PROJECTPLAN: HANDBOEK INZET ERVARINGSDESKUNDIGEN Vakvereniging voor Ervaringswerkers april 2013 ACHTERGROND In allerlei sectoren in zorg, dienstverlening en maatschappelijke participatie werken ervaringsdeskundigen. Een ervaringsdeskundige is iemand die de kennis en vaardigheden heeft verworven om ervaringen van zichzelf en anderen te verzamelen, valideren en te vertalen in een professionele praktijksituatie (zowel naar cliënten als naar professionals). Een ervaringswerker is een ervaringsdeskundige die werkzaam is in een bepaalde (beroeps)praktijk, bijvoorbeeld de hulpverlening.1 Dank zij hun unieke ervaringen in het omgaan met stoornis, beperking en handicap2 dragen ervaringswerkers bij aan kwaliteitsverbetering van de zorg. Systematische en professionele inzet van ervaringsdeskundigheid draagt ook bij aan empowerment, emancipatie en kansen op werk van de persoon met een beperking. Ervaringswerkers in de GGZ In de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) worden ervaringswerkers veelal ingezet in de verslavingszorg en bij herstelprojecten. ‘Herstellen is iets dat cliënten zelf doen. Het is een zoektocht naar hoe om te gaan met psychische handicaps, hoe daarop greep te krijgen en hoe het leven weer meer in eigen hand te nemen. Herstellen is iets anders dan genezen. De psychische problemen gaan niet over, maar dwingen tot een langdurig leerproces.’ ‘Samen werken aan herstel’ (Boevink e.a. 2003)
Het belang van de herstelvisie wordt binnen de GGZ steeds meer erkend en is een van de belangrijkste innovaties van de afgelopen jaren. In het herstel-denken staat niet de cliënt als patiënt, maar als burger centraal. De regie ligt vooral bij de cliënt zelf. Vanuit de cliëntenbeweging wordt het herstelprincipe dan ook omarmd als middel tot empowerment van cliënten. Zij vinden daarbij de zorgaanbieders aan hun zijde. In het visiedocument op de langdurige zorg van GGZ Nederland3 wordt gesteld dat het inzetten van ervaringskennis een belangrijk onderdeel van het werken aan herstel is. Men vindt dat het inzetten van ervaringsdeskundigheid een vanzelfsprekend onderdeel van de zorg moet worden. Het inzetten van ervaringsdeskundigheid bij herstel is één van de toepassingen. De grote meerwaarde van de inzet van ervaringsdeskundigen uit de GGZ wordt door steeds meer mensen in steeds meer verschillende organisaties gezien en ervaren, niet in de laatste plaats door mensen die een beroep doen op voorzieningen buiten de GGZ. Ervaringswerkers in andere sectoren Deze definities zijn ontleend aan het ‘Kaderdocument ervaringsdeskundigheid’ van de Landelijke Denktank Opleidingen Overleg Ervaringsdeskundigheid, 2009 2 De indeling stoornis, beperking, handicap is ontleend aan de International Classification on Functioning (World Health Organisation, 2001). De classificatie ontrafelt de verschillende aspecten die te maken hebben met menselijk functioneren en gezondheid. Het is een integratie van het medisch en sociaal model. 3 Visie op de langdurige zorg aan mensen met ernstige psychische aandoeningen. “Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap” GGZ Nederland maart 2009 1
1
Ook in andere sectoren en werkterreinen worden steeds meer ervaringswerkers ingezet en wordt de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid ervaren. De ruim 200 organisaties van patiënten, gehandicapten en GGZ-cliënten danken hun bestaansrecht aan ervaringsdeskundigheid . Zij zetten deze in bij hun drie kernfuncties: belangenbehartiging (collectief en individueel), voorlichting en lotgenotencontact. Op deze drie terreinen werken ze samen met zorgorganisaties, onderwijsinstellingen, beleidsinstellingen en de politiek.4 De inzet van ervaringswerkers in het primaire proces vindt vooral plaats in de medische zorg (b.v. inloopspreekuren in ziekenhuizen, bezoekdiensten voor nieuwe patiënten of als (betaalde) medewerker in een revalidatiecentra) en re-integratie. Een andere ontwikkeling is dat patiënten, al dan niet via patiëntenorganisaties, een rol krijgen in wetenschappelijk onderzoek en bij richtlijnontwikkeling, in begeleidingscommissies, als onderzoeker of als medebepaler van de onderzoeksagenda.5 De inzet van ervaringsdeskundigheid en ervaringswerkers vindt ook plaats op lokaal niveau, bijvoorbeeld bij de uitvoering van de Wmo. Ervaringsdeskundigen hebben vaak zitting in Wmo-raden, participeren in een WMO loket of nemen deel aan lokale projecten die maatschappelijke participatie bevorderen. Voor mensen die op zorg en/of dienstverlening zijn aangewezen, heeft ervaringsdeskundigheid een belangrijke waarde, met name in het leren leven met de beperkingen en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Meerwaarde inzet ervaringswerkers Op al deze terreinen heeft de inzet van de specifieke kennis en kunde van mensen uit de doelgroep van beleid, onderwijs, onderzoek of zorg meerwaarde. Het leidt tot betere kwaliteit van zorg en tot dienstverlening die beter aansluit bij de wensen en behoeften van mensen met een beperking. De kennis over de weg leren vinden in behandelcircuits en het leren leven met beperkingen en handicaps is vooral aanwezig bij ervaringsdeskundigen. Daarnaast is er een meerwaarde voor de ervaringswerkers zelf. Zij zijn maatschappelijk betrokken en worden gewezen op hun mogelijkheden in plaats van hun beperkingen. Het draagt bij aan emancipatie en empowerment. Diverse zorgverzekeraars zien de meerwaarde van de inzet van ervaringswerkers. Agis laat de inzet van ervaringswerkers bijvoorbeeld meetellen bij de zorginkoop. Ervaringswerkers internationaal De inzet van ervaringswerkers staat niet alleen in Nederland, maar ook internationaal op de agenda. Sinds 2009 worden in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk steeds meer mensen met een Ex-in diploma6 ingezet in de GGz. In 2011 werd een internationaal project afgrond, The Missing Link, over de inzet van ervaringsdeskundigen bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting in verschillende lidstaten van de EU. Vanuit de Europese Commissie is belangstelling om aan dit project een structureel vervolg te geven. In Engeland en Zwitserland zijn succesvolle ervaringen opgedaan met (betaalde) ervaringswerkers in de revalidatie aan mensen met een dwarslaesie.
4
PGO Monitor 2010, Brancherapport Organisaties van Patiënten, Gehandicapten en GGZ-cliënten Zeggenschap in wetenschap; patiëntenparticipatie in theorie en prakijk, T. Abma en J. Broerse, Lemma Den Haag 2007; Patient Participation & Knowledge, K. Schipper, VU University Press 2011. 6 Ex-in staat voor ‘Experienced Involvement. Ex-in cursussen worden in een internationaal project ontwikkeld. De EU financiert het project. 5
2
AANLEIDING VOOR HET ONTWIKKELEN VAN DE VAKVERENIGING De groei van de inzet van ervaringsdeskundigen is in allerlei sectoren in gang gezet. In de GGz, inclusief de verslavingszorg en de maatschappelijke opvang, is deze ontwikkeling het langst gaande en werken inmiddels bij meerdere organisaties (betaalde) ervaringsdeskundigen. Ook bij andere patiëntgroepen, zoals mensen met een beperking of chronische ziekte, worden ervaringswerkers steeds vaker ingezet als vakkracht in bestaande organisaties voor zorg en dienstverlening. Op alle terreinen is de inzet van ervaringswerkers ook nog pionieren. Er is bijvoorbeeld nauwelijks uitwisseling tussen ervaringswerkers binnen één sector of tussen ervaringswerkers in de verschillende sectoren. Ervaringswerkers houden zo de schotten in de zorg- en dienstverlening, een van de grootste knelpunten volgens patiënten en cliënten, onbedoeld in stand. Een deel van de mensen heeft immers een hulpvraag op meerdere terreinen en/of sectoren. Daarnaast worden de sterke kanten van de inzet van ervaringswerkers in de verschillende sectoren (in de GGz en revalidatie in het primaire proces, in de patiëntenorganisaties in patiëntenvoorlichting en maatschappelijke participatie) te weinig benut. Dit leidt tot een verlies aan daadkracht en invloed. Een ander knelpunt is dat er nog weinig of niets geregeld is rondom de arbeidsvoorwaarden van ervaringswerkers. De manier waarop ervaringswerkers worden ingezet is nu vaak afhankelijk van de zienswijze van de opdrachtgever en de assertiviteit van de ervaringswerker zelf. De takenpakketten, de gevraagde profielen als ook de vergoedingen verschillen enorm tussen de verschillende organisaties, maar ook soms tussen verschillende afdelingen binnen een en dezelfde organisatie. Er zijn geen functieprofielen, landelijke afspraken en/of richtlijnen.
DE VAKVERENIGING De in januari 2012 opgerichte Vakvereniging voor ervaringswerkers (VVvE) is een landelijke vereniging. De leden zijn mensen met een psychische, lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking, verslavingsachtergrond of uit de maatschappelijke opvang, die als professionele ervaringswerkers werkzaam zijn. Mensen die binnen afzienbare tijd als ervaringswerker aan de slag willen gaan kunnen aspirant-lid worden. De VVvE is een beroepsvereniging. Zij maakt zich sterk voor de inzet van gekwalificeerde ervaringswerkers en erkenning van deze functie en werksoort. De doelstellingen van de vereniging hebben enerzijds te maken met de profilering van de inzet van ervaringsdeskundigheid, anderzijds met de directe en collectieve ondersteuning en belangenbehartiging van haar leden. De VVvE streeft naar verbetering van de positie van de ervaringswerker door: - steun aan de ontwikkeling van competentie functieprofielen met taakomschrijvingen - ontwikkeling van richtlijnen voor randvoorwaarden en inbedding in organisaties voor de inzet van ervaringswerkers. - kwaliteitsverbetering van ervaringsdeskundigen door middel van gekwalificeerde en gecertificeerde opleidingen, trainingen en supervisie. - rechtspositionele aanstellingsvoorwaarden waaronder adequate inschaling in CAO salaris schalen; recht doend aan opleidingen, specifieke deskundigheden en Eerder Verworven Competenties (EVC) van de ervaringsdeskundige.
3
HANDBOEK RANDVOORWAARDEN INZET ERVARINGSDESKUNDIGEN Met dit voorstel wil de VVvE werken aan richtlijnen voor randvoorwaarden, waaronder functieprofielen, voor de inzet van ervaringsdeskundigen in organisaties voor zorg- en dienstverlening door het ontwikkelen van een overzichtelijk handboek. Plan van aanpak Om te komen tot een handzame beschrijving worden verschillende stappen ondernomen: A. Beschikbaar materiaal per sector worden verzameld en geanalyseerd. Gezocht wordt naar beschreven randvoorwaarden en condities voor de inzet van ervaringsdeskundigen in de diverse sectoren. B. Een werkgroep functieprofielen wordt ingesteld. Deze werkgroep verzamelt bestaande functieprofielen en beoordelen deze op geschiktheid. Aan de hand van een overzicht van functies voor ervaringsdeskundigen wordt geïnventariseerd welke profielen reeds beschikbaar zijn en welke nog ontwikkeld dienen te worden. De nog te ontwikkelen profielen worden door een deskundige op dit gebied beschreven. De werkgroep bestaat uit leden van de VVvE en wordt ondersteund door een deskundige. C. Gedurende een jaar worden 9 ervaringsdeskundigen gevolgd in instellingen uit de diverse sectoren. Aan drie instellingen waar ervaringsdeskundigen aan het werk zijn wordt medewerking gevraagd in het project door deelname aan interviews door directie, medewerkers, cliënten en ervaringsdeskundigen. - in een revalidatiecentrum (3) - in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg/verslaving (3) - in een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking (3) De aanwezige ervaringsdeskundigen, leidinggevenden, de directie en de cliënten worden gedurende het projectjaar middels semi- gestructureerde vragenlijsten op gezette tijden geïnterviewd. Gevraagd wordt naar: -
Werkzaamheden en bevoegdheden o verloop van de werkzaamheden o welke werkzaamheden moeten worden bijgesteld of toegevoegd o (duidelijkheid over) taken en bevoegdheden o tevredenheid over taken en bevoegdheden
-
Kennis en ervaring o voldoende (ervarings)kennis in huis? o duidelijkheid hoe kennis en ervaring in te zetten o behoefte aan scholing, intervisie
-
Plek in de organisatie o Plek in en steun vanuit het team o mogelijkheden tot bespreking werkzaamheden o erkenning door collega’s en erkenning door cliënten
4
-
Effect o Draagkracht en draaglast voor ervaringsdeskundige o bijdrage aan zorg voor en zelfregie van cliënten
D. De resultaten van de verzamelde informatie en de interviews worden geanalyseerd: welke noodzakelijke basisvoorwaarden komen naar voren? Zijn er verschillen tussen diverse functies en/of verschillende sectoren te onderscheiden? Wat zijn valkuilen bij de inzet van ervaringsdeskundigen? Wat zijn de uitkomsten voor en wensen van de instellingen, de ervaringsdeskundigen en de cliënten? E. Met ervaringsdeskundigen uit verschillende sectoren wordt 1 groepsinterview gehouden. In het groepsinterview zullen eerste resultaten uit de interviews en de literatuur voorgelegd worden aan de deelnemers. Herkennen zij de genoemde essentiële randvoorwaarden en condities? Hebben zij aanvullingen? Ook zullen eventuele verschillen tussen de diverse sectoren aan de orde komen. Zijn er bijvoorbeeld specifieke randvoorwaarden nodig voor een ervaringsdeskundige met een lichamelijke beperking? Vragen de omstandigheden van de diverse organisaties om andere randvoorwaarden? Zijn er andere, aanvullende voorzieningen nodig om het werk goed uit te kunnen voeren? F. Op basis van de resultaten wordt een compact handboek gemaakt met een beschrijving van randvoorwaarden en tips over do’s en don’ts voor de inzet van ervaringsdeskundigen. De richtlijnen geven een antwoord op vragen als welke begeleiding, supervisie en scholingsmogelijkheden zijn noodzakelijk? En welke teaminbedding is wenselijk? De richtlijnen worden eventueel per sector geordend wanneer de resultaten daar aanleiding toe geven. Ook worden functieprofielen voor de verschillende functies beschreven. Het handboek wordt zowel voor organisaties met (de wens tot) een ervaringsdeskundige in dienst, als voor individuele ervaringsdeskundigen geschreven. G. De resultaten van het project zoals weergegeven in het handboek worden besproken tijdens een conferentie. Deelnemers aan de conferentie zijn de leden en aspirant leden van de vakvereniging en vertegenwoordigers van organisaties waar ervaringsdeskundigen werken of (eventueel) gaan werken.
5