Project “IJsselmeergebied zoekt verdieping” benutting van de per 10 december 2004 beschikbare informatie in het Innovatie Management Cyclus Model
afbeelding bron: RWS/RIZA
L. van Oyen (ValQuest b.v.) prof. dr. ir. F. Janszen (Inpaqt b.v.) Lange Voorhout 43 2514 EC Den Haag
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
Inhoud 1. SAMENVATTING................................................................................................... 3 2. ACHTERGROND EN ONDERZOEKSOPDRACHT ............................................... 5 2.1 ACHTERGROND ................................................................................................... 5 2.2. OPDRACHT AAN VALQUEST B.V........................................................................... 6 3. METHODE VAN AANPAK..................................................................................... 7 4. DE BELANGHEBBENDEN BIJ HET IJSSELMEERPROJECT, HUN WAARDEN EN DE WAARDEANALYSE ...................................................................................... 8 4.1 INVENTARISATIE VAN BELANGHEBBENDEN .............................................................. 8 4.2 W AARDE ANALYSE ............................................................................................... 9 4.3 CONCLUSIES ..................................................................................................... 12 5. RISICOANALYSE ................................................................................................ 15 6. DE BUSINESS CASE: INVESTERINGEN, KOSTEN/BATEN ANALYSE........... 17 7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................................ 19 7.1 CONCLUSIES ..................................................................................................... 19 7.2 AANBEVELINGEN ................................................................................................ 19 BIJLAGE 1 ............................................................................................................... 20 A. WAARDEMAPPEN OVERHEID ALS BELEIDSMAKER ..................................................... 20 B. WAARDEMAPPEN OVERHEID ALS BEHEERDER ......................................................... 22 C. WAARDEMAPPEN BELANGENGROEPEN ................................................................... 24 D. WAARDEMAPPEN BEWONERS ................................................................................ 26 E. WAARDEMAPPEN ECONOMISCHE ACTOREN............................................................. 28 BIJLAGE 2 ............................................................................................................... 30 A. GERAADPLEEGDE BRONNEN.................................................................................. 30 B. OVERIG ............................................................................................................... 30
2
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
1. Samenvatting In het kader van het innovatieprogramma WaterINNovatiebron is begonnen met de verkennende fase van het project “IJsselmeergebied zoekt verdieping”. Het kernidee achter dit project is om ervoor te zorgen dat op alternatieve wijze hoogwaterbescherming rondom de meren wordt bereikt, anders dan het iedere keer opnieuw verhogen van de dijken. M.a.w.: combineer waar mogelijk veiligheid met maatschappelijke behoeften zoals recreatie, natuur, stedenbouw, overige behoeften aan infrastructuur, zandwinning, etc. om een aantrekkelijker èn veiliger nat hart van Nederland te krijgen. Hiertoe is in een eerste verkennende fase onderzocht welke kansen er voor dit idee zijn, en hoe effectief en haalbaar ze kunnen worden geacht. De onderzoeksopdracht van ValQuest b.v. was: “het uitvoeren van alle benodigde werkzaamheden om de thans reeds in het project aanwezige informatie en inzichten in te brengen in het zogenaamde ‘Innovatie Management Cyclus model’ (een methodiek van aanpak van innovatieprojecten die door software wordt ondersteund), opdat bij een eventueel vervolg in januari 2005 een voortzetting van het optimale gebruik ervan kan plaatsvinden voor het opstellen van één of meer businesscases (op basis van scenario’s) en het uitvoeren van de gewenste gevoeligheids- en risicoanalyses”. Echt onverwachte, nieuwe conclusies kunnen er in dit stadium van het project naar onze opvatting nog niet worden getrokken op basis van de toepassing van het IMC model; dat lag eigenlijk ook niet de verwachting. Alles bevindt zich immers nog in een nogal prille, oriënterende fase. Daarbij zijn weliswaar bijvoorbeeld op professionele wijze interviews afgenomen (duidelijk gestructureerd), maar er is – begrijpelijkerwijs – niet gericht doorgevraagd naar het relatief belang van de door de geïnterviewde belanghebbende aangegeven waarden in relatie tot het idee, noch is er vastgesteld welke functionaliteiten, ofwel attributen (ook naar prioriteit) er in praktische zin inhoud geven aan die waarden. Gezien de opgelegde beperkingen aan onze opdracht hebben wij tevens de ‘kwaliteit’ van de geïnterviewden, cq. tot nu toe betrokken belanghebbenden, niet kunnen beoordelen: zijn dit daadwerkelijk straks de organisaties en vooral ook de personen/funktionarissen die een belangrijke rol spelen bij het verder inhoud geven aan het conceptuele beleidsidee? Hoewel er een goede start is gemaakt wat betreft de inventarisatie van risico’s, wordt nog een aantal onderdelen gemist, zoals bijvoorbeeld een financiële risico analyse. Tevens missen we inzicht naar ernst en kans van optreden van de risico’s. Een belangrijke groep onzekerheden betreft de zandwinning en zandmarktwerking. Wanneer de zandwinning de economische motor achter het ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ programma is, dan zal hier zeker aandacht aan besteed moeten worden. Voor het opstellen van een enigszins zinvolle kosten/baten analyse met betrekking tot een strategische concept dat ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ is, kunnen in de naaste toekomst naar ons oordeel alleen maar grove modelberekeningen worden gemaakt, waarvoor overigens dan eerst ook nog een aantal belangrijke voorstudies 3
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________ dienen te worden verricht. Daarvoor bevindt dit strategisch concept zich niet alleen in een nog te pril stadium, het is bovendien van een grote complexiteit. Voor het maken van deze modelberekeningen is het onontkoombaar dat eerst een aantal strategische vragen worden beantwoord, die met name betrekking hebben op de schaal en tijdsdimensie van het project en de (markt)economische dimensie van de zandwinning. Het lijkt ons verstandig om die – zij het grove – modelberekeningen te maken, aangezien uit de interviews bij de sceptici (en daartoe behoren naar onze indruk een aantal belangrijke stakeholders) duidelijk naar voren is gekomen dat men daarover inzicht wil hebben (‘is zo’n megaproject nou wel nodig?’, ‘wat is nou werkelijk de maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van het verhogen en/of versterken van de dijken?). De conceptuele visie van “IJsselmeergebied zoekt verdieping” lijkt ons op het eerste gezicht van vergelijkbare orde als die van bijvoorbeeld de Deltawerken, of van de Betuwelijn. Het is essentieel dat er een aansluiting gevonden kan worden bij bestaande initiatieven van anderen, om op relatief korte termijn pilots uit te voeren die conceptmatig passen in het strategisch idee van het projekt ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ en die de mogelijkheid bieden om de business case van het idee op praktische gronden verder inhoud te geven en de maatschappelijke meerwaarden op de kortere termijn definiëren.
4
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
2. Achtergrond en onderzoeksopdracht 2.1 Achtergrond In het kader van het innovatieprogramma WaterINNovatiebron is begonnen met de verkennende fase van het project “IJsselmeergebied zoekt verdieping”. Het kernidee achter dit project is om ervoor te zorgen dat op alternatieve wijze hoogwaterbescherming rondom de meren wordt bereikt, anders dan het iedere keer opnieuw verhogen van de dijken. M.a.w.: combineer waar mogelijk veiligheid met maatschappelijke behoeften zoals recreatie, natuur, stedenbouw, overige behoeften aan infrastructuur, zandwinning, etc. om een aantrekkelijker èn veiliger nat hart van Nederland te krijgen. Hiertoe is in de eerste verkennende fase onderzocht welke kansen er voor dit idee zijn, en hoe effectief en haalbaar ze kunnen worden geacht. Daarbij kan o.a. worden gedacht aan: vooroevers (tot ca. 500 voor de dijk) die ingericht worden voor natuurontwikkeling en recreatie natuur/recreatie eilanden verdieping van de meren met een aantal meters waardoor opwaaiing vermindert (dit betreft een overigens een zeer omvangrijk project met een tijdshorizon van naar schatting 100 jaar) combinatie met stedenbouwkundige en andere infrastructurele uitbreidingen combinaties van bovenstaande Al deze opties moeten er voor zorgen dat er een lagere golfaanval/golfoploop op de dijken ontstaat, waardoor de veiligheidssituatie toeneemt. Om vooroevers stabiel te houden zijn misschien waterbouwkundige constructies nodig. Deze kunnen bestaan uit riet/wilgen, traditionele steenbescherming, of wellicht zelfs als alternatief: hergebruik van autobanden of andere restmaterialen. Rijkswaterstaat stelt (website WINN november 2004): “Het project bevindt zich nu in een oriënterende fase: zijn de ideeën echt haalbaar? Zowel inhoudelijk (draagt het echt substantieel bij aan de veiligheid?) als economisch (is het kosteneffectief, willen derden hierin mee-investeren?) en m.b.t. het draagvlak (zien de belanghebbenden de meerwaarde ook?). Vervolgens zal, als uit de oriëntatie een positief antwoord volgt, één of meerdere van de genoemde mogelijkheden uitgewerkt worden tot pilot. Rijkswaterstaat zal dit doen samen met andere belanghebbenden (andere ministeries, lagere overheden en/of de markt), waarbij de meest kansrijke uitgevoerd zal/zullen worden. Bij gunstig verloop verwacht WINN uitvoering van de pilot in 2006 of 2007”. En vervolgens: “De pilot ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ zal uiteindelijk kunnen leiden tot een raamwerk waarin bij ieder initiatief (recreatief, ecologisch, stedenbouwkundig, veiligheid, etc) langs de meren wordt gekeken of een combinatie van functies mogelijk is, om aan zoveel mogelijk maatschappelijke wensen invulling te geven. Rijkswaterstaat kan als beheerder van de meren toegroeien naar een partner om initiatieven te benutten die een positief effect hebben op de veiligheid”. Samenvattend kunnen vooralsnog de volgende mogelijke voordelen van een dergelijk strategisch project worden opgesomd:
5
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________ kostenbesparing (door minder dijkverhoging, respectievelijk –versterking; voordelen ten aanzien van het milieu (extra natuurgebieden, gevarieerde vooroevers, vergroting diversiteit van vogel- en visfauna, helder water); economische opbrengsten (recreatiemogelijkheden, zandwinning, extra vaardiepte, extra bouwgrond).
2.2. Opdracht aan ValQuest b.v. Deze luidt: “het uitvoeren van alle benodigde werkzaamheden om de thans reeds in het project aanwezige informatie en inzichten in te brengen in het zogenaamde ‘Innovatie Management Cyclus model’, opdat bij een eventueel vervolg in januari 2005 een voortzetting van het optimale gebruik ervan kan plaatsvinden voor het opstellen van één of meer businesscases (op basis van scenario’s) en het uitvoeren van de gewenste gevoeligheids- en risicoanalyses”. Genoemde aanwezige informatie en inzichten hebben met name betrekking op de binnen het project reeds uitgevoerde inventarisatie van de stakeholders (in- en extern), hun eerste opvattingen omtrent het centrale idee achter ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’, alsmede hun verschillende belangen.
6
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
3. Methode van aanpak ValQuest b.v. heeft gebruik gemaakt van het ‘Innovatie Management Cyclus Model’ (een methodiek van aanpak voor innovatieprojecten die door software wordt ondersteund) dat is ontwikkeld door prof. dr. F. Janszen van Inpaqt b.v. en waarvan het (intellectuele) eigendom bij laatstgenoemde berust. Deze aanpak leidt onder meer tot een effectieve structurering van innovatieprocessen en de ondersteuning van de besluitvorming daarbinnen. De stappen die voor de uitvoering van de opdracht werden gezet, waren de volgende: a. Het bijwonen van een workshop (2 november 2004). b. Het inbrengen van alle relevante – thans bij RIKZ beschikbare – informatie en inzichten in het Innovatie Management Cyclus Model, teneinde: de belanghebbenden (‘stakeholders’) met betrekking tot het project duidelijker in kaart te brengen en zo mogelijk naar volgorde van prioriteit te ordenen; vast te stellen welke waarde proposities er voor elk van deze stakeholders spelen in relatie tot het project, en ook deze zo mogelijk naar prioriteit te ordenen; vast te stellen welke ‘attributen’ (kenmerken van, cq. te stellen eisen aan het project) inhoud geven aan deze waarde proposities. Ook hier werd getracht om de attributen steeds weer voorzien van het relatief belang ervan bij het inhoud geven aan het spectrum van waarden. c. Vast te stellen in hoeverre de uitkomsten van bovengenoemde informatie compleet is; waar liggen nog lacunes die in dit stadium van het project wel van belang zijn. d. Het invoeren van specifieke ‘templates’ ten behoeve van het IMC model. e. Het uitvoeren van interviews en het voeren van overleg met de heren R. Westphal en R. Roosjen van RWS/RIZA te Lelystad en zo nodig overige bij het project betrokken functionarissen en belanghebbenden. Om geen onduidelijkheid/verwarring te creëren bij de tot op heden bij het proces betrokken personen en organisaties dat begeleid werd door het adviesbureau ARCADIS, diende dit laatste tot het minimum beperkt te blijven. f. Het verzorgen van een schriftelijke eindrapportage, met een mondelinge toelichting.
7
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
4. De Belanghebbenden bij het IJsselmeerproject, hun waarden en de waardeanalyse 4.1 Inventarisatie van belanghebbenden Aan de hand van de interviewverslagen van april/mei en oktober 2004 die door ARCADIS werden opgesteld, kunnen de verschillende belanghebbenden bij het conceptuele idee “IJsselmeergebied zoekt verdieping” (zoals deze in dit stadium van het project door Rijkswaterstaat zijn gekozen) in het Innovatie Management Cyclus Model (IMC model) worden ingebracht. Door onszelf is daarbij een ‘clustering’ aangebracht, waardoor het volgende beeld ontstaat:
We onderscheiden de volgende clusters naar gelang hun ‘rol’ in het projectidee: a. Overheid als beleidsmaker. b. Overheid als beheerder. c. Belangenorganisaties/-groepen. d. Bewoners. e. Economische actoren. Aangezien het project zich nog in een verkennende fase heeft bevonden, is er kennelijk nog geen prioriteit aan de verschillende belanghebbenden toegekend. Normaal gesproken worden in het IMC model de verschillende stakeholders voorzien van een ‘relatief belang’ en wordt er per stakeholder een ‘prioriteit’ toegekend tussen 5 (zeer hoog/essentieel om mee af te stemmen) en 1 (marginaal, cq. in dit stadium 8
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________ nog niet van belang). Dit is – begrijpelijkerwijs gezien het prille stadium waarin het project zich bevindt – thans nog niet gebeurd, het ging immers om een eerste verkenning van het ‘veld’. Uitsluitend ter illustratie hebben wij het belang van de verschillende betrokkenen/stakeholders zelf voorzien van een cijfer tussen 1 (laag) en 5 (essentieel).
4.2 Waarde analyse Na deze systematische inventarisatie van de belanghebbenden, worden er vervolgens normaal gesproken in de aanpak met het IMC model met de belangrijkste stakeholders uitvoerige interviews gehouden waarin hun belangen, c.q. ‘waarden’ die zij aan het kernidee toekennen, in kaart worden gebracht en geïnventariseerd. Dit inzicht hebben wij thans trachten te verkrijgen op basis van de ons beschikbaar gestelde interviewverslagen. Het betreft dus een interpretatie onzerzijds, die niet door betrokkenen is ‘gevalideerd’. Vervolgens is er voor elke stakeholder in het IMC model een ‘waardemap’ gemaakt, waarbij de genoemde interviewverslagen dus als uitgangspunt hebben gediend. Dit had als doel om: vast te stellen welke waarde proposities er voor elk van deze stakeholders spelen in relatie tot het project, en ook deze zo mogelijk naar prioriteit te ordenen; vast te stellen welke ‘attributen’ (kenmerken van, cq. te stellen eisen aan het project) inhoud geven aan deze waarde proposities. Ook hier werd getracht om de attributen steeds weer te voorzien van het relatief belang ervan bij het inhoud geven aan het spectrum van waarden. In de volgende figuur wordt een voorbeeld van zo’n waardemap gegeven.
9
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
Voorbeeld van een ‘gebruikers waarde map’ (Almere). In deze map zijn de waarden/belangen (values) van de gebruiker geïnventariseerd (groene symbolen). Normaal gesproken wordt een prioriteit vastgesteld d.m.v. een score tussen 1 (marginaal) en 5 (zeer belangrijk). Vervolgens worden – vanuit de gebruiker gezien – de attributen, c.q. functionaliteiten (oranje symbolen) van elk van deze waarden/belangen in kaart gebracht, waarbij er overigens vaak meerdere relaties tezien zijn. Normaal gesproken wordt ook hiervoor een prioriteit vastgesteld d.m.v. een score tussen 1 (marginaal) en 5 (zeer belangrijk). Dit is thans niet gebeurd, omdat het inzicht daartoe ontbreekt, vandaar een map met uitsluitend 1-en.
Bij het opstellen van de waarden van de stakeholders en de daarmee verbonden attributen is gestreefd naar een zekere mate van standaardisering. Elementen die bij verschillende stakeholders genoemd werden, zijn steeds door eenzelfde element met bijbehorende titel in de map aangeduid. Specifieke opmerkingen van de geinterviewde persoon zijn als “notes” in de map geplaatst. Aangezien er geen scores gegeven zijn voor het relatieve belang van de verschillende waarden voor de stakeholders zijn deze in nagenoeg alle gevallen van een ‘1’ voorzien. Ook is uit de verslagen niet op te maken hoe groot de bijdrage van de verschillende attributen van het IJsselmeer project aan de verschillende stakeholder waarden ingeschat moet worden. Daarom hebben deze ook in nagenoeg alle gevallen een score van 1 meegekregen. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de verschillende waardemappen zoals deze door ons uit de verstrekte informatie zijn afgeleid. Een tweede voorbeeld van een waardemap is die van RDIJ:
10
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
Normaal gesproken wordt in de volgende stap van de toepassing van het IMC model voor elke stakeholder de waardemap omgezet naar een veel duidelijker overzicht: de ‘gebruikers waarden correlatie matrix’. Hieruit is dan niet alleen helder af te leiden wat de belangen/waarden zijn, maar vooral ook in welke mate de attributen/funktionaliteiten er toe bijdragen dat de waarde daadwerkelijk en in 11
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
B Economische voordelen (…
1
B Ecologie vissen (Value)
1
1
B Ecologie vogels (Value)
1
1
1
-1
1
C Natuurlijker situatie voor…
1
C v erdieping minder slibop…
B Recreatie (Value)
C Voldoen aan Vogel- en h…
1
1
C Goed contact RIZA en R…
1
B Betrokkenheid/ draagvlak …
C Terugkomst driehoeksmo…
C Vooroevers (Attribute)
B Veiligheid (Value)
C Zandwinningaanbod (Attr…
3. Gemeente Almere (Stake…
praktische zin inhoud krijgt. Met de huidige informatie waarover we beschikken is dat niet zinvol, omdat er geen prioriteringen hebben plaatsgevonden. Maar ter illustratie volgt hier de matrix van de belanghebbende Almere:
1 -1
1 1 1 1
Positive Impact on 3. Geme…
10
7
3
3
3
3
3
Negative Impact on 3. Gem…
-3
0
0
0
0
-3
0
Gebruikers waarde correlatie matrix voor Almere. Langs de verticale as zijn allereerst de waarden/belangen van de gebruiker weergegeven. Daaronder staan in volgorde van belangrijkheid de impactscores van de verschillende attributen/functionaliteiten die langs de horizontale as zijn weergegeven.
Nadat dit heeft plaatsgevonden voor iedere belanghebbende (zeker diegenen met een prioriteit van 3 en hoger), kan een verzameloverzicht worden samengesteld, waaruit zowel de synergiëen (samenvallen van de belangen, cq. functionaliteiten) als ook de conflictgebieden tussen de verschillende stakeholders naar voren komen. Tevens wordt hierbij inzicht verkregen wat nu werkelijk van belang is.
4.3 Conclusies Echt onverwachte, nieuwe conclusies kunnen er in dit stadium van het project naar onze opvatting nog niet worden getrokken op basis van de toepassing van het IMC model; dat lag eigenlijk ook niet de verwachting. Alles bevindt zich immers nog in een nogal prille, oriënterende fase. Daarbij zijn weliswaar op professionele wijze interviews afgenomen (duidelijk gestructureerd), maar er is – begrijpelijkerwijs – daarbij niet gericht doorgevraagd naar het relatief belang van de door de geïnterviewde aangegeven waarden, noch is er vastgesteld welke functionaliteiten, ofwel attributen (ook naar prioriteit) er in praktische zin inhoud geven aan die waarden. Gezien de opgelegde beperkingen aan onze opdracht hebben wij tevens de ‘kwaliteit’ van de geïnterviewden niet kunnen beoordelen: zijn dit daadwerkelijk straks de organisaties en vooral ook de personen/funktionarissen die een belangrijke rol spelen bij het verder inhoud geven aan het conceptuele beleidsidee? Uit de interviewverslagen komen nog een groot aantal partijen naar voren die worden 12
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________ genoemd als belanghebbende en als zodanig nog zouden moeten worden betrokken bij de oordeelsvorming en het creëren van draagvlak. Na bestudering van de ons beschikbaar gestelde informatie zijn ons voorts een aantal zaken opgevallen: Uit de interviews komen vele vragen naar voren die nog beantwoord moeten worden; het is van groot belang om hier op een intelligente en systematische wijze een duidelijke ordening in aan te brengen, om niet verloren te raken in alle obstakels die dreigen te worden opgeworpen. Wij hebben de indruk dat bij een aantal (zeer belangrijke ?) stakeholders (NLTO, VROM – deels – , HHNK, LNV – deels – , Stichting IJsselmeren en Randmeren, provincie Fryslan) sceptisch tot negatief op het voorstel wordt gereageerd. Hier ligt mogelijk nog (zeer) veel werk om deze (naar onze opvatting) belangrijke stakeholders te overtuigen van de waarden van het idee. Het valt ons ook op dat in dit stadium nog niet gekozen is voor overleg met een actieve belangengroep als bijvoorbeeld De Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer. Dat deze vereniging grote invloed kan hebben op besluitvorming door de overheid mag o.a. blijken uit het feit dat zij er zeer recentelijk nog in zijn geslaagd om de aanleg van de tweede fase van de stadswijk IJburg – via een uitspraak van de Raad van State – tegen te houden. Dat zal overigens een bewuste (en wellicht ook verstandige) keuze zijn geweest, om in dit prille stadium van het project niet het risico te lopen om direct aan het begin ervan direct al te belanden in een vruchteloos ‘maatschappelijk debat’ (veelal via de pers) dat een potentieel mooi idee in de kiem zou kunnen smoren. Belangrijk is vooral dat uit de achterliggende oriënterende fase duidelijk is gebleken dat er bij een aantal belangrijke partijen grote interesse bestaat voor het nader inhoud geven aan de strategische visie op het IJsselmeer; een nieuwe kijk op de veiligheidsdimensie (verdieping, vooroevers en eilanden ) is daarbij de aanleiding, maar het meekoppelen met andere doelen wordt daarbij noodzakelijk, zeer gewenst en kansrijk geacht. Door de aanleg van eilanden en vooroevers worden andere functies mogelijk gemaakt die het geheel aantrekkelijk maken. ‘Dragers’, krachig positieve stimulansen voor de langere termijn ontwikkeling lijken vooral te moeten worden gevonden in het technisch en qua maatschappelijke waarde hard maken van de veiligheidsclaim van het idee als alternatief voor dijkophoging, idem met betrekking tot het aspect van de zandwinning, de positieve kracht van natuurontwikkeling en verbetering van het milieu (helder water met name). Voor de politieke haalbaarheid van het idee is het echter essentieel dat ook op korte termijn voordelen kunen worden gerealiseerd. Er is rondom het IJsselmeer reeds veel beleid ontwikkeld, recentelijk nog (‘IJsselmeergebied 2030’, ‘Nota Ruimte’, etc.). Het is vanzelfsprekend van groot belang dat bestudeerd wordt in welke mate de visie van ‘IJsselmeer zoekt verdieping’
13
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________ daarin wel of niet past. Datzelfde geldt uiteraard voor het bestaande wettelijk kader, zoals bijvoorbeeld de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR), en de Wet op de Waterkering. Ook valt op dat ‘de visserij’ door iedereen wel als zeer belanghebbend wordt genoemd, maar dat er uit die sector nog niemand is geïnterviewd.
14
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
5. Risicoanalyse Uitgaande van de interviews en rapporten is getracht om de belangrijkste risico’s en onzekerheden in kaart te brengen. De algemene aanpak bij een risicoanalyse met behulp van het IMC model is dat (bij voorkeur in een plenaire sessie) per ontwikkelstadium de risico’s geinventariseerd en op ernst beoordeeld worden (prioritering). Daarna worden achtereenvolgens de mogelijke oorzaken en de kans op voorkomen bepaald. Tenslotte worden mogelijke maatregelen in kaart gebracht. Deze aanpak is een variant van de bekende “Failure Mode Effect Analysis” methode (zie ter illustratie de figuur hieronder).
In stapjes ontwikkelen, cont monitoren & bijsturen 1
Verkenning mogelijkheden en meerwaarden verdieping 1
Legenda Schaal in tijd en ruimte 1
Interesse partijen 1
Risico: huidig beleid/wet en regelgeving: sterk op behoud gericht, conflict is inherent aan innovaties
Risico Risk1 Maatregel
IJsselmeerProject Measure1 Defensie
Gemeente fonds 1 Bouwstoffenbesluit
Verdrag van Malta
1
1 1 Watertoets
1
1
1 Europese mededingingswetgeving
1
1 Huidig beleid, wet en regelgeving
Domeintechten/heffing zandwinning
1
1 1
1
1
Ruimtelijke ordening
Wet beheer Rijkswaterstaatwetgeving
1
Wet op waterkering
Beleidslijn buitendijks Hbitatrichtlijn,Natuur wet en regelgeving Leggers waterschappen Milieu regelgeving
Op deze manier krijg men inzicht in wat de belangrijkste risico’s zijn waarop men zich in het ontwikkeltraject moet concentreren. In het ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ programma hebben we de risico’s uit de rapporten van interviews en eindrapportage trachten te destilleren (zie de illustratie hieboven). Hoewel er een goede start is gemaakt wat betreft de inventarisatie van risico’s, missen we nog een aantal onderdelen, zoals bijvoorbeeld een financiële risico analyse. Tevens missen we scores naar ernst en kans van optreden. 15
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________ Daarnaast hebben we uitgaande van dezelfde rapporten de onzekerheden en mogelijke oorzaken geïnventariseerd (zie figuur hieronder).
Ook hier wordt node een prioritisering gemist. Wel wordt in de interviewverslagen aangegeven hoe met de onzekerheden om zou kunnen worden gegaan. Normaal worden hier 3 typen van onzekerheden onderscheiden die elk op een andere manier aangepakt moeten worden: Onzekerheden welke via literatuurstudie of consultatie van experts teruggedrongen kunnen worden, Onzekerheden welke met modelstudies en pilots teruggedrongen kunnen worden, Onzekerheden die tijdens de ontwikkeling opkomen en waarop gereageerd moet worden. Hier helpt een goed monitoringsinstrument en het inbouwen van flexibiliteit in het procesontwerp. In de onderhavige analyse zijn de onzekerheden op deze manier ingedeeld. Een belangrijke groep onzekerheden betreft de zandwinning en zandmarktwerking. Wanneer de zandwinning de economische motor achter het ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ programma is, dan zal hier zeker aandacht aan besteed moeten worden.
16
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
6. De Business Case: Investeringen, Kosten/Baten analyse Voor het opstellen van een enigszins zinvolle kosten/baten analyse met betrekking tot een strategische concept dat ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ is, kunnen in de naaste toekomst naar ons oordeel alleen maar grove modelberekeningen worden gemaakt, waarvoor overigens dan eerst ook nog een aantal belangrijke voorstudies dienen te worden verricht. Daarvoor bevindt dit strategisch concept zich niet alleen in een nog te pril stadium, het is bovendien van een grote complexiteit. Voor het maken van deze grove modelberekeningen is het onontkoombaar dat eerst een aantal strategische vragen worden beantwoord, die met name betrekking hebben op de volgende terreinen: A. Schaal en tijdsdimensie Het betreft hier de wenselijkheid om in hoofdlijnen duidelijker zicht te krijgen op vragen als: welke dijkverhogingen en/of verstevigingen zouden er in de toekomst nodig zijn? waar bevinden die noodzakelijke dijkverhogingen/verstevigingen zich? op grond van welke aannames worden deze verwachtingen gemaakt? wanneer moeten de maatregelen worden uitgevoerd? welke investeringen/kosten zijn hiermee dan naar schatting gemoeid? welke investeringen/kosten zijn er gemoeid met het aanleggen van vooroevers/eilanden als alternatief voor de noodzakelijke dijkverhogingen/verzwaringen? hoeveel m3 zand is daar naar schatting voor nodig? B. Zandwinning Het betreft hier de wenselijkheid om – ook hier weer in hoofdlijnen – duidelijker zicht te krijgen op de economische en markttechnische dimensies van de zandwinning in Nederland met o.a. vragen als: welk soort soort zand(winning) heeft de markt nodig? waarvoor (toepassingen) en waar? wanneer (geschatte behoefte in de tijd, bijvoorbeeld de komende 20 jaar)? in welke mate wordt de markt gestructureerd/beïnvloed door het huidige wettelijk kader? hoe ziet de keten van zandwinning er qua prijsopbouw uit (wat is het ‘business model’ van de bedrijfstak)? biedt zand uit het IJsselmeer alternatieve mogelijkheden voor huidige en toekomstige marktbehoeften (zowel in kwalitatief als prijstechnisch opzicht)? is de benodigde technologie daarvoor beschikbaar? Het lijkt ons verstandig om die – zij het grove – modelberekeningen te maken, aangezien uit de interviews bij de sceptici (en daartoe behoren naar onze indruk een aantal belangrijke stakeholders) duidelijk naar voren is gekomen dat men daarover inzicht wil hebben (‘is zo’n megaproject nou wel nodig?’, ‘wat is nou werkelijk de maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van het verhogen en/of versterken van de dijken?).
17
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________ Daarnaast is het essentieel dat er een aansluiting gevonden kan worden bij bestaande initiatieven van anderen, om op relatief korte termijn pilots uit te voeren die conceptmatig passen in het strategisch idee van het projekt ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ en die de mogelijkheid bieden om de business case van het idee op praktische gronden verder inhoud te geven en de maatschappelijke meerwaarden op de kortere termijn definiëren.
18
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
7. Conclusies en aanbevelingen 7.1 Conclusies Als een eerste verkenning van de waarde van een strategische concept dat ‘IJsselmeergebied zoekt verdieping’ is, heeft de huidige aanpak naar onze opvatting goed voldaan, maar in een volgende fase zal het project nog systematischer en zo scherp mogelijk in kaart moeten worden gebracht. Het inbrengen van de thans beschikbare informatie in het Innovatie Management Cyclus model en het Plan van Aanpak dd. 19 mei 2004 bieden daarvoor een uitstekende basis.
7.2 Aanbevelingen De belangrijkste aanbevelingen die wij willen aanreiken, zijn: breng nog duidelijker de belanghebbenden (‘stakeholders’) in kaart met betrekking tot het project en orden deze naar volgorde van prioriteit; deze inventarisatie van belanghebbenden hoeft zich overigens niet te beperken tot degenen die tot op heden bij het idee zijn betrokken. Integendeel, wij verwachten dat er een aanpassing/uitbreiding van het aantal belanghebbenden zal plaatsvinden. Deze scherpere inventarisatie zou op basis van de huidige informatie redelijk gemakkelijk kunnen plaatsvinden door een klein team van Rijkswaterstaat en ARCADIS met toepassing van het IMC model. stel vast welke waardeproposities er voor de belangrijkste van deze stakeholders spelen in relatie tot het project, en orden ook deze naar prioriteit; stel vast welke ‘attributen’ (kenmerken van, cq. te stellen eisen aan het project) inhoud geven aan deze waarde proposities. Ook hier moet worden getracht om deze attributen/functionaliteiten steeds weer te voorzien van het relatief belang ervan bij het inhoud geven aan de waarden/belangen van de stakeholders; voer een nader uitgewerkte risico- en onzekerheidsanalyse uit op basis van de thans beschikbare informatie; maak op redelijk korte termijn (grove) modelberekingen die zicht geven op de maatschappelijke en economische dimensies van het strategisch concept als alternatief voor dijkverhoging/dijkverzwaring. start een aantal pilots die het strategisch idee op praktische wijze kunnen illustreren en waarmee nieuwe kennis, ervaring en inzicht wordt verworven (zowel inhoudelijk als procesmatig). Hanteer bij de keuze van de pilots duidelijke criteria, zorg voor een professionele projectdefinitie/plan van aanpak waarbij met name helder de rol/bijdrage van de betrokken partijen is vastgelegd en duidelijke afspraken worden gemaakt over de inhoud van de externe communicatie daar waar het de doelstellingen van de inbreng van RWS betreft.
19
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
Bijlage 1 A. waardemappen overheid als beleidsmaker
20
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
-1 C Waterpeil
Waardepropositie: Riskant veranderingen, twijfel
B Afwatering 1 I C Genereren korte termijn baten B Betrokkenheid/draagvlak
1 4
1 1
B Veiligheid
1
Zand van slechte kwaliteit brengt kosten van slibscheiding met zich mee?
B Recreatie C verdieping minder slibopwerveling helderde water
1 1
Issue: in hoeverre verstoren deze hoeveelheden zand de mark?
C Zandwinningaanbod
1 1 9. VROM DG ruimte
Alternatieven veiligheid: peilverlaging of aanleggen van vooroevers
1 1
B Economische voordelen
-1 1 C Zoet/zout gradient waddenzee? B Ecologie vissen
habitat regeling is conserverend geformuleerd. dit kan averechts werken voor gewenste ontwikkelingen
1 C Verdieping 1
B Ecologie vogels
Nota ruimte
C Voldoen aan Vogel- en habitat regeling
Waardepropositie: sceptisch, hoge kosten.
-1
B Veiligheid
C NH bij Oostenwind scheefstand
-1
5
C Voorlanden steeds vaker onder water -1 13. HHNK
5
1
B Afwatering
-1
C Hoog peil ijsselmaar
B Betrokkenheid/draagvlak
1
C Communicatie
21
Geen behoefte aan actieve betrokkenheid
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
B. waardemappen overheid als beheerder
22
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
23
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
1
B Veiligheid 4
-1
1 Onderzoek effect vooroevers op veiligheid
1 -1
1 B Recreatie 10 LNV-DRZ West
C Vooroevers
1
C vermindering aantal vaarhectares
1 1 1 B Ecologie vissen
Eesrte reactie: steigeren bij het idee
C verdieping minder slibopwerveling helderde water -1 1
1 B Ecologie vogels
C Aangewezen als EHS gebied 1
C Voldoen aan Vogel- en habitat regeling
C. waardemappen belangengroepen
24
Gebied moet mooi en goed gebied blijven
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
B Betrokkenheid/draagvlak
Waardepropositie: veiligheid en ecologisch IJsselmeer interessanter maken (uitdiepen/vooroevers/verbetering waterkwaliteit) en waterkwaliteit voor 1
1 B Veiligheid
1
B Recreatie
17 IMSA
Denk na over combinatie autobanden als rif en wegvangen slib
-1
11
I C Gebruik autobanden
C Vooroevers
1 B Economische voordelen
C Aanleg eilanden
Doorbreek taboes, laat je niet afschrikken door vogel en habitatrichtlijn. Soorten die voorkomen horen bij verstoord gebied
1 B Ecologie vissen C verdieping minder slibopwerveling helderde water
1
B Ecologie vogels
C Voldoen aan Vogel- en habitat regeling
25
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
D. waardemappen bewoners Zeer grootte dijkhoogte verstoort contact tussen oude land en ijsselmeer C Vooroevers
1
Waardepropositie: Zand ten behoeve van de bouwopgave van 40000 woningen en grotere veiligheid buitendijkse gebieden
1
B Veiligheid 1
1
Gaat echter om zeer veel zand, verstoring van markt?
C Zandwinningaanbod 1
1 B Recreatie
1
Effect grotere waterkolom voor activiteit slib?
1 C1 verdieping minder slibopwerveling helderde water
B Economische voordelen 3. Gemeente Almere
1 1 B Ecologie vissen
1
1
C Voldoen aan Vogel- en habitat regeling
Verdieping voor slibproblematiek niet duurzaam. na 10 jaar weer terug bij af
1 B Ecologie vogels 1
B Betrokkenheid/draagvlak
C Natuurlijker situatie voor gebied
C Terugkomst driehoeksmossel 1
C Goed contact RIZA en RDIJ
26
relatie natuur en verdiepen ??? fasering daarom belangrijk!
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
27
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
E. waardemappen economische actoren
Domeinheffing voor winnen ophoogzand op Noordzee lager dan voor winning in ijsselmeergebied
Verwacht niet dat zandwinning een en ander kan financieren
C verdieping minder slibopwerveling helder water 1
Waardepropositie: Locatie voor Zandwinning in IJsselmeer kan interessant zijn. P.M. : Markermeer niet interessant voor zandwinning vanwege hogeslibgehalte C Zandwinningaanbod bodemmateriaal 1
Zand van slechte kwaliteit brengt kosten van slibscheiding met zich mee?
1 24. Smal Bouwgrondstoffen
Alleen betrokkenheid wanneer met pilot gestart wordt
B Economische voordelen1
C Creeren wijk op hoogte
28
Verspuiten van zand kost 1 a 2 euro per m3
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
29
Project IJsselmeergebied zoekt verdieping -
eindrapportage dd.10 december 2004
___________________________________________________________________
Bijlage 2 A. geraadpleegde bronnen Rapportage aan het WINN bestuur: ’IJsselmeergebied zoekt verdieping’ Fase: hydraulische verkenning 26 november 2004 Rapportage aan het WINN bestuur: ’IJsselmeergebied zoekt verdieping’ Plan van Aanpak 19 mei 2004 ‘Waardering van Natuur, Water en Bodem in Maatschappelijke Kosten Baten Analyses’ Een handreiking ter aanvulling op de leidraad OEI Witteveen & Bos 1 december 2004 Een 24-tal verslagen van interviews met belanghebbenden die door ARCADIS in april/mei en oktober 2004 werden uitgevoerd. Diverse powerpoint presentaties (november 2003, juni en november 2004), zoals die door de heren R. Roosjen en R. Westphal werden gegeven. Diverse websites (o.a. RWS, VROM, Deltametropool, IMSA, Vereniging tot behoud van het IJsselmeer)
B. overig Deelname aan de workshop van 2 november 2004 Overlegsessies met de heren R. Roosjen en R. Westphal.
30