PROJECTHANDLEIDING HANDLEIDING On your site Oudercontacten BOL PW, niveau 4 In je dagelijkse werk heb je veel met ouders te maken. Zij zijn, samen met de kinderen, jouw belangrijkste klant, en zoals je weet is het belangrijk om je klanten tevreden te houden. Ouders zijn de hoofdopvoeder van het kind. Daarom is er regelmatig overleg nodig over het kind. Soms gaat dat overleg gemakkelijk en vanzelf, maar het kan zijn dat je met sommige ouders wat meer moeite hebt. Bijvoorbeeld met ouders die er andere opvattingen dan jij op na houden. Het kan ook erg lastig zijn om met ouders een ‘slecht-nieuws’ gesprek te voeren over hun kind. Bijvoorbeeld als je merkt dat het kind probleemgedrag vertoont of een ontwikkelingsachterstand heeft. Maar andersom kan natuurlijk ook…….dat een ouder problemen heeft met jou en met diens klacht naar de leidinggevenden gaat. Tsja…daar zul je dan iets mee moeten. In dit project staan ouders centraal. Je gaat je aandacht richten op alle formele en informele contacten met ouders en op zaken die op beleidsniveau met ouders te maken hebben. Van deze zaken doe je verslag. Tevens organiseer je een ouderinformatiebijeenkomst, voor een aantal ouders met een bepaalde opvoedingsvraag. Deze opdrachten staan hieronder verder uitgewerkt. De inhoud van de lessen - Formele en informele contacten met ouders - Omgaan met klachten van ouders - Slechtnieuws- of zorggesprekken met ouders over een opvoedingsprobleem of opvoedingsvraag - Visie op oudercontacten - Omgaan met diversiteit tussen ouders - Omgaan met verschillen in waarden/normen/opvattingen - Beleid van de instelling met betrekking tot oudercontacten Prestaties: - Een werkmap met opdrachten, zie bijlage 1 - Bespreking van een meegebrachte casus, zie bijlage 2 - De presentatie van een ouderinformatiebijeenkomst over een zelf gekozen thema, zie bijlage 3 Duur: 8 x 2 uur Literatuur: Opvoeden praktisch bekeken, pagina 15 t/m 83 Dorothea Timmers-Huigens Bohn Stafleu Van Loghum 90 313 4332 3
Bijlage 1 Een werkmap met opdrachten Opdracht 1 Geef antwoord op de onderstaande vragen: Informele contacten 1 Welke informele overlegmomenten heb je met ouders? 2 Wat is het doel van deze overlegmomenten? 3 Casus: Beschrijf een voorval tijdens zo’n informeel overlegmoment, waarbij je niet zo goed wist hoe te handelen. Beschrijf welke vragen dat bij je opriep. Beschrijf hoe je gehandeld hebt. Beschrijf waarom je daar wel/niet tevreden over bent. Formele contacten 4 Beschrijf hoe de formele contacten binnen jouw instelling met ouders geregeld zijn: Denk daarbij aan: - De intake van het kind: welke schriftelijke informatie krijgen ouders mee, wie regelt de intakegesprekken, wie voert de gesprekken? - Informatieavonden/themabijeenkomsten/ouderavonden: welke soort bijeenkomsten worden er gehouden, wat is het doel van deze bijeenkomsten, welke onderwerpen worden er besproken? Wie is verantwoordelijk voor deze bijeenkomsten? - Welke digitale hulpmiddelen gebruikt de instelling in de communicatie met ouders? - Beschrijf het onderwerp van de officiële brieven die de instelling aan ouders verstuurt. - Voeg folders en andere documentatie over de instelling toe aan je werkmap. 5 Wordt er een tevredenheidsonderzoek gehouden onder ouders. Hoe vaak? Waarom wel/niet? Wat zijn de resultaten? Waar zijn ouders wel/niet tevreden over? 6 Hoe worden klachten van ouders behandeld? Belangenorganisaties 7 Beschrijf welke belangenorganisaties er zijn voor ouders in de kinderopvang. Bij welke officiële instanties kunnen ouders terecht voor informatie-uitwisseling en klachten. Beschrijf per organisatie welke diensten zij aanbieden.
Opdracht 2 Beleidsadvies Schrijf een beleidsadvies aan de instelling met betrekking tot contacten met ouders. - Beschrijf welk specifiek welk advies jij geeft - Beschrijf uitgebreid wat jouw motivatie is, welke opvattingen/waarden/normen liggen aan jouw advies ten grondslag - Beschrijf planmatig hoe dat advies volgens jou gerealiseerd kan worden (wie, wat, waar, wanneer, hoe en haalbaar en realistisch)
Opdracht 3 Beschrijf een activiteit die je kunt doen om de betrokkenheid van de ouders te vergroten. Beschrijf wat je gaat doen, wie daarbij betrokken worden, hoe ze er bij betrokken worden, welke materialen en hulpmiddelen je nodig hebt, wanneer de activiteit wordt uitgevoerd, waar de activiteit wordt uitgevoerd, op welke manier de activiteit wordt geëvalueerd.
Bijlage 2 Rollenspel: Slechtnieuws- of zorggesprek Schrijf aan de hand van onderstaande items een uitgebreide casus over een kind waar je zorgen over hebt of waarbij zich een ‘probleem’ voordoet. Aan de hand van deze casus voer je op school een slecht-nieuws of zorggesprek met een student die de ouder(s) van het kind speelt. Voorafgaande aan dit gesprek zorg je dat de student die de ouder speelt goed op de hoogte is van de situatie. Casusbeschrijving 1 Geef achtergrondinformatie over het kind. 2 Beschrijf achtergrondinformatie over de ouder en over het gezin. 3 Beschrijf welk ‘probleem’ zich voordoet of waar jij ‘zorgen’ over hebt. 4 Beschrijf welke opvattingen/waarden/normen/gevoelens jij hebt over het kind, de ouders, de gezinssituatie en over het probleem. 5 Beschrijf welke achtergrondinformatie/kennis jij hebt over het probleem. 6 Benoem hoe je aan deze achtergrondinformatie bent gekomen. 7 Beschrijf hoe er volgens jou gehandeld moet worden, welke stappen er moeten worden gezet en door wie. Verwijs indien mogelijk door naar websites of andere organisaties/deskundigen.
Het rollenspel wordt door medestudenten beoordeeld, en het oordeel wordt zorgvuldig onderbouwd, aan de hand van de beoordelingslijst op de volgende pagina.
Beoordelingsformulier Gesprek 0 Hoe ziet de opstelling van het gesprek er uit? Beschrijf waarom die goed/verkeerd is.
De PM-er stelt de ouder op zijn/haar gemak. Beschrijf hoe ze dat wel/niet doet.
De PM-er vertelt wat het doel is van het gesprek: wat zegt ze?
Wat is de inhoud van de boodschap die de PM-er geeft aan de ouder:
De PM-er checkt hoe de boodschap valt bij de ouder? Hoe doet ze dat?
Je merkt dat de PM-er aandachtig luistert als de ouder iets vertelt. Waaraan merk je dat?
De PM-er stelt (open) vragen. Welke?
De PM-er vraagt door als de ouder iets vertelt. Welke vragen stelt ze?
De ouder krijgt alle ruimte zijn ideeën en wensen kenbaar te maken. Hoe merk je dat?
De PM-er vat het gesprek samen. Wanneer?
De PM-er laat merken dat zij non-verbale signalen van de ouder goed interpreteert. Waaraan merk je dat?
De PM-er sluit bij het gesprek goed aan bij de ouder. Waaraan merk je dat?
V
G
De PM-er geeft goede relevante adviezen. Welke zijn dat?
Beschrijf de sfeer van het gesprek.
Naam observant: Naam PM-er: Datum: Docent:
Bijlage 3 Opdracht Kies een opvoedkundig thema voor een ouderbijeenkomst voor ouders van jouw doelgroep. 1
2 3
4 5
Beschrijf achtergrondinformatie over het thema. Deze informatie is bestemd voor ouders. Schrijf het dus op een aantrekkelijke boeiende manier op, zodat ouders deze informatie ook graag lezen en zinvol vinden. Voorzie de informatie van afbeeldingen en tips. Je kan ook denken aan een Powerpoint of filmpje. Beschrijf het Plan van Aanpak (visie/handelwijze) van de BPV-instelling m.b.t. dit opvoedkundig thema. Maak een draaiboek voor de informatiebijeenkomst waarin je beschrijft: hoe je ouders gaat uitnodigen. Voeg de tekst van de uitnodiging toe. hoe je ouders bij de organisatie van deze bijeenkomst betrekt. hoe je ouders tijdens de bijeenkomst bij de presentatie betrekt. wat je moet regelen aan middelen, materialen, voorzieningen, randvoorwaarden, sfeer. tijd, datum e.d. afsluiting evaluatie Beschrijf (als dat mogelijk is) hoe je kinderen betrekt bij deze informatiebijeenkomst. In overleg met de docent presenteer je de bijeenkomst op school tijden de lessen.
PROJECTFORMULIER Naam:
1.1
Oudergesprek Klas:
Datum:
PW Niv. 4 Loopbaanbegeleider:
Beoordelingscriteria Product O/V/G 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt 1.2 Schrijft een plan van aanpak Op de behoefte en Het gesprek(sverslag) bevat een volledig beeld van de situatie en wensen van de cliënt. Uit het Gesprek + Beoordelingsverwachtingen van de gespreks(verslag) blijkt dat je een goede luisterhouding kan toepassen en kennis hebt van de formulier klant richten algemene ontwikkeling van kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden. Je inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind en zijn ouders, zodat duidelijk gesprek is hoe de organisatie, binnen de mogelijkheden kan inspelen op de situatie en wensen van het kind Onderzoeken Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen met betrekking tot afwijkingen in ontwikkeling en gedrag, zodat duidelijk is wat de oorzaken zijn en of/hoe hierop in de opvang kan worden ingespeeld. Begeleiden Je geeft ouders/vervangende opvoeder advies over aanvullende of alternatieve zorg-of dienstverlening, zodat duidelijk is welke (extra) ondersteuning kan worden ingeschakeld. Samenwerken en overleggen
Je bespreekt de inhoud en de consequenties van de handelswijze met ouders zodat zij weten wat ze kunnen verwachten als het plan van aanpak of de handelswijze wordt uitgevoerd
Formuleren en rapporteren
De ouders weten welke aanpak gehanteerd wordt en welke ontwikkeling wordt nagestreefd.
Analyseren
Je trekt conclusies uit de informatie die de ouders je geven.Je bekijkt samen met ouders verschillende alternatieven met hun consequenties. De dienstverlening is op het kind toegesneden en kan daadwerkelijk worden geboden
3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. 3.6 Voert beleidsmatige taken uit Vakdeskundigheid Je houdt vakkennis en vaardigheden bij. Je draag je kennis over aan collega’s en andere toepassen deskundigen. Je levert een bijdrage aan de professionalisering van het beroep. Instructies en Je houdt je aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering. Zodat je een effectieve procedures bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. opvolgen Overtuigen en Je neemt een duidelijk standpunt in bij voorstellen tot beleids(wijzigingen) en onderbouwt met beïnvloeden steekhoudende argumenten, zodat het beleid is afgestemd op de specifieke situatie van de organisatie. 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt 1.2 Schrijft een plan van aanpak Onderzoeken Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen met betrekking tot afwijkingen in ontwikkeling en gedrag, zodat duidelijk is wat de oorzaken zijn en of/hoe hierop in de opvang kan worden ingespeeld. Begeleiden Je geeft ouders/vervangende opvoeder advies over aanvullende of alternatieve zorg-of dienstverlening, zodat duidelijk is welke (extra) ondersteuning kan worden ingeschakeld. Samenwerken en Je bespreekt de inhoud en de consequenties van de handelswijze met ouders zodat zij weten wat ze overleggen kunnen verwachten als het plan van aanpak of de handelswijze wordt uitgevoerd Formuleren en rapporteren Datum:
De ouders weten welke aanpak gehanteerd wordt en welke ontwikkeling wordt nagestreefd. Naam en handtekening loopbaanbegeleider:
Werkmap (bijlage 1)
Ouderbijeenkomst
