Ontwikkeling “smart” gevel A2 2002 - 2003:
PROJECT AUBADE TE TILBURG
Bijlage 1: Vooronderzoek “smart” gevel
Datum: 23 januari 2003 Docenten: Dhr. Vink Dhr van den Bogaard Dhr. Van Schaik Vak: Generieke opdracht A1 – A2
Student: Frank Kusters Bas van Montfort Dennis Schoenmakers Philip Piessens Studentnummer: 202271 202291 992328 202299 Differentiatie: Volkshuisvesting Volkshuisvesting Constructie Bouwtechniek
Jack van den Broek 202215 Bouwtechniek
Bob Walrave 992359 Architectuur
Dunja Timmermans 992344 Architectuur
Inleiding: In dit onderzoek hebben we ons gericht op 2 verschillende aspecten. Namelijk op een literatuur onderzoek en een onderzoek naar referentie projecten. Dit hebben we gedaan om op deze manier betere ideeën te kunnen ontwikkelen voor SMART gevels en natuurlijk om een beter programma van eisen te kunnen vormen. We ons verdiept in verschillende bronnen: De architect, De Detail in de Architectuur, Bouwwereld, Bouwen met staal, Internet, de Jellema, en de mediatheek.
De architect 2002; maart:
Referentie Projecten: Hieronder zullen enkele eventuele mogelijk toepasbaar gevelsbeelden voor onze SMART-gevel volgen.
De architect: Februari 2002: MVRDV, Hier zijn allemaal identieke woningen te zien, het enige verschil is de gevel bekleding. Opvallend aan deze ontwerpen zijn dat het gehele gebouw met een en hetzelfde materiaal is bekleed. Voorbeelden hiervan zijn gevelbekleding van dakpannen, lei-stenen en aluminium platen.
Gevel in de vorm van een mosgordijn. Dit om aan te geven hoe breed je kunt denken. Je moet je niet laten limiteren door jezelf grenzen op te leggen.
In deze gevel zijn verschillende soorten glas verwerkt, zoals groen, mat, gewoon wit etc. Dit zorgt voor een speels effect. Dit in de combinatie met hout verhoogt het de complexiteit. (het is in wezen een simpel gebouw)
De architect 2002; april: De architect 2002; juni: MVRDV; Silodam, Een veelvoud van woning typologieën. Een heel andere manier van aanpakken. Hier wordt gespeelt met allerlei oplossingen en deze worden gecombineerd in een gevel.
Lamellen in de vliesgevel verwerken. Dit geeft een zeer mooie belevingswaarde aan de binnenkant en een fraai uiterlijk aan de buitenkant.
Stalen geperforeerde platen met daarachter een glazen vliesgevel. Dit geeft zeer goede voordelen: • Goede zon, wind en geluidswering • Patronen mogelijk • Lange levensduur • Goede lucht door- latendheid Glazen gevel met daarachter geperforeerde stalen platen. Ideaal voor geluidswering. En het geeft een strak uitlijk.
De architect 2002; October:
De architect 2002; september:
Een zeer bijzondere uitstraling wordt ook bereikt door de gevel te bekleden met staalplaten. Het geeft een spel van schitteringen en reflecties.
Contrast: Relatie tussen binnen en buiten.
Contrast: Relatie tussen open en gesloten. Contrast: Combineren van oud en nieuw.
Het nieuwe bouwkunde gebouw van de TU/e. Een mooie variant van een vliesgevel. Een patroon gezeefdrukt op de glazen platen.
Een klassieke combinatie van hout en glas zorgt voor een betrouwbare uitstraling die in harmonie gaat met de natuur.
De architect 2002; november: Een gevel opgebouwd uit lichtkoepels. Dit geeft bij nacht spectaculaire effecten zoals hier te zien is. Bij dag echter is het een grauw geheel.
Deze organische vorm van het nieuwe concert hal in Breda straalt dynamiek uit. Mede door het oneffen oppervlak van de bekleding en de naden hierin.
Nog een variant met een stalen rooster voor de gevel. Alleen in dit geval zijn de roosters vervangen door stalen geweven neten welke kan bewegen, dit geeft hierdoor natuurlijk zeer spectaculaire schitteringen.
Dit gebouw is gebouwd aan de hand van kant-en-klaar beschikbare materialen. Hier is gebruik gemaakt van energiezuinige en ecologische materialen, die tevens een robuust karakter en een lange levensduur hebben.
De detail in de Architectuur: Detail in architectuur 2001; december
Op de foto hiernaast hebben ze aan materialen gebruik gemaakt van: zakken gevuld met een mengeling van zand, kalk en cement. Voor de kolommen eronder zijn schanskorven gevuld met beton.
Mercator gebouw in Nijmegen.
Hier is gekozen voor een betaalbare klimaatgevel. Dit hebben ze gedaan door te kiezen voor een nieuw type vliesgevel. Een bestaande vliesgevel is opgebouwd uit een buitenspouwblad van isolatieglas, vervolgens een geventileerde luchtspouw en een binneblad van (veiligheids-) glas. Bij dit gebouw hebben ze het glazen binnenspouwblad vervangen door een translucent doek. Door op een verstandige manier het trappenhuis en sanitaire ruimten op het zuiden te hebben geplaatst dienen deze als een warmtebuffer. De ramen in de oost- en westgevel hebben aan de buitenzijde een vaste zonwering. De ramen in de noordgevel hebben helemaal geen zonwering.
Op de foto hiernaast is een andere gevelopbouw te zien. Hier is gebruik gemaakt van strobalen welke tussen een houten stijlwerk staan. Gegalvaniseerde stalen golfplaten en geperforeerde metalen sluitstukken beschermen tegen weersinvloeden., zorgen voor voldoende ventilatie en houden knaagdieren en insecten buiten.
Detail in architectuur 2002; mei Kantoorgebouw Amsterdam.
Detail in architectuur 2002; maart Woonhuis en kantoor in Londen.
Het is een standaard kantoorgebouw kantoortuintype indeling. Over de gehele een eigentijdse gevelbekleding van keramiektegels. Om het verkeerslawaai weren, is een vliesgevel aangebracht. opgebouwd dat zoveel mogelijk daglicht Hierdoor ontstaat een klimaatbuffer die de kantoorruimten aanzienlijk
met een gebouwhoogte toont antracietkleurige en uitlaatgassen te De vliesgevel is zo kan binnentreden. het energiegebruik in terugdringt.
Voorbeeld van een klimaatgevel: Door de klimaatbuffer de diepte van een balkon met bijbehorende prefab vloer te geven, ontstaat een bruikbare serre. De serres zijn voorzien van een eenvoudig, slim ventilatiesysteem dat de buitenlucht filtert en een luchtstroom op gang brengt. Voor de zonwering is uitgeweken naar een efficiënte oplossing. Verdiepingshoge naturel grenen louvredeuren kunnen voor de oven hoge glasopeningen in de gevel geschoven worden. Ook als de glasdeur open staat wordt de zon geweerd en de lucht doorgelaten. 1 draaikiepraam 2 glaslammelen
3 draaikiepraam
Principe klimaatgevel: De volgende pagina is met behulp van tekeningen uitgelegd hoe een standaardprincipe klimaatgevel is opgebouwd. Helemaal onderaan staat één mogelijke uitwerking van een klimaatgevel, welke als een voorbeeld dient.
4 zonwering 5 doorvalbeveiliging 6 brandwerende panelen 7 gevelafwerking
Buiten
Binnen De lucht uit de kantoren wordt via de spouw tussen de glasplaten afgezogen.
De buitenlucht vormt een buffer tussen binnen en buiten. De werking berust op natuurlijke principes.
Dit is een combinatie bovengenoemde typen.
van
8 roestvast stalen rooster 9 veiligheidsglas 10 vast glaspaneel
Literatuuronderzoek: Hierin zal een onderzoek volgen over verschillende gevelsystemen uit verschillende literatuur. Met korte uitleg over de kenmerken, de principes en daarbij bij elke gevelsysteem een conclusie of het echt bruikbaar is voor ons project.
Onderzoek uit De Bouwwereld: Tweede huid rondom een kantoorgebouw: Met een tweede huid rondom een kantoorgebouw is binnen een krap budget een hoog dubo-niveau te behalen. Door de tweede huid te combineren met een hybride ventilatiesysteem is het mogelijk om op installaties te besparen en toch een goede energieprestatie verwezenlijken. Het referentie project wat hiervoor gebruikt is, is Servicecentrum Oost in Enschede dit gaat onderdak bieden aan twaalf maatschappelijke instellingen. DAAD Architecten uit Borger ontwierp een compact en open gebouw waarin de verschillende gebruikers elkaar regelmatig ontmoeten, met name door een gezamenlijke kantine, verkeersgebieden en tuinen en een grote vide die doorloopt over alle verdiepingen. Het rechthoekige, drielaagse gebouw is qua bouwsysteem vrij simpel. Het is opgebouwd uit prefab betonnen kolommen, prefab betonnen vloeren en prefab betonnen gevelelementen, gecompleteerd met binnenwanden die in metal stud en een in het werk gestorte kern die de liften en toiletten en dergelijke bevatten. De betonnen gevelelementen zijn bekleed met isolatie en eenvoudige – niet waterbestendige - buitenbeplating (eterboard). De ramen uitgevoerd in blank gelakt gevingerlast lariks, zitten in de langsgevels op een stramien van 1,80 m.
Dit materiaal gebruik is alleen mogelijk omdat Erik de Leeuw van het ontwerpende DAAD Architecten er voor koos het om het gebouw te voorzien van een tweede huid van enkel glas. Daarmee lost hij het probleem op van de geluidhinder van de Gronausestraat die langs de noordzijde van het kantoor loopt, maar kon hij ook op relatief goedkope wijze doelstellingen op het gebied van duurzaam bouwen verwezenlijken. De tweede gevel maakte namelijk een hybride ventilatiesysteem mogelijk en draagt er in belangrijke mate aan bij de EPC uitkomt op slechts 1,2 terwijl het gebouw uitsluitend voorzien is van een standaard cv-installatie. De glazen huid is opgehangen op een afstand van 300mm afstand van de gevels. Deze afstand maakt het mogelijk om de binnenkant van de tweede huid vanuit de geopende draaikiepramen te wassen. Ook is deze afstand nodig om de binnenste gevel droog te houden. De gevel is namelijk opgebouwd uit horizontaal geplaatste stroken glas die met een aluminium profiel als een soort potdekselwerk aangebracht zijn. De verticale naden tussen de glasplaten zijn open stuiknaden, waar dus enig water door kan slaan. Eigen maatvoering Het grootste deel van het glas in de tweede huid is gematteerd. Alleen ter plekke van de ramen in de binnengevel is het glas volledig transparant. Raam en transparant glas liggen echter niet precies in elkaars verlengde omdat de betonnen gevel en de tweede huid elk een eigen maatvoering hebben. Zo krijgen de gevels behouden de twee gevels hun eigen karakter en zo is een mooi grafische gevel gecreëerd. De tweede huid staat op een gemetselde borstwering met een eigenfundering. De dragende verticale L-profielen zijn met afstandhouders aan de kantoorgevel bevestigd. De luchtspouw is bovenin afgesloten door een grote dakoverstek. Op de zuidkant hangt er een zonwering in de spouw. Ter plekke van de ramen zijn hierin een soort louvre-delen opgenomen die in de zomer open gaan om de lucht in de spouw niet te veel op te laten warmen. Ventilatie De lucht uit de spouw wordt gebruikt voor de ventilatie van het gebouw. Dit is mogelijk door een hybride ventilatie systeem (een combinatie van mechanische afzuiging en natuurlijke ventilatie). Om trek te creëren zijn bovenin de vide van het gebouw vier grote ventilatoren geplaatst. In de wanden tussen de gangen en in de langs de gevel liggende kantoren zijn luchtroosters aangebracht, terwijl boven de ramen in de gevels elektronische gestuurde ventilatieroosters zijn geplaatst.
Prefab sandwichpanelen met uitstraling van natuursteen:
Zonnestroompanelen in gevelconstructies:
De buitenbladen van de sandwichpanelen ogen als natuursteen. Om dat te bereiken is het beton voorzien van een toeslag van natuursteen in combinatie met kleurstof. Overigens bepaalt niet alleen de blauwe kleurstof het uiterlijk van de buitenbladen. De variatie in grond zorgt voor kleurnuances in de buitenbladen, die bovendien zijn gepolijst om het gebouw reflecterende gevels te geven. De architect wist de expressiviteit daarnaast te vergroten door de ramen diep in de buitenbladen terug te leggen: ‘ Zo ontstaat in de gevels spanning tussen licht en schaduw’ . De bouwtijd mocht de zes maanden niet overschrijden. Daarom zijn de gevels en veel andere onderdelen van het kantoorpand gerealiseerd met prefab producten.
Een zonnestroomgevel geeft meerwaarde aan een gebouw. Voorwaarde is wel, dat de gevel goed oogt maar ook bouwkundig functioneert zoals het hoort. Zowel in de zonnestroom- als in de bouwbranche zijn diverse partijen actief om de esthetische en kwalitatieve eisen op elkaar af te stemmen. - Voordelen: Goed voor het milieu Maatwerkpanelen naar wens Ontwerp vrijheid - Nadelen Nog steeds erg prijzig Nog niet rendabel
Dak en gevel van één materiaal:
Alphaton keramische gevelbekleding: -
Materialen van: - kalzip - houten shingels - golf platen - keramische pannen - polyurethaan (groen en blauw) Voordelen: - apart gevel systeem - 1 materiaal nodig - 1 maatvoeringsysteem Nadelen: - niet toepasbaar voor ons project - lange levensduur - veel onderhoud
-
Keramische gevelbekledingssysteem met een geventileerde onderconstructie geschikt voor toepassingen in woningbouw, utiliteitsbouw en industrie. Het systeem is in nieuwbouw en renovatie toepasbaar, zowel hoog- als laagbouw. Snelle montage Onderhoudsvrij De keramische gevelbekledingspanelen zijn vervangbaar
Tonality keramische gevelbekleding: -
Gevelbekledings systeem met een geventileerde onderconstructie geschikt voor toepassingen in woningbouw, utiliteitsbouw en industrie. Het systeem is in nieuwbouw en renovatie toepasbaar, zowel hoog- als laagbouw snelle montage onderhoudsvrij, door de antistatische eigenschappen van de gevelbekleding wordt vuil niet aangetrokken en blijft het schoonmaken van de gevel tot een minimum beperkt de keramische gevelbekledingspanelen zijn vervangbaar
Isolerende borstweringspanelen teruggebracht tot de dikte van isolerende beglazing zonder afbreuk te doen aan de isolatie waarden. Meer informatie op www.boetker.de
De gevel opgebouwd uit lamellen bevat een grote glazen pui. De lamellen dienen als zonwering. De pui kan open en niemand kan binnenlopen. Bovendien kunnen de lamellen wegklappen. Dit gebeurd volgens het principe van een 2-delige vouwdeur maar dan horizontaal. Bij opening “fungeren” de lamellen als zonwerende luifel.
Bron: Bouwwereld nr 19 (4 nomvember 2002)
Bron: Bouwwereld nr. 11 (3 juni 2002)
Vakupaneel:
Gevelvullend hsb-element rukt op in utiliteitsbouw: Er worden in de utiliteitsbouw steeds vaker hsb-elementen gebruikt voor de gevel te sluiten. Dit komt door de volgende voordelen: • Prefabricage • Grote vormvrijheid • Ook hangend te monteren • Grote variatie mogelijk in opbouw • Akoestisch, thermisch en brandwerend op elk gewenst niveau te realiseren • Sterk en stijf te maken • Vrijwel elk gevelmateriaal is er aan te bevestigen. Rabat, stalen damwand, keramische tegels koper, zink etc. Nadeel / beperking: • Transport Utiliteitsbouw moet gebruik maken van hoge elementen met een max breedte van circa 2,8 m Om het transportprobleem en de montage snelheid te vergroten worden er vaak elementen gebruikt die 2 verdieping hoog zijn. Dit betekend dat de elementen onderling gekoppeld moeten worden (in de breedte). Een voorbeeld hiervan is de halfhoutse aanslag met dichtingsband. Stijlen van hsb elementen lopen achter raamvlakken door. Is dit gewenst? Technisch uiterlijk? Er worden steeds meer randvoorwaarden gesteld aan het toepassen van de geperforeerde dampdoorlatende folies. Beter is het toepassen van de veel dampopener spinvliesfolies. Een geperforeerde folie mag in principe alleen nog maar worden toegepast met een luchtspouw erachter. Eventuele wandcontactdozen moet volledig worden afgeplakt om luchtlekken te voorkomen Uit onderzoek is gebleken dat de pe folie aan de binnenzijde van de constructie in enkele gevallen weggelaten kan worden. Luchtdichtheid is belangrijker dan dampdichtheid. Condensatieproblemen worden veroorzaakt door luchtlekken. De naden tussen luchtdichte beplating (triplex of OSB) dienen goed afgetapet te worden. Deze opbouw vraagt wel een goede dampopen waterkerende afwerking aan de buitenzijde (spinvliesfolie) Bron: Bouwwereld nr 16 (23 september 2002)
Gevelvariatie met glazen U-profielen: Het gebouw van de waterpolitie en Rijkswaterstaat Een structuur van stalen kolommen, betonnen vloeren en gevelvullende hsb-elementen. Door de korte bouwtijd is gekozen voor een droge systeembouwmethode. De gevel is bekleed met glazen U-profielen en kalzip. Een kitvoeg zorgt voor de water en luchtdichtheid van de glazen U-profielen. De vlakke gevel is relatief eenvoudig schoon te houden. Maximale lengte U-profielen 6,5 meter. Wel tussensteunpunten nodig (constructief, windbelasting) Binnen en buitenblad uitgevoerd in U-profielen. Twee U-profielen zorgen voor in elkaar geschoven holle elementen. Uprofielen uitsluitend gebruikt als buitenspouwblad. Binnen een hsb-element toegepast. U-profiel doorzichtig Æ eisen aan “buitenafwerking” hsb-element. De buitenplaat mocht niet te donker zijn om grote opwarming van het binnenspouwblad te voorkomen en niet te licht om niet elk vuiltje in de spouw op te laten vallen. Bron: Bouwwereld nr 15 (9 september 2002)
Omgeving inspireert tot nieuwe geveltechniek: Een villa opgebouwd uit wanden van “dozen” van gaasmatten gevuld met lavastenen en uit houten lamellengevels. De lavastenen hebben met een geventileerde steenmassa met accumulerend vermogen in de zomer ook een warmtetemperende werking. Achter de dozen bevind zich isolatie met EPDM. De dozen zijn voor de sterkte voorzien van een soort inwendige vakwerkligger.
niforme bevestiging PV-panelen drukt kosten: De montage van PV panelen op hellende daken blijkt een dure aangelegenheid te zijn. Bij de ontwikkeling van een nieuw systeem was een belangrijk uitgangspunt: Zorg dat er niets op het dak komt waar bouwkundige twijfels bestaand en leg de verantwoordelijkheid op de juiste plaats. Een houten dakdoos vormt de basis. Aan beide zijde voorzien van een plaatmateriaal en binnen voorzien van minerale wol isolatie. Buitenplaat voldoende dik om te zorgen voor voldoende “vlees” voor de bevestiging van aluminium strips. EPDM folie loop door op de kopse kanten van de elementen. Bij de bevestiging van aluminium strip is met veel zaken rekening gehouden. • Strips voorzien van zelfklevende EPDM Æ vochtdichting • Achter de schroefkop een neopropeen ring Æ vochtdichting • Schroefgaten groter dan schroefschacht Æ thermische uitzetting • Aluminium profielen ten hoogste 2 m lang en met 5 mm speling bevestigd. Æ Thermische uitzetting. • Profieldoorsnede zodanig dat er bevestigingsclips in kunnen vastklemmen Æ uitvoeringstechnisch (clips indrukken en kwartslag draaien en gelijk vast.) Ingebouwd vocht dient voorkomen te worden. Als extra veiligheid is tussen de binnenhuid en de isolatie hygrodiode, een n speciale vochtregulerende folie aangebracht. Deze folie is waterdampdoorlatend in de warme zomerperiode. (meer over deze folie in bouwwereld 7 van 26 maart 2001, p 33). Hiernaast is kierdichting en overlapping van dampremmende folie zeer belangrijk. Bron: Bouwwereld nr. 10 (21 mei 2002)
Beschilderd doek als gevelafwerking: Er stond vast dat er een doek gebruikt werd als gevelafwerking. Voor de architect de taak een constructie te ontwerpen waarop doeken te bevestigen waren en geen gevel. De constructie werden kolommen met staalplaten en binnendozen. Een eis was echter dat het doek 70 cm van de gevel af moest blijven. Dit is gedaan met een buisconstructie. Bron: Bouwwereld nr. 8 (22 april 2002) Passieve zonne-energie met transparante isolatie (TI) Transparant of translucent isolatiemateriaal (TI) bestaat in 2 uitvoeringen: • Als vulling voor isolerende dubbele beglazing • Als isolatiemateriaal voor massieve buitenmuren Okalux is een product dat bestaat uit dubbelglas met vulling van transparante isolatie Sto Therm is een transparant isolatiemateriaal voor massieve muren www.sto.de Transparante isolatie kan gebruikt worden voor lichtinval te krijgen in ruimtes. Transparante isolatie kan ook voor dichte gevels geplaatst worden. Het is de bedoeling dat het ervoor zorgt dat de warmte naar binnen keert en opgenomen wordt door de gevel (accumulatie) Bron: Bouwwereld nr. 4 (22 februari 2002)
Bouwkunde krijgt variant op klimaatgevel: Het oude scheikunde gebouw van de TU Eindhoven is gerenoveerd. Hier heeft men een klimaatgevel toegepast. De belangrijkste kenmerken zijn een geïsoleerde rolluik aan de binnenzijde van de glazen gevel en de zeefdruk op het glas. De zeefdruk was niet de eerste keuze van de architecten. Eerst wilde men groene delen in de gevel realiseren met profilit, een groen U-vormig glazen plankdeel. Hun eigen ontwikkeld gevelsysteem ging uit van twee U-vormige planken tegen elkaar met transparante isolatie (moniflex) ertussen. Dit wilde echter geen enkele aannemer maken. Bron: Bouwwereld nr 1 (11 januari 2002)
Doorlopende gevels met meerdere functies: Kantoren, woningen en een parkeergarage lopen door achter één vliesgevel. Dit is gedaan om eenheid uit te stralen. De gevel is opgebouw uit verticale C profielen die t.p.v. de vloer bevestigd zijn. Op deze C profielen zijn gepotdekselde delen geplaatst. Deze delen bestaan uit gehard glas met een screening. Bij de parkeergarage is staalplaat gebruikt. Bij de kantoren en woningen is gebruik gemaakt van een hsb binnenspouwblad. Bron: Bouwwereld nr. 2 (25 januari 2002)
Glazen gevels gunstig voor EPC: De gebouwen van de Hightech Campus van Philips krijgen glazen gevels. De kantoren van tegenwoordig hebben te maken met een hoge interne warmtelast die koeling in de zomer vrijwel noodzakelijk maakt. Toch is het gebruik van passieve zonne-energie in de winter en in de vroege ochtend gewenst. Goede zonwering dient in de zomer de warmte buiten te houden. Op de oost en westgevel heeft de architect gebruik gemaakt van langs elkaar schuivende lamelpanelen. Op de zuidgevel is het principe van een gebouwhoge serre toegepast. Hierin zijn de trappen en liften geplaatst. Zo is het niet nodig gaten in de vloeren te maken. Daarnaast is het toepassen van een serre gunstig voor de EPC. Als zonwering is gebruik gemaakt van draaibare lamellen. De reiniging gebeurt door een hoogwerker die langs het gebouw kan rijden op een verharde strook. Bron: Bouwwereld nr 8 (22 april 2002)
Klimaatgevel voorkomt scheuren in metselwerk: Als er in een renovatie project aan de binnenzijde extra geisoleerd wordt heeft dit gevolgen voor de gevel. Dit houd in dat het binnenklimaat geen invloed meer uitoefent op de gevel. Dit is niet het geval bij een klimaatgevel. Bij deze klimaatgevel wordt het bestaande glas vervangen door dubbelglas, aan de binnenzijde worden deuren met enkel glas geplaatst. De afgezogen ventilatielucht wordt langs de ontstane luchtspouw gevoerd. Zie plaatje. De deuren hebben het voordeel dat ze in de zomer open kunnen en er zo natuurlijke ventilatie kan plaatsvinden. Aandacht voor condensatieproblemen in de spouw!!!!
Bron: Bouwwereld nr 8 (22 april 2002)
Materialen voor de toekomst: Nieuwe “toekomstige” materialen. Zijn deze nodig Æ weinig info !! www.materia.nl Bron: Bouwwereld nr 13 (8 juli 2002)
Onderzoek uit het boek De Intelligente gevel: Analyse onderverdeling gevelsystemen: Naarmate een gevel meerdere functie krijgt te vervullen, kan de complexiteit groter worden, vooral als die functies beïnvloedbaar moeten zijn door de gebruiker. De meest eenvoudige gevels zijn niet meer dan een klimaatscheiding eventueel met de mogelijkheid van uitzicht. De gebruiker kan de werking niet beïnvloeden. Het wordt al complexer als er openbare ramen of zonwering wordt toegepast. Over het algemeen kan er in een gevel onderscheid gemaakt worden in het aantal lagen dat ze hebben, de plaats van de zonwering en de manier van ventilatie. Afhankelijk van de bovengenoemde aspecten kunnen we 5 gevelsystemen onderscheiden: • • • • •
Autonoom systeem Additief systeem Geïntegreerd systeem Dynamisch systeem Intelligent systeem
Autonoom systeem: Gevels met een autonoom systeem werden tot voor kort veelvuldig gebouwd. Functies van deze gevels hebben alleen betrekking op klimatiseren, waarbij het gewenste binnenklimaat afhankelijk is de hoeveelheid klimatisering. Bij dit systeem wordt de klimatisering in een kantoorgebouw vaak gerealiseerd door zonwerende beglazing. Er moet nog steeds een klimaatinstallatie aan te pas komen voor het gebouw te klimatiseren. Vroeger werd enkel glas toegepast met een λ-waarde van 5,6 W/m². Door de energiecrisis en de daaruit volgende hoge gasprijzen wordt er nu meerbladig glas gebruikt met een spouw ertussen, die een λ-waarde van 0,6 W/m² heeft. Functie: - werende/doorlatende functie - scheiding binnen / buiten Klimaatbeheersing gebeurt m.b.v. een klimmaatinstallatie, vanaf centrale verwarming met mechanische afzuiging tot volledige klimaatbeheersing. Materiaal gevel: vroeger enkel glas, nu dubbel glas. Dichte deel; vele materialen, baksteen, beton, staal, hout, aluminium, isolatie met pleisterwerk, enz
Voordelen: Grote warmteverliezen zijn gereduceerd (HR-glas) Nadelen: - Zontoetreding en helderheidwering niet opgelost. - Installatie moet nog steeds al het werk doen -
binnen
buiten
schema autonoom systeem
binnen
buiten
schema additief systeem
vaste uitwendige zonnewering
Additieve systemen: Een Additieve gevel is een gevel vaak uitgerust met extra voorzieningen om de invloed van het buitenklimaat op het binnenklimaat te temperen of enigszins te verminderen. Meestal gaat het om zonwerende voorzieningen die overmatige instraling van zonnewarmte moeten tegengaan en verblinding door direct zonlicht moeten voorkomen. Het binnenklimaat wordt ook nog steeds grotendeels bepaald door de klimaatinstallaties, die zorgen voor verwarming, koeling en ventilatie. Hierin in onderscheid te maken in vaste en beweegbare zonwering, en tussen zonwering voor, ‘in’ of achter de gevel. Vaste uitwendige zonwering: Hierbij valt te denken aan aluminium lamellen, houten panelen. PV zonnecellen als zonnewering, enz.
zonnestraling in de winter door de lage zonnestand naar binnen wordt weerkaatst. Bijvoorbeeld kunststof profielen, prisma’s of aluminium lamellen die zijn ingebouwd in de glasspouw. Voordelen: - Niet onderhoudsgevoelig; - Niet onderhevig aan weersinvloeden; - Vaak wel een bewegingsmechanisme dus kwetsbaar. - Zon kan in de winter ver in het vertrek komen. Nadelen: - Er wordt niets met de verwarmde lucht in de glasspouw gedaan.
Voordelen: - Effectief, doordat de door de zonwering opgevangen straling door convectie weer aan de buitenlucht wordt afgegeven. Nadelen: - Het systeem is permanent aanwezig, dus ook op momenten als de zon niet schijnt en dan zal de zonnewering de lichttoetreding belemmeren. - Door de plaatsing aan de buitenkant is de zonnewering onderhevig aan: o Weersinvloeden; o Vervuiling; o Vandalisme. Dit systeem is hierdoor zeer onderhoudsgevoelig. Vaste inwendige zonwering: Omdat een zonweringsysteem inwendig veel minder onderhoudsgevoelig is, worden hier nagenoeg geen vaste systemen toegepast. Wel zijn er toepassingen waarbij de zonwering tevens dient om het licht te reflecteren. Er kan een lichtplank worden toegepast, zodat het directe licht via deze lichtplank en het plafond tot diep in de ruimte kan worden gebracht. Voordelen: - Niet onderhoudsgevoelig; - Niet onderhevig aan weersinvloeden; - Geen bewegingsmechanisme dus niet kwetsbaar. - Zon kan in de winter ver in het vertrek komen. Nadelen: Er wordt niets met de verwarmde lucht in de spouw gedaan. Beweegbare inwendige zonwering:
Beweegbare uitwendige zonwering: Dit type zonwering, meestal in de vorm van rolluiken, marzen, uitvalschermen en lamelsystemen. Voordelen: - Effectief, doordat de door de zonwering opgevangen straling door convectie weer aan de buitenlucht wordt afgegeven. - Kan worden opgetrokken of ingehaald als de zon schijnt of niet schijnt of niet hinderlijk is. Nadelen: - Minder onderhevig aan de weersinvloeden, maar: - Bewegingsmechanisme is kwetsbaar en hierdoor een onderhoudsgevoelig systeem. Zonwering in de gevel: Dit houdt in dat de zonwering tussen de glasplaten wordt geplaatst. Hierbij worden er aluminium lamellen in de spouw van het isolatieglas geplaatst. De directe zonnestraling in de zomer wordt naar buiten gereflecteerd terwijl de
Dit is het meest voorkomende type zonwering. De zonwering wordt meestal in horizontale of verticale jaloezieën uitgevoerd van stof, aluminium of rolgordijnen. Voordelen: - Beschermd tegen weersinvloeden; - Reiniging en onderhoud zijn eenvoudig te doen. Nadelen: - de geabsorbeerde zonnestraling wordt toch aan de binnenruimte afgegeven. - Het blijft bij dit systeem vaak bij het tegengaan van verblinding.
binnen
buiten
schema geïntegreerd systeem
Geïntegreerde systemen: Geïntegreerde systemen vormen een integraal onderdeel van de klimaatverzorging in een gebouw. Doel is om het comfort verder te verhogen en gevelbelastingen verder te kunnen reguleren. Dit wordt bereikt door achter de warmte-isolerende gevel en de inwendige zonwering een extra glasplaat aan te brengen. Hierdoor ontstaat een 2e spouw en indien deze wordt geventileerd wordt de geabsorbeerde zonnestraling niet langer meer aan de binnenruimte toegevoegd. Voordelen: - De kosten om de zonwering schoon te maken worden verminderd doordat deze goed beschermd is door de 2e glasplaat; - Het binnenklimaat wordt nog steeds op peil gehouden met klimaatinstallaties, maar de thermische verliezen en koellasten worden verder gereduceerd doordat de spouw geventileerd wordt (kan langs boven of onder). - Als warme afzuigingslucht van de armaturen wordt ingebracht in de spouw, kan deze ook verwarmd worden als er geen zonnestraling wordt ingevangen, hierdoor krijgt de binnenste glasplaat een hogere temperatuur en is er in de gevelzone een behaaglijker comfort. - Mogelijkheid om de afzogen lucht m.b.v. een warmtewisselaar weer te gebruiken om de aanvoer van frisse lucht weer te verwarmen. - Kosten voor de extra glasplaat worden terugverdiend doordat de zonnewering onderhoudsvrij in de spouw geplaatst kan worden. Nadelen: - Omvang van de installaties zelf wordt niet of nauwelijks gereduceerd.
schema dynamisch systeem
binnen
buiten
2e huid gevel
Dynamische systemen: Bij dynamische gevelsystemen wordt getracht de gevel zoveel mogelijk te laten bemiddelen tusssen het buiten-en binnenklimaat. Zo wordt optimaal gebruik gemaakt van de aanwezige natuurlijke zonnewarmte en luchtstromen. Hierdoor is het mogelijk om gebruik van klimaatinstallaties terug te dringen. De gevel is dan onderdeel van de ventilatievoorziening van het gebouw. Ook hier wordt er een extra glasplaat aan de gevel toegevoegd. In tegenstelling tot het geintergeerde systeem zit bij dit systeem de extra glasplaat echter aan de buitenkant. Het voordeel van dit systeem is dat het raam naar binnen geopend kan worden, waardoor de ruimte ook natuurlijk geventileerd kan worden. De zonnewering is verwerkt in de glasspouw Voordelen: - In de spouw ingevangen warmte door zonnestraling zorgt voor thermische trek, waardoor een gedeelte van deze warmte op natuurlijke wijze kan worden afgevoerd; - Zonnewering is beschermd tegen weersinvloeden, minder onderhoudsgevoelig; - Biedt een hogere geluidswering dan een enkele gevel; - Ramen of deuren kunnen in de inwendige huid geopend worden, zo kan er natuurlijk geventileerd worden; - Hoog comfort in de gevelzone. Nadelen: - Hoge kosten voor de extra glashuid en er moet toch een klimaatinstallatie worden toegepast. Systeem in de gevel is niet voldoende om het hele jaar door voor een comfortabel binnenklimaat te zorgen.
binnen schema intelligent systeem
buiten
Intelligente systemen: Een gevel is intelligenter naarmate er minder vaak installaties moeten worden ingeschakeld. Concept ontwerp 1: Een zogenaamd klimaatraam met een dubbele glasgevel, die een vloeistof bevat die de zonnewarmte absorbeert. Deze zonnewarmte wordt dan via warmteterugwinning gebruikt om ‘s nachts het gebouw te verwarmen of voor warm tapwater op te wekken. De draagstructuur hiervan bestaat uit holle, water-en luchtvoerende kolommen van staal of beton. Water dat langs de kolomwand naar beneden stroomt zorgt ervoor dat de ventilatielucht wordt gekoeld en gereinigd. Aan de onderzijde van de kolommen wordt de gereinigde lucht dan weer terug in de ruimte teruggebracht. Via een verticale schacht in het midden van het gebouw wordt de lucht afgevoerd. Concept 1:
Concept 2 Concept ontwerp 2: Gevel die verschillende functies vervult. Bovenste lichtstrook fungeert als lichtraam. Aluminium lamellen reflecteren het licht dat in een bepaalde richting wordt gestuurd door glasfibers en via het reflecterend plafond tot diep in het vertrek wordt geleid. Doeken in kijkraam van verschillende structuur en dikte voor het regelen van de licht- en warmtetoetreding. Het onderste gedeelte zorgt voor verse lucht. Lucht wordt verwarmd door deze langs een met water gevulde trombewand die verwarmd wordt met zonlicht te sturen. Ook kan de lucht worden afgekoeld door verdampingskoeling waar water tegenaan gesproeid kan worden. Opgewarmde en vervuilde lucht kan via de armaturen worden afgevoerd en wordt via de onderzijde van het kijkraam afgevoerd. Warmte kan worden teruggewonnen uit ventilatielucht en worden gebruikt om water in de niet op de zonnezijde gerichte trombewand te verwarmen. Nadelen: Onderdelen zullen moeten worden aangesloten op andere gebouwdelen, zoals waternet. Gevel zal mechanisch gestuurd moeten worden, automatisch of handmatig.
Andere voorbeelden intelligente gevel: Gebouw waarvan de vorm is aangepast voor ideaal gebruik van de windstromen, windenergie.
Uitgangspunten voor een ontwerp van een smart-gevel: Voor het bepalen van de uitgangspunten voor een te ontwikkelen gevel is het van belang enerzijds de criteria vast te stellen die de mens stelt aan zijn leefomgeving en anderzijds de externe factoren die van invloed zijn op die criteria. Vervolgens kunnen de uitgangspunten worden bepaald die aan de gevel worden gesteld. Uitgangspunten moeten binnen een dynamisch model worden vastgesteld. Vervolgens zal moeten worden bepaald voor welke uitgangspunten welke oplossing het meest geschikt is binnen het geheel van maatregelen. Dit moet met een integrale benadering gebeuren. Daarna zal de gegenereerde oplossing moeten worden getoetst aan de wettelijke verordeningen en normen. Dit kan eventueel leiden tot bijstelling van de uitgangspunten. Een gevel mag niet los gezien worden van het gebouw waarvoor het is bedoeld. Gebouwvorm, oriëntatie en gebouwstructuur zijn van grote invloed op de uiteindelijke conceptie van de gevel. Deze relatie is wederzijds; een bepaald gevelconcept zal eisen stellen aan de gebouwstructuur, bijvoorbeeld wat betreft luchtafvoerkanalen, toepassing van atria en dergelijke. Bij de ontwikkeling van een gevelsysteem is deze relatie niet bekend of alleen in globale randvoorwaarden te verwoorden.
Onderzoek uit de Jellema: De gevel kan gezien worden als de huid van een gebouw. Een gevel is niet alleen beeldbepalend: naast beschutting en veiligheid voor de achterliggende bouwconstructie speelt de gevel een belangrijke rol bij de klimaatbeheersing. De keuze voor een geveltype is een compromis tussen esthetica, functionaliteit, prijs en regelgeving.
Gevels voorzien van lichte plaatmaterialen of buitengevelisolatie: Er worden een drietal verschillende methoden onderscheiden om een buitengevel te isoleren, te weten: • Buitengevelisolatie • Spouwisolatie • Binnengevelisolatie
Er worden in wezen een aantal verschillende gevel onderscheiden: • Gevels van metselwerk • Gevels van prefab beton • Gevels van natuursteen • Gevels voorzien van lichte plaatmaterialen of buitengevelisolatie • Vliesgevels • Actieve gevels In het kader van de opdracht zijn echter alleen laatste vier interessant. Hieronder worden deze eens nader belicht. Gevels van natuursteen: Natuursteen wordt van oudsher toegepast als gestapeld element. Natuursteen wordt in de hedendaagse gevelbouw toegepast als een esthetisch dunnen schil die als afwerking voor de eigenlijke constructie hangt. Gevels voorzien van lichte plaatmaterialen of buitengevelisolatie: Een gevel kan ook worden afgewerkt met lichte plaatmaterialen. Hierbij valt te denken aan onder andere cementgebonden platen, hardplastic platen, geprofileerde stalen en aluminium platen en zinken platen. Meestal wordt in de spouw tussen de plaat en de achterliggende constructie isolatie aangebracht. Men spreek dan van een droog systeem.
Buitengevelisolatie kan worden verdeeld in twee systemen, de ‘natte’ en de ‘drode’ systemen. Bij de natte systemen wordt de isolatie afgewerkt met een pleisterlaag. De isolatie bij de droge systemen wordt afgewerkt met een plaatmateriaal, waarbij tussen isolatie en plaat een spouw wordt gehouden, die op de buitenlucht geventileerd wordt. Voor beide systemen moet geldt dat de achterliggende constructie moet voldoen aan eisen betreffende sterkte, stabiliteit, vlakheid en luchtdichtheid. De achterconstructie mag geen aanleiding geven tot vervorming of scheurvorming.
Isolatie is een wezenlijk onderdeel van een afwerking van een gevel met een buitengevelisolatiesysteem. Men spreekt van een nat systeem: de isolatie die is aangebracht op de achterliggende constructie wordt afgewerkt met een pleisterlaag. Deze gevelafwerking windt zijn oorsprong in Duitsland.
Bij de keuze van het materiaal voor de achterconstructie moet zeker ook rekening gehouden worden met de brandwerendheid van de gehele constructie.
Vliesgevels: Een vliesgevel is een gevel waarvan het constructieve deel bestaat uit aluminium en/of staal. Voor het eigenlijke vlies wordt glas gebruikt. Was de tendens lange tijd om het glas reflecterend uit te voeren, nu wordt de vliesgevel weer meer transparant, in contrast met gesloten delen in de gevel (van bijvoorbeeld natuursteen of staal). Actieve gevels: Een gevel voortkomend uit de vliesgevel is de actieve gevel: een gevel waarbij de installatieonderdelen zijn geïntegreerd in de vliesgevel.
Voor- en nadelen: Er zijn een aantal voor- en nadelen op te noemen betreffende de toepassing van natte of droge systemen. Voordelen: • Er wordt geïsoleerd aan de koude zijde van de constructie geïsoleerd, waardoor er minder bouwfysische problemen optreden (doorslaand vocht, koudebruggen, condensatie) • De dikte van het systeem kan zich aanpassen aan de gevraagde isolatiewaarde (bij een spouwmuur is men gebonden aan de spouwbreedte) • Er is een grote vrijheid in vormgeving, materialen en kleurtoepassingen • In de achterliggende constructie zijn er minder temperatuurschommelingen, waardoor een aangenamer binnenklimaat ontstaat. De kans op thermische bewegingen en scheurvorming in de achterconstructie neemt af • Het natte systeem is naadloos, waardoor er minder kans op lekkage is • Er hoeven geen dure opvangconstructies voor metselwerk te worden toegepast • Een verpauperde gevel kan d.m.v. buitengevelisolatie een totaal ander uiterlijk krijgen Nadelen: • Het natte systeem is beschadigingsgevoeliger dan een traditionele metselwerkgevel. Dit geldt voor mechanische beschadigingen op de begane grond (denk aan fietsen tegen de gevel, vandalisme, intrappen isolatie) • De periode waarin de uitvoering van het natte systeem kan plaatsvinden, is beperkt. De weersomstandigheden (luchtvochtigheid en temperatuur) zijn namelijk van invloed op het uitharden van de pleisterlaag • Het systeem is onderhoudsarm maar niet onderhoudsvrij
• •
De vervuiling van een gepleisterde gevel wordt minder geaccepteerd dan de vervuiling van een gemetselde gevel. Bij een gemetselde gevel wordt een zeker patina (ouderdomsaccent) van vervuiling en verwering zelfs gewaardeerd. Er kan vorstschade (verkruimeling van de pleisterlaag of onthechting) optreden bij het natte systeem.
Natte systemen: Een nat systeem is volgt opgebouwd: • Ondergrond • Isolatie • Wapeningslaag • Voorstrijklaag • Sierpleisterlaag Een nat systeem kan dus alleen worden toegepast als er sprake is van een achterliggende constructie. Het spreekt voor zich dat dit principe vaak zijn toepassing vindt in de renovatiebouw. Echter, uit esthetische overwegingen kan het systeem ook worden toegepast in nieuwbouw projecten.
Droge systemen (lichte plaatmaterialen): Buitengevelisolatiesystemen waarbij plaatmaterialen als buitenbekleding zijn toegepast of waarbij de toegepaste isolatiematerialen fabrieksmatig van een weersbestendige afwerking zijn voorzien, worden aangeduid als ‘droge’ isolatiesystemen. In tegenstelling tot natte systemen wordend e droge systemen opgebouwd uit geprefabriceerde materialen. Bij droge systemen zijn de volgende onderdelen te onderscheiden: • Ondergrond • Isolatie • Spouw • Bekleding (vorm en materiaal) • Bevestiging • Voegconstructies Er wordt ten aanzien van de bekleding een onderscheid gemaakt op basis van vorm en materiaal.
Er is echter een relatie tussen materiaal en bekledingvorm.
Bevestiging: Stroken en blokken worden vaak rechtstreeks op de ondergrond bevestigd. Omdat de bevestigingsconstructie vaak niet voor onderhoud bereikbaar is, moet deze bestaan uit duurzame materialen. Dit houdt in, dat stalen bevestigingsmiddelen corrosiebestendig moeten zijn end at hout met een duurzaamheidsklasse van tenminste II dient te worden toegepast.
Als de horizontale voegen open blijven, moet de isolatielaag worden voorzien van een vochtkerende laag. Dit is in ieder geval altijd aan te raden: langdurige invloed van vocht kan leiden tot aantasting. Bij de keuze van een dichtingsprofiel moet rekening worden gehouden met vervanging: de profielen zijn onderhevig aan veroudering. Vervanging kan soms alleen indien de beplating geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd.
De volgende manieren van bevestiging worden onderscheiden: • Puntvormige bevestiging • Lijnvormige bevestiging • Verdekte of niet zichtbare (blinde) bevestiging • Bevestiging met verstelmogelijkheid spouwbreedte • Bevestiging zonder verstelmogelijkheid spouwbreedte
Ook zijn er vele combinaties mogelijk tussen afwerking en bevestiging. Ook zijn er vele verschillende mogelijkheden om de voegafdichtingen te creëren. Verticale voegen worden meestal van een voegafdichting voorzien. De verticale voegen verzamelen het van de gevel afstromende regenwater. Als ook horizontaal een voegafdichting wordt toegepast moet veel aandacht worden geschonken aan de kruising van de verticale met de horizontale voeg om te voorkomen dat hemelwater achter de gevelbekleding komt.
Detaillering: Bij de detaillering van een systeem moet rekening worden gehouden met een aantal algemene aspecten: • Er moet voldoende voegbreedte tussen de platen onderling zijn. De fabrikant moet de benodigde voegbreedte aangeven • De uiteinden van de afdichtingsprofielen moeten worden opgesloten: zij kunnen door thermische bewegingen van de platen gaan ‘wandelen’ • Dilataties in het gebouw moeten in het buitengevelisolatiesysteem worden doorgezet • Om vervuiling te voorkomen, moeten verticale naden over de gehele lengte doorlopen • Naden in afdekbanden moeten samenvallen met verticale naden in de beplating. Hierdoor worden lekstrepen op de beplating voorkomen • Ongelijkmatige vervuiling treedt op door oneffenheden (bijvoorbeeld bevestigingsmiddelen)
• • •
Door horizontale open voegen toe te passen wordt voorkomen dat vuil van de ene plaat overgaat naar de eronder gelegen plaat Waterslagen onder ramen dienen voldoende overstek te hebben (minimaal 30 mm) te hebben en te zijn voorzien van kopschotjes en een afdruiprand. De overstek mag echter ook weer niet te groot worden, omdat er anders vuilafzetting onder de waterslag optreedt (de gevel spoelt bij regen niet meer schoon) De aansluiting gevel/dak moet dusdanig zijn, dat nooit water vanaf het dak door stuwdruk over de gevel kan lopen
Geprofileerde platen: Geprofileerde platen worden toegepast in staal en aluminium. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een binnendoossysteem, al dan niet met koudebrugonderbreking, of een plaat als bekleding op een steenachtige ondergrond.
Toepassing: Er is een grote verscheidenheid aan toepassingen van droge gevelisolatiesystemen. Hieronder volgen er enkele Vlakke platen: Bij vlakke platen valt er te denken aan cementgebonden platen, volkernplaat (hardplastic), multiplex, dunnen kalksteenplaten (d<1,5 mm), etc. De platen kunnen aan de achterliggende constructie op de volgende manieren worden bevestigd: • Geschroefd op regels (mechanisch) • Door middel van een blinde bevestiging (lijmen of dergelijk)
Een nadeel van de toepassing is dat er altijd koudebruggen optreden, behalve bij het binnendoossysteem met koudebrugonderbreking. Hierbij moet echter een overmaat aan isolatie worden toegepast om aan de benodigde Rc-waarde te voldoen. Een ander belangrijk aspect hierbij is de geluidwering. Beide binnendoossystemen hebben een matige geluidwering. Geluid wordt gemakkelijk via de lichte buitenbeplating doorgegeven aan de binnendozen, die fungeren als klankkast. Het systeem met de koudebrugonderbrekingen behaalt een betere geluidwering, doordat beplating en binnendoos van elkaar worden gescheiden door isolatie. Beplating op een steenachtige ondergrond levert de beste geluidwering op. Dit komt door de massa van het steenachtige binnenblad.
Sandwichpanelen: Een sandwichpaneel bestaat uit een kern van isolatiemateriaal die is aangebracht tussen twee huiden. De twee metalen huiden kunnen vlak zijn of voorzien van een profilering. Voordeel van de sandwichelementen is de snelle montage, de hoge isolatiewaarde en het feit dat de panelen onder controleerbare fabrieksomstandigheden worden geproduceerd. Het sandwichelement herbergt alle functies (isolatie, dichting, regenscherm, etc.) in een laag. Een nadeel van sandwichelementen is dat de geluidwering relatief gering is door de kleinere massa. Ook moet de maatvoering erg nauwkeurig zijn omdat er slechts geringe maattoleranties opgevangen kunnen worden. Overigens de gevelbekleding ook bestaan uit leien. Hierop wordt verder niet ingegaan.
Natuursteengevel: De toepassing van natuursteen in gevels is in de loop van de jaren veranderd: van gragende functie naar een esthetische dunne schil die als een afwerking voor de eigenlijke constructie komt te hangen. Natuursteen is in het algemeen een duur materiaal. Vaak wordt natuursteen toegepast vanwege de rijke uitstraling, de hoge duurzaamheid van het materiaal en de lage onderhoudskosten. Enkele soorten natuursteen die kunnen worden toegepast zijn: • graniet (vorstbestendig, zuurbestendig (grondstof silicium) en slijtvast) • marmer en kalksteen (niet zuurbestendig, gevoelig voor invloeden van buiten) • leisteen (goed bewerkbaar, slechts enkele soorten toepasbaar, vaak in specie) • kwartsiet (zeer slijtvast, goed bewerkbaar, meerdere soorten toepasbaar) Een natuurstenen gevel kan worden opgedeeld in de volgende onderdelen: • ondergrond • isolatie • ankers (in RVS) • spouw • natuursteenplaten • voegen Ankers: de platen van natuursteen worden bevestigd aan de ondergrond middels ankers. Er zijn hierin vele principes te onderscheiden. Heironder een overzicht.
De bouwsnelheid is afhankelijk van de keuze voor het verankeringssysteem.
Ankers voor snelle montage
mortelankersystemen
De voegen in een natuurstenen gevel blijven meestal open. Als voordeel heeft dit onder andere dat een natte gevel veel sneller zal drogen waardoor de kleurverandering (onder invloed van vocht) sneller zal verdwijnen. Echter de voegen moeten dan wel voorzien worden van een dampdoorlatende, vochtkerende laag. Overigens is de detaillering erg belangrijk. Elke bewerking aan natuursteen kost geld. Het is dan dus zaak om de gevel dusdanig te detailleren dat onnodige bewerkingen worden voorkomen. Onderhoud: Natuursteen heeft over het algemeen weinig onderhoud. Het is voldoende de gevel een a tweemaal per jaar te reinigen met schoon water. Er kunnen verwering- en vervuilingsporen optreden, voortkomend uit de geveldetaillering en door toegepaste bewerkingen aan de natuursteenplaten. Er hecht nu eenmaal meer vuil en stof aan een ruw oppervlak dan aan een gepolijst oppervlak. Een beschadigde plaat kan ook worden vervangen. Hiertoe worden de stiften van de ankers van de te vervangen plaat doorgeslepen. De plaat kan nu verwijderd worden. De stift wordt vervolgens uit het anker verwijderd. In de naastgelegen plaat wordt het gat voor de stift dieper geboord en er wordt een nieuwe stift aangebracht in het anker. De stift schuift eerst in het dieper uitgeboorde gat van de naastgelegen plaat en wordt vervolgens ingeschoven in de nieuwe gevelplaat.
Vliesgevels: Vliesgevels zijn lichte gevelconstructies die zonder zware belastingen op de vloerranden de gebouwen omhullen. Door de huidige eisen ten aanzien van de energiehuishouding is de toepassing van vliesgevels momenteel over haar hoogtepunt heen en worden steeds meer massievere gevels toegepast met kleinere raamopeningen toegepast. Een vliesgevel is dus een niet-dragende, doorlopende constructie die als buitenschil fungeert. De vliesgevel wordt tegen de draagconstructie bevestigd en is zelfdragend. Het constructieve deel van de vliesgevel bestaat uit aluminium en/of staal. Voor het eigenlijke vlies wordt voornamelijk glas gebruikt. De constructie: Bij een vliesgevel is wat de constructie betreft onderscheid te maken in een zelfdragende gevel, en een nietdragende gevel. Een zelfdragende (zuivere of echte) vliesgevel overspant in een keer de verdiepingshoogte. De gevel moet zelf voldoende sterkte en stijfheid hebben. De op de gevel werkende krachten worden via de gevelstijlen afgevoerd naar de vloeren achter de vliesgevel. Een niet-zelfdragende (onzuivere of onechte) vliesgevel ontleent zijn sterkte en stijfheid aan het achter het vlies liggende binnenblad van beton of metselwerk. De gevel wordt hierbij op meerdere plaatsen tegen het binnenspouwblad verankerd. Bij de niet-dragende gevel is een nog verdergaand onderscheid te maken in een warme en een koude vliesgevel. Bij een warme vliesgevel is de isolatie ondergebracht in de sandwichpanelen die voor de spouw hangen. De spouw wordt hierbij niet geventileerd en is warm. Bij een koude vliesgevel wordt de isolatie aangebracht tegen het binnenspouwblad. De spouw tussen de isolatie en de vliesgevel wordt geventileerd en is koud. Gevelopbouw: Wat betreft de opbouw van de gevel valt onderscheid te maken in: • Stijl- en regelwerkgevel • Elementengevel • Laddergevel ankersystemen
De dikte van de platen is afhankelijk van een aantal aspecten: • het soort natuursteen • de uitbreekvastheid ter plaatse van de ankerpennen • de belastingen (eigen gewicht en wind) • de hoogte van de gevel • de locatie van het bouwwerk
Stijl- en regelwerkgevel
Oppervlaktebehandeling: Om de aluminiumprofielen te beschermen tegen corrosie en uit esthetische overwegingen ondergaat het aluminium een oppervlaktebehandeling. Men kan keizen voor anodiseren of lakken. Detaillering: Hieronder enkele speciale toepassingen van vliesgevels met geavanceerdere profielen. elementengevel
laddergevel
De laddergevel is een combinatie van de andere twee principes. Bouwfysica: Een vliesgevel kan bouwfysisch worden onderverdeeld in een warme en een koude gevel. Bij een warme gevel is de isolatie opgenomen in het systeem en is er geen ventilerende spouw. Een koude gevel heeft een spouw die met buitenlucht wordt geventileerd. Bij een koude gevel bevindt zich de isolatie tegen het binnenblad. Bij een warme gevel loopt de denkbeeldige isolatielijn in een lijn door. Bij een koude gevel maaktr de isolatielijn een knik bij de overgang van een transparant warm deel naar een niet-transparant koud deel. Om bij deze overgang koudebruggen te voorkomen, is soms een complete detaillering nodig. Het aanbrengen van koudebrugonderbrekingen in de aluminiumprofielen zelf geschiedt door het plaatsen van bijvoorbeeld een neopreenprofiel tussen het constructieve aluminiumprofiel en de klemlijst. Op deze wijze wordt een directe koudedoorgang tussen het binne- en buitengebied te voorkomen.
Actieve gevels: Door de steeds hogere eisen die aan de energieprestatie van gebouwen worden gesteld, volstaat de passieve functie van de gevel (beschermen tegen de invloeden van het buitenklimaat) niet meer. Steeds vaker wordt de klimaatregelingsinstallatie in de gevel geïntegreerd. Daarmee krijgt de gevel een actieve rol in de beheersing van het binnenklimaat. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen klimaatgevel of klimaatraam en tweede-huid-facade. Klimaatgevel/-raam: Een klimaatgevel is opgebouwd uit een normale buitengevel met dubbele beglazing. Achter deze gevel wordt een extra binnenblad van enkel glas geplaatst. De zo ontstane luchtspouw wordt onderdeel van de luchtbehandelingsinstallatie. Via deze spouw wordt in de winter warme lucht uit het vertrek afgezogen. De warme vertreklucht zorgt voor een opwarming van het binnenspouwblad, waardoor er een zo gering mogelijk verschil is tussen de luchttemperatuur van de ruimte en de binnenoppervlaktetemperatuur van de gevel.. in de winter wordt tijdens zonnige dagen de in de spouw opgewarmde lucht langs een warmtewisselaar te leiden, waarmee de verse toevoerlucht wordt voorverwarmd. In de zomer kan de warmte van de spouw worden afgevoerd. Waardoor er minder hoeft te worden gekoeld. Bij een klimaatgevel wordt via de gehele gevel de lucht afgezogen, in tegenstelling tot bij een klimaatraam, waarbij alleen ter plaatse van het raam wordt afgezogen. Bij beide systemen is ter plaatse van de gevel geen verwarmingsunit nodig. Het vloeroppervlak van de ruimte kan hierdoor optimaal worden benut. Men kan bureau’s tegen de gevel plaatsen zonder last van koudeval of koudestraling te krijgen.
Luchtafzuiging ter plaatse van klimaatgevel en klimaatraam Ontwerpaspecten klimaatgevel
Tweede-huid-façade: Een tweede-huid-facade is een geveltype dat pas sinds enkele jaren wordt toegepast. Een teede-huid-facade is opgebouwd uit een buitenblad van enkel glas en een binnenconstructie van dubbel gals. De spouw tussen binnen- en buitenblad wordt natuurlijk geventileerd. In deze spouw wordt de zsonwering aangebracht. In het binnenblad bevinden zich te openen delen De spouw fungeert als buffer tussen binnen- en buitenmilieu. De spouwbreedte kan variëren van 200 mm tot 1000 mm. Een tweede-huid-facade s dus een glazen schil voor een geïsoleerde gevel. Voordelen van de tweede-huidfacade ten opzichte van de klimaatgevel zijn gelegen in het feit dat bij de eerste een raam kan worden geopend, zelfs op grote hoogte. Er kan dus op natuurlijke wijze worden geventileerd. Hierdoor zijn de kosten voor koeling en ventilatie ten opzichte van een klimaatgevel lager. Er moet wel op traditionele wijze worden verwarmd. Hiertoe dienen eindapparaten ter plaatse van de gevel te worden gemonteerd, waardoor er minder nuttig vloeroppervlak ontstaat. Nadelig bij een tweede-huid-facade is het feit dat de zonwering en het glas in de spouw sneller vervuilen en daarom meer onderhoud vragen. Tevens is de geluidwering bij een tweede-huid-facade minder groot dan bij een klimaatgevel.
Zonwering:
Onderhoud:
Bij een gevel kunnen drie typen zonwering worden onderscheiden: • buitenzonwering • zonwerende beglazing of zonwering in beglazing • binnenzonwering
Voor ieder gebouw geldt dat er periodiek schoongemaakt moet worden en dat er onderhoud aan de gevel gepleegd moet worden.
Buitenzonwering is het meest effectief. De zonwering wordt echter belast door het buitenklimaat en behoeft regelmatig onderhoud en vervanging. Tevens kan bij hoogbouw geen zonwering worden toegepast door de grote windbelasting. Binnenzonwering is in het algemeen minder effectief dan buitenzonwering: de warmte is namelijk al binnen (een warmtetoetreding van 55 %). Door bij een klimaatgevel de zonwering in de spouw tussen binnen- en buitenblad aan te brengen en deze spouw af te zuigen, is het mogelijk de warmtelast af te voeren voordat deze in het vertrek is. De zonwering wordt niet beïnvloed door buitencondities en windbelasting. Bij een tweede-huid-facade wordt de zonwering ook in de spouw aangebracht tussen binnen- en buitenblad. Dit is echter een natuurlijk geventileerde spouw, waardoor de zonwering sneller vervuilt en meer onderhoud vergt dan bij een klimaatgevel.
De vormgeving, bereikbaarheid, vervangbaarheid van onderdelen zijn van invloed op de kosten voor onderhoud aan de gevel. In een vroeg stadium van het ontwerp moet dus worden bezien wanneer onderhoud aan een gevel benodigd is (onderhoudsfrequentie) en in welke vorm onderhoud moet worden gepleegd. Er valt onderscheid te maken in reinigend (preventief) onderhoud en technisch (correctief) onderhoud. Onder reinigend onderhoud worden alle activiteiten verstaan die benodigd zijn voor het verwijderen van vuil. Onder technisch onderhoud worden alle activiteiten verstaan die benodigd zijn om de gevel in een goede technische staat te houden of terug te brengen. Door een regelmatige inspectie van de gevel kan worden bezien wanneer en welk soort onderhoud van toepassing is. Factoren die van invloed zijn op de frequentie van onderhoud zijn onder andere: De ligging van het bouwwerk (bijvoorbeeld in een industriegebouw of aan de kust) De belastingen op de gevel door weer, wind, neerslag, zon, etc. D vormgeving van de gevel en de daarmee samenhangende detaillering Vervuiling van de gevel: Voor de detaillering zijn er een aantal aandachtspunten waarmee vervuilen van de gevel zo veel moge;lijk wordt tegengegaan. • Bij toepassing van niet-absorberende geveldelen boven absorberende geveldelen (bijvoorbeeld een vliesgevel boven metselwerk) ervoor zorgen dat het regenwater dat over het niet-absorberende geveldeel loopt en alle vuil meeneemt, niet terecht kan komen op het absorberende deel. Dit kan door bijvoorbeeld een goot of een overstek aan te brengen onder het niet-absorberende vlak • De beëindiging van gemetselde muren afdekken met een muurafdekking die minimaal 40 mm oversteekt, voorzien is van een waterhol en afwatert naar het dakvlak. De muurafdekking uitvoeren in een hard en glad materiaal (bijvoorbeeld natuursteen, prefab beton o f een metalen afdekking). • Daktrimmen net als muurafdekkingen en waterslagen voorzien van voldoende overstek • Bij ronder amen een spuwer aan de onderzijde van het raam aanbrengen • Raamdorpels voorzien van voldoend helling (minimaal 15 graden), van voldoende overstek (40 a 50 mm) en van kopschotjes • Voorkomen van gevelvervuiling op maaiveld niveau door opspattend regenwater door langs de gevel een strook grind of bestrating aan te brengen. ook kan de onderkant (plint) van de gevel uitgevoerd worden in een niet-absorberend materiaal, bij voorkeur in een donkere kleur, waardoor vervuiling minder opvalt. • Elementen als zonwering, vlaggenmasten, reclame, verlichting, etc. met afstandshouders op de gevel monteren. Hierdoor wordt voorkomen dat verzameld vuil op het element met een regenbij over de gevel wordt afgevoerd, waardoor er vuilstrepen op de gevel ontstaan. Kunnen de elementen niet los van de gevel worden gemonteerd, dan dient het regenwater aan de onderzijde van het gemonteerde gevelelement te worden geweerd. • Op materiaaleigen wijze bouwen en detailleren. Ieder gevelmateriaal heeft hierbij zijn eigen eisen, randvoorwaarden en detailoplossingen. De gevel is in hoge mate bepalend voor de architectonische presentatie van een gebouw. Door vervuiling kunnen de esthetische en de technische waarde van de gevel achteruitgaan, en daarmee de economische waarde van het hele gebouw.
Gevelonderhoudsinstallaties: Er zijn een aantal gevelonderhoudsinstallaties te onderscheiden. Mobiele gevelonderhoudsinstallaties I. Ladders (staand op het maaiveld) II. Hoogwerkers met maximaal 25 m werkhoogte III. Hoogwerkers met een werkhoogte groter dan 25 m Permanente gevelonderhoudsinstallaties IV. Gevelladders zonder werkbordessen (met de hand verrijdbaar op rails langs de dakrand) V. Gevelladders met werkbordessen (met de hand verrijdbaar op rails langs de dakrand) VI. Werkbruggen (vast of met de hand verrijdbaar op rails) VII. Halfautomatische gevelliften (met de hand verrijdbaar op rails langs de dakrand) VIII. Volautomatische gevelliften (elektrisch verrijdbaar op rails langs de dakrand) IX. Volautomatische gevelliften (elektrisch verrijdbaar op rails in de middenzone van het dak of vast centraal opgesteld op het dak) In onderstaande figuren zijn diverse gevelonderhoudsinstallaties te zien.
Keuzerichtlijn: In de keuzerichtlijn zijn de volgende uitgangspunten van toepassing: De hoogte is de verticaal gemeten van de dakrand tot het maaiveld of het straatniveau waarop mobiele gevelonderhoudsinstallaties veilig en doeltreffend kunnen worden opgesteld De geveloppervlakte is de per gevelonderhoudsinstallatie (één stuks) te bereiken oppervlakte. Deze geveloppervlakte wordt bij mobiele installaties berekend als het product van de hoogte en de lengte van de gevel op straatniveau en bij permanente installaties als het product van de hoogte en de lengte van de dakrand(en), waarop de installatie zich bevindt De onderhoudsoppervlakte is het product van de geveloppervlakte en het percentage van de daarin voorkomende veelvuldig voor onderhoud en glazenwassen te bereiken delen, zoals Ramen en kozijnen. Bijvoorbeeld: een geveloppervlakte van 400 m2 met 50% regelmatig te bewassen ramen en kozijnen, bevat een
onderhoudsoppervlakte van 0,5 x 400 m2=200 m2, die nog juist met een standaard permanente gevelladder zou mogen worden bereikt De gevelonderhoudsinstallatie kan maximaal door twee personen worden bemand De nominale (meest gebruikelijke) frequentie van het glazenwassen is eenmaal per drie maanden. Voor een frequentie van eenmaal per twee maanden en hoger moet een (toeslag)factor van maximaal 1,1 op de onderhoudsoppervlakte worden toegepast. Voor geveloppervlakten, die in lagere frequenties moeten worden bereikt, worden (reductie)factoren naar evenredigheid van de frequentie toegepast. Bijvoorbeeld: voor eenmaal per 12 maanden glazenwassen wordt de factor f= 3/12 = 0,25.
Uit bovenstaande diagrammen is af te leiden welke gevelonderhoudsinstallaties kan worden toegepast.
Onderzoek uit Boek Facade en Klimaat TU/Delft: Hieronder zullen de volgende gevelsystemen besproken: -
Fotovoltaisch-gevels (PV-gevel = photovoltaics gevel). Moderne klimaatgevels, the chameleon skin ( = klimaatactieve gebouwhuid).
PV-gevels: Kenmerken: • Zonnepanelen in de gevel geven een utliteitsgebouw een ‘high-tech’ en ‘milieubewust’ uitstraling en kan meerwaarde geven aan gebruiker. • Gevel met zonnepanelen kan in een gedeelte van de energiebehoefte voorzien op een onderhoudsvrije, geruisloze en technisch bewezen manier, zonder uitstoot van CO2. • Zonnepanelen geven het gebouw een architectonische meerwaarde. • De kostprijs van dit systeem kan nu al vergelijkbaar zijn met die van een kwalitatief hoogwaardige vliesgevel met natuursteen.
Principe PV-systeem: Het PV-systeem bestaat in principe uit een aantal panelen met zonnecellen en een inverter (=omvormer). De zonnecellen zetten licht om in gelijkspanning en –stroom, de inverter zet dit om in wisselspanning (50Hz, 220V), zodat het systeem aan het elektriciteitsnet gekoppeld kan worden. Eigenschappen panelen: Zonnecellen zijn ingekapseld tussen glazen of kunststof panelen, die aan de voorkant transparant zijn. Een kunststof voor -en achterkant geeft een flexibel paneel. De afdeklaag aan de achterkant kan naar wens doorzichtig of ondoorzichtig zijn. De zonnepanelen hebben in het algemeen een oppervlak van ca. 1m2 en een dikte van 8-10mm. Zonnepanelen kunnen geproduceerd worden in een range van maten en kleuren om een veelzijdig gebouwontwerp te verkrijgen en aan architectonische eisen te kunnen voldoen.
Tegemoetkomingen en prijzen: Met “Actieprogramma Duurzame Energie” geeft het Ministerie van Economische Zaken aan, bereid te zijn substantieel in de kosten bij te dragen, en zo de ontwikkeling van PV te stimuleren tenzij andere marktpartijen dit ook doen. Als PV in een gevel wordt geïntegreerd zijn de uitgespaarde kosten voor gevelbekleding. (Deze kosten variëren totaal van f200,-/m2 [als staal] via f300 a f500 [als glas] tot ca. f3000,-/m2 [als gepolijst natuursteen]). PV geïntegreerde vliesgevels kosten tussen de f2000/m2 en f4000/m2, inclusief constructie, bouwtechnische en elektronische installatie (mei 1998). De kosten PV-gevel zijn gedaald, door afname ontwikkelingskosten en toename v/h productievolume.
Moderne klimaatgevels: Ontwikkeling: De transformatie van de gebouwhuid, wordt veroorzaakt door strenger milieu -wetgeving die de traditionele enkelvoudige klimaatscheidende gevel verandert in een complexe klimaatactieve schil (smart gevel). In architectonisch opzicht zal de gevel een kameleontisch karakter krijgen niet zozeer door de reflectie van de achter gelegen functies als doordat de interactief reageert op de schommelingen van het klimaat. De technologische stelling is dat in de toekomst gebouwen energie –producenten worden, in van energie consumenten.
Verschillende materialen van zonnecellen: • Typische afmetingen zijn 10*10cm2, silicium blok word gezaagd. - Monokristallijn silicium; egaal antraciet of donkerblauw, rendement ca.15% (150Wp/ m2). - Polykristallijn silicium; blauw in rijke schakeringen, rendement ca.10-12% (100-120Wp/ m2), meest toegepast. •
In principe alle vormen en afmetingen mogelijk, armof silicium opgedampt op ondersteunend materiaal (bijv. glas of metaal) - Amorf silicium; bruin tot goudkleurig, rendement ca. 6-10%,
Licht: In Nederland is de gemiddelde licht instraling 1050 kWh/ m2/ jaar. De opbrengst van een PV systeem hangt af van de oriëntatie en de hellingshoek van de zonnepanelen. Maximale haalbare instraling wordt bereikt wanneer het systeem op het zuiden staat gericht onder een hoek van 36 graden met de horizontaal (dit wordt uitgedrukt in procenten).
plaats
Mercator klimaatgevel (goedkoper): Verschil; Het verschil tussen de traditionele en de Mercator klimaatgevel is dat de binnenste enkele glasplaat + de zonwering in de spouw van de traditionele worden vervangen door een geweven doek die voorzien is van een aluminium opgedampte zonwerende laag. Het luchtdoorlatend doek neemt de functie over van binnen glasplaat en van de tussenzonwering zoals aanwezig bij een traditioneel uitgevoerde klimaatgevel, en zorgt voor de scheiding tussen vertrek en spouw.
Behalve de kabeldoorvoeren lijken PV-panelen bouwfysisch op gewone glasplaten, zodat in vergelijking met traditionele glazen geveldelen geen extra isolerende of vochtdichtende handelingen behoeven te worden ondernomen. Het elektronisch onderhoud aan netgekoppelde PV systemen is gering, het schoonmaken kost geen extra inspanning ten opzichte van andere gebouwschilbekledingsmaterialen. De zonnecel: Het is een plaatje halfgeleidend materiaal met daarop metalen contacten. (onder bepaalde voorwaarden geleid het stroom) Wanneer er geen licht opvalt is het materiaal isolerend in de stroomrichting. Als er licht opvalt, ontstaat er een elektrische spanning tussen boven en onderzijde van de cel. (Dit wordt het fotovoltaisch effect genoemd)
gevel
-
Argumentatie keuze toepassing doek; Streven kostenverlaging, zonwerend doek zijn de kosten lager dan van de tussenzonwering en de extra glasplaat. Onderhoud en het schoonmaken van de gevel, vervallen van extra binnenruit, neemt niet alleen de schoonmaakkosten af maar ook de bereikbaarheid van buitenruit word beter. Zorgt voor diffuse verstrooiing v/h daglicht en is een filter voor het felle directe zonlicht.
Het principe; De luchtspouw wordt door een centraal mechanisch ventilatiesysteem samen met de warme retourlucht van de kantoorruimte afgezogen. In koude perioden zorgt de afgezogen lucht voor een kunstmatige temperatuursverhoging van de ruimte doordat de relatief hoge oppervlakte - temperatuur van het binnenblad wordt het comfort van de binnenruimte verhoogd. Kenmerken; - De specifieke klimaatgevel heeft een sterk isolerende werking. - Energie besparend, doordat het invallende zonnewarmte en interne bronnen (warmtewisselaar) energie toevoegen aan het verwarmingssysteem. - Doek is per stramien 1,8 m elektrisch oprolbaar waardoor individuele daglichtsterkte regelbaar.
Generieke opdracht A1 – A2
Analyse en ontwikkeling “smart”gevel project Aubade te Tilburg
Conclusies: Conclusies van het onderzoek uit de Bouwwereld: -
Tweede huid/ klimaat gevel word veel toegepast bij renovatie van gebouwen om op deze wijze aan de bouwfysische eisen van bouwbesluit kunnen voldoen. Prefab sandwichpanelen met een uitstraling van natuursteen heeft een snelle bouwtijd, maar omdat we een demotable/ lichtgewicht gevel willen toepassen is deze niet geschikt om mee te nemen voor het ontwerp van een SMART gevel. Zonnestroompanelen heeft een groot voordeel dat het zo goed voor het milieu is en wordt gestimmuleerd door de overheid. Het heeft een hoge architectonische waarden en meerwaarden voor de gebruiker. Maar het is zeer prijzig dus dit zullen we tijdens het ontwerp proces goed moeten afwegen. Dak en gevel van een materiaal is een mooie optie omdat het dak ook als vijfde gevel wordt meegeteld, maar deze is niet te zien op straat niveau en valt daarom af. Keramische gevels zijn vrij standaard en zijn veel te zien op gevels van gebouwen. Isolerende borstweringspanelen is een borstwering die eventueel meegenomen kan worden mee genomen bij het ontwikkelen/ ontwerpen van een gevelsysteem. Hsb-element, deze zijn eventueel toe te passen als er gebruik gemaakt van een gevel welke niet geluidwerend en isolerend genoeg is. Glazen u-profielen? PV –panelen zie conclusie zonnestroompanelen. Beschilderd doek kan een bijzonder beeld weergeven, eventueel iets om mee te doen, ook werkt het direct als zonwering en kan het de uitstraling van het bedrijf afbeelden. Passieve zonne-energie met transparante isolatie is een af te wegen mogelijkheid zie uitleg hierboven. Variant klimaatgevel eventueel wel mee te nemen in het ontwikkelingsproces omdat de kosten hiervan geringer zullen zijn dan een normale klimaatgevel en de zeefdruk is wel intressant om mee te nemen bij het ontwerpen van een gevelbeeld. Vliesgevel is te standaard omdat het geen vernieuwend gevel systeem is.
Conclusies van het onderzoek uit het boek De Intelligente Gevel: -
Autonoom systeem is een standaard gevel die nu op het gebouw is gesitueerd alleen zonder zonwering dus deze valt absoluut af. Additief systeem, deze gevel zit nu op het gebouw. Maar met zonwering moet wel rekening meegehouden worden in de nieuwe gevel. Geintegreerd systeem/ Dynamisch systeem/ Intelligent systeem zijn dezelfde conclusies te trekken als van het onderzoek (frank) klimaat gevel.
Conclusies van het onderzoek uit de Jellema: -
Gevels van metstelwerk, nu op de bestaande gevel. Gevels van prefab beton / gevels van natuursteen zie conclusies Gevels met licht plaatmateriaal of buitengevelisolatie, dit is eventueel een mogelijkheid hiermee kunnen we aan de slag. Vliesgevel is te standaard en is geen vernieuwend gevel systeem. Actieve gevels zie conclusie onderzoek (frank) klimaatgevels
Conclusies van het onderzoek uit het boek de Facade en Klimaat TU/Delft: -
PV systeem, zie conclusie van onderzoek van zonnestroompanelen. Mercator klimaat gevel is eventueel een mogelijkheid om over na te denken, het is namelijk goedkoper dan een normale klimaatgevel door het gebruik van doek inplaats van glas.
Groep C
33