Beweegprogramma diabetes mellitus U heeft het advies gekregen van uw internist, diabetesverpleegkundige of diëtist om een beweegprogramma te volgen bij afdeling fysiotherapie in Gelre ziekenhuizen. Het is de bedoeling dat u 10 keer extra ondersteuning krijgt van de fysiotherapeut om uw beweegpatroon te verbeteren. Deze bezoeken aan de fysiotherapeut vinden één tot twee keer per week plaats in Gelre ziekenhuizen Apeldoorn op afdeling fysiotherapie. Het programma kan bestaan uit sporten in de zaal of zwemmen. In deze map vindt u informatie over: het beweegprogramma; praktische tips over hypo`s en hyper`s; uitleg over wat er in uw lichaam gebeurt bij inspanning; de mogelijkheden van vervolg na het beweegprogramma; de telefoonnummers van uw diabetesteam en de fysiotherapeut; Een brochure van de Diabetes Vereniging Nederland over bewegen vindt u ook in deze map. In overleg met uw fysiotherapeut maakt u tevens gebruik van het bijgevoegde activiteitenlijstje ‘de beweegplanner’.
Eerste afspraak De afdeling Fysiotherapie belt u voor een afspraak! Veel succes! Diabetesteam en fysiotherapie Gelre ziekenhuizen Apeldoorn
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Diëtetiek | DIET-533.2 | 28 mei 2015 | pagina 1/7
Praktische informatie Waar kunt u zich melden? Bij uw bezoek aan afdeling fysiotherapie meldt u zich bij de locatie waar u afgesproken heeft: Gelre ziekenhuizen Apeldoorn: begane grond, route 70.
Welke kleding kunt u dragen?
Draag makkelijk zittende kleding, daardoor beweegt u prettiger. Gebruik gymschoenen die u niet buiten draagt. Voor het zwemmen is prettige zwemkleding, een handdoek en badslippers gewenst.
Wat neemt u mee?
Een handdoek. Zorg dat u een flesje water bij u heeft voor de dorst. Bij inspanning verliest u al snel veel vocht. Er is een gekoelde watercontainer aanwezig. Glucosetabletten of iets vergelijkbaars voor een eventuele hypo. Bloedglucosemeter en stripjes, zodat u voor en na de inspanning uw bloedglucose kunt meten.
Het beweegprogramma Fitness Op de afdeling fysiotherapie wordt gebruikt gemaakt van de fitnessruimte. De fysiotherapeut probeert u een aanzet te geven tot het verbeteren van uw beweegpatroon. De fysiotherapeut houdt rekening gehouden met uw persoonlijke beperkingen. Het beweegprogramma wordt aangepast aan uw persoonlijke situatie.
Zwemmen Op de afdeling fysiotherapie wordt gebruik gemaakt van het therapiebad. In het therapiebad heeft u de mogelijkheid om in het water te oefenen, individueel of in een kleine groep medepatiënten. U profiteert dan van de kwaliteiten van het water, zoals aangepaste temperatuur, ondersteuning en/of regelbare weerstand. Ook kunt u (weer) oefenen om, onder toezicht, korte afstanden te zwemmen in een veilige omgeving. Doordat de hoogte van de vloer verstelbaar is, is de diepte van het bad aan te passen aan uw mogelijkheden en ervaring. Zonodig kunt u verschillende hulpmiddelen gebruiken om het oefenen/ zwemmen lichter of zwaarder te maken.
Diëtetiek | DIET-533.2 | 28 mei 2015 | pagina 2/7
Hypoglycaemie Wat is een hypo? Over een hypo of een hypoglycaemie spreken we als de bloedglucosewaarde in het bloed te laag is. De bloedglucosewaarde daalt dan beneden de 4 mmol/liter. Bij een hypo daalt de bloedglucosewaarde teveel en gaat het lichaam waarschuwingssignalen geven. Deze signalen kunnen zijn: zweten; beven; duizeligheid; slecht zien; hoofdpijn; hongergevoel; prikkelbaarheid. Iedere persoon met diabetes heeft zijn eigen hypo. Dat betekent dat de waarschuwingssignalen bij iedereen verschillend zijn. Sommige mensen krijgen maar één of twee verschijnselen, anderen meer.
Hoe kan een hypo ontstaan? Een hypo kan ontstaan doordat u: minder eet dan gebruikelijk of een maaltijd overslaat; meer lichamelijke inspanning levert dan gebruikelijk; teveel insuline spuit of teveel tabletten inneemt; gewicht bent verloren; teveel alcohol gebruikt.
Wat kunt u doen bij een hypo? Probeer altijd na te gaan wat de oorzaak van de hypo geweest kan zijn. Als u de oorzaak weet, kunt u het de volgende keer misschien voorkomen. Als u regelmatig last heeft van hypo’s, is het goed om contact op te nemen met de arts of diabetesverpleegkundige. Hieronder staat aangegeven wat u kunt doen bij een milde hypo. Bij een milde hypo Als u bij bewustzijn bent, test u zo mogelijk het bloedglucosegehalte. Neem ongeveer 20 gram koolhydraten (Kh) in de vorm van glucose.
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Gebruik bijvoorbeeld 7 glucosetabletten (21 gram Kh) of 1-2 zakjes vloeibare glucose, óf; 3 eetlepels limonadesiroop (1/3 glas) met water (22 gram Kh), óf; 1 glas gewone frisdrank, 200 ml (19 gram Kh), óf; 1 glas tweedrank of dubbeldrank, 200ml (+ 20 gram Kh)
Diëtetiek | DIET-533.2 | 28 mei 2015 | pagina 3/7
Daarna testen Test na 20 minuten het bloedglucosegehalte nog een keer. Als het bloedglucosegehalte nog steeds lager is dan 4 mmol/liter, neem dan opnieuw 20 gram glucose. Test dan weer na 20 minuten de bloedglucose. Past u geen zelfcontrole toe en zijn de hypogevoelens na 20 minuten niet verdwenen? Neem dan opnieuw 20 gram glucose. Ernstige hypo? Voor het advies bij een ernstige hypo verwijzen wij u naar uw diabetes informatie map van Gelre ziekenhuizen.
Hoe kunt u een hypo voorkomen? Zorg voor een goede verdeling van de maaltijden over de dag, dus regelmatig! Over het algemeen is het verstandig om extra te eten als u gaat sporten of flink lichamelijk actief bent. Denk in dit geval aan één portie fruit of een boterham (15 gram koolhyraten). Bij gebruik van kortwerkende insuline kan ook de hoeveelheid insuline verminderd worden (zie hiervoor de adviezen bij het hoofdstuk over sport). Neem altijd iets te eten mee, zodat u bij onverwachte situaties altijd eten bij de hand heeft. Gemakkelijk om mee te nemen glucosetabletten (bijvoorbeeld Dextro – Energy); vloeibare glucose (bijvoorbeeld Hypo-Fit) verpakte biscuits (bijvoorbeeld Sultana of Liga biscuits); fruit; blikjes of pakjes drinken (met voldoende suikers). Verder is het van belang om een diabetesidentiteitskaartje bij u te dragen waarop staat dat u diabetes heeft. Vertel ook uw naaste familie of vrienden wat een hypo is en wat ze eraan kunnen doen. Op het ‘hypo’ en ‘hyper’ kaartje in deze map staan de symptomen weergegeven die horen bij een hypo en een hyper. Hyper Bij een bloedglucosegehalte tot 15 mmol/l kunt u gewoon gaan sporten.
Lichaamsbeweging en sport Het is u bekend dat regelmatig actief zijn een gunstige invloed heeft op uw gezondheid! In dit hoofdstuk kunt u lezen wat er in uw lichaam gebeurt tijdens beweging.
Wat gebeurt er bij sportbeoefening? Bij sport wordt extra energie verbruikt. Energie die nodig is om spierarbeid te leveren. De spieren verkrijgen energie uit koolhydraten (glucoses) en vetten. Beide brandstoffen zijn aanwezig in de spieren en worden via het bloed aangevuld. Dat heeft gevolgen voor de bloedgucosewaarde. Als de spieren veel brandstof (glucose) nodig hebben, bestaat de kans op te lage bloedglucosewaarden. Bij mensen zonder diabetes zorgt de lever voor aanvulling van de bloedglucose door zijn glucosevoorraad aan te spreken. Dit gebeurt door een samenspel van verschillende hormonen, waaronder ook insuline. Diëtetiek | DIET-533.2 | 28 mei 2015 | pagina 4/7
Bij niet-diabeten is bekend dat sportbeoefening leidt tot een betere insulinewerking. Een gevolg hiervan is, dat de insulineconcentratie in het bloed van niet-diabeten bij sportbeoefening daalt.
Wat gebeurt er bij sportbeoefening bij mensen met diabetes? Bij mensen met diabetes is er geen automatische insulinedaling. De huid wordt tijdens de inspanning namelijk beter doorbloed. De geïnjecteerde insuline kan sneller in het bloed komen. De kans op een te lage bloedglucosewaarde is daardoor groter. Diabeten die insuline of bloedglucoseverlagende tabletten gebruiken moeten daarom maatregelen treffen om een hypoglycaemie tijdens of na het sporten te voorkomen. Om een hypo te vermijden moet de insuline- of tablettendosering aangepast worden en/of moet extra koolhydraten gegeten of gedronken worden. Hoeveel minder medicatie of hoeveel meer gegeten moet worden is afhankelijk van het type sport, de duur, de intensiteit en de soort insuline/tabletten. Zelfcontrole en het opdoen van ervaring zijn hierbij onmisbaar. Als voorafgaand aan het sporten de bloedglucose hoog is (>15 mmol/liter) en er ketonen (dat zijn afbraakproducten van vet) in de urine aanwezig zijn, is sportbeoefening af te raden. Het gevolg van sporten met een te hoge bloedglucosewaarde is dat deze alleen nog maar verder stijgt en de sportprestatie nadelig wordt beïnvloed. Door het insulinegebrek kan glucose de spieren niet in. Tevens wordt de lever bij inspanning extra geprikkeld glucose aan het bloed af te geven, waardoor de glucosewaarde nog meer stijgt. De bloedglucose moet daarom eerst tot normale waarden, liefst onder de 15 mmol/liter , teruggebracht te worden alvorens te gaan sporten. Hieronder worden algemene richtlijnen gegeven voor het aanpassen van de medicatie en voeding bij sporten. Belangrijk: de aanpassingen kunnen individueel zeer verschillend zijn!
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Ga niet bewegen met een te laag (< 5 mmol/l) of een te hoog (>15 mmol/l) bloedglucosegehalte. Zorg dat u altijd eten of drinken bij u heeft wat snel koolhydraten levert (bijvoorbeeld glucose tabletten) Neem uw bloedglucosemeter mee naar het sporten en controleer uw bloedglucosewaarden voor, (tijdens) en na de inspanning.
Sporten wanneer u tabletten gebruikt of een mengsel insuline spuit Meestal is er geen aanpassing nodig in de hoeveelheid tabletten of insuline. In het algemeen is het voldoende om voor, tijdens of na een activiteit extra koolhydraten te eten of te drinken. Niet alle bloedglucoseverlagende tabletten geven in combinatie met extra en zware inspanning kans op een hypo. Alleen als u tabletten gebruikt die de alvleesklier stimuleren meer insuline aan het bloed af te geven (sufonylureum-derivaten en meglitinides), kan dat bij inspanning een hypo veroorzaken. Als u een mengselinsuline gebruikt en meer actief bent dan andere dagen, kan het zinvol zijn aan het begin van de dag minder insuline te spuiten. Met uw arts of diabetesverpleegkundige kunt u dit overleggen. Om tijdens of na het sporten een hypo te voorkomen, is het nodig om extra koolhydraten te gebruiken. Per half uur inspanning zijn ongeveer 15 gram koolhydraten extra nodig. Dit is een algemene richtlijn en kan per persoon verschillen. Diëtetiek | DIET-533.2 | 28 mei 2015 | pagina 5/7
Probeer van tevoren extra koolhydraten te gebruiken. Wanneer de inspanning langer duurt dan één uur, kan het nodig zijn om tussendoor ook weer extra koolhydraten te gebruiken. Geschikte voedingsmiddelen om te gebruiken zijn bijvoorbeeld: 1 glas frisdrank (150 ml) levert 14 gram koolhydraten; 1 banaan levert 18 gram koolhydraten; 1 plak ontbijtkoek levert 12 gram koolhydraten; 1 Liga Evergo, Sultana of Switch levert 12 gram koolhydraten; 1 mini Mars (20 gram) levert 14 gram koolhydraten. Verder is belangrijk goed tijdens en na een inspanning te drinken. Water is hiervoor prima geschikt. Sporten wanneer u (ultra)kortwerkende insuline spuit Bij matige inspanning, zoals een uurtje wandelen of fietsen, kunt u het beste extra koolhydraten gebruiken. Zie bovenstaande paragraaf. Een andere mogelijkheid is om de kortwerkende insuline aan te passen. Aanpassing insuline: probeer de eerste keer ongeveer 30% van de normale hoeveelheid minder te spuiten, dat komt gemiddeld overeen met 2 of 4 IE (injectie eenheden) minder dan normaal. Bij het gebruik van ultrakortwerkende insuline kunt u dat het beste doen wanneer de inspanning binnen het eerste uur na de insuline-injectie plaatsvindt. Controleer de bloedglucosewaarden voor, tijdens en na inspanning om na te gaan of u goed gehandeld heeft. Bij `s avonds sporten bestaat er een kans op een hypo `s nachts (bij gebruik van kortwerkende insuline).
Vervolg na het beweegprogramma Na het volgen van het beweegprogramma ( fitness en zwemmen), krijgt u van uw fysiotherapeut een advies hoe u verder kunt gaan met bewegen. In principe kunt u éénmaal meedoen aan het beweegprogramma in ons ziekenhuis.
Belangrijke telefoonnummers Heeft u vragen over het beweegprogramma, neem dan contact op met afdeling Fysiotherapie. Heeft u vragen over uw diabetes, hypo’s, hyper’s of uw insuline-instelling? Neem dan contact op met het diabetesteam of de diabetesverpleegkundige. Afdeling
Tijdstippen
Telefoonnummer
Fysiotherapie
maandag tot en met vrijdag: 09.00-15.00 uur
(055) 581 84 71
Diëtetiek, diabetesteam
maandag tot en met vrijdag: 09.00-12.00 + 13.00-14.00 uur maandag tot en met vrijdag: 9.30-10.00 + 15.30-16.00 uur
(055) 581 80 81
Diabetesverpleegkundige
Diëtetiek | DIET-533.2 | 28 mei 2015 | pagina 6/7
(055) 581 81 84
Meer informatie Meer informatie over diabetes en bewegen kunt u krijgen bij de patiëntenvereniging: Diabetes Vereniging Nederland Postbus 470 3830 AM Leusden Telefoonnummer: (033) 463 05 66 Email:
[email protected] Website: www.dvn.nl
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Diëtetiek | DIET-533.2 | 28 mei 2015 | pagina 7/7