Protocol Pestgedrag
SCALA COLLEGE
Samengesteld door: Marion Prent
Schooljaar 2006 – 2007
G:\Adm_secr\Notities\Protocol pestgedrag
Definiëring pesten Er is sprake van pesten w anneer één of meer onderstaande vormen van gedrag structureel (of in ieder geval regelmatig) plaatsvinden ten opzichte van bepaalde leerlingen, w ier sociale veiligheid daardoor w ordt aangetast en die daardoor belemmerd w orden in hun functioneren binnen de groep en beschadigd w orden in hun persoonlijke levenssfeer.
Er w orden zogenaamde leuke opmerkingen gemaakt over een kind. Er w orden opmerkingen gemaakt over kleding en/of uiterlijk. Een kind w ordt in de klas geïsoleerd en buitengesloten bij activiteiten. Spullen van een kind w orden voortdurend afgepakt of zoekgemaakt. Er w ordt dikw ijls negatief gereageerd op dingen die een kind doet of zegt. Een kind krijgt stelselmatig de schuld van dingen die in de klas gebeuren. Er w orden beledigende briefjes doorgegeven of beledigende boodschappen verstuurd per SMS of MSN. Een kind w ordt meestal bij een minder vleiende bijnaam genoemd in plaats van bij de echt e naam. Er w ordt regelmatig t egen een kind geschreeuw d of gescholden. Een kind w ordt buiten school opgew acht en bedreigd. Een kind w ordt op w eg naar huis gevolgd en lastiggevallen. Een kind w ordt thuis lastiggevallen (telef onisch of door zich in de buurt van het huis op te houden).
Bepaalde verschijnselen kunnen er op duiden dat een kind gepest w ordt , en in ieder geval moet de omgeving alert zijn op andere signalen w anneer een kind:
Vaak alleen is in pauzes. Vooral contact zoekt met volw assenen (of juist met jongere kinderen). Niet meer naar school w il vanw ege allerlei vage klachten. Snel boos of geprikkeld is. Plotseling bepaalde kleren niet meer aanw il. Contacten met medeleerlingen mijdt.
Preventief beleid De mentoren besteden gedurende de startperiode extra veel aandacht aan het sociale klimaat in de klas en op school. Er w orden specifieke klassenregels opgesteld w aarbij de mentor bew aakt dat deze w orden uitgevoerd. De mentoren helpen gedurende het brugjaar mee met het bevorderen van het groepsproces in hun klassen en zij spelen ook een positieve rol bij het signaleren van eventuele pesterijen. In hogere klassen (maar zeker in de 2 e en 3 e) moeten die omgangsregels aan het begin van het schooljaar in mentorlessen herbevestigd w orden, w aarbij ook kan w orden gekeken naar eventuele veranderingen en/of accentverschillen. Ook kunnen dan nieuw e aspecten van sociale veiligheid (tolerantie, w ederzijds begrip, zinloos gew eld etc.) aan de orde komen. Als voorbeelden van regels die altijd en in alle groepen gelden, kunnen genoemd w orden :
Doe niets bij een ander w at je zelf ook niet prett ig zou vinden. Raak een ander niet aan als hij of zij dat niet w il. Blijf van de spullen van een ander af. Luister naar elkaar. Beoordeel iemand anders niet op zijn uiterlijk of gew oontes; accepteer dat iemand anders kan en mag zijn. Doe nooit iemand opzettelijk pijn. Laat anderen met rust als ze aangeven dat ze met rust gelaten w illen w orden. Roddel niet over elkaar. Gebruik geen scheldnamen om andere kinderen mee aan te duiden. Lach geen kinderen uit en sluit niemand buiten. Als je kw aad bent, ga dan niet slaan of schoppen. Probeer altijd eerst samen te praten en schakel, als dat niets oplevert , je mentor in. Laat kinderen die nieuw in de klas of groep komen, merken dat ze w elkom zijn. Het is geen klikken als je aan je mentor vertelt dat je zelf of iemand anders gepest w ordt.
Stappenplan Pesten Inleiding Indien de situatie aanleiding geeft tot het overslaan van een specifieke stap, dan is dat ter beoordeling aan de vestigingsdirecteur. De teamleider bewaakt het proces en de mentor is probleemeigenaar. De teamleider neemt het probleem over als het pesten na optreden van de mentor niet stopt.
Stap 1 Een leerling (ouder, docent) meldt dat hij/zij gepest wordt. Aan de hand van deze melding wordt door middel van een gesprek tussen de leerling en de mentor nagegaan of het werkelijk pesten is en op welke wijze het traject het beste afgelopen kan worden.(Pesten zonder meer serieus nemen, maar afwegen welke stappen handig zijn. Een traject heeft nl. ook neveneffecten.) Indien de conclusie luidt: pesten, dan stap 2. N.B. De mentor kan ook een docent zijn, met wie de betrokken leerling een goede band heeft.
Stap 2 De mentor spreekt met de leerling en zoekt uit wat de reden kan zijn waarom hij/zij gepest wordt. Indien nodig verwijst de mentor door naar een vertrouwenspersoon. De pesters worden door de mentor op hun gedrag aangesproken (zie handreikingen in bijlage). Afhankelijk van de situatie zal de mentor dan uitleggen, dat er in de klas een gesprek zal volgen tussen de mentor en een groep leerlingen of de hele klas. De inhoud van het gesprek: het geval wordt voorgelegd, waarbij duidelijk het gevoel naar boven wordt gebracht vooral van de gepeste. Daarna wordt met name naar de toekomst gekeken. Aan elke leerling wordt gevraagd wat hij/zij exact wil verbeteren in het gedrag t.a.v. de gepeste. De mentor noteert deze uitspraken. Stap 3 Na een of twee weken volgt er opnieuw een gesprek tussen mentor en leerling: De mentor informeert of er verandering merkbaar is. Als de gepeste geen verandering merkt volgt er opnieuw een gesprek met de pesters: De mentor informeert of zij zich aan de afspraken gehouden hebben (de afspraken staan genoteerd) en wat voor gevoel dat gaf.
Als het pesten niet stopt/ is gestopt: Stap 4 De pester wordt in een apart gesprek door de teamleider op zijn gedrag aangesproken. De teamleider bekijkt het incident/ de incidenten en bepaalt welke maatregel genomen moet worden: -
de pester wordt opnieuw op zijn gedrag aangesproken en krijgt een waarschuwing de ouders/verzorgers van de pester worden telefonisch geïnformeerd over het pestgedrag en de sanctie die genomen wordt als de pester niet stopt. Eventueel wordt de waarschuwing nogmaals op schrift naar de ouders gestuurd.
Het pesten houdt niet op. Stap 5 De gepeste leerling en de klas doen wel hun best. De teamleider bepaalt de straf: - de pester krijgt een vierkant rooster - de pester wordt geschorst, maar blijft op school - aan de pester wordt de toegang tot de school voor bepaalde tijd ontzegd. De teamleider nodigt in alle gevallen de ouders uit voor een gesprek op school waarin afspraken gemaakt worden die aangeven hoe wij ons gedragen binnen het Scala College om de school een veilige leefomgeving te maken voor leerlingen en leraren.
Stap 6 De pester is niet in staat het pesten achterwege te laten. Ouders wordt door de vestigingsdirecteur geadviseerd de pester een nieuwe start te laten maken op een andere school. De nieuwe school wordt van het pesten op de hoogte gebracht. Hij/zij verzoekt de leerling goed in te gaten te houden. Indien niet wordt gekozen voor een andere school, volgt op iedere pesterij een schorsing, waarna alsnog een verwijderingsprocedure kan worden gestart. In principe moeten we voorkomen dat de gepeste leerling een andere school kiest. Pest-verhalen doen snel de ronde en van een echte verbetering zal dan ook zelden sprake zijn.
Schematisch Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6
vaststellen/melden bespreken met betrokkenen (mentor) evaluerend gesprek tussen mentor, gepeste en pester gesprek met de teamleider en de pester (en eventueel gepeste) en, indien nodig, brief naar ouders met sancties uitvoeren sancties door teamleider advies aan pester om van school te veranderen door vestigingsdirecteur.
BIJLAGE Handreiking voor de mentor bij de begeleiding van gepeste leerlingen : Toon medeleven en neem de tijd om te luist eren. Vraag door w ie en hoe er gepest w ordt. Ga na hoe de gepeste leerling reageert op het pesten en w at zijn of haar gevoelens daarover zijn. Zoek (en oefen desnoods) w at een goede reactie zou zijn op het pesten, in plaats van bij voorbeeld huilen, kw aad w orden of afzonderen. Maak duidelijk dat de pester een probleem heeft en w aarom dat zo is. Ga na w elke oplossing de gepeste leerling zelf w il. Versterk het zelfvertrouw en van de gepest e leerling; benadruk zijn of haar sterke kanten. Geef positieve feedback als de gepeste leerling zich anders (w eerbaarder) opstelt tegenover de pesters. Plaats de gepeste leerling niet in een beschermde uitzonderingspositie t en opzichte van de rest van de groep. Praat met de ouders van de gepeste leerling (als die aangeeft dat te w illen) en noem daarbij indien nodig de mogelijkheid van een sociale vaardigheidstraining. Handreiking voor de mentor bij de begeleiding van de pester : Zoek naar de reden van het pesten/ruzie maken (dominant w illen zijn, jaloezie, verveling, zelf buitengesloten voelen). Maak de pester bew ust van het effect van zijn gedrag op anderen. Maak duidelijk dat met pestgedrag element aire gedragsregels binnen de school (klas) overt reden w orden en dat dit verkeerd is. Maak duidelijk dat het nodig is om in het sociale verkeer zelfbeheersing te tonen en dat het daarvoor nodig is een ander manier van gedragen (‘ eerst tot tien tellen’ , ‘ stop, eerst nadenken’ ) vereist is. Praat met de ouders van de pester om hen te informeren en te overleggen w at naar hun idee de oorzaak van het pestgedrag is en of een aangepaste vorm van begeleiding noodzakelijk is.