SCALA COLLEGE AUDITVERSLAG VERLENGING KEURMERK OPLEIDINGSSCHOOL
Gegevens audit Datum:
12 februari 2014
Leden auditcommissie:
Eugène Diederiks (voorzitter) Rob Berns Jaap Meulstee Michel Berendsen (verslag) Shera Gerber (schoolopleider)
Contactpersoon van de school: Deelnemers audit:
Shera Gerber (schoolopleider, docent Engels) Tinja van den Bosch (schoolopleider, docent economie) Anita Buitelaar (coördinator onderzoeksgroep, docent muziek) Bart Visser (voorzitter college van bestuur) Hennie Weeber (vestigingsdirecteur onderbouw) Marlies Woudstra (teamleider havo onderbouw) Marian van Kooten (docent Frans en werkbegeleider) Sybo Mocking (docent geschiedenis en werkbegeleider) Caroline van Leeuwen (instittuutsopleider) Studenten: Loes Walraven (student Engels jaar 3) Tom van Egeraat (student natuurkunde jaar 3)
Op 12 februari 2014 vond de audit plaats voor verlenging van het Keurmerk Opleidingsschool. In dit verslag wordt mede ingegaan op de aanbevelingen die gedaan zijn bij de verkrijging van het Keurmerk Opleidingsschool in 2007. Omdat het format voor verslaglegging sinds 2012 is aangepast zijn deze aanbevelingen niet 1 op 1 per criterium over te nemen. Voor zover van toepassing komen deze wel aan de orde.
2
ALGEMENE ASPECTEN CRITERIA De school heeft: 1. een schoolopleider aangesteld en gefaciliteerd; 2. elk jaar een substantieel aantal studenten en medewerkers in opleiding. Het minimum aantal studenten is 1,5% van het aantal leerlingen; 3. werkbegeleiders die gefaciliteerd zijn (in tijd) voor hun begeleidingswerk. De schoolopleider van de school: 4. is de spil in het keurmerkproces; 5. heeft een beschreven relatie met het management van de school; 6. is gecertificeerd; 7. speelt een rol bij de begeleiding van (nieuwe) leraren en studenten/medewerkers in opleiding; 8. brengt de student/medewerker in opleiding in contact met leerlingen en geeft hem verantwoordelijkheden passend bij zijn competenties. 9. stuurt de werkbegeleiders aan; 10. onderhoudt het contact met het opleidingsinstituut en de instituutsopleider.
AANBEVELING VORGIE AUDIT •
Maak van het schoolopleiderschap een functie die beschreven is in het IPB.
BEVINDINGEN Het Scala College beschikt over een opleidingsteam en een onderzoeksteam. De twee schoolopleiders zijn Shera Gerber (locatie Kees Mustersstraat) en Tinja van den Bosch (Diamantstraat). De coördinator van het onderzoeksteam is Anita Buitelaar. Shera is naast schoolopleider ook coördinator van nieuwe docenten. In het verleden was de schoolopleider ook onderzoekscoördinator. Ondanks de loskoppeling van taken is er een nauwe samenwerking tussen de schoolopleider en de onderzoekscoördinator. De samenwerking tussen de schoolopleider (Shera) en de instituutsopleider van de HU wordt als good practice genoemd. De auditcommissie merkt op dat het team enthousiast is en goed samenwerkt. Op het Scala College is het schoolopleiderschap een taak en geen functie. De meeste uren (200) worden hierbij toegerekend aan Shera Gerber, omdat zij ook de coördinerende taken verricht. Shera Gerber beschikt over een VELON-registratie. Tinja van den Bosch is niet geregistreerd omdat zij door een te gering (75) aantal taakuren hiervoor niet in aanmerking komt, maar ze heeft wel het hele traject gevolgd. Op de locatie Diamantstraat wordt met iedere student een sollicitatiegesprek gevoerd. Daarnaast heeft Tinja een vaste werkplek, waar ze te vinden is. In het gesprek met studenten merkt een van de studenten op dat op de locatie Diamantstraat geen contact met de schoolopleider is. Het geringe aantal taakuren zou hier debet aan kunnen zijn. AANBEVELING • •
Heroverweeg de toedeling van het aantal taakuren voor de schoolopleiders. We bevelen extra taakuren voor de schoolopleider van de Diamantstraat aan. Het is wenselijk dat de schoolopleider van de Diamantstraat meer contact met haar studenten heeft.
3
HET OPLEIDINGSTEAM CRITERIA 1. 2.
3. 4.
5. 6. 7.
Het opleidingsteam bestaat uit een of meer schoolopleiders (SO), een instituutsopleider (IO), werkbegeleiders (WB) en coaches van startende docenten. Het opleidingsteam werkt systematisch: • voert regelmatig overleg; • plant activiteiten in een jaarplan. De taken van de teamleden zijn vastgelegd. Het opleidingsteam evalueert: • de leeropbrengst van leerwerktaken en themabijeenkomsten en borgt het eindniveau. • de begeleiding van de studenten; • de organisatie van werkpleklerenL; • samenwerking met het instituut. Er is sprake van een uitwisseling van expertise tussen het opleidingsteam en andere medewerkers van de school/het instituut (management, vaksecties, kernteams, leerlingbegeleiding, etc.). Het opleidingsteam neemt deel aan professionaliseringsbijeenkomsten gericht op de opleidingsschool (bijvoorbeeld: Velon-registratie, trajecten voor SO/WB/coach/assessor, vaknetwerken, intervisie, e.a.). Het opleidingsteam neemt deel aan (landelijke) bijeenkomsten/activiteiten (Velon/OCW/opleidingsinstituut, academische opleidingsschool e.a.).
AANBEVELING VORGIE AUDIT •
-
BEVINDINGEN Gedurende het schooljaar zijn er enkele bijeenkomsten met de werkplekbegeleiders: aan het begin van het schooljaar, tussendoor en aan het einde. Tijdens de bijeenkomsten worden vaak praktische zaken besproken. In de bijeenkomst in de loop van het schooljaar wordt ook aan de orde gesteld hoe de begeleiding gaat. Er is een goede samenwerking tussen het opleidingsteam en het onderzoeksteam. Er wordt nagedacht over de wijze waarop de onderzoeken nog beter de school ingebracht kunnen worden en de kwaliteit bewaakt kan worden. Als good practice wordt genoemd dat het onderzoeksteam steeds groter wordt. Steeds meer docenten volgen de academische leergang. De onderzoeken zijn gericht op onderwerpen die op school spelen, zoals onderzoek naar SL!M. De rol van de studenten neemt toe, hun beroepsproducten krijgen een steeds groter aandeel. Onderzoek en kwaliteitszorg zijn aan elkaar gekoppeld. Het auditteam constateert dat er veel zgn. “wandelgangen” overleg plaatsvindt tussen werkplekbegeleiders en met studenten. Aan de Diamantstraat is er geen structureel overleg met de schoolopleider, mede veroorzaakt door het geringe aantal taakuren. Dit wordt door de studenten als een gemis gezien. De S&W bijeenkomsten zijn wel structureel gepland. AANBEVELING • •
Zorg voor meer formele bijeenkomsten en minder besprekingen in de “wandelgangen” met studenten en tussen werkplekbegeleiders onderling. Matig het aantal onderzoeken, maar zorg voor meer acties gekoppeld aan de conclusies van de onderzoeken die worden gedaan.
4
DE LEERWERKTAKEN CRITERIA 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Het opleidingsteam leidt studenten op in de praktijk op locatie van school (bijvoorbeeld in de vorm van: werkplekleren, beroepsproducten (schoolspecifiek), themabijeenkomsten, curriculumonderdeel, e.a.). Het opleidingsteam bereidt leerwerktaken voor, gedifferentieerd naar: eerstejaars - ouderejaars/voltijd deeltijd/competenties/vakgebieden. Het leerwerkplan is sturingsmiddel (student formuleert leervragen en geeft zo vorm aan leer- en werktaken). Het leren van studenten is competentiegericht (zelfsturing neemt toe/sluit aan op eigen behoefte/verbinding tussen theorie en praktijk). De werktaken sluiten aan bij behoefte school (verbinding met schoolontwikkeling, onderzoek, type onderwijs). Er worden themabijeenkomsten georganiseerd op school met de gehele studentengroep (reflectie op ervaringen).
AANBEVELING VORGIE AUDIT •
-
BEVINDINGEN Uit de zelfscan en het gesprek met de studenten blijkt dat de studenten over het Scala College als stage/werkplek erg tevreden zijn. De studenten worden gezien als collega’s. Dit betekent dat de studenten veel kansen en mogelijkheden krijgen om te groeien. In de nulweek is een bijeenkomst voor startende studenten. Hierin worden praktische zaken besproken. De georganiseerde themabijeenkomsten gaan bijv, over taalbeleid en SL!IM maar ook de input van docenten en studenten wordt gebruikt. Zo is er een bijeenkomst over logopedie geweest. Er worden ook intervisiebijeenkomsten georganiseerd, waarin studenten steeds meer het voortouw nemen. De S&W bijeenkomsten worden overtuigend als good practice over het voetlicht gebracht. Hierin zitten de studenten van verschillende opleidingen en instituten meestal bij elkaar. De studenten krijgen door de S&W bijeenkomsten een hechte band. Sommige studenten hebben op de HU geen S&W in de vakgroep gedaan. Dit wordt als lastig ervaren. AANBEVELING Geen
5
ORGANISATIE CRITERIA 1. 2. 3.
Er is een handleiding “opleiden in de school” (o.a. werving studenten, taakverdeling, inhoud begeleiding). Er is regelmatig overleg tussen het opleidingsteam en MT (afstemming doelen, inhoud, organisatie van werkplekleren, facilitering begeleiders, professionalisering, verbinding met onderwijsontwikkelingsplan). Er is een activiteitenjaarplan gericht op het opleiden, begeleiden en beoordelen van studenten.
AANBEVELING VORGIE AUDIT •
-
BEVINDINGEN De commissie heeft kennis genomen van de handleiding “opleiden binnen de school” en het activiteitenjaarplan. Voor het begeleiden van studenten zijn geen taakuren beschikbaar. Dit wordt door de docenten niet ervaren als een probleem. Enige (tijd)winst is voor de docenten te halen uit de werkzaamheden die ze de studenten kunnen laten uitvoeren (b.v. correctiewerk e.d.). AANBEVELING •
De auditcommissie vindt de organisatie goed op orde en heeft hierover geen aanbevelingen.
6
BELEID CRITERIA 1.
2.
De school heeft een beleidsplan Opleiden in de School. Met daarin o.a.: • De visie op Opleiden in de School; • De relatie met schoolontwikkeling; • De ambitie, bijvoorbeeld tot academische opleidingsschool; • De relatie met Integraal Personeelsbeleid (IPB). De school heeft een professionaliseringsplan. Met daarin o.a.: • De wijze waarop de scholingsbehoefte/noodzaak wordt vastgesteld; • De organisatie van scholing (planning, procedures, faciliteiten); • De evaluatie van scholing; • Specifieke focus op opleiden in de school.
AANBEVELING VORGIE AUDIT
• •
Leg de begeleidingsstructuur vast en koppel deze aan het beleidsplan. Bij de start van het samen opleiden is een beleidsplan gemaakt. Dit verdient een update. Daarnaast verdient het scholingsplan aandacht.
BEVINDINGEN De commissie heeft kennis genomen van het beleidsplan en het professionaliseringsplan, die beide up-to-date zijn. Hiermee heeft de school de aanbevelingen van de vorige audit ter harte genomen. Zoals eerder gemeld (zie opleidingsteam) lijkt het te ontbreken aan gestructureerd overleg met studenten. In het beleidsplan kan hieraan aandacht geschonken worden. De school heeft de ambitie uitgesproken om academische opleidingsschool te willen zijn en zet zich daar voor in. Het is voor het auditteam niet geheel duidelijk of deze ambitie op alle locaties wordt gedragen. AANBEVELING •
Neem in het beleidsplan op dat gestructureerd overleg met studenten plaatsvindt.
7
DE LERENDE ORGANISATIE CRITERIA De school streeft ernaar om een lerende organisatie te zijn op het niveau van de medewerker, het team en de school als geheel. medewerker Er is sprake van professionele reflectie en zelfreflectie. Er wordt gebruikgemaakt van feedback van leerlingen. Er is sprake van innovatief handelen door de medewerker. Medewerkers vinden het vanzelfsprekend dat zij zich blijven ontwikkelen. team 1. Medewerkers zoeken in teamverband naar verbeteringen van hun handelen. Medewerkers vragen feedback bij collega’s. Het team bepaalt de gewenste scholing in verband met competentieontwikkeling school 1. Alle medewerkers participeren in vormen van scholing. 2. Competentieontwikkeling speelt een rol in functioneringsgesprekken. 3. De voortgang van het leren wordt bewaakt en gerelateerd aan het bekwaamheidsdossier. 4. De school streeft naar een cultuur van continue ontwikkeling van individu, team en school. 5. Doelen en prioriteiten van competentieontwikkeling zijn gekoppeld aan het primaire proces en de schoolorganisatie. 6. De visie op leren en professionaliseren heeft draagvlak in de school. 7. De school beschikt over gegevens van beleving en waardering van medewerkers over hun werk, 8. scholingsmogelijkheden en doorgroeimogelijkheden. 9. De school beschikt over gegevens van beleving en waardering van leerlingen en ouders.
AANBEVELING VORGIE AUDIT •
Maak gebruik van 360 graden feedback in de gesprekscyclus met medewerkers.
BEVINDINGEN De auditcommissie heeft geconstateerd dat de school inmiddels gebruik maakt van 360 graden feedback. De school is kritisch ten opzichte van zichzelf en heeft tijdens de presentatie onder andere de volgende aandachtspunten opgesomd: professionalisering, coaching van de “zittende” docenten en aandacht voor ontwikkelingsactiviteiten van docenten. Ondanks de mogelijkheden die de school nu biedt, wil ze een extra ontwikkelingsslag op deze gebieden maken. In de PDCA cirkel blijft de A een aandachtspunt als het gaat om vervolgstappen naar aanleiding van enquêtes, onderzoeken en gevolgde cursussen door docenten. Ook beschikt de school over gegevens van beleving en waardering van medewerkers, leerlingen en ouders. In de gesprekken bleek dat niet ieder volledig bekend was met onderlinge intervisie. De auditcommissie vraagt zich dan ook af of intervisie gemeengoed is bij het gehele team. AANBEVELING • •
Doorloop de volledige PDCA cirkel om onderzoek en know-how binnen de school optimaal te benutten. Zorg dat intervisie een breed draagvlak heeft.
8
VOORBEELDEN VAN GOOD-PRACTICE EN VERBETERACTIES AANBEVELING VORIGE AUDIT •
-
Tijdens de presentatie zijn de voorbeelden van good practice goed over het voetlicht gekomen. De school heeft een kritische houding en er zijn diverse verbeteracties geformuleerd, die eerder in dit verslag aan de orde zijn gesteld. ACADEMISCHE OPLEIDINGSSCHOOL De keurmerkcommissie kan uitsluitend een keurmerk voor opleidingsschool verstrekken, geen keurmerk voor academische opleidingsschool. Tijdens het bezoek hebben we echter wel geconstateerd dat de school in het kader van de academische opleidingsschool veel aandacht heeft voor het verrichten van onderzoek en daarin veel goede stappen zet. De school verbindt het opleiden van leraren met het verrichten van praktijkgericht onderzoek en schoolontwikkeling. De school beschikt over een visie op het concept “academische opleidingsschool” en over goede begeleiding van studenten en ondersteuning van docenten bij hun onderzoeks- en begeleidingstaken. Het onderzoeksprogramma zorgt voor kennisdeling tussen de partners en met de andere academische opleidingsscholen en regionale samenwerking. Hierdoor draagt het onderzoek op de school bij aan de opleiding en ontwikkeling van de student en aan de eigen schoolontwikkeling.
9
CONCLUSIES Het auditteam is onder de indruk van het enthousiasme van alle betrokkenen en brengt dit graag over als een compliment aan het team van de schoolleiding, opleidingsteam en onderzoeksteam. De studenten zijn erg tevreden en bevelen het Scala College van harte aan. Het opleidingsteam is enthousiast en ambitieus. Op basis van bovenstaande informatie adviseert de keurmerkcommissie het Regionaal Platform onderwijsarbeidsmarkt vo/mbo Utrecht om het Keurmerk Opleidingsschool opnieuw te verlenen aan het Scala College te Alpen aan den Rijn.
10