders van de gepeste versus de school De mogelijkheden zijn uitgebreid te vinden in bijlage 5.2 Privacy Wanneer we spreken over de wet en regelgeving met betrekking tot digitaal pesten, krijgen we ook te maken met de privacy op internet. Wanneer er misbruik van internet wordt gemaakt, komt vaak de privacy van andere personen in het geding. Met deze wet dient de school evenals de jongeren rekening te houden. Foto’s van personen mogen niet zomaar op internet worden gezet. Dit is bepaald door het fotorecht, dat bepaald dat opnames niet zonder toestemming van degene die gefotografeerd of gefilmd is, verspreid mogen worden. Wanneer leerlingen anderen ongevraagd te kijk zetten op gsm’s, internet of in print op schoolprikborden, zijn zij dus strafbaar. De klager kan dan aangifte indienen. Vooraf dient de school in toestemming te vragen aan ouders voor het fotograferen en het publiceren van foto’s van hun kinderen. Ook jongeren mogen dus niet ongevraagd foto’s op internet plaatsen. Dit geldt ook voor filmpjes op internet. Steeds meer mobiele telefoons zijn uitgerust met een camerafunctie. Op die manier kunnen (ongewenst) filmpjes worden opgenomen. Uiteindelijk kan dit benoemd worden als ‘happy slapping’, wanneer het filmpje ongewenst op internet wordt geplaats en met een negatieve intentie wordt gebruikt. Op voorgaande situaties is de wet bescherming persoonsgegevens (WBP) van toepassing. Deze wet is op 1 september 2001 in werking getreden. In het kort komt deze wet erop neer dat bedrijven en instellingen toestemming moeten vragen voor het gebruik van persoonsgegevens als de openbaarmaking van die gegevens herleidbaar is naar individuele persoonsgegeven.
Bijlage 5.1: Wetten met betrekking tot de veiligheid
Arbeidomstandigheden wet Deze bepaling is op de volgende manier geformuleerd in de arbeidsomstandighedenwet: Artikel 1 3. e. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Psychosociale arbeidsbelasting: de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen. Artikel 3 1. De werkgever voert, binnen het algemeen arbeidsomstandighedenbeleid, een beleid gericht op voorkoming en indien dat niet mogelijk is beperking van psychosociale arbeidsbelasting. Voor de volledige tekst van de arbeidsomstandigheden wet kunt u kijken op: www.wetten.overheid.nl en zoekt u naar arbeidsomstandigheden wet.
Collectieve arbeidsovereenkomst voorgezet onderwijs Dit zijn de relevante bepalingen van de CAO voortgezet onderwijs: 12.6 Veiligheid en het voorkomen van seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld 1. De werkgever stelt in overleg met de P(G)MR het beleid vast dat gericht is op het realiseren van een gezonde en veilige leer- en werkomgeving binnen de instelling, bedoeld voor alle geledingen. De werkgever evalueert jaarlijks het gevoerde beleid. 2. Binnen het in lid 1 bedoelde beleid worden ten aanzien van de werknemers in ieder geval afspraken gemaakt over: a. het bewerkstelligen van sociale en fysieke veiligheid, b. het voorkomen van seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld, c. het voorkomen van ziekteverzuim, d. de personeelszorg, e. de scholing en begeleiding van werknemers die nodig is met het oog op het realiseren van het voorgaande. 3. De afspraken als bedoeld in lid 2 richten zich in het bijzonder ook op: a. de werknemers met toezichthoudende taken en de bedrijfshulpverleners, b. de facilitering van de bedrijfshulpverleners, waarbij het uitgangspunt is dat alle kosten -in tijd en geld- voor rekening van de werkgever zijn en dat zittende bedrijfshulpverleners geen nadeel ondervinden van deze afspraken. Voor de volledige tekst van de Collectieve arbeidsovereenkomst kunt u kijken op: www.abvakabofnv.nl/docs/cao/cao_59_30_20060801-20070701_t.pdf
Kwaliteitswet 1998 In artikel 11b staan regelingen rondom het indienen van klachten. Hieronder staan de relevante artikelen weergegeven: 2. Ouders dan wel verzorgers, en personeelsleden kunnen bij de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, een klacht indienen over gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag, personeel of de permanente commissie leerlingenzorg, waaronder discriminatie, dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen door het bevoegd gezag, het personeel of de permanente commissie leerlingenzorg. 3. Het bevoegd gezag treft een regeling voor de behandeling van klachten. Deze regeling vermeldt in ieder geval: a. de instelling van een klachtencommissie, die klachten behandelt, b. de wijze waarop de klachtencommissie haar werkzaamheden verricht, c. de termijn waarbinnen de klager een klacht kan indienen en d. de termijn waarbinnen mededeling plaatsvindt van het oordeel, bedoeld in het zesde lid, en hoe bij noodzakelijke afwijking van deze termijn wordt gehandeld.
Voor de volledige tekst van de kwaliteitswet, artikel 11b kunt u kijken op: www.schoolenveiligheid.nl/aps/school+en+veiligheid/themas/veiligheid/algemeen/kwaliteitswet+1998.h tm Voor de modelklachtenregeling kunt u kijken op: www.avs.nl/upload_products/2419/klachtenregeling.doc
Bijlage 5.2: Het strafrecht met betrekking tot pesten
Pesten als belediging In het wetboek van strafrecht zijn meerdere artikelen die pesten in de vorm van belediging strafbaar stellen. Hieronder ziet u de relevante artikelen: Wetboek van strafrecht, Artikel 261 1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. 2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. Wetboek van strafrecht, Artikel 262 1. Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. 2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken. Wetboek van strafrecht, Artikel 266 1. Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. 2. Niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit.
Pesten gepaard met belaging of stakling Wetboek van Strafrecht, Artikel 285b 1. Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie. 2. Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan8.
Pesten gepaard met afpersing Wetboek van Strafrecht, Artikel 317 1. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens, wordt, als schuldig aan afpersing, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie. 2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die de dwang, bedoeld in het eerste lid, uitoefent door de bedreiging dat gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, onbruikbaar of ontoegankelijk zullen worden gemaakt of zullen worden gewist.
8
Belaging of stalking - ook digitaal - bij wet verboden, http://www.schoolenveiligheid.nl/aps/School+en+Veiligheid/
3. De bepalingen van het tweede en derde lid van artikel 312 zijn op dit misdrijf van toepassing.
Civiel juridische weg De verschillende mogelijkheden om civiel een rechtzaak aan te spannen:
De ouders van de gepeste versus de pester/ de ouders van de pester Er komt een kort geding tegen de ouder(s) van de pester(s), op basis van ‘een onrechtmatige daad’. Hiermee wordt onder andere bedoeld; stalking, mishandeling, vernieling van eigendommen. Het doel hiervan is dat de rechter de ouders/ verzorgers van de pesters gebied om (toe te zien op) het pestgedrag van de aan hun zorg toevertrouwde minderjarige (tot 14 jaar) te laten stoppen. Voorafgaand aan de rechtszaak moet er een gesprek met de ouders van de gepeste zijn en de ouders van de pester. De ouders van de pester moeten op de hoogte zijn van het gedrag van hun kind.
De ouders van de gepeste versus de pesten in de leeftijd van 14 tot 16 jaar. Er zijn situaties waar de daden van de pesters tussen de 14 en 16 jaar buiten het gezichtsveld van ouders plaatsvinden. In die situaties kunnen de ouders van de gepeste een kort geding aanspannen tegen de pesters.
De ouders van de gepeste versus de school Ouders willen de school aansprakelijk stellen voor de geleden materiële en immateriële schade als gevolg van pesten. Een voorbeeld hiervan is: therapeutische begeleiding als gevolg van het pesten. De eisende partij, de ouders van de gepeste moeten voldoende aantonen dat de school te kort heeft gedaan naar de aan haar toevertrouwde leerling. Een gevolg van het voorgaande kan zijn dat de situaties veranderd in ouders versus de school na uitspraak door de klachtencommissie. Wanneer een klacht gegrond is verklaard, maar de school doet er niets mee in de praktijk dan kunnen de ouders een civiel rechtelijke procedure tegen de school aanspannen9.
9
Pesten en justitie, http://www.schoolenveiligheid.nl/aps/School+en+Veiligheid/