PROJECTVOORSTEL ‘VIRTUALISEREN IN AVANS’ VOLGNUMMER PROJECT:
AVB_1314_01 PROJECTVOORSTEL VIA ECONOMIE COMMUNICATIE GEFLIPT
Academie(s): AVB Naam projecteigenaar: Remco Hammer Naam andere betrokken docenten (die uren maken): Geen docent, wel Gijs Schreurs (Promostudent IV) Datum: 29 november 2013 *neem ongeveer 1 uur de tijd om dit projectvoorstel in te vullen*
Primaire doel ViA: het verbeteren van de kwaliteit van de leeromgeving in de economische academies, met gebruikmaking van ICT-middelen. Randvoorwaarden gevorderd project: Het project dient een bijdrage te leveren aan het oplossen van een bestaand probleem of nieuw te ontwikkelen onderwijs; De student dient er in positieve zin iets van te merken binnen het onderwijs. Denk aan: hogere betrokkenheid, betere leerprestaties, efficiënter onderwijs- of leerproces; Kosten en baten van het project moeten acceptabel. Kosten zijn in overeenstemming met uit te voeren activiteiten en/of aan te schaffen middelen (in overleg met ViA-projectleiding. Er wordt ook gekeken naar evenredige verdeling van het ViA-academiebudget binnen het gehele ViA-project; De docent voert een effectmeting en studentevaluatie uit, ondersteund vanuit ViA-projectgroep (LIC).
1. TITEL: COMMUNICATIE GEFLIPT 2. ONDERBOUWING EN BEOOGD RESULTAAT Probleemstelling of ambitie en analyse 2.1 Beschrijf kort de Aanleiding: Binnen de opleiding Integrale Veiligheid (IV) is er een hoog uitvalpercentage aanleiding (het ‘probleem’) in de propedeusefase (jaarlijks rond de 50%). Binnen de Academie voor die ten grondslag ligt aan Veiligheid en Bestuur (AVB) is nog geen wetenschappelijke analyse gemaakt het projectvoorstel en de relevantie daarvan in relatie omtrent dit rendementscijfer. Wel is er een vermoeden bij de docenten van de opleiding IV. Zoals in het businessplan 2014 is verwoord (Kort, 2013): “Onze tot Virtualiseren in Avans. ervaring is dat de relatief hoge uitval voor IV voor een belangrijk deel te maken NB Hieronder is gelegenheid heeft met studenten die zich laat oriënteren op een studie en daardoor een om aan te geven wat je verkeerd verwachtingspatroon krijgen t.a.v. de opleiding. Na het eerste jaar gaat opleveren en in welke hebben we daarnaast te maken met een categorie studenten die moeite blijkt actiestappen (onderdeel 3). te hebben met analytische vaardigheden waar in latere fasen van de studie meer en meer een beroep op wordt gedaan.” Daarnaast is de lesstof van het vak Overheidscommunicatie niet meer actueel (uit 2003) en toereikend genoeg voor de studenten (blok 4, propedeuse). In het studiejaar 2012/2013 lag het slagingspercentage voor overheidscommunicatie op ongeveer 66%. Dit is bijvoorbeeld lager dan bij andere vakken in hetzelfde blok en leerjaar (Bij het vak Bestuurskunde ligt het slagingspercentage op ruim 70%). Daarnaast ligt de participatie voor dit vak (wat geen aanwezigheidsverplichting heeft) zeer laag. Afgelopen studiejaar werden de lessen zeer slecht bezocht door de studenten, iets wat terug te zien was in de antwoorden op de tentamens. Ook de participatie van de student zal dus omhoog gekrikt moeten worden om dit vak een succes te maken. Gijs Schreurs (Tweede jaars student IV, heeft vorig jaar het vak Overheidscommunicatie gevolgd): Het grootste probleem zat hem in de diepgang van het vak. De lesstof werd verspreid over vier lessen, maar deze stof had ook in twee bijeenkomsten over gebracht kunnen worden. Doordat het toch over vier lessen verspreid werd, duurden de lessen vaak maar ± 30 minuten. Hierdoor werd het aantal studenten dat de les bijwoonde steeds minder. Het vak kan erg interessant zijn, maar liet nu te wensen over. In de laatste twee lessen werd goed duidelijk dat de stof ‘op’ was. Presentaties werden steeds korter, minder leerdoelen. Daarnaast was de aanschaf van het boek niet nodig, want daar is amper mee gewerkt. Gijs slaat de spijker de op zijn kop met zijn commentaar. Het vak was inhoudelijk niet goed genoeg. Vanuit Amerikaans onderzoek (Means, Toyama, Murphy, Bakia & Jones, 2010), uitgevoerd door het departement van Onderwijs, is gebleken dat studieresultaten van studenten sterk verbeteren met de nieuwe onderwijsvorm: Flipping the Classroom.
1
Als het experiment goed bevalt en een positief effect heeft op de leercurve van de student, kan deze onderwijsvorm worden toegepast op meerdere vakken in de propedeusefase. Studenten zullen door deze nieuwe onderwijsvorm actiever deelnemen aan de klassikale lessen. Daarnaast zullen de studenten meer gemotiveerd zijn om te participeren. Er kan dieper op de stof worden ingegaan. Dit helpt mee bij het terugdringen van het uitvalpercentage binnen IV.
● Relevantie met virtualiseren: Het principe van Flipping the Classroom zorgt er voor dat studenten het huiswerk op school doen en colleges thuis volgen. Er zullen dus kennisclips gemaakt worden omtrent het vak Overheidscommunicatie die studenten thuis kunnen bekijken. In de lessen zal er dan gewerkt worden met verschillende casuïstiek. Op die manier kunnen studenten de lesstof keer op keer terug kijken via blackboard. ICT zal veelvuldig ingezet moeten worden om dit project een succes te maken. Projectdoelstelling en ambitieniveau Hoofddoelstelling: 2.2 Beschrijf de hoofddoelstelling* van het Hoofddoelstelling: project: wat is de gewenste De studenten in de cursus Overheidscommunicatie met een nieuwe, eigentijdse toestand die je met dit werkmethode enthousiaster en actiever maken om lesstof op te nemen, project wilt bereiken (en die waardoor de studenten betere leerprestaties hebben en een hogere je wilt aantonen) en waar betrokkenheid. (doelstelling 1) de student in positieve zin iets van merkt. Dit project heeft nog twee andere doelstellingen: Formuleer zo SMART mogelijk. Doelstelling voor de docenten: Het meer diepgang geven en goed in bedden van het vak Overheidscommunicatie, in het beroepsproduct. (doelstelling 2) Doelstelling gericht op kennisdeling onder docenten: Via een handleiding docenten kennis laten maken met het fenomeen Flipping the classroom. Hierbij wordt een soort best practices opgesteld, wat Avans breed kan worden weggezet. (doelstelling 3) 2.3 a) Welke impact heeft de innovatie op de student, om de doelstelling te bereiken: wat wordt er van de student verwacht én wat levert het op voor de student/zijn leerproces…? …in termen van efficiënter en/of effectiever en/of aantrekkelijker onderwijs voor studenten (=drie factoren onderwijskwaliteit) Bijvoorbeeld: betere leerprestaties, hogere betrokkenheid, in minder tijd gelijke of betere leerprestaties, meer gemotiveerd, meer authentieke leersituatie. 2.3 b) Welke impact heeft de innovatie op de docent om de doelstelling te bereiken: wat verandert er in termen van didactiek, efficiëntie, vakinhoud? 2.3 c) Welke impact heeft de innovatie op de onderwijsorganisatie om de doelstelling te bereiken, in termen van facilitering
Impact op student:
Wat zijn de inspanningsverplichtingen die je van de student verwacht?
Wat levert de innovatie voor (het leerproces) van de student op, in termen van: Efficiënter & Effectiever & Aantrekkelijker: Vanuit het Amerikaanse onderzoek is aangetoond dat studenten betere leerprestaties hebben bij Flipping the classroom. De onderwijskwaliteit zal hierdoor omhoog gaan. Het onderwijs zal aantrekkelijker worden voor studenten, want studenten zullen worden uitgedaagd om over echte problematiek na te denken, in plaats van dat de docent de oplossing aanreikt. Het onderwijs zal effectiever en efficiënter worden. Waar nu 2 lesuren staan om een werk-/hoorcollege te geven, is er dan ruimte om 2 uur lang werkcollege te geven. Daardoor kan er dieper op de stof worden ingegaan dan voorheen en zullen er betere leerprestaties ontstaan bij de studenten.
Impact op docent (didactiek, efficiëntie, vakinhoud):
Impact op onderwijsorganisatie
Welke ondersteuning is nodig? (facilitering van docent, (technische) ondersteuning, etc.): 2
van de docent, (technische) ondersteuning, en effect Wat is het verwachte effect op de fysieke leeromgeving? ervan op de fysieke leeromgeving? Beoogd resultaat en afbakening 2.4 Wat lever je op met dit Deliverables (gewijzigde onderwijspraktijk, digitale tool gemaakt of project (behalve dan effect gebruikt, handleidingen, etc.): op studenten, docenten, etc)? Beschrijf de deliverables van het project. Denk aan (digitale) product(en) of tool(s) of een gewijzigde onderwijsaanpak. Ook in kader van kennisdeling. Doelgroep(en) (student/docent/ondersteunend medewerker): 2.5 Beschrijf op welke Docenten doelgroepen het project zich Studenten richt, en welk belang deze en mogelijk andere Van welke opleiding/leerjaar? doelgroepen (kunnen) Integrale Veiligheid, leerjaar 1 hebben bij de resultaten van het project. Andere doelgroep?
3. PLAN VAN AANPAK Planning 3.1 Beschrijf welke activiteiten je onderneemt om de doelstelling van het project te realiseren.
3.2 Benoem zo concreet mogelijk de digitale tool(s) of digitale toepassing(en) die je gaat gebruiken om het onderwijs te virtualiseren.
Activiteiten: Doelstelling 1: Er zullen neutrale kennisclips gemaakt worden. Vervolgens zal er in de les gewerkt worden met casuïstiek om de kennis vanuit de clips toe te passen. Deze diepgang zal ook terug te vinden zijn in het beroepsproduct. Doelstelling 2: Er zal een onderzoek gehouden worden onder de docenten in lesweek 6, om te toetsen wat zij van het project vinden en wat zij van de inhoudelijk van het vak vinden. Daarnaast zal er gewerkt worden met casuïstiek om meer beleving te krijgen bij de studenten. De casuïstiek zal problematiek uit de veiligheidswereld behandelen, op die manier wordt de ‘droge’ stof levendiger gemaakt voor de studenten. Doelstelling 3: Een handleiding maken voor docenten voor het maken van kennisclips en de best practices benoemen. Op die manier kunnen alle docente binnen Avans lering trekken uit dit project. Daarnaast zal binnen IV bij de opleidingsvergadering stil gestaan worden bij dit project.
Digitale tool of digitale toepassing:
Camtasia/screencast Tracking via Blackboard Enquete via internet
Voorbeelden: Smartboard(les), Wiki, screencastprogramma (bijv. Camtasia), specifieke toetssoftware, open educational resources (bijv. bestaande of op te leveren documenten of instructievideo’s), een fysieke (simulatie-)opstelling, Blackboardcourse, specifieke Blackboardfuncties (discussion board, survey), digitale game, video-opname, Twitter, andere social media tool, een 3Dobject, Powerpoint/Prezi, etc. NB Voor ondersteuning bij maken van screencasts,
3
video’s, filmpjes: neem contact op met Multimedia Support Avans.
3.3 Geschatte doorlooptijd, onderwijsperiode(n) en studiejaar.
3.4 Beschrijf de ‘projectbegroting’: uren, namen, materialen.
Studiejaar: 2013/2014
Geschatte doorlooptijd: hele schooljaar 2013-2014
Onderwijsperiode(n) en start- en eindpunt: p1 t/m p4
Uren (door wie en voor welk deel/activiteit):
In welke periode(n) worden uren gemaakt voor dit project en door wie? Denk aan uren voor voorbereiding, uitvoering, evaluatie en uren voor kennisdeling.
Ook invullen ivm vrijhouden/roosteren van docent door resourcemanager/inzetplanner/ Roosteraar. Verzoek om de urenbesteding door docent intern te regelen.
Blok: Blok 2
Blok 3
NB ook studenten kunnen worden ingezet (standaard studentenvergoeding).
Taken: - Uitzoeken nieuwe literatuur, hetzij boeken, hetzij het samenstellen van een reader. - Opstellen leerdoelen
Aantal uren: - 10 uur
- Scripten van filmpjes
- 6 filmpjes (3 uur per filmpje): 18 uur - 6 filmpjes (6 uur per filmpje): 36 uur - Studio uren (nntb) - 6 lessen (1,5 uur per les): 9 uur - Gijs (student): 1,5 uur per les: 9 uur - 6 uur
- Maken lesstoffilmpjes
- Maken casuïstiek voor de lessen
Blok 4
- Tweede/derde docent trainen in nieuwe onderwijsvorm - Uitvoeren module met nieuwe onderwijsvorm - Evaluatie met studenten
- Evaluatie met docenten
- Verbeterpunten opstellen - Maken handleiding Totaal
- 4 uur
- Normale tijden (6x2 lesuren per klas). - 4 uur (2 uur opstellen enquête, 0,5 uur afnemen, 1,5 uur verwerking) - 8 uur (4 uur voor Remco, 2 uur pp voor andere docenten) - 4 uur - 15 uur 114 uur (excl. Lesuren+studiouren) à €50 9 uur à € 10 Totaal: € 5790 2013-2014
Naam
P1
P2
P3
P4
Overige kosten (materiaal, studenteninzet): NVT
Evaluatie en kwaliteitsbewaking 3.5 Beschrijf hoe de kwaliteitsbewaking wordt vormgegeven en hoe het project door de docent wordt geëvalueerd, tijdens de uitvoering en na afronding.
Hoe kwaliteitsbewaking (plan do check act): De uren voor het project zullen bijgehouden worden in een logboek. Op die manier kan er gecontroleerd worden of de vrijgemaakte uren ook daadwerkelijk gebruikt worden. Waar nodig zal hier bijgestuurd kunnen worden. Tevens zal er tijdens het maken van de casuïstiek en de kennisclips gebruik gemaakt worden van een tweedejaars student (Gijs Schreurs). Hij zal vanuit de studenten meedenken over casuïstiek en over de vorm 4
van de kennisclips. Hier kan eventueel bijgestuurd worden.
Evaluatie tijdens uitvoering en na afloop:
Tijdens het project zal er een document met tips&tricks gemaakt worden om het project te kunnen evalueren. Daarnaast zal er aan het einde van de lessenreeks een enquête gemaakt worden door de studenten om het vak vanuit hun oogpunt te evalueren. Tevens zal er met de tweede/derde docent de lesmethode geëvalueerd worden. 3.6 Beschrijf op welke manier je gaat meten of de hoofddoelstelling (effectmeting van gewenst effect) is gerealiseerd en met behulp van welke indicatoren je dat gaat meten en wanneer.
Effectmeting (aantonen SMART-hoofddoelstelling): Enquête bij de studenten op het einde van het blok. Aan het einde van de lessenreeks zal er een enquête uitgezet worden onder de studenten die het vak hebben gevolgd. Deze enquête zal in de klas (lesweek 6) digitaal worden afgenomen. Daarnaast zullen de studieresultaten vergeleken worden met voorgaande jaren. Bij een verbetering van de studieresultaten is het experiment geslaagd, mits de studenten het experiment een cijfer geven tussen 3,5 en de 5 (op een vijf punt schaal).
Indicatoren: Deelnamepercentage kennisclips Deelnamepercentage studenten Tentamencijfers Tevredenheid studenten
Wanneer: Er zal tijdens blok 4 gemonitord worden wat beide deelname percentages zijn van de studenten, zowel omtrent de kennisclips als omtrent de aanwezigheid. De tevredenheid van de studenten en de tentamencijfers zullen aan het einde van het blok bekeken worden.
Kennisdeling 3.7 Beschrijf welke activiteiten georganiseerd worden voor kennisoverdracht om de uitkomsten en ervaringen met anderen te delen, en wanneer.
Activiteiten kennisdeling binnen eigen opleiding/academie: De enquête zal verwerkt worden in een evaluatierapport wat openbaar zal worden. Elke academie kan dat rapport inzien als zij willen. Het volledig flippen van de lessenreeks is nog niet gedaan binnen Avans. Ik ben dan ook van mening dat heel veel docenten binnen Avans kunnen profiteren van dit zeer praktische experiment. Zowel op basis van de best practices als op basis van de inhoud. De filmpjes die gemaakt zullen worden zijn qua inhoud neutraal. Daarmee wordt bedoeld dat de inhoud niet IV gerelateerd zal zijn. Doordat in de filmpjes alleen modellen uitgelegd zullen worden, kunnen de filmpjes Avans breed ingezet worden. Tevens zal er een document bijgehouden worden waarin de best practices worden opgenomen van dit experiment. Op die manier kunnen ervaringen makkelijk uitgewisseld worden met overige opleidingen/academies binnen Avans. In dit document zal ook een handleiding worden opgenomen voor het maken van de filmpjes. Hoe kan dit het meest efficiënt gebeuren? Op die manier kunnen collega’s van AVB en overige academies de best practices gebruiken voor hun eigen onderwijs. Ook zal er tijdens de opleidingsvergadering van IV ’sHertogenbosch aandacht zijn voor het project en zal hier terugkoppeling plaatsvinden naar het team.
Wanneer: Tijdens de teamvergaderingen in blok 3 en 4
Bibliografie: Kort, J. d. (2013). Businessplan 2013-2014. 's-Hertogenbosch: Academie voor Veiligheid en Bestuur. 5
-
Means, B., Toyama, Y., Murphy, R., Bakia, M., & Jones, K. (2010). Evaluation of Evidence-Based Practices in Online Learning: A Meta-Analysis and Review of Online Learning Studies. Washington: U.S. Department of Education.
6