Programmabegroting 2014 Versie: 7.0.0.0.0.0
Inhoudsopgave 1 Voorwoord
3
2 Besluit bij Programmabegroting 2014 2.1 Raadsvoorstel 2.2 Raadsbesluit
5 5 11
3 Algemeen 3.1 Samenstelling stadsbestuur 3.2 Inleiding Programmabegroting 2014
15 15 16
4 Beleidsbegroting 4.1 Algemeen 4.1.1 Hoofdlijnen financiële positie 4.1.2 Kerngegevens 4.2 Programmaplan 4.2.1 Bestuur en dienstverlening 4.2.2 Veiligheid 4.2.3 Economie en toerisme 4.2.4 Bereikbaarheid 4.2.5 Omgevingskwaliteit 4.2.6 Stedelijke ontwikkeling 4.2.7 Jeugd en onderwijs 4.2.8 Cultuur, sport en recreatie 4.2.9 Welzijn en zorg 4.2.10 Werk en inkomen 4.2.11 Algemene dekkingsmiddelen 4.3 Bijzondere programma's 4.3.1 Bijzonder programma Binnenstad 4.3.2 Bijzonder programma Bereikbaarheid 4.3.3 Bijzonder programma Kennisstad 4.3.4 Bijzonder programma WOP Noord 4.3.5 Bijzonder programma 3 decentralisaties 4.4 Paragrafen 4.4.1 Financiering 4.4.2 Grondbeleid 4.4.3 Lokale heffingen 4.4.4 Bedrijfsvoering 4.4.5 Verbonden partijen 4.4.6 Onderhoud kapitaalgoederen 4.4.7 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
19 19 19 22 25 26 34 42 52 64 78 94 106 120 132 141 144 144 146 147 148 150 152 152 158 160 164 170 178 186
5 Financiële begroting 5.1 Overzicht van baten en lasten 5.1.1 Overzicht van baten en lasten in meerjarig perspectief 5.1.2 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds 5.2 Uiteenzetting van de financiële positie 5.2.1 Financiële positie 5.2.2 Overzicht geraamde incidentele lasten en baten 5.2.3 Investeringen 5.2.4 Reserves en Voorzieningen
191 191 191 193 197 197 200 207 216
6 Overige gegevens 6.1 Subsidies 6.1.1 Subsidie-overzicht 6.2 Toelichting reserves 6.2.1 Toelichting reserves programma 1 6.2.2 Toelichting reserves programma 2
221 221 221 224 224 226
| 1
6.2.3 Toelichting reserves programma 3 6.2.4 Toelichting reserves programma 4 6.2.5 Toelichting reserves programma 5 6.2.6 Toelichting reserves programma 6 6.2.7 Toelichting reserves programma 7 6.2.8 Toelichting reserves programma 8 6.2.9 Toelichting reserves programma 9 6.2.10 Toelichting reserves programma 10 6.2.11 Toelichting reserves algemene dekkingsmiddelen 6.3 Toelichting voorzieningen 6.4 Mutaties op de begroting 6.5 EMU-saldo 6.6 Gewaarborgde geldleningen 6.7 Overzicht inzet van gemeentelijke middelen in het onderwijs 6.8 Amendementen
2 |
227 227 230 234 242 245 250 251 252 255 265 269 270 273 276
Hoofdstuk 1
1 Voorwoord Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden biedt u, wederom een financieel sluitende begroting aan, aangevuld met de Meerjarenraming 2015 – 2017. In deze programmabegroting voor het jaar 2014 zijn de inhoudelijke kaders van de Perspectiefnota 2014 – 2017 in doelen, prestaties en effectindicatoren verwerkt. De inleiding op de programmabegroting (paragraaf 3.2) bevat een overzicht van belangrijke activiteiten in de komende maanden, waarbij we toelichten hoe deze samenhangen met de ontwikkelingsvisie “Leiden, Stad van Ontdekkingen. Ook is de informatie uit de Meicirculaire 2013 nu meegenomen en is de stelpost voor de verwachte bezuinigingen op Prinsjesdag verhoogd. De Perspectiefnota is door de gemeenteraad op 11 juli 2013 vastgesteld. Net als in de rest van Nederland verkeren veel mensen in de stad in onzekerheid over hun persoonlijke situatie. De crisis treft velen, ook in Leiden. U ontvangt deze begroting een week na Prinsjesdag en de eerste contouren van de rijksbegroting en de gevolgen voor de gemeentekas zijn dan ook bekend, maar waren bij de voorbereiding van deze begroting nog niet helder. Wij gaan er vanuit dat ook de gemeente Leiden opnieuw zal moeten bezuinigen. De rijksbegroting 2014 staat onder druk en het kabinet buigt zich over de opgave om zes miljard extra om te buigen. Ook het in het voorjaar gesloten Sociaal Akkoord staat opnieuw ter discussie. In deze programmabegroting is rekening gehouden met de financiële onzekerheden in het rijksbeleid. In de Perspectiefnota 2014 staan voorstellen voor een groot bedrag aan ombuigingen en bezuinigingen zonder dat deze leiden tot lastenstijging voor de inwoners van Leiden. Het is duidelijk dat de ruimte voor nieuw beleid beperkt is. Dit najaar nemen we met elkaar nog een aantal belangrijke beslissingen die mensen direct zullen raken, zoals de toekomstige gemeentelijke taken in het sociale domein. Het begrotingsjaar 2014 is het overgangsjaar waarin de drie geplande decentralisaties van de jeugdzorg, de AWBZ en de nieuwe Participatiewet vorm krijgen. De kracht van de stad en haar bewoners willen wij ten volle benutten bij de voorbereiding van de grootste decentralisatie van rijkstaken ooit. De komende maanden zal er ook meer duidelijkheid ontstaan over de vele regionale ontwikkelingen. De Leidse regio is flink in beweging. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland beraadt zich op zijn toekomst. Leiden gaat onverminderd door met het zoeken naar samenwerking in het netwerkverband van de Leidse Regio. Over de toekomst van de gemeente Oegstgeest wordt nog voor het eind van het jaar een besluit genomen en een samenwerking met Leiden is daarbij één van de drie kansrijke scenario's. We blijven werken aan de doorontwikkeling van de financiële huishouding van de gemeente. In het afgelopen jaar hebben we daarin belangrijke stappen gezet. In lijn met de aanbevelingen uit het recente raadsonderzoek zullen we onze verbeterplannen uitvoeren. Voorts blijft het college graag met de raad in gesprek over de informatiebehoefte die de gemeenteraad heeft met oog op zijn kaderstellende en controlerende rol. Tot slot De inwoners van de gemeente Leiden gaan in maart 2014 naar de stembus om een nieuw stadsbestuur te kiezen. De politieke partijen in Leiden presenteren hun verkiezingsprogramma’s. In het document Kiezen in krappe tijden, Strategische Verkenningen 2014 – 2018 heeft de ambtelijke organisatie enige handvatten hiervoor aan de gemeenteraad aangeboden. Het college van burgemeester en wethouders is zich bewust van de krappe financiële kaders die er voor de komende jaren zijn. Een jaar geleden hebben wij u een programmabegroting aangeboden met net als nu een pessimistische teneur van toenemende bezuinigingen, lagere rijksbijdragen en dat allemaal aan de vooravond van een op handen zijnde taakverzwaring. Tot op heden heeft de crisis Leiden niet tot stilstand gebracht. De ambities voor de stad zijn onverminderd groot en het is wederom met trots dat wij u een begroting presenteren waarin u kunt lezen hoe wij daar het komend jaar met elkaar invulling en uitvoering aan kunnen geven. Het college van burgemeester en wethouders is van mening dat deze programmabegroting een goede uitwerking is van het door u in juli 2013 vastgestelde meerjarenperspectief en dat deze de toetsing aan onze gezamenlijke visie op de toekomst van Leiden glansrijk zal doorstaan. Wij hopen samen met u te komen tot een goede afronding van deze raadsperiode door het vaststellen van een programmabegroting voor het jaar 2014
Voorwoord | 3
die recht doet aan onze ambities, die uitdaging biedt aan de ambtelijke organisatie en die ruimte biedt aan de inbreng van de inwoners van Leiden. september 2013 Het college van Burgemeester en Wethouders
4 | Voorwoord
Hoofdstuk 2
2 Besluit bij Programmabegroting 2014 2.1 Raadsvoorstel Raadsvoorstel 13.0095 B en W-besluit d.d.: 17 september 2013 B en W-besluit nr.: 13.0857 Naam programma: Alle Onderwerp: Programmabegroting 2014 Aanleiding: De gemeenteraad stelt elk jaar voor 15 november de Programmabegroting voor het volgende jaar vast. De programmabegroting is voorzien van een meerjarenraming voor de drie daarop volgende jaren. De meerjarenraming dient structureel sluitend te zijn. Dat houdt in dat structurele uitgaven gedekt dienen te worden door structurele inkomsten. Doel: Het vaststellen van de programmabegroting 2014: programmaplan en de lasten en baten per programma. Daarnaast worden de investeringen voor 2014 beschikbaar gesteld, en het subsidieplafond vastgesteld. Kader: Perspectiefnota 2014-2017; Financiële verordening gemeente Leiden; Beleidskader investeringen; Gemeentewet; Besluit Begroting en verantwoording. Overwegingen: Ieder jaar dient het college een begroting op te stellen waarin zij richting raad en toezichthouder (provincie ZH) haar inhoudelijke en financiële doelstellingen voor het komende jaar beschrijft. Het college houdt in deze begroting vast aan de ambities voor de stad zoals verwoord in het Coalitie akkoord en vastgelegd in de Perspectiefnota 2014-2017. Ondanks moeilijke financiële tijden willen wij blijven investeren in de stad. Tegelijkertijd is het ons streven een financieel gezonde gemeente te blijven met een duurzaam sluitend meerjarenperspectief, voldoende weerstandsvermogen en lokale lasten die met niet meer dan de inflatie stijgen. Voor 15 november van het betreffende jaar dient de begroting ingediend te zijn bij de toezichthouder, i.c. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Financiën: Bij de Perspectiefnota 2014-2017 zijn de belangrijkste inhoudelijke keuzes gemaakt en deze vormt dan ook het kader voor de Programmabegroting 2014. Daarbij is u een sluitend meerjarenbeeld aangeboden. Rekening houdend met enkele ontwikkelingen wordt u nu bij de Programmabegroting 2014 opnieuw een sluitend meerjarenbeeld voorgesteld. Meerjarenbegroting 2014-2017 Algemene uitkering, kapitaallasten, areaal, indexering e.d. Overige posten
2014
2015
2016
2017
-113.438
-543.779
-237.450
-616.162
Besluit bij Programmabegroting 2014 | 5
Meerjarenbegroting 2014-2017
2014
2015
Aanbestedingvoordeel Stedelijk Beheer afvalverwerking Beheer en onderhoud Singelpark Vrijheidslezing Leiden
2016
2017
-288.000
-288.000
150.000
300.000
60.000
60.000
Programmering Lakenhal Sociaal programma Trekvaartplein Reserveren voor hogere uitvoeringslasten WWB
200.000 50.000
50.000
50.000
308.000
308.000
308.000
308.000
40.000
40.000
40.000
100.000
100.000
100.000
50.000
50.000
50.000
-404.562
-4.221
-172.550
-153.838
0
0
0
0
Pad Tuin van Noord Pilot vervangen Round up als onkruidbestijdingsmiddel
100.000
Reservering t.b.v. fietsenstalling Breestraat Voordeel post onvoorzien Sluitende meerjarenbegroting 2014-2017 - = voordeel
Wij lichten de ontwikkelingen in het meerjarenbeeld hieronder kort toe. Algemene uitkering, kapitaallasten, areaalmutaties, indexering etc. Algemene uitkering In de Perspectiefnota 2014-2017 werd uitgegaan van een sterke afname van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. Die afname was gebaseerd op de informatie die we hadden in het voorjaar van 2013. Daarna hebben we nieuwe informatie gekregen in de meicirculaire 2013. Daarover hebben we de raad per brief geïnformeerd. Deze zomer hebben wij de maatstaven die relevant zijn voor de berekening van de algemene uitkering geactualiseerd. Hiervoor hebben we nieuwe prognoses voor de belangrijkste maatstaven als inwoners, woningen, WOZ-waarde, leerlingen VO, bijstandscliënten doorgerekend. Deze doorrekening leidt in combinatie met de meicirculaire tot de bovenstaande positieve bijstelling ten opzichte van de Perspectiefnota. Deze doorrekening leidt in combinatie met de meicirculaire tot een positieve bijstelling ten opzichte van de Perspectiefnota. In paragraaf 5.1.2. is een uitgebreide toelichting opgenomen op de ontwikkelingen in de algemene uitkering. Bij de Perspectiefnota 2014-2017 is rekening gehouden met het effect van ca. € 4,3 miljard Rijksbezuinigingen. Dat effect werd toen geschat op € 1.215.000 vanaf 2014. Gezien de voornemens voor zover die bekend waren ten tijde van het opstellen van deze begroting (bezuinigingen van ca. 6 miljard), acht het college het noodzakelijk deze post, nodig voor het opvangen van verlaging van de algemene uitkering, te verhogen naar circa € 1,8 miljoen structureel vanaf 2017. Het kan zijn dat uit de septembercirculaire blijkt dat dit niet genoeg, vooral voor de latere jaren. In dat geval zal hier bij de collegevorming in het voorjaar van 2014 aandacht voor moeten zijn. Vooruitlopend op nadere informatie over extra Rijksbezuinigingen ramen we in 2014 tot en met 2017 onderstaande reeks als stelpost binnen de algemene uitkering. Deze cijfers zijn onderdeel van bovenstaande reeks.
Opvangen extra rijksbezuinigingen
2014
2015
2016
2017
1.764.240
1.622.939
2.222.176
1.792.665
- = voordeel
De begroting is opgesteld voor Prinsjesdag. In de begroting is rekening gehouden met de aangekondigde extra Rijksbezuinigingen en zijn er inschattingen gemaakt hoe dit waarschijnlijk neerslaat in de financiële situatie van Leiden. De definitieve financiële consequenties van Prinsjesdag en de Rijksbegroting 2014 en September circulaire 2013 worden meegenomen in de 2e bestuursrapportage van dit jaar. Kapitaallasten Het meerjareninvesteringsplan 2014 – 2017 is in paragraaf 5.2.3 opgenomen. Het geactualiseerde meerjarenbeeld van de investeringen laat een klein verschil zien ten opzichte van de Perspectiefnota 2014-2017. Dat heeft vooral te maken met een andere inschatting van het tijdstip van afronden van de investeringen.
6 | Besluit bij Programmabegroting 2014
Indexering, areaalmutaties en overige technische correcties Bij het opstellen van de begroting worden technische correcties doorgevoerd en worden salarissen, materiële uitgaven en opbrengsten geïndexeerd en gecorrigeerd voor areaalmutaties. Aanbestedingsvoordeel Stedelijk Beheer afvalverwerking Op basis van de voorlopige gunning van vuilverwerking en transport van Restafval, Grof Huishoudelijk Afval en GFT is een analyse op hoofdlijnen uitgevoerd van het mogelijke financiële resultaat in 2016. Op basis van de begrote hoeveelheden 2013 voor verwerking van Restafval, GHA en GFT is het prijseffect van de voorlopige gunning vanaf de begroting 2016 € 288.000 voordelig. Dit voordeel is vanaf 2016 structureel in de begroting verwerkt. Beheer en onderhoud Singelpark De raad heeft met de motie “Zekerheid voor Singelpark” (M130064/13 bij RV 13.0064 Perspectiefnota 2014-2017 zie bijlage 2) het college verzocht: ■ zo snel mogelijk dekking te vinden voor de beheer- en onderhoudskosten van het Singelpark; ■ in overleg met de stichting vrienden van het Singelpark de mogelijkheden van externe financiering en besparing op de beheer- en onderhoudskosten te onderzoeken; ■ voor het vaststellen van de begroting 2014 een kaderbesluit aan de Raad voor te leggen waarin dit geëffectueerd wordt. Het Singelpark bestaat uit in totaal 18 deelgebieden. De prioritering van deelprojecten wordt binnenkort bij het kaderbesluit aan de raad voorgelegd. We gaan er vanuit dat we na kaderbesluit circa 3 tot 4 jaar bezig zijn om de geprioriteerde deelprojecten te realiseren. Ingeschat wordt dat in 2016 € 150.000 en vanaf 2017 € 300.000 extra benodigd is voor beheer en onderhoud van het Singelpark. Vrijheidslezing 2014 Elk jaar wordt de vrijheidslezing gehouden in de Pieterskerk. De kosten van deze lezing worden om en om gedragen door de gemeente Leiden, LUMC en de Universiteit Leiden. In 2014 en 2017 is de beurt aan Leiden. In het verleden is deze post uit incidentele middelen bekostigd. Het college vindt deze activiteit passen in de uitwerking van de strategische visie en acht het wenselijk hiervoor een reëel bedrag op te nemen in de begroting. In 2014 en 2017 is hiervoor € 60.000 geraamd. Programmering Lakenhal In deze begroting wordt voorgesteld vanaf 2017 (na oplevering restauratie) de noodzakelijke € 200.000 per jaar voor tentoonstellingen en programmering beschikbaar te stellen. Dit is een voorwaarde om deze winter een uitvoeringsbesluit met een haalbaar bedrijfsplan te kunnen voorleggen aan de raad. Sociaal programma Trekvaartplein Het sociaal programma Trekvaart loopt eind 2013 af. Het doel van het programma is om maatschappelijke achterstanden bij het Trekvaartplein te verkleinen door drie jaar extra sociale en maatschappelijke ondersteuning te bieden en dit zoveel mogelijk onder te brengen bij reguliere maatschappelijke instellingen. Het programma maakt deel uit van het een integrale aanpak van de herinrichting van het Trekvaartplein, hetgeen ertoe moet bijdragen dat het Trekvaartplein een volwaardige Leidse woonbuurt wordt. Hoewel bewoners steeds meer gebruik maken van reguliere voorzieningen in de stad, heeft de overgang van gespecialiseerd woonwagenwerk naar de reguliere maatschappelijke ondersteuning nog onvoldoende plaatsgevonden en zal daarom nog worden voortgezet. Eind 2013 vindt een evaluatie plaats en zal worden bepaald welke inzet er in deze periode nog nodig is. Voor de periode 2014 tot en met 2016 is een bedrag van € 50.000 per jaar begroot voor het programma. Reserveren voor hogere uitvoeringslasten WWB De ontwikkeling van het aantal bijstandscliënten/uitkeringsontvangers en daaraan gerelateerde maatstaven geven een stijging te zien. De prognose van het aantal bijstandscliënten stijgt van 2920 in 2012 naar 3321 in 2017. De toename van het aantal bijstandsgerechtigden leidt tot een stijging van de algemene uitkering en tot hogere uitvoeringskosten. De stijging van de algemene uitkering (zie paragraaf 5.1.2) en van de hogere uitvoeringskosten waren nog niet verwerkt in de Perspectiefnota 2014-2017. We houden rekening met € 330.000 structureel hogere uitvoeringskosten waarvan 10% wordt bekostigd door de gemeente Leiderdorp. Pad Tuin van Noord Voor de Tuin van Noord is de politieke wens uitgesproken om het fietspad om te zetten in een geasfalteerd voetpad. Dit heeft als gevolg dat de eerder toegezegde subsidies van Portaal en Holland Rijnland naar alle waarschijnlijkheid niet worden uitgekeerd. Met inzet van € 40.000 structureel is het mogelijk om de kapitaallasten van het project alsnog te dekken. Hiermee kan de kwaliteitsimpuls van de Tuin van Noord worden afgerond en kan de verbinding tussen Binnenstad-Tuin van Noord en Merenwijk worden gerealiseerd.
Besluit bij Programmabegroting 2014 | 7
Pilot vervangen round up In 2018 zal het professionele gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (waaronder glysofaat/Roundup) voor onkruidbestrijding op verhardingen landelijk verboden zijn. Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar de verschillende alternatieven en financiële consequenties om zodoende een nieuwe manier van onkruidbestrijding te ontwikkelen. Er wordt een bedrag van € 100.000 gereserveerd voor het uitvoeren van een pilot waarbij nieuwe methodes van onkruidbestrijding getest kunnen worden. Dit bedrag wordt structureel in de begroting verwerkt om een deel van de meerkosten vanaf 2018 op te kunnen vangen. Conform motie 130064/28 ‘snel einde round up’ is dit noodzakelijk om tijdig ervaring op te doen met alternatieven voor chemische onkruidbestrijding. Fietsenstalling Breestraat Ter hoogte van Breestraat 130, doorlopend tot aan de Botermarkt wordt een aantal panden ontwikkeld tot een complex met detailhandel met woningen erboven. Onder deze ontwikkeling zal een fietsparkeergarage worden gerealiseerd met maximaal 450 fietsparkeerplaatsen. Ten behoeve van de bouw en de exploitatie van deze fietsparkeergarage wordt structureel € 50.000 per jaar in de begroting opgenomen. In de komende maanden wordt dit plan verder uitgewerkt. Post onvoorzien De hoogte van de post onvoorzien is in Leiden niet genormeerd en heeft altijd gefungeerd als een soort sluitpost. Op dit moment is er dermate veel ruimte op deze post geraamd dat de vraag ontstaat of dit wel nodig is. Ons voorstel is om de post onvoorzien te gaan normeren. We stellen voor om voor onvoorziene uitgaven vanaf de begroting 2014 rekening te houden met een bedrag van € 2 per inwoner. Korting onderwijshuisvesting In 2015 vindt een overheveling van middelen onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds plaats. Het gaat voor Leiden over een uitname van 2,2 miljoen euro die naar de schoolbesturen zal gaan. De uitvoering van het vastgestelde Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2012-2027 (IHP) komt in gevaar door het korten van 2,2 miljoen euro. Het huidige IHP is gebaseerd op optimaal gebruik maken van de beperkte ruimte tussen lopende kapitaalslasten en de maximale kapitaalslasten die te dekken zijn binnen de begroting. Een korting van 2,2 miljoen op deze investeringsruimte betekent dat een substantieel deel van het IHP niet kan worden uitgevoerd.In de Perspectiefnota is daarom opgenomen dit bedrag niet te korten op het budget van Onderwijshuisvesting maar te compenseren. Dit zien we als een maximale risicoreservering. Het Ministerie van OCW, de VNG en de PO-raad zijn op dit moment nog in gesprek of er ook voorwaarden aan deze overheveling van middelen moeten worden verbonden. Momenteel lijkt het erop dat er - met behoud van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting - geen enkele verdere voorwaarden aan deze overheveling naar de scholen zal worden gesteld behalve een verbod op investeren in nieuwbouw en uitbreiding (informatie VNG d.d. 2 september 2013). Het leidt geen twijfel dat de overheveling van middelen wordt doorgevoerd. Als schoolbesturen vrij mogen beslissen waaraan zij het geld besteden, kunnen zij daarvoor doelen kiezen, die momenteel wellicht (deels) worden bekostigd uit gemeentelijke middelen. Dat zou betekenen dat schoolbesturen meer middelen hebben, zonder dat de gemeente daarmee rekening heeft kunnen houden bij de inzet van lokale middelen voor onderwijs. Hetzelfde geldt wanneer onverhoopt en afwijkend van de opvatting van de staatssecretaris zou blijken dat schoolbesturen deze middelen alsnog mogen inzetten voor nieuwbouw en uitbreiding. De gemeente zal met de schoolbesturen in gesprek gaan om voorafgaand aan de feitelijke overheveling afspraken te maken om zo te voorkomen dat schoolbesturen voor dezelfde taken een dubbele vergoeding zouden krijgen (vanuit rijks- en gemeentemiddelen). Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de mogelijkheid dat de scholen het overgehevelde budget gaan inzetten voor taken op het gebied van scholenbouw of dat de scholen de het overgehevelde budget inzetten voor onderwijsbeleid. In het eerste geval zal door de gemeente minder geïnvesteerd worden in scholenbouw en wordt aan de schoolbesturen gevraagd het geld beschikbaar te stellen om het IHP uit te voeren. In het tweede geval zal de gemeente, afhankelijk van waar de scholen deze middelen voor inzetten, korten op niet geoormerkte, gemeentelijke middelen die nu naar de scholen gaan. De gemeente verwacht dat bij het vaststellen van de Rijksbegroting 2015 een definitief besluit genomen zal worden over deze overheveling. Zodra er meer duidelijkheid is zal het college u hierover informeren. Voor het college staat voorop dat de beoogde investeringen in onderwijshuisvesting onverkort doorgang kunnen vinden. Doorlichting openstaande kredieten ouder dan drie jaar Bij het vaststellen van de Perspectiefnota 2014-2017 heeft de raad besloten om het college opdracht te geven om alle openstaande kredieten ouder dan drie jaar af te sluiten, tenzij er dwingende redenen zijn dit niet te doen en hierover bij de begroting 2014 te rapporteren.
8 | Besluit bij Programmabegroting 2014
Deze inventarisatie van de openstaande kredieten ouder dan drie jaar heeft plaatsgevonden. Het ging hierbij om ca. 200 kredieten. De conclusies uit dit onderzoek luiden: ■ Het aantal kredieten ouder dan drie jaar dat in 2013 kan worden afgesloten is relatief beperkt. Naar verwachting in 2013 ca. 70. In veel gevallen is er een gegronde reden het krediet open te laten staan (voornamelijk doorlooptijd van het project). ■ De beleidslijn om in beginsel een krediet na 3 jaar af te sluiten blijkt in veel gevallen niet aan te sluiten bij de praktijk van vaak lange looptijden van projecten. ■ Het aantal kredieten kan enigszins worden beperkt door administratieve maatregelen (bijvoorbeeld samenvoeging of heropening) ■ De vrijval van restant kredietbedragen is te verwaarlozen. In de jaarstukken zal zoals gewoonlijk wederom over de openstaande kredieten worden gerapporteerd en zal worden voorgesteld om afgeronde kredieten af te sluiten. Doorlichting reserves Bij het vaststellen van de Perspectiefnota 2014-2017 heeft de raad besloten om het college opdracht te geven om alle reserves te beoordelen of de naam eenduidig is, het doel helder is en het gereserveerde bedrag nog aansluit bij het doel en een voorstel maken welke reserves eventueel vrij kunnen vallen t.g.v. de concernreserve en hierover in 2013 te rapporteren. Naam oud:
Naam nieuw:
Reserve publicaties gemeente-archief
Reserve publicaties Erfgoed Leiden en omstreken
Reserve project en algemene risico's grex- en projecten in uitvoering
Reserve risico's projecten met uitvoeringsbesluit
Reserve stadsherstel
Reserve NV Stadsherstel
Reserve onderhoud onderwijshuisvesting
Reserve Onderwijshuisvesting
Reserve actuele kunst
Reserve aankopen kunst Museum De Lakenhal
Reserve De Lakenhal
Bedrijfsreserve Museum De Lakenhal
Naam
Doel oud:
Doel nieuw:
Reserve publicaties Erfgoed Leiden en omstreken
De opbrengsten van publicaties e.d. worden ingezet voor nieuwe initiatieven.
De opbrengsten van publicaties en schenkingen etc. worden ingezet voor nieuwe initiatieven van publicaties etc.
Egalisatiereserve inkomsten bouwleges
Niet geraamde incidentele uitgaven mogelijk maken voor de optimalisatie van de bouwvergunningverlening en het tegengaan van fluctuaties in de tariefstelling.
Niet geraamde incidentele uitgaven mogelijk maken voor de optimalisatie van de omgevingsvergunningverlening, onderdeel bouwactiviteiten, en het tegengaan van fluctuaties in de tariefstelling.
Reserve aankopen kunst Museum De Lakenhal
Egalisatie van aankoopbijdragen en aankopen van kunstwerken
Het doel van de reserve is de egalisatie van gerealisieerde bijdragen aan en aankopen van specifieke kunstobjecten ten opzichte van de begroting door Museum De Lakenhal over meerdere jaren. Daarnaast kan de reserve fungeren als spaarpot voor grotere aankopen.
Bedrijfsreserve Museum De Lakenhal
De reserve fungeert als bedrijfsreserve voor Stedelijk Museum de Lakenhal. Doelstelling is de egalisatie van resultaten ten opzichte van de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
De doelstelling is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering en afgesloten projecten over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Het tweede deel van de opdracht, of het gereserveerd bedrag nog aansluit bij het doel, wordt beoordeeld bij de 2e bestuursrapportage 2013. Evaluatie: Niet van toepassing Bijgevoegde informatie:
Besluit bij Programmabegroting 2014 | 9
De ontwerp-Programmabegroting Het prestatie-overzicht wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website (www.leiden.nl/financien) wanneer de programmabegroting 2014 wordt aangeboden aan de gemeenteraad
10 | Besluit bij Programmabegroting 2014
2.2 Raadsbesluit De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders raadsvoorstel 13.0095 van 2013), mede gezien het advies van de commissie, BESLUIT: 1. De programmabegroting 2014 vast te stellen en de bijbehorende baten en lasten per programma vast te stellen: Programma
Lasten
BESTUUR EN DIENSTVERLENING
28.884.868
VEILIGHEID
12.344.643
ECONOMIE EN TOERISME
6.669.255
BEREIKBAARHEID
11.780.778
OMGEVINGSKWALITEIT
67.259.567
STEDELIJKE ONTWIKKELING
53.123.422
JEUGD EN ONDERWIJS
28.608.385
SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
34.434.922
WELZIJN EN ZORG
42.162.802
WERK EN INKOMEN ALGEMENE MIDDELEN
124.083.737 713.165 410.065.542
Programma BESTUUR EN DIENSTVERLENING
Baten 2.797.715
VEILIGHEID
434.974
ECONOMIE EN TOERISME
819.432
BEREIKBAARHEID
10.131.389
OMGEVINGSKWALITEIT
22.771.618
STEDELIJKE ONTWIKKELING
39.704.867
JEUGD EN ONDERWIJS
4.565.051
SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
4.433.133
WELZIJN EN ZORG
2.263.770
WERK EN INKOMEN ALGEMENE MIDDELEN
99.558.628 224.148.860 411.629.439
Voordelig saldo baten en lasten
1.563.896
Storting in reserves
25.126.147
Onttrekkingen aan reserves
23.562.251
Per saldo te storten in de reserves
1.563.896
Besluit bij Programmabegroting 2014 | 11
2. Conform het beleidskader investeringen de volgende investeringen voor 2014 beschikbaar te stellen: Programma
Omschrijving
Bedrag
1. Bestuur en Dienstverlening
1A1.1 De gemeenteraad en raadscommissies vergaderen volgens cyclus
Geluidsinstallatie Raadzaal
4. Bereikbaarheid
4A1.2 Uitvoeren maatregelen fiets
Fietsvoorzieningen
588
4E1.2 Uitvoeren verkeersveiligheidsmaatregelen
Verkeersvoorzieningen
303
4C1.6 Uitvoeren maatregelen autoverkeer
Wijkactieplannen en parkeren
120
4E1.2 Uitvoeren verkeersveiligheidsmaatregelen
Aanpak black spots
5. Omgevingskwaliteit
5A1.6 Beheren openbare verlichting
Vervanging openbare verlichting
5A1.7 Beheren bruggen en viaducten
Investeringen bruggen
232
5A1.12 beheren straatmeubilair
Vervanging verkeerslichten
793
5A1.8 Beheren wegen
Investeringen wegen/asfalt
2.780
5B1.2 Beheren riolen en gemalen
Vervanging rioleringen
5.151
7. Jeugd en Onderwijs
7D1.1 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte)
Speeltuinen
8. Sport Cultuur en Recreatie
8A1.1 Doen aanbieden van een breed en divers kunst- en cultuurprogramma door de gesubs. Kunst en cultuurinstellingen
VVI Stadspodia 2014
175
8D1.1 Beheer en exploitatie Jeugddorp Zuid-west
Nieuwbouw huisvesting Jeugddorp
515
Totaal
100
1.033 1.170
353
13.313
Bedragen * € 1.000
3. Het subsidieplafond voor 2014 vast te stellen op € 46.047.079; 4. De naamgeving van de volgende reserves aan te passen: Naam oud:
Naam nieuw:
Reserve publicaties gemeente-archief
Reserve publicaties Erfgoed Leiden en omstreken
Reserve project en algemene risico's grex- en projecten in uitvoering
Reserve risico's projecten met uitvoeringsbesluit
Reserve stadsherstel
Reserve NV Stadsherstel
Reserve onderhoud onderwijshuisvesting
Reserve Onderwijshuisvesting
Reserve actuele kunst
Reserve aankopen kunst Museum De Lakenhal
Reserve De Lakenhal
Bedrijfsreserve Museum De Lakenhal
5. Het doel van de volgende reserves aan te passen: Naam
Doel oud:
Doel nieuw:
Reserve publicaties Erfgoed Leiden en omstreken
De opbrengsten van publicaties e.d. worden ingezet voor nieuwe initiatieven.
De opbrengsten van publicaties en schenkingen etc. worden ingezet voor nieuwe initiatieven van publicaties etc.
Egalisatiereserve inkomsten bouwleges
Niet geraamde incidentele uitgaven mogelijk maken voor de optimalisatie van de bouwvergunningverlening en het tegengaan van fluctuaties in de tariefstelling.
Niet geraamde incidentele uitgaven mogelijk maken voor de optimalisatie van de omgevingsvergunningverlening, onderdeel bouwactiviteiten, en het tegengaan van fluctuaties in de tariefstelling.
12 | Besluit bij Programmabegroting 2014
Naam
Doel oud:
Doel nieuw:
Reserve aankopen kunst Museum De Lakenhal
Egalisatie van aankoopbijdragen en aankopen van kunstwerken
Het doel van de reserve is de egalisatie van gerealisieerde bijdragen aan en aankopen van specifieke kunstobjecten ten opzichte van de begroting door Museum De Lakenhal over meerdere jaren. Daarnaast kan de reserve fungeren als spaarpot voor grotere aankopen.
Bedrijfsreserve Museum De Lakenhal
De reserve fungeert als bedrijfsreserve voor Stedelijk Museum de Lakenhal. Doelstelling is de egalisatie van resultaten ten opzichte van de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
De doelstelling is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering en afgesloten projecten over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Reserve Raad
De doelstelling van de reserve is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering ten opzichte van de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen.
Belangrijkste doelstelling van de reserve is de financiering van de uitgaven voor verkiezingen en de opleiding en begeleiding van nieuwe raadsleden. Deze uitgaven worden voornamelijk in een verkiezingsjaar gemaakt en hoogte van de uitgaven kan per verkiezingsjaar variëren. De reserve is ook bedoeld om de financiering van de technische apparatuur zoals geluid en opname apparatuur voor commissie en raadsvergaderingen te dekken. De gemeenteraad kan ook aanspraak op het budget in de reserve doen voor de financiering van een raadsonderzoek, dan wel het uitvoeren van een second opinion bij voorstellen.
6. De volgende reserve in te stellen: Naam
Reserve Rekenkamer
Grootte
Minimaal € 20.000 maximaal € 40.000
Afdeling
Griffie
Beleidsterrein
Bestuur
Doel
Belangrijkste doelstelling van de reserve Rekenkamer is de mogelijkheid voor een meer flexibele financiering van de uitgaven voor onderzoek en de mogelijkheid tot extra onderzoek. De uitgaven van de onderzoeken van de Rekenkamer lopen vaak over de jaargrens heen en het aantal onderzoeken kan per jaar variëren.
Datum opheffing
N.v.t.
Voeding
Voeding van de reserve vindt plaats vanuit het overschot op het budget van de Rekenkamer. Bij raadsvoorstel bestemming jaarrekening kan de raad indien nodig besluiten tot een extra storting in de reserve Rekenkamer. De omvang van de reserve Rekenkamer bedraagt per 1 januari minimaal € 20.000 en maximaal € 40.000.
Onttrekkingen
Na raadsbesluit.
7. De begroting 2015 tot en met 2017 voor kennisgeving aan te nemen. 8. Vast te stellen de in de bijlage opgenomen aanpassingen in de teksten van de Programmabegroting 2014 Gedaan in de openbare raadsvergadering van 5 november 2013, de Griffier, de Voorzitter,
Besluit bij Programmabegroting 2014 | 13
14 | Besluit bij Programmabegroting 2014
Hoofdstuk 3
3 Algemeen 3.1 Samenstelling stadsbestuur GEMEENTERAAD De zetelverdeling in de gemeenteraad is als volgt: Democraten 66 (D66) 10 zetels Partij van de Arbeid (PvdA) 6 zetels Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) 6 zetels Socialistische Partij (SP) 4 zetels Christen Democratisch Appèl (CDA) 4 zetels GroenLinks (GL) 4 zetels Stadspartij Leiden Ontzet (SLO) 2 zetels Leefbaar Leiden (LL) 1 zetel Christen Unie (CU) 1 zetel Partij voor de Dieren 1 zetel E.H.T. (Noor) van der Vlist (griffier)
COLLEGE VAN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS Het college heeft de volgende samenstelling: Drs. H.J.J. (Henri) Lenferink, burgemeester, Bestuur, Veiligheid en Handhaving R. (Robert) Strijk (D66), Wethouder Bereikbaarheid, Financiën en Economie Mr. P.T. (Pieter) van Woensel (VVD), Wethouder Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken R. (Roos) van Gelderen (SP), Wethouder Jeugd, Zorg en Welzijn, Personeel en Organisatie Drs. J.J. (Jan-Jaap) de Haan (CDA), Wethouder Cultuur, Werk en Inkomen F. (Frank) de Wit (D66), Wethouder Onderwijs, Sport en Milieu Drs. J.D. (Jan) Nauta, Gemeentesecretaris
Algemeen | 15
3.2 Inleiding Programmabegroting 2014 Kennis, cultuur en historie in een maatschappelijk krachtige en goed bereikbare stad In de afgelopen drieënhalf jaar is de ontwikkelingsvisie 2030, Leiden Stad van Ontdekkingen, een belangrijke leidraad geweest voor ons handelen. Dat blijf ook zo in het komende half jaar. We werken aan allerlei projecten en besluiten waarvan Leiden als internationale kennisstad en stad van cultuur en historie, met een prachtige monumentale binnenstad, nog vele jaren de vruchten kan plukken. Het is onze overtuiging dat een ontwikkeling van de stad die in lijn is met deze visie, de beste garantie biedt voor de ontwikkeling van de toekomstige welvaart voor Leiden en de omliggende regio, en daarmee voor een hoog voorzieningenniveau voor onze burgers. De ontwikkeling van Leiden als kennisstad is het best zichtbaar bij station Lammenschans, waar in de komende jaren duizenden studentenwoningen verrijzen, en op het Bio Science Park, waar universiteit en bedrijven honderden miljoenen investeren in de kennis en het onderwijs van morgen. Nog in deze collegeperiode zal de Raad een uitvoeringsbesluit kunnen nemen in het kader van het project ontsluiting Bio Science Park. Dit is nodig om verdere ontwikkeling van het park mogelijk te maken. De verdere ontwikkeling van het Bio Science Park is een belangrijk element in de economische agenda voor de Leidse regio (Economie071). Doel is te komen tot concrete maatregelen die een stimulans vormen voor de economie van de Leidse regio. Naast de economische kracht van het Bio Science Park zien wij ook de cultuur en historie van Leiden als belangrijke ontwikkelsnoeren voor de toekomst van Leiden. Cultuur en historie dragen niet alleen bij aan de kwaliteit van leven in onze regio, maar bieden ook allerlei kansen om bezoekers te verleiden vaker naar Leiden te komen en hier meer tijd door te brengen. Bij de totstandkoming van de cultuurnota hebben wij gezien dat onderlinge contacten tussen cultuurmakers, instellingen en betrokken burgers direct kan leiden tot nieuwe initiatieven en samenwerkingsvormen. Op dit moment werken wij aan de afronding van de zogeheten erfgoednota, samen met tientallen instellingen in onze stad. Daar zien we hetzelfde gebeuren: meer samenwerking, versterking van elkaars activiteiten en in gezamenlijkheid bijdragen aan de aantrekkingskracht van Leiden. Dat is van harte toe te juichen. De cultuursector geven we een impuls met investeringen in de Lakenhal in combinatie met een passende programmering (uitvoeringsbesluit voorzien in 2013) en in de foyer van de Stadsschouwburg. Over dit laatste project zullen wij de gemeenteraad nog een raadsvoorstel voorleggen. De monumentale binnenstad van Leiden maken we aantrekkelijker door te blijven investeren in versterking van het kernwinkelgebied. Het Aalmarktproject is daarin een essentiële stap op weg naar voltooiing we de winkelroutes tussen de Haarlemmerstraat en de Breestraat. Dit project is volop in uitvoering. Het Singelpark vormt de groene omlijsting van al het moois dat de binnenstad te bieden heeft. Deze programmabegroting biedt dekking voor de onderhouds- en beheerkosten die samenhangen met het kaderbesluit dat wij later dit jaar verwachten te kunnen nemen. Met de investeringen in de binnenstad richten we ons op versterking van de centrumpositie van Leiden. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van het stationsgebied en, meer in het bijzonder, het Rijnsburgerblok. Bij versterking van de centrumpositie hoort bij dat we ook de bereikbaarheid goed regelen, met fietsvoorzieningen, openbaar vervoer en autobereikbaarheid. De binnenstad is daarmee een van de plekken die we goed willen ontsluiten. In deze begroting is het financieel mogelijk gemaakt aan te sluiten bij een grote verbouwing van een particuliere belegger in de stad en onder zijn pand tussen de Breestraat en Botermarkt een nieuwe extra fietsenstalling te maken. Verbetering van de bereikbaarheid heeft niet alleen voor Leiden, maar voor de hele regio belangrijke ruimtelijke consequenties. Daarom gaan we door op de ingezette koers om onder de noemer LAB71 met burgers, bedrijven en instellingen uit Leiden en Leiderdorp onze ambities vast te leggen en in goede samenwerking met elkaar te realiseren. In het voorjaar van 2014 zullen naar verwachting concrete varianten op tafel liggen voor verbetering van de ontsluiting per auto van de oostkant van de stad. Leiden draagt onder meer bij aan de bereikbaarheid van belangrijke voorzieningen in onze regio door de binnenstad goed te ontsluiten. Daartoe zullen we twee ondergrondse parkeergarages realiseren, aan de Lammermarkt (met herinrichting van de openbare ruimte op straatniveau) en de Garenmarkt. In het najaar van 2013 zal het college het uitvoeringsbesluit parkeergarages aan de raad voorleggen. In 2014 zal de
16 | Algemeen
aanbestedingsprocedure zijn beslag krijgen en zal tevens de bestemmingsplanprocedure voor de Garenmarkt worden voortgezet. De ontwikkeling van Leiden maatschappelijk en economische krachtige kennisstad, met een relatief hoog opgeleide bevolking, maakt het gemakkelijker om goede voorzieningen tot stand te brengen en te houden. Die voorzieningen hoeven uiteraard niet altijd van de gemeente te komen. De kracht van een maatschappelijk sterke stad zit juist in de burgers, hun verenigingen en organisaties en alles wat zij gezamenlijk tot stand kunnen brengen. Dat is veel, zoals wij bijvoorbeeld weten uit de initiatieven van Stadslab, maar bijvoorbeeld ook uit de ervaring van de vele mensen die mantelzorg verlenen of op andere manieren mensen in hun omgeving bijstaan. Om de maatschappelijke kracht in Leiden te versterken zetten we in de komende maanden in op allerlei activiteiten. Hierbij gaat het onder meer om investeringen in het opknappen van speeltuinen (plekken waar veel burgers maatschappelijk actief zijn), zicht op realisatie van een stedelijke voorzieningen voor jongeren, huisvesting voor maatschappelijke opvang en nieuwe combinaties van wonen en zorg. Ook bij de voorbereiding op nieuwe gemeentelijke verantwoordelijkheden voor jeugdzorg en uitbreiding van de WMO staat het benutten van de maatschappelijke kracht centraal. Om deze nieuwe taken met de bijbehorende bezuinigingsopdrachten te kunnen uitvoeren zullen we oude vormen en gedachten moeten loslaten en vanuit nieuwe verbindingen integrale oplossingen moeten formuleren. Naast sociaal-maatschappelijke opgaven staan we met elkaar ook voor opgaven in onze fysieke woonomgeving. Enkele lang gekoesterde wensen zijn een oplossing voor de wateroverlast die bij hevige regenval ontstaat in de Oude Kooi (daarover leggen we dit jaar een kaderbesluit voor), een duurzaamheidsfonds, afronding van de 2e fase van het project Trekvaartplein en de vervanging van zo veel mogelijk bovengrondse afvalcontainers door ondergrondse containers. Ruimtelijke Investeringsagenda 2013-2014 Op 25 april 2013 is de Ruimtelijke Investeringsagenda 2013-2014 vastgesteld, een belangrijke uitwerking van de Stadsvisie. De agenda is de inventarisatie van de ruimtelijke projecten waar de gemeente Leiden bij betrokken is. Tegelijkertijd is hij de monitor voor de uitvoeringsparagraaf van de ruimtelijke Structuurvisie Leiden 2025. De projecten in de investeringsagenda vallen onder verschillende begrotingsprogramma’s en lichten we daar toe. De weergave van de agenda is een kaart. Die staat hieronder afgedrukt. Het kaartbeeld maakt inzichtelijk waar in de stad ambities liggen en toont de samenhang tussen de verschillende projecten. Vanaf volgend jaar bieden we de Ruimtelijke Investeringsagenda niet meer apart aan ter besluitvorming, maar maakt hij onderdeel uit van de producten in de planning- en control cyclus, zoals de programmabegroting.
Algemeen | 17
18 | Algemeen
Hoofdstuk 4
4 Beleidsbegroting 4.1 Algemeen 4.1.1 Hoofdlijnen financiële positie Bij de Perspectiefnota 2014-2017 zijn de belangrijkste inhoudelijke keuzes gemaakt en deze vormt dan ook het kader voor de Programmabegroting 2014. Daarbij is u een sluitend meerjarenbeeld aangeboden. Rekening houdend met enkele ontwikkelingen wordt u nu bij de Programmabegroting 2014 opnieuw een sluitend meerjarenbeeld voorgesteld. Meerjarenbegroting 2014-2017 Algemene uitkering, kapitaallasten, areaal, indexering e.d.
2014
2015
2016
2017
-113.438
-543.779
-237.450
-616.162
Overige posten:
Aanbestedingvoordeel Stedelijk Beheer afvalverwerking Beheer en onderhoud Singelpark Vrijheidslezing Leiden
-288.000
-288.000
150.000
300.000
60.000
60.000
Programmering Lakenhal Sociaal programma Trekvaartplein Reserveren voor hogere uitvoeringslasten WWB
200.000 50.000
50.000
50.000
308.000
308.000
308.000
308.000
40.000
40.000
40.000
100.000
100.000
100.000
50.000
50.000
50.000
-4.221
-172.550
-153.838
Pad Tuin van Noord Pilot vervangen Round up als onkruidbestijdingsmiddel
100.000
Reservering t.b.v. fietsenstalling Breestraat Voordeel post onvoorzien
-404.562
Sluitende meerjarenbegroting 2014-2017
0
0
0
0
Wij lichten de ontwikkelingen in het meerjarenbeeld hieronder kort toe. Algemene uitkering, kapitaallasten, areaalmutaties, indexering etc. Algemene uitkering In de Perspectiefnota 2014-2017 werd uitgegaan van een sterke afname van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. Die afname was gebaseerd op de informatie die we hadden in het voorjaar van 2013. Daarna hebben we nieuwe informatie gekregen in de meicirculaire 2013. Daarover hebben we de raad per brief geïnformeerd. Deze zomer hebben wij de maatstaven die relevant zijn voor de berekening van de algemene uitkering geactualiseerd. Hiervoor hebben we nieuwe prognoses voor de belangrijkste maatstaven als inwoners, woningen, WOZ-waarde, leerlingen VO, bijstandscliënten doorgerekend. Deze doorrekening leidt in combinatie met de meicirculaire tot de bovenstaande positieve bijstelling ten opzichte van de Perspectiefnota. Ten opzichte van de perspectiefnota is het beeld als volgt gewijzigd. In paragraaf 5.1.2. is een uitgebreide toelichting opgenomen op de ontwikkelingen in de algemene uitkering.
Beleidsbegroting | 19
Bij de Perspectiefnota 2014-2017 is rekening gehouden met het effect van ca. 4 miljard Rijksbezuinigingen. Dat effect werd toen geschat op € 1.215.000 vanaf 2014. Gezien de voornemens voor zover die bekend waren ten tijde van het opstellen van deze begroting (bezuinigingen van ca. 6 miljard), acht het college het noodzakelijk deze post, nodig voor het opvangen van verlaging van de algemene uitkering, te verhogen naar circa € 1,8 miljoen structureel vanaf 2017. Het kan zijn dat uit de septembercirculaire blijkt dat dit niet genoeg, vooral voor de latere jaren. In dat geval zal hier bij de collegevorming in het voorjaar van 2014 aandacht voor moeten zijn. Vooruitlopend op nadere informatie over extra Rijksbezuinigingen ramen we in 2014 tot en met 2017 onderstaande reeks als stelpost binnen de algemene uitkering. Deze cijfers zijn onderdeel van bovenstaande reeks.
Opvangen extra rijksbezuinigingen
2014
2015
2016
2017
1.764.240
1.622.939
2.222.176
1.792.665
- = voordeel
Kapitaallasten Het meerjareninvesteringsplan 2014 – 2017 is in paragraaf 5.2.3 opgenomen. Het geactualiseerde meerjarenbeeld van de investeringen laat een klein verschil zien ten opzichte van de Perspectiefnota 2014-2017. Dat heeft vooral te maken met een andere inschatting van het tijdstip van afronden van de investeringen. Indexering, areaalmutaties en overige technische correcties Bij het opstellen van de begroting worden technische correcties doorgevoerd en worden salarissen, materiële uitgaven en opbrengsten geïndexeerd en gecorrigeerd voor areaalmutaties. Aanbestedingsvoordeel Stedelijk Beheer afvalverwerking Op basis van de voorlopige gunning van vuilverwerking en transport van Restafval, Grof Huishoudelijk Afval en GFT is een analyse op hoofdlijnen uitgevoerd van het mogelijke financiële resultaat in 2016. Op basis van de begrote hoeveelheden 2013 voor verwerking van Restafval, GHA en GFT is het prijseffect van de voorlopige gunning vanaf de begroting 2016 € 288.000 voordelig. Dit voordeel is vanaf 2016 structureel in de begroting verwerkt. Beheer en onderhoud Singelpark De raad heeft met de motie “Zekerheid voor Singelpark” (M130064/13 bij RV 13.0064 Perspectiefnota 2014-2017 zie bijlage 2) het college verzocht: ■ zo snel mogelijk dekking te vinden voor de beheer- en onderhoudskosten van het Singelpark; ■ in overleg met de stichting vrienden van het Singelpark de mogelijkheden van externe financiering en besparing op de beheer- en onderhoudskosten te onderzoeken; ■ voor het vaststellen van de begroting 2014 een kaderbesluit aan de Raad voor te leggen waarin dit geëffectueerd wordt. Het Singelpark bestaat uit in totaal 18 deelgebieden. De prioritering van deelprojecten wordt binnenkort bij het kaderbesluit aan de raad voorgelegd. We gaan er vanuit dat we na kaderbesluit circa 3 tot 4 jaar bezig zijn om de geprioriteerde deelprojecten te realiseren. Ingeschat wordt dat in 2016 € 150.000 en vanaf 2017 € 300.000 extra benodigd is voor beheer en onderhoud van het Singelpark. Vrijheidslezing Leiden 2014 Elk jaar wordt de vrijheidslezing gehouden in de Pieterskerk. De kosten van deze lezing worden om en om gedragen door de gemeente Leiden, LUMC en de Universiteit Leiden. In 2014 en 2017 is de beurt aan Leiden. In het verleden is deze post uit incidentele middelen bekostigd. Het college vindt deze activiteit passen in de uitwerking van de strategische visie en acht het wenselijk hiervoor een reëel bedrag op te nemen in de begroting. In 2014 en 2017 is hiervoor € 60.000 geraamd. Programmering Lakenhal In deze begroting wordt voorgesteld vanaf 2017 (na oplevering restauratie) de noodzakelijke € 200.000 per jaar voor tentoonstellingen en programmering beschikbaar te stellen. Dit is een voorwaarde om deze winter een uitvoeringsbesluit met een haalbaar bedrijfsplan te kunnen voorleggen aan de raad. Sociaal programma Trekvaartplein Het sociaal programma Trekvaart loopt eind 2013 af. Het doel van het programma is om maatschappelijke achterstanden bij het Trekvaartplein te verkleinen door drie jaar extra sociale en maatschappelijke ondersteuning te bieden en dit zoveel mogelijk onder te brengen bij reguliere maatschappelijke instellingen. Het programma maakt deel uit van het een integrale aanpak van de herinrichting van het Trekvaartplein, hetgeen ertoe moet bijdragen dat het Trekvaartplein een volwaardige Leidse woonbuurt wordt.
20 | Beleidsbegroting
Hoewel bewoners steeds meer gebruik maken van reguliere voorzieningen in de stad, heeft de overgang van gespecialiseerd woonwagenwerk naar de reguliere maatschappelijke ondersteuning nog onvoldoende plaatsgevonden en zal daarom nog worden voortgezet. Eind 2013 vindt een evaluatie plaats en zal worden bepaald welke inzet er in deze periode nog nodig is. Voor de periode 2014 tot en met 2016 is een bedrag van € 50.000 per jaar begroot voor het programma. Reserveren voor hogere uitvoeringslasten WWB De ontwikkeling van het aantal bijstandscliënten/uitkeringsontvangers en daaraan gerelateerde maatstaven geven een stijging te zien. De prognose van het aantal bijstandscliënten stijgt van 2920 in 2012 naar 3321 in 2017. De toename van het aantal bijstandsgerechtigden leidt tot een stijging van de algemene uitkering en tot hogere uitvoeringskosten. De stijging van de algemene uitkering (zie paragraaf 5.1.2) en van de hogere uitvoeringskosten waren nog niet verwerkt in de Perspectiefnota 2014-2017. We houden rekening met € 330.000 structureel hogere uitvoeringskosten waarvan 10% wordt bekostigd door de gemeente Leiderdorp. Pad Tuin van Noord Voor de Tuin van Noord is de politieke wens uitgesproken om het fietspad om te zetten in een geasfalteerd voetpad. Dit heeft als gevolg dat de eerder toegezegde subsidies van Portaal en Holland Rijnland naar alle waarschijnlijkheid niet worden uitgekeerd. Met inzet van € 40.000 structureel is het mogelijk om de kapitaallasten van het project alsnog te dekken. Hiermee kan de kwaliteitsimpuls van de Tuin van Noord worden afgerond en kan de verbinding tussen Binnenstad-Tuin van Noord en Merenwijk worden gerealiseerd. Pilot vervangen round up In 2018 zal het professionele gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (waaronder glysofaat/Roundup) voor onkruidbestrijding op verhardingen landelijk verboden zijn. Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar de verschillende alternatieven en financiële consequenties om zodoende een nieuwe manier van onkruidbestrijding te ontwikkelen. Er wordt een bedrag van € 100.000 gereserveerd voor het uitvoeren van een pilot waarbij nieuwe methodes van onkruidbestrijding getest kunnen worden. Dit bedrag wordt structureel in de begroting verwerkt om een deel van de meerkosten vanaf 2018 op te kunnen vangen. Conform motie 130064/28 ‘snel einde round up’ is dit noodzakelijk om tijdig ervaring op te doen met alternatieven voor chemische onkruidbestrijding. Fietsenstalling Breestraat Ter hoogte van Breestraat 130, doorlopend tot aan de Botermarkt wordt een aantal panden ontwikkeld tot een complex met detailhandel met woningen erboven. Onder deze ontwikkeling zal een fietsparkeergarage worden gerealiseerd met maximaal 450 fietsparkeerplaatsen. Ten behoeve van de bouw en de exploitatie van deze fietsparkeergarage wordt structureel € 50.000 per jaar in de begroting opgenomen. In de komende maanden wordt dit plan verder uitgewerkt. Post onvoorzien Deze hoogte van de post onvoorzien is in Leiden niet genormeerd en heeft altijd gefungeerd als een soort sluitpost. Op dit moment is er dermate veel ruimte op deze post geraamd dat de vraag ontstaat of dit wel nodig is. Ons voorstel is om de post onvoorzien te gaan normeren. We stellen voor om voor onvoorziene uitgaven vanaf de begroting 2014 rekening te houden met een bedrag van € 2 per inwoner. Korting onderwijshuisvesting In 2015 vindt een overheveling van middelen onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds plaats. Het gaat voor Leiden over een uitname van 2,2 miljoen euro die naar de schoolbesturen zal gaan. De uitvoering van het vastgestelde Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2012-2027 (IHP) komt in gevaar door het korten van 2,2 miljoen euro. Het huidige IHP is gebaseerd op optimaal gebruik maken van de beperkte ruimte tussen lopende kapitaalslasten en de maximale kapitaalslasten die te dekken zijn binnen de begroting. Een korting van 2,2 miljoen op deze investeringsruimte betekent dat een substantieel deel van het IHP niet kan worden uitgevoerd. In de Perspectiefnota is daarom opgenomen dit bedrag niet te korten op het budget van Onderwijshuisvesting maar te compenseren. Dit zien we als een maximale risicoreservering. Het Ministerie van OCW, de VNG en de PO-raad zijn op dit moment nog in gesprek of er ook voorwaarden aan deze overheveling van middelen moeten worden verbonden. Momenteel lijkt het erop dat er - met behoud van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting - geen enkele verdere voorwaarden aan deze overheveling naar de scholen zal worden gesteld behalve een verbod op investeren in nieuwbouw en uitbreiding (informatie VNG d.d. 2 september 2013). Het leidt geen twijfel dat de overheveling van middelen wordt doorgevoerd. Als schoolbesturen vrij mogen beslissen waaraan zij het geld besteden, kunnen zij daarvoor doelen kiezen, die momenteel wellicht (deels) worden bekostigd uit gemeentelijke middelen. Dat zou betekenen dat schoolbesturen meer middelen hebben,
Beleidsbegroting | 21
zonder dat de gemeente daarmee rekening heeft kunnen houden bij de inzet van lokale middelen voor onderwijs. Hetzelfde geldt wanneer onverhoopt en afwijkend van de opvatting van de staatssecretaris zou blijken dat schoolbesturen deze middelen alsnog mogen inzetten voor nieuwbouw en uitbreiding. De gemeente zal met de schoolbesturen in gesprek gaan om voorafgaand aan de feitelijke overheveling afspraken te maken om zo te voorkomen dat schoolbesturen voor dezelfde taken een dubbele vergoeding zouden krijgen (vanuit rijks- en gemeentemiddelen). Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de mogelijkheid dat de scholen het overgehevelde budget gaan inzetten voor taken op het gebied van scholenbouw of dat de scholen de het overgehevelde budget inzetten voor onderwijsbeleid. In het eerste geval zal door de gemeente minder geinvesteerd worden in scholenbouw en wordt aan de schoolbesturen gevraagd het geld beschikbaar te stellen om het IHP uit te voeren. In het tweede geval zal de gemeente, afhankelijk van waar de scholen deze middelen voor inzetten, korten op niet geoormerkte, gemeentelijke die nu naar de scholen gaan. onderwijssubsidies (zie voor een overzicht inzet gemeentelijke middelen in het onderwijs het onderdeel Programmakosten bij programma 7). De gemeente verwacht dat bij het vaststellen van de Rijksbegroting 2015 een definitief besluit genomen zal worden over deze overheveling. Zodra er meer duidelijkheid is zal het college u hierover informeren. Voor het college staat voorop dat de beoogde investeringen in onderwijshuisvesting onverkort doorgang kunnen vinden.
4.1.2 Kerngegevens Kerngegevens en uitgangspunten De ramingen in deze Programmabegroting zijn gebaseerd op onderstaande kerngegevens en uitgangspunten. Kerngegevens en uitgangspunten waarop de (meerjaren)begroting is samengesteld. Realisatie 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
118.748
118.879
118.811
van 0 - 19 jaar
24.370
23.830
23.675
van 20 - 64 jaar
79.072
78.947
78.544
van 65 jaar en ouder
15.306
16.102
16.592
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden ultimo jaar:
2.895
2.900
3.100
Wet Werk en Bijstand (WWB)
2.824
2.840
3.000
70
60
100
1
0
0
583
400
600
1.014
1.034
1.014
2.195 ha
2.195 ha
2.195 ha
Binnenwater
131 ha
131 ha
131 ha
Historische stads- of dorpskern
125 ha
125 ha
125 ha
Aantal woonruimten:
59.158
60.045
60.215
Zelfstandige woningen
52.684
53.571
53.633
Bijzondere woongebouwen
1.596
1.596
1.596
Wooneenheden
4.878
4.878
4.986
A. Sociale structuur Aantal inwoners:
Werknemers en Zelfstandigen (IOAW/IOAZ) Regeling Opvang Asielzoekers (ROA)
Bijzondere bijstand: Aantal tewerkgestelde inwoners in de sociale werkgemeenschappen: B. Fysieke structuur Oppervlakte gemeente:
22 | Beleidsbegroting
Realisatie 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Aantal woonschepen:
203
203
203
Aantal woonwagens:
132
132
131
304 km
304 km
304 km
Hoofdontsluitingswegen
37 km
37 km
37 km
Verzamelwegen/industrie
47 km
47 km
47 km
220 km
220 km
220 km
Lengte van vrijliggende fiets- en wandelwegen
22 km
22 km
22 km
Lengte van de waterwegen
32 km
32 km
32 km
Aantal m2 openbaar groen
3.339.330 m2
3.358.809 m2
3.358.809 m2
38.265
38.307
38.307
4,50%
3,50%
3,50%
2,00%/4,50%
2,00%/3,50%
2,00%/3,50%
0%
0%
0%
Lengte van de wegen:
Woonstraten/winkelstraten
Aantal bomen
Rente: Omslagrente Rente over reserves Rente over voorzieningen
Loon- en prijscompensatie: Lonen
1,50%
2,15%
2,10%
Prijzen
1,50%
1,09%
0,40%
Subsidies
1,50%
0%
0%
Gemeenschappelijke regelingen
2,00%
1,96%
1,54%
2,00%
1,59%
1,60%
Indexering inkomsten: Tarieven, belastingen en rechten en overige opbrengsten
Toelichting: cijfers per 31 december van het desbetreffende jaar m.u.v. aantal inwoners en aantal woonruimten, woonschepen en woonwagens, hiervan is de standopgenomen per 1 januari.
Ontwikkeling woningvoorraad Stand per 1/1 Toename Sloop Stand per 31/12 Raming PB 2013 (stand per 31-12) Verschil PB 2014 - PB 2013
2014
2015
2016
2017
60.215
61.337
61.567
61.633
1.306
408
117
547
-184
-178
-51
0
61.337
61.567
61.633
62.180
61.028
61.454
62.229
n.v.t.
309
113
-596
n.v.t.
Beleidsbegroting | 23
Ontwikkeling aantal inwoners
2014
2015
2016
2017
118.811
118.770
118.886
119.238
2014
2015
2016
2017
Te realiseren vloeroppervlak Programmabegroting 2014
21.615
70.800
61.017
11.700
Te realiseren vloeroppervlak Programmabegroting 2013
47.179
39.317
83.091
n.v.t.
-25.564
31.483
-22.074
n.v.t.
Bevolkingsprognose *) Dit betreft de werkelijke stand van de bevolking per 1 januari 2013 (Bron: CBS)
Raming ontwikkeling nieuwbouw bedrijvenvoorraad in m2 BVO
Verschil PB 2014 - PB 2013
24 | Beleidsbegroting
4.2 Programmaplan Inleiding Het Programmaplan bestaat uit elf begrotingsprogramma’s: tien inhoudelijke en een voor de algemene dekkingsmiddelen. De inhoud van de eerste tien programma’s is in 2013 grondig gewijzigd als gevolg van de doorontwikkeling van de gehele programmabegroting. Samen met de raad zijn toen de volgende belangrijkste wijzigingen in vorm en inhoud van het programmaplan doorgevoerd: ■ Al ons werk brengen we in beeld, dus zowel de going concern als de projectmatige activiteiten; ■ We gaan met gezond verstand om met indicatoren: niet te veel, valide en voorzien van reële streefwaarden; ■ We geven inzicht in alles waar de gemeente geld aan uitgeeft door budgetten aan prestaties te koppelen; ■ Per begrotingsprogramma verwijzen we duidelijk naar financiële informatie in de bijlagen en geven we een samenvatting van die informatie in het programma; ■ We beleggen eenduidig de verantwoordelijkheden van de prestaties; ■ We maken onderscheid in informatie door naast de hoofdtekst in de programmabegroting meer gedetailleerde informatie in een zogenaamd prestatie-overzicht te vervatten; ■ Hiermee realiseren we tevens een betere aansluiting tussen de programmabegroting, het concernwerkplan en de afdelingsplannen. Programmaplan 2014 De opbouw van het programmaplan 2014 volgt de uitgangspunten van het doorontwikkelde plan van 2013. In het Prestatieoverzicht 2014 is de methodiek nog verder doorgevoerd door de prestatie-eigenaren (afdelingsmanagers, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de prestaties) toe te voegen. In het programmaplan geven we conform het Besluit Begroting en Verantwoording antwoord op de drie Wvragen: ■ Wat willen we bereiken? ■ Wat gaan we daarvoor doen? ■ Wat mag het kosten? De opbouw per begrotingsprogramma is als volgt: ■ de missie; ■ de inleiding: toelichting op het hele programma indien gewenst, bijvoorbeeld relevante beleidsontwikkelingen; ■ beleidsterrein: hier wordt kort toegelicht wat het beleidsterrein inhoudt; ■ doelen en prestaties per beleidsterrein; ■ een toelichting op die prestaties waar dat gewenst is en/of politiek relevant. In het algemeen zijn dit nieuwe prestaties ten opzichte van het voorgaande begrotingsjaar; ■ de effectindicatoren per beleidsterrein; per indicator worden realisatiewaarden vermeld en een aantal streefwaarden. Als in een cel een streepje staat, betekent het dat in dat jaar geen cijfer beschikbaar is. Ook is de bron vermeld; ■ de kaderstellende beleidsnota’s; ■ de programmakosten: wat gaat het kosten, inclusief een samenvatting van investeringen, reserves en subsidies indien van toepassing. In het programmaplan staat niet alles over de begrotingsprogramma’s. Informatie over verbonden partijen, het weerstandsvermogen, et cetera, is apart in paragrafen samengebracht, mede vanwege wettelijke bepalingen voor de programmabegroting. Daarnaast is er het prestatie-overzicht, waarin alle prestaties nader worden toegelicht (wat gaan we opleveren en wat gaan we daarvoor doen?) en waarin de koppeling met de budgetten wordt gelegd. Dit prestatieoverzicht is ter kennisname gepubliceerd op de gemeentelijke website. Inbedding bijzondere programma’s Bijzondere programma’s (voorheen ook wel uitvoeringsprogramma’s genoemd) zijn tijdelijke verbanden om een maatschappelijke opgave en/of politieke wens aan te pakken. De inspanningen hiervoor lopen dwars door diverse begrotingsprogramma’s heen. In deze begroting hebben we de bijzondere programma’s evenals voig jaar gebundeld in een apart hoofdstuk. In 2014 zijn er de volgende bijzondere programma’s: Binnenstad, Bereikbaarheid, Kennisstad, WOP Noord en 3 Decentralisaties.
Beleidsbegroting | 25
1
Bestuur en dienstverlening
26 | Beleidsbegroting
Bestuur en dienstverlening Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
1 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid en Handhaving Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken Jeugd, Welzijn en Zorg Cultuur, Werk en Inkomen
De missie van het programma Bestuur en dienstverlening luidt: De gemeente Leiden staat voor een betrouwbaar bestuur: open en transparant en in samenwerking met en voor partners en burgers in de stad en regio. De gemeente Leiden staat voor een klantgerichte dienstverlening, waarbij de klanten betrouwbaar, duidelijk, snel en op maat worden bediend.
Beleidsterrein 1A Bestuur Doelen en prestaties bij 1A Bestuur Doel
Prestatie
1A1 Volksvertegenwoordiging, kaderstelling en control
1A1.1 De gemeenteraad en raadscommissies vergaderen volgens de vastgestelde vergadercyclus 1A1.2 Burgers actief informeren over rol en werkzaamheden van de gemeenteraad 1A1.3 Ondersteuning van de gemeenteraad door de griffie, onderzoek door de rekenkamercommissie en controle door de accountant
1A2 Dagelijks besturen van de gemeente
1A2.1 Dagelijks besturen van de gemeente door het college 1A2.2 Ondersteunen van het college en directie door bestuurs- en directieondersteuning 1A2.3 Dagelijks managen door de concerndirectie 1A2.4 Uitvoeren van concerncontrol, waaronder doorlichtingsonderzoeken en audits 1A2.5 Informeren en betrekken van burgers, bedrijven en instellingen over besluiten en bij uit te voeren beleid 1A2.6 Organiseren van verkiezingen voor gemeente, provincie, Rijk en Europa 1A2.7 Strategische beleidsadvisering en onderzoek 1A2.8 Adviseren van bestuur over communicatie 1A2.9 Organiseren van medezeggenschap
1A3 Bijdragen aan en sturen op samenwerkingsverbanden
1A3.1 Sturing en toezicht houden op samenwerkingsverbanden 1A3.2 Bevorderen van intergemeentelijke samenwerking
1A2.5 Informeren en betrekken van burgers, bedrijven en instellingen over besluiten en bij uit te voeren beleid Medio 2013 is een adviseur publieksparticipatie gestart met een proces van burger- en overheidsparticipatie. Het proces richt zich enerzijds op training en bewustwording binnen de gemeentelijke organisatie en anderzijds
Beleidsbegroting | 27
op het verhogen van de participatie tijdens beleidsontwikkeling. Hierbij wordt het digitale platform 'Mee met Leiden' verder uitgebouwd. Inwoners en andere betrokkenen en belangstellenden worden uitgenodigd voor het maken van beleid, het uitwerken van ideeën en het elkaar inspireren (zie leiden.nl/gemeente). In 2013 wordt een besluit genomen over het instellen van wijkmanagement ‘nieuwe stijl’. Per 1 januari 2014 gaan vier medewerkers aan de slag, die zich met name richten op sociale vraagstukken in de wijken. Daarnaast treden zij op als ‘verbindingsofficier’ tussen de vele partijen, intern en extern. Hun taak is onder andere om signalen uit de wijken in acties om te zetten en te beleggen in de gemeentelijke organisatie. Verder treden zij op als vertegenwoordigers van de gemeente in de wijken en dragen het gemeentelijk beleid uit . 1A2.6 Organiseren van verkiezingen voor gemeente, provincie, Rijk en Europa In 2014 worden de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement georganiseerd. Bij het organiseren van deze verkiezingen worden aanbevelingen overgenomen uit de evaluatie Tweede Kamerverkiezing in 2012. 1A2.7 Strategische beleidsadvisering en onderzoek Ter voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen heeft de ambtelijke organisatie voor de zomer van 2013 Kiezen in krappe tijden, Strategische Verkenningen 2014-2018 aangeboden aan de Leidse politieke partijen. Het motto van het document duidt er al op, dat de nieuwe gemeenteraad ongetwijfeld voor nieuwe bezuinigingsopgaven en lastige financiële keuzes komt te staan. Kort voor de verkiezingen van 2010 heeft de ambtelijke organisatie op verzoek van de gemeenteraad “Palet 2010” uitgebracht, waarin aan de hand van scenario’s bezuinigingsopties werden benoemd. Of we in 2014 weer een dergelijke exercitie uitvoeren, is afhankelijk van de informatiebehoefte die de raad uitspreekt. 1A3.1 Sturing en toezicht houden op samenwerkingsverbanden In 2013 heeft de raad het ’Beleidskader Verbonden partijen’ (RV 13.0016) vastgesteld. Ter uitwerking hiervan heeft het college de nota ‘Sturen op gemeenschappelijke regelingen' (BW 13.0097) vastgesteld. In 2014 nemen we de opdrachtgevers- en eigenaarsrol onder de loep, beleggen we de advisering van de opdrachtgever eenduidig, verbeteren we de kwaliteit (tijdigheid, continuïteit) van de advisering door met de regiogemeenten af te stemmen en sturen erop dat gemeenschappelijke regelingen hun bijdrage aan de Leidse taakstelling realiseren. 1A3.2 Bevorderen van intergemeentelijke samenwerking De jaren 2013 en 2014 worden gekenmerkt door herziening van werkelijk alle bestaande samenwerkingsverbanden. Het bestuurskrachtonderzoek 2012 roept Leiden op om meer effort te steken in samenwerking op de schaal van de Leidse Regio (Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude). De ontwikkeling van metropoolregio’s, provinciale herindeling, en het opnieuw definiëren van een samenwerkingsagenda voor Holland Rijnland, vragen om een nieuwe visie van Leiden op regionale samenwerking. Daartoe is medio 2013 een discussienotitie gepresenteerd: Leiden en Regio, nieuwe koers, nieuwe kracht. In deze notitie wordt aangekoerst op versterking van de Leidse regio, het netwerk van steden in de Zuidvleugel en nieuwe focus op de metropoolregio Amsterdam. Voor Holland Rijnland wordt een meer bescheiden rol voorzien met focus op thema’s economie, groen en recreatie en de decentralisaties in het sociaal domein. Versterking van de Leidse regio is reeds in 2012/2013 ter hand genomen met o.a. Economie071, LAB071 en diverse ambtelijke samenwerkingen. Dit wordt in 2014 voortgezet. De colleges van B en W, de burgemeesters, gemeentesecretarissen, managementteams van de gemeenten in de Leidse regio bespreken regelmatig gezamenlijk de opgaven van de Netwerkstad Leidse regio. De herdefiniëring van regionale samenwerking dient nauw aan te sluiten bij de grote en strategische opgaven die Leiden heeft en die Leiden en de regio gezamenlijk hebben. Effectindicatoren bij 1A Bestuur Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
16% (2009) 22% (2011)
-
35%
-
Burgerpeiling
30% (2009) 35% (2011)
-
40%
-
Burgerpeiling
Doel 1A1 Volksvertegenwoordiging, kaderstelling en control 1A1.a Percentage inwoners dat het eens is met de stelling 'Ik voel mij vertegenwoordigd door de gemeenteraad' Doel 1A2 Dagelijks besturen van de gemeente 1A2.a Percentage inwoners dat het eens is met de stelling 'De gemeente wordt goed bestuurd'
28 | Beleidsbegroting
Beleidsterrein 1B Dienstverlening Het Klant Contact Centrum (KCC) is een middel om de dienstverlening aan de klant substantieel te verbeteren. Met de inrichting van een KCC sluit Leiden aan op het landelijke dienstverleningsconcept Antwoord©. Zie ook prestatie 1B2.1 Doelen en prestaties bij 1B Dienstverlening Doel
Prestatie
1B1 Burgers, bedrijven en instellingen zijn tevreden over de publieke dienstverlening
1B1.1 Leveren van alle producten en diensten rondom publieke dienstverlening (o.a. identiteitskaarten, vergunningen, informatie etc.) 1B1.2 Zorgen voor eenduidige en klantvriendelijke dienstverlening via alle kanalen (post, e-mail, internet, balie en telefoon) 1B1.3 Op orde houden basisregistraties (GBA, BAG etc.)
1B2 De publieke dienstverlening voldoet aan moderne standaarden
1B2.1 Doorontwikkelen van het KCC 1B2.2 Invoeren van zaakgewijs werken 1B2.3 Omzetten papieren archieven in digitale archieven
NB. Bij prestatie 1B1.1 en 1B1.2 geldt: onder de term 'producten en diensten' vallen niet die producten en diensten die betrekking hebben op de Wet werk en bijstand. Informatie over die categorie is opgenomen in begrotingsprogramma 10.
1B1.3 Op orde houden Basisregistraties In 2014 wordt onderzocht of de gemeente Leiden de omliggende regiogemeenten kan helpen met specialistische taken rond de gegevensuitwisseling tussen de verschillende basisregistraties en bij de opbouw van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Leiden heeft (als zelfregistrerende gemeente) een hoogwaardige kaart opgebouwd om het meerjarige beheer van de openbare ruimte (BOR) te verbeteren. Wanneer onze pilot (BOR) in 2013 slaagt en de regiogemeenten ook willen investeren in een hoogwaardig product, kunnen wij onze kennis en kunde met elkaar delen. Het jaar 2014 wordt cruciaal voor de operationele gegevensuitwisseling tussen de basisadministraties. Gegevens van de Kamer van Koophandel (HR), het Kadaster (BRK), Wet Onroerende Zaken (WOZ), de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) worden via webservices met elkaar uitgewisseld. Leiden staat klaar om de gevraagde data te leveren en te ontvangen. Omissies tussen de basisadministraties worden via terugmeldingen gerapporteerd en door de bronhouder(s) opgelost. De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) zal in 2014 de geometrie (locatie en oppervlakte in de kaart) leveren aan de BAG, WOZ en de applicatie voor Beheer Openbare Ruimte. De kwaliteit van de administraties en de kaart zal moeten blijken uit het aantal terugmeldingen van burgers en bedrijven. Verder wordt gewerkt aan de modernisering van het GBA en de invoering van de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Intern gaat de gemeente Leiden verder met het aansluiten van andere bedrijfsvoeringapplicaties op het centrale gegevensmagazijn. Prestatie 1B2.1 Doorontwikkelen van het KCC De doelstelling van het KCC is om in 2015 de ingang (frontoffice) van de gemeente te zijn. Uitgangspunt hierbij is dat vragen aan de gemeente via de vier beschikbare kanalen (balie, telefonie, internet en post) snel en identiek worden beantwoord. Om deze doelstelling te bereiken vindt in 2014 een verdere doorontwikkeling van het KCC plaats. De focus ligt op het verbeteren van de kwaliteit, snelheid en klantgerichtheid. 1B2.2 Invoeren van zaakgewijs werken Zaakgewijs werken is een werkwijze waarbij alle documenten worden gedigitaliseerd en in één systeem worden opgeslagen, waarna ze digitaal worden gerouteerd in de organisatie. Bij zaakgewijs werken staat de vraag van een burger of bedrijf centraal. Iedereen – burgers, bedrijven en medewerkers – kan de afhandeling van een vraag of vergunning volgen via internet of intranet. Daarmee wordt betere sturing op de kwaliteit en de doorlooptijd van de afhandeling mogelijk. Vanwege de omvang van het zaakgewijs werken is gekozen voor een plateauaanpak. Plateau 1, de basis van zaakgewijs werken, is in 2013 afgerond. Plateau 2, de verdere verrijking van het zaakgewijs werken, loopt van januari 2014 tot december 2015. Plateau 3, gehele organisatie gaat over op zaakgewijs werken, start naar verwachting in januari 2016. De invoering van deze werkwijze vergt meerdere jaren, omdat alle gemeentelijke processen met de documentaire afhandeling in een nieuw aangeschaft systeem - het zaaksysteem - komen. In 2014 komen de meeste processen van Dienstverlening (afdelingen SEI en BOD) in het zaaksysteem. Dit is in 2013 gestart.
Beleidsbegroting | 29
Het gedigitaliseerde bouwarchief, cliëntenarchief en Stadsbankarchief (laatste onder voorbehoud van besluitvorming in de Raad) komen in 2014 in het zaaksysteem. 1B2.3 Omzetten papieren archieven in digitale archieven In haar visie op digitalisering heeft de gemeente vastgesteld dat om de ambities uit ‘Overheid heeft antwoord@’ te kunnen waarmaken, verregaande digitalisering van de documentaire informatievoorziening en invoering van zaakgewijs werken absolute voorwaarden zijn. Belangrijk onderdeel daarvan is het digitaliseren en digitaal toegankelijk maken van de bestaande archieven. Hiermee wordt in de eerste plaats een verbetering in de dienstverlening beoogd. Archiefstukken zijn sneller en beter vindbaar voor medewerkers én beschikbaar voor burgers. Bovendien levert dit op termijn een besparing op vanwege de drastische inperking van de fysieke opslag en tijdwinst voor medewerkers. In 2014 wordt het opschonen en scannen van te bewaren documenten van het cliëntarchief en bouwarchief voortgezet. Dit is in 2013 gestart en er is 5 jaar uitgetrokken voor de digitalisering vanwege de omvang. De gedigitaliseerde documenten worden in het zaaksysteem opgenomen. Voor zover noodzakelijk en mogelijk wordt gedigitaliseerd parallel en in samenhang met de invoering van zaakgewijs werken. Voor de Stadsbank wordt in 2014 gestart met opschoning en digitalisering mits daarvoor de middelen beschikbaar worden gesteld. Er start een onderzoek naar digitalisering van verkeersbesluiten en het aansluiten bij landelijke ontwikkelingen. Voor de overige bestaande archieven geldt dat deze gaandeweg – voor zover noodzakelijk- gedigitaliseerd gaan worden in het kielzog van de invoering van zaakgewijs werken. Verkrijgen van machtiging voor vervanging In 2013 is gestart met de aanvraag voor substitutie - het verkrijgen van een formele machtiging voor vervanging van papieren archieven door digitale archieven. In 2014 wordt hieraan in samenhang met de invoering van zaakgewijs werken verder gewerkt. Effectindicatoren bij 1B Dienstverlening Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
Bron
2015
2016
2017
Doel 1B1 Burgers, bedrijven en instellingen zijn tevreden over de publieke dienstverlening 1B1.a Rapportcijfer totaaloordeel telefonische dientverlening
7,5 (2011) 7,2 (2012) 7,3 (2013)
7,6
7,6
7,8
Benchmarking Publiekszaken
1B1.b Rapportcijfer totaaloordeel dienstverlening balie
7,8 (2011) 8,0 (2012) 7,8 (2013)
7,8
7,9
8,0
Benchmarking Publiekszaken
1B1.c Rapportcijfer totaaloordeel digitaal loket
7,6 (2011) 6,7 (2012) 7,3 (2013)
7,9
8,0
8,0
Benchmarking Publiekszaken
1B1.d Percentage inwoners dat schriftelijk contact met de gemeente als goed of uitstekend beoordeelt
55% (2010) 67% (2011)
-
74%
-
Stadsenquête
Kaderstellende beleidsstukken ■ Initiatiefvoorstel publieksparticipatie (RV 12.0012) ■ Kadernota regionaal partnerschap & leiderschap (RV 09.0086)
30 | Beleidsbegroting
Programmakosten BESTUUR EN DIENSTVERLENING bedragen x € 1.000,BESTUUR
Lasten Baten
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
16.909
15.383
14.566
Meerjarenraming 2015
2016
2017
30.666
13.703
13.888
-368
-181
-184
-184
-184
-184
16.541
15.202
14.383
30.482
13.520
13.704
Lasten
11.252
15.500
14.319
14.085
13.881
13.859
Baten
-2.673
-2.563
-2.614
-2.614
-2.614
-2.614
8.579
12.937
11.704
11.471
11.267
11.245
Lasten
28.161
30.883
28.885
44.751
27.584
27.747
Baten
-3.041
-2.744
-2.798
-2.798
-2.798
-2.798
25.119
28.139
26.087
41.953
24.786
24.949
Toevoeging
2.223
40.876
0
0
100
100
Onttrekking
-4.160
-5.172
-3.865
-19.649
-3.077
-3.077
Mutaties reserves
-1.937
35.704
-3.865
-19.649
-2.977
-2.977
Resultaat
23.182
63.843
22.222
22.305
21.810
21.973
Saldo DIENSTVERLENING
Saldo Programma BESTUUR EN DIENSTVERLENING
Saldo van baten en lasten Reserves
Budgettaire ontwikkelingen De daling van de lasten en/of stijging van de baten wordt onder andere veroorzaakt door indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjaren investeringsplan 2014 – 2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht. Beleidsterrein 1A Bestuur De lasten zijn in 2014 € 877.000 lager dan in 2013. Afgezien van lagere kapitaallasten (€ 56.000), een lagere kostentoerekening vanuit de kostenverdeelstaat (€ 0,85 miljoen) en indexering wordt het verschil op de lasten van per saldo € 9.000 verklaard door de volgende mutaties: ■ In 2013 is er een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 20.000 voor de troonswisseling (b&w 13.0271). ■ In 2013 is er een incidenteel budget opgenomen van - € 293.000 voor een positief afwikkelingsverschil uit 2012 (1e bestuursrapportage 2013). ■ De verhoging van de inwonersbijdrage heeft in 2013 geleid tot een incidentele budgetverhoging van € 21.000 voor Holland Rijnland (1e bestuursrapportage 2013). ■ Het budget voor secundaire arbeidsvoorwaarden is met € 20.000 structureel verlaagd (begroting 2013). ■ Via resultaatbestemming is een incidenteel budget Verbetertraject Stedelijk beheer van € 321.000 opgenomen in de begroting 2013. ■ In 2014 vinden er twee verkiezingen (gemeenteraadsverkiezingen en Europees parlement) plaats waarvoor een incidenteel budget is opgenomen van € 250.000. ■ In 2013 is het budget voor de rekenkamer met € 25.000 incidenteel verhoogd (begroting 2013). ■ In 2013 is een incidenteel budget van € 50.000 beschikbaar gesteld voor raadsonderzoeken. ■ Taakstelling op contributies van € 30.000 is vanaf 2014 gerealiseerd door de bijdrage aan de G32 te verlagen (begroting 2013). ■ Vanaf 2014 is een besparing opgenomen van € 65.000 op de gemeenschappelijke regelingen als gevolg van de verwachte daling van de algemene uitkering in 2014. ■ Elk jaar wordt de vrijheidslezing gehouden in de Pieterskerk. De kosten van deze lezing worden om en om gedragen door de gemeente Leiden, LUMC en de Universiteit Leiden. In 2014 en 2017 is de beurt aan Leiden. In het verleden is deze post uit incidentele middelen bekostigd. Het college vindt deze activiteit passen in de uitwerking van de strategische visie en acht het wenselijk hiervoor een reëel bedrag op te nemen in de begroting. In 2014 en 2017 is hiervoor € 60.000 geraamd (begroting 2014). Beleidsterrein 1B Dienstverlening De lasten zijn in 2014 € 877.000 lager dan in 2013. Afgezien van lagere kapitaallasten (€ 168.000), een lagere kostentoerekening vanuit de kostenverdeelstaat (€ 0,7 miljoen) en indexering wordt het verschil op de lasten van per saldo € 353.000 verklaard door de volgende mutaties: ■ Er is besloten tot een structurele bezuiniging op dienstverlening oplopend naar € 70.000 die in 2016 volledig gerealiseerd moet zijn (begroting 2013). In 2014 moet € 25.000 worden bezuinigd ten opzichte van € 15.000 in 2013.
Beleidsbegroting | 31
■ Bij bestemming van het resultaat 2012 is besloten om het overschot van € 160.000 inzake digitalisering van het bouw- en cliëntenarchief over te hevelen naar 2013. ■ Vanaf 2014 wordt € 25.000 bespaard op leges door verlaging van de kosten en/of verhoging van de baten (begroting 2013). ■ Bij bestemming van het resultaat 2012 is besloten om de incidentele bijdrage van het Rijk van € 158.000 inzake de registratie van niet-ingezetenen over te hevelen naar 2013. ■ Het resterende verschil op dit beleidsterrein wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere toerekening vanuit de kostenverdeelstaat (€ 660.000) en lagere kapitaallasten (€ 168.000). Reserves De onttrekking van € 3,1 miljoen uit de reserve Holland Rijnland is nodig ter dekking van de regionale investeringsbijdage (raadsbesluit 06.0173 en 12.0056). De onttrekking uit de bedrijfsvoeringsreserve dient voornamelijk ter dekking van een bijdrage aan het SP71 (raadsbesluit 12.0068 € 547.000). De onttrekking is gelijk aan de geraamde onttrekking in 2013. Daarnaast wordt € 26.000 onttrokken voor digitalisering van het cliëntenarchief (raadsbesluit 12.0070) en € 50.000 voor kosten inzake convenant horizontaal toezicht met de Belastingdienst (raadsbesluit 12.0120). In 2014 worden verkiezingen gehouden voor gemeenteraad en Europees parlement. De kosten van de verkiezingen worden deels gedekt uit de reserve (raadsbesluit 11.0047). De reserve brandschadefonds wordt opgeheven. Het risico wordt voortaan afgedekt met de concernreserve. Het restant van € 575.000 wordt toegevoegd aan de concernreserve (programmabegroting 2013). Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.1 Toelichting reserves programma 1. VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 1 bedragen x € 1.000,reserve raad
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
94
91
0
0
0
0
Onttrekking
-102
-50
0
0
0
0
-8
41
0
0
0
0
Toevoeging
0
39.253
0
0
0
0
Onttrekking
-1.194
-3.077
-3.077
-19.449
-3.077
-3.077
-1.194
36.176
-3.077
-19.449
-3.077
-3.077
Toevoeging
900
0
0
0
0
0
Onttrekking
-1.432
-769
-15
0
0
0
-532
-769
-15
0
0
0
Toevoeging
1.129
1.432
0
0
0
0
Onttrekking
-1.433
-701
-624
-50
0
0
-304
731
-624
-50
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
-575
0
0
0
0
0
-575
0
0
0
0
Toevoeging
100
100
0
0
100
100
Onttrekking
0
0
-150
-150
0
0
100
100
-150
-150
100
100
-1.937
35.704
-3.865
-19.649
-2.977
-2.977
Saldo reserve Holland Rijnland
Saldo reserve flankerend beleid
Saldo bedrijfsvoeringsreserve concern
Saldo reserve brandschadefonds
Saldo egalisatiereserve verkiezingen
Saldo VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 1
Investeringen In het volgende overzicht staan de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2014-2017. In paragraaf 5.2.3 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten. Een toelichting op de investeringen in jaarschijf 2014 is opgenomen in het prestatieoverzicht 2014-2017 bij de betreffende prestatie.
32 | Beleidsbegroting
Prestatie
Omschrijving investering
2014
2015
2016
2017
1A1.1 De gemeenteraad en raadscommissies vergaderen volgens de vastgestelde vergadercyclus
Nieuwe geluidsinstallatie raadszaal
100
-
-
-
1B1.3 Op orde houden basisregistraties (GBA, BAG etc.)
Basisregistratie adressen gebouwen
103
-
-
-
Tachymeters 2 stuks
134
-
-
-
337
-
-
-
Totaal programma 1 Bedragen * € 1.000
Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht Subsidie saldo
subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
54.792
56.203
Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
Beleidsbegroting | 33
2
Veiligheid
34 | Beleidsbegroting
Veiligheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
2 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid en Handhaving
De missie van het programma Veiligheid luidt: De gemeente Leiden staat voor een stad die veilig is en voelt op het gebied van wonen, werken en leven in samenwerking met bewoners en partners.
Inleiding Onverminderd richt de aandacht van het Leidse veiligheidsbeleid zich in 2014 op de speerpunten genoemd in het Integraal Veiligheidsplan (IVP) 2012-2015. Naast het vergroten van de veiligheid van evenementen, de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en de aanpak van overlast, vooral door de activiteiten van het Veiligheidshuis, gaat het daarbij ook om de aanpak van High Impact Crimes (geweld, overvallen, woninginbraken). Het veiligheidsbeleid in Leiden ontkomt niet aan de bezuinigingen. Het programma Veiligheid is budgettair een relatief klein programma in de Leidse begroting (ongeveer 3,5% van de totale begroting) en het budget bestaat voor 90% uit de bijdrage aan de Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM). Door regionale afspraken over structurele bezuinigingen op de VRHM is de Leidse bijdrage aan de VHRM in 2014 €218.073 minder dan in 2013. De programmabegroting VRHM kent vijf programma’s: Programma Brandweer, Programma Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK), Programma Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), Programma Veiligheidsbureau en het Programma rampenbestrijding en crisisbeheersing, de zogenaamde Oranje Kolom. De VRHM kost de gemeente Leiden in 2013: € 9.813.269,- Daarvan is het overgrote deel voor het programma brandweer : € 9.368.956,- De vier andere programmaplannen kosten in 2013: € 444.313,Met uitzondering van de brandweer is voor de programmaplannen GHOR, GMK, Veiligheidsbureau en Oranjekolom de taakstelling van 10% per 1 januari 2014 toegepast . Ook wordt de extra taakstelling van 1,54% (financieel kader van 17 december 2012) gerealiseerd. Voor 2014 geldt de nullijn In 2012 zijn in regionaal verband afspraken gemaakt voor een structurele bezuinigingstaakstelling op het programma brandweer. In de jaren tot en met 2014 zal de Brandweer Hollands Midden belangrijke stappen moeten zetten op weg naar de Cebeonnorm*. Dit traject beslaat drie fasen, conform de bestuurlijk vastgestelde ‘Routekaart Cebeon’. ■ De eerste fase was de periode 2010 - 2012. In deze periode is 5% taakstelling door efficiënte inrichtingskeuzen gerealiseerd.
Beleidsbegroting | 35
■ De tweede fase is 2013-2015: opnieuw dient 5% taakstelling door interne structurele efficiencywinst gerealiseerd te worden. ■ De derde fase is 2016-2017/2018. In deze periode is de taakstelling de kosten voor brandweerzorg op Cebeonniveau (aanvullend 4,5% efficiencywinst) te brengen. Deze efficiencywinst moet behaald worden door introductie van nieuwe brandweerzorgconcepten, waarvoor in 2014 voorstellen worden gedaan aan het bestuur van de Veiligheidsregio. De drie bovengenoemde fasen zijn van toepassing op de begroting van de VRHM en zijn niet één op één te vertalen naar de Leidse begroting. Leiden scoort reeds relatief goed op de Cebeonnorm voor wat betreft de bijdrage aan het programma brandweer. Het overige deel van het veiligheidsbudget van de Leidse begroting wordt grotendeels ingezet als bijdrage aan het Veiligheidshuis Hollands Midden, locatie Leiden. In 2014 zullen de locaties Gouda en Leiden worden samengevoegd. Het doel is efficiencywinst en kwaliteitsverhoging. Regionale samenwerking wordt een steeds belangrijker item in het veiligheidsbeleid. Vanuit het bestuurlijk overleg van de nieuwe politie-eenheid Den Haag is gestart met ‘Regionaal Bureau Integrale Veiligheid’ waarin ook de gemeente Leiden zal gaan participeren. Het RBIV zal zich vooral richten op de in het Regionaal Beleidsplan (RBP) benoemde regionale prioriteiten** en zal zich daarbij expliciet richten op het aanreiken van praktische ondersteuning aan de regiogemeenten. Daarbij wordt ook verbinding gelegd met instellingen als het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum) en de Veiligheidshuizen en ook met specifieke thema’s als bijvoorbeeld jeugd en alcohol en huiselijk geweld. Ook binnen de veiligheidsregio is gestart met een initiatief tot goede gemeentelijke samenwerking gericht op een sterkere integrale sturing van de regionale brandweer. (zie hieronder bij 2A1.3) Het programma Veiligheid is ingedeeld in twee beleidsterreinen, fysieke veiligheid en sociale veiligheid. *De Cebeonnorm is de norm binnen het gemeentefonds t.b.v. brandweerzorg ** Regionale prioriteiten: 1 Geweld, 2 Woninginbraken, 3 Jeugdoverlast en criminaliteit, 4 Ondermijning, waaronder hennepteelt, mensenhandel en vastgoedfraude
Beleidsterrein 2A Fysieke veiligheid Bij fysieke veiligheid gaat het om het voorkomen, beperken en bestrijden van inbreuken op de veiligheid van de mens en zijn omgeving op het gebied van (geneeskundige) hulpverlening, brand, explosie, gevaarlijke stoffen, natuurgeweld en infrastructuur. De bestuurlijke en operationele procesbeheersing maakt hiervan deel uit. Doelen en prestaties bij 2A Fysieke Veiligheid Doel
Prestatie
2A1 Optimale preventie en aanpak branden, rampen en crises
2A1.1 Gemeentelijke inzet voor een optimale crisisorganisatie: planvorming, training en oefening 2A1.2 Afspraken maken en toezien op naleven afspraken (w.o. begroting en rekening) met VRHM 2A1.3 Afspraken maken en toezien op DVO Reg. Brandweer 2A1.4 Toezicht en handhaving op veilig bouwen en gebruiken (zie prestatie 6A3.1)
Effectindicatoren bij 2A Fysieke Veiligheid Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 2A1 Optimale preventie en aanpak branden, rampen en crises 2A1.a Aantal branden (geen brandstichting)
109 (2010) 114 (2011) 119 (2012)
100
100
100
100
Gemeenschappelijke meldkamer
2A1.b Aantal brandstichtingen
122 (2010) 203 (2011) 168 (2012)
150
150
150
150
Gemeenschappelijke meldkamer
36 | Beleidsbegroting
2A1.3 Afspraken maken en toezien op DVO Regionale Brandweer Vanuit het regionaal overleg van gemeentesecretarissen is in 2013 het initiatief genomen om te komen tot betere ‘governance‘ van de regionale brandweer. Hoewel de taken van de regionale brandweer zijn vastgelegd in Besluit Veiligheidsregio's en afspraken zijn gemaakt met de regiogemeenten over de inzet van de brandweer zal in 2014 een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) worden opgesteld waarin nadere afspraken worden gemaakt. Dit geldt niet zozeer voor het terrein van repressie maar meer voor het terrein van rampenbestrijding en preventie. Bij dit laatste punt wordt ook gekeken naar de verhouding van de inspecties van de regionale brandweer en taken van de gemeente op grond van de wet WABO.
Beleidsterrein 2B Sociale veiligheid Voor de criminaliteit, overlast en onveiligheidsbeleving waarmee burgers, bedrijven en instellingen in de publieke ruimte te maken krijgen, gebruiken we de term ‘sociale (on)veiligheid’ Bij criminaliteit wordt onderscheid gemaakt in geweldsdelicten (zoals mishandeling, bedreiging, overval, verkrachting), diefstallen (zoals inbraak, zakkenrollerij, winkeldiefstal, enz.) en vernieling van private en publieke goederen. Bij overlast gaat het om gedragingen die op zichzelf niet strafbaar zijn, zoals het rondhangen van groepen jongeren, onbeleefdheden, rondslingerend vuil, bedreigingen en scheldpartijen, maar die wel als hinderlijk of intimiderend worden ervaren. Aanpak van overlast van een vervuilde omgeving (hondepoep, zwerfvuil, graffiti e.d.) onder het motto "Schoon, heel en veilig" is terug te vinden in programma 5 Omgevingskwaliteit. Verder richt de gemeente zich op de gevoelens van onveiligheid die bij burgers leven. Deze kunnen een gevolg zijn van criminaliteit en overlast, maar ook andere oorzaken kunnen aan die onveiligheidsbeleving ten grondslag liggen. Doelen en prestaties bij 2B Sociale Veiligheid Doel
Prestatie
2B1 Beperken criminaliteit
2B1.1 Activiteiten Veiligheidshuis 2B1.2 Inzet Burgernet 2B1.3 Inzet Veilig Uitgaan 2B1.4 Inzet vermindering overvallen 2B1.5 Preventie woninginbraken (PKVW + voorlichting) 2B1.6 Handhaven Veilig Wonen 2B1.7 Inzet Steun- en meldpunten Huiselijk Geweld/Kindermishandeling 2B1.8 Bijdrage aan Keurmerk Veilig Ondernemen 2B1.9 Bestuurlijke maatregelen als uitkomst onderzoek RIEC -wet BIBOB
2B2 Beperken overlast
2B2.1 Activiteiten Veiligheidshuis 2B2.2 Aanpak verslaafde dak- en thuislozen 2B2.3 Opleggen gebiedsverboden aan overlastgevende daklozen en drugsdealers 2B2.4 Handhaven prostitutie- en coffeeshopbeleid 2B2.5 Vertalen nieuwe landelijke prostitutiewetgeving naar Leidse situatie 2B2.6 Handhaving alcoholbeleid 2B2.7 Project Leiden buitengewoon veilig
2B3 Veilige evenementen
2B3.1 Analyse evenementen 2B3.2 Coördinatie en vergunningverlening rondom evenementen 2B3.3 Opstellen integrale operationele plannen bij risicovolle evenementen 2B3.4 Handhaven bij evenementen
2B1.1 en 2B2.1 Activiteiten Veiligheidshuis Per 2014 wordt door het Veiligheidshuis Hollands Midden meer focus aangebracht op de meest complexe casuïstiek op het gebied van criminaliteit, overlast en zorg. De fusie tussen de Veiligheidshuizen Gouda en Leiden is dan een feit. Een hoofdvestiging van het Veiligheidshuis Hollands Midden wordt in Leiden gesitueerd
Beleidsbegroting | 37
en een nevenvestiging in Gouda. Er wordt meer aandacht gegeven aan de verbindingen met het lokale veld en ook wordt aangesloten op de ontwikkelingen in de jeugdzorg en het Advies en Meldpunt Huiselijkgeweld en Kindermishandeling (AMHK). Het streven is om de regiogemeenten meer te betrekken bij de activiteiten van het veiligheidshuis. 2B1.5 Preventie woninginbraken (Politie Keurmerk Veilig Wonen + voorlichting) Het project ‘terugdringen van de woninginbraken in Leiden’ en de daaraan verbonden werkzaamheden worden grotendeels uitgevoerd door de projectleider van het project Leiden Buitengewoon Veilig en partners zoals woningcorporaties en de politie. Gezien de 'high impact' van woninginbraken, wordt de aanpak om dit tegen te gaan geïntensiveerd. De bestaande aanpak bestaat onder meer uit het informeren van de wijk na inbraak, advisering volgens het PKVW, het aanpassen van verlichting, voorlichting, wijkscans en de aanpak van stelselmatige daders. De komende jaren zullen bewoners nog actiever bij hun wijk betrokken worden om zo gezamenlijk inbraken in de wijk tegen te gaan, bijvoorbeeld door het opzetten van buurtpreventie. Ook alternatieve instrumenten, zoals mobeye’s worden ingezet. (een mobeye is een draadloos, mobiel alarmsysteem). Sinds het najaar van 2012 wordt gewerkt met gebiedsontzeggingen voor de gemeente Leiden. Een gebiedsontzegging wordt opgelegd wanneer iemand wordt betrapt op inbreken of het voorhanden hebben van inbrekerswerktuig. 2B1.7 Inzet Steun- en meldpunten Huiselijk Geweld/Kindermishandeling In 2014 worden de voorbereidingen getroffen om vanaf 2015 te komen tot een Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK), waarin het huidige Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) opgaan. De nieuwe WMO en Jeugdwet stellen dit verplicht. De Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is 1 juli 2013 van kracht geworden. De implementatie vraagt aandacht in de vorm van deskundigheidsbevordering, om signalen te kunnen herkennen en handelingsverlegenheid te voorkomen, dan wel terug te dringen. In de ‘Regiovisie Geweld in huiselijke kring Hollands Midden’ zijn de beleidsdoelen voor de komende jaren vastgelegd. Op onderdelen wordt de visie nog nader uitgewerkt. Kernpunten zijn publiciteit en voorlichting, zodat iedereen weet waar men met signalen terecht kan, versterking van de uitvoering gericht op het zo snel mogelijk stoppen van geweld en waarborgen van de veiligheid binnen het gezinssysteem. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de Veiligheidsketen, zoals deze binnen het Veiligheidshuis functioneert. Bij de aanpak van geweld worden alle gezinsleden betrokken, het gezinssysteem voert zoveel mogelijk regie op het eigen ondersteuningsplan. Opvang indien noodzakelijk, zo kort als mogelijk en zoveel mogelijk in eigen regio, waarbij de beweging van opvang naar ambulante begeleiding wordt ingezet. 2B2.6 Handhaving alcoholbeleid Op 1 januari 2014 gaat de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 16 naar 18 jaar. Beleid wordt ontwikkeld om de alcoholverkoop in Leiden te reguleren.. Daarnaast zal het horecasanctiebesluit op de genoemde aanpassing in de wetgeving worden aangepast. Effectindicatoren bij 2B Sociale Veiligheid Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden*
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 2B1 Beperken criminaliteit 2B1.a Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt***
43% (2012)
45%
44%
43%
42%
Veiligheidsmonitor
2B1.b Percentage inwoners dat slachtoffer is geweest van een delict**
27% (2012)
27%
27%
27%
27%
Veiligheidsmonitor
2B1.c Aantal geweldsincidenten uitgaansgebied
217 (2010) 195 (2011) 136 (2012)
185
177
169
161
Politie Hollands Midden
2B1.d Aantal incidenten huiselijk geweld dat bij de politie bekend is
790 (2010) 652 (2011) 700 (2012)
650
650
650
650
Politie Hollands Midden
2B1.e Aantal overvallen
37 (2010) 23 (2011) 17 (2012)
11
9
7
7
Politie Hollands Midden
2B1.f Aantal bedrijfsinbraken
288 (2010) 285 (2011) 231 (2012)
220
220
220
220
Politie Hollands Midden
38 | Beleidsbegroting
Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden*
Bron
2014
2015
2016
2017
2B1.g Woninginbraakrisicocijfer***
9,1 (2010) 12,0 (2011) 10,5 (2012)
9,1
8,9
8,7
8,5
Politie Hollands Midden
2B1.h Aantal winkeldiefstallen
626 (2010) 623 (2011) 509 (2012)
500
500
500
500
Politie Hollands Midden
2B1.i Aantal (brom)fietsdiefstallen****
1.693 (2010) 1.635 (2011) 1.576 (2012)
1.500
1.500
1.500
1500
Politie Hollands Midden
2B1.j Aantal incidenten georganiseerde criminaliteit (inclusief drugshandel)
555 (2010) 570 (2011) 511 (2012)
500
500
500
500
Politie Hollands Midden
2B2.a Percentage inwoners van stadsdeel Midden dat in de eigen buurt veel overlast ervaart van horecagelegenheden**
8% (2012)
8%
8%
8%
8%
Veiligheidsmonitor
2B2.b Percentage inwoners dat in de eigen buurt veel overlast ervaart van dronken mensen op straat***
6% (2012)
6%
6%
6%
6%
Veiligheidsmonitor
2B2.c Percentage inwoners dat in de eigen buurt veel drugsoverlast ervaart***
3% (2012)
3%
3%
3%
3%
Veiligheidsmonitor
2B2.d Percentage inwoners dat in de eigen buurt veel overlast ervaart van rondhangende jongeren***
8% (2012)
8%
8%
8%
8%
Veiligheidsmonitor
2B2.e Aantal incidenten overlastgevende jeugd
1.258 (2010) 958 (2011) 1.127 (2012)
900
900
900
900
Politie Hollands Midden
2B2.f Aantal incidenten sociale overlast
2.569 (2010) 2.384 (2011) 2.687 (2012)
2.250
2.250
2.250
2.250
Politie Hollands Midden
2B2.g Aantal incidenten overlast horeca
380 (2010) 350 (2011) 355 (2012)
330
320
310
300
Politie Hollands Midden
2B3.a Percentage inwoners dat vaak overlast heeft van evenementen**
4% (2012)*****
12%
11%
10%
9%
Veiligheidsmonitor
2B3.b Aantal overlast incidenten evenementen
34 (2010) 34 (2011) 46 (2012)
30
30
30
30
Politie Hollands Midden
Doel 2B2 Beperken overlast
Doel 2B3 Veilige evenementen
*Om zowel registratie- als inhoudelijke redenen worden de meeste streefwaarden constant gehouden. De veiligheidscijfers zijn de laatste jaren behoorlijk gedaald en de verwachting is dat (mede gezien de economische crisis) deze zullen stabiliseren of omhoog gaan. In 2015 loopt het IVP af. Dan worden de effectindicatoren en de streefwaarden eventueel op inhoudelijke gronden gewijzigd. ** Door gewijzigde vraagstelling in de (landelijk vastgestelde) vragenlijst en opzet van de Veiligheidsmonitor zijn deze indicatoren gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2013. De indicator 'Percentage inwoners dat zegt dat overlast door zwervers/daklozen in de buurt vaak voorkomt' is vervallen ***Omdat het aantal woningen in Leiden toeneemt, is ervoor gekozen om geen doelstelling te formuleren op het absolute aantal woninginbraken, maar op het woninginbraakrisicocijfer. Dit wordt berekend door het aantal aangiften van woninginbraken te delen door het aantal woningen x 1000. Door gebruik te maken van het woninginbraakrisicocijfer wordt voorkomen dat het aantal woninginbraken wordt beïnvloed door een toename van het aantal woningen. ****Het gaat hier, zo weten we door andere bronnen, om een klein deel van de daadwerkelijke fietsdiefstallen m.n. de wat duurdere fietsen. Van de meeste fietsdiefstallen wordt geen aangifte gedaan en komt daarom ook niet ter kennis van de politie. M.a.w. het dark number is erg groot vooral in de Nederlandse studentensteden, zo blijkt uit onderzoek. ***** Deze meting is behoorlijk lager dan de streefwaarden. Als de tweede meting wederom een stuk lager is dan de streefwaarden dan zullen de streefwaarden naar beneden worden bijgesteld
Beleidsbegroting | 39
Kaderstellende beleidsstukken ■ Handhavingsnota gemeente Leiden 2012-2015 (RV 11.0079) ■ Integraal Veiligheidsplan 2012-2015 (RV 11.0081)
Programmakosten VEILIGHEID bedragen x € 1.000,FYSIEKE VEILIGHEID
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
9.771
10.048
Baten
-357
2015
2016
2017
10.170
10.113
9.967
9.966
-304
-305
-305
-305
-305
9.414
9.744
9.865
9.808
9.662
9.661
Lasten
1.552
2.503
2.175
2.136
2.086
1.992
Baten
-279
-210
-130
-130
-130
-130
1.273
2.293
2.045
2.006
1.956
1.863
Lasten
11.323
12.551
12.345
12.249
12.053
11.958
Baten
-636
-514
-435
-435
-435
-435
10.687
12.038
11.910
11.814
11.618
11.523
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-167
0
0
0
0
0
-167
0
0
0
0
0
10.520
12.038
11.910
11.814
11.618
11.523
Saldo SOCIALE VEILIGHEID
Saldo Programma VEILIGHEID
Saldo van baten en lasten Reserves
Meerjarenraming
Mutaties reserves Resultaat
Budgettaire ontwikkelingen De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht. Beleidsterrein 2A Fysieke veiligheid Het verschil van € 121.000 wordt voor € 91.000 veroorzaakt doordat het budget voor de kosten FLOovergangsregeling (functioneel leeftijdsontslag) terugloopt in 2014 wegens aflopende aanspraken op deze regeling en voor het restantbedrag door indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en kapitaallasten. Beleidsterrein 2B Sociale veiligheid Het verschil van € 248.000 wordt voor € 167.000 veroorzaakt doordat er vanaf 2014 geen rijksbijdrage meer beschikbaar is voor regionale aanpak van ex-gedetineerden en voor het resterende bedrag door indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en kapitaallasten. Reserves Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.2 Toelichting reserves programma 2. RESERVES PROGRAMMA 2 bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-167
0
0
0
0
0
Saldo
-167
0
0
0
0
0
RESERVES PROGRAMMA 2
-167
0
0
0
0
0
bedrijfsreserve brandweer
40 | Beleidsbegroting
Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
0
0
Subsidie saldo
Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
Beleidsbegroting | 41
3
Economie en toerisme
42 | Beleidsbegroting
Economie en toerisme Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
3 Werk en Financiën Bereikbaarheid, Financiën en Economie
De missie van het programma Economie en toerisme luidt: De gemeente Leiden staat voor een vitale en duurzame economische structuur in samenwerking met haar stadspartners en de regio.
Inleiding De economie is sterk in verandering door trends als veranderend consumentengedrag, internationalisering, verduurzaming van productie en anders werken enerzijds en de economische recessie anderzijds. Ook de vraag naar bedrijfs- en kantoorgebouwen en winkelpanden verandert. Dit alles heeft effect op het economisch beleid dat de gemeente voert. Het programma Economie en Toerisme geeft daar verder vorm aan. Dit beleid richt zich op: ■ Ruimte om te ondernemen ■ Faciliteren & stimuleren van het ondernemen ■ Marketing & promotie van de stad De gemeente wil bij het verdelen van de schaarse ruimte in de stad voldoende ruimte blijven bieden voor het ondernemen en flexibel inspelen op nieuwe trends. Versterken van het ondernemersklimaat en het aantrekken van kennisintensieve bedrijven blijft de inzet. Groei van werkgelegenheid en het aantal bedrijfsvestigingen in Leiden Bio Science Park is van groot belang. Door het aantrekken van kennisintensieve bedrijven wordt de aantrekkelijkheid van het Bio Science Park vergroot en zal de economische spin off hiervan voor de rest van de stad eveneens toenemen. De marketing en promotie van de stad is van groot belang. Er is immers grote concurrentie van steden die zich als Kennis- en Cultuurstad profileren. Daarom is het belangrijk dat Leiden laat zien wat het als ‘Stad van Ontdekkingen’ in huis heeft bij (internationale) ondernemers, instellingen, werknemers en (toekomstige) studenten. Door daarnaast het zakelijk, cultureel en toeristisch-recreatief bezoek aan Leiden te bevorderen, kan het aantal voorzieningen en evenementen van de stad in stand worden gehouden en mogelijk ook worden vergroot. In de Leidse regio is in 2013 gewerkt aan het opstellen van een gezamenlijke economische agenda. Doel hiervan is het leggen van een inhoudelijke basis voor een duurzame samenwerking tussen ondernemers, onderzoeksen onderwijsinstellingen en overheden, om daarmee de economische structuur, de innovatiekracht en het vestigingsklimaat van de Leidse regio te versterken en zowel nationaal als globaal meer positie te geven. In de agenda zijn 5 thema’s uitgewerkt voor de korte en de lange termijn. De thema’s zijn: 1. Economische structuurversterking 2. Ondernemerschap en starters 3. Onderwijs & arbeidsmarkt 4. Vestigingsklimaat, ruimte en mobiliteit
Beleidsbegroting | 43
5. Regiomarketing & acquisitie. Naast de vastgestelde economische agenda zal in 2014 op regionaal en lokaal niveau gestart worden met het bij de economische agenda behorende uitvoeringsprogramma. Het Programma Leiden Kennisstad is ook in het economische domein een impuls voor het samen met partners invulling geven aan de Leidse ambities om een toonaangevende kennisstad te zijn en vooral om ook als zodanig herkend te worden.
Beleidsterrein 3A Ruimte om te ondernemen Op basis van voorbereidingen in 2013 zal in 2014 de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) voor de Zuidvleugel van de Randstad operationeel zijn. Met de ROM wordt voor de Zuidvleugel bijgedragen aan de financiering van technologische bedrijven (bijvoorbeeld Leidse Biotech bedrijven). Daartoe wordt een Participatiefonds opgericht, waarin gelden van het ministerie van Economische Zaken, provincie ZuidHolland, enkele grote en middelgrote gemeenten in Zuid-Holland en universiteiten worden gestort. Uit dit participatiefonds zal worden geïnvesteerd in startende en doorgroeiende bedrijven. Tevens wordt een bundeling in de ROM Zuidvleugel bereikt van de vele operationele organisaties in de Zuidvleugel op het terrein van Marketing en Acquisitie en Ontwikkeling en Innovatie. Het uitvoeren van lokaal beleid ten behoeve van het scheppen van ruimtelijke mogelijkheden voor bedrijven en instellingen, krijgt voor de aan de economische agenda verbonden beleidskaders in toenemende mate een regionaal karakter. Daarbij zal het formuleren van het regionale perifere detailhandelsbeleid naar verwachting in 2014 leiden tot een actualisatie van het gehele detailhandelsbeleid, zeker nu er ingrijpende ontwikkelingen binnen de detailhandel plaatsvinden en het huidige, verouderde beleid niet altijd gemakkelijk uitvoerbaar blijkt. Doelen en prestaties bij 3A Ruimte om te ondernemen Doel
Prestatie
3A1 Meer ruimtelijke mogelijkheden voor bedrijven en instellingen
3A1.1 Regionale en lokale beleidsontwikkeling en advisering 3A1.2 Uitvoeren lokaal en regionaal beleid en advisering 3A1.3 Stimuleren warenmarkten
3A1.1 Regionale en lokale beleidsontwikkeling en advisering Met betrekking tot het bedrijventerrein in de Oostvlietpolder heeft Leiden Holland Rijnland verzocht de regionale structuurvisie en regionale bedrijventerreinenstrategie aan te passen door het bedrijventerrein in de Oostvlietpolder te schrappen en de locatie Veenderveld 2 in Kaag en Braassem toe te voegen. Of dit in 2014 gebeurt is onduidelijk, aangezien Holland Rijnland tot dusver een afwachtende houding hierin aanneemt. De provincie is overigens van plan om in 2014 de herziening van de provinciale structuurvisie vast te stellen, waarin het bedrijventerrein in de Oostvlietpolder geschrapt is. Op basis van besluitvorming rond de Economische agenda Leidse Regio zal in 2014 opnieuw geprioriteerd worden in de prestaties en activiteiten van dit programma. Met de Economische agenda zetten we op weg naar 2020 in op internationale kennis en op nieuwe banen en nieuwe markten voor het midden en klein bedrijf in de regio. Met het oog op structuurversterking geeft de agenda aan waar de Leidse regio de economie moet vernieuwen en welke bestaande onderdelen ze moet versterken. Dit gebeurt door in te zetten op het stimuleren van ondernemerschap, betere aansluiting Onderwijs-Arbeidsmarkt, aantrekkelijk vestigingsklimaat en regiomarketing & acquisitie. In 2014 wordt prioriteit gegeven aan de uitvoering van geselecteerde acties, waarvan het eigenaarschap bij de verschillende partners binnen de werkvelden Onderwijs, Bedrijfsleven en Overheid is ondergebracht. 3A1.3 Stimuleren warenmarkten In 2014 zijn op een beperkt aantal zondagen in het jaar experimenten mogelijk met biologische markten en markten voor regionale producten. Effectindicatoren bij 3A Ruimte om te ondernemen Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
Doel 3A1 Meer ruimtelijke mogelijkheden voor bedrijven en instellingen
44 | Beleidsbegroting
2015
Bron 2016
2017
Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
3A1.a Aantal arbeidsplaatsen
58.460 (2009) 59.037 (2010) 59.985 (2011)
60.400
60.800
61.200
61.600
Bedrijvenregister Zuid Holland
3A1.b Aantal bedrijfsvestigingen
4.836 (2009) 5.432 (2010) 5.316 (2011)
5.500
5.500
5.600
5.600
Bedrijvenregister Zuid Holland
3A1.c Percentage leegstand in kantoren
14,6% (2010) 14,2% (2011) 14,5% (2012)
13,5%
13,0%
12,5%
12 %
Kantorenmonitor Holland Rijnland
Beleidsterrein 3B Faciliteren en stimuleren van ondernemen Ook al houdt de crisis vooralsnog hardnekkig aan, bedrijven en instellingen moeten hun kansen pakken. De gemeente moet de bedrijven in staat stellen die kansen te benutten. Dat kan de gemeente doen door goed beleid vast te stellen, onnodige regelgeving terug te dringen, eventueel in samenwerking met hogere overheden, maar ook door op dagelijkse basis de accountmanagers bedrijven in te zetten om zo het ondernemersklimaat concreet vorm te geven in praktische adviezen. Bijvoorbeeld bij het vooroverleg bij complexere vraagstukken. In 2013 is het accountmanagementteam versterkt en in 2014 zal het planmatig het ondernemersklimaat versterken. Daarnaast biedt de wabo-procesregisseur en het Servicepunt bouwen, wonen en bedrijven een helpende hand aan bedrijven die vergunningen van de gemeente nodig hebben door het voeren van vooroverleg en het verstrekken van informatie. Naast de kennisintensieve starters kent de gemeente Leiden ook startende ondernemers op vele andere gebieden. Uit onderzoek blijkt dat de laatste groep zelfs een meerderheid vormt. In 2013 heeft onderzoek naar de populatie startende ondernemers 2008 t/m 2012 plaatsgevonden en daaruit worden in 2014 lessen getrokken voor het faciliterende beleid ten aanzien van startende ondernemingen. Ook de positie van kennisstarters en zzp-ers komt daarbij nadrukkelijk aan de orde. Daarbij is gekeken naar de kennisstarters in voor Leiden belangrijke branches, hun overlevingskansen en de mate waarin het gebruik van geboden faciliteiten daar een rol in spelen. Doelen en prestaties bij 3B Faciliteren en stimuleren van ondernemen Doel
Prestatie
3B1 Sterker ondernemersklimaat
3B1.1 Faciliteren van bedrijvigheid 3B1.2 Stroomlijnen horecaprocessen 3B1.3 Informeren en verstrekken vergunningen 3B1.4 Faciliteren Ondernemersfonds Leiden 3B1.5 Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en stimuleren ondernemerschap
3B2 Meer kennisintensieve bedrijvigheid
3B2.1 Stimuleren kennisintensieve bedrijvigheid 3B2.2 Stimuleren en faciliteren van netwerken
3B1.1 Faciliteren van bedrijvigheid De gemeente blijft inzetten op accountmanagement bij ondernemers- en winkeliersverenigingen, ondernemerskoepels en startende ondernemingen en relatiebeheer van de top 50 account bedrijven. De Kamer van Koophandel zal naar verwachting begin 2014 uit Leiden verdwijnen. Wat daarvoor in de plaats komt, is een digitaal ondernemersplein. In relatie tot het Klant Contact Centrum van de gemeente Leiden, het Servicepunt bouwen en wonen en bedrijven, accountmanagers bedrijven en bestaande en nieuwe vormen van zelforganisatie van het Leidse bedrijfsleven (Ondernemersfonds, Centrummanagement, Stichting Ondernemend Leiden, PBO) wordt onderzocht of de gemeente alternatieven kan bieden voor de wegvallende functies van de Kamer van Koophandel in Leiden. De gemeente zal ondersteuning bieden aan zelforganisatie van het bedrijfsleven bij de ideevorming binnen het Leidse bedrijfsleven over realisering van een "ondernemersof handelshuis". In het kader van het Programma Leiden Kennisstad wordt met Universiteit en LUMC samengewerkt bij de uitvoering van het rapport van Bureau Blaauwberg 'Waardeschepping met Kennis'. De in 2013 toegekende projecten met cofinancieringsmiddelen Leiden Bio Science Park en het Cofinancieringsfonds Leiden Stad van Ontdekkingen zullen in 2014 tot effecten gaan leiden. Belangrijk in het beleid ten aanzien van de kenniseconomie is de personeelsvoorziening op langere termijn in de bèta en technische vakken. Naast de werkloosheid in vele sectoren bestaat er in deze vakken nog steeds een tekort waarin regelmatig door het aantrekken van personeel uit het (verre) buitenland voorzien moet worden.
Beleidsbegroting | 45
3B1.2 Stroomlijnen horecaprocessen De gemeente wil, samen met de georganiseerde ondernemers, werken aan een levendige binnenstad en aan een goed en verantwoord ondernemersklimaat. Ieder heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid en rol. Binnen de gemeentelijke organisatie zijn verschillende horecagerealteerde dossiers zowel ambtelijk, als bestuurlijk op verschillende plekken belegd. Hierdoor is er geen integraal beeld , waardoor het zowel voor de gemeente intern als voor horecaondernemers en evenementenorganisatoren, lastig schakelen en communiceren is. Sinds 2013 is een horecasecretaris aangesteld om de processen meer te stroomlijnen. De horecasecretaris is de verbindingsofficier tussen de (georganiseerde) horecaondernemers en evenementenorganisatoren, en de gemeentelijke organisatie en het bestuur. Deze fungeert als intern en extern aanspreekpunt voor horecadossiers. De horecasecretaris draagt er verder aan bij dat gemeente en ondernemers tijdig met elkaar in gesprek zijn en waar mogelijk in samenspraak komen tot beleid, uitvoering en werkwijzen. In de organisatie wordt steeds meer toegewerkt naar een situatie, waarin integraal gewerkt wordt aan de horeca- en evenementendossiers. De horecasecretaris is daarbij de verbinder, die de verschillende afdelingen en het bestuur op complexe dossiers samenbrengt; en knelpunten signaleert en laat oplossen. 3B1.5 Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en stimuleren ondernemerschap Het verbeteren van de aansluiting tussen het onderwijs en de vraag naar toekomstige medewerkers op de arbeidsmarkt is er een van de lange adem. Het begint met het interesseren van jonge mensen in de opleidingen waarvan ingeschat wordt, bijvoorbeeld op basis van het arbeidsmarktonderzoek van bureau Louter bij de economische agenda, dat ze leiden tot een baan. Voor de groei van de lokale economie is de beschikbaarheid van de juist opgeleide mensen heel belangrijk. Hieraan wordt bijgedragen door projecten als Technolab, de Leidse proeftuin voor zorginnovatie waar ervaring wordt opgedaan met vernieuwingen in het onderwijs noodzakelijk door de vele veranderingen en oplopende kosten in de Zorg, en het project onderwijs en arbeidsmarkt van de Bio Science Park Foundation. 3B2.2 Stimuleren en faciliteren van netwerken Met de gemeentelijke cofinanciering voor de Leidse proeftuin voor zorginnovatie heeft de gemeente kennisinstellingen, onderwijsinstellingen, zorginstellingen en bedrijven in staat gesteld om vernieuwingen in de zorg in de Leidse praktijk uit te testen. De eerste ervaringen zullen in 2014 worden opgedaan. Effectindicatoren bij 3B Faciliteren en stimuleren van ondernemen Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
850
850
850
850
Doel 3B1 Sterker ondernemersklimaat 3B1.a Aantal startende bedrijven in Leiden
832 (2010) 1.042 (2011) 979 (2012)
Kamer van Koophandel
Beleidsterrein 3C Marketing en promotie Het ‘merk’ Leiden is van groot belang voor de aantrekkingskracht van Leiden. Dat betekent dat het ‘merk’ Leiden niet alleen bewaakt moet worden, maar tevens verkocht moet worden, zowel (inter)nationaal, regionaal, als lokaal. De citymarketing van Leiden vormt een belangrijk instrument om als stad een sterk imago op te bouwen. Leiden Marketing heeft, als de citymarketingorganisatie voor de stad, haar inzet gericht op de Citybranding van Leiden. Uitgangspunt is het genereren van maximale economische spin-off voor de stad, door het structureel behouden en aantrekken van bezoekers, bedrijven, studenten, kenniswerkers en expats. Ook (potentiële) bedrijven, maatschappelijke organisaties en bewoners die zich in de stad vestigen, vormen een doelgroep voor de citymarketing. Door middel van marketing en promotie kun je als stad laten zien wat je in huis hebt op allerlei gebieden: het grote en diverse museumaanbod, evenementen als ‘Signatures cultuurweken’ en de ‘Nacht van Kennis en Kunst’, de levendigheid van de binnenstad, de prachtige woonomgeving, krachtige beroepsbevolking en voor Leiden uiteraard de universiteit, de kennisinstellingen en het Bio Science Park. Doel
Prestatie
3C1 Meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden
3C1.1 Citymarketing 3C1.2 Faciliteren Centrummanagement Leiden 3C1.3 Uitvoering activiteiten kadernota winkelvoorzieningen binnenstad 3C1.4 Marketing- en activiteitencampagne voor bezoek aan retail binnenstad 3C1.5 Stimuleren toeristische aantrekkelijkheid
46 | Beleidsbegroting
Doel
Prestatie
3C1 Meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden
3C1.6 Binnenstad aantrekkelijk tijdens de bouw
3C2 Meer kennisintensieve bedrijven aantrekken
3C2.1 Acquisitie van kennisintensieve bedrijven
3C1.1 Citymarketing Uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst Leiden Marketing 2013-2016 en het meerjarige visiedocument van Leiden Marketing voor de citymarketing ‘Leiden 2020’, met de pijlers Cultuur, Kennis en Gastvrijheid. Bij raadsbesluit 12.0132 is besloten tot een andere financiering; per 1 januari 2013 gaat de totale opbrengst toeristenbelasting via het Ondernemersfonds Leiden naar Leiden Marketing. 3C1.2 Faciliteren Centrummanagement Leiden De winkelfuncties (de omzet en soms het simpele voortbestaan) staan onder druk door de voortdurende economische crisis en structuurverandering door veranderd consumentengedrag. Dat is niet alleen een probleem voor de individuele winkelier, het kan het leefklimaat aantasten van delen van de stad. Het Centrummanagement is in het leven geroepen om juist aan dat gedeelde belang te werken. Dat doet zij door vele inspanningen te leveren. Zo zijn er activiteiten op het gebied van communicatie onderling van winkeliersverenigingen, informatieavonden voor ondernemers, schakelfunctie met de gemeente, acquisitieactiviteiten en marketing van de binnenstad. Het programma Binnenstad en samenwerking met de overige stadspartners zijn daarin richtinggevend. 3C1.3 Uitvoering activiteiten kadernota winkelvoorzieningen binnenstad Het gaat hierbij om activiteiten die gericht zijn op bestemmingsplannen, promotie, ondernemingsklimaat, winkelpanden, en ondersteunende functies in de horeca. De aanhoudende economische crisis onderstreept enerzijds het belang van de uitvoering van deze nota (vastgesteld in 2011), anderzijds is het winkellandschap dusdanig veranderd, dat meer focus en keuzes gewenst zijn. In 2014 volgen hierover nadere voorstellen. 3C1.4 Marketing- en activiteitencampagne voor bezoek aan retail binnenstad Marketing- en activiteitencampagne voor het vergroten van het bezoek aan de winkelbestemmingen in de binnenstad (kernwinkelgebied en zwerfmilieu): Kerstmarkt, koop(cultuur)zondagen, verleidelijke winkelweekenden, etc. 3C1.6 Binnenstad aantrekkelijk tijdens de bouw Het beleid en het programma Binnenstad is gericht op het structureel verbeteren van de binnenstad. Bouwactiviteiten zijn een investering in de toekomst, maar vormen een grote belasting voor het winkelend publiek en daarvoor voor de omzetten van de toch al door de crisis geplaagde winkeliers in de binnenstad. Daarom is er ook in het beleidskader winkelvoorzieningen voorzien in beleid dat daar een tegenwicht voor moet bieden: bestrijden van leegstand, naast de bouw- ook culturele activiteiten. 3C2.1 Acquisitie van kennisintensieve bedrijven De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij zal samen met de WFIA (WestHolland Foreign Investment Agency) de inspanningen in Zuid-Holland op het terrein van de buitenlandse acquisitie van kennisintensieve bedrijven bundelen. De gemeentelijke bijdrage voor de WFIA wordt vanaf 2014 aan de ROM toegekend. Door een ingroeimodel van WFIA in ROM zal voorkomen worden dat de kennis en contacten van de WFIA verloren gaan. Er zal gezorgd worden voor een goede afstemming met de Leiden Bio Science Park Foundation die op het terrein van de Life Sciences en Health over de inhoudelijke kennis en vele contacten beschikt. Effectindicatoren bij 3C Marketing en promotie Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 3C1 Meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden 3C1.a Aantal arbeidsplaatsen in de bezoekerseconomie
5.833 (2009) 5.881 (2010) 5.816 (2011)
6.050
6.100
6.150
6.150
Bedrijvenregister Zuid-Holland
3C1.b Gemiddeld aantal uitgevoerde activiteiten per bezoek aan Leiden
1,6 (2010) 1,6 (2011) 1,8 (2012)
1,9
2,0
2,1
2,1
Continu Vakantie Onderzoek
3C1.c Aantal hotel- en campingovernachtingen
190.173 (2009) 191.746 (2010) 219.458 (2011)
210.000
210.000
215.000
220.000
Belastingsamenwerking GouweRijnland
3C1.d Gemiddelde bestedingen van dagbezoekers aan Leiden per bezoek per persoon
€ 35 (2010) € 34 (2011) € 38 (2012)
37
38
39
40
Continu Vakantie Onderzoek
Beleidsbegroting | 47
Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
3C1.e Rapportcijfer Leidenaren voor historische binnenstad Leiden
7,8 (2009) 7,8 (2010) 7,7 (2011)
-
8,1
-
8,1
Stadsenquête*
3C1.f Beoordeling door Leidenaren van Leidse binnenstad als winkelcentrum op 7 aspecten
6,7 (2008) 6,7 (2010)
-
7,2
-
7,2
Stadsenquête*
3C1.g Aantal unieke bezoekers aan de website www.leiden.nl
372.190 (2010) 383.636 (2011) 328.410 (2012)
380.000
380.000
380.000
380.000
Leiden Marketing
3C1.h Aantal bezoekers Visitors Centre Leiden**
119.895 (2010) 133.716 (2011) 132.237 (2012)
130.000
100.000
100.000
130.000
Leiden Marketing
3C1.i Aantal museumbezoeken***
743.258 (2010) 856.855 (2011) 800.107 (2012)
800.000
777.500
555.000
677.500
Museumgroep Leiden + gemeente Leiden
3C1.j Aantal passanten kernwinkelgebied per week****
330.000 (2009) 315.000 (2011) 299.200 (2012)
300.000
300.000
300.000
300.000
Locatus
3C1.k Aantal afgelegde bezoeken (* 1.000) aan Leiden door inwoners van Nederland*****
2.382 (2010) 1.869 (2011) 1.827 (2012)
2.000
2.000
2.000
2.200
Continu Vakantie Onderzoek
* De Stadsenquête wordt vanaf 2011 alleen in de oneven jaren gehouden. ** Door verbouwing Rijnsburgerblok zal het Visitors Centre tijdelijk of definitief op zoek moeten naar nieuwe huisvesting. Dit heeft een neerwaarts effect op de bezoekersaantallen in 2015 en 2016. *** Lagere inschatting in 2015, 2016 en 2017 vanwege de verwachte verbouwing van Naturalis en Lakenhal. **** Dit is een nieuwe indicator, opgenomen als uitvoering van een motie bij de Jaarstukken 2011. In de toekomst wordt continue tellingen op verschillende plaatsen in de binnenstad als bron gebruikt. ***** Deze indicator was in 2013 ten onrechte niet opgenomen in de Programmabegroting.
Kaderstellende beleidsstukken ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Beleidskader cofinanciering Leiden Stad van Ontdekkingen en Leiden Bio Sciene Park (RV 12.0076) Structuur Citymarketing Leiden 2013 - 2016 (RV 12.0132) Lokale aanpak leegstand kantoren 2012-2014, kantorenloods Leiden (RV 12.0024) "Naar een verleidelijke winkelstad", beleidskader winkelvoorzieningen en Binnenstad (RV 11.0074) Leids actieplan stedelijke economie en arbeidsmarkt (B&W 09.0371) Programma Binnenstad (visie verwerkt) (RV 09.0050) Minder en Beter (RV 08.0036) Strategisch Kader Bedrijventerreinen (RV 07.0163) Meerjarenplan 2006-2008 'Actief op de arbeidsmarkt' (RV 05.0164) Regionale Kantorennota 'In goede banen Leiden' (RV 04.0014) Startersnota 'Het huidige en toekomstige beleid ten aanzien van beginnende ondernemingen'(RV 04.0081) Detailhandelstructuurvisie Leiden (RV 04.0184) Economisch plan Leiden (RV 01.0035)
48 | Beleidsbegroting
Programmakosten ECONOMIE EN TOERISME bedragen x € 1.000,RUIMTE OM TE ONDERNEMEN
Lasten Baten
Saldo van baten en lasten
2.342
1.258
Meerjarenraming 2015
2016
2017
1.174
1.016
1.012
1.015
-432
-439
-439
-439
-439
826
735
577
572
575
Lasten
654
5.782
3.996
3.711
3.573
3.476
Baten
-65
0
0
0
0
0
589
5.782
3.996
3.711
3.573
3.476
Lasten
1.630
1.833
1.499
1.343
1.356
1.355
Baten
0
-380
-380
-380
-380
-380
1.630
1.452
1.119
962
975
974
Lasten
4.626
8.873
6.669
6.069
5.940
5.845
Baten
-483
-813
-819
-819
-819
-819
4.143
8.060
5.850
5.249
5.121
5.025
Saldo Programma ECONOMIE EN TOERISME
Begroting 2014
-418
Saldo MARKETING EN PROMOTIE
Begroting 2013
1.924
Saldo FACILITEREN/STIMULEREN VAN ONDERNEMEN
Rekening 2012
Budgettaire ontwikkelingen De daling van de lasten en/of de stijging van de baten worden onder andere veroorzaakt door de indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht. Beleidsterrein 3A Ruimte om te ondernemen Het verschil van € 91.000 heeft twee oorzaken. Ten eerste is het bedrag voor Herstructurering bedrijventerreinen / werklandschappen € 63.000 lager dan in 2013 aangezien het budget voor 2013 is aangevuld met het niet bestede bedrag uit 2012 . Ten tweede is het bedrag voor Economische structuurversterking in 2014 lager dan 2013 voor een bedrag van € 33.000. Ook dit is het gevolg van eenmalige budgetten uit 2012 die zijn overgeheveld naar 2013, met name voor activiteiten in het kader van programma binnenstad. De overige verschillen worden veroorzaakt door budgettaire ontwikkelingen; zie ook de algemene tekst onder het financiele overzicht. Beleidsterrein 3B Faciliteren / stimuleren van ondernemen Het verschil van lasten € 1.786.000 bestaat uit meerdere onderdelen. Voor een bedrag van ruim € 400.000 betreft dit verschillen naar aanleiding van de doorrrekening van de kostenverdeelstaat, met name de kosten die worden doorberekend aan de "prestatie Informeren en verstrekken vergunningen" zijn lager uitgevallen. Daarnaast stopt binnen de prestatie stimuleren kenninsintensieve bedrijvigheid het in de Perspectiefnota 2010 toegekende bedrag voor het Bio Science Park ad € 100.000. Verder is in de begroting 2013 sprake van een bedrag van € 1.000.000 voor het Cofinancieringsfonds Leiden stad van Ontdekkingen. Dit is een éénmalig bedrag waarvan bij de jaarrekening 2013 het bedrag wat nog niet is uitgegeven zal worden overgeheveld naar 2014 zoals door de raad bij het instellen van het cofinancieringsfonds is besloten. Daarnaast is voor activiteit Kennisstad externe subsidieverwerving als gevolg van de budgetoverhevelingen in 2013 een bedrag beschikbaar van € 125.000; dit is een eenmalig bedrag en is dus niet opgenomen in de begroting 2014. Tenslotte is er in de Perspectiefnota 2014 besloten de teruggang van het budget voor Centrummanagement voor een groot deel te compenseren. Deze compensatie is gedekt door een verlaging van het budget voor startersbeleid ad € 75.000. De overige verschillen worden veroorzaakt door budgettaire ontwikkelingen; zie ook de algemene tekst onder het financiele overzicht. Beleidsterrein 3C Marketing en Promotie De daling van het budget in 2014 betreffende Marketing en Promotie ad € 334.000 zit voor een deel in de éénmalige budgetten van 2013. Het gaat met name voor de activiteiten die gedaan zijn in het kader van programma Binnenstad ad. € 250.000. Daarnaast eindigt het budget voor de kapitaallasten inzake stimulering toeristische aantrekkelijkheid ad € 56.000. Dit betrof de investering inzake het VCL. De overige verschillen
Beleidsbegroting | 49
worden veroorzaakt door budgettaire ontwikkelingen; zie ook de algemene tekst onder het financiele overzicht. Reserves Niet van toepassing op programma 3. Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht Subsidie saldo
subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
1.101.204
2.492.712
Het verschil van € 1.391.509 zit voor € 1.362.535 in het feit dat de subsidies aan Ondernemersfonds Leiden, Centrummanagement en WFIA, niet zijn opgenomen in de subsidiestaat 2013. Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
50 | Beleidsbegroting
Beleidsbegroting | 51
4
Bereikbaarheid
52 | Beleidsbegroting
Bereikbaarheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
4 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bereikbaarheid, Financiën en Economie Ruimtelijke Ordening, Binnenstad en Publiekszaken
De missie van het programma Bereikbaarheid luidt: De gemeente Leiden draagt zorg voor goede en betrouwbare bereikbaarheid van de stad als voorwaarde om te komen tot duurzame leefbaarheid voor de inwoners van de stad en een gezond economisch klimaat.
Inleiding Het programma Bereikbaarheid is in vele opzichten randvoorwaardelijk voor de leefbaarheid van Leiden en het economisch klimaat van Leiden. Het gaat hierbij niet alleen om de bereikbaarheid van de stad Leiden, maar ook om de bereikbaarheid van de regio. Daarnaast is er sprake van achterstallig onderhoud en moet er geïnvesteerd worden in de kwaliteit en de capaciteit van het bestaande wegennet. De ambities die Leiden heeft opgenomen in de toekomstvisie 'Leiden stad van ontdekkingen', kunnen niet worden waargemaakt zonder een goede bereikbaarheid. Goede bereikbaarheid betekent niet alleen snel de plaats van bestemming bereiken, maar ook op een betrouwbare en veilige wijze de plaats van bestemming bereiken. Om invulling te geven aan de ambities uit de visie 'Leiden stad van ontdekkingen', geeft Leiden prioriteit aan de bereikbaarheid van de toplocaties Bio Science Park, Binnenstad en Stationsgebied en daarnaast draagt Leiden uiteraard zorg voor de bereikbaarheid van de woonwijken. De invulling bestaat uit een pakket van maatregelen voor de fietser, voetganger, automobilist en openbaar vervoer reiziger. Programma Bereikbaarheid is ingedeeld in vijf beleidsterreinen. De meest in het oog springende plannen en ontwikkelingen per beleidsterrein zijn: ■ Langzaam verkeer: het uitwerken van het uitvoeringsprogramma fietsroutes. ■ Openbaar vervoer: het uitwerken van de plannen voor hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) en kennislijn. ■ Autoverkeer: het verder werken aan het inpassingsplan Rijnlandroute, de ontsluiting Bio Science Park en de verkenning LAB071. ■ Parkeren: de aanbesteding van parkeergarages Lammermarkt en Garenmarkt. ■ Leefomgeving: besluitvorming over duurzaam mobiliteitsbeleid.
Beleidsterrein 4A Langzaam verkeer Het fietsgebruik in Leiden behoort tot de hoogste van Nederland en de gemeente Leiden heeft de ambitie om dit zo te houden en verder uit bouwen. De gemeente streeft naar 10% meer (regionaal) fietsgebruik om een bijdrage te leveren aan de bereikbaarheid van de stad. Om dit te bereiken wordt er ingezet op het stimuleren van het fietsgebruik op drukke woon-werktrajecten. Dit heeft als gevolg dat belangrijke knelpunten op het hoofdverkeersnet ontlast worden. Daarnaast wordt er ingezet op het stimuleren van fietsen op langere afstanden door middel van onder andere: infrastructuur, promotie snelfietsroutes, ebike, mobiliteitsmanagement. De bereikbaarheid van belangrijke bestemmingen in de binnenstad zoals het
Beleidsbegroting | 53
kernwinkelgebied, de universiteit en het Centraal Station staat hierbij centraal. Om dit te faciliteren worden er op een aantal routes extra voorzieningen getroffen om het fietsen zo aangenaam en veilig mogelijk te maken. Een belangrijke schakel hierin is de aanwezigheid van fietsenstallingen. Een deel van de binnenstad, vooral het kernwinkelgebied, is het domein van de voetganger. De omvang van het voetgangersgebied is relatief beperkt; het betreft hoofdzakelijk de Haarlemmerstraat en een aantal zijstraten. De looproutes naar de parkeerlocaties rondom de binnenstad zijn qua functie, voorzieningen en ruimtelijke kwaliteit matig en verdienen een extra inspanning. Van de hoofdroute van het Centraal Station naar het kernwinkelgebied is bekend dat deze kwalitatief beter kan. Doelen en prestaties bij 4A Langzaam verkeer Doel
Prestatie
4A1 Meer fietsgebruik
4A1.1 Opstellen fietsbeleid 4A1.2 Uitvoeren maatregelen fiets
4A2 Betere looproutes
4A2.1 Opstellen voetgangersbeleid 4A2.2 Uitvoeren maatregelen looproutes
4A1.1 Opstellen fietsbeleid In 2013 is de “nota herijking fietsroutes 2013-2020” vastgesteld. Daarin zijn op hoofdlijnen de beleidskeuzes gemaakt om te komen tot 10% meer fietsgebruik in de Leidse regio en is een uitvoeringsprogramma voor fietsroutes en flankerende maatregelen opgenomen. Diverse projecten uit het uitvoeringsprogramma worden in 2014 per corridor verder uitgewerkt. Voor deze projecten worden projectopdrachten geformuleerd. Indien aanvullende financiering is vereist zal dit ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. 4A1.2 Uitvoeren maatregelen fiets In 2014 zullen projecten worden uitgevoerd waarvoor geen aanvullende dekking vereist is. Daarnaast zullen meerdere projecten uit het uitvoeringsprogramma nader worden uitgewerkt. Effectindicatoren bij 4A Langzaam verkeer Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 4A1 Meer fietsgebruik 4A1.a Aandeel fiets in de modal split*
41,8% (2009) 36,0% (2010) 37,4% (2011)
>36%
>36%
>36%
>36%
CBS
4A1.b Percentage inwoners dat wekelijks of (bijna) dagelijks fietst
77% (2009)
-
85%
-
85%
Stadsenquête
* Dit betreft het aandeel fiets in de lokale modal split. Een indicator voor het behalen van de fietsambitie van 10% op het (regionale) fietsgebruik wordt vastgesteld bij de vaststelling van de nota herijking fietsroutes
Beleidsterrein 4B Openbaar vervoer Het streven van Leiden is om bewoners en bezoekers een uitstekende OV bereikbaarheid te bieden, vooral richting de toplocaties zoals vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar. Vooral in de stedelijke dynamiek van de Randstad is een uitstekende OV bereikbaarheid steeds meer een voorwaarde voor economische ontwikkeling. Bovendien past een hoog aandeel OV gebruik in een duurzaam mobiliteitsbeleid en levert het tevens een bijdrage aan autobereikbaarheid door de groei van verkeersintensiteiten te beperken. Om het openbaar vervoer zo aantrekkelijk mogelijk te maken, is het van belang dat het openbaar vervoer snel, hoogfrequent en betrouwbaar op de plaats van bestemming aankomt. Voor Leiden geldt dit specifiek voor de toplocaties Binnenstad, Bio Science Park en het stationsgebied. Vanuit het programma hoogfrequent spoor (rijk), HOV plan Zuid-Holland Noord (provincie en gemeente) en het Leidse OV-programma (gemeente) worden investeringen gedaan in het verbeteren van het openbaar vervoer. Deels betreft dat het afmaken en het verbeteren van de dienstverlening op het bestaande spoor, met als belangrijkste maatregelen hoogfrequente sprinterlijnen (hoogfrequent spoor) en de frequentieverhoging Leiden – Utrecht (HOV plan Zuid-Holland Noord) . Daarnaast worden de regionale buslijnen van en naar Leiden sterk verbeterd. Deze laatste verbeteringen betekenen dat een aantal regionale buslijnen van HOV kwaliteit wordt. HOV heeft betrekking op snelheid, betrouwbaarheid, frequentie en kwaliteit van materieel, haltes en overige voorzieningen. De intentie van de gemeente Leiden is om de functie van het Centraal Station zo goed mogelijk te benutten. Daarnaast wil Leiden een afname van het hoge aantal regionale bussen door de Breestraat, Steenstraat en Stationsweg. Dit maakt het herinrichten van de binnenstad tot aantrekkelijk
54 | Beleidsbegroting
verblijfsgebied mogelijk. Hiertoe wordt de komende jaren de hoofdroute voor het busverkeer omgelegd naar Hooigracht – Langegracht en het busstation verplaatst naar Zeezijde. Doelen en prestaties bij 4B Openbaar vervoer Doel
Prestatie
4B1 Meer gebruik van het openbaar vervoer
4B1.1 Opstellen openbaarvervoerbeleid 4B1.2 Uitvoeren maatregelen openbaar vervoer
4B1.1 Opstellen openbaarvervoerbeleid HOV-routering Leiden Naar aanleiding van het openbaar vervoer plan (HOV Zuid-Holland Noord) en de nieuwe concessie voor busvervoer die is verleend aan Arriva, worden er in 2014 in het kader van de HOV-routering de volgende activiteiten ontplooid: ■ In samenwerking met de provincie uitwerken van het openbaarvervoersplan Zuid-Holland Noord. Specifiek betreft het de HOV lijnen Leiden – Katwijk/Noordwijk en Leiden – Zoetermeer alsmede de kennislijn. De HOVkennislijn vormt een frequente verbinding tussen de belangrijkste kennis- en onderwijslocaties in de Leidse agglomeratie (Bio Science Park, stationsgebied, binnenstad, Lammenschans); ■ Uitwerken van het Leids OV-programma, uitgaande van vaststelling van dit programma in 2013; ■ Leveren van de Leidse inbreng in-/afstemmen met het Regionale OV-plan Holland Rijnland en de uitwerking hiervan in het Uitvoeringsprogramma. Focus zal liggen op de HOV lijn Leiden – Leiderdorp; ■ Positionering Leiden in langlopende beleidsinitiatieven, gericht op positie Leiden in spoornetwerk van de Randstad (hoogfrequent spoor, Stedenbaan en vervolgstappen daarop). 4B1.2 Uitvoeren maatregelen openbaar vervoer Bijdrage leveren aan de implementatie van de nieuwe concessie In het kader van de openbaarvervoersconcessie wordt er invulling gegeven aan de dienstregeling, de routering, het eventueel verplaatsen van haltes en het nemen van doorstromings-, regelmaat- en stiptheidsmaatregelen. Toegankelijkheid ov-haltes Om het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken, worden in 2014 haltes bij het Centraal Station en aan de rondweg Merenwijk toegankelijk gemaakt. Het gaat hierbij om het op hoogte brengen van de halte om de instap te vergemakkelijken. Implementatie busroute Bio Science Park In samenwerking met de belanghebbende partijen tracht Leiden te komen tot een goed busroutenetwerk, dat een optimale ontsluiting van het Bio Science Park bevordert. De zogenoemde kennislijn gaat rijden vanaf eind 2013, begin 2014. Inrichten OV route binnenstad In 2013 is het college op basis van verkennende onderzoeken tot de conclusie gekomen dat een halvering van het aantal bussen op de Breestraat mogelijk lijkt, mits een fors pakket aan doorstroming bevorderende maatregelen wordt uitgevoerd. Dit pakket bevat o.a. het aanpassen van verkeerslichtregelingen en het toevoegen van opstelstroken voor bussen, maar ook het herinrichten van kruispunten zoals bij het Levendaal en de Jan van Houtbrug. In 2014 zal dit maatregelenpakket nader uitgewerkt worden. Er wordt een tracéontwerp gemaakt voor hoofdzakelijk Hooigracht - Langegracht. Dit tracéontwerp wordt getoetst op maatschappelijke, financiële en technische uitvoerbaarheid. Vervolgens worden de procedures gestart om alle benodigde besluiten te nemen (bestemmingsplan, vergunningen en ontheffingen). Na aanbesteding van het werk kan de uitvoering op zijn vroegst in 2015 starten. Effectindicatoren bij 4B Openbaar vervoer Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 4B1 Meer gebruik van het openbaar vervoer 4B1.a Aandeel bus in de modal split
4,6% (2009) 3,0% (2010) 0,8% (2011)
4,0%
4,0%
4,0%
4,0%
CBS
4B1.b Aantal openbaarvervoerkilometers (indexcijfer)
100 (2009) 98 (2010) 96 (2011)
>103
>103
>103
>103
Arriva
Beleidsbegroting | 55
Effectindicator
4B1.c Aantal in- en uitstappers treinstations in Leiden gemiddeld per werkdag
Realisatie
66.135 (2009) 63.598 (2010) 69.442 (2011)
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
>66.135
>66.135
>66.135
>66.135
NS
Beleidsterrein 4C Autoverkeer Leiden wordt geflankeerd door de A4 en de A44, twee snelwegen die de Noord- en de Zuidvleugel met elkaar verbinden. De A4 wordt verbreed en aan beide snelwegen heeft de ‘agglomeratie Leiden’, inclusief Leiderdorp en Oegstgeest - drie afslagen. Vanaf de afslag A4/N11 is het 15 minuten rijden naar Schiphol, 20 minuten naar de Zuidas in Amsterdam, 10 minuten naar het Prins Clausplein in Den Haag en 20 minuten naar het Kleinpolderplein in Rotterdam. Het echte bereikbaarheidsprobleem van Leiden is gelegen in het onderliggend wegennet. De reistijd van het rijkswegennet tot aan de bestemming in Leiden is vaak relatief lang, zeker voor een stad met een omvang als die van Leiden. Het wegennet is gegroeid tot een diffuus en onbetrouwbaar netwerk. Het bestaat uit wegen en routes waartussen weinig onderscheid bestaat. Daardoor zijn er voor de lokaal bekende reiziger veel alternatieve routes te bedenken voor een bepaalde reis, maar ze zijn allemaal van matige kwaliteit qua doorstroming en betrouwbaarheid. Er bestaan maar weinig logische doorgaande routes door de stad, waardoor de oriëntatie vooral voor bezoekers die de stad niet kennen bijzonder lastig is. Er wordt gewerkt aan een aantal maatregelen die dit routeprobleem oplossen: Binnenstad 30 km-zone; Leidse Agglomeratie Bereikbaar (LAB 071); de Rijnlandroute; de ontlasting van het Lammenschansplein en de Hoge Rijndijk en de herkenbaarheid van de hoofdroutes. Dit allemaal om te komen tot een betrouwbare en acceptabele reistijd van en naar de bestemming. Dit betreft in eerste instantie de reistijd van en naar de Leidse economische toplocaties: het Bio Science Park en de binnenstad. Een korte en betrouwbare reistijd van en naar deze bestemmingen is eerste prioriteit voor het realiseren van de Leidse ruimtelijke en economische ambities. Doelen en prestaties bij 4C Autoverkeer Doel
Prestatie
4C1 Betere doorstroming op het Leidse wegennet
4C1.1 Opstellen beleid autoverkeer 4C1.2 Rijnlandroute 4C1.3 Leidse Agglomeratie Bereikbaar 4C1.4 Ontsluiting Bio Science Park 4C1.5 Uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar 4C1.6 Uitvoeren maatregelen autoverkeer
4C1.1 Opstellen beleid autoverkeer Actualisatie thema bereikbaarheid in de structuurvisie Het bereikbaarheidsbeleid is al weer enkele jaren oud (GVVP en Kadernota Bereikbaarheid). In de initiatieven LAB 071 en Uitvoeringsprogramma Bereikbaar Leiden zijn op onderdelen beleidsuitgangspunten gewijzigd. In samenhang met de in 2014 te presenteren volgende editie van de ruimtelijke structuurvisie is actualisatie van het bereikbaarheidsbeleid – gekoppeld aan de structuurvisie – gewenst. Vorm en inhoud van dit proces zullen begin 2014 nader vorm krijgen. Transformatie Binnenstad De gemeente Leiden heeft in haar programma Binnenstad een drietal duidelijke ambities voor de binnenstad opgenomen: meer bezoekers, meer bestedingen en een hogere waardering voor de binnenstad van Leiden. Om dit te bereiken is het noodzakelijk om de bereikbaarheid van de binnenstad als verblijfsgebied te verbeteren. Om hieraan tegemoet te komen wordt er binnen de singels een gebied ontwikkeld waarbinnen verblijven centraal staat. Deze prestatie faciliteert deze ambitie. In 2014 wordt hiervoor een kaderbesluit genomen. Beter Benutten Leiden Beter Benutten omvat de projecten die bijdragen aan de doorstroming op het Leids wegennet zonder dat daarvoor infrastructurele ingrepen worden genomen. ‘Beter Benutten’ bestaat uit de projecten: Verkeersregie tijdens de bouw, Regionaal dynamisch verkeersmanagement (Groene Golf), Mobiliteitsmanagement Leiden, Parkeerroutering en Verbetering doorstroming hoofdstructuur. In 2014 wordt in regionaal verband in overleg met de mobiliteitsmakelaar een uitgangspuntennotitie opgesteld, alsmede een implementatieplan dat deels in 2014 en deels in 2015 wordt gerealiseerd.
56 | Beleidsbegroting
4C1.2 Rijnlandroute De Rijnlandroute verbindt de A4 met de A44. Daarmee is er voor doorgaand verkeer een snel alternatief voor de Churchilllaan en Doctor Lelylaan (N206). De files op die wegen worden daarmee verminderd waardoor ook de binnenring beter functioneert en aanliggende wijken beter bereikbaar worden. De Rijnlandroute geeft bovendien de westzijde van Leiden inclusief het Bio Science Park een snelle verbinding met de A4. In 2014 wordt er voor de Rijnlandroute gewerkt aan een inpassingsplan. Dit zal in 2014 worden vastgesteld. Verder zal de Rijnlandroute worden uitgewerkt in een voorlopig ontwerp. Leiden zet in op een integraal ruimtelijk ontwerp. 4C1.3 Leidse Agglomeratie Bereikbaar Gebleken was dat het maatschappelijke en politieke draagvlak voor een Ringweg Oost oplossing te gering is. De behoefte aan een alternatief voor doorgaand verkeer dat nu door het centrum rijdt en aan een betere verbinding van de noordkant van Leiden met de A4 is ongewijzigd gebleven. Deze werd nog versterkt door de afspraak met de provincie om HOV buslijnen van de Breestraat naar de Hooigracht en Langegracht te verplaatsen. In een later stadium zal een oplossingsrichting, die voortkomt uit de verkenning (LAB071) die in de afgelopen periode in nauw overleg met de betrokken buurgemeenten is uitgevoerd, nader worden uitgewerkt tot een kaderbesluit. Los daarvan zal de reconstructie van de Kanaalweg vanaf het Lammenschansplein tot aan de aansluiting van de Lorentzkade, en de bouw van een doorgang onder het spoor in de Kanaalweg, in 2014 verder voorbereid worden, waarna in 2015 de realisatie kan plaatsvinden. In 2015 wordt gestart met de feitelijke reconstructie van de Kanaalweg en de bouw van de onderdoorgang onder het spoor. Vooruitlopend zullen er voorbereidende activiteiten worden uitgevoerd in de vorm van verleggen kabels en leidingen. Dat staat gepland voor 2e helft 2014. 4C1.4 Ontsluiting Bio Science Park De Plesmanlaan is vanaf de A44 de toegangsweg naar Leiden en de hoofdontsluitingsweg voor het Bio Science Park. Na ingebruikname van de Rijnlandroute wordt de Plesmanlaan nog belangrijker voor het verkeer dat dan vanaf de A4 via de Rijnlandroute ook aan de westzijde van de stad kan binnenrijden. Het project Ontsluiting Bio Science Park (OBSP) zorgt met een ingrijpende reconstructie van de kruisingen op de Plesmanlaan en Haagse Schouwweg voor een vlotte verkeersafwikkeling op de Plesmanlaan en een goede ontsluiting van het Leiden Bio Science Park. Tot het voorjaar 2014 voert de gemeente dialooggesprekken met geselecteerde marktpartijen. Medio 2014 wordt de opdracht aan één van de marktpartijen gegund. In de tweede helft van 2014 wordt het bestemmingsplan vastgesteld. Parallel hieraan werkt de marktpartij de plannen uit tot aanvraag voor zowel een omgevingsvergunning, als een verkeersbesluit en treft zij de benodigde werkvoorbereidingen voor de uitvoering. 4C1.5 Uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar In het uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar staan alle bereikbaarheidsprojecten, voor alle modaliteiten, in de tijd gezet. Jaarlijks worden de activiteiten verwerkt in de begroting en wordt het uitvoeringsprogramma daar waar nodig bijgewerkt.
Beleidsterrein 4D Parkeren Goede, bereikbare en voldoende parkeergelegenheid is een voorwaarde voor een goede bereikbaarheid van de stad. Daarnaast is het ook van groot belang voor de economie, de cultuur en het woonklimaat in de gemeente Leiden. In Leiden is er een tekort aan goed bereikbare en kwalitatief hoogwaardige parkeerplaatsen voor bedrijven, maar ook voor bezoekers van het stadscentrum. Parkeren neemt veel ruimte in beslag, terwijl in Leiden de ruimte beperkt is. Toch moet Leiden investeren in meer parkeerplaatsen om bij te dragen aan de toegankelijkheid van de binnenstad en het functioneren van de toekomstige ringweg. Leiden bouwt parkeergarages aan de rand van het centrum, waarvandaan bezoekers zo de binnenstad inlopen. Op het parkeerterrein bij de Morspoort is een parkeervoorziening gerealiseerd. Ook het parkeerterrein aan de Haagweg met circa 750 parkeerplaatsen en het vervoer met de pendelbusjes levert in 2014 weer een belangrijke bijdrage aan de bereikbaarheid van Leiden. Doelen en prestaties bij 4D Parkeren Doel
Prestatie
4D1 Meer parkeerkwantiteit en betere parkeerkwaliteit
4D1.1 Opstellen parkeerbeleid
4D1 Meer parkeerkwantiteit en betere parkeerkwaliteit
4D1.3 Realisatie parkeergarage Garenmarkt
4D1.2 Uitvoeren proef blauwe zones
4D1.4 Realisatie parkeergarage Lammermarkt 4D1.5 Parkeermanagement
Beleidsbegroting | 57
Doel
Prestatie
4D1 Meer parkeerkwantiteit en betere parkeerkwaliteit
4D1.6 Uitvoeren maatregelen parkeren
4D1.1 Opstellen parkeerbeleid De onlangs gerealiseerde (Morspoortgarage, Haagwegterrein) en binnenkort te realiseren parkeergelegenheid (garages binnenstad, stationsgebied, Kooiplein) zorgt voor de gewenste sprong voorwaarts wat betreft de kwaliteit van parkeergelegenheid in Leiden. De omvang van het parkeerareaal neemt eveneens toe, zoals beoogd. Het beleid dient erop gericht te zijn dat de bezetting van de garages zo groot mogelijk is. Het parkeren op straat in de omgeving van de garages kan daarom worden ontmoedigd. Voor de kwaliteit van de openbare ruimte houdt dat een verbetering in. Kortom, er moet een balans worden gevonden tussen optimale bereikbaarheid, voldoende parkeercapaciteit van goede kwaliteit, een gezond financieel meerjarenbeeld van de gemeentelijke parkeerexploitatie, plus kwaliteitswinst in de openbare ruimte. Afhankelijk van een door de gemeenteraad te geven richting zal hiervoor in de tweede helft van 2014 beleid worden opgesteld. Uit de evaluatie in 2013 van het beleid-op-proef met de blauwe zone is gebleken dat het doel, namelijk het tegengaan van parkeeroverlast in woonwijken, deels wel en deels niet is bereikt. In de gereguleerde delen is de parkeeroverlast, waar bewoners jarenlang over hebben geklaagd, verdwenen. Maar de overlast verschoof naar de ongereguleerde delen van de wijken, daar waar men aanvankelijk geen probleem kende. De loopafstanden tot de binnenstad en tot stations bleken nog te kort te zijn. De evaluatie bracht verder de werkelijk gemaakte gemeentelijke kosten van de blauwe zone in beeld. Per 1 januari 2014 wordt de proef beëindigd en ontstaat de ongereguleerde situatie van voor 2012. Het beleid voor Leidse parkeernormen, waarmee gestuurd wordt op het realiseren van voldoende parkeergelegenheid bij nieuwbouw en nieuwe functies, zal geregeld worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld op basis van ervaringen in de praktijk. In 2014 zal het Parkeerroute Informatiesysteem (PRIS) worden geëvalueerd, mede in relatie tot beleid voor andere wegwijzers. Toekomstige kosten en baten zullen tegen elkaar worden afgewogen. 4D1.2 Uitvoeren proef blauwe zones In juli 2013 heeft de raad besloten de proef met blauwe zones te verlengen tot en met 30 juni 2014. 4D1.3 en 4D1.4 Realisatie parkeergarage Garenmarkt en Lammermarkt Eind 2013 zal het college de raad middels een uitvoeringsbesluit voor beide garages voorstellen een krediet beschikbaar te stellen. Ook wordt de aanbestedingsprocedure vastgesteld, waarna begin 2014 de werken aan marktpartijen kunnen worden gegund. Na de gunning volgt de uitwerking van het DBM-contract (Design, Build & Maintain) in een ontwerp dat gereed is voor de aanvraag van de bouwvergunning. In het uitvoeringsbesluit van november 2013 wordt ook duidelijk welke garage als eerste wordt ontwikkeld, zodat de bouwaanvraag medio 2014 kan worden ingediend. De (mogelijke) bestemmingsplanprocedure kan dan goeddeels doorlopen of afgerond zijn, waardoor deze bouwvergunning ook relatief snel kan worden verstrekt. Aansluitend wordt eind 2014, begin 2015 gestart met bouwen. Beide garages worden gefinancierd vanuit de Parkeerexploitatie; hiervoor zijn in het Kaderbesluit richtinggevende kaders meegegeven. 4D1.5 Parkeermanagement Het parkeermanagement heeft de taak om het parkeerbeleid effectief en efficiënt in de praktijk te brengen en zodoende de parkeerruimte optimaal te benutten en de opbrengst van het parkeren binnen de beleidskaders te optimaliseren. Ook maakt parkeermanagement door middel van dienstverleningsovereenkomsten afspraken over de resultaten van de uitvoering, van de handhaving en het toezicht in de parkeerrestrictiegebieden. Het parkeermanagement richt zich op het gebied waarvoor betaald parkeren is ingevoerd en op de door de gemeente geëxploiteerde parkeerplaatsen op straat en in parkeergarages. Effectindicatoren bij 4D Parkeren Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 4D1 Meer parkeerkwantiteit en betere parkeerkwaliteit 4D1.a Percentage inwoners dat vaak parkeeroverlast ondervindt
31% (2009) 29% (2010) 32% (2011)
<20%
-
<20%
-
Veiligheidsmonitor
4D1.b Percentage autobezitters dat parkeermogelijkheden in openbare ruimte bij huis met goed of voldoende beoordeelt
67% (2011)
-
75%
-
75%
Stadsenquête
4D1.c Aantal parkeerplaatsen op straat voor bewoners/ bezoekers in parkeerrestrictiegebied*
5.800 (2010) 5.880 (2011) 6.340 (2012)
6.340
6.140
6.140
6.140
Gemeente Leiden
58 | Beleidsbegroting
Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
4D1.d Aantal parkeerplaatsen in garages voor bewoners/bezoekers**
1.200 (2010) 1.200 (2011) 1.590 (2012)
1.590
1.590
2.190
2.590
Gemeente Leiden
4D1.e Aantal parkeerplaatsen op/in P+R-terreinen/ garages***
450 (2010) 450 (2011) 1.000 (2012) 750 (2013)
750
750
750
750
Gemeente Leiden
* Door de oplevering van de Morspoortgarage in 2012 en de toevoeging van Transvaal I overeenkomstig het raadsbesluit uit 2009 aan het areaal van het parkeerrestrictiegebied, maakt dat de realisatiewaarde in 2012 uitkomt op 6.340. In 2015 zou de parkeervoorziening onder de Lammermarkt gerealiseerd kunnen zijn, of wordt de parkeergarage aangelegd. Op straat verdwijnen er dan circa 200 parkeerplaatsen, waarmee de streefwaarde in 2015 op 6.140 komt. ** De volgende parkeergarages worden meegerekend: Haarlemmerstraat, Breestraat (Hoogvliet), Langegracht (Digros) en de Maliebaan noord en zuid. Opgeteld is dit 1.200 plaatsen. In 2012 is de Morspoortgarage opgeleverd, waarmee de realisatiewaarde in 2012 1.590 bedraagt. Aangenomen dat in 2015 t/m 2017, onder voorbehoud van juridische procedures, de parkeergarages onder de Lammermarkt en de Garenmarkt worden opgeleverd, bedraagt de streefwaarde in 2017 2.590 parkeerplaatsen. *** De volgende P&R-terreinen worden meegerekend: Het Haagwegterrein en de parkeergarage onder het ROC. De teruggang in 2013 komt doordat de tijdelijke 250 plekken in 2013 niet meer beschikbaar zijn.
Beleidsterrein 4E Leefomgeving Duurzame mobiliteit is integraal onderdeel van zowel beleid als projecten. Een duurzaam bereikbare stad is het uiteindelijke doel van elke gemeente. Duurzaam houdt hier aandacht voor people (kwaliteit leefomgeving, veiligheid), planet (milieu) en profit (bereikbaarheid) in. Dit is voor Leiden niet anders om de volgende redenen: ■ Duurzame mobiliteit bevordert het beter benutten van de krappe infrastructuur in deze drukke historische stad; ■ Duurzame mobiliteit draagt bij aan de betrouwbare reistijden van hoofdroutes; ■ Duurzame mobiliteit draagt bij aan een leefbare (binnen-)stad. Doelen en prestaties bij 4E Leefomgeving Doel
Prestatie
4E1 Betere leefomgeving door verkeersmaatregelen
4E1.1 Opstellen verkeersveiligheidsbeleid 4E1.2 Uitvoeren verkeersveiligheidsmaatregelen
4E2 Duurzame mobiliteit
4E2.1 Opstellen duurzame mobiliteitsbeleid 4E2.2 Uitvoeren maatregelen duurzame mobiliteitsbeleid
4E2.1 Opstellen duurzame mobiliteitsbeleid In 2014 wordt de nota duurzame mobiliteit aan de raad voorgelegd, deze biedt het kader om initiatieven op het gebied van Duurzame mobiliteit te kunnen beoordelen en te kunnen faciliteren. 4E2.2 Uitvoeren maatregelen duurzame mobiliteitsbeleid Voor de jaren 2014 t/m 2016 is de gemeente bereid een bedrag van € 30.000 ter beschikking te stellen voor de opbouw van een informatiecentrum duurzame mobiliteit op de locatie van Stadsparkeerplan aan de Haagweg. Effectindicatoren bij 4E Leefomgeving Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
<25
<25
<25
<25
Doel 4E1 Betere leefomgeving door verkeersmaatregelen 4E1.a Aantal ziekenhuisongevallen*
40 (2009) 27 (2010)
Viastat
* Vanuit Viastat is het signaal afgegeven dat we geconfronteerd worden met cijfers die niet betrouwbaar zijn. Dit komt door de landelijke methode van registratie, die nu onderwerp van discussie is. De verwachting is dat dit weer op orde komt en dat er vanaf 2014 weer trends in beeld kunnen worden gebracht.
Beleidsbegroting | 59
Kaderstellende beleidsstukken ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Wensen en bedenkingen ten aanzien van voorlopige scope Rijnlandroute (RV 13.0045) Afsluiting project Rijn Gouwelijn en initiatief nieuw OV-project Zuid-Holland noord (RV 13.0019) Kredietaanvraag plankosten voor verkenning bereikbaarheid van de Leidse agglomeratie (RV 13.0010) Kaderbesluit ‘Kwaliteitsverbetering Breestraat’ (RV 13.0006) Wensen en bedenkingen met betrekking tot een brief aan Gedeputeerde Staten over de keuze van een HOV tracé door de Leidse binnenstad (RV 12.0138) Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 (RV 12.0127) Masterplan fietsparkeren Leiden centrum (RV 12.0103) Beschikbaar stellen voorbereidingskrediet Rijnlandroute (RV 12.0092) Uitvoeringsprogramma bereikbaarheid Leiden (RV 12.0084) Afsluiting project RGL en initiatief nieuw OV-project Zuid-Holland noord (RV 12.0053) Tracékeuze Rijnlandroute (RV 12.0052) Ruimtelijke Investeringsagenda (RV 12.0051) Kaderbesluit parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt (RV 12.0047) Herinrichting Haagwegterrein (RV 12.0007) Meerjarige overeenkomst met Stichting Stadsparkeerplan Leiden (SSL) (RV 11.0137) Wijziging Parkeerverordening 2006, wijziging verordening Parkeerbelasting 2009 Introductie werknemersvergunning, (RV 11.0133) Wijziging Verordening Parkeerbelasting 2009 (RV 11.0131) Ringweg Oost; voorbereiding herziening Kaderbesluit (RV 11.0130) Kaderbesluit Ontsluiting Bio Science Park deelproject1 (RV 10.0123) Wijziging Parkeerverordening 2006 vanwege introductie parkeervergunning Klussenbus, Wijziging verordening Parkeerbelasting 2009. (RV 11.0112) Kaderbesluit Ringweg Oost (RV 09.0118) Kadernota Bereikbaarheid (RV 09.0039) Herziening GVVP "Kom in de stad" (RV 07.088) Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan "Leiden stad in beweging" (RV 05.0134) Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (BW 01.1177) Verkeersveiligheids-Aktieplan (RV 99.0128)
Programmakosten BEREIKBAARHEID bedragen x € 1.000,LANGZAAM VERKEER
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
400
972
Baten
0
2015
2016
2017
1.442
1.651
1.689
1.761
0
-227
-227
-227
-227
400
972
1.215
1.424
1.462
1.534
Lasten
5.562
2.241
1.372
1.381
1.393
1.804
Baten
0
0
0
0
0
0
5.562
2.241
1.372
1.381
1.393
1.804
Lasten
5.187
13.824
1.745
1.842
2.416
10.568
Baten
0
0
0
0
0
0
5.187
13.824
1.745
1.842
2.416
10.568
Lasten
6.478
5.894
6.296
6.291
6.441
6.658
Baten
-8.875
-9.378
-9.813
-9.668
-9.984
-9.984
-2.397
-3.484
-3.517
-3.378
-3.543
-3.326
Lasten
5.532
1.680
926
1.168
1.409
1.528
Baten
-389
-89
-91
-91
-91
-91
5.144
1.591
835
1.077
1.318
1.437
Lasten
23.160
24.611
11.781
12.332
13.349
22.319
Baten
-9.264
-9.467
-10.131
-9.986
-10.302
-10.302
13.896
15.144
1.649
2.345
3.046
12.017
Saldo OPENBAAR VERVOER
Saldo AUTOVERKEER
Saldo PARKEREN
Saldo LEEFOMGEVING
Saldo Programma BEREIKBAARHEID
Saldo van baten en lasten
60 | Beleidsbegroting
Meerjarenraming
BEREIKBAARHEID bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Toevoeging
19.002
21.928
Onttrekking
-5.588
Mutaties reserves Resultaat
Reserves
Meerjarenraming 2015
2016
2017
4.555
7.092
5.648
5.097
-9.426
-1.988
-2.010
-2.078
-2.078
13.415
12.502
2.567
5.081
3.570
3.018
27.311
27.646
4.217
7.427
6.616
15.035
Budgettaire ontwikkelingen De mutaties van de lasten en baten worden onder andere veroorzaakt door indexering van de budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hieronder per beleidsterrein toegelicht. Beleidsterrein 4A Langzaam verkeer De stijging van de lasten en baten ten opzichte van 2013 heeft berekking op jaarlijkse huur en exploitatie en beheer van de openbare fietsenstalling onder V&D. Ook is in de begroting 2014 het besluit bij de Perspectiefnota 2013 over de (budgettair neutrale) exploitatie van de fietsenstalling aan de zeezijde van het Station verwerkt. Zowel de lasten als de baten nemen daardoor toe met € 227.000. Fietsenstalling Breestraat Ter hoogte van Breestraat 130, doorlopend tot aan de Botermarkt wordt een aantal panden ontwikkeld tot een complex met detailhandel met woningen erboven. Onder deze ontwikkeling zal een fietsparkeergarage worden gerealiseerd met maximaal 450 fietsparkeerplaatsen. Ten behoeve van de bouw en de exploitatie van deze fietsparkeergarage wordt structureel € 50.000 per jaar in de begroting opgenomen. In de komende maanden wordt dit plan verder uitgewerkt. Pad Tuin van Noord Voor de Tuin van Noord is de politieke wens uitgesproken om het fietspad om te zetten in een geasfalteerd voetpad. Dit heeft als gevolg dat de eerder toegezegde subsidies van Portaal en Holland Rijnland naar alle waarschijnlijkheid niet worden uitgekeerd. Met inzet van € 40.000 structureel is het mogelijk om de kapitaallasten van het project alsnog te dekken. Hiermee kan de kwaliteitsimpuls van de Tuin van Noord worden afgerond en kan de verbinding tussen Binnenstad-Tuin van Noord en Merenwijk worden gerealiseerd. Beleidsterrein 4B Openbaar vervoer De daling van de lasten in 2014 wordt veroorzaakt door het feit dat in de begroting 2013 een bedrag van € 750.000 als bijdrage aan investeringen voor het Leids Openbaar Vervoer programma staat begroot. De bijdrage wordt gedekt door een onttrekking aan de reserve bereikbaarheidsprojecten. Wanneer deze bijdrage niet (geheel) wordt gerealiseerd wordt dit budget overgeheveld naar 2014. Beleidsterrein 4C Autoverkeer De daling van de lasten in 2014 wordt veroorzaakt door het feit dat in de begroting 2013 voor een bedrag van € 12,3 mln als bijdrage aan de investeringen in Ringweg Oost (€ 10,9 mln.) en eerste fase Hallenweg (€ 1,4 mln.) staat begroot. De bijdrage wordt gedekt door een onttrekking aan reserves. Wanneer deze bijdrage in 2013 niet (geheel) wordt gerealiseerd, wordt dit budget overgeheveld naar 2014. Beleidsterrein 4D Parkeren De mutaties van de lasten en baten worden veroorzaakt door indexering van de budgetten. Beleidsterrein 4E Leefomgeving De daling van de lasten ten opzichte van de begroting 2013 heeft betrekking op de bij de programmabegroting 2011 opgenomen nader in te vullen bezuiniging van € 300.000 ten aanzien van (investerings)budgetten verkeer en vervoer. De daling van de lasten in 2014 wordt veroorzaakt door het feit dat in de begroting 2013 voor een bedrag van € 672.000 als bijdrage aan de investeringen (onder andere voor de Plesmanlaan en voorbereiding Rijnlandroute staat begroot). De bijdrage wordt gedekt door een onttrekking aan reserves. Wanneeer deze bijdrage in 2013 niet (geheel) wordt gerealiseerd, wordt dit budget overgeheveld naar 2014. Reserves Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.4 Toelichting reserves programma 4. De in het oog springende mutaties in 2014 betreffen:
Beleidsbegroting | 61
Reserve Parkeren: De toevoegingen en onttrekkingen hangen samen met het resultaat op het beleidsterrein parkeren die bij het opstellen van de jaarrekening ten gunste of ten laste van de reserve worden gebracht. Reserve Ringweg Oost: De toevoeging van € 1.974.000 heeft betrekking op de rentetoevoeging aan de reserve van het saldo op 31-12-2013. De neutrale mutaties binnen de reserve kapitaallasten parkeergarage Kooiplein hebben betrekking op de effecten van de actualisatie van de kasuitgaven op de investering in de parkeergarage Kooiplein waardoor de dekking van kapitaallasten uit de reserve later plaatsvindt. Reserve afbouwregeling SSL: De mutaties hebben betrekking op de jaarlijkse bijdragen aan SSL. De reserve wordt gevoed door een bijdrage uit de parkeerreserve en de in de exploitatiebegroting beschikbare bijdrage voor de periode 2012 t/m 2016. RESERVES PROGRAMMA 4 bedragen x € 1.000,reserve parkeren
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
9.284
3.814
2.076
2.160
2.790
3.054
Onttrekking
-3.399
-2.009
-1.481
-1.493
-1.561
-1.561
5.885
1.805
595
667
1.229
1.492
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-167
-64
0
0
0
0
-167
-64
0
0
0
0
Toevoeging
1.199
12.875
1.974
2.415
2.415
1.600
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
1.199
12.875
1.974
2.415
2.415
1.600
Toevoeging
0
2.956
74
74
0
0
Onttrekking
0
0
-74
-74
-74
-74
0
2.956
0
0
-74
-74
Toevoeging
0
1.984
0
0
0
0
Onttrekking
-238
-6.820
0
0
0
0
-238
-4.837
0
0
0
0
Toevoeging
8.000
0
0
2.000
0
0
Onttrekking
-1.355
-145
0
0
0
0
6.645
-145
0
2.000
0
0
Toevoeging
519
300
431
443
443
443
Onttrekking
-429
-388
-433
-443
-443
-443
90
-88
-2
0
0
0
13.415
12.502
2.567
5.081
3.570
3.018
Saldo reserve bereikbaarheid
Saldo reserve Ringweg Oost
Saldo res. Kap.lasten parkeergarage Kooiplein
Saldo reserve bereikbaarheidsprojecten
Saldo reserve Ontsluiting Bio Science Park
Saldo reserve afbouwregeling SSL
Saldo RESERVES PROGRAMMA 4
Investeringen In het volgende overzicht staan de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2014-2017. In paragraaf 5.2.3 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten. Een toelichting op de investeringen in jaarschijf 2014 is opgenomen in het prestatieoverzicht 2014-2017 bij de betreffende prestatie. Prestatie
Omschrijving investering
4A1.2 Uitvoeren maatregelen fiets
Fietsvoorzieningen 2014-2017
4B1.2 Uitvoeren maatregelen openbaar vervoer
4C1.2 Rijnlandroute
62 | Beleidsbegroting
2014
2015
2016
2017
588
588
589
586
Leids OV-programma
2.018
-
-
-
Nieuwe OV-terminal CS Zeezijde
4.217
-
-
-
-
16.618
-
-
Rijnlandroute
Prestatie
Omschrijving investering
4C1.3 Ringweg Oost
4C1.4 Ontsluiting BioSciencePark
2014
2015
2016
2017
Ringweg Oost
45.757
-
-
-
Ringweg Oost 2013
14.900
-
-
-
Ringweg Oost 2014
1.870
-
-
-
OBSP kruising Dr Lelylaan - Haagse Schouwweg
1.129
-
-
-
OBSP Ongelijkvloerse kruising Plesmanlaan
7.090
-
-
-
-
1.436
-
-
1.687
-
-
-
120
120
128
127
OBSP Reconstructie Haagse Schouwwegdr. Lelylaan 4C1.6 Uitvoeren maatregelen Autoverkeer
Herinrichting Haarlemmerweg 2011 en 2014 Wijkactieplannen en Parkeren 2014-2017 Nader in te vullen investeringen infrastructuur Rotonde OegstgeesterwegBoerhaavelaan
4D1.6 Uitvoeren maatregelen parkeren
Kwaliteitverbetering openbare ruimte Lammermarkt
-
-
-
301
301
303
302
-
-
71
-
Aanpak black spots 2014
1.033
-
-
-
Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid
1.877
-
-
-
Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid
2.410
-
-
-
303
303
302
301
88.019
19.366
2.388
1.316
Vervanging handhavingsinformatiesysteem
Verkeersvoorzieningen 2014-2017 Totaal programma 4
518 2.200
Parkeermiddelen 2014-2017
4E1.2 Uitvoeren verkeersveiligheidsmaatregelen
994
Bedragen * € 1.000
Beleidsbegroting | 63
5
Omgevingskwaliteit
64 | Beleidsbegroting
Omgevingskwaliteit Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
5 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Omgevingskwaliteit luidt: De gemeente Leiden staat voor een stad met een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is, waar mensen graag vertoeven en die uitnodigt tot verantwoordelijk gedrag. Zij doet dit samen met alle gebruikers.
Inleiding In programma 5 presenteert het college de plannen en ontwikkelingen op het gebied van de omgevingskwaliteit. Leiden investeert in duurzaamheid en zorgt voor een verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte en het openbare water in Leiden. Programma Omgevingskwaliteit is ingedeeld in vier beleidsterreinen, op basis van de drie elementen van de openbare ruimte (grijs, blauw, groen) en duurzaamheid als een overkoepelend element. Binnen de beleidsterreinen zijn kernachtige doelen geformuleerd voor de maatschappelijke effecten die we voor het beleidsterrein willen bereiken. Beleidsterrein
Maatschappelijk effect
Vertaling naar een doel
5A Verharde openbare ruimte
Voldoende tevredenheid gebruikers openbare ruimte en verantwoordelijk gedrag van de gebruikers.
5A1 Schoon, heel en veilig
5B Openbaar water
Droge voeten.
5B1 Waterkwantiteit op orde
Schoon water.
5B2 Verbeteren waterkwaliteit
Voldoende tevredenheid recreatief gebruik van het water door bewoners en bezoekers en verantwoordelijk gedrag van de gebruikers.
5B3 Recreatieve waarde water vergroten
Voldoende tevredenheid gebruikers openbaar groen en verantwoordelijk gedrag van de gebruikers.
5C1 Behoud en verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen
Meer gebruik van het recreatief groen door bewoners en bezoekers.
5C2 Recreatieve waarde groen vergroten
De stad behouden voor toekomstige generaties.
5D1 Duurzaam Leiden
5C Openbaar groen
5D Duurzaamheid
De meest in het oog springende plannen en ontwikkelingen voor de omgevingskwaliteit per beleidsterrein zijn:
Beleidsbegroting | 65
■ Verharde openbare ruimte: het uitvoering geven aan de beheerplannen, het realiseren van de ambitie uit de kadernota en handboek kwaliteit openbare ruimte, een verdere slag te slaan in het invoeren van ondergrondse afvalcontainers in de stad. ■ Openbaar water: de aanpak van wateroverlast, met name in de Oude Kooi. ■ Openbaar groen: het aanleggen van het Singelpark. ■ Duurzaamheid: het uitvoering geven aan de duurzaamheidagenda.
Beleidsterrein 5A Verharde openbare ruimte De gemeente heeft de zorg voor een veilige, functionele en goed onderhouden openbare ruimte. Hiervoor worden ontwerp- en beleidsplannen plannen ontwikkeld, gerealiseerd en beheerd. Dat wat in de openbare ruimte is gerealiseerd, wordt beheerd op basis van wettelijke regels, zorgplicht en de bedoelde functionaliteit en kwaliteit zoals die in de beleidskaders en beleidsplannen is benoemd. De verharde openbare ruimte maakt een belangrijk onderdeel uit van de omgevingskwaliteit zoals die door de gebruiker van de openbare ruimte wordt ervaren en biedt o.a. functionaliteiten op het gebied van vervoer, verblijf en ontmoeten. Dit vraagt om voldoende kwaliteit om aan deze functionaliteiten te voldoen en de openbare ruimte ook als prettig te ervaren. Hiervoor worden dagelijkse verzorgende maatregelen genomen zoals het reinigen van de objecten en de verharding, het plegen van kleine technische onderhoudsmaatregelen en voor de instandhouding op de langere termijn het plegen van groot onderhoud en uiteindelijk het vervangen van onderdelen. Ook worden voorzieningen gefaciliteerd om verschillende afvalstromen aan te bieden en worden deze ingezameld. Ondergronds biedt de verharde openbare ruimte plaats voor nutsvoorzieningen als elektriciteit, telecomkabels en riolen. Leiden wil alle verhardingen minimaal onderhouden op het wettelijke aansprakelijkheidsniveau (R-). Op basis van ervaring en wensen worden de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte regelmatig aangepast om de kwaliteit te verbeteren. Hier werken de beheerder en de ontwikkelaar nauw samen in het voor de Leidse situatie beschreven stedelijke proces van ontwikkelen, inrichten en beheren. Binnen elke processtap zijn de taken en verantwoordelijkheden uitgelijnd en worden de ontwerpwensen en de beheerbare en financiële haalbaarheid op elkaar afgestemd. Het beheer van de openbare ruimte wordt in meerjaren beheer- en vervangingsplannen vastgelegd en jaarlijks vertaald naar uitvoeringsplannen. De meerjarenplannen beheer- en de vervangingsplannen worden onderling afgestemd en vervolgens ook afgestemd met de ontwikkelagenda. Hier wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk werk met werk te maken. Om een standaardisering in de openbare ruimte te realiseren inclusief het verkrijgen van bekendheid voor en duidelijkheid over de te beheren materialen, is een handboek openbare ruimte vastgesteld dat dient als basis voor de inrichting van de openbare ruimte. Dit handboek wordt regelmatig met alle betrokken partijen geëvalueerd en waar nodig of wenselijk bijgesteld. Voor het maken van beheer- en vervangingsplannen en het maken van een betere begroting kan vanaf 2014 gebruik gemaakt worden van een beheersysteem dat is aangesloten op de basiskaart van Leiden. In dit beheersysteem liggen alle objecten en beheerthema’s (reinigen, onkruid op verharding, hondenbeleid etc.) in de openbare ruimte vast inclusief jaar van aanleg, doorlooptijd en benodigde maatregelen en de daaruit voortkomende kosten. Het op de juiste wijze gebruiken van de verharde openbare ruimte is een belangrijke factor voor het in stand houden van de kwaliteit. Hiervoor zijn gebruiksregels ontwikkeld en worden bij afwijking vergunningen verleend met daarin voorwaarden en eventueel herstelverplichtingen. Vanuit de gemeente wordt toezicht gehouden op een juiste naleving van dit bijzonder gebruik en waar nodig gehandhaafd. Voor een goede afstemming is een start gemaakt met het ontwikkelen van een aantal instrumenten waaronder een afstemmingsprogramma tussen vergunningverlening, vergunninghouders en toezicht en handhaving. Deze samenwerking wordt in 2014 verder uitgewerkt. Dit alles wordt gedaan om de burger als klant tevreden te stellen als gebruiker van de openbare ruimte. In het nu binnen Stedelijk Beheer georganiseerde wijkbeheer wordt - naast datgene wat (technisch) moet vanuit beheer - rekening gehouden met de mening en wens van de burger over de fysieke openbare ruimte. De wijkbeheerder werkt hierin nauw samen met alle stakeholders (sociaal wijkbeheer, burgers, bedrijven, politie, woningbouwverenigingen etc.) om meer complexe zaken tot integrale oplossingen te brengen. In 2014 voert de gemeente haar zorgtaak voor de openbare ruimte uit met inbegrip van alle aan haar overgedragen vervangingsbudgetten, te weten: klein onderhoud, groot onderhoud en vervanging. Voor het wegwerken van de grote achterstanden in het onderhoud voor wegen, spelen en kunstwerken heeft de gemeente in samenhang met het vaststellen van de beheerplannen veel extra geld beschikbaar gesteld. De desbetreffende werkzaamheden zijn onderdeel van de begroting.
66 | Beleidsbegroting
Doelen en prestaties bij 5A Verharde openbare ruimte Doel
Prestatie
5A1 Schoon, heel en veilig
5A1.1 Ontwikkelen kaderstellend beleid openbare ruimte 5A1.2 Realiseren beleid verbetering kwaliteit openbare ruimte 5A1.3 Realiseren beleid inzamelen huishoudelijk afval 5A1.4 Implementeren kadernota en handboek kwaliteit openbare ruimte 5A1.5 Realiseren openbare ruimte projecten programma Binnenstad 5A1.6 Beheren openbare verlichting 5A1.7 Beheren bruggen en viaducten 5A1.8 Beheren wegen 5A1.9 Uitvoeren straatreiniging en graffitibestrijding 5A1.10 Inzamelen huishoudelijk afval 5A1.11 Beheren walmuren 5A1.12 Beheren straatmeubilair 5A1.13 Beheren contracten buitenreclame 5A1.14 Handhaven gebruik openbare ruimte 5A1.15 Inzamelen bedrijfsafval 5A1.16 Verminderen van de overlast in eigen wijk
5A1.2 Realiseren beleid verbetering kwaliteit openbare ruimte In 2014 wordt het nieuw vastgesteld beleid over de openbare verlichting in uitvoering gebracht. Eind 2014 wordt het beëindigen van de werkwijze met de gele zakken voorbereid. Het beheersysteem GBI wordt in 2014 in gebruik genomen en dient als basis voor het integrale beheer van de openbare ruimte. De basisregistratie ondergrond wordt in 2014 verder geïmplementeerd. Het buitenruimteplan in Leiden Noord wordt uitgevoerd. Voor ISV-3 is in 2012 een buitenruimteplan opgesteld voor Leiden Noord. In 2013 is de uitvoering van dit plan gestart en dit loopt naar verwachting door in 2014. 5A1.3 Realiseren beleid inzamelen huishoudelijk afval In 2014 wordt uitvoering gegeven aan de uitwerking van het vorig jaar vastgestelde kaderstellend afvalbeleid. Het project vervanging wijkcontainers en het project ondergrondse containers binnenstad wordt in 2014 verder gerealiseerd. 5A1.4 Implementeren kadernota en handboek kwaliteit openbare ruimte De inrichting van de openbare ruimte vindt plaats op basis van de kaders en materialen uit kadernota en handboek. De Toets- en Adviescommissie Openbare Ruimte (TACOR) toetst alle ruimtelijke ontwikkelingen aan de Kadernota en het Handboek. 5A1.6 Beheren openbare verlichting De speerpunten vanuit beleid: duurzaamheid, bevorderen lichtbeperking, energiebesparing, en verlichting beter laten passen bij het karakter van de historische binnenstad, worden in beheer met name concreet gemaakt bij vervangingen. Hierbij wordt ingezet op dimmen en het toepassen van LED in de openbare verlichting. 5A1.7 Beheren bruggen en viaducten In 2014 is gestart met de uitvoering van het meerjaren vervangingsprogramma om de houten parkbruggen te vervangen door composietbruggen. Het programma is gebaseerd op het plan om de duurzaamheid en daarmee de kwaliteit van deze bruggen te verbeteren en de structurele onderhoudskosten te verlagen. 5A1.8 Beheren wegen In 2014 heeft het vervangingsplan wegen 2014-2017 de definitieve status nadat is afgestemd op het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (VGRP) en de andere projecten. In 2014 wordt een meerjarenplan vervangingen gemaakt voor een periode van 10-15 jaar. De gemeente heeft onderzoek laten doen naar het zakken van de grond in Leiden op buurtniveau en komt in 2014 met een voorstel om de resultaten ervan te verwerken in het beheerplan. Het aanpakken van de boomwortelproblematiek wordt in 2014 gecontinueerd.
Beleidsbegroting | 67
5A1.9 Uitvoeren straatreiniging en graffitibestrijding In 2014 wordt gewerkt aan een verdere integrale aanpak van de bestrijding van graffiti en wildplakken. Ook is het voornemen om in 2014 de inzet van gluttons verder uit te breiden, waardoor we naast de binnenstad ook de winkelcentra in de buitenwijken beter kunnen bedienen. Een groot voordeel van het gebruik van gluttons in de straatreiniging is dat het vanwege de elektrische werkwijze meehelpt in het gemeentelijke streven naar duurzaamheid. 5A1.10 Inzamelen huishoudelijk afval In 2014 wordt het plaatsen van ondergrondse containers voor restafval vervolgd op basis van het vastgestelde kaderstellend afvalbeleid in Leiden. De inzameling wordt uitgevoerd conform het uitvoeringsprogramma. In 2014 zal de pilot met gechipte containers worden geëvalueerd en wordt besloten over de verdere uitrol. Verder wordt het verwerkingscontract voor GFT vernieuwd en zal de huidige wijze van inzamelen van textiel worden geëvalueerd en zo nodig worden aangepast. Hierbij wordt o.a. gekeken naar kosten, efficiency en social return (inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt). 5A1.12 Beheren straatmeubilair In 2014 wordt de inventarisatie en toetsing op veiligheid van objecten in de openbare ruimte vervolgd en wordt de bestaande bebording getoetst aan nut en noodzaak en wordt het ingezette beleid om borden in de openbare ruimte terug te dringen ten uitvoering gebracht. 5A1.16 Verminderen van de overlast in eigen wijk Tijdens de stadsenquête wordt bewoners naar de beoordeling van de netheid en onderhoud van een zevental aspecten gevraagd in de eigen wijk. Uit de stadsenquête van de afgelopen jaren (2011 en eerder) blijkt dat met name van zwerfvuil, hondenpoep, onkruid, en drijfvuil overlast ervaren wordt. Bovendien blijkt dat de ervaren overlast de afgelopen jaren op deze aspecten is toegenomen. Op grond van motie 30 Perspectiefnota is (met ingang van 2013) de prestatie “Verminderen van de overlast in de eigen wijk” daarom aan het programma Omgevingskwaliteit toegevoegd. Het beoogde effect is een verlaging van de beleving van de overlast op hierboven genoemde aspecten. Effectindicatoren bij 5A Verharde openbare ruimte Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 5A1 Schoon, heel en veilig 5A1.a Rapportcijfer onderhoud openbare ruimte
6,7 (2009) 6,7 (2010) 6,9 (2011)
-
7,1
-
7,1
Stadsenquête
5A1.b Rapportcijfer woonomgeving
7,3 (2009) 7,3 (2010) 7,3 (2011)
7,4
7,4
7,4
7,4
Veiligheidsmonitor
5A1.c % inwoners dat zegt overlast te ervaren van zwerfvuil
43% (2011)
-
34%
-
34%
Stadsenquête
5A1.d % inwoners dat zegt overlast te ervaren van hondenpoep
35% (2011)
-
26%-
-
26%
Stadsenquête
5A1.e % inwoners dat zegt overlast te ervaren van onkruid
26% (2011)
-
17%-
-
17%
Stadsenquête
5A1.f % inwoners dat zegt overlast te ervaren van drijfvuil
20% (2011)
-
11%
-
11%
Stadsenquête
Beleidsterrein 5B Openbaar water Veranderende omstandigheden, zoals klimaatverandering en bodemdaling, vragen om een veranderende aanpak van de waterproblematiek. De maatregelen voor het waterbeheer hebben te maken met enerzijds het verminderen van wateroverlast door overvloedig hemelwater en anderzijds de verbetering van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater en het bevaarbaar houden van de watergangen. Het is onze ambitie om de beleving en het gebruik van water te verbeteren, door de recreatieve en natuurlijke waarde te versterken en het benutten en verbeteren van de hoge cultuurhistorische waarde van de watergangen in de stad. Samen met bewoners worden maatregelen genomen zoals aanleg van natuurvriendelijke oevers en de verbetering van recreatiemogelijkheden. In samenwerking met de regio wordt ernaar gestreefd om de waterrecreatiemogelijkheden (o.a. verbindingen, aanlegsteigers, toegankelijke oevers) in de regio en Leiden verder te verbeteren. Om het water aantrekkelijk te houden is beleid ontwikkeld voor alle
68 | Beleidsbegroting
verschillende belangen op het water: woonfunctie, bedrijvigheid (rederijen, horeca, terrassen, etc.), pleziervaart (vaste ligplaatsen en passanten) en evenementen. Doelen en prestaties bij 5B Openbaar water Doel
Prestatie
5B1 Waterkwantiteit op orde
5B1.1 Realiseren beleid voorkomen wateroverlast 5B1.2 Beheren riolering en gemalen
5B2 Verbeteren waterkwaliteit
5B2.1 Opstellen beleidskader water en baggeren 5B2.2 Baggeren en schoonhouden watergangen
5B3 Recreatieve waarde water vergroten
5B3.1 Ontwikkelen kaderstellend beleid gebruik openbaar water 5B3.2 Realiseren beleid gebruik openbaar water 5B3.3 Exploiteren havens en waterwegen 5B3.4 Verlenen ligplaatsvergunningen 5B3.5 Handhaven gebruik openbaar water
5B1.1 Realiseren beleid voorkomen wateroverlast Door nauwe samenwerking tussen Stedelijk beheer, de ruimtelijke projecten en het Hoogheemraadschap wordt ook in 2014 voorkomen dat water voor overlast zorgt. Specifiek vindt er samenwerking plaats om de kans op waterproblematiek in de Oude Kooi te verkleinen. 5B1.2 Beheren riolering en gemalen In samenwerking en afstemming met de gemeenten Zoeterwoude, Leiderdorp en Oegstgeest is het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) 2014-2018 opgesteld. Na vaststelling kan begin 2014 gestart worden met het uitvoeringsprogramma. Kernthema’s zijn aanpak wateroverlastlocaties; aansluiten van niet op het riool aangesloten panden; klein- en groot onderhoud en vervangingen van rioleringen en gemalen. 5B2.2 Baggeren en schoonhouden watergangen In 2014 wordt het uitvoeringsprogramma van het beheerplan water 2012-2016 voltooid. Effectindicatoren bij 5B Openbaar water Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
6,9 (2009) 6,9 (2010) 6,6 (2011)
-
7,0
-
7,0
Stadsenquête
7,1 (2008) 7,0 (2010)
-
7,3
-
7,3
Stadsenquête
Doel 5B2 Verbeteren waterkwaliteit 5B2.a Beoordeling onderhoud watergangen
Doel 5B3 Recreatieve waarde water vergroten 5B3.a Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in Leiden
Beleidsterrein 5C Openbaar groen Leiden is een compacte stad met relatief weinig groen. Dat hoeft het woongenot niet te beperken, als de natuurlijke en recreatieve verbindingen met de gebieden buiten de stad maar goed zijn. In samenwerking met de regionale partners worden projecten ontwikkeld om het groen in het ommeland van de stad bereikbaar te maken. In aansluiting daarop wordt ook het Leidse stadsnatuurbeleid in regionaal verband verder ontwikkeld. Omdat kennis bijdraagt aan de waardering voor groen en natuur, wordt ook geïnvesteerd in natuur- en milieueducatie en in communicatie over het groen en de natuur in de stad. Naast een goede kwaliteit van het groen zelf, is het van belang dat deze structuren bekend zijn, gewaardeerd worden en goed gebruikt worden door de inwoners van Leiden. In de participatie heeft de gemeente een belangrijke rol: afstemmen van vraag en aanbod, belangengroepen met elkaar in contact brengen, waar mogelijk initiatieven faciliteren, concrete mogelijkheden bieden om onderling kennis en diensten uit te wisselen, convenanten afsluiten. Er wordt als uitwerking van de structuurvisie 2025 structureel geïnvesteerd in de groenstructuren die er zijn, met name in de parken en de samenhang tussen de groengebieden. Kwaliteitsverbetering en een kwaliteitsslag van het groenbeheer krijgen daarbij de volle aandacht. Het is onze ambitie om het groen in de stad te
Beleidsbegroting | 69
behouden en, waar mogelijk, te versterken. We willen dit realiseren met gebruik van bestaande middelen, door prioriteiten te stellen en door een gerichte inzet van het beschikbare budget. Doelen en prestaties bij 5C Openbaar groen Doel
Prestatie
5C1 Behoud en verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen
5C1.1 Ontwikkelen kaderstellend beleid openbaar groen 5C1.2 Opstellen beheerbeleid groen 5C1.3 Uitbreiden en herinrichten begraafplaats Rhijnhof 5C1.4 Beheren openbaar groen 5C1.5 Verlenen kapvergunningen 5C1.6 Uitvoeren telling stadsnatuurmeetnet
5C2 Recreatieve waarde groen vergroten
5C2.1 Ontwikkelen beleid regionaal groen 5C2.2 Realiseren beleid verbetering gebruik openbaar groen 5C2.3 Uitvoeren groenplan Oostvlietpolder 5C2.4 Aanleggen Singelpark 5C2.5 Aanbieden natuur- en milieueducatie 5C2.6 Aanleggen van natuurvriendelijke oevers 5C2.7 Beheren van natuurvriendelijke oevers
5C2.1 Ontwikkelen beleid regionaal groen Het regionaal groenbeleid richt zich in 2014 op de uitvoering van het uitvoeringsprogramma Leidse Ommelanden. Aangestuurd wordt op een netwerk aan routes, die beginnen en eindigen in Leiden en lopen langs een aantal aantrekkelijke en bijzondere plekken in de ommelanden. De plekken worden gedragen, gerealiseerd en beheerd door eigenaren, investeerders en gebruikers. Economische, maatschappelijke, historische en ecologische functies worden gecombineerd en eigentijdse behoeften worden vervuld terwijl tegelijkertijd wordt bijdragen aan de kwaliteiten van het landschap. Voorbeelden van initiatieven in lijn met deze nieuwe koers zijn: ■ de transformatie van een voormalig agrarisch bedrijf naar een recreatieve en toeristische plek; ■ de realisatie van een natuurbeleeftuin; ■ een nieuwe recreatieve invulling van een voormalig veilinggebouw; ■ het transformeren van het HSL-informatiecentrum naar een ecologisch, toeristisch platform en informatiepunt. Ook zal in 2014 een gebiedsfonds worden ingesteld voor de financiering van, in eerste instantie, de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen (vooral boerenlandpaden) op particuliere gronden. 5C2.3 Uitvoeren groenplan Oostvlietpolder In 2014 wordt gewerkt aan de tweede fase van het Groenplan Oostvlietpolder. 5C2.4 Aanleggen Singelpark De gemeenteraad heeft de visie voor de Leidse singels in januari 2012 vastgesteld: een prachtig plan om een aaneengesloten groene singelrand in de binnenstad van Leiden mogelijk te maken, waar je kan genieten van de natuur, varen, wandelen, spelen, picknicken, sporten of juist ontspannen. Een park van en voor de bewoners, een groene omlijsting van de historische binnenstad, een park waar Leiden zich nog meer mee op de kaart zet. Gezien de economische slechte tijd en de bezuinigingsopgave waar Leiden voor staat, is het nog niet gelukt om de ontbrekende extra middelen voor beheer en onderhoud te vinden en het kaderbesluit vast te stellen. Bij de vaststelling van de Perspectiefnota is uitgebreid aandacht besteed aan de ambities om het Singelpark te realiseren. De gemeenteraad heeft het college verzocht om zo snel mogelijk dekking te vinden voor de extra beheer- en onderhoudskosten van het Singelpark. Ook heeft de raad het college verzocht om in overleg met de Stichting Vrienden van het Singelpark de mogelijkheden van externe financiering en besparing op de beheeren onderhoudskosten te onderzoeken. De gemeenteraad verzoekt het college om nog voor het vaststellen van de begroting 2014 een kaderbesluit aan de Raad voor te leggen. 5C2.5 Aanbieden natuur- en milieueducatie Het Duurzaamheidcentrum krijgt steeds meer gestalte. Medewerkers zoeken actief de samenwerking met beleidsmakers op verschillende duurzaamheidterreinen en met bedrijven en lokale (duurzaamheid)organisaties om zodoende duurzaamheid een impuls te geven. Gezamenlijke initiatieven en ontwikkelingen op het gebied
70 | Beleidsbegroting
van bijvoorbeeld duurzame mobiliteit (werksessies met platform ‘Schoon op weg’), groen (‘Groen doet goed’) en energie (samenwerking met o.a. Energiek Leiden) krijgen in 2014 een vervolg. Effectindicatoren bij 5C Openbaar groen Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
6,9 (2009) 6,9 (2010) 6,8 (2011)
-
7,0
-
7,0
Stadsenquête
7,3 (2008) 7,3 (2010)
-
7,3
-
7,3
Stadsenquête
Doel 5C1 Behoud en verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen 5C1.a Beoordeling onderhoud groen
Doel 5C2 Recreatieve waarde groen vergroten 5C2.a Rapportcijfer door Leidenaren voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in de omgeving van Leiden
Beleidsterrein 5D Duurzaamheid Het beleidsterrein duurzaamheid richt zich op het in stand houden en verbeteren van de luchtkwaliteit en leefomgeving voor wat betreft bodem, klimaat en tegengaan geluidsoverlast. Hoewel het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst West-Holland de kaders vaststelt waarbinnen de milieudoelstellingen voor Leiden worden gerealiseerd, ligt het acccounthouderschap bij de gemeente Leiden en zijn niet alle budgetten naar de Omgevingsdienst overgeheveld. Zo zijn er milieutaken die door de Omgevingsdienst op projectbasis worden uitgevoerd en milieutaken die uitsluitend voor de gemeente Leiden bestaan (en niet voor de andere gemeenten in de GR). De duurzaamheidagenda 2011-2014 heeft de kaders gesteld voor vijf speerpunten: energiebesparing in de bestaande bouw; duurzame energieopwekking; afvalscheiding en duurzame verwerking; groenontwikkeling en biodiversiteit en tot slot duurzame mobiliteit en verkeer. Binnen deze kaders is een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Doelen en prestaties bij 5D Duurzaamheid Doel
Prestatie
5D1 Duurzaam Leiden
5D1.1 Ontwikkelen duurzaamheidbeleid 5D1.2 Verbeteren luchtkwaliteit 5D1.3 Uitvoeren geluidsanering 5D1.4 Uitvoeren bodemsanering 5D1.5 Uitvoeren duurzaamheidbeleid 5D1.6 Uitvoeren maatregelen milieubeheer
5D1.1 Ontwikkelen duurzaamheidbeleid De huidige Duurzaamheidsagenda heeft een looptijd tot en met 2014. Afhankelijk van de prioriteiten voor de nieuwe collegeperiode bereiden we in 2014 een vernieuwde Duurzaamheidsagenda voor 2015 en volgende jaren voor. In 2014 zal beleidsmatig extra aandacht worden gegeven aan duurzame mobiliteit en verkeer, zie hiervoor prestatie 4E2.1. 5D1.3 Uitvoeren geluidsanering Leiden heeft zich verplicht om de gevels van 760 woningen, die op de zgn. A-lijst staan, in 2020 voor geluid te hebben gesaneerd. De Omgevingsdienst verzorgt de projectbegeleiding. 5D1.4 Uitvoeren bodemsanering In 2014 worden de ingezette werkzaamheden op het gebied van bodemsanering voortgezet. Begin 2013 zijn er nog 16 locaties in de gemeente Leiden waar evident sprake is van milieuhygiënische urgentie (lees: spoed). Bij nog eens 3 locaties is mogelijk sprake van ‘spoed’. In 2014 moet duidelijk zijn welke nieuwe convenantsafspraken met het rijk worden gemaakt, welke verplichtingen daaraan voor de gemeente Leiden zijn verbonden en welke rijksmiddelen hier tegenover staan.
Beleidsbegroting | 71
5D1.5 Uitvoeren duurzaamheidbeleid Afhankelijk van besluitvorming in 2013 is het voornemen om in samenwerking met partners te werken aan de uitwerking van twee duurzaamheidsfondsen. Het Duurzaamheidcentrum zal in 2014 (en daarna uiteraard ook) een belangrijke rol spelen bij het ondersteunen en stimuleren van lokaal duurzaam initiatief en zal verschillende partijen aan elkaar verbinden. Communicatie over financiële prikkels voor het stimuleren van energetische verbeteringen aan woningen en over (financiële) ondersteuning voor lokale initiatieven zal een essentiële voorwaarde zijn voor het slagen van dit beleid. Hieraan wordt in 2014 eveneens veel aandacht besteed. Effectindicatoren bij 5D Duurzaamheid Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 5D1 Duurzaam Leiden* 5D1.a Percentage inwoners dat vindt dat geluidsoverlast door verkeer in de buurt vaak voorkomt
17% (2009) 14% (2010) 16% (2011)
16%
-
15%
-
Veiligheidsmonitor
5D1.b Effecten van afvalscheiding aan de bron** -- groente- fruit- en tuinafval
22% (2011)
26%
-
-
30%
Sorteeranalyse
- papier en karton
62% (2011)
65%
-
-
68%
Sorteeranalyse
- glas
63% (2011)
64%
-
-
65%
Sorteeranalyse
- kunststofverpakkingen
0% (2011)
10%
-
-
15%
Sorteeranalyse
- textiel
24% (2011)
27%
-
-
30%
Sorteeranalyse
- klein gevaarlijk afval
57% (2011)
60%
-
-
63%
Sorteeranalyse
- grof huishoudelijk afval
33% (2011)
36%
-
-
39%
Sorteeranalyse
5D1.c Aantal gemeentelijke hoofdwegen waarvan de normen voor luchtkwaliteit worden overschreden (meer dan 40 ug/m3 aan NO2 gemiddeld per jaar)
11 wegen (2009) 10 wegen (2010)
1
0
0
0
Ministerie IenM
* In de Perspectiefnota is de ambitie uitgesproken om een indicator "Energieprestaties corporatiewoningen" op te nemen in de Programmabegroting. Bij het opstellen van de prestatieafspraken met de woningcorporaties wordt hiervoor bepaald naar welk ambitieniveau er wordt gestreefd en hoe we dit willen gaan meten. ** Dit betreft het percentage van een afvalfractie dat gescheiden, oftewel niet in het huishoudelijk restafval, door de burger wordt aangeboden. Dit wordt driejaarlijks gemeten in een sorteeranalyse voor het gemeentelijk afvalbeleid.
Kaderstellende beleidsstukken ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Jaarverslag 2012 Omgevingsdienst West-Holland (RV 13.0053) Begroting 2014 Omgevingsdienst West-Holland (RV 13.0052) Concept begroting Gevulei 2014 (RV 13.0051 ) Ruimtelijke Investeringsagenda (RV 13.0030) Vaststellen kaderstellend afvalbeleid (RV 13.0028) Plan verbetering openbare ruimte Leiden Noord in kader van ISV3 (RV 13.0005) Beleidskader kapitaalgoederen openbare ruimte (RV 12.0142) Beheerplannen kapitaalgoederen (RV 12.0141) Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2013 (RV 12.0131) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2013 (RV 12.0125) Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013 (RV 12.0124) Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013 (RV 12.0123) Beschikbaar stellen krediet voor onderzoek geothermie (RV 12.0109) Nota Dierenwelzijn (RV 12.0094) Ondergrondse Containers voor de inzameling van huishoudelijk restafval in de Binnenstad (RV 12.0090) Vaststelling Bomenverordening 2012 (RV 12.0085) Ruimtelijke Investeringsagenda (RV 12.0051) Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2012 (RV12.0050) Uitvoeringsbesluit saneren deelgebied A voormalig gasfabriekterrein (RV12.0041) Uitvoeringsbesluit Herinrichting openbare ruimte Haagwegkwartier Noord (RV12.0036) Actualisatie van Plankaart C (waterkaart) behorend bij het Ligplaatsenplan Pleziervaartuigen (RV12.0009) Aanvraag rijksbijdrage voor het beveiligd baggeren van 7 watergangen (RV12.0004)
72 | Beleidsbegroting
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Vaststellen Plan van aanpak NME 2011-2014, inspraak verwerkt (RV 11.0139) Vaststellen Duurzaamheidsagenda 2011-2014 (RV 11.0136) Visie Leidse singels: het langste park van Nederland (RV 11.0129) Kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025 (inspraak verwerkt) (RV 11.0117) Kaderstellend beleid buitenreclame (RV 11.0073) Krediet herinrichting Park de Bult (RV 11.0072) Uitbreiding en herinrichting begraafplaats Rhijnhof (RV 11.0064) Bloembakken binnenstad 2010-2014 (RV 10.0084) Aankoop percelen water Oude Rijn, Nieuwe Rijn en Rijn (RV 10.0047) Vaststellen ligplaatsen pleziervaartuigen 2010 inspraak verwerkt (RV 10.0046) Vaststellen verordening op de bedrijfsvaartuigen (RV 10.0017) Vaststellen verordening woonschepen (RV 10.0016) Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan 2009 -2013 (RV 09.0102) Structuurvisie 2025 inspraak verwerkt (RV 09.0130) Programma Binnenstad, inspraak verwerkt (RV 09.0050) Uitvoeringsbesluit Ontwikkelingskader Archeologisch park Matilo (RV 09.0042) Ligplaatsen bedrijfsvaartuigen 2009, inspraak verwerkt (RV 09.0030) Werkwijze 'Fiets fout = fiets weg' (RV 08.0116) Afvalstoffenverordening 2008 (RV 08.0060) Waterplan (RV 07.0150) Bestrijding meeuwenoverlast (RV 07.0147)
Programmakosten OMGEVINGSKWALITEIT bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
47.062
51.997
Baten
-16.808
Meerjarenraming 2015
2016
2017
45.156
44.538
43.062
43.165
-15.714
-16.278
-16.385
-16.777
-16.778
30.253
36.283
28.878
28.153
26.286
26.387
Lasten
16.343
10.552
9.037
11.258
9.115
9.778
Baten
-6.694
-6.200
-6.315
-6.315
-6.315
-6.315
9.650
4.352
2.722
4.943
2.800
3.463
Lasten
14.471
9.944
8.980
8.877
9.100
9.305
Baten
-2.174
-51
-52
-52
-52
-52
12.297
9.893
8.928
8.826
9.048
9.254
Lasten
5.073
4.678
4.087
4.003
3.677
3.677
Baten
-103
-280
-127
-127
-127
-127
4.969
4.398
3.960
3.876
3.550
3.550
Lasten
82.949
77.171
67.260
68.676
64.954
65.925
Baten
-25.780
-22.245
-22.772
-22.878
-23.270
-23.271
57.170
54.926
44.488
45.798
41.684
42.654
Toevoeging
651
3.708
74
324
74
74
Onttrekking
-5.024
-3.371
-102
-347
-347
-347
Mutaties reserves
-4.374
337
-28
-23
-273
-273
Resultaat
52.796
55.263
44.460
45.775
41.410
42.381
VERHARDE OPENBARE RUIMTE
Saldo OPENBAAR WATER
Saldo OPENBAAR GROEN
Saldo DUURZAAMHEID
Saldo Programma OMGEVINGSKWALITEIT
Saldo van baten en lasten Reserves
Budgettaire ontwikkelingen De mutaties van de lasten en baten worden onder andere veroorzaakt door indexering van de budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat, verhoogde inkooptaakstelling en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Beleidsterrein 5A Verharde openbare ruimte Lasten daling van € 7.088.000 (waaronder indexering, kostenverdeelstaat, inkooptaakstelling en kapitaallasten).
Beleidsbegroting | 73
Door areaalmutaties is het onderhoudsbudget voor 2014 met € 118.000 verhoogd. Voor het toekomstig beheer van de ringweg oost is € 181.000 beschikbaar gesteld. Door het wegvallen van eenmalige budgetten 2013 is een lastendaling in 2014 ontstaan van € 6.354.000. Bij de Perspectiefnota 2013-2017 is budget beschikbaar gesteld voor het inlopen van de achterstand in het beheer van de openbare ruimte, dit betreft voor het beleidsterrein Verharde openbare ruimte € 3.336.000. Bij bestemming van het resultaat 2012 zijn een aantal budgetten overgeheveld naar 2013 voor een totaalbedrag van € 135.000 (schoon, heel en veilig € 40.000, walmuren € 19.000, kadernota openbare ruimte € 76.000). Voor de kadernota openbare ruimte is ook bij de tweede bestuursrapportage € 338.000 overgeheveld naar 2013 en € 73.000 voor het openbaar deel nieuw waterplein. Eenmalig in 2013 is de dotatie aan het krediet voor de verbetering van de openbare ruimte Leiden Noord in het kader van ISV3 ad € 2.472.000 opgenomen. Aanbestedingsvoordeel Stedelijk Beheer afvalverwerking Op basis van de voorlopige gunning van vuilverwerking en transport van Restafval, Grof Huishoudelijk Afval en GFT is een analyse op hoofdlijnen uitgevoerd van het mogelijke financiële resultaat vanaf 2016. Op basis van de begrote hoeveelheden 2013 voor verwerking van Restafval, GHA en GFT is het prijseffect van de voorlopige gunning vanaf 2016 voordelig ad € 288.000. Hiermee is in deze begroting rekening gehouden. Pilot vervangen round up In 2018 zal het professionele gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (waaronder glysofaat/Roundup) voor onkruidbestrijding op verhardingen landelijk verboden zijn. Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar de verschillende alternatieven en financiële consequenties om zodoende een nieuwe manier van onkruidbestrijding te ontwikkelen. Er wordt een bedrag van € 100.000 gereserveerd voor het uitvoeren van een pilot waarbij nieuwe methodes van onkruidbestrijding getest kunnen worden. Dit bedrag wordt structureel in de begroting verwerkt om een deel van de meerkosten vanaf 2018 op te kunnen vangen. Conform motie 130064/28 ‘snel einde round up’ is dit noodzakelijk om tijdig ervaring op te doen met alternatieven voor chemische onkruidbestrijding. Beleidsterrein 5B Openbaar water Lasten daling van € 1.515.000 (waaronder indexering, kostenverdeelstaat,inkooptaakstelling en kapitaallasten). Door het wegvallen van eenmalige budgetten 2013 is een lastendaling in 2014 ontstaan van € 1.313.000. Bij de Perspectiefnota 2013-2017 is budget beschikbaar gesteld voor het inlopen van de achterstand in het beheer van de openbare ruimte, dit betreft voor het beleidsterrein Openbaar water € 1.213.000. Voor de betaling aan het Hoogheemraadschap voor de overdracht van het beheer van stedelijk water is € 100.000 overgeheveld van 2012 naar 2013. Beleidsterrein 5C Openbaar groen Lastendaling € 1.000.000 (waaronder indexering, kostenverdeelstaat,inkooptaakstelling en kapitaallasten). Door areaalmutaties is het onderhoudsbudget voor 2014 met € 79.000 verhoogd. Vanwege het stopzetten van wijkmanagement is er € 315.000 minder beschikbaar. Bij de behandeling van de programmabegroting 2013 zijn er moties aangenomen, die zijn uitgewerkt in RV 13.0079 (juni 2013), besluitvorming hiervan vindt plaats in de vergadering van 19 september 2013, waardoor nog geen verwerking in de begroting 2014 heeft plaatsgevonden. Door het wegvallen van eenmalige budgetten 2013 is een lastendaling in 2014 ontstaan van € 844.000. Voor de Oostvlietpolder betrof dit een bedrag van € 821.000 en voor het beheer van de boombakken Breestraat € 23.000. Motie Zekerheid voor Singelpark De raad heeft met de motie “Zekerheid voor Singelpark” (M130064/13 bij RV 13.0064 Perspectiefnota 2014-2017) het college verzocht: ■ zo snel mogelijk dekking te vinden voor de beheer- en onderhoudskosten van het Singelpark; ■ in overleg met de stichting vrienden van het Singelpark de mogelijkheden van externe financiering en besparing op de beheer- en onderhoudskosten te onderzoeken; ■ voor het vaststellen van de begroting 2014 een kaderbesluit aan de Raad voor te leggen waarin dit geëffectueerd wordt. Het Singelpark bestaat uit in totaal 18 deelgebieden. De prioritering van deelprojecten wordt binnenkort bij het kaderbesluit aan de raad voorgelegd. We gaan er vanuit dat we na kaderbesluit circa 3 tot 4 jaar bezig zijn om de geprioriteerde deelprojecten te realiseren. Ingeschat wordt dat in 2016 € 150.000 en vanaf 2017 € 300.000 extra benodigd is voor beheer en onderhoud van het Singelpark. Deze lasten zijn in de begroting opgenomen. Beleidsterrein 5D Duurzaamheid Lastendaling van € 591.000 (waaronder indexering, kostenverdeelstaat, inkooptaakstelling en kapitaallasten), stijging van de baten € 153.000. Per saldo -/- € 438.000.
74 | Beleidsbegroting
Door het wegvallen van eenmalige budgetten 2013 is een daling in de budgetten 2014 ontstaan van € 548.000. Bij bestemming van het resultaat 2012 is budget doorgeschoven voor de projectorganisatie kaderstellend afvalbeleid een bedrag van € 63.000, en voor de dekkingen uit de reserves voor krediet gevelsanering € 325.000 en krediet Geothermie regio Leiden € 100.000 en er is incidenteel voor 2013 budget beschikbaar gesteld voor een NO2 meting bij de tunnelmonden van de Schipholweg ad € 60.000. Voor 2014 vindt een incidentele onttrekking plaats aan de reserve Bodemsanering van € 59.000 voor de dekking van de bezuiniging op de uitvoeringslasten bodemsanering. Reserves Bij bestemming van het resultaat 2012 zijn eenmalige stortingen in de reserves voorzien van in totaal € 3.634.000. Voor groene singel € 1.074.000, ontsluiting groengebieden € 140.000, ondergrondse afvalcontainers € 280.000, duurzaamheidsfondsen € 420.000, klimaatregelingen € 70.000 en € 1.650.000 voor onderhoud kapitaalgoederen en herinrichting openbare ruimte. Ook zijn in 2013 eenmalig onttrekkingen voor totaal € 3.269.000 aan reserves begroot, waarvan € 400.000 voor de groene singels, klimaatregelingen € 100.000, Oostvlietpolder € 1.294.000, asbestsanering € 364.000 en is € 1.111.000 bestemd in het kaderbesluit openbare ruimte Breestraat. De storting in de reserve onderhoud kapitaalgoederen en herinrichting openbare ruimte betreft het deel voor 2014 ad € 250.000 van de € 2.650.000 die gereserveerd zou worden (RV11.0088) voor het onderhoud van kapitaalgoederen en voor de noodzakelijke investeringen in de Nieuwe Beestenmarkt, herinrichting van de Breestraat en de begraafplaats Groenesteeg. De onttrekking ad € 45.000 betreft het kaderbesluit voor de Breestraat (RV13.0006). Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.5 Toelichting reserves programma 5. RESERVES PROGRAMMA 5 bedragen x € 1.000,reserve overlast meeuwen
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-20
0
0
0
0
0
-20
0
0
0
0
0
Toevoeging
35
0
0
0
0
0
Onttrekking
-62
-57
-57
-57
-57
-57
-27
-57
-57
-57
-57
-57
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-303
0
0
0
0
0
-303
0
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-617
0
0
0
0
0
-617
0
0
0
0
0
Toevoeging
342
0
0
0
0
0
Onttrekking
-342
-1.100
0
0
0
0
0
-1.100
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-1.504
0
0
0
0
0
-1.504
0
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-1.700
0
0
0
0
0
-1.700
0
0
0
0
0
Toevoeging
274
-176
-176
-176
-176
-176
Onttrekking
-176
-364
0
0
0
0
98
-540
-176
-176
-176
-176
Saldo reserve herhuisvesting MB
Saldo reserve baggeren
Saldo reserve onderhoud bruggen
Saldo reserve kap.lasten grond Oostvlietpolder
Saldo reserve onderhoud walmuren
Saldo reserve onderhoud wegen
Saldo reserve asbestsanering
Saldo
Beleidsbegroting | 75
RESERVES PROGRAMMA 5 bedragen x € 1.000,reserve groen Oostvlietpolder
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
-194
0
0
0
0
0
-194
0
0
0
0
Toevoeging
0
1.074
0
0
0
0
Onttrekking
-100
-400
0
0
0
0
-100
673
0
0
0
0
Toevoeging
0
140
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
0
140
0
0
0
0
Toevoeging
0
280
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
-290
-290
-290
0
280
0
-290
-290
-290
Toevoeging
0
420
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
0
420
0
0
0
0
Toevoeging
0
70
0
0
0
0
Onttrekking
-200
-100
0
0
0
0
-200
-30
0
0
0
0
Toevoeging
0
1.900
250
500
250
250
Onttrekking
0
-1.155
-45
0
0
0
0
745
205
500
250
250
-4.374
337
-28
-23
-273
-273
Saldo reserve groene singels
Saldo reserve ontsluiting van groengebieden
Saldo reserve ondergrondse afvalcontainers
Saldo reserve duurzaamheidsfondsen
Saldo reserve klimaatmaatregelen
Saldo res. onderh kap.goed en herinr openb rui
Saldo RESERVES PROGRAMMA 5
Investeringen In het volgende overzicht staan de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2014-2017. In paragraaf 5.2.3 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten. Een toelichting op de investeringen in jaarschijf 2014 is opgenomen in het prestatieoverzicht 2014-2017 bij de betreffende prestatie. Prestatie
Omschrijving investering
2014
2015
2016
2017
5A1.10 Inzamelen huishoudelijk afval
Inzamelmiddelen 2014-2017
420
420
420
420
5A1.5 Realiseren openbare ruimte projecten programma Binnenstad
Kwaliteitsverbetering Breestraat Fietsroute
2.066
-
-
-
Kwaliteitsverbetering Breestraat - oud RGL
1.004
-
-
-
Kwaliteitsverbetering Breestraat tweede fase
1.262
-
-
-
5A1.6 Beheren openbare verlichting
Vervangen Openbare Verlichting 2014-2017
1.170
1.187
1.120
703
5A1.7 Beheren bruggen en viaducten
Brug Poelgeest
3.399
-
-
-
Churchillbrug
683
-
-
-
Investeringen bruggen 2014-2017
232
242
243
243
Staatsspoorbrug
1.967
-
-
-
Valkbrug
3.106
-
-
-
26
-
-
-
470
470
470
470
5A1.8 Beheren wegen
Auto Stadsontwerp Investering asfalt 2014-2017
76 | Beleidsbegroting
Prestatie
5B1.2 Beheren riolering en gemalen
Omschrijving investering
2014
2015
2016
2017
Investering wegen 2014-2017
2.310
2.175
2.217
2.389
Vervanging verkeerslichten 2014-2017
542
542
542
542
Vervanging VRI's 2014-2015
251
633
-
-
-
9.600
-
-
5.151
3.130
5.151
1.958
999
-
-
-
Herinrichting oude oprijlaan Rhijnhof
-
-
282
-
Park Kweeklust
-
406
-
-
Park Zeeheldenbuurt
-
-
187
-
Parkje Rijndijk
-
-
184
-
Uitbreiding en herinrichting Rhijnhof 2015
-
803
-
-
Versterken groene hoofdstructuur Bernhardkade
-
-
-
350
Versterken groene hoofdstructuur Korte Vlietzone
-
-
-
400
25.058
19.608
10.817
7.474
Riolering Oude Kooi Vervanging rioleringen 2014-2017
5C1.2 Opstellen beheerbeleid groen
Totaal programma 5
Groene Singelrand
Bedragen * € 1.000
Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht (zie hoofdstuk 6.1) Subsidie saldo
subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
183.239
161.178
Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
Beleidsbegroting | 77
6
Stedelijke ontwikkeling
78 | Beleidsbegroting
Stedelijke ontwikkeling Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
6 Ruimte en regio Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken
De missie van het programma Stedelijke ontwikkeling luidt: De gemeente Leiden staat voor een optimale ruimtelijke ontwikkeling van de beschikbare, schaarse ruimte van stad en regio die gericht is op een kwalitatief hoogwaardige woon-, werk- en leefomgeving.
Inleiding Leiden werkt aan de stad van morgen. In dit programma presenteren we onder andere de ruimtelijke projecten die voor de Leidse stadsontwikkeling van belang zijn. Uiteraard heeft Leiden ook te maken met de gevolgen van de economische crisis en de hiermee gepaard gaande onzekerheden over de voortgang van projecten. Er worden echter nog projecten gerealiseerd en er wordt daadwerkelijk gebouwd in de stad. De gemeente stimuleert dat burgers en ondernemers investeren in de stad waardoor de stad zich blijvend kan ontwikkelen. De gemeente investeert uiteraard zelf ook, zorgt voor financieel-economische onderbouwing van het ruimtelijk beleid en probeert optimaal grond en vastgoed te ontwikkelen, beheren en exploiteren. Door middel van ruimtelijke structuurvisies, gebiedsvisies, specifieke programma’s, bestemmingsplannen en sectoraal beleid draagt de gemeente uit welke ontwikkelrichtingen en kaders voor de stad van morgen nodig en wenselijk zijn en bewaakt ze de samenhang tussen de verschillende initiatieven. Hierbij zullen belangrijke thema’s als programma Binnenstad, programma Bereikbaarheid, programma Kennisstad en Leiden als aantrekkelijke woonstad worden betrokken. Uiteraard voert de gemeente gesprekken met burgers en private partijen over de ontwikkeling van de stad.
Beleidsterrein 6A Ruimtelijke planvorming en plantoetsing Leiden nodigt burgers en marktpartijen uit met goede plannen te bouwen aan de stad van morgen. Burgers en marktpartijen hebben behoefte aan houvast bij het maken van die goede plannen. Dat doet de gemeente door inspirerende ruimtelijke visies en heldere ruimtelijke beleidsdocumenten te maken en aan te bieden. Het gaat dan onder andere om structuurvisies, gebiedsvisies, opstellen van een ruimtelijke agenda, opstellen van bestemmingsplannen, het mogelijk maken van bestemmingswijzigingen, advisering over complexe ruimtelijke initiatieven en het zelf investeren in de stad. Hierbij worden ontwikkelingskansen benut en wordt voor zover mogelijk rekening gehouden met de schaarste aan ruimte, de veelheid en diversiteit van ruimtelijke claims en behoeften en de wettelijke en bestuurlijke beleidskaders. De gemeente denkt actief mee met de initiatiefnemer bij het vormgeven en uitvoerbaar maken van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Naast meedenken omvat de gemeentelijke rol ook toezicht en handhaving. Het uitoefenen van toezicht en handhaving op het behoud, het gebruik en de verbetering van de kwaliteit van de bebouwde omgeving hoort ook tot dit beleidsterrein.
Beleidsbegroting | 79
De toekomstvisie Leiden 2030, Stad van Ontdekkingen kent twee belangrijke pijlers van beleid: Kennisstad en Binnenstad. Een sterke kenniseconomie biedt de beste garantie op blijvende welvaart voor de inwoners van Leiden en voor die van de regio. Meer kwaliteit in de binnenstad komt alle Leidenaren ten goede en zorgt er bovendien voor dat bezoekers Leiden zullen vinden en daarmee een bijdrage leveren aan het verder versterken van het culturele en economische klimaat. Een goede bereikbaarheid is het fundament waarop de twee pijlers van Kennisstad en Binnenstad zijn gestoeld. Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Doelen en prestaties bij 6A Ruimtelijke planvorming en plantoetsing Doel
Prestatie
6A1 Toedelen van ruimte
6A1.1 Opstellen structuurvisies en gebiedsvisies als kaderstelling voor de ruimtelijke ontwikkeling 6A1.2 Actualiseren ruimtelijke agenda 6A1.3 Opstellen thematisch ruimtelijk beleid 6A1.4 Stimuleren ruimtelijke kwaliteit 6A1.5 Adviseren complexe ruimtelijke initiatieven 6A1.6 Opstellen van bestemmingsplannen 6A1.7 Actualiseren ruimtelijk instrumentarium
6A2 Ruimtelijke kwaliteit van de bebouwde ruimte
6A2.1 Behandeling verzoeken van omgevingsvergunningen 6A2.2 Het voeren van vooroverleg
6A3 Veilig bouwen en veilig gebruiken van bebouwde ruimte
6A3.1 Toezicht en handhaving op veilig bouwen en gebruiken
6A4 Aantrekkelijke binnenstad door ruimtelijke ontwikkeling
6A4.1 Uitvoeren Aalmarktproject 6A4.2 Realisatie terrassenplein Beestenmarkt 6A4.3 Wonen boven winkels 6A4.4 Ontwikkeling stationsgebied 6A4.5 Ontwikkeling Meelfabriek 6A4.6 Bouw parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt 6A4.7 Aanpak illegale gevelreclame 6A4.8 Project Singelpark 6A4.9 Programmasturing Binnenstad
6A1.1 Opstellen structuurvisies en gebiedsvisies als kaderstelling voor de ruimtelijke ontwikkeling De uitgangspunten van de stadsvisie worden vertaald in ruimtelijk beleid. Het belangrijkste document hiervoor is de Structuurvisie en op onderdelen de Sociaal maatschappelijke structuurvisie 2025 Leven in Leiden. Onder de Wet ruimtelijke ordening is een Structuurvisie het document waarin een overheidsorgaan op hoofdlijnen de ambities voor het ruimtelijke beleid voor zijn grondgebied vaststelt. De ruimtelijke Structuurvisie is vastgesteld in 2009. Er is inmiddels een start gemaakt met de revisie van deze Structuurvisie. Bedoeling is dat in de volgende editie van de Structuurvisie kansen voor ruimtelijke ontwikkeling meer zichtbaar gemaakt gaan worden en dat bij de totstandkoming de samenwerking wordt gezocht met de gemeenten in de Leidse regio omdat ruimtelijke ontwikkelingen over de stadsgrenzen heen reiken. Een geactualiseerde Structuurvisie kan zo waarde krijgen voor de gehele agglomeratie. De volgende editie van de Structuurvisie willen we in 2014 presenteren. In de nota Wonen 2013 is de actualisering van de structuurvisie aangekondigd. Als zich in een specifiek gedeelte van de stad kansen voordoen, of de ontwikkelingen daarom vragen, maken we een gebiedsvisie. Een goed voorbeeld van een dergelijk document was in 2013 de Toekomstvisie voor de Lammenschansdriehoek-oost. In goede samenwerking met de Leidse Universiteit wordt nu gewerkt aan een gebiedsvisie voor de omgeving van het universiteitscomplex aan de Witte Singel. De gebiedsvisie zal in dit geval de juiste balans moeten brengen in het mogelijk maken van de belangrijke bouwplannen van de universiteit en het geven van een impuls aan de stedelijke ontwikkeling. De presentatie van deze gebiedsvisie verwachten we in 2014. Ook wordt er gewerkt aan een gebiedsvisie voor het westelijk deel van de Waard. Deze zal in overleg met Portaal en de bewoners tot stand worden gebracht. De gemeente stelt hier, in overleg met partijen, een kader
80 | Beleidsbegroting
op dat de cultuurhistorische waarden van de Zeeheldenbuurt beschrijft, wat de beeldbepalende onderdelen daarvan zijn en hoe die mee te nemen in de plannen voor renovatie en sloop/nieuwbouw. Daarmee worden ook uitspraken gedaan over (her)inrichting van het openbaar gebied en, op hoofdlijnen, de relatie met het bedrijventerrein de Waard en de positie in de stad. Hiermee wordt de vernieuwing van de Zeeheldenbuurt mogelijk gemaakt, met behoud van cultuurhistorische waarden van de buurt. Deze gebiedsvisie zal in 2014 gereed komen. 6A1.2 Actualiseren Ruimtelijke Agenda De ruimtelijke agenda is de uitvoeringsagenda van de ruimtelijke structuurvisie Leiden 2025. Deze agenda volgt uit de structuurvisie. In 2014 presenteren we de volgende editie van de ruimtelijke structuurvisie. Voorzover dat leidt tot mutaties in de ruimtelijke agenda zullen ook deze mutaties in beeld worden gebracht. De ruimtelijke agenda werken we uit in een zogenaamde ruimtelijke investeringsagenda die een horizon heeft van vier jaar. Elk jaar wordt deze geactualiseerd en bieden we deze aan bij de perspectiefnota. Het bevat een kaart en lijst van projecten met bijbehorende financiele dekking die we de komende vier jaar willen gaan uitvoeren. 6A1.4 Stimuleren ruimtelijke kwaliteit Onder de noemer stimulering ruimtelijke kwaliteit vallen beleid en acties die betrekking hebben op de beleving van de leefomgeving. In de praktijk betreft dit met name de aspecten welstand, beeldkwaliteit en architectuur. Door de hernieuwde subsidierelatie met het Rijnlands Architectuur Platform (RAP) en het door het RAP georganiseerde programma wordt de belangstelling voor architectuur en leefomgeving voor een breed publiek levend gehouden. De instelling van de Architectuurprijs Leiden in de vorm van een publieksprijs, die vanaf 2011 om de twee jaar wordt uitgereikt, draagt hier ook aan bij. In 2014 zal ook de stadsstedenbouwer, die organisatorisch is aangehaakt bij de afdeling Ruimte- en milieubeleid, zich vanuit zijn ervaring en vakmanschap nadrukkelijk blijven bezighouden met de ruimtelijke kwaliteit van de stad en zo mogelijk met de selectie van architecten bij grotere ruimtelijke ontwikkelingen. 6A1.5 Adviseren complexe ruimtelijke initiatieven Aan nieuwe ruimtelijke initiatieven in de stad willen we graag meewerken. Een plan in de idee- of schetsfase dat niet binnen het bestaand beleid of een bestaand bestemmingsplan past, behandelen we als een complex ruimtelijk initiatief. Daarbij kijken we of we een initiatief zo veel mogelijk kunnen faciliteren. De beoordeling van deze complexe ruimtelijke initiatieven vindt plaats op hoofdlijnen ten behoeve van besluitvorming door het ambtelijk management. Kern van het besluit is of een initiatief in principe wel of niet kansrijk wordt geacht voor een vervolgaanpak en verdere uitwerking. Indien een voorgesteld ruimtelijk initiatief in beginsel als gewenst wordt gekwalificeerd dan kan dat leiden tot een mutatie op de ruimtelijke investeringsagenda. Op grond van ervaringsgegevens worden 10 tot 20 complexe ruimtelijke initiatieven per jaar behandeld. 6A1.6 Opstellen van bestemmingsplannen Per juli 2013 zijn alle bestemmingsplannen geactualiseerd. Om leges te kunnen blijven innen, moeten bestemmingsplannen actueel blijven, dat wil zeggen dat ze blijvend om de 10 jaar geactualiseerd moeten worden. De nieuwe cyclus van actualisaties zal zodanig gespreid worden dat de werkdruk gelijkelijk verdeeld wordt door de tijd heen. De actualisaties zullen, op grond van ervaringen bij de vorige cyclus, conserverend van insteek blijven om goed te kunnen sturen op de planning. Wenselijke nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zullen mogelijk gemaakt worden via aparte procedures. De nieuwe actualisatiecyclus zal door digitaal werken en door geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mee te nemen, minder arbeidsintensief zijn dan de vorige cyclus. Hierdoor kan de benodigde formatie-inzet teruggebracht worden. 6A1.7 Actualiseren ruimtelijk instrumentarium Het kabinet-Rutte heeft de voorbereiding opgepakt voor het vervangen van veel wetten die het kader vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen, door één Omgevingswet. In het voorjaar van 2013 is de planning dat eind 2013 het wetsvoorstel ingediend zal worden bij de Tweede Kamer. Naast de Omgevingswet zelf, moeten ook een Invoeringswet, een Omgevingsbesluit en Ministeriële regelingen worden vastgesteld. De daadwerkelijke in werkingtreding van de Omgevingswet is daarom mogelijk pas in 2018. Tot die tijd zal bekeken worden hoe bestaande wettelijke instrumenten optimaal kunnen worden ingezet. 6A4.1 Uitvoeren Aalmarktproject Het Aalmarktproject omvat de herontwikkeling van 24.000 m2 winkeloppervlak, waarvan 8.000 m2 uitbreiding en 16.000 m2 renovatie. Rekening houdend met de monumenten in het gebied wordt een nieuwe winkelstraat en daarmee een verbetering van het winkelcircuit gecreëerd tussen Breestraat en Aalmarkt. Om de Aalmarkt goed te verbinden met de winkelstraat Haarlemmerstraat wordt de Waaghoofdbrug verlegd. De invulling van het winkelgebied focust zich op mode. Grotere winkelunits worden gecreëerd waardoor Leiden grotere fashionketens in het Aalmarktgebied kan vestigen. Boven de winkelpanden worden appartementen gerealiseerd. In het Waagblok zal de V&D worden verbouwd tot een modern warenhuis met een nieuwe expeditie aan de Breestraat. Onder de V&D komt een fietsenkelder voor ca. 900 fietsen met een in-/uitgang aan de Aalmarkt en de Breestraat. Op de plaats van de voormalige Vogele panden wordt een volledig nieuwe winkel van ca. 3.000 m2 gerealiseerd voor 'The Sting'. Het Waagblok is in 2013 in uitvoering en zal in 2014
Beleidsbegroting | 81
worden opgeleverd. De Waag zal worden voorzien van een permanente horecafunctie die wordt uitgebreid middels een glazen aanbouw achter de Waag. Het Haarlemmerstraatblok bestaat uit vijf gebouwen, twee aan de Stille Rijn en drie aan de Haarlemmerstraat. Deze panden worden samengevoegd tot één grote winkel. Het Haarlemmerstraatblok zal in 2014 in uitvoering gaan en worden opgeleverd. Het Stadsgehoorzaalblok krijgt evenwijdig aan de Mandenmakerssteeg een nieuwe winkelstraat. Hieraan komen grote en kleine winkels te liggen die gericht zijn op fashion. Boven de winkels komen waar mogelijk woningen. Vanuit de nieuwe winkelstraat zal ook de Cultuurtuin te bezoeken zijn. De nieuwe brug komt ter vervanging van de huidige Waaghoofdbrug, in het verlengde van de nieuwe winkelstraat, zodat de Haarlemmerstraat en de Breestraat straks goed met elkaar verbonden zijn. In 2014 zal de uitvoering van dit laatste blok aanvangen. De oplevering staat gepland voor einde 2015 en is inclusief het openbare gebied met de nieuwe brug. 6A4.2 Realisatie terrassenplein Beestenmarkt De Beestenmarkt ligt aan de belangrijke looproute tussen station, het kernwinkelgebied en het academische sfeergebied. Ook ligt de looproute van de tijdelijke Morspoortgarage aan de Beestenmarkt. De Beestenmarkt grenst aan het water, wat een belangrijke kwaliteit van Leiden is. Door het gebrek aan pleinen in Leiden en deze strategische ligging zou de Beestenmarkt het plein van Leiden moeten zijn. De Beestenmarkt is de plek voor terrassen in Leiden. Om deze terrassen te vormen wordt het initiatief van horecaondernemers om terrassen te realiseren gestimuleerd door uitbreiding toe te staan, de evenementenfunctie om te vormen, de inrichting van het plein te verbeteren, winterterrassen – mits passend in het beeldkwaliteitsplan – toe te staan en op termijn het plein uit te breiden door de Steenstraat er bij te betrekken. Dit laatste onder conditie van een keuze voor de routering van het (H)OV. 6A4.3 Wonen boven winkels Eind 2012 is gestart met de stimuleringsregeling wonen boven winkels. Het doel van deze regeling is om private eigenaren te stimuleren leegstaande verdiepingen weer in gebruik te nemen als woonruimte. De ambitie is om met het budget van €1 mln. 50 à 70 woningen te laten realiseren. Tot en met april 2013 zijn er 6 projecten positief beoordeeld voor het toekennen van een subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek. Deze 6 projecten omvatten een totale ontwikkeling van ca. 41 woningen. De uitvoering kan pas starten nadat er een bouwvergunning is afgegeven. De verwachting is dat medio 2013, begin 2014 met de bouwwerkzaamheden van deze projecten is begonn De uitkomsten van de haalbaarheidsonderzoeken en de hoeveelheid nieuwe aanvragen (na intensieve acquisitie) in de periode april- december 2013 zal bepalen of er in 2014 nog acquisitie dient te worden gepleegd om de ambitie (50 à 70 woningen) te realiseren. De inschatting is dat het subsidieplafond in 2014 wordt bereikt en er geen nieuwe projecten gesubsidieerd kunnen worden. Medio 2013 zal daarvoor een evaluatie worden opgesteld om zodoende te bepalen of verlenging van de subsidieregeling (met een eventueel nieuw/aanvullend budget) wenselijk is. 6A4.4 Ontwikkeling Stationsgebied Het Stationsgebied heeft in haar huidige toestand niet de uitstraling die past bij de ambities van Leiden en haar programma’s Binnenstad, Bereikbaarheid en Kennisstad. De huidige stedenbouwkundige opzet, de uitstraling van de gebouwde omgeving en de inrichting van de openbare ruimte blokkeren en zetten een harde rem op de noodzakelijke programmatische en functionele vernieuwing en verdere economische en ruimtelijke ontplooiing van het Stationsgebied als hoofdentree voor de historische binnenstad en het Bio Science Park. Het is dan ook absolute noodzaak om de gebouwen en de buitenruimte in het Stationsgebied stapsgewijs te herontwikkelen en te vernieuwen conform het in oktober 2012 vastgestelde kaderbesluit ontwikkeling Stationsgebied. In de komende 15 jaar wordt in strategische allianties met ontwikkelaars en beleggers concreet uitvoering geven aan het stedenbouwkundige plan (het gebiedsconcept) om zodoende de ruimtelijke en economische potenties, de ruimte voor programmatische verdichting, de centrale ligging in Leiden en de grote passantenstromen beter te benutten. In het eerste kwartaal van 2014 wordt de positionerings- en marketingstrategie voor het Stationsgebied, na onder andere een consultatieronde onder stadspartners, definitief vastgesteld en vervolgens geïmplementeerd. In het eerste kwartaal van 2014 wordt de integrale businesscase voor het (huidige en toekomstige) fietsparkeren in het Stationsgebied (eigendom, exploitatie en beheer) door ProRail, NS Stations en gemeente Leiden vastgesteld. In het tweede kwartaal van 2014 start de herinrichting van het Stationsplein aan de zeezijde. Rijnsburgerblok In het kader van de herontwikkeling van het Rijnsburgerblok is samen met de ontwikkelaars OVG en Syntrus Achmea een intensief en constructief ontwikkelproces doorlopen. In de vorm van een “Akkoord op hoofdlijnen” is overeenstemming bereikt over een bouwplan, een programma, een grondprijs, de verwerving van de panden van de Kamer van Koophandel (anticiperend) en de Rabobank en een realisatieplanning. In 2014 vindt, na de vaststelling van het uitvoeringsbesluit en het totale uitvoeringskrediet voor het Rijnsburgerblok in het vierde kwartaal van 2013, de verdere contractuele - en ontwerpuitwerking met OVG en Syntrus Achmea plaats, start de bestemmingsplanprocedure en worden de sloop- en bouwrijpwerkzaamheden uitgevoerd.
82 | Beleidsbegroting
6A4.6 Bouw parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt Eind 2013 wordt via een uitvoeringsbesluit voor beide garages het uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld. Ook wordt de aanbestedingsprocedure vastgesteld, waarna begin 2014 de werken aan marktpartijen kunnen worden gegund. Na de gunning volgt de uitwerking van het DBM (Design, Build en Maintain)-contract in een ontwerp dat gereed is voor de aanvraag van de bouwvergunning. In het uitvoeringsbesluit van november 2013 wordt ook duidelijk welke garage als eerste wordt ontwikkeld, zodat de bouwaanvraag medio 2014 kan worden ingediend. De (mogelijke) bestemmingsplanprocedure kan dan goeddeels doorlopen of afgerond zijn, waardoor deze bouwvergunning ook relatief snel kan worden verstrekt. Aansluitend wordt eind 2014, begin 2015 gestart met bouwen. Beide garages worden gefinancierd vanuit de Parkeerexploitatie; hiervoor zijn in het Kaderbesluit richtinggevende kaders meegegeven. 6A4.7 Aanpak illegale gevelreclame Concrete, gebiedsgerichte aanpak van illegale gevelreclame (met name de excessen) in 2014 voor de verbetering van het stadsbeeld, mooiere winkelpuien en aantrekkelijker winkelstraten. Het gaat om de voortzetting van de aanpak van illegale gevelreclame vanuit 2011, met name de excessen / grote afwijkingen van het modellenboek gericht op de Haarlemmerstraat en Breestraat
Beleidsterrein 6B Gemeentelijk vastgoed De gemeente verwerft, beheert en verkoopt onroerend goed. Dit vastgoed wordt ingezet voor de huisvesting van (maatschappelijke) organisaties en het ambtelijk apparaat. Ook omvat de portefeuille vastgoed dat haar functie heeft verloren (bijvoorbeeld voormalige schoolgebouwen) dat bestemd is voor toekomstige RO-ontwikkelingen of bij de gemeente in bezit of beheer is als monument, al dan niet verhuurd of in exploitatie. Het goed beheren van deze portefeuille en het definiëren welk vastgoed de gemeente wil behouden is een belangrijke taak. De eigen portefeuille vereist goed onderhoud – dagelijks en op lange termijn – naast een goede exploitatie. Het vergroten van de financiële spankracht van de gemeente door erfpachtconversie en verkoop van gemeentelijk vastgoed is van belang voor een goed beheer van de portefeuille. Het langetermijnperspectief noodzaakt tot het maken van keuzes. Vanuit dit beleidsterrein denkt de gemeente na over de ontwikkelingsmogelijkheden van grond en vastgoed waardoor (maatschappelijke) waardecreatie wordt bereikt. Doelen en prestaties bij 6B Gemeentelijk vastgoed Doel
Prestatie
6B1 Optimale exploitatie van gemeentelijk vastgoed
6B1.1 Voeren van een erfpachtbedrijf 6B1.2 Uitvoeren PRIL 6B1.3 Exploiteren van gemeentelijk vastgoed
6B1.2 Uitvoeren PRIL Opstellen van PRIL 2014 - de Rekening 2013 is onderdeel van de jaarrekeningcyclus. In dit PRIL wordt verantwoording afgelegd over de lopende (en in voorbereiding zijnde) grondexploitaties, verkoop gemeentelijk vastgoed, vastgoedexploitatie, resultaat erfpacht, parkeerexploitatie en vermogensbeheer grondexploitaties (stand reserves en mutaties). Het opstellen van PRIL 2014 – Het Perspectief 2014-2018 is onderdeel van de Perspectiefnotacyclus. In dit PRIL worden de ambities afgezet tegen de financiële spankracht van de gemeente. Er dient een sluitend perspectief te worden gepresenteerd, waarbij prioritering in projecten wordt voorgesteld indien de beschikbare financiële middelen onvoldoende zijn om alle ambities te kunnen faciliteren. De verkoopopbrengsten van verkoop gemeentelijk vastgoed leveren een bijdrage in de dekking van ruimtelijke ambities, maar in de huidige markt blijkt dit maar een beperkt effect te hebben. Door middel van PRIL (Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden) doet het college een voorstel aan de gemeenteraad voor dekking van projecten die van groot belang worden gevonden en waarvoor zonder een gemeentelijke bijdrage geen sluitende exploitatie mogelijk is. Dit wordt o.a. bewerkstelligd door projecten die een positief resultaat kennen via de Vereveningsreserve Grondexploitaties te verevenen met projecten die verliesgevend zijn. Doordat projecten met een positief resultaat steeds meer in de minderheid zijn, is aanvulling vanuit andere bronnen noodzakelijk (bijvoorbeeld verkoop gemeentelijk vastgoed). Om inzicht te geven in de projecten die in PRIL zijn opgenomen volgt hieronder een opsomming. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in projecten na uitvoeringsbesluit en projecten na kaderbesluit. Ook is een verwijzing opgenomen naar de prestatie in de begroting waar een inhoudelijke toelichting op het project wordt gegeven. Naam PRIL - Project Trekvaartplein
Na uitvoeringsbesluit
Na Kaderbesluit
X
Toelichting Prestatie Geen specifieke toelichting
Beleidsbegroting | 83
Naam PRIL - Project
Na uitvoeringsbesluit
Na Kaderbesluit
Toelichting Prestatie
A4/W4
X
Idem
Nieuw Leyden
X
6C3.5
Groenoordhallen e.o.; Groenoordhallenterrein en van Voorthuijsenlocatie
X
6C3.4
De Nobel, grondexploitatie
X
8A1.2
Dieperhout, ROC Locatie
X
6C1.4
Lorentzschool / Van Vollenhovekade
X
6C1.4
Het Gebouw
X
Geen specifieke toelichting
Aalmarkt
X
6A4.1
Groenoordhallen e.o.; Bedrijventerrein Groenoord
X
Geen specifieke toelichting
Haagwegkwartier
X
6C1.4
Dieperhout, Agnes locatie
X
6C1.4
Oppenheimstraat, fase II
X
6C1.4
Stationsgebied
X
6A4.4
6B1.3 Exploiteren van gemeentelijk vastgoed In 2013 hebben wij een nadere uitwerking van de beleidskaders vastgoed en een daaraan gekoppelde inspraakprocedure vastgesteld en ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. Belangrijk uitgangspunt is dat voor de gehele portefeuille geldt dat een marktconforme huur het uitgangspunt is op basis waarvan verhuurd zal gaan worden. Verder is afgesproken dat er één totaal subsidie wordt verstrekt ten behoeve van activiteiten en huisvesting. Daarnaast is onderscheidt gemaakt tussen maatschappelijk te ondersteunen en maatschappelijk niet te ondersteunen functies. Op grond hiervan wordt duidelijk welke organisaties in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Hiertoe zullen voorstellen gedaan worden voor budgetwijzigingen om de transitie naar marktconforme huur te bewerkstelligen. Met het vaststellen van de beheerplannen hebben wij opdracht gegeven voor de monumentale eigendommen een MJOP (meerjarenonderhoudsplan) met aanvullende noodzakelijke restauratiewerkzaamheden in beeld te brengen. Daarnaast wordt er in 2014 gewerkt aan het planmatig uitvoeren van het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed conform de Meerjarenonderhoudsplanning en het opstellen van vastgoedexploitaties.
Beleidsterrein 6C Wonen De gemeenteraad heeft op 14 februari 2013 de nota Wonen 2020 "Leiden kijkt vooruit en pakt door" vastgesteld. Leiden is een aantrekkelijke woonstad. De meeste Leidenaren zijn erg tevreden over hun woning en woonomgeving. Dit willen we graag zo houden! Ook het toezien op en handhaven van onrechtmatige bewoning speelt hierin een rol. Om Leiden aantrekkelijk te houden als woonstad hebben wij extra woningen nodig. Dat is in deze tijd best lastig te realiseren. Een flink aantal mensen durft in deze tijd niet te verhuizen als gevolg van onzekerheid vanwege hun baan of gebrek aan financiering. Het huidig economisch klimaat heeft op onderdelen geleid tot bijstelling van de projecten om beter in te spelen op veranderingen in de vraag. We zien dat een aantal projecten wel doorgaat vanwege de goede locatie en prijs-kwaliteit-verhouding. Ook merken we aan de belangstelling van diverse grote investeerders dat Leiden volop kansen heeft. Leiden heeft hiervoor de zogenaamde Kansenkaart ontwikkeld. We pakken deze kansen dan ook met beide handen aan en kijken naar wat wel mogelijk is. Ook voor de lopende projecten. We blijven doorgaan op de ingeslagen weg: streven naar meer en betere woningen die passen bij de aantrekkelijke stad die Leiden wil blijven. Kortom, Leiden kijkt vooruit en pakt door. Een beter leefklimaat in Leiden Noord wordt bereikt door herstructurering, verbetering van het woningaanbod en investeringen in voorzieningen. Dat vindt plaats door een samenhangend pakket van sociale, economische en ruimtelijke maatregelen die in nauw overleg met bewoners en betrokken partijen (zoals politie, woningcorporaties en instellingen van zorg en welzijn) worden uitgevoerd. Extramuralisering en het scheiden van wonen en zorgAls gevolg van de extramuralisering neemt de druk op de sociale woningvoorraad toe evenals het beroep op de WMO voor woningaanpassingen en ondersteuning. Mensen met een beperking (lichamelijk, psychisch, verstandelijk jong en oud) komen straks pas bij een heel zware zorgvraag in aanmerking voor een indicatie voor een intramurale instelling. Het scheiden van wonen en zorg betekent daarnaast dat de kosten voor verblijf niet langer onderdeel uitmaken van de AWBZ.
84 | Beleidsbegroting
Hiermee krijgen intramurale instellingen te maken met de wereld van het wonen met zijn puntenstelsel, huurrecht, huurtoeslag, etc. Wij willen het initiatief nemen in het versterken van de samenwerking tussen woning- en zorgaanbieders. Daarnaast willen wij ruimte geven aan kleinschalige vernieuwende woonvormen, woonzorgcomplexen en andere experimenten en daarvoor onder andere plekken aanwijzen op de kansenkaart Doelen en prestaties bij 6C Wonen Doel
Prestatie
6C1 Hogere kwaliteit en toename van de woningvoorraad
6C1.1 Uitvoeren van de nota Wonen 6C1.2 Actualiseren van de prestatieafspraken met corporaties 6C1.3 Bijdrage aan opstellen regionale woonvisie en woonruimteverdeling 6C1.4 (Laten) uitvoeren van projecten (inclusief studentenhuisvesting)
6C2 Opheffen illegale huisvesting
6C2.1 Toezien en handhaven op onrechtmatige bewoning
6C3 Beter leefklimaat in Leiden Noord
6C3.1 Kooiplein 6C3.2 Alexanderstraat 6C3.3 Van Voorthuijsenlocatie 6C3.4 Groenoordhallen e.o. 6C3.5 Nieuw Leyden 6C3.6 Oude Kooi 6C3.7 Horecavoorziening en buurtmuseum Tuin van Noord 6C3.8 Programmasturing WOP Leiden Noord
6C1.1 Uitvoeren van de nota Wonen Ook in 2014 gaan we door met het uitvoeren van de nota Wonen. Deze acties zijn gericht op de drie hoofdopgaven van ons woonbeleid: 1. Een betere balans tussen vraag naar en aanbod van woningen; 2. Versterking van de kwaliteit van de woning en leefomgeving; 3. Voldoende aanbod voor hen die niet op de particuliere markt terecht kunnen. Deze hoofdopgaven zijn de uitvoering van de volgende hoofdlijnen van het Leidse woonbeleid uit RV 12.0111): 1. Een betere balans tussen vraag en aanbod gebaseerd op kwaliteit en betaalbaarheid. 2. Versterking van de kwaliteit en voldoende aanbod van de sociale voorraad voor hen die niet op de particuliere markt terecht kunnen. 3. Ruimte bieden aan diversiteit aan inwoners en leefstijlen die passen bij het profiel van een aantrekkelijke internationale kennisstad. 4. Versterking van centrumstedelijk woonmilieu dat zich kenmerkt door een hoge dichtheid en menging van functies en bevolkingsgroepen. 5. Aandacht voor woonwensen van zogenaamde “rode” en “blauwe” leefstijlen bij herstructurerings- en nieuwbouwprojecten om kenniswerkers te binden aan de stad 6. Extra aandacht voor de woonopgave van mens met lage inkomens, mensen met middeninkomens, gezinnen en de studenten. 7. Extra aandacht voor verduurzaming van de bestaande en toekomstige woningvoorraad Dit is nodig om het tekort aan woningen in te lopen, te zorgen voor een betere benutting van de sociale voorraad, ruimte te bieden aan huishoudens met een middeninkomen, de kwaliteit van de woningvoorraad en leefomgeving te verbeteren en te anticiperen op vergrijzing en extramuralisering van de zorg. Zo gaan we verder met het maken van afspraken met de corporaties en het formuleren van een stedelijk vernieuwingsprogramma met investeringscapaciteit. Stemmen we plannen op elkaar af. Interesseren wij investeerders voor Leiden, passen ons bouwprogramma aan en gaan verder met het initiëren van nieuwe concepten zoals we in 2013 met de Woonfabriek hebben gedaan. Samenwerking met alle partijen die iets betekenen voor de Leidse woningmarkt zien we nog steeds als erg belangrijk. Hierin blijven we dan ook investeren. Ook omtrent zorg lopen er diverse acties. 6C1.2 Actualiseren van de prestatieafspraken met corporaties In 2013 zijn wij gestart met de voorbereiding voor het actualisatie van de prestatieafspraken. Deze afspraken zijn één van de instrumenten voor ons woonbeleid uit te voeren. In 2014 streven we ernaar deze afspraken af te ronden.
Beleidsbegroting | 85
6C1.3 Bijdrage aan opstellen regionale woonvisie en woonruimteverdeling Holland Rijnland is bezig met het opstellen van een regionale Woon Agenda. Daarin moet het onderzoek marktopnamecapaciteit woningbouw (in opdracht van Holland Rijnland) samen komen met de visie op wonen in de regio Holland Rijnland. Leiden is betrokken bij het opstellen van de regionale Woon Agenda. In 2014 zal Holland Rijnland bezien of de voor 2013 geplande ontwerp Woon Agenda het bestuurlijk besluitvormingsproces ingaat en ter vaststelling wordt aangeboden aan het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland of dat hier nog wijzigingen in aangebracht zullen worden. Dit is voornamelijk afhankelijk van de uitkomsten van de gemeenteraadsverkiezingen. Regionale woonruimteverdeling De verdeling van regionale sociale woonruimte (Woonzicht) wordt geregeld met de regionale Huisvestingsverordening. Op 1 april 2014 is de implementatie door de Verenigde Woningbouwcorporaties Holland Rijnland (VWHR) voorzien van het nieuwe woonruimteverdeelsysteem, de opvolger van Woonzicht. Vanaf die datum zullen sociale huurwoningen toegewezen worden volgens de door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland in 2013 vastgestelde regionale Huisvestingsverordening. 6C1.4 (Laten) Uitvoeren van projecten (inclusief studentenhuisvesting) De volgende projecten moeten ertoe bijdragen dat de woningvoorraad toeneemt dan wel de kwaliteit verbetert: Lammenschanspark In 2014 wordt begonnen met fase 1 Leidse Schans, bestaande uit de bouw van 65 starterskoopwoningen en 600 studentenwoningen. Fase 2 met onder andere 88 starterskoopwoningen zal starten in 2014. Doelgroepen zijn studenten en net-afgestudeerden. De gunstige verkoopprijzen en de uitstekende financieringsmogelijkheden leiden tot snelle verkoop. Het verstrekken van startersleningen gefinancierd door gemeente en rijk draagt hier in grote mate aan bij. Nieuwbouw Universiteit Leiden Bèta Faculteit De Bèta faculteit FWN van de Universiteit Leiden zal volledig worden vernieuwd. Deze nieuwbouw is een prestigieus project dat de hoge ambities van de universiteit weerspiegelt. Het programma bestaat uit een grote diversiteit aan laboratoria met aanverwante onderzoeksruimten en onderwijsfuncties. Het faculteitsgebouw is door de geselecteerde architecten zo ontworpen dat het als een architectonische eenheid wordt ervaren, en tegelijkertijd een maximale relatie aangaat met de omringende stedelijke ruimte. In 2013 is de bouw van de 1e fase gestart die naar verwachting in 2015 in gebruik wordt genomen. Onderzoek nieuwbouw Universiteit Leiden Witte Singel / Doelencomplex De Universiteit Leiden onderzoekt de mogelijkheid om de Faculteit Geesteswetenschappen te concentreren langs/rondom de Witte Singel. Dit kan betekenen dat de huidige gebouwen of een deel daarvan worden vervangen door nieuwbouw. Het gaat om de herontwikkeling van het gebied tussen de Leidse Rijn- en Schiekade en de Doelengracht. In samenwerking met de stad en de gemeente wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn. In 2013 wordt het participatieproces uitgewerkt en wordt voorbereidend (cultuurhistorisch) onderzoek gedaan. In 2014 wordt gewerkt aan een gebiedsvisie. Langebrug Studentenhuisvester DUWO/SLS start in 2014 met sloop en nieuwbouw van woningen aan de Langebrug met 219 kamers. Dieperhout Project Dieperhout omvat totaal 135 woningen. Kaderbesluit is september 2011 genomen. Voor het deelplan ROC-locatie is in februari 2013 een uitvoeringsbesluit genomen en in juni 2013 een overeenkomst ondertekend met Smit's Bouwbedrijf BV voor de ontwikkeling en realisatie van 60 woningen, waarvan 12 appartementen. In 2014 zal de ontwikkelaar in samenwerking met de gemeente het stedenbouwkundig plan verder uitwerken. Voor het deelplan Agnes-locatie zal medio 2013 een marktselectie plaatsvinden. In 2014 wordt een uitvoeringsbesluit genomen, gevolgd door het ondertekenen van een overeenkomst voor de ontwikkeling van ca. 75 woningen, waarvan ca. 45 appartementen. Haagwegkwartier-west Project Haagwegkwartier kent drie deellocaties: Moskee, ROC-locatie en Noordelijke Sportvelden. De start bouw van de moskee is voorzien in begin 2014, de oplevering van de ruwbouw in 2015. Vooruitlopend op de start bouw zal de gemeente de locatie van de moskee en het aangrenzend openbaar gebied bouwrijp maken. Voor de ROC-gebouwen die niet hoeven te worden gesloopt (in eigendom bij de gemeente per september 2013) wordt gezocht naar een tijdelijke huurder. Deze locatie wordt betrokken bij de ontwikkelstrategie die wordt opgesteld voor de Noordelijke Sportvelden. Voor de Noordelijke sportvelden wordt een ontwikkelstrategie uitgewerkt. Indien haalbaar zal in 2014 worden gestart met kavelverkoop op de Noordelijke Sportvelden.
86 | Beleidsbegroting
Herensingel 27 Stichting Huisvesting Werkende Jongeren in Leiden NoordDe SHWJ bouwt in 2014 aan de Herensingel 24 starterswoningen voor werkende jongeren. Tuinstadwijk Woningcorporatie De Sleutels voert gefaseerd een groot herstructureringsproject uit in de Tuinstadwijk. Alle ruim 400 woningen komen aan de beurt. In 2014 rond De Sleutels de 2e fase af met 252 woningen groot onderhoud inclusief energie- en keuzepakketten. Gestart wordt met het vervangen van 125 woningen door nieuwbouw. Lakenplein Portaal werkt aan een plan waarbij sloop en vervangende nieuwbouw gepleegd wordt en waarbij het Lakenplein niet ontwikkeld wordt. Om dit plan te kunnen realiseren dient de Samenwerkingsovereenkomst met Portaal ontbonden te worden. Naar verwachting kunnen de woningen dan begin 2014 worden gesloopt. Lorentzhof Medio juni 2013 zijn verschillende opties voor de vernieuwing van de zorginstellingen Lorentzhof en Ipse de Bruggen nog in studie. In 2014 worden in overleg met corporatie en zorginstellingen mogelijkheden voor het vervolg verkend. Oppenheimstraat Medio 2012 is de intentie overeenkomst getekend met de woningcorporatie de Sleutels en het uitvoeringsbesluit vastgesteld in de Raad. Het project bestaat uit 27 zorgappartementen (voor Gemiva), een gemeentelijke gymzaal, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang. Begin 2014 wordt de Europese aanbesteding voor het uit te voeren werk verwacht. Bij een passende prijsaanbieding kan er direct gegund gaan worden. De plannen worden uitgewerkt binnen het bestemmingsplan. Start uitvoering medio 2014, waarbij de verwachting is dat de bouwvergunning verleend zal worden zonder ernstige bezwaren. Mocht er onverhoopt bezwaar door omwonenden worden gemaakt kan er vertraging ontstaan. De instellingen die gehuisvest gaan worden zijn betrokken bij de uitwerking van de plannen Van Vollenhovenkade Met betrekking tot het deelproject 4 woningen aan de Du Rieustraat is de aannemer in verkoop gegaan. Bij voldoende voorverkoop zal worden gestart met de bouwwerkzaamheden. Nu de omgevingsvergunning voor het deelproject 39 appartementen aan de Van Vollenhovenkade eind 2012 onherroepelijk is geworden, zal de aannemer ook met dit deelproject in verkoop kunnen gaan. De beide bouwplannen zijn in huidige markt zeer moeilijk afzetbaar. Gemeente en ontwikkelaar zijn met elkaar in onderhandeling over planaanpassing. Ananasweg De initiatiefnemer van het nieuwbouwplan (De Raad BV) heeft het schetsontwerp en de onderzoeken afgerond. Na ondertekening van de anterieure overeenkomst zal de bestemmingsplanprocedure worden opgestart. 6C3.1 Kooiplein Het project Kooiplein e.o. is een speerpunt binnen het WOP Noord. In het verlengde hiervan heeft de gemeente met de marktpartijen Proper-Stok en de Sleutels (verenigd in een CV/BV) een raamovereenkomst ondertekend waarin de CV/BV de realisatie van het plan (vastgoed- en grondexploitatie) ter hand neemt. De gemeente beperkt zich tot haar publiekrechtelijke taken en neemt uiteindelijk de openbare ruimte en voorzieningen (waaronder openbare parkeerplaatsen) af. In 2013 zijn aanvullende afspraken gemaakt tussen de CV en gemeente voor de realisatie en planning van het project. Tevens zijn in 2013 de deelgebieden ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan bouwrijp gemaakt, door het slopen van de aanwezige gebouwen en het verleggen van de kabels en leidingen. In 2014, na het verleggen van de kabels en leidingen, start de ontwikkelaar met de realisatie van deelgebied 3A, 3B en 5. Het parkeren wordt opgelost in een gebouwde voorziening voor de openbare en private parkeerplaatsen. In de zomer van 2014 wordt gestart met het aansluiten van de Kooilaan op de Willem de Zwijgerlaan. Het programma voor het Kooiplein bestaat verder uit de deelgebieden 4A (woningen, privaat en openbaar parkeren en detailhandel), deelgebied 1 (woningen en privaat parkeren) en deelgebied 2 (kleinschalige commerciële activiteiten). Tevens wordt de openbare ruimte en het Kooiplein zelf opnieuw ingericht, waarbij de Kooilaan zal fungeren als een groene hoofdontsluitingsweg van en naar het centrum. Het programma Kooiplein omvat vooralsnog in totaal: ■ 432 woningen, waarvan 328 koop- en vrije sector huurwoningen en 104 sociale huurwoningen; ■ 9.700 m2 BVO commercieel, waarvan 5.300 m2 winkels en 4.400 m2 voorzieningen incl. 2.000 m2 maatschappelijke voorzieningen (zorgcluster); ■ Nieuw in te richten openbare ruimte en aan te leggen infrastructuur; ■ 851 gebouwde parkeerplaatsen
Beleidsbegroting | 87
Naast het realiseren van het nieuwbouwprogramma blijven 168 woningen en 1200 m2 commerciële voorzieningen in het plan gehandhaafd. In 2013 heeft de Brede School haar deuren geopend. Belangrijk aandachtspunt is de verkeersveiligheid rondom de school in relatie tot de werkzaamheden aan het Kooiplein. 6C3.3 Van Voorthuijsenlocatie De Van Voorthuijsenlocatie omvat de realisatie van nieuwe openbare ruimte (afgerond), nieuwbouw van het Stedelijk Gymnasium (afgerond), een Moskee (afgerond) en woningen. Door verminderde investeringsruimte van Ymere is de woningbouw vertraagd. Voor de nieuwbouw van de 229 woningen (Groenoord CV) zal de eerste fase van de bouw starten eind 2013 / begin 2014. Het Gymnasium zal in 2014 het bestaande gebouw uitbreiden met nieuwbouw. 6C3.4 Groenoordhallen e.o. De nieuwe woonwijk op het voormalige Groenoordhallenterrein wordt steeds meer zichtbaar, al verloopt de verkoop en de bouw van de woningen wat minder snel dan gepland. In 2014 wordt naar verwachting gestart met de bouw van de laatste twee blokken (blok 1 en 5) uit de eerste fase. Het programma van deze twee blokken is aangepast als gevolg van een veranderende vraag. In plaats van 64 eengezinswoningen en 22 appartementen is het gewijzigd in 74 eengezinswoningen die binnen de NHG-grens vallen. In 2014 worden de watergangen uit fase 1 aangesloten op de Slaaghsloot. In 2013 zou gestart worden met de bouw van de tweede fase. Door verminderde investeringsruimte van Ymere wordt deze fase vertraagd. Het bouwterrein wordt tijdelijk ingericht of ingezaaid. 6C3.5 Nieuw Leyden Vanaf 1 januari 2014 is de projectorganisatie Nieuw Leyden opgeheven en wordt de verkoop van de resterende kavels en het woonrijp maken van de omgeving ondergebracht in een gemeentelijke grondexploitatie. De woningen waar de BV/CV garant heeft gestaan en die niet voor 1 januari 2014 zijn verkocht, zijn dan door Portaal overgenomen en bij hen in exploitatie genomen. Portaal blijft zich inspannen om de hoogbouwblokken 3 en 4 langs de Willem de Zwijgerlaan te realiseren dan wel te verkopen met de goedgekeurde bouwvergunning uit 2010. Mocht dit voor Portaal een nadelig financieel resultaat opleveren dan komt dit niet voor rekening van de gemeente. Begin 2014 zal men ook nog bezig zijn met de inrichting van het openbaar gebied rond de gerealiseerde blokken 7, 43 en 44 en de resterende grondsnippers die in een laat stadium aan het openbaar gebied zijn toegevoegd. De inrichting en de kwaliteit van het openbaar gebied is door de partijen vastgelegd in een stedenbouwkundig plan voor de openbare ruimte en dat is verankerd in de beëindigingsovereenkomst Nieuw Leyden. Effectindicatoren bij 6C Wonen Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 6C1 Hogere kwaliteit en toename van de woningvoorraad 6C1.a Toename aantal huurwoningen*
337 (2009) 386 (2010) 291 (2011)
989
280
35
425
Nieuwbouwmonitor
6C1.b Toename aantal koopwoningen*
266 (2009) 164 (2010) 149 (2011)
317
128
82
122
Nieuwbouwmonitor
6C1.c Aantal vernietigde woningen*
36 (2009) 173 (2010) 19 (2011)
184
178
51
0
Nieuwbouwmonitor
52 (2010) 55 (2011) 57 (2012)
50
50
50
50
Afdeling Handhaving
6,7 (2009) 6,9 (2011)
-
6,9
-
6,9
Veiligheidsmonitor
Doel 6C2 Opheffen illegale huisvesting 6C2.a Aantal opnieuw beschikbaar gekomen woningen na opheffen illegale woonsituatie Doel 6C3 Beter leefklimaat in Leiden Noord 6C3.a Rapportcijfer woonomgeving Leiden Noord**
* Onder meer door de economische crisis is er sprake van stagnatie en in een enkel geval stopzetten van woningbouwprojecten door corporaties en ontwikkelaars. Hierdoor daalt de toename van het aantal huur- en koopwoningen ten opzichte van de in de begroting 2013 genoemde aantallen. ** In WOP Noord is een ambitie vastgelegd van 6,9 in 2018. De Veiligheidsmonitor wordt alleen in de oneven jaren op districtniveau gehouden. (Leiden Noord is één van de tien Leidse districten).
88 | Beleidsbegroting
Kaderstellende beleidsstukken ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Bestendiging voorkeursrecht Lammenschansweg 128 (RV 13.0007) Plan verbetering openbare ruimte Leiden Noord ikv ISV3 (RV 13.0005) Vaststelling bestemmingsplan Roomburg (RV 13.0002) Kaderbesluit Kwaliteitsverbetering Breestraat (RV 13.0006) Vaststelling bestemmingsplan Haagwegterrein Oost (RV 13.0008 Studentenhuisvesting Langebrug vaststelling (RV 13.0020) Ruimtelijke investeringsagenda (RV 13.0030) Tijdelijke toevoeging Trekvaartplein aan Bestemmingsreserve .Woongebieden Portaal (RV 13.0036) Vaststelling bestemmingsplan Morskwartier (RV 13.0041) Vaststelling bestemmingsplan Leiden Schuttersveld (RV 13.0039) Vaststelling bestemmingsplan A4/Cronesteyn (RV 13.0041) Vaststelling bestemmingsplan De Waard na Raad van State (RV 13.0046) Uitvoeringsbesluit Herontwikkeling Lammenschanspark Fase 1 (RV 13.0047) Verordening starterslening (RV 13.0050) PRIL 2013 de rekening 2012 (RV 13.0062) Stimuleringsregeling wonen boven winkels (RV 12.0045) Eindrapportage Wijkontwikkelingsplan Leiden Zuid-West (RV 12.0091) Kaderbesluit herontwikkeling Stationsgebied Leiden Centraal (RV 12.0063) Vaststelling bestemmingsplan Leiden Noordwest (RV 12.0049) Besluit vaststelling wijziging bouwverordening gemeente Leiden (RV 12.0071) Vaststelling bestemmingsplan Aalmarkt-Mandenmakerssteeg deel 3 stadsgehoorzaal (RV 12.0093) Vaststellen bestemmingsplan De Leidse Schans (RV 12.0099) Ruimtelijke Agenda 2025 (RV 12.0051) Vaststelling Nota Wonen 2020 Leiden kijkt vooruit en pakt door inspraak verwerkt (RV 12.0011) Vaststelling bestemmingsplan Kooiplein ( RV 12.0117) Vaststelling bestemmingsplan Lammenschansdriehoek (RV 12.0128) Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek (RV 12.0133) Uitvoeringsbesluit ROC locatie project Dieperhout (RV 12.0146) Vaststelling bestemmingsplan Vondellaan 47 (RV12.0154) Vaststelling bestemmingsplan Delftse Jaagpad (RV 12.015) Bestemmingsreserve Sociale Huurwoningen (RV 12.0008) Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) 2012 - Het Perspectief 2012-2016 (RV 12.0058) Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL) 2012 - De Rekening 2011 (RV 12.0057) Afronding projectovereenkomst 2006 inzake nieuwbouw ROC/Da Vinci College aan de Lammenschans (RV 12.0013) Vaststelling 1e partiële herziening bestemmingsplan Stationsgebied Stadszijde deel I (RV 12.0014) Toepassing juridisch instrumentarium Trekvaartplein (RV 12.0022) Toevoeging project Trekvaartplein aan bestemmingsreserve Herstructurering Woongebieden De Sleutels (RV 12.0023) Bestemmingsplan Hogewoerd (RV 12.0031) Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Aalmarkt-Mandenmakerssteeg e.o. deel 2 Haarlemmerstraatblok (RV 12.0032) Milieueffectrapportagebeoordeling De Leidse Schans (RV 12.0030) Vaststelling bestemmingsplan De Waard (RV 12.0033) Knellende kaders in het geval van planvorming bij vastgoed- en gebiedsontwikkelingen (RV 12.0028) Kwaliteitsimpuls Stationsweg en uitbreiding subsidieregeling Historisch Stadsbeeld (RV 12.0035) Kaderbesluit parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt (RV 12.0047) Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Aalmarkt-Mandenmakerssteeg e.o. deel 1 Waagblok (RV 11.0126) Bestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest (RV 11.0982) Kaderbesluit deelproject Levendige Waag (RV 11.0110) Projectopdracht ontwikkeling Kaasmarkt (RV 11.0105) Herziening structuurvisie Leiden 2025 onderdeel bedrijventerrein Oostvlietpolder (RV 11.0104) Kaderbesluit Rijnsburgerblok (RV 11.0036) Vaststelling bestemmingsplan Prinsessekade (RV 11.0076) Verdeling ISV3-budget gemeente Leiden (RV 11.0083) Eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland (RV 11.0089) Kaderbesluit herontwikkeling Lammenschanspark (RV 11.0069) Aanwijzing Wet voorkeursrecht gemeenten Oostvlietpolder (RV 11.0078) Kaderbesluit locatie Dieperhout (RV 11.0034) Krediet herstructurering Alexanderstraat (RV 11.0048) Parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt (RV 11.0041) Vaststelling beleidsregels parkeernormen (BW 12.0189) Agenda voor Gebiedsvisie De Waard (RV 11.0019)
Beleidsbegroting | 89
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Planologisch beleid ten aanzien van kamerbewoning in bestemmingsplannen (RV 11.0015) Toekomstperspectief Slaaghwijk (RV 11.0009) Bestemmingsplan Leiden Noord 1e herziening (RV 11.0005) Instelling en kaderstelling nieuwe welstands- en monumentencommissie (RV 11.0006) Aanwijzing wet voorkeursrecht gemeenten in verband met ontwikkeling Stationsgebied (RV 11.0018) Kredietaanvraag openbare fietsenstalling Aalmarktproject (RV 11.0020) Onderzoek naar de aanbestedingsprocedure project Huis van de Sport (RV 11.0025) Kaderbesluit herontwikkeling Ananasweg-Lammenschans (RV 10.0161) Nota van Uitgangspunten voor herontwikkeling Stationsgebied Leiden Centraal (RV 10.0129) Uitgangspunten voor opstellen Handhavingsnota gemeente Leiden 2011-2014 (RV 10.0160) Aalmarkt, stedenbouwkundig plan (RV 10.0132) Structuurvisie Leiden 2025 (RV 09.0130) Welstandsnota 2010 (RV 09.0122) Nota van uitgangspunten voor de herontwikkeling van de locatie Lammenschanspark (RV 09.0164) Stedenbouwkundige uitgangspunten Oude Kooi (RV 09.0153)
Programmakosten STEDELIJKE ONTWIKKELING bedragen x € 1.000,RUIMTELIJKE PLANVORMING EN PLANTOETSING
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
18.152
11.279
Baten
-3.138
2015
2016
2017
8.379
7.928
7.922
7.904
-3.313
-4.088
-4.088
-4.088
-4.088
15.014
7.966
4.291
3.840
3.833
3.815
Lasten
64.506
106.012
43.667
31.872
25.809
17.913
Baten
-46.518
-69.405
-35.340
-43.029
-24.105
-15.215
17.988
36.607
8.328
-11.157
1.704
2.698
Lasten
4.730
2.645
1.077
1.067
1.064
1.065
Baten
-62
-277
-277
-277
-277
-277
4.668
2.368
800
790
787
788
Lasten
87.388
119.937
53.123
40.867
34.794
26.881
Baten
-49.718
-72.995
-39.705
-47.394
-28.471
-19.581
37.670
46.942
13.419
-6.527
6.324
7.301
Toevoeging
70.054
27.492
10.286
23.311
12.853
9.689
Onttrekking
-95.704
-68.739
-11.961
-14.440
-9.460
-15.154
-25.651
-41.248
-1.675
8.871
3.394
-5.465
12.019
5.694
11.744
2.344
9.717
1.835
Saldo GEMEENTELIJK VASTGOED
Saldo WONEN
Saldo Programma STEDELIJKE ONTWIKKELING
Saldo van baten en lasten Reserves
Mutaties reserves Resultaat
Meerjarenraming
Budgettaire ontwikkelingen De mutaties van de lasten en baten worden onder andere veroorzaakt door indexering van de budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hieronder per beleidsterrein toegelicht. Beleidsterrein 6A Ruimtelijke planvorming en plantoetsing In de Perspectiefnota 2013 is besloten om de kostendekkendheid van de bouwleges te vergroten vanaf 2014. De lasten nemen per saldo toe met € 600.000 (niet alle lasten waren begroot) en de baten met € 800.000. Het voordeel van € 200.000 is destijds ingezet om het meerjarenbeeld 2014 sluitend te maken. De daling in lasten wordt daarnaast voornamelijk veroorzaakt door incidentele exploitatiebijdragen investeringen in 2013 voor de herinrichting Breestraat (€ 1,7 mio) en voor kwaliteit openbare ruimte binnenstad (€ 0,8 mio). Beleidsterrein 6B Gemeentelijk vastgoed Het beleidsterrein gemeentelijk vastgoed bestaat uit de prestaties voeren erfpachtbedrijf, uitvoeren PRIL en exploiteren gemeentelijk vastgoed. De daling in baten (€ 30 mio) en de lasten (€ 60 mio) binnen het beleidsterrein worden voornamelijk veroorzaakt door de verschillen in jaarschijven van de onderliggende grondexploitaties/projecten uit de prestatie uitvoeren PRIL. De (plan)kosten van de uit te voeren
90 | Beleidsbegroting
werkzaamheden en opbrengsten middels (grond)verkopen zijn niet jaarlijks constant. Voor 2013 stond bijvoorbeeld een incidentele grondopbrengst van € 4 mio geraamd voor Lammenschanspark en de plankosten voor Haagwegkwartier in 2014 bijna € 9 mio lager zijn dan in 2013. Deze verschillen hebben echter geen effect op het begrote resultaat van programma 6 omdat het saldo van elke jaarschijf via het onderhanden werk (mutatie voorraad) naar de balans wordt geboekt. Daarnaast wordt de daling van de lasten bij prestatie uitvoeren PRIL veroorzaakt door € 30 mio minder incidentele exploitatiebijdragen aan investeringen in 2014 (hetgeen wordt gecompenseerd door een lagere onttrekking aan verschillende reserves voor hetzelfde bedrag). Bij de prestatie exploiteren gemeentelijk vastgoed is een stijging in de baten als gevolg van indexering en taakstellingen op huuropbrengsten maatschappelijk vastgoed van circa € 450.000. Daarnaast is in de perspectiefnota 2014 besloten tot: ■ latere invulling van de in de exploitatie opgenomen taakstelling Trekvaartplein (€ 102.000 voor 2014) ■ aanvullende taakstelling voor programma 6 voor een bedrag van € 200.000 vanaf 2016 Beleidsterrein 6C Wonen De daling in de lasten van € 1,6 mio binnen prestatie wonen wordt voornamelijk veroorzaakt door een bestemmingsvoorstel Trekvaartplein (€ 0,9 mio) bij jaarrekening 2012 en een exploitatiebijdrage aan investeringen (€ 0,6 mio) die in 2013 incidenteel zijn geraamd bij lokaal volkshuisvestingsbeleid. Reserves De voornaamste mutaties vinden plaats binnen de vereveningsreserve grondexploitaties, reserve risico's projecten met een uitvoeringsbesluit en de reserve bodemsanering. Deze mutaties zijn conform de vastgestelde stortingen en onttrekkingen uit de meest recente actualisatie van PRIL-de rekening en PRIL-het perspectief. Met betrekking tot de reserve bodemsanering kan worden gemeld dat de sanering van het terrein van de gasfabriek voor 2014 staat gepland (€ 4,5 mio). Bij de reserve weerstandvermogen parkeren en stedelijke investeringen is in 2012 € 16,5 mio onttrokken om de cashflow-problematiek bij de vereveningsreserve grondexploitaties op te lossen. Vanaf 2014 wordt dit bedrag in delen teruggestort naar de reserve weerstandsvermogen parkeren en stedelijke investeringen. In de reserve voorziene investeringen wordt in 2014 circa € 4 mio gestort als gevolg van het terugdraaien van twee bestemmings-voorstellen die bij jaarrekening 2012 waren opgenomen. Betreffende bestemmingsvoorstellen konden niet uitgevoerd worden omdat de gelden in de reserve voorziene investeringen volledig zijn toegekend aan het project ringweg oost. Bij de tweede bestuursrapportage 2013 wordt voor de vereveningsreserve grondexploitatie een begrotingswijziging verwerkt die zorgt voor aansluiting tussen de prognoses uit PRIL-het perspectief met de meerjarenbegroting. Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.6 Toelichting reserves programma 6. RESERVES PROGRAMMA 6 bedragen x € 1.000,reserve leegstandbestrijding
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-79
0
0
0
0
0
-79
0
0
0
0
0
Toevoeging
36.925
16.221
2.453
15.691
4.007
1.257
Onttrekking
-23.545
-25.219
-5.095
-11.152
-7.589
-6.728
13.380
-8.998
-2.642
4.539
-3.582
-5.471
Toevoeging
8
159
223
7
7
7
Onttrekking
-275
-155
0
0
0
0
-266
4
223
7
7
7
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-25.537
-537
-537
-537
-537
-537
-25.537
-537
-537
-537
-537
-537
Saldo vereveningsreserve grondexploitatie
Saldo reserve bovenwijkse voorz. grondbedrijf
Saldo reserve afkoopsommen erfpacht
Saldo
Beleidsbegroting | 91
RESERVES PROGRAMMA 6 bedragen x € 1.000,reserve afkoop adm.kst. Erfpacht
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
7
20
20
20
20
20
Onttrekking
-10
-23
-23
-23
-23
-23
-3
-3
-3
-3
-3
-3
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-1.491
-226
-25
-25
-25
-25
-1.491
-226
-25
-25
-25
-25
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-120
-596
-30
-30
-30
0
-120
-596
-30
-30
-30
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-99
0
0
0
0
0
-99
0
0
0
0
0
Toevoeging
174
107
101
101
101
101
Onttrekking
-985
-2.415
0
0
0
0
-812
-2.308
101
101
101
101
Toevoeging
1.793
150
136
129
122
115
Onttrekking
-712
-456
-456
-456
-456
-456
1.081
-306
-320
-327
-334
-341
Toevoeging
1.364
1.376
1.271
1.203
1.224
1.245
Onttrekking
-761
-12.625
-4.579
0
0
0
603
-11.249
-3.308
1.203
1.224
1.245
Toevoeging
39
0
0
0
0
0
Onttrekking
-62
-23
-23
-23
-23
-23
-23
-23
-23
-23
-23
-23
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
-84
-84
-84
-84
-84
0
-84
-84
-84
-84
-84
Toevoeging
2.956
194
58
44
30
16
Onttrekking
0
-4.220
-394
-394
-394
-394
2.956
-4.026
-336
-350
-364
-378
Toevoeging
359
1.294
142
142
142
142
Onttrekking
-3.875
-1.144
0
0
0
0
-3.517
150
142
142
142
142
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-13.297
0
0
0
0
0
-13.297
0
0
0
0
0
Toevoeging
250
250
250
250
0
0
Onttrekking
0
-300
-475
-475
0
0
250
-50
-225
-225
0
0
Toevoeging
170
1.839
136
136
136
136
Onttrekking
-1.711
0
0
0
0
0
-1.541
1.839
136
136
136
136
Saldo egalisatiereserve inkomsten bouwleges
Saldo reserve sociale huurwoningen
Saldo reserve stadsvernieuwing
Saldo reserve herstruct. Woongebieden Portaal
Saldo reserve strategische aankopen
Saldo reserve bodemsanering
Saldo reserve vastgoedexpl. Stadsgehoorzaal
Saldo reserve onrend.inv. op onderwijsgeb.
Saldo reserve herstruct.woongebieden SvZ&V
Saldo reserve herstruct.woongebieden Ons Doel
Saldo reserve W4-bijdrage
Saldo reserve renterisico erfpachtsbedrijf
Saldo reserve risico's proj. met uitv.besluit
Saldo
92 | Beleidsbegroting
RESERVES PROGRAMMA 6 bedragen x € 1.000,reserve risico's proj. na kaderbesluit
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
857
78
77
77
77
77
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
857
78
77
77
77
77
Toevoeging
152
4.131
24
23
22
21
Onttrekking
-5.200
-1.924
-796
-796
-796
-796
-5.048
2.207
-772
-773
-774
-775
Toevoeging
0
-600
3.967
-600
1.728
1.900
Onttrekking
-1.447
-18.793
600
-318
600
-6.011
-1.447
-19.393
4.567
-918
2.328
-4.111
Toevoeging
25.000
590
1.408
6.069
5.219
4.634
Onttrekking
-16.500
0
0
-85
-61
-36
8.500
590
1.408
5.984
5.158
4.598
Toevoeging
0
582
20
20
19
18
Onttrekking
0
0
-44
-43
-42
-41
0
582
-23
-23
-23
-23
Toevoeging
0
900
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
0
900
0
0
0
0
Toevoeging
0
200
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
0
200
0
0
0
0
-25.651
-41.248
-1.675
8.871
3.394
-5.465
Saldo reserve Lammenschanspark
Saldo reserve voorziene investeringen
Saldo res. weerstandsverm.parkeren en sted.Inv
Saldo res. kap.lasten brede school Merenwijk
Saldo Res.kap.lasten gym.lok.Oppenh.str.
Saldo Reserve exploitatie Oppenheimstraat
Saldo RESERVES PROGRAMMA 6
Investeringen In het volgende overzicht staan de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2014-2017. In paragraaf 5.2.3 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten. Een toelichting op de investeringen in jaarschijf 2014 is opgenomen in het prestatieoverzicht 2014-2017 bij de betreffende prestatie. Prestatie
Omschrijving investering
6B1.2 Uitvoeren PRIL
Uitvoering Wijkontwikkelingsplannen
6B1.3 Exploiteren van gemeentelijk vastgoed
levendige Waag uitvoering
Totaal programma 6
2014
2015
2016
2017
182
-
-
-
1.422
-
-
-
1.603
-
-
-
Bedragen * € 1.000
Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht Subsidie saldo
subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
161.363
194.720
Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
Beleidsbegroting | 93
7
Jeugd en onderwijs
94 | Beleidsbegroting
Jeugd en onderwijs Programmanummer
7
Commissie
Onderwijs en Samenleving
Portefeuille(s)
Jeugd, Welzijn en Zorg Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Jeugd en onderwijs luidt: In Leiden krijgen kinderen en jongeren de kans gezond en veilig op te groeien in een stimulerende omgeving, zodat zij hun talenten kunnen ontwikkelen en volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen.
Inleiding De plannen van het kabinet gericht op de jeugd voor de komende periode staan in het teken van bezuinigingen en de decentralisatie van bevoegdheden uit het sociale domein naar gemeenten. Hierdoor krijgen gemeenten er veel verantwoordelijkheden bij, ook voor zeer kwetsbare burgers zoals jongeren en moeten zij deze verantwoordelijkheden met minder geld uitvoeren dan voorheen. Gemeenten krijgen meer vrijheid om het anders te organiseren. Zie hiervoor ook het bijzondere programma 3 Decentralisaties. Voor 2014 staan er voor Onderwijsbeleid (7C) geen bezuinigingen op de rol. Transitie Jeugdzorg en invoering Passend Onderwijs Per 2015 komt alle jeugdzorg onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De transitie omvat de volgende onderdelen: ■ Jeugdhulpverlening (incl. pleegzorg) ■ Jeugd-GGZ (geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen) (nu bekostigd door zorgverzekeraar en AWBZ) ■ Zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking (nu via AWBZ) (inclusief begeleiding en persoonlijk verzorging, zie ook decentralisatie AWBZ) ■ Jeugdbescherming ■ Jeugdreclassering ■ Jeugdzorg plus ■ AMHK, advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, een integratie van het huidige AMK en Steunpunt Huiselijk Geweld (incl.jeugdzorg plus en pleegzorg, en ook de taken van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling, die samen met die van het Steunpunt Huiselijk Geweld op moeten gaan in een nieuw te vormen AMHK (advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling). Naast de transitie jeugdzorg vindt nog een andere ontwikkeling plaats: de invoering van passend onderwijs met ingang van augustus 2014. In tegenstelling tot de transitie jeugdzorg heeft hier het onderwijs het voortouw. De samenwerkingsverbanden primair onderwijs en voortgezet onderwijs ontwikkelen samen met de scholen twee ondersteuningsplannen (een voor primair en een voor voortgezet onderwijs). De ondersteuningsplannen geven inzicht in de ondersteuning die het onderwijs kan bieden en in de wijze van betrokkenheid van ouders. Volgens de wet moeten de samenwerkingsverbanden over deze plannen een ‘op overeenstemming gericht overleg’ voeren (OOGO). Achtergrond hiervan is dat de gemeente verantwoordelijk is voor preventieve jeugdzorg en opvoedingsondersteuning, het toezicht op naleving van de leerplicht en de RMC-functie (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt), leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Gezien de transitie van de jeugdzorg naar de
Beleidsbegroting | 95
gemeente is het in het belang van het kind noodzakelijk dat gemeente en samenwerkingsverbanden tot goede afspraken komen over de zorgstructuur in en rond de school. Aansturing van de jeugdzorg vanuit de gemeente biedt de kans de zorg anders te organiseren: minder versnipperd, minder aanbodgericht en meer georganiseerd vanuit het gezin en binnen de eigen omgeving, aansluitend op krachten binnen het gezin en het sociale netwerk. Niet alleen de verbinding tussen jeugdzorg en passend onderwijs is van belang, ook de verbinding van deze beide domeinen met andere leefdomeinen als werk en inkomen, huisvesting en de sociale wijkteams. Omdat in de jeugdzorg dezelfde taken met aanzienlijk minder budget moeten worden verricht (korting loopt op tot 15% in 2017), zal het zaak blijven om ernstige problemen aan de ene kant zoveel mogelijk te voorkomen door goede preventie en basisaanbod, en aan de andere kant tijdig te herkennen en de juiste, eventueel ook intensievere zorg, mogelijk te maken. Naast kansen brengt de transformatie ook risico’s met zich mee: het gaat om heel veel nieuwe taken die voor beduidend minder geld worden uitgevoerd; randvoorwaarden en condities zijn nog niet alle helder, dus dat maakt de opgave extra complex. Het belang van preventie, en de mogelijkheid snel ondersteuning te kunnen bieden op de plek waar kinderen zich bevinden, wordt al langer onderkend. Het is één van de beweegredenen om samen met het onderwijs en tot voor kort ook met behulp van provinciale RAS-middelen (Regionale Agenda Samenleving), zorg te dragen voor o.a. de beschikbaarheid van maatschappelijk werk op basisscholen. Omdat de RAS-middelen met ingang van 2014 niet langer voor dit doel kunnen worden ingezet hebben de portefeuillehouders Jeugd Holland Rijnland afgesproken zelf naar dekking te zoeken voor voortzetting van dit maatschappelijk werk in 2014. Bij de 1e Bestuursrapportage 2013 is een deel van het benodigde budget (ruim één ton) uit het transitiebudget van het Rijk overgeheveld naar 2014. In 2013 zijn in regionaal verband het beleidsplan jeugd en een transitiearrangement (afspraken over continuering van zorg en beperken frictiekosten) opgesteld. In 2014 staan veel acties in het licht van het uitwerken hiervan, zowel binnen de jeugdkolom als in het bredere kader van het sociale domein. Belangrijke onderwerpen hierbinnen zijn de start van het werken met gebiedsgerichte jeugd&gezinsteams en het opstellen van een verordening en beleidsregels. De ondersteuningsplannen uit het onderwijs worden niet per gemeente opgesteld. De Wet passend onderwijs beschrijft welk gebied ieder samenwerkingsverband bestrijkt. In onze regio betreft het de zes gemeenten van de Leidse regio en Wassenaar. Gezien de vele ontwikkelingen op dit terrein heeft het nu invullen van effectindicatoren geen waarde. Dit vraagt een meer doorwrochte, deels regionale, en op onderdelen ook landelijke afstemming wil de relatie tussen doel en indicator de juiste beleidsinformatie leveren. Dit onderdeel zal bij de uitwerking van het beleidskader jeugdhulp en het inrichten van de P&C-cyclus voor de nieuwe taken specifieke aandacht krijgen.
Beleidsterrein 7A Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd(gezondheids)zorg Iedere jeugdige moet de kans krijgen goed, gezond en veilig op te groeien, zich te ontwikkelen en naar vermogen mee te doen in de samenleving. Goed gesteund, gestuurd en gestimuleerd in zijn of haar groei en ontwikkeling naar volwassenheid door ouders, het omringende sociale netwerk en andere (professionele) opvoeders als leerkrachten, vrijwilligers, zorgverleners en de samenleving. Deze visie is niet nieuw; in deze of vergelijkbare termen wordt hij onderschreven, zowel binnen onze eigen gemeente als in de regio Holland Rijnland, en niet alleen door gemeenten, maar ook door inwoners en organisaties. De mogelijkheden om er gezamenlijk acties op in te zetten worden de komende tijd, met de transitie van de jeugdzorg per 1 januari 2015, wel vergroot. In de huidige situatie zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor het preventieve jeugdbeleid. Belangrijke pijlers daarbij zijn: ■ de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar (JGZ door de GGD) via de Wet Publieke Gezondheidszorg. De huidige wettelijke taken hebben als doel het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen, zowel individueel als op populatieniveau. ■ informatie en advies, opvoedingsondersteuning, vroegsignalering, toeleiding naar zorg en coördinatie van zorg (op grond van de WMO, prestatieveld 2). De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s), waarvan er binnen Leiden 4 gerealiseerd zijn, spelen een belangrijke rol in uitvoeren van deze taken. Zij zijn laaggdrempelige advies- en informatiepuntenvoor ouders, jeugdigen
96 | Beleidsbegroting
en inwoners en partners in de stad, maar ook voor gemeentelijke organisatieonderdelen. In de samenwerking rondom gezinnen worden de principes van 1gezinplan toegepast. Doelen en prestaties bij 7A Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd(gezondheids)zorg Doel
Prestatie
7A1 Een goede gezondheid voor de jeugd
7A1.1 Uitvoeren Wet Collectieve Preventie Volksgezondheidszorg voor de jeugd (incl. Flexibiliseren basistakenpakket jeugdgezondheidszorg)
7A2 Goede ondersteuning en hulp aan jeugd en gezin
7A2.1 Door het CJG doen organiseren van: informatie en advies, opvoedingsondersteuning, licht pedagogische hulp, toeleiding naar zorg en coördinatie van zorg 7A2.2 Uitvoeren methodiek veilig opgoeien 7A2.3 Betrekken van de jeugd via projecten jeugdparticipatie
7A3 Goede transitie jeugdzorg naar gemeente
7A3.1 Deels in regioverband de transitie van de jeugdzorg voorbereiden en in uitvoering nemen
Effectindicatoren bij 7A Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd(gezondheids)zorg Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
1,9
n.v.t.
n.v.t.
2017
Doel 7A1 Een goede gezondheid voor de jeugd 7A1.a Aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg per 100 0-17-jarigen*
2,4 (2009) 2,1 (2010) 1,9 (2011)
Bureau Jeugdzorg
* Per 1 januari 2015 is de jeugzorg ondergebracht bij de gemeente en is er geen sprake meer van een Bureau Jeugzorg in de huidige vorm.
Beleidsterrein 7B Peuterspeelzalen en kinderopvang Het Rijk werkt aan het voornemen uit het regeerakkoord om de financiering van peuterspeelzaalwerk en kinderdagopvang meer op één lijn te brengen. In 2013 wordt hiervoor een eerste kader vanuit het Rijk verwacht, dat vermoedelijk gevolgen zal hebben voor de uitvoering van het gemeentelijke gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk. Het lijkt waarschijnlijk dat het Rijk peuterspeelzaalwerk onder financiering van de wet kinderopvang zal brengen en daartoe een uitname uit het gemeentefonds zal doen, die gecompenseerd wordt door het wegvallen van gemeentelijke taken. Nog onbekend is of deze uitwerking de voorschoolse voorzieningen toegankelijk houdt voor alle kinderen en welke effecten dit heeft op de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dit wordt in 2014 verder uitgewerkt. Doelen en prestaties bij 7B Peuterspeelzalen en kinderopvang Doel
Prestatie
7B1 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra
7B1.1 Zorg dragen voor voldoende aanbod peuterspeelzaalwerk 7B1.2 Waarborgen kwaliteit kinderopvang / peuterspeelzalen
Effectindicatoren bij 7B Peuterspeelzalen en kinderopvang Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
95%
95%
95%
95%
Doel 7B1 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van kindercentra 7B1.a Percentage 2- en 3-jarigen dat gebruikmaakt van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal
93% (2009) 93% (2010) 92% (2011)
B4KIDS, SPL, GBA, LRKP
Beleidsterrein 7C Onderwijsbeleid Leiden is een echte onderwijsstad. Ons lokale onderwijsbeleid is gericht op het ontwikkelen van een kwalitatief goed onderwijsaanbod, dat recht doet aan de mogelijkheden en behoeften van kinderen en jongeren. De gemeente heeft een aantal wettelijke taken ten aanzien van het onderwijs: het realiseren van huisvesting, het voeren van overleg over specifieke thema’s als segregatie en onderwijsachterstanden, leerplicht en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) en leerlingenvervoer. De rol van de gemeente ligt daarnaast in
Beleidsbegroting | 97
het scheppen van voorwaarden, het mogelijk maken van experimenten en het bevorderen van samenhang en samenwerking in het onderwijsaanbod en de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. De nadruk ligt daarbij op aspecten die niet alle vanzelfsprekend zijn in het 'reguliere' aanbod. Bijvoorbeeld op voorzieningen voor leerlingen in achterstandssituaties of juist op leerlingen met bijzondere begaafdheden en het ontdekken van interesse en talent. De gemeente rekent het ook tot haar verantwoordelijkheid om scholen, onder andere via bovenschoolse voorzieningen, een goede ondersteuning te bieden. Die kan ingezet worden voor optimalisering van het reguliere aanbod of bij de ontwikkeling van programma's voor leerlingen voor wie maatwerk noodzakelijk is. Voor deze leerlingen beoogt de gemeente een samenhangend en flexibel netwerk van voorzieningen in stand te houden. Sommige kinderen beginnen hun schoolcarrière met een (taal)achterstand, die samenhangt met economische, sociale en culturele factoren. Het OnderwijsKansenbeleid heeft tot doel achterstand bij kinderen te voorkomen en tegen te gaan. Zo krijgen alle kinderen (ongeacht het opleidingsniveau of de sociaal-economische positie van hun ouders) gelijke kansen op ontwikkeling en kunnen zij hun talenten ontplooien. Het OnderwijsKansenbeleid heeft een wettelijk kader in de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE). Dit kader verplicht de gemeente in de voorschoolse periode een goed aanbod Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) te realiseren. Zo veel mogelijk doelgroepkinderen moeten gestimuleerd worden ook gebruik te maken van de voorschoolse VVE- voorzieningen om zo beter voorbereid aan de basisschool te beginnen. Dit is de basis van het OnderwijsKansenbeleid in Leiden. Programma Kennisstad Het belang van onderwijs wordt ook benadrukt in het programma Kennisstad (programmalijn voortreffelijk onderwijs en aansluiting op de arbeidsmarkt). Leiden beschikt in het basis- en voortgezet onderwijs over scholen met gemiddeld een hoge onderwijskwaliteit. Naast de oudste en toonaangevende universiteit in Nederland, beschikt Leiden in het (voorbereidend) beroepsonderwijs (vmbo’s, ROC’s en Hogeschool) over uitzonderlijke instellingen die een bijdrage leveren aan de verdere groei van de kenniseconomie in de Leidse regio. Deze groei is van groot belang voor de welvaart in de Leidse regio. We zien het als een uitdaging om die groei samen met onze partners verder vorm te geven. Het faciliteren van onder andere de uitbreiding van internationaal onderwijs en onderwijs aan hoogbegaafden zijn daarbij onderwerpen waar wij op in willen zetten. Juist ook omdat deze onderwerpen van direct belang zijn voor de Leidenaren zelf, maar tegelijkertijd ook bijdragen aan een goed vestigingsmilieu voor (internationale) kenniswerkers. Iets dat bijdraagt aan de pijler “internationale kennis” van de ontwikkelingsvisie Leiden, Stad van Ontdekkingen. Doelen en prestaties bij 7C Onderwijsbeleid Doel
Prestatie
7C1 Goede onderwijskansen voor doelgroepkinderen tot twaalf jaar*
7C1.1 Waarborgen van aanbod, kwaliteit en deelname aan voor- en vroegschoolse educatie 7C1.2 Stimuleren hoogwaardig taalaanbod op onderwijskansenscholen 7C1.3 Doen bevorderen van ouderbetrokkenheid bij doelgroepkinderen
7C2 Goede onderwijsondersteuning en samenwerking in het onderwijs
7C2.1 Ondersteunen zorg voor leerlingen met specifieke behoeften
7C3 Talentontwikkeling in het onderwijs
7C3.1 Stimuleren van het aanbod waarin leerlingen kennismaken met hun eigen talenten én met techniek, science, ICT en ondernemerschap
7C4 Zo veel mogelijk leerlingen worden behouden voor het onderwijs en halen een startkwalificatie
7C4.1 Sturing geven op uitvalcijfers met RMC-werkplan en het gericht inzetten van projecten
7C2.2 Stimuleren samenwerking en voorzieningen in het onderwijs
7C4.2 Tegengaan verzuim leerplichtigen * De prestaties 7C1.1 t/m 7C1.4 uit PB2013 zijn vervangen door bovenstaande 3 prestaties 7C1.1 t/m 7C1.3 omdat per 2014 een nieuwe beleidsperiode onderwijskansen start. De prestaties in de PB2014 zijn geherformuleerd analoog aan de formulering in de nieuwe nota die in het najaar van 2013 wordt voorgelegd aan de raad.
Effectindicatoren bij 7C Onderwijsbeleid Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 7C1 Goede onderwijskansen voor doelgroepkinderen tot twaalf jaar 7C1.a Gemiddelde CITO-score van de onderwijskansenscholen
531,5 (2009) 533,1 (2010) 533,5 (2011)
534,0
535,0
535,0
535,0
PLATO
7C1.b % Gewichtenpeuters dat deelneemt aan VVEvoorzieningen (lokale meting)*
43% (2009) 60% (2010) 70% (2011)
70%
70%
70%
70%
PLATO
98 | Beleidsbegroting
Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
Bron 2016
2017
Doel 7C4 Zo veel mogelijk leerlingen worden behouden voor het onderwijs en halen een startkwalificatie** 7C4.a Gemiddelde uitval MBO niveau 2
11,5%
10,0%
-
-
DUO
3,5%
2,8%
-
-
DUO
7C4.c Gemiddelde uitval bovenbouw VMBO
4,0%
4,0%
-
-
DUO
7C4.d Gemiddelde uitval bovenbouw havo/vwo
0,5%
0,5%
-
-
DUO
7C4.b Gemiddelde uitval MBO niveau 3/4
5,3% (2011)
*’Gewichten’ is een maat op basis van het opleidingsniveau van ouders om achterstand te voorspellen. De gemeente heeft de wettelijke taak tot een inspanningsverplichting van 100% doelgroepbereik. Sinds 2008 heeft de gemeente de doelgroep voor VVE lokaal uitgebreid met zogeheten ‘sterretjes’-kinderen: kinderen die geen formeel gewicht hebben, maar wel een risico lopen op (taal)achterstand. In de afgelopen jaren hebben 141 (2009), 126 (2010), 125 (2011) en 106 (2012) ‘sterretjes’-kinderen deelgenomen aan een VVE voorziening, deze zijn niet meegerekend in de bovenstaande indicator zoals door het Rijk gesteld. ** Betreft de doelstellingen van OCW die voor alle regio’s gelden voor de convenantsperiode t/m 2015. Als gemeente hanteren we dezelfde percentages. Vanaf 2016 zijn de doelstellingen door OCW nog niet geformuleerd.
Beleidsterrein 7D Spelen en opgroeien Kinderen en jongeren moeten kunnen opgroeien in een uitdagende omgeving. Dit betekent dat de openbare ruimte zo wordt ingericht dat er voldoende speelruimte is. Naast de informele plekken in de openbare ruimte, waar ouders en kinderen elkaar kunnen ontmoeten, zijn bijvoorbeeld ook de speeltuinen van belang. De speeltuinen als natuurlijke ontmoetingsplek voor kinderen, maar ook voor buurtbewoners, werken aan het uitbreiden van hun sociale buurtfunctie o.a. door meer samenwerking te zoeken met welzijnspartijen in de wijk en het clubgebouw meer open te stellen voor andere wijkgerelateerde activiteiten. Zij worden hierin tijdelijk ondersteund door de consulent speeltuinwerk die in 2013 voor een periode van 3 jaar is aangesteld. Daarnaast is er in 2013 een plan opgesteld om 3 geselecteerde speeltuinen te helpen bij het aanpassen van het clubgebouw voor multifunctioneel gebruik. Dit plan zal in 2014 en 2015 worden uitgevoerd. In 2014 zal het achterstallig onderhoud aan de openbare speelplekken worden aangepakt. Daarbij zal er aandacht worden besteed aan de bespeelbaarheid van grasvelden Voor jongeren zijn er de jongerenontmoetingsruimtes van het jongerenwerk. Op pleinen en veldjes organiseren Thuis Op Straat, maar ook de combinatiefunctionarissen en het jongerenwerk activiteiten voor kinderen en jongeren. Jongeren worden zoveel mogelijkgestimuleerd actief te participeren door activiteiten zelf vorm te geven (bv. inrichten van speelplekken/chill ruimtes), eraan mee te doen en/of door mee te denken over beleid (b.v. jeugddebat met raadsleden). King for a Day biedt hierbij begeleiding. Leiden is sinds 2004 bezig met Veilig Opgroeien. Veilig Opgroeien is een wijkgerichte aanpak die probleemgedrag onder jongeren in een vroeg stadium signaleert en aanpakt, met als uiteindelijk doel een veilige, constructieve leefomgeving te scheppen. De Stevenshof is als pilotwijk in 2005 met de aanpak gestart, gevolgd door Slaaghwijk en Leiden Noord. In 2013 zijn de preventieplannen Veilig opgroeien geschreven voor De Mors en Zuid West. In 2014 zullen de plannen worden uitgevoerd in de genoemde wijken. Basis voor Veilig Opgroeien is de methodiek CTC (Communities that Care). Vanaf 2014 wordt deze aanpak geïntegreerd in de nog op te stellen sociale wijkagenda’s. Hierin worden de jeugdthema’s in onderlinge samenhang met de totale sociale infrastructuur van de wijk geprioriteerd, samen met bewoners en professionals. (zie ook programma 9) Doelen en prestaties bij 7D Spelen en opgroeien Doel
Prestatie
7D1 Kinderen en jongeren groeien op in een uitdagende omgeving
7D1.1 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte 7D1.2 Ondersteunen spelbevordering 7D1.3 Het laten uitvoeren van jongerenwerkactiviteiten in de wijken
Beleidsbegroting | 99
Effectindicatoren bij 7D Spelen en opgroeien Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 7D1 Kinderen en jongeren groeien op in een uitdagende omgeving 7D1.a Percentage inwoners dat vindt dat er goede speelplekken zijn
49% (2009) 53% (2010) 54% (2011)
58%
60%
61%
62%
Veiligheidsmonitor
7D1.b Percentage inwoners dat vindt dat er goede voorzieningen voor jongeren zijn
17% (2009) 18% (2010) 18% (2011)
22%
23%
24%
25%
Veiligheidsmonitor
Beleidsterrein 7E Onderwijshuisvesting Het doel is het creëren van een adequate en zo goed mogelijk op de behoefte afgestemde onderwijshuisvesting. Onderwijshuisvesting is een wezenlijke randvoorwaarde voor het geven van kwalitatief goed en op de lokale situatie afgestemd onderwijs. Onderwijshuisvesting is een wettelijke taak die is vastgelegd in de Wet op het op primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra. Op gemeentelijk niveau is deze taak verder uitgewerkt in de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs. Naast nieuwbouw, uitbreiding en onderhoud omvat onderwijshuisvesting ook aanpassingen, OZB, verzekeringen, vergoeding van schade en gymnastiekvoorzieningen. Bij de planning van onderwijsvoorzieningen en het maken van onderwijshuisvestingsbeleid wordt in samenwerking met de schoolbesturen gestreefd naar: ■ Een aanbod basis-, speciaal- en voortgezet onderwijsvoorzieningen dat aansluit bij de feitelijke en verwachte behoefte en toekomstige ontwikkelingen in de stad; ■ Geïntegreerd huisvestingsbeleid afgestemd op de mogelijkheden in de specifieke lokale situatie; ■ Optimaal gebruik van onderwijsgebouwen. De planning van nieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen is beschreven in het zogenaamde Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2012-2027 (IHP). Het IHP is in 2012 vastgesteld; de voorgestelde investeringen voor de komende jaren worden nu uitgewerkt. Mochten zich wijzigingen voordoen (bijvoorbeeld omdat de leerlingenaantallen van een school zich anders ontwikkelen dan eerder berekend) dan zal een gewijzigd voorstel voor de investering worden voorgelegd. In 2014 zal worden uitgevoerd: ■ Nieuwbouw van 2 gymnastieklokalen (Oppenheimstraat en Ursulasteeg) ■ Voorbereiding van de nieuwbouw Telders en Sleutelbloem ■ Uitbreiding van Socrates (Stedelijk Gymnasium Leiden) ■ Voorbereiding van de uitbreiding Da Vinci, locatie Kagerstraat 7 ■ Onderwijshuisvesting in de Lage Mors (Pacelli/De Morskring) ■ Nieuwbouw Leo Kannerschool ■ Nieuwbouw voor de school voor voortgezet onderwijs De Driestar (inclusief vier gymzalen) en de bouw van twee gymnastieklokalen in de Kikkerpolder ■ Voorbereiding van de nieuwbouw van het Leonardo College In het Regeerakkoord is afgesproken de middelen en taken voor onderhoud en aanpassing in het primair onderwijs naar de schoolbesturen over te hevelen. Het betreft hier het primair onderwijs (voor het voortgezet onderwijs is dit al in 2005 gedaan). Het is de bedoeling dat deze taken vanaf 2015 bij de gemeente komen te vervallen. Naast de overheveling van het onderhoud vindt er ook een andere overheveling van middelen onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds plaats (2015). Het gaat voor Leiden over een uitname van 2,2 miljoen euro die naar de schoolbesturen zal gaan. De uitvoering van het vastgestelde Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2012-2027 (IHP) komt in gevaar door het korten van 2,2, miljoen euro. Het huidige IHP is gebaseerd op optimaal gebruik maken van de beperkte ruimte tussen lopende kapitaalslasten en de maximale kapitaalslasten die te dekken zijn binnen de begroting. Een korting van 2,2 miljoen op deze investeringsruimte betekent dat een substantieel deel van het IHP niet kan worden uitgevoerd.
100 | Beleidsbegroting
In de Perspectiefnota is daarom opgenomen dit bedrag niet te korten op het budget van Onderwijshuisvesting maar te compenseren. Dit zien we als een maximale risicoreservering. Het Ministerie van OCW, de VNG en de PO-raad zijn op dit moment nog in gesprek of er ook voorwaarden aan deze overheveling van middelen moeten worden verbonden. Momenteel lijkt het erop dat er - met behoud van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting - geen enkele verdere voorwaarden aan deze overheveling naar de scholen zal worden gesteld behalve een verbod op investeren in nieuwbouw en uitbreiding (informatie VNG d.d. 2 september 2013). Het leidt geen twijfel dat de overheveling van middelen wordt doorgevoerd. Als schoolbesturen vrij mogen beslissen waaraan zij het geld besteden, kunnen zij daarvoor doelen kiezen, die momenteel wellicht (deels) worden bekostigd uit gemeentelijke middelen. Dat zou betekenen dat schoolbesturen meer middelen hebben, zonder dat de gemeente daarmee rekening heeft kunnen houden bij de inzet van lokale middelen voor onderwijs. Hetzelfde geldt wanneer onverhoopt en afwijkend van de opvatting van de staatssecretaris zou blijken dat schoolbesturen deze middelen alsnog mogen inzetten voor nieuwbouw en uitbreiding. De gemeente zal met de schoolbesturen in gesprek gaan om voorafgaand aan de feitelijke overheveling afspraken te maken om zo te voorkomen dat schoolbesturen voor dezelfde taken een dubbele vergoeding zouden krijgen (vanuit rijks- en gemeentemiddelen). Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de mogelijkheid dat de scholen het overgehevelde budget gaan inzetten voor taken op het gebied van scholenbouw of dat de scholen de het overgehevelde budget inzetten voor onderwijsbeleid. In het eerste geval zal door de gemeente minder geinvesteerd worden in scholenbouw en wordt aan de schoolbesturen gevraagd het geld beschikbaar te stellen om het IHP uit te voeren. In het tweede geval zal de gemeente, afhankelijk van waar de scholen deze middelen voor inzetten, korten op niet geoormerkte, gemeentelijke middelen die nu naar de scholen gaan (zie voor een overzicht inzet gemeentelijke middelen bijlage 6.7). De gemeente verwacht dat bij het vaststellen van de Rijksbegroting 2015 een definitief besluit genomen zal worden over deze overheveling. Zodra er meer duidelijkheid is zal het college u hierover informeren. Voor het college staat voorop dat de beoogde investeringen in onderwijshuisvesting onverkort doorgang kunnen vinden. Doelen en prestaties bij 7E Onderwijshuisvesting Doel
Prestaties
7E1 Goede kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting
7E1.1 Realisatie van nieuwbouw, uitbreiding en vervanging van lesgebouwen en gymnastieklokalen 7E1.2 In stand houden van de bestaande gebouwenvoorraad door onderhoud en aanpassingen 7E1.3 Uitvoering van de overige wettelijke taken zoals ozb, schadeherstel en bekostiging gymnastiekonderwijs
Effectindicatoren bij 7E Onderwijshuisvesting Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 7E1 Goede kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting 7E1.a Rapportcijfer inwoners voor de hoeveelheid schoolgebouwen
7,5 (2008) 7,5 (2010)
-
7,7
-
7,7
Stadsenquête
7E1.b Rapportcijfer inwoners voor de kwaliteit van schoolgebouwen
6,9 (2008) 7,1 (2010)
-
7,5
-
7,5
Stadsenquête
Kaderstellende beleidsstukken ■ ■ ■ ■ ■ ■
Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs (RV 07.0095) Integraal huisvestingsplan voor het onderwijs 2012-2027 (RV 12.0018) Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Leiden (RV 11.0125) RMC Beleidsplan Zuid-Holland Noord 2011-2014 (Holland Rijnland) Deelverordening tijdelijke subsidieregeling combinatiefuncties (RV 10.0103) Samenwerken aan onderwijskansen, onderwijskansenbeleid in Leiden 2014-2017 (in concept)
Beleidsbegroting | 101
Programmakosten JEUGD EN ONDERWIJS bedragen x € 1.000,OPVOED.ONDERST. EN PREV. JEUGDGEZ. ZORG
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
3.415
3.595
Baten
-12
2015
2016
2017
3.572
3.491
3.489
3.489
-0
-0
-0
-0
-0
3.404
3.595
3.572
3.490
3.488
3.489
Lasten
1.802
1.840
1.892
1.890
1.584
1.584
Baten
0
0
0
0
0
0
1.802
1.840
1.892
1.890
1.584
1.584
Lasten
7.976
9.548
8.958
8.368
6.492
6.491
Baten
-3.058
-4.082
-4.082
-3.901
-2.833
-2.833
4.919
5.467
4.875
4.467
3.658
3.658
Lasten
1.412
964
535
578
650
701
Baten
-47
0
0
0
0
0
1.366
964
535
578
650
701
Lasten
14.363
13.912
13.652
14.046
15.344
15.346
Baten
-427
-414
-482
-428
-2.666
-492
13.936
13.498
13.170
13.618
12.679
14.854
Lasten
28.970
29.860
28.608
28.373
27.558
27.612
Baten
-3.543
-4.496
-4.565
-4.329
-5.499
-3.326
25.427
25.364
24.043
24.044
22.059
24.286
Toevoeging
3.881
3.108
265
181
344
348
Onttrekking
-2.015
-1.881
-1.649
-1.377
-1.199
-1.364
1.865
1.227
-1.384
-1.196
-855
-1.016
27.292
26.591
22.659
22.847
21.204
23.269
Saldo PEUTERSPEELZALEN EN KINDEROPVANG
Saldo ONDERWIJSBELEID
Saldo SPELEN EN OPGROEIEN
Saldo ONDERWIJSHUISVESTING
Saldo Programma JEUGD EN ONDERWIJS
Saldo van baten en lasten Reserves
Mutaties reserves Resultaat
Meerjarenraming
Budgettaire ontwikkelingen De mutaties van de lasten en baten worden onder andere veroorzaakt door indexering van de budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hieronder per beleidsterrein toegelicht. Beleidsterrein 7A Opvoedondersteuning en preventieve jeugd(gezondheids)zorg Het huidige meerjarenbeeld geeft een daling op de lasten te zien van 2013 naar 2014. Dit wordt m.n. verklaard door de laatste tranche Ruimte voor nieuw beleid m.b.t. King for a Day (- € 25.000). Beleidsterrein 7B Peuterspeelzalen en Kinderopvang Bij de 2e bestuursrapportage 2012 is € 100.000 van het voordeel op het peuterspeelzaalwerk eenmalig overgeheveld naar 2013 en ingezet ter financiering van de bouw van de peuterspeelzaal aan de Oppenheimstraat. Dit bedrag valt in 2014 weer weg. Daarentegen is bij de 1e bestuursrapportage 2013 € 54.000 onderbesteding, in verband met efficiencyslag bij de St. Peuterspeelzalen, incidenteel vrijgevallen ten gunste van het jaarresultaat 2013 en dat komt weer terug in 2014. Beleidsterrein 7C Onderwijsbeleid Het huidige meerjarenbeeld geeft een daling op de lasten te zien van 2013 naar 2014 à € 590.000. Een verlaging van € 189.000 wordt veroorzaakt door de toedeling van de overhead. Het restant van € 4 ton wordt grotendeels verklaard door de volgende mutaties; ■ aflopen regeling VSO-ZMOK (- € 110.000) ■ laatste tranche Ruimte voor nieuw beleid met betrekking tot Pedologisch Instituut (- € 28.000) en beleid brede scholen (- € 26.000)
102 | Beleidsbegroting
■ aflopen bruidsschat aan voortgezet onderwijs ten behoeve van de verzelfstandiging (2014 laatste jaar) - € 35.000 ■ stimuleren hoogwaardig taal aanbod (OAB); - € 50.000, invullen taakstelling PPN 2013 ■ in 2013 is € 120.000 eenmalig meegenomen uit 2012 voor het afdekken van het beheerexploitatie risico van de brede school Leiden noord, dat vervalt weer in 2014 ■ een verlaging van € 80.000 wordt veroorzaakt door een per saldo iets lagere raming van het project Combinatiefunctionarissen.Door de vertraging bij de start loopt dit project nu door tot en met 2015. De niet gebruikte middelen zijn in de voorgaande jaren ten gunste van de reserve Combinatiefunctionarissen gebracht, zodat de financiering nu vanuit de reserve kan worden bekostigd. Bij deze begroting is de onttrekking uit de reserve Combinatiefunctionarissen à € 550.000 (2014) en € 300.000 (2015) verwerkt en toegevoegd aan het budget ■ bij Raadsbrief (B&W nr. 13.0074) bent u geïnformeerd over het risico van de beheerexploitatie van de brede school Noord Het Gebouw. In de perspectiefnota 2014 is besloten om voor 2014 en 2015 het voordeel op de kapitaallasten à € 49.000 in te zetten ter dekking van dit risico. Beleidsterrein 7D Spelen en opgroeien De prestatie 7D1.3 'Laten uitvoeren jongerenactiviteiten' is verplaatst naar programma 9 beleidsterrein 9A 'Sociale binding en participatie'. Deze verschuiving verklaart de verlaging op dit beleidsterrein met € 430.000. Beleidsterrein 7E Onderwijshuisvesting Wijzigingen op dit beleidsterrein vloeien voort uit de besluiten met betrekking tot de verdeling van de eenmalige voorzieningen, cq. de programmakosten 2013 e.v. (B&W besluitnr. 12.1097) en de kapitaalasten voortvloeiend uit het Integraal huisvestingsplan (IHP) voor het onderwijs. De incidentele bijdrage aan de investering voor het Marecollege à € 320.000 in 2013, veroorzaakt een lagere begroting in 2014. Reserves De bestemming van het resultaat van de jaarrekening 2012 (Rv 13.0061) heeft in 2013 geresulteerd in; ■ een eenmalige storting in de reserve kapitaallasten Da Vinci van € 1.670.000. ■ een toevoeging aan de reserve Onderwijshuisvesting (Nuon) van € 1.322.000 van de Escrow-middelen. In 2014 wordt per saldo € 1,4 miljoen onttrokken aan de diverse reserves. De onttrekking aan de ‘reserve vastgoedexploitatie BSLN’ bedraagt per saldo € 352.000. Dit heeft te maken met toename van de kapitaallasten van de investering, doordat de oplevering van Het Gebouw in 2013 heeft plaatsgevonden. In het meerjarenbeeld is voor 2014 m.b.t. de combinatiefunctionarissen een onttrekking geraamd van € 655.000. Door de vertraging bij de start loopt dit project nu door tot en met 2015. De niet gebruikte middelen zijn in de voorgaande jaren ten gunste van de reserve Combinatiefunctionarissen gebracht, zodat de financiering nu vanuit de reserve kan worden bekostigd. Voorgesteld wordt om bij deze begroting de onttrekking uit de reserve Combinatiefunctionarissen te verhogen met € 550.000 (tot € 655.000 in 2014) en € 300.000 (tot € 405.000 in 2015), waardoor het project voortgezet kan worden. Voortvloeiend uit raadsbesluit 12.0018 actualisatie IHP 2012-2027 is de onttrekking uit de reserve onderwijshuisvesting (ten behoeve van de dekking van de OZB) in 2014 nog € 72.000. Dat is € 139.000 minder dan in 2013. De onttrekkingen uit de reserve onderwijshuisvesting NUON betreffen de kapitaallasten die voortvloeien uit de investeringen ten laste van deze reserve. Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.7 Toelichting reserves programma 7. RESERVES PROGRAMMA 7 bedragen x € 1.000,Reserve vastgoedexploitatie BSLN
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
302
65
183
181
179
183
Onttrekking
-1.091
-273
-535
-528
-520
-520
Saldo reserve kap. lasten Da Vinci
Saldo
-789
-208
-352
-347
-341
-337
Toevoeging
519
1.670
0
0
0
0
Onttrekking
-519
-289
-289
-289
-289
-289
0
1.381
-289
-289
-289
-289
Beleidsbegroting | 103
RESERVES PROGRAMMA 7 bedragen x € 1.000,reserve combinatiefuncties
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-5
-210
-655
-405
0
0
-5
-210
-655
-405
0
0
Toevoeging
259
51
52
0
0
0
Onttrekking
0
-210
-72
0
0
0
259
-159
-20
0
0
0
Toevoeging
2.800
1.322
30
0
165
165
Onttrekking
-400
-900
-63
-122
-357
-523
2.400
422
-33
-122
-192
-358
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
-35
-34
-33
-32
0
0
-35
-34
-33
-32
1.865
1.227
-1.384
-1.196
-855
-1.016
Saldo reserve onderwijshuisvesting
Saldo reserve onderwijshuisvesting (Nuon)
Saldo reserve kap. lasten gymzaal binnenstad
Saldo RESERVES PROGRAMMA 7
Investeringen In het volgende overzicht staan de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2014-2017. In paragraaf 5.2.3 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten. Een toelichting op de investeringen in jaarschijf 2014 is opgenomen in het prestatieoverzicht 2014-2017 bij de betreffende prestatie. Prestatie
Omschrijving investering
2014
2015
2016
2017
7D1.1 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte
Speeltuinen 2014-2017
353
543
406
402
7E1.2 In stand houden van de bestaande gebouwenvoorraad door onderhoud en aanpassingen
De Sleutelbloem Boshuizerkade 119
2.610
-
-
-
Gymzaal Driestar, Dieperhout
1.200
-
-
-
Herhuisvesting Pacelli
1.753
-
-
-
Nieuwbouw Da Vinci Kagerstraat
2.811
-
-
-
-
-
8.950
-
1.754
-
-
-
-
2.537
-
-
Gymnastiek Oppenheimstraat 4
904
-
-
-
Gymnastiekzaal Bao binnenstad
1.004
-
-
-
566
282
449
-
12.955
3.362
9.804
402
Nieuwbouw Leonardo college incl. twee gymzalen Teldersschool Telderskade 46/48 Visser 't Hooft college uitbreiding 7E1.3 Uitvoering van de overige wettelijke taken zoals OZB, schadeherstel en bekostiging gymnastiekonderwijs
Specifiek locatiegebonden kosten 2014-2016 Totaal programma 7
Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht Subsidie saldo
subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
9.843.029
10.185.186
Onderwijsbeleid + € 130.000 De laatste tranche van Ruimte voor nieuw beleid veroorzaakt een daling op de subsidie op het Pedologisch Instituut van in totaal € 28.000. Daartegenover staat de tijdelijke verhoging van de subsidie aan de brede school
104 | Beleidsbegroting
Leiden Noord à € 49.000 ter dekking van het risico op de beheersexploitatie van Het Gebouw (PPN 2014). Het subsidiebudget voor het project combinatiefunctionarissen is ca. € 60.000 hoger, dit wordt gedekt door een onttrekking uit de reserve Combinatiefunctionarissen. De invulling van de taakstelling op onderwijskansenbeleid (PPN 2013) veroorzaakt een verlaging op de subsidie van € 50.000. Ook is er een correctie doorgevoerd op de subsidiekostensoorten, waardoor binnen het beleidsveld een verschuiving is ontstaan tussen de budgetten voor subsidies en overige kosten (o.a. budget voor monitoring). Opvoedondersteuning en preventieve jeugd gezondheidzorg + € 171.000 Het verschil op ‘Opvoedondersteuning en preventieve jeugdzorg' wordt met name veroorzaakt door de taakmutatie met betrekking tot de transitiemiddelen voor de Jeugdzorg (3D). Tegelijkertijd is voor de coördinatie van de centra voor Jeugd en Gezin een subsidiebedrag opgenomen ten laste van het budget voor overige kosten. Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
Beleidsbegroting | 105
8
Cultuur, sport en recreatie
106 | Beleidsbegroting
Cultuur, sport en recreatie Programmanummer
8
Commissie
Onderwijs en Samenleving
Portefeuille(s)
Cultuur, Werk en Inkomen Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Cultuur, sport en recreatie luidt: Cultuur, cultuurhistorie, sport, recreatie en evenementen zijn belangrijk voor de sociale structuur van de stad. Cultuur, cultuurhistorie en evenementen zijn van grote waarde voor de versterking van de positie van Leiden in de regio Randstad. Het aanbod van voorzieningen zal toegankelijk zijn om de ontwikkeling en ontspanning van inwoners te verzekeren en, voor wat betreft cultuur, cultuurhistorie en evenementen, onderscheidend om de centrumfunctie voor bezoekers te benutten.
Inleiding Beleidsterrein 8A Cultuur Cultuur is van grote waarde voor de stad. Cultuur vormt een belangrijke factor die bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de stad, aan het woonklimaat voor de burgers, aan het vestigingsklimaat voor ondernemers en aan de aantrekkingskracht voor talentvolle bewoners en voor bezoekers. Cultuur en kennis zijn de belangrijkste pijlers van ‘Leiden stad van ontdekkingen’. Cultuur is verder van grote invloed op een aantal stedelijke ontwikkelingen zoals het programma Binnenstad, de citymarketing met de stadspartners en het Visitor Centre, de ontwikkeling van het ‘Cultuurkwartier’ en het evenementenbeleid. Doelen en prestaties bij 8A Cultuur Doel
Prestaties
8A1 Een breed en divers cultuuraanbod met meer kwaliteit en vernieuwing en een regionaal en/of nationaal bereik
8A1.1 Doen aanbieden van een breed en divers kunst- en cultuurprogramma door de gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen 8A1.2 Nieuwbouw Muziekcentrum de Nobel 8A1.3 Exploitatie Museum De Lakenhal 8A1.4 Restauratie en nieuwbouw Museum De Lakenhal
8A2 Culturele levendigheid en culturele identiteit van de (binnen)stad
8A2.1 Doen bevorderen van de culturele levendigheid van de (binnen)stad door met de gemeentelijke en/of gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen afspraken te maken over: 1. het gebruik van stad als podium, 2. het ontwikkelen van het Cultuurkwartier als kloppend hart, 3. het verbinden van cultuur met kennis en historie 8A2.2 Meer plek en aandacht creëren voor beeldende kunst in de openbare ruimte 8A2.3 Beschikbaar stellen van incidentele subsidie voor bijzondere kunst- en cultuurprojecten en -initiatieven
8A3 Culturele ontwikkeling die past bij Leiden, Stad van ontdekkingen
8A3.1 Doen aanbieden van een breed en diverse cultuureducatief programma door de gemeentelijke en/of gesubsidieerde kunst- en cultuureducatie-instellingen
Beleidsbegroting | 107
8A3 Culturele ontwikkeling die past bij Leiden, Stad van ontdekkingen
8A3.2 Afspraken maken met de gemeentelijke en/of gesubsidieerde kunst- en cultuureducatie-instellingen over: 1. speciale aandacht voor de ontdekking en ontwikkeling van talent en 2. speciale aandacht voor jongeren, kenniswerkers en expats 8A3.3 Bevorderen van een productieklimaat waarin makers en amateurkunst zichtbaar zijn in de stad
8A1.1 Doen aanbieden van een breed en divers kunst- en cultuurprogramma door de gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen Door het intensieve contact met de culturele instellingen, de inzet van de Cultuurmakelaar en de financiële ondersteuning vanuit de gemeente zal het cultuuraanbod in Leiden een divers aanbod kennen, van kwaliteit zijn, regelmatig een vernieuwend karakter hebben en veelal een regionaal en soms zelfs nationaal bereik kennen. Voor wat betreft de financiële ontwikkelingen bij Stadspodia Leiden het volgende: op verzoek van de gemeente heeft Stadspodia een ingrijpend verbeterplan in uitvoering om de kosten substantieel te reduceren en de inkomsten waar mogelijk te verbeteren. Het verbeterplan gaat o.a. uit van een beperking van de omvang van de programmering, een reductie van de personele bezetting en diverse maatregelen om het inverdienvermogen te vergroten. De totale ombuigingen in het verbeterplan bedragen ongeveer € 330.000. Ten behoeve van het vasthouden van bezoek bij stijgende prijzen, is verbetering van de ontvangst in de Schouwburg dringend gewenst. Uit de quick-scan blijkt dat een beperkte (foyer)uitbreiding haalbaar is. Het college zal hiervoor separaat een voorstel aanbieden. Deze investering kan gefinancierd worden uit de aanvullende dotatie aan de betreffende NUON-reserve. (zie paragraaf 'Programmakosten'). Het reeds eerder gereserveerde miljoen kan daardoor (conform toezegging aan de raad) beschikbaar blijven als risico-reserve voor de uitbreiding van de Lakenhal. BplusC is gevraagd om aanvullende maatregelen te treffen om de financiële doelstellingen te behalen. Zo nodig worden enkele prestaties niet of met een lagere ambitie uitgevoerd. Ook wordt onder andere ten behoeve van de taakstelling op Cultuur vanaf 2016 gekeken naar het profijtbeginsel. In het najaar van 2013 is de visie, beleidsplan en meerjarenbegroting van BplusC gereed gekomen. Hierbij zullen ook de vraagstukken rond huisvesting en bibliotheekvernieuwing betrokken worden. Gezien de taakstellingen bij BplusC in de jaren 2014 en verder is het van groot belang dat het doel van een structureel positief jaarresultaat ad € 250.000 wordt behaald. Dit doel zal, ondanks moeilijke economische omstandigheden, in 2014 alsnog (in plaats van in 2013) behaald worden. 8A1.2 Nieuwbouw Muziekcentrum de Nobel In 2014 zal de nieuwbouw Muziekcentrum de Nobel worden afgerond en zal het nieuwe muziekcentrum haar deuren openen. Het LVC richt zich de eerste helft 2014 op de voorbereiding van de opening en het weer inrichten van een organisatie nadat het poppodium een jaar is dicht geweest door het vertrek uit Breestraat 66. 8A1.3 Exploitatie Museum De Lakenhal Van 2010 tot en met 2013 zijn budgetten voor programmering (€ 200.000) en vast personeel (€ 130.000) beschikbaar gesteld voor Museum De Lakenhal. Deze budgetten waren helaas incidenteel gedekt en vervallen derhalve. Het met ingang van 2014 wegvallen van het budget voor vast personeel kan intern opgevangen worden door lagere lasten tijdens de restauratie en uitbreiding. Om actief en zichtbaar te blijven, en om fondsen, particulieren en bedrijven bereid te vinden om bij te dragen aan projecten en tentoonstellingen tijdens de periode 2014-2016, is het noodzakelijk om jaarlijks over € 100.000 programmageld te beschikken. Uit ervaring blijkt dat het beschikbare programmageld door matching verviervoudigd kan worden. Er is binnen het budget van Museum De Lakenhal geen ruimte om het wegvallen van het programmageld op te vangen. Bij de Perspectiefnota 2014-2017 is derhalve besloten programmageld ad € 100.000 beschikbaar te stellen gedurende de jaren 2014, 2015 en 2016 zodat het museum ook in die jaren van verbouwing actief kan blijven. In deze begroting wordt tevens voorgesteld vanaf 2017 (na oplevering restauratie) de noodzakelijke € 200.000 per jaar voor tentoonstellingen en programmering beschikbaar te stellen. Dit is een voorwaarde om deze winter een uitvoeringsbesluit met een haalbaar bedrijfsplan te kunnen voorleggen aan de raad. 8A1.4 Restauratie en nieuwbouw Museum De Lakenhal Op 31 mei 2012 is het Kaderbesluit restauratie en uitbreiding Museum De Lakenhal (RV 12.0042) genomen. Sindsdien is hard gewerkt om de kaders uit te werken. Dit is een complex proces waarin vele (deel)onderzoeken en procedures goed op elkaar afgestemd moeten worden, binnen het kaderstellende budget voor de investering. Bij het kaderbesluit is een fors aantal uit te werken opdrachten en kaders meegegeven. Hierin moeten vele sub-disciplines zowel de restauratie, als de gewenste nieuwbouw en de exploitatie op elkaar afstemmen. Ruimtelijke procedures en selectie van de architect lopen daarin gelijk op met bouwkundige inventarisaties van o.a. restauratiebehoefte en achterstallig onderhoud. Najaar 2013 wordt de architectenselectie bekend gemaakt. Deze zal onder andere duidelijkheid moeten verschaffen
108 | Beleidsbegroting
over de (on)mogelijkheid om de 'opties' uit het programma van eisen (waaronder publiekszaal en ambtenarenhuisvesting) binnen ruimtelijk en budgettair kader op te lossen. 8A2.1 Doen bevorderen van de culturele levendigheid van de (binnen)stad door met de gemeentelijke en/of gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen afspraken te maken over: 1. het gebruik van stad als podium, 2. het ontwikkelen van het Cultuurkwartier als kloppend hart, 3. het verbinden van cultuur met kennis en historie De culturele instellingen benutten meer dan ooit de (binnenstad) als cultureel podium. De Leidse Cultuurweken “Signatures”, is hier een goed voorbeeld van. Ook komend jaar zullen wij met de gemeentelijke en/of gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen afspraken maken over voortzetting en uitbreiding van deze activiteiten. Met o.a. het Kunst- en Kennisfestival, maar ook de Wetenschapsroute zal kennis, cultuur en historie in samenhang worden gepresenteerd. 8A2.2 Meer plek en aandacht creëren voor beeldende kunst in de openbare ruimte Voorbereidingen zijn getroffen om komend jaar op een aantal plekken in de stad kunst tijdelijk te kunnen presenteren. Daarbij zal ruimte voor diverse uitingsvormen (zoals beelden; projecties; schilderingen) van tijdelijke presentaties aan kunstenaars beschikbaar worden gesteld. De initiatieven van de Stichting Beelden in Leiden zullen ook komend jaar weer worden ondersteund. 8A2.3 Beschikbaar stellen van incidentele subsidie voor bijzondere kunst- en cultuurprojecten en -initiatieven Op basis van de op 30 mei 2013 door de Raad vastgestelde deelverordening Cultuursubsidies zullen ook in 2014 diverse culturele activiteiten en evenementen financieel mogelijk worden gemaakt. 8A3.1 Doen aanbieden van een breed en diverse cultuureducatief programma door de gemeentelijke en/of gesubsidieerde kunst- en cultuureducatie-instellingen In 2014 zal het cultuur-educatief programma Museum en School door de Museumgroep Leiden, BplusC en Kunstgebouw Zuid-Holland in samenwerking met scholen in Leiden en de regio worden doorontwikkeld. Dit gebeurt in het kader van de subsidieregeling Cultuureducatie met kwaliteit van het Fonds cultuurparticipatie welke subsidie door de gemeenten in Holland Rijnland worden gecofinancierd. Begin 2014 zal onderzoek worden gedaan naar de stand van zaken op het gebied van cultuureducatie. Aan de raad zal gerapporteerd worden over de resultaten op dit gebied. 8A3.2 Afspraken maken met de gemeentelijke en/of gesubsidieerde kunst- en cultuureducatie-instellingen over: 1. speciale aandacht voor de ontdekking en ontwikkeling van talent en 2. speciale aandacht voor jongeren, kenniswerkers en expats In 2014 wordt in overleg getreden met culturele instellingen om de taakstelling op het gebied van cultuur vanaf 2016 ingevuld te krijgen. Uitgangspunten zijn de Cultuurnota en het profijtbeginsel. 8A3.3 Bevorderen van een productieklimaat waarin makers en amateurkunst zichtbaar zijn in de stad Op basis van de op 30 mei 2013 door de Raad vastgestelde deelverordening Cultuursubsidie, waarin het opgenomen het Leidse Makers Stipendium, zullen makers financieel in staat worden gesteld om voor een periode van 3 jaar verrassende activiteiten te realiseren. Mede door een financiële bijdrage van de gemeente en de medewerking van BplusC (Centrum Amateurkunst Leiden) en Stadspodia Leiden ontwikkelt het Leids Amateurkunst Festival zich tot een toonaangevend amateurkunst evenement. Effectindicatoren bij 8A Cultuur Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
Bron 2016
2017
Doel 8A1 Een breed en divers cultuuraanbod met meer kwaliteit en vernieuwing en een regionaal en/of nationaal bereik 8A1.a Aantal culturele bezoeken door Nederlanders aan Leiden (x 1.000)
670 (2009) 794 (2010) 872 (2011)
750*
700*
750*
800
CVO
8A1.b Percentage Leidenaren dat per jaar een culturele voorstelling of voorziening bezoekt
78% (2011)
-
70%*
-
80%
Stadsenquête
8A1.c Aantal bezoeken aan gemeentelijke en/of gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen (x 1.000)
205 (2010) 207 (2011)
180*
170*
180*
200
Jaaropgave culturele instellingen
8A1.d Rapportcijfer van Leidenaren voor de kwaliteit van concerten en voorstellingen
7,2 (2011)
-
7.5
-
7,5
Stadsenquête
8A1.e Rapportcijfer van Leidenaren voor de variatie in het aanbod van concerten en voorstellingen
7,1 (2011)
-
7,0*
-
7,5
Stadsenquête
Doel 8A2 Culturele levendigheid en culturele identiteit van de (binnen)stad
Beleidsbegroting | 109
Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
8A2.a Percentage Leidenaren dat vindt dat er genoeg te beleven valt in de binnenstad van Leiden
76% (2011)
-
70%*
-
80%
Stadsenquête
8A2.b Rapportcijfer voor de levendigheid van de binnenstad
7,3 (2011)
-
7,5
-
7,5
Stadsenquête
-
45%
-
45%
Stadsenquête
Doel 8A3 Culturele ontwikkeling die past bij Leiden, Stad van ontdekkingen 8A3.a Percentage Leidenaren dat actief participeert in kunst en cultuur
43% (2011)
* De streefcijfers worden tijdelijk naar beneden bijgesteld op grond van verschillende programma-aanbod remmende factoren. De BV Stadspodia Leiden hebben behoorlijk in de omvang van het programma moeten snijden (zie ook de toelichtende teksten bij prestatie 8A1.1 en de paragraaf Programmakosten), binnen enkele jaren sluiten het Rijksmuseum van Oudheden, Naturalis en De Lakenhal enige tijd i.v.m. ingrijpende verbouwingen, het LVC heeft tot medio 2014 geen reguliere programmering en het theater Ins Blau heeft een kleinere programmering dan het in 2012 gesloten LAK-theater.
Beleidsterrein 8B Cultureel erfgoed Erfgoed Leiden en OmstrekenOp het beleidsterrein Cultureel Erfgoed heeft zich in 2013 een belangrijke ontwikkeling voorgedaan: de samenvoeging van het Regionaal Archief Leiden, Team Monumenten & Archeologie met de kennis van het fysieke erfgoed van Leiden (monumenten, archeologie, historische structuren) en Molen de Valk tot één integraal erfgoedcentrum. Erfgoed Leiden en Omstreken is op 1 juni 2013 officieel van start gegaan. De toekomstvisie van Leiden, stad van ontdekkingen, steunt op de pijlers Internationale kennis en Historische cultuur. Het Leidse verleden wordt duurzaam ingezet als onderscheidende kracht. Dit draagt tevens bij aan de doelstellingen van het programma Binnenstad. De landelijke Visie Erfgoed en Ruimte, de Modernisering van Monumentenzorg, de wijzigingen in de Archiefwet en de provinciale Cultuurvisie (erfgoed) werken door in lokaal beleid. Nieuwe ErfgoednotaIn 2013 wordt een nieuwe erfgoednota voorbereid en ter besluitvorming aangeboden aan de Raad. De nota wordt voorbereid in een actief en interactief proces met de stad en stadspartners. De nieuwe Erfgoednota sluit aan bij kaders zoals de toekomstvisie van Leiden, stad van ontdekkingen en de Cultuurnota. Uiteraard kan het nieuwe erfgoedbeleid pas worden verwerkt in de programmabegroting voor 2015. LimesDe Nederlandse Limes (Romeinse rijksgrens) wordt voorgedragen voor de Unesco werelderfgoed status (vermoedelijk 2017). De aanvraag wordt in de komende jaren voorbereid. Het Archeologisch rijksmonument Matilo (inmiddels Archeologisch Park Matilo) zal deel uitmaken van de Unescoaanvraag. Langs de Nederlandse Limes wordt vanuit landelijk en provinciaal beleid de komende jaren reeds actief ingezet op het vergroten van het publieksbereik, inclusief middelen. Leiden vormt één van de zes knoopgemeenten langs de Nederlandse Limes en heeft in het kader van de stimuleringsmiddelen een aanvraag ingediend. De aanvraag betreft € 165.000, maar het gemiddelde beschikbare (eenmalige) budget per knoop is € 80.000. Indien (een deel van) de aanvraag wordt gehonoreerd dan worden deze incidentele middelen conform het ingediende plan in 2014 en 2015 besteed aan het vergroten van het publieksbereik rondom Limes Leiden en omstreken. Dit heeft betrekking op infrastructuur, programmering, promotie en verbinding/samenwerking. Doelen en prestaties bij 8B Cultureel erfgoed Doel
Prestaties
8B1. Het Leids verleden wordt duurzaam ingezet als onderscheidende kracht: kennis en collecties op het gebied van cultureel erfgoed zijn bruikbaar voor diverse groepen en het cultureel erfgoed wordt behouden voor toekomstige generaties
8B1.1 Exploitatie en beheer Erfgoed Leiden en Omstreken 8B1.2 Exploitatie en beheer Molen de Valk 8B1.3 Toezicht en handhaven monumenten
8B1.1 Exploitatie en beheer Erfgoed Leiden en Omstreken Nu Erfgoed Leiden en Omstreken een feit is zullen de jaren 2014 en verder in het teken staan van het verder ontwikkelen van de instelling.De instelling kreeg de volgende opdracht mee: Erfgoed Leiden en omstreken brengt kennis van het verleden bij elkaar en maakt deze bruikbaar voor iedereen vanuit de overtuiging dat erfgoed bijdraagt aan de kwaliteit van de moderne leefomgeving. De integratie van collecties en kennis zodat het verhaal van Leiden en omstreken integraal verteld kan worden is het speerpunt voor 2014. Bij het vormgeven van de diverse nieuwe producten (website, lespakketten, tentoonstellingen) zal per product bekeken worden hoe de wensen van een specifieke doelgroep verwerkt kunnen worden. Het gaat telkens om maatwerk. Alles wat binnen de instelling gebeurt moet uiteindelijk ten dienste staan van het bij elkaar brengen en voor iedereen bruikbaar maken van kennis.
110 | Beleidsbegroting
Dat betekent dat bij de taakuitvoering het accent sterker gelegd gaat worden op de beleving van de collecties. Er wordt geïnvesteerd in het vergaren en verspreiden van kennis. Een voorbeeld: op langere termijn (3-4 jaar) moet de vraag hoe om te gaan met erfgoed (kennis) stevig verankerd zitten aan de voorkant van het planproces (verspreiding kennis). Daar waar Erfgoed Leiden een begeleidende of controlerende rol kan pakken, in plaats van werk zelf uit te voeren of uitgebreid te adviseren, zal daarvoor gekozen worden, bijvoorbeeld bij het opnieuw vormgeven van de archiefinspectie. Een speerpunt bij het integreren van kennis en collecties is het samenvoegen van de websites van de voorgangers van Erfgoed Leiden. In 2014 en verder zal geïnvesteerd worden in het samenvoegen van databases en het bieden van toegangen op de vragen wie, wat, waar en wanneer. Daarbij wordt veel meer aandacht aan visuele toegang besteed dan voorheen (kaart, datavisualisatie). Uitgangspunten zijn: zo veel mogelijk digitaliseren, zo veel mogelijk (openbare) data ‘open’ beschikbaar stellen voor (her)gebruik en het realiseren van optimale dienstverlening voor verschillende gebruikers. De begeleiding van onderzoek zal zich meer richten op het bieden van faciliteiten aan bezoekers zonder specifieke vraag, op het bieden van een online werkomgeving en het bieden van generieke onderzoekshulp (onderzoeksgids i.p.v. individuele begeleiding). Op het gebied van erfgoededucatie wordt ingezet op het vertellen van een integraal verhaal, met gebruikmaking van alle soorten collecties. De mogelijkheden van co-creatie met partners in stad en land zullen verder worden uitgebreid: gevelstenenwerkgroep, crowdsourcing, etc. Ook de samenwerking binnen Europa (Apex, Europeana, contacten met Norwich) en met private partners wordt nadrukkelijk gezocht om meer mogelijk te maken dan de budgetten toelaten. De inspanningen in Programma Binnenstad (winkelpuien) worden voortgezet. De huur van het Archeologisch Centrum is per 01-01-2015 opgezegd. Dat betekent dat in 2014 de plannen om de archeologen op de Boisotkade te kunnen huisvesten uitgevoerd moeten worden. De depotruimte elders zal ook uitgebreid moeten worden. Hiermee is nog geen oplossing gevonden voor de huisvesting van de publiekstaak Archeologisch Centrum en de huisvesting van de publiekstaken educatie en archief die in een verouderde ruimte plaatsvinden. In 2014 worden hier nadere ideeën voor ontwikkeld. Of deze ideeën ook kunnen worden uitgevoerd hangt af van de benodigde financiën. 8B1.3 Toezicht en handhaven op monumenten Voor het toezicht en handhaven op monumenten wordt er vanuit de afdeling Handhaving capaciteit ingezet. De activiteiten waarop onder andere ingezet worden zijn het onderzoeken van klachten en meldingen en verzoeken tot handhaving. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het stoplichtenmodel om de prioriteit vast te stellen. Constructieve – en brandveiligheid, monumenten (Binnenstad) en asbest hebben hierbij de hoogste prioriteit. Tevens wordt rekening gehouden met bestuurlijke wensen. Er wordt zowel een preventieve al proactieve rol vervuld. Effectindicatoren bij 8B Cultureel erfgoed Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
Bron 2016
2017
Doel 8B1 Het Leids verleden is duurzaam ingezet als onderscheidende kracht; kennis en collecties op het gebied van cultureel erfgoed zijn bruikbaar; cultureel erfgoed is behouden voor toekomstige generaties 8B1.a Percentage Leidenaren met belangstelling voor cultureel erfgoed
begin sept beschikbaar (2013)
-
60%
-
60%
Stadsenquete
8B1.b Aantal bezoekers Archeologisch Centrum
5.224 (2010) 7.205 (2011)
7.000
-
-
-
ELeO
8B1.c Aantal bezoeken websites * 1.000
235 (2010) 370 (2011) 400 (2012)
425
450
500
500
ELeO
8B1.d Aantal bezoekers Boisotkade
7.250 (2010) 6.800 (2011) 7.244 (2012)
7.000
7.000
7.000
7.000
ELeO
Beleidsterrein 8C Sport Eind 2012 is de Sportnota Verleiden tot bewegen 2013 - 2018 door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin staan de sportambities geformuleerd voor de komende jaren op het gebied van de sportaccommodaties, de verenigingsondersteuning en de sportstimulering. Deze ambities zijn vertaald in doelen die zijn opgenomen in een uitvoeringsprogramma waar ze zijn voorzien van een budgettaire vertaling en een tijdsplanning. De belangrijkste doelstelling is dat in 2016 meer Leidenaren gaan sporten en bewegen en dat 75 % van de Leidenaren voldoet aan de beweegnorm.
Beleidsbegroting | 111
In de Sportnota is als integraal onderdeel een sportaccommodatieplan opgenomen voor de periode 2013 – 2025 waarin alle noodzakelijke investeringen voor de sport zijn opgenomen inclusief de benodigde dekking. Het gaat in totaal om een investeringsruimte van bijna € 35.000.000. Voor de sportaccommodaties zijn ook beheerplannen Groot en Klein Onderhoud opgesteld die binnen de sportbegroting worden gedekt. Er wordt afgezien van het realiseren van extra hockeyvelden buiten het bestaande sportareaal, omdat dit om fysieke redenen niet mogelijk is. De ruimte voor de uitbreiding van de bestaande hockeyvelden zal worden gevonden door het gebruik maken van de onderbesteding van andere sportvelden zoals bij korfbal en voetbal. Voor de renovatie van de ijshal wordt een investeringsbedrag beschikbaar gesteld van € 4.000.000. De gemeente zal echter niet het eigendom, het beheer en de exploitatie van de ijsbaan overnemen. Er wordt een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om de bouw van een nieuw binnenzwembad aan de Vliet te combineren met de handhaving van het bestaande 50 meter buitenbad en een ligweide. Als dat niet mogelijk is zal de nieuwbouw van het Vijf Meibad op een andere plaats worden gerealiseerd met gelijktijdige handhaving van het zwembad De Vliet. Het aantal sporthallen zal beperkt worden uitgebreid. In het Dieperhout wordt in combinatie met het onderwijs een aantal gekoppelde gymzalen gebouwd die in de avonduren en de weekenden door de sport kunnen worden gebruikt. De Vijf Meihal zal worden vervangen in combinatie met de nieuwbouw van (de benodigde gymzalen) van het Leonardo College. Op termijn zal hierdoor de Drie Oktoberhal kunnen sluiten. Bij het toekomstige gebruik van de sportvelden zal het meervoudig gebruik van de sportvelden worden gestimuleerd door kunstgras aan te leggen en extra verlichting aan te brengen. De gemeente stimuleert de sportbeoefening van alle Leidenaren met een extra inspanning voor bepaalde doelgroepen zoals jeugd, ouderen en mensen met een beperking. De combinatiefunctionarissen en de consulent voor sport voor mensen met een beperking spelen hierbij een belangrijke rol. Sportverenigingen spelen een essentiële rol bij het aanbieden van een breed en kwalitatief goed sportpakket. Sport is ook per definitie het werkterrein van de vrijwilligers. De gemeente ondersteunt de (sport)verenigingen omdat zij een aantal belangrijke maatschappelijke functies vervullen. Sport is leuk om te doen, levert een positieve bijdrage aan de gezondheid, draagt bij aan de sociale participatie, zorgt voor sociale cohesie en heeft een opvoedende functie. Doelen en prestaties bij 8C Sport Doel
Prestaties
8C1 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve sportvoorzieningen
8C1.1 Exploiteren, beheren en onderhouden van de gemeentelijke sportaccommodaties (sporthallen, zwembaden, sportvelden, tennisbanen en overige sportaccommodaties) 8C1.2 Uitvoering geven aan het sportaccommodatieplan v.w.b. de jaarschijf 2014
8C2 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve ondersteuning van sportverenigingen
8C2.1 Organiseren van cursussen en scholingen voor sportverenigingen 8C2.2 Ondersteunen van sportverenigingen in het werven en begeleiden van vrijwilligers 8C2.3 Verstrekken van subsidies sportevenementen
8C3 Voldoende sportstimuleringsactiviteiten voor Leidenaren
8C3.1 Organiseren van kennismakingscursussen voor volwassenen 8C3.2 Organiseren van kennismakingscursussen schoolsport 8C3.3 Organiseren van scholingen bestuurkader sportverenigingen 8C3.4 Verstrekken van sportstimuleringssubsidies
8C1.1 Exploiteren, beheren en onderhouden van de gemeentelijke sportaccommodaties bestaande uit sporthallen, zwembaden, sportvelden, tennisbanen en overige sportaccommodaties De sportaccommodaties bestaan uit sporthallen, zwembaden, sportvelden, tennisbanen en overige sportaccommodaties. Deze prestaties, gericht op een effectief en efficiënt gebruik, werden tot en met medio 2013 gedaan door het Sportbedrijf Leiden. Hiervoor werd met het Sportbedrijf een managementcontract afgesloten. Anders dan in voorgaande jaren is niet langer sprake van een intern verzelfstandigde organisatie Sportbedrijf (en dus van een managementcontract) maar is het Sportbedrijf meer regulier onderdeel geworden van de gemeentelijke organisatie doordat het als onderdeel is toegevoegd aan de afdeling Realisatie. In de loop van 2014 zal het Sportbedrijf gereorganiseerd worden: het onderhoud van de buitenruimte wordt overgedragen aan Stedelijk Beheer (01.01.2014), het eigendom en onderhoud buitenschil wordt overgedragen aan VAG (01.01.2015) en er wordt een team Sport gecreëerd waarin sportstimulering, breedtesport en topsport, sportbeleid en de schoolsport opgaan. Dit team zal als onderdeel worden toegevoegd aan de afdeling Realisatie. In de loop van 2014 zal aan de gemeenteraad een voorstel worden gedaan om de exploitatie van sporthallen en zwembaden onder ten brengen in een aparte werkorganisatie. 8C1.2 Uitvoering geven aan het sportaccommodatieplan v.w.b. de jaarschijf 2014
112 | Beleidsbegroting
In 2013 is als integraal onderdeel van de sportnota een sportaccommodatieplan opgenomen voor de periode 2013 – 2025 waarin alle noodzakelijke investeringen voor de sport zijn opgenomen. Voor de sportaccommodaties zijn ook beheerplannen Groot en Klein Onderhoud opgesteld die binnen de sportbegroting worden gedekt. De jaarschijf 2014 zal worden uitgevoerd. De vervanging van de machines van het Sportbedrijf maakt daar deel van uit. Concreet zullen volgens het uitvoeringsplan, jaarschijf 2014, verder de navolgende acties worden genomen: ■ aanleg van gezamenlijk kunstgrastrainingsveld UVS/Lugdunum; ■ creëren van extra trainingscapaciteit voor Docos door extra verlichting; ■ vergroten multifunctioneel karakter/samenvoegen deelcomplexen sportparken; ■ vervangen van gras door kunstgras, in een aantal gevallen maakt dit onderdeel uit van een breder proces zoals herinrichting van een sportpark; ■ onderzoek LEDverlichting afgerond, stimuleren overige maatregelen Groene Sport; ■ inventarisatie van de mogelijkheden tot optimalisatie van de ruimtelijke indeling van sportparken; ■ waar mogelijk accommodaties geschikt maken voor topsport; ■ sturing geven bij de oplossing van het vraagstuk tekort hockey en tennis vs. onderbespeling bij andere sporten; ■ haalbaarheidsonderzoek Wijksportparken; ■ gebruik van velden en accommodatie door de wijk. 8C2 en 8C3 Sportstimuleringsactiviteiten Bij de doelen 8C2 en 8C3 zijn een aantal prestaties op het gebied van de sportstimulering benoemd. Het betreft hier: 8C2.1 Organiseren van cursussen en scholingen voor sportverenigingen 8C2.2 Ondersteunen van sportverenigingen in het werven en begeleiden van vrijwilligers 8C2.3 Verstrekken van subsidies sportevenementen 8C3.1 Organiseren van kennismakingscursussen voor volwassenen 8C3.2 Organiseren van kennismakingscursussen schoolsport 8C3.3 Organiseren van scholingen bestuurkader sportverenigingen 8C3.4 Verstrekken van sportstimuleringssubsidies Een van de belangrijkste doelstellingen in de sportnota is het verhogen van het aantal sportende Leidenaren de komende jaren. Alle instrumenten en activiteiten die hiertoe bijdragen (cursussen, subsidies, verenigingsondersteuning) worden zo intensief mogelijk ingezet. Met uitzondering van de subsidieverstrekking worden deze prestaties gedaan door het Sportbedrijf Leiden. Zie voor de gewijzigde positie van het Sportbedrijf bij 8C1.1. Concreet zullen volgens het uitvoeringsplan, jaarschijf 2014, verder de navolgende acties worden genomen: ■ Fair Play: convenant, is reeds in 2013 gestart met informatiebijeenkomsten; ■ voorstel voortzetting combinatiefuncties (in samenwerking onderwijs); ■ bevorderen van verenigingskader dat bekend is met sport en functiebeperking; ■ continuering consulenten sport mensen met een beperking; ■ koppeling vrijwilligersbeleid en ondersteuning sportverenigingen; ■ opnemen van de discriminatiecode NOC*NSF in reglementen van verenigingen. Effectindicatoren bij 8C Sport Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
Doel 8C1 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve sportvoorzieningen 8C1.a Rapportcijfer Leidenaren voor kwantiteit sportvoorzieningen
7,2 (2011)
-
7,4
-
7,4
Stadsenquête
8C1.b Rapportcijfer Leidenaren voor kwaliteit sportvoorzieningen
7,0 (2011)
-
7,4
-
7,4
Stadsenquête
8C1.c Aantal bezoekers zwembaden
394.076 (2012)
415.000
418.000
420.000
420.000
Sportbedrijf Leiden
-
72%
-
74%
Stadsenquête
Doel 8C3 Voldoende sportstimuleringsactiviteiten voor Leidenaren 8C3.a Percentage Leidenaren dat sport
66% (2011)
Beleidsterrein 8D Recreatie Hieronder vallen: subsidie voor amateurtuinders, beheer en exploitatie van de volkstuinen en van het Jeugddorpterrein naast zwembad De Vliet. Met het bevorderen van de recreatiemogelijkheden voor de Leidse
Beleidsbegroting | 113
burger wordt beoogd mogelijkheden te scheppen voor een zinvolle vrijetijdsbesteding en als stimulans voor meer sociale cohesie. In 2014 wordt verder gewerkt aan de implementatie van het in 2012 vastgestelde evenementenbeleid 2013-2018. Het beleid is gericht op het identificeren en selecteren van het evenementenaanbod van kwalitatief hoog niveau: evenementen die zich richten op versterking van het profiel van Leiden en nauw aansluiten bij de pijlers kennis en cultuur in de historische binnenstad. In 2014 wordt verder gewerkt aan de 47 actiepunten uit de nota op het gebied van: ■ Versterken van het aanbod ■ Dienstverlening naar organisatoren ■ Dienstverlening naar bewoners en bedrijven ■ Veiligheid ■ Handhaving ■ Alcohol en evenementen ■ Op- en afbouw van evenementen ■ Locaties en geluid Het stimuleren van identiteitsversterkende evenementen en stadsfeesten is als inspanning opgenomen in het programma Binnenstad. Doelen en prestaties bij 8D Recreatie Doel
Prestaties
8D1 Voldoende recreatieve mogelijkheden voor Leidenaren
8D1.1 Beheer en exploitatie van Jeugddorp Zuid-west 8D1.2 Beheer en exploitatie van volkstuinen 8D1.3 Verstrekken van subsidie aan amateurtuinders
8D2 Voldoende onderscheidende evenementen ter versterking van de levendigheid in de stad, het aantrekken van extra bezoekers en versterking van de lokale economie
8D2.1 Evenementencoördinatie 8D2.2 Be/afhandelen van aanvragen evenementenvergunning 8D2.3 Ondersteunen van de drie grootschalige en overige evenementen 8D2.4 Verstrekken van evenementensubsidie 8D2.5 Meerjarige resultaatafspraken met organisatoren van identiteitsversterkende evenementen
Effectindicatoren bij 8D Recreatie Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
Bron 2016
2017
Doel 8D2 Voldoende onderscheidende evenementen ter versterking van de levendigheid in de stad, het aantrekken van extra bezoekers en versterking van de lokale economie 8D2.a Rapportcijfer levendigheid van de stad door Leidenaren
7,3 (2011)
7,3
7,3
Stadsenquête
Kaderstellende beleidsstukken ■ ■ ■ ■ ■
RV 11.0134 (16 februari 2012) Cultuurnota 2012-2018 RV 12.0042 (24 mei 2012) Kaderbesluit Restauratie en Uitbreiding Museum De Lakenhal RV 11.0101 (12 december 2011) Uitvoeringsbesluit Muziekcentrum de Nobel RV 10.0018 (18 februari 2010) Uitvoeringsplan Atelierbeleid ‘Ruimte voor Kunst’ RV 05.0103 nota Cultureel Erfgoed Leiden, Monumenten, Bouwhistorie en Archeologie (2005-2015), actualisatie in 2013 als gevolg van ontwikkelingen ■ RV 12.0118 Verleiden tot bewegen – kadernota Sport en Bewegen 2012-2017 ■ Sportaccommodatieplan 2012-2025 ■ Evenementenbeleid 2013-2018
Programmakosten SPORT, CULTUUR EN RECREATIE bedragen x € 1.000,CULTUUR
114 | Beleidsbegroting
Lasten
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
15.474
15.520
15.598
Meerjarenraming 2015
2016
2017
15.808
15.557
15.711
SPORT, CULTUUR EN RECREATIE bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
-982
-963
14.492 Lasten Baten
2015
2016
2017
-728
-528
-528
-528
14.557
14.870
15.281
15.029
15.183
9.161
6.438
5.808
5.746
5.717
5.675
-86
-100
-110
-110
-110
-110
9.075
6.338
5.699
5.637
5.608
5.565
Lasten
10.690
12.312
11.882
11.830
11.938
11.757
Baten
-3.002
-3.286
-3.336
-3.333
-3.331
-3.329
7.688
9.026
8.547
8.497
8.606
8.428
Lasten
3.672
1.662
1.146
1.144
1.164
1.163
Baten
-276
-256
-260
-260
-336
-336
3.396
1.406
886
883
827
827
Lasten
38.996
35.932
34.435
34.528
34.375
34.306
Baten
-4.345
-4.605
-4.433
-4.231
-4.305
-4.302
34.652
31.327
30.002
30.297
30.071
30.003
Toevoeging
13.772
5.632
190
186
182
178
Onttrekking
-9.398
-2.381
-599
-698
-682
-683
4.374
3.250
-409
-512
-500
-506
39.026
34.577
29.593
29.785
29.570
29.498
Baten Saldo CULTUREEL ERFGOED
Saldo SPORT
Saldo RECREATIE
Saldo Programma SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
Saldo van baten en lasten Reserves
Mutaties reserves Resultaat
Meerjarenraming
Budgettaire ontwikkelingen De mutaties van de lasten en baten worden onder andere veroorzaakt door indexering van de budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hieronder per beleidsterrein toegelicht. Beleidsterrein 8A Cultuur Per saldo neemt de cultuurbegroting 2014 met ca. € 300.000 toe. De belangrijkste mutaties zijn: De ingebruikname van muziekcentrum de Nobel, subsidieverhoging ten opzichte van het voormalige LVC met € 445.000 zoals besloten bij de perspectiefnota 2012 (RV 11.0101 uitvoeringsbesluit de Nobel) en een technische correctie ten behoeve van Stadspodia Leiden BV (Perspectiefnota 2014-2017) voor een bedrag van € 69.000, totaal € 514.000. Hiertegenover staan een verlaging van € 75.000 van de taakstelling BplusC uit ruimte voor nieuw beleid, en de vrijval van de voormalige LAK-subsidie van € 150.000. Doordat er minder budget beschikbaar is voor programmering in Museum De Lakenhal (€ 100.000 in plaats van € 200.000) zullen er minder fondsen beschikbaar zijn voor matching en zullen er daardoor minder grote tentoonstellingen gemaakt worden. Hierdoor valt het budget voor de programmering in 2014 van het museum lager uit dan het budget voor de programmering in 2013. Dit geeft een budgettair neutrale mutatie te zien van ca. € 235.000 op de lasten en € 235.000 op de inkomsten. Verder zal er een voorstel worden voorbereid om € 450.000 beschikbaar te stellen uit het NUON-budget ‘Sociaal-maatschappelijke en Culturele Infrastructuur’. Dit bij wijze van uitvoering van motie 1200098/31 inzake Escrow voorziening en rente reserve Nuon gelden (pag. 11 Perspectiefnota 2014-2017). Er van uitgaande dat er ca. 1/3e deel voor Cultuur beschikbaar is wordt rekening gehouden met ca. € 450.000 voor het uitbreiden van de foyer van de schouwburg. Met dit budget wordt verwacht de foyer van de Leidse Schouwburg op de begane grond uit te breiden naar het naastgelegen pand Oude Vest 45 dat momenteel in gebruik is bij BplusC. Conform eerdere toezegging aan de raad kan het reeds eerder voor dit doel gereserveerde miljoen NUON-geld nu beschikbaar blijven als risico-reserve voor de (externe) financiering en fondsenwerving voor de uitbreiding van de Lakenhal, die immers nog doorloopt. In het uitvoeringsbesluit zal hierover meer duidelijkheid gegeven worden. Programmering Lakenhal
Beleidsbegroting | 115
In deze begroting wordt voorgesteld vanaf 2017 (na oplevering restauratie) de noodzakelijke € 200.000 per jaar voor tentoonstellingen en programmering beschikbaar te stellen. Dit is een voorwaarde om deze winter een uitvoeringsbesluit met een haalbaar bedrijfsplan te kunnen voorleggen aan de raad. Beleidsterrein 8B Cultureel erfgoed Het huidige meerjarenbeeld geeft een daling te zien van de lasten van € 630.000. Een verlaging van € 405.000 wordt veroorzaakt door een andere technische toedeling van de overhead. Het restant van € 225.000 wordt grotendeels verklaard door de volgende mutaties: ■ bij de jaarrekening 2012 is de investeringsbijdrage t.b.v. monumentenzorg eenmalig overgeheveld naar 2013. Dit bedrag à € 125.000 vervalt in 2014. ■ de resterende investeringsbudgetten voor de historische waardekaart en winkelpuien zijn in 2013 ingezet en niet meer beschikbaar voor 2014 (totaal € 20.000). ■ de kapitaallasten op de investering 'Renovatie Molen de Valk' is in 2014 € 43.000 lager en ■ de bijdrage aan de subsidie historisch stadsbeeld uit programma binnenstad is in 2014 € 25.000 lager. Beleidsterrein 8C Sport De beschikbare middelen voor sport nemen in 2014 per saldo met € 480.000 af. Onderverdeeld in € 430.000 minder lasten en € 50.000 meer inkomsten. Toename (baten): ■ de baten nemen toe met € 50.000 ten gevolge van de taakstellingen op het doorbelasten van waterverbruik en de indexering van de tarieven 2014. Afname (lasten): ■ er is in 2013 incidenteel budget toegekend voor de asbestsanering voor het Broekplein (RV13.0062) van € 65.000. Dit komt niet meer terug in 2014. ■ Voor het klein onderhoud is naar aanleiding van het beheerplan van sportaccommodaties € 50.000 minder begroot, een en ander naar aanleiding van aanpassing uit de sportnota (RV 12.0118). ■ er is in 2013 een bedrag van nog € 180.000 ter dekking van de investering verplaatsing van de zuidelijke sportvelden zichtbaar op de exploitatie. Dit bedrag komt niet meer terug in 2014, omdat de investering is afgerond in 2013. ■ er zijn wijzigingen op het gebied van kapitaallasten waardoor er in totaal € 35.000,- minder budget nodig is. ■ circa € 100.000 wordt veroorzaakt door lopende taakstellingen die liggen op Sport en inkooptaakstellingen. Beleidsterrein 8D Recreatie De beschikbare middelen nemen ten opzichte van 2013 af met € 520.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door: ■ in de programma begroting 2011, meerjarenbeeld 2012-2014, is besloten om met ingang van 2014 een besparing op het budget Autovrije Zondag in te boeken van € 65.000. Dit heeft tot gevolg dat er geen budget meer is voor de autoloze zondag. ■ de evenementensubsidies voor een bedrag van € 50.000 zijn overgeheveld naar programma binnenstad (programma stedelijke ontwikkeling) ten behoeve van culturele promotie en koopzondag. ■ voor een bedrag van ruim € 400.000 betreft dit verschillen naar aanleiding van de doorrekening van de kostenverdeelstaat, met name de kosten die worden doorberekend aan de prestatie Ondersteunen 3 grote/ overige evenementen zijn lager uitgevallen. Reserves De mutatie van ca. € 3,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door de geraamde onttrekking van € 1.115.000 uit de reserve ‘herontwikkeling sportvelden’ (€ 1.000.000 PRIL RV13.0065 en dekking kapitaallasten RB10.0117 en RB10.0076, samen 115.000) en de storting in de reserve Pieterskerk van € 5 miljoen (RV nr. 12.0139 Balansverkorting: Instellen reserve Pieterskerk) betreft een techinische uitwerking van dit raadsbesluit. In 2014 wordt per saldo € 600.000 onttrokken aan de diverse reserves. De onttrekking aan de reserve herontwikkeling sportvelden is in 2014 afgenomen met € 1 miljoen. Dit heeft betrekking op het wegvallen van incidentele bijdrage aan Haagweg kwartier Noordelijke sportvelden. Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.8 Toelichting reserves programma 8. RESERVES PROGRAMMA 8 bedragen x € 1.000,reserve publicaties Erfgoed Leiden e.o.
116 | Beleidsbegroting
Toevoeging
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
30
0
0
0
0
0
RESERVES PROGRAMMA 8 bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
0
-88
0
0
0
0
30
-88
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-225
0
0
0
0
0
-225
0
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
-55
0
0
0
0
0
-55
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-111
-53
0
0
0
0
-111
-53
0
0
0
0
Toevoeging
5
0
0
0
0
0
Onttrekking
-110
0
0
0
0
0
-105
0
0
0
0
0
Toevoeging
17
0
0
0
0
0
Onttrekking
-17
-17
-17
-17
-17
-17
0
-17
-17
-17
-17
-17
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-42
0
0
0
0
0
-42
0
0
0
0
0
Toevoeging
67
0
0
0
0
0
Onttrekking
-186
-115
-115
-115
-115
-115
-119
-115
-115
-115
-115
-115
Toevoeging
43
11
10
10
10
10
Onttrekking
-1.640
-552
0
0
0
0
-1.597
-541
10
10
10
10
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-463
-1.115
-115
-115
-115
-115
-463
-1.115
-115
-115
-115
-115
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-2.801
0
0
0
0
0
-2.801
0
0
0
0
0
Toevoeging
3.600
0
0
0
0
0
Onttrekking
-3.600
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-50
-50
-14
-13
-13
-13
-50
-50
-14
-13
-13
-13
Toevoeging
446
198
0
0
0
0
Onttrekking
-47
0
-1
-133
-133
-133
398
198
-1
-133
-133
-133
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-106
-50
-50
-17
0
0
Onttrekking Saldo reserve Schouwburg
Saldo reserve aankopen kunst De Lakenhal
Saldo bedrijfsreserve Museum De Lakenhal
Saldo Reserve investering Muziekcentrum
Saldo Reserve investering Molen de Valk
Saldo Reserve Leids Fonds voor de Kunsten
Saldo Reserve Haagweg 4
Saldo Reserve Archeologischpark Matilo
Saldo reserve herontwikkeling sportvelden
Saldo reserve sportaccommodaties
Saldo reserve sportinvesteringen
Saldo reserve exploitatie De Nobel
Saldo reserve kapitaallasten De Nobel
Saldo reserve jeugdsportfonds Leiden
Beleidsbegroting | 117
RESERVES PROGRAMMA 8 bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
-106
-50
-50
-17
0
0
Toevoeging
0
5.422
180
176
172
168
Onttrekking
0
-287
-288
-289
-290
-291
0
5.136
-108
-113
-118
-123
Toevoeging
9.564
0
0
0
0
0
Onttrekking
0
0
0
0
0
0
Saldo
9.564
0
0
0
0
0
RESERVES PROGRAMMA 8
4.374
3.250
-409
-512
-500
-506
Saldo reserve Pieterskerk
Saldo reserve kap. lasten sportaccommodaties
Investeringen In het volgende overzicht staan de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2014-2017. In paragraaf 5.2.3 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten. Een toelichting op de investeringen in jaarschijf 2014 is opgenomen in het prestatieoverzicht 2014-2017 bij de betreffende prestatie. In de sportnota (RV 12.0118) is aangegeven dat de diverse machines van het Sportbedrijf vervangen moeten worden. Het gaat hier om de korro recyclingdresser, bedrijfswagen en de kunstgrasreinigingsmachine. Uit het beheerplan dagelijks en groot onderhoud is gebleken dat de houten (nood) gebouwen van Jeugddorp binnen 3 jaar vervangen dienen te worden. Indien de gebouwen niet vervangen worden zullen de onderhoudskosten exceptioneel toenemen. In 2014 zal begonnen moeten worden met de vervanging. Uiterlijk 2016 moeten de 6 gebouwen vervangen zijn. Prestatie
Omschrijving investering
2014
2015
2016
2017
8A1.1 Doen aanbieden van een breed en divers kunst- en cultuurprogramma door de gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen
VVI Kunstinstellingen/ Accommodaties 2014-2017
290
290
290
289
VVI Stadspodia 2014-2017
175
175
175
175
12.493
-
-
-
8A1.3 Exploitatie Stedelijk Museum de Lakenhal
Renovatie en verbouw Lakenhal
8C1.1 Exploiteren, beheren en onderhouden van de gemeentelijke sportaccommodaties
Bijdrage ijsbaan
-
4.016
-
-
Bijdrage sportzalen Dieperhout
-
1.355
-
-
Bijdrage zwembad De Vliet/Vijfmeibad
-
1.004
-
-
Nieuwbouw Vijfmeibad
-
-
-
9.000
Nieuwbouw vijfmeihal
-
-
-
11.000
Riolering sportaccommodaties 2016-2017
-
-
114
114
Toplaag kunstgras Kikkerpolder II
-
-
381
-
Toplaag kunstgras Morskwartier
-
218
-
-
Toplaag kunstgras Sportpark de Vliet
-
218
-
-
95
-
146
-
Vervanging natuurgras in kunstgras diverse parken
-
1.372
-
-
Vervanging wetraveld Sportpark Noord
-
-
-
217
515
-
-
-
13.568
8.649
1.106
20.795
Vervanging machines Sportbedrijf 2014-2016
8D1.1 Beheer en exploitatie van Jeugddorp Zuid-west Totaal programma 8 bedragen * € 1.000
118 | Beleidsbegroting
Nieuwbouw huisvesting Jeugddorp
Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht Subsidie saldo
subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
10.395.894
10.933.966
Cultuur Het verschil tussen 2013 naar 2014 wordt verklaard door: ■ een daling van € 225.000 ten gevolge van de de taakstelling BplusC (€ 75.000) uit ruimte voor nieuw beleid en € 150.000 taakstelling LAK-gelden. ■ de stijging wordt veroorzaakt door de geplande ingebruikname van muziekcentrum de Nobel. De subsidie is in 2014 € 445.000 hoger (raadsbesluit 11.0101 uitvoeringsbesluit de Nobel). ■ de subsidie voor de vlakke vloer producties (Ins Blau) is na het vaststellen van de begroting 2013 ingesteld en geeft hierdoor een positieve afwijking van € 2 ton. ■ de samenvoeging van de subsidies voor evenementen en culturele projecten geeft een verhoging op dit beleidsveld van € 100.000. ■ in de Perspectiefnota 2014-2017 is de subsidie aan Stadspodia Leiden BV met € 69.000 verhoogd. Recreatie De samenvoeging van de subsidies voor evenementen en culturele projecten geeft een verlaging op dit beleidsveld van € 100.000. Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
Beleidsbegroting | 119
9
Welzijn en zorg
120 | Beleidsbegroting
Welzijn en zorg Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
9 Onderwijs en Samenleving Jeugd, Welzijn en Zorg
De missie van het programma Welzijn en Zorg luidt: “De gemeente Leiden wil een stad zijn waarin alle mensen, inclusief die met een zorgbehoefte, actief kunnen participeren en zelf de regie in handen hebben bij de wijze waarop hun zorgbehoefte wordt vervuld. Het gemeentelijke beleid is gericht op het activeren van mensen om hen in staat te stellen zelf deel te nemen aan de samenleving. Daarnaast organiseren we een vangnet voor de ondersteuning van zeer kwetsbare burgers die onvoldoende in staat zijn om voor zichzelf te zorgen.”
Inleiding 3 Decentralisaties De plannen van het kabinet voor de komende periode staan in het teken van bezuinigingen en de decentralisatie van bevoegdheden uit het sociale domein naar gemeenten. Hierdoor krijgen gemeenten er veel verantwoordelijkheden bij, ook voor zeer kwetsbare burgers en moeten zij deze verantwoordelijkheden met minder geld uitvoeren dan voorheen. Gemeenten krijgen meer vrijheid om het anders te organiseren. Zie hiervoor ook het bijzondere programma 3 Decentralisaties. In lijn met de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie 2025 kijken we naar de mogelijkheden die onze stad te bieden heeft, zoals de samenwerking met partners, de eigen kracht van onze inwoners en de kennis en mogelijkheden voor innovatie bij partners in de zorg en de in de stad aanwezige kennisinstellingen. We maken daarmee de slag van voor de mensen naar met de mensen. Dit is ook het leidend thema van het beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling deel 1 ‘Iedereen telt mee’. Subsidierelatie In het verlengde hiervan zal ook de subsidierelatie met de partners worden doorontwikkeld. Aandachtspunten die hierbij aan de orde komen zijn: ■ organisaties delen expertise ■ het stimuleren van vernieuwing door afspraken te maken met de gesubsidieerde organisaties om een percentage van het subsidiebedrag in te zetten voor vernieuwende werkwijzen/activiteiten ■ het toetsen van kwaliteit en effectiviteit ■ krachten bundelen ■ samenwerking bevorderen door afspraken te maken over doelen ■ organisaties gezamenlijk verantwoordelijk te maken voor het bereiken van die doelen Innovatie In de in 2013 gestarte Leidse Proeftuin Zorg en Welzijn zijn vier Leidse kennisinstellingen (Hogeschool Leiden, TNO, Leiden Institute for Brain & Cognition, Leyden Academy on Vitality and Ageing) gestart met het zoeken naar antwoorden op vraagstukken die voortkomen uit de vergrijzing en de hervormingen in de gezondheidszorg, waaronder met name de transformatie van het sociale domein. Er maken veel ouderen
Beleidsbegroting | 121
gebruik van voorzieningen waar de gemeente verantwoordelijk voor wordt. Het is de ambitie van de Proeftuin om Leidenaren, en vervolgens ook Nederlanders en Europeanen gezond en vitaal oud te laten worden en, zo nodig, de beste zorg te geven. De kennisinstellingen testen samen met zorgaanbieders én Leidenaren nieuwe (zorg)concepten voor vitaliteit bij ouderen uit. In de Proeftuin wordt ook de verbinding met het Leidse zorgonderwijs gelegd, zodat ook het onderwijs verbetert door de nieuwe kennis. Er is in de proeftuin in deze eerste periode gekozen voor een focus op ouderen en gezond en vitaal oud worden. Leiden herbergt meer kennis dan alleen kennis over veroudering. De mogelijkheid bestaat de proeftuin op termijn uit te breiden voor andere doelgroepen en/of thema’s. Deze activiteiten passen in het samenwerkingsproject Medical Delta, een cluster van universiteiten, opleidingsinstituten, business parks, incubators / broedplaatsen, bedrijven en plaatselijke overheden in de provincie Zuid-Holland, waar onze gemeente direct bij betrokken is. Naast de proeftuin, werken veel partners in de stad samen aan zorginnovatie en gezondheidsinnovatie. Belangrijk onderdeel daarin zijn de proeftuinen en pilots die gedaan worden in het kader van de transitie van het sociale domein, zoals het project 2324 (gezamenlijke inkoop van zorg en ondersteuning door Zorgkantoor en gemeente), Mantelplan (stimuleren van zorgen voor elkaar in de buurt) en het project cliëntparticipatie (het structureel maken van de stem van de cliënt in de transformatie). Zie verder ook het bijzondere programma Kennisstad.
Beleidsterrein 9A Sociale binding en participatie Een groot deel van de Leidse bevolking (zo’n 80%) is goed in staat om eigen problemen op te lossen en biedt ook regelmatig anderen een helpende hand. Deze groep vormt de basis van de Leidse samenleving. We versterken deze basis door in te zetten op sociale samenhang en leefbaarheid en stimuleren mensen om zich voor elkaar in te zetten. Eigen kracht speelt hierin een grote rol. Het begrip ‘Eigen kracht’ heeft een driedelig karakter. ■ Het heeft betrekking op het zelfstandig en zelfredzaam functioneren van mensen in de samenleving. Bij een vraag om ondersteuning kijken we welke rol de sociale omgeving kan spelen in de (tijdelijke) ondersteuning die iemand nodig heeft. ■ Het wordt gehanteerd bij de inzet in ondersteuning. We nemen (als dat niet nodig is) de zorg niet over. De inspanningen, inwoners, partners en gemeente gezamenlijk, zijn gericht op wat onze inwoners wél kunnen, waar hun krachten en talenten liggen. ■ Het wordt ingezet bij het zoeken van oplossingen voor problemen. Eigen kracht krijgt hier de betekenis van zeggenschap. Cliëntparticipatie krijgt een centrale plek bij het ontwikkelen van beleid, cliënten/mensen denken en werken mee bij het samenstellen van arrangementen. Uitgaan van eigen kracht betekent nadrukkelijk niet dat wij mensen aan hun lot overlaten. Doelen en prestaties bij 9A Sociale binding en participatie Doel
Prestatie
9A1 Sociale binding
9A1.1 Doen organiseren van een passend voorzieningenaanbod dat aansluit op de sociale situatie van de wijk
9A2 Participatie
9A2.1 Doen organiseren van activiteiten ter bevordering van maatschappelijke participatie 9A2.2 Doen organiseren van emancipatiebevorderende activiteiten
9A3 Ontmoeting en sociale netwerken
9A3.1 Doen organiseren van sociale cohesie bevorderende activiteiten
9A4 Actief burgerschap
9A4.1 Doen bevorderen van cliëntbetrokkenheid en publieksparticipatie
9A5 Stevig vrijwilligersnetwerk
9A5.1 Ondersteuning van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties
122 | Beleidsbegroting
9A3.2 Doen organiseren van activiteiten ter voorkoming van sociaal isolement
9A5.2 Opdracht geven voor het uitvoeren van de vijf basisfuncties ter ondersteuning van vrijwilligerswerk: ■ vertalen van maatschappelijke ontwikkelingen ■ verbinden en makelen van vrijwilligers ■ versterken van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties ■ verbreiden van vrijwilligerswerk ■ verankeren van best practices
9A1.1 Doen organiseren van een passend voorzieningenaanbod dat aansluit op de sociale situatie van de wijk We gaan meer sturen op resultaten en kiezen daarmee voor maatwerk per wijk. De komende jaren werken we volgens de methodiek van Communities that Care (CtC) aan het opstellen van wijkagenda’s, door en voor bewoners, vrijwilligers en professionals. Het werken volgens een gezamenlijk vastgestelde wijkagenda geeft een onderbouwing aan wat we doen en niet (meer) doen. Buurtbewoners, vrijwilligers en professionals leveren een bijdrage aan de uitvoering van de wijkagenda. We stellen onze prioriteiten op basis van knelpunten en de kracht van de wijk. Organisaties, bewoners, vrijwilligers en professionals pakken de uitvoering van de prioriteiten op en de gemeente zal dit ondersteunen met een subsidiesystematiek die hierbij aansluit. Zie ook begrotingsprogramma 7, doel 7D. 9A2.1 Doen organiseren van activiteiten ter bevordering van maatschappelijke participatie In Leiden willen we de participatie van burgers bevorderen. Dit gebeurt onder andere door middel van de subsidieverordening Participatie en Ontmoeting, die activiteiten gericht op de sociale cohesie mogelijk maakt. 9A2.2 Doen organiseren van emancipatiebevorderende activiteiten Er wordt belang gehecht aan de bevordering van de diversiteit in organisaties in de stad en in de eigen organisatie. De samenstelling van het personeel moet op alle niveaus een afspiegeling zijn van de samenleving en de activiteiten die worden uitgevoerd moeten aansluiten bij de diverse samenstelling van de inwoners van de stad. Hierover worden afspraken gemaakt met maatschappelijke organisaties in de stad en binnen de gemeentelijke organisatie. Hierbij is onder meer aandacht voor de positie van LHBT (lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders) in de samenleving. 9A3.1 Doen organiseren van sociale cohesie bevorderende activiteiten 9A3.2 Doen organiseren van activiteiten ter voorkoming van sociaal isolement Ontwikkelingen als de hervormingen in de AWBZ/extramuralisering het scheiden van wonen en zorg en de trend van dubbele vergrijzing maken dat ouderen langer op zichzelf blijven wonen en daarom het belang van een sociaal netwerk groter. ‘Elkaar kennen’ maakt dat mensen eerder bereid zijn elkaar te helpen en ondersteuning of zorg te ontvangen. Dit maakt de aandacht voor ontmoeting, het versterken van sociale netwerken en bestrijding van eenzaamheid urgent. Met het versterken en uitbreiden van het sociale netwerk is door professionals ervaring opgedaan in het kader van de inzet van mantelzorg en de methodiek van EigenKrachtconferenties. Van die ervaring zal de gemeente gebruik maken. De aanpak zal soms gericht zijn op hulp aan het individu, de andere keer op het toeleiden naar reeds aanwezige of te creëren collectieve voorzieningen. De gemeente zal instellingen en vrijwilligersverenigingen stimuleren tot het gezamenlijk organiseren van activiteiten die de sociale cohesie bevorderen en sociaal isolement voorkomen, maar ook tot het verlagen van drempels en betere benutting van algemene en collectieve voorzieningen. Het voorkomen en bestrijden van eenzaamheid zal een vast aandachtspunt zijn bij het opstellen van de wijkagenda’s. 9A4.1 Doen bevorderen van cliëntbetrokkenheid en publieksparticipatie De Adviesraad WMO Leiden adviseert de gemeente op een breed terrein van het maatschappelijk leven. De Adviesraad wil met zijn adviezen eraan bijdragen dat elke burger in Leiden mee kan doen. De gemeente Leiden bevordert actief burgerschap door mensen en organisaties actief een rol te geven in de ontwikkeling van beleid (het benutten van kansen en oplossen van problemen). Daarnaast zullen de partners in de stad en de gemeentelijke organisatie ondersteunend zijn aan inzet van inwoners die bijdragen aan de door de gemeente gestelde doelen. 9A5.1 Ondersteuning van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties 9A5.2 Doen uitvoeren van de vijf basisfuncties ter ondersteuning van vrijwilligerswerk: ■ vertalen van maatschappelijke ontwikkelingen ■ verbinden en makelen van vrijwilligers ■ versterken van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties ■ verbreiden van vrijwilligerswerk ■ verankeren van best practices Vrijwilligerswerk is vanuit sociaal en economisch oogpunt belangrijk. Voor Leiden wordt de vrijwillige inzet geschat op het equivalent van tenminste 5.000 fulltime arbeidsplaatsen. Wij ondersteunen dan ook vrijwilligers en de organisaties die met vrijwilligers werken. Het gaat om het vergemakkelijken, faciliteren en stimuleren van vrijwillige inzet in Leiden. We zetten in op het bereiken van ouderen (65+), gezinnen (25-40 jaar) en jongeren (19-24 jaar). We kijken daarbij hoe we met innovatieve werkwijzen (o.a. sociale media, digitaal matchingssysteem Mantelplan) nieuwe doelgroepen kunnen werven en bestaande groepen kunnen behouden. Jaarlijks geven we de ondersteuning van het vrijwilligerswerk vorm door de 5 basisfuncties ter ondersteuning van het vrijwilligerswerk in te vullen. De 5 basisfuncties worden omschreven als het vertalen van de maatschappelijke ontwikkelingen, het verbinden en makelen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties, het versterken van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties, het verbreiden van het vrijwilligerswerk en het verankeren van best practices.
Beleidsbegroting | 123
Effectindicatoren bij 9A Sociale binding en participatie Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
Bron 2016
2017
Doel 9A1 Sociale binding 9A1.a Percentage inwoners dat zich mede verantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid van de buurt
90% (2012)
93%
Stadsenquête
9A1.b Percentage Leidenaars dat actief is in de buurt
16% (2011)
17%
18%
18%
18%
Veiligheidsmonitor
9A1.c Schaalscore sociale cohesie in de buurt
5,7 (2012)
6,0
6,1
6,2
6,2
Veiligheidsmonitor
29% (2011)
32%
Stadsenquête
Doel 9A5 Stevig vrijwilligersnetwerk 9A5.a Percentage Leidenaars dat vrijwilligerswerk doet
Beleidsterrein 9B Preventie Bij preventie gaat het om inzet en/of maatregelen die bewust worden genomen om (het verergeren van) problemen te voorkomen. Preventie is belangrijk, omdat het voor een zorgvrager prettig is om zo lang mogelijk gezond, onafhankelijk en maatschappelijk actief te blijven, maar ook omdat dit goedkoper is dan gespecialiseerde langdurige zorg. Voorbeelden van preventiebeleid zijn de voorlichting rond gezondheidsthema’s, de jeugdgezondheidszorg, geestelijk gezondheidszorg, verslavingspreventie, maar ook om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken, en voor de groep mensen die hulp nodig heeft, maar dit niet zelf (durft) zal vragen. Preventie heeft geen natuurlijke en eenduidige eigenaar. Het is niet vanzelfsprekend dat iemand of een organisatie besef heeft van het hebben van verantwoordelijkheid in het voorkomen van (het verergeren van) problemen. In de keten stellen we dit daarom bewust als prioriteit en zullen we het eigenaarschap organiseren. Doelen en prestaties bij 9B Preventie Doel
Prestatie
9B1 Burgers zijn (zo lang mogelijk) zelfredzaam en goed geïnformeerd
9B1.1 Doen organiseren van een samenhangend aanbod van informatieverstrekking, advies en cliëntondersteuning aan burgers
9B2 Goed ondersteunde en geïnformeerde mantelzorgers
9B2.1 Doen uitvoeren van het Leids Mantelzorgakkoord 2013
9B3 Gezondheidsproblemen (zo veel mogelijk) voorkomen
9B3.1 Doen uitvoeren van wettelijke basistaken gezondheidszorg
9B1.2 Doen uitvoeren van maatschappelijke dienstverlening
9B2.2 Het vergroten van de bekendheid en de mogelijkheden van ondersteuning van mantelzorgers
9B3.2 Uitvoeren van bijzondere opdrachten (JOGG, alcoholbeleid) 9B3.3 Doen uitvoeren van Collectieve Preventie GGZ
9B1.1 Doen organiseren van een samenhangend aanbod van informatieverstrekking, advies en cliëntondersteuning aan burgers 9B1.2 Doen uitvoeren van maatschappelijke dienstverlening In de keten van preventie tot zorg vervullen collectieve welzijnsinstellingen/voorzieningen een belangrijk rol. Zij kunnen bijdragen aan het bestrijden van eenzaamheidsgevoelens, participatie en sociale binding. Daarnaast wordt ook ingezet op vroegsignalering. Een groot deel van de inwoners zoekt zelf hulp en ondersteuning als dat nodig is, maar er is ook een groep mensen die dat niet doet. Van belang is dat men weet waar het signaal kwijt kan en dat men merkt dat het signaleren effect heeft. Maatschappelijke dienstverlening is ambulant- en wijkgericht en daardoor toegankelijk voor iedereen. Niet alleen voor de zorgvrager maar ook als onderdeel van de keten en de netwerkoverleggen en biedt veel mogelijkheden voor preventie. De gemeente ziet dit dan ook als haar taak deze dienstverlening te doen uitvoeren. Tevens wil de gemeente zorgen voor een goed samenhangend aanbod van informatieverstrekking, advies en cliëntondersteuning met behulp van: ■ het Servicepunt Zorg, het loket voor inwoners met vragen op het gebied van welzijn en zorg; ■ de Centra voor Jeugd en Gezin; ■ het algemeen maatschappelijk werk, juridische bijstand, mantelzorgondersteuning, ouderenadviseurs, cliëntadviseurs voor mensen met een beperking; ■ wijkverpleegkundigen, het maatschappelijk steunsysteem, het inloophuispsychiatrie en lokale cliëntorganisaties die zich richten op ondersteuning van specifieke lokale groepen inwoners (Stichting ZON, platform gehandicapten, ouderenbonden, etc.); ■ de gemeentesite waar informatie op het gebied van wonen, welzijn en zorg is te vinden;
124 | Beleidsbegroting
■ meldpunt Zorg en Overlast en Sociale Wijkteams (zie 9C1.3) waar men terecht kan met ernstige zorgen over derden (en de nog verder te ontwikkelen en uit te breiden instrumenten van vroegsignalering). 9B2.1 Doen uitvoeren van het Leids Mantelzorgakkoord 2013 9B2.2 Het vergroten van de bekendheid en de mogelijkheden van ondersteuning van mantelzorgers Mantelzorg geven kan fysiek maar ook emotioneel, zwaar zijn. Mantelzorgers kunnen de zorg echter niet zomaar beëindigen vanwege de emotionele en persoonlijke band met de persoon die zorg nodig heeft. Wij vinden het belangrijk te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken en zelf een zorgvrager worden. Daarom biedt de gemeente ondersteuning. Het gaat daarbij om meer bekendheid te geven aan het begrip mantelzorg, de groep mantelzorgers beter te bereiken, vroegtijdige signalering van overbelasting, het aanbod van ondersteuning beter te laten aansluiten op de behoefte en de cliëntsysteemgerichte aanpak door organisaties. De afspraken hierover hebben geresulteerd in het Leids Mantelzorgakkoord 2013. Daarnaast wordt vanuit de gemeente gestimuleerd dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van hulp van (zorg)vrijwilligers en het eigen sociale netwerk om de mantelzorgers te ontlasten (zie 9A5). Scholing van informele hulpverleners en professionals in vormen van een persoonlijk en digitaal netwerksysteem maken hiervan onderdeel uit. 9B3.1 Doen uitvoeren van wettelijke basistaken gezondheidszorg De Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG) voert de wettelijke basistaken uit die zijn gericht op gezondheidsbescherming en –preventie van de burgers in het algemeen en in het bijzonder van groepen die gemiddeld minder lang leven en minder lang gezond leven en op andere kwetsbare groepen. Vooral mensen met een lagere sociaal economische status en groepen als kinderen/jongeren en ouderen behoren tot deze bijzondere aandachtsgroepen. De verwachting is dat bij deze groepen de meeste winst valt te behalen. De thema’s waarop de RDOG zich daarbij vooral richt zijn overgewicht, alcohol- en drugsgebruik, diabetes, eenzaamheid/depressie en roken, met het doel een gezondere leefstijl bij deze groepen te bewerkstelligen. 9B3.2 Uitvoeren van bijzondere opdrachten (JOGG, alcoholbeleid) In 2012 is, voor een periode van 5 jaar, het preventieprogramma JOGG Leiden gestart met het doel om met name overgewicht en gebrek aan beweging bij jongeren te verminderen. De inspanningen op dit gebied zullen in 2014 onverminderd doorgaan. Niettemin is de verwachting dat dit een programma van ‘lange adem’ is en dat er pas in 2017 effecten kunnen worden gemeten. In 2012 is door Leiden als centrumgemeente tevens gewerkt aan de ‘Regionale Beleidsvisie Verslavingspreventie Zuid-Holland Noord’. Deze richt zich met name op het voorkomen van (overmatig) alcoholgebruik door jongeren, maar ook op (soft)drugsgebruik en overige verslavingsvormen. De beleidsvisie bestaat uit een gecombineerde regionale en lokale aanpak, beiden integraal en gericht op meerdere beleidsterreinen, waar in 2014 uitvoering aan wordt gegeven. 9B3.3 Doen uitvoeren van Collectieve Preventie GGZ De gemeenten van Holland Rijnland, met uitzondering van Kaag en Braassem, financieren op basis van een lichte gemeenschappelijke regeling (waarin alleen uitvoeringsafspraken zijn vastgelegd) een aantal preventieve activiteiten op het gebied van de GGZ. Met de GGZ subsidies worden tegen relatief geringe kosten voorzieningen in het preventieve vlak gefinancierd. Betreffende organisaties verzetten veel werk met inzet van vrijwilligers. Met dit GGZ preventie-aanbod krijgen mensen met psychiatrische problematiek ondersteuning om het leven aan te kunnen. Effectindicatoren bij 9B Preventie Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
18%
18%
18%
18%
9B2 Goed ondersteunde en geïnformeerde mantelzorgers 9B2.a Het percentage mantelzorgers dat zich tamelijk zwaar, zeer zwaar tot overbelast voelt
18% (2011)*
Stadsenquête
* Het totale percentage in 2011 is verdeeld in 16% tamelijk zwaar belast, 2% zeer zwaar belast en 0% overbelast.
Beleidsterrein 9C Maatwerk en kwaliteit In Leiden werken we volgens de principes van De Kanteling; dat wil zeggen dat we kijken naar wat iemand kan en ons niet enkel richten op de beperking van mensen. Bij een hulpvraag wordt er breder gekeken dan die vraag alleen. Er wordt waar nodig integraal bezien wat iemands problemen en mogelijkheden
Beleidsbegroting | 125
zijn op de verschillende leefgebieden. Ook bij het zoeken naar oplossingen wordt een integrale aanpak gehanteerd. Dit moet leiden tot een arrangement op maat gericht op die leefgebieden waar mensen problemen hebben. Dit kan zijn wonen, zorg, welzijn, opvoeden, opgroeien, veiligheid, participatie, werk en inkomen, schuldhulpverlening. Doelen en prestaties bij 9C Maatwerk en kwaliteit Doel
Prestatie
9C1 Eén integraal plan voor zorg en ondersteuning op maat
9C1.1 Organiseren integrale toegang naar ondersteuning en zorg 9C1.2 Geïntegreerde uitvoering 9C1.3 Inrichten sociale wijkteams
9C2 Kwalitatief goed aanbod
9C2.1 Doen uitvoering geven aan het werken volgens kwaliteitsstandaarden 9C2.2 Doen organiseren van kwaliteitscontrole 9C2.3 Doen bevorderen samenwerking 0de, 1ste en 2de lijnszorg
9C3 Mensen met een beperking zijn in staat zelfstandig te leven en te participeren
9C3.1 Ontwikkelen algemeen en collectief aanbod 9C3.2 Aanbieden van individuele WMO-voorzieningen
9C1.1 Organiseren integrale toegang naar ondersteuning en zorg 9C1.2 Geïntegreerde uitvoering Integrale toegang moet leiden tot een integraal (op alle leefgebieden) op maat gemaakt zorgplan, inclusief regisseur, uitvoerders en financieringsplan gericht op cliënt en zijn omgeving. Dat betekent dat bij huishoudens niet per individu een plan wordt opgesteld maar dat er een plan komt waarbij naar alle betrokkenen wordt gekeken. Ook de mantelzorgers maken onderdeel van het plan uit. Het plan sluit aan bij het model een gezin, een plan. Een integraal plan wordt alleen opgesteld voor huishoudens waar meerdere problemen spelen. Dus enkelvoudige vragen of problemen worden enkelvoudig afgedaan. Een sociaal wijkteam kan in zo’n situatie bijvoorbeeld de rol hebben van doorverwijzer naar de juiste plek. Samen met onze regiogemeenten werken wij aan het op een andere wijze organiseren van de toegang tot ondersteuning op alle leefgebieden van het sociale domein. 9C1.3 Inrichten sociale wijkteams In 2013 is gestart met een pilot in Boshuizen. Het streven is om voor 1 januari 2014 nog een viertal sociale wijkteams in te richten. Het inrichten en opbouwen van sociale wijkteams maakt deel uit van een landelijke ontwikkeling van nieuwe werkvormen binnen het sociale domein op de leefgebieden werken, leren, wonen, sociale relaties, inkomen, vrije tijd en gezondheid. Een nieuwe praktijk als voorbereiding op toekomstige uitdagingen (de 3-Decentralisatie's en stijgende zorgkosten) en antwoord op huidige knelpunten (niet efficiënte en effectieve ondersteuning van bewoners). De sociale wijkteams zullen een rol spelen bij de uitwerking van transitie sociaal domein. De leefsituatie van bewoners is in de uitvoering sturend, organisatorische grenzen zijn daaraan ondergeschikt. Complexe problematiek in een huishouden krijgt een gezamenlijke aanpak en een sterke aansturing nabij. Het doorvoeren van verandering in het sociale domein is niet alleen een kwestie van structuren wijzigen. Het vraagt met name om een andere manier van denken en handelen van overheden, organisaties en bewoners en een lange adem. Het is een cultuurverandering met elementen zoals ‘zorgen dat’, ‘zelfredzaamheid en zelfregie’, ‘maatwerk’, ‘vraaggericht’, ‘1 plan voor alle leefgebieden’, ‘praten met bewoners’ en ‘outreachend’. 9C2.1 Doen uitvoering geven aan het werken volgens kwaliteitsstandaarden 9C2.2 Doen organiseren van kwaliteitscontrole Om uitvoering te geven aan het werken volgens kwaliteitsstandaarden geeft de gemeente uitvoerende organisaties opdracht om (volgens kwaliteitsstandaarden opgesteld door Movisie) bij te dragen aan kwaliteit van leven. Daarnaast is het gebruik van ervaringskennis van belang. Wat betreft het vergroten van de effectiviteit investeert de gemeente in innovatie op het gebied van ondersteuning en zorg o.a. met de Medical Delta. Het organiseren van kwaliteitscontrole vindt o.a. plaats door cliënttevredenheidsonderzoeken. 9C2.3 Doen bevorderen samenwerking 0de, 1ste en 2de lijnszorg 9C3.1 Ontwikkelen algemeen en collectief aanbod We gaan met mensen die een hulpvraag hebben in gesprek om de hulpvraag in kaart te brengen. We gaan er bij zo’n gesprek vanuit dat we mensen in de Eigen Kracht willen zetten. Dit betekent dat we mensen helpen om te zoeken naar oplossingen voor hun hulpvraag. Door het ontwikkelen van een passend algemeen en collectief aanbod willen we mensen met een beperking meer in staat stellen zelfstandig te leven en te participeren. Hiertoe moeten we opnieuw in gesprek gaan met organisaties en cliëntgroepen om algemene en collectieve voorzieningen beter te benutten. We zullen afspraken maken met zorgverzekeraars en het zorgkantoor over
126 | Beleidsbegroting
het verbeteren van samenwerking tussen nulde, eerste en tweede lijn. De afspraken richten zich in ieder geval op gebiedsgerichte samenwerking rond kwetsbare ouderen en op samenwerking bij huishoudens met meervoudige problemen. Daarnaast borgen we de inzet van wijkverpleegkundigen in samenwerking met Zorgkantoor. 9C3.2 Aanbieden van individuele WMO-voorzieningen Voorafgaand aan het verstrekken van een nieuwe voorziening zal eerst een gesprek worden gevoerd met de zorgvrager om te bekijken welke mogelijkheden hij/zij zelf heeft en welke ondersteuning er nodig is. Daarnaast kunnen de volgende individuele voorzieningen verstrekt worden: hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen (waaronder regiotaxi en scootmobielen) en hulpmiddelen (waaronder rolstoelen). Die verstrekking kan zowel in de naturavorm (waarbij de gemeente de voorziening regelt en de leverancier betaalt) als in de vorm van een persoonsgebonden budget (waarbij de cliënt – eventueel na enig advies van de gemeente - de voorziening zelf regelt en de leverancier betaalt). In 2014 zullen we ons voor hulp bij het huishouden voorbereiden op een korting van 40% op het budget. Deze korting zal per 2015 naar de gemeente komen.
Beleidsterrein 9D Kwetsbare groepen (maatschappelijk opvang, OGGZ en verslavingsbeleid) Doelen en prestaties bij 9D Kwetsbare groepen Doel
Prestatie
9D1 Stabiele leefsituatie voor kwetsbare groepen t.a.v. huisvesting, financiën en dagactiviteiten en gezondheid
9D1.1 Doen uitvoering geven aan: ■ preventie t.a.v. verslaving en dak- en thuisloosheid; ■ signalering, vroeginterventie en toeleiding naar zorg van mensen met problemen rond verslaving, dakloosheid, psychiatrische problematiek en exgedetineerden; ■ zorg en begeleiding t.b.v. herstel aan mensen met problemen rond verslaving, dakloosheid, psychiatrische problematiek en ex-gedetineerden en vreemdelingen in nood; ■ opvang en huisvesting aan mensen met problemen op gebied van dakloosheid in combinatie met bijvoorbeeld verslaving en/of psychiatrische problematiek en opvang van ex-gedetineerden
9D2 Voorkomen van geweld in huiselijke kring, het stoppen van geweld en herstel van veiligheid in het huishouden of gezin
9D2.1 Doen uitvoering geven aan: ■ preventie, signalering en vroeginterventie t.a.v. geweld in huiselijke kring; ■ stoppen van geweld en waarborgen van veiligheid in het huishouden of gezin; ■ zorg en hulpverlening aan en zo nodig opvang van slachtoffers van geweld in huiselijke kring
9D1.1 Doen uitvoering geven aan: ■ preventie t.a.v. verslaving en dak- en thuisloosheid; ■ signalering, vroeginterventie en toeleiding naar zorg van mensen met problemen rond verslaving, dakloosheid, psychiatrische problematiek en ex-gedetineerden; ■ zorg en begeleiding t.b.v. herstel aan mensen met problemen rond verslaving, dakloosheid, psychiatrische problematiek en ex-gedetineerden en vreemdelingen in nood; ■ opvang en huisvesting aan mensen met problemen op gebied van dakloosheid in combinatie met bijvoorbeeld verslaving en/of psychiatrische problematiek en opvang van ex-gedetineerden 9D2.1 Doen uitvoering geven aan: ■ preventie, signalering en vroeginterventie t.a.v. geweld in huiselijke kring; ■ stoppen van geweld en waarborgen van veiligheid in het huishouden of gezin; ■ zorg en hulpverlening aan en zo nodig opvang van slachtoffers van geweld in huiselijke kring Met preventie, signalering en vroeg interventie wordt multi-problematiek waar mogelijk voorkomen. Zo mogelijk wordt ambulante begeleiding ingezet en alleen indien noodzakelijk is opvang aan de orde. Om te voorkomen dat mensen met multi-problematiek dakloos raken sluiten we aan bij de mogelijkheden van de cliënt (eigen kracht) en is ook aandacht voor het herstel van het sociale netwerk van de cliënt. Eenmaal in de opvang is alles erop gericht om een stap naar zelfstandig wonen en deelname aan de maatschappij mogelijk te maken. In onze subsidieverstrekking sluiten we hierbij aan. Een belangrijke basis voor herstel is huisvesting. De krapte op de woningmarkt maakt het noodzakelijk om de woonagenda en de OGGZ-doelstellingen beter op elkaar af te stemmen. De beperkte ruimte voor bijzondere woonvormen maakt dat er creatieve oplossingen gezocht moeten worden door bijvoorbeeld gebruik te maken van leegstaand vastgoed. De regiovisie Geweld in Huiselijke kring bepaald de doelstellingen voor de komende jaren. Belangrijk punt is vergroten van bekendheid, zodat iedereen weet waar men met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling terecht kan. Daarnaast is versterking van de uitvoering gericht op het stoppen van geweld en het waarborgen van veiligheid. Dit is uitgangspunt bij subsidieverlening. In het kader van de decentralisaties wordt in 2014 het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling vormgegeven. Hierin worden
Beleidsbegroting | 127
het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk Geweld samengevoegd tot één organisatie. Effectindicatoren bij 9D Kwetsbare groepen Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
9D1.a Aantal feitelijk daklozen
294 (2011)
125
125
125
125
GGD
9D1.b Aantal huisuitzettingen Leiden
29 (2011)
12
12
12
12
GGD
9D1.c Gemiddelde verblijfsduur in nachtopvang (dagen)
66 (2011)
50
50
50
50
Binnenvest
9D2.a Gemiddelde verblijfsduur in crisisopvang (dagen)
191 (2011) 90 (2012)
90
90
90
90
Binnenvest
9D2.b Gemiddelde verblijfsduur in vrouwenopvang (maanden)
5 (2011) 7 (2012)
6
6
6
6
Rosa Manus
Kaderstellende beleidsstukken ■ Beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling ‘Iedereen telt mee’ (B&W 13.0049)
Programmakosten WELZIJN EN ZORG bedragen x € 1.000,VRIJWILLIGERSONDERST. EN INFORM. ZORG
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
1.907
1.263
Baten
-114
2015
2016
2017
0
0
0
0
-118
0
0
0
0
1.793
1.144
0
0
0
0
Lasten
9.747
10.998
0
0
0
0
Baten
-517
-197
0
0
0
0
9.230
10.801
0
0
0
0
Lasten
3.095
2.981
0
0
0
0
Baten
-227
-5
0
0
0
0
2.867
2.977
0
0
0
0
Lasten
16.339
15.617
0
0
0
0
Baten
-1.746
-1.643
0
0
0
0
14.593
13.974
0
0
0
0
Lasten
12.079
12.986
0
0
0
0
Baten
-483
-566
0
0
0
0
11.596
12.421
0
0
0
0
Lasten
0
0
6.625
6.374
6.079
6.029
Baten
0
0
-48
-35
-35
-35
0
0
6.577
6.339
6.044
5.994
Lasten
0
0
6.943
6.747
6.246
6.179
Baten
0
0
-551
-551
-551
-551
0
0
6.392
6.196
5.695
5.628
Lasten
0
0
16.622
16.441
16.384
16.336
Baten
0
0
-1.516
-1.516
-1.516
-1.516
Saldo ONTMOETING EN PARTICIPATIE
Saldo GEZONDHEIDSPREVENTIE EN BESCHERMING
Saldo INDIVIDUELE WMO-VOORZIENINGEN
Saldo PREV., OPVANG EN ONDERDAK KWETSBARE GRP
Saldo SOCIALE BINDING EN PARTICIPATIE
Saldo PREVENTIE
Saldo MAATWERK EN KWALITEIT
128 | Beleidsbegroting
Meerjarenraming
WELZIJN EN ZORG bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
0
0
Lasten
0
Baten
Meerjarenraming 2015
2016
2017
15.106
14.924
14.867
14.820
0
11.973
11.811
11.809
11.809
0
0
-148
-148
-148
-148
0
0
11.825
11.662
11.661
11.661
Lasten
43.167
43.845
42.163
41.372
40.518
40.353
Baten
-3.088
-2.528
-2.264
-2.251
-2.251
-2.251
40.079
41.316
39.899
39.121
38.267
38.102
Toevoeging
0
1.322
0
0
0
0
Onttrekking
-1.190
-618
-208
-24
-24
0
Mutaties reserves
-1.190
704
-208
-24
-24
0
Resultaat
38.889
42.020
39.691
39.097
38.243
38.102
Saldo KWETSBARE GROEPEN
Saldo Programma WELZIJN EN ZORG
Saldo van baten en lasten Reserves
Budgettaire ontwikkelingen De mutaties van de lasten en baten wordt onder andere veroorzaakt door indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjaren investeringsplan 2014 – 2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht. Nieuwe beleidsterreinen In de Perspectiefnota 2014 is besloten om nieuwe beleidsterreinen vast te stellen voor het programma Welzijn en Zorg. De beleidsterreinen zijn conform de indeling van het beleidsplan maatschappelijke ontwikkeling 'Iedereen telt mee'. De begroting 2013 telde nog 5 beleidsterreinen, de begroting 2014 telt 4 beleidsterreinen. Het is daarom niet mogelijk om een analyse 2014 t.o.v. 2013 per beleidsterrein op te stellen. De mutaties vinden voornamelijk hun oorsprong in eerder besloten planning&control-producten, zijnde Perspectiefnota, begrotingen, bestuursrapportages en afzonderlijke raads- en collegebesluiten. Algemeen Vermindering van administratieve lasten bij grote instellingen leidt tot een besparing van € 180.000 per 2014 (Perspectiefnota 2014). Beleidsterrein 9A Sociale binding en participatie ■ Afschaffen subsidie Jeugddorp € 45.000 per 2014 (Perspectiefnota 2013). ■ Via budgetoverheveling is € 504.000, zijnde incidentele middelen Slaaghwijk, toegevoegd aan de begroting 2013 (bestemming resultaat 2012). ■ Voor de jongerenvoorziening Stevenshof is incidenteel € 44.000 beschikbaar gesteld (bestemming resultaat 2012). ■ Daarnaast is via budgetoverheveling € 17.000 toegevoegd aan de begroting 2013 voor coaching jongerenproject (bestemming resultaat 2012). ■ De raad- en daadwinkels worden per 1 januari 2014 gesloten. De kosten dalen daardoor in dit programma met € 109.000. Het overige budget van de raad- en daadwinkels wordt in 2014 ingezet voor de dekking van eventuele frictiekosten die de sluiting met zich meebrengt en de opstart- en inrichtingskosten van de sociale wijkteams (Perspectiefnota 2014). ■ Voor de periode 2011 t/m 2013 zijn tijdelijk extra middelen beschikbaar gesteld voor sociaal-maatschappelijke ondersteuning van de bewoners op het Trekvaartplein (raadsbesluit 10.0147). Voor 2013 is € 118.000 beschikbaar. Voor 2014 t/m 2016 wordt € 50.000 beschikbaar gesteld (begroting 2014, zie toelichting hieronder). De begrote lasten in 2014 dalen hierdoor met € 68.000. ■ De raming van de subsidie Libertas (uvok= uitvoeringsovereenkomst) daalt per 2014 met € 61.000. ■ De raming van de subsidies voor overige sociaal cultureel werk daalt per 2014 met € 69.000. Sociaal programma Trekvaartplein Het sociaal programma Trekvaart loopt eind 2013 af. Het doel van het programma is om maatschappelijke achterstanden bij het Trekvaartplein te verkleinen door drie jaar extra sociale en maatschappelijke ondersteuning te bieden en dit zoveel mogelijk onder te brengen bij reguliere maatschappelijke instellingen. Het programma maakt deel uit van het een integrale aanpak van de herinrichting van het Trekvaartplein, hetgeen ertoe moet bijdragen dat het Trekvaartplein een volwaardige Leidse woonbuurt wordt.
Beleidsbegroting | 129
Hoewel bewoners steeds meer gebruik maken van reguliere voorzieningen in de stad, heeft de overgang van gespecialiseerd woonwagenwerk naar de reguliere maatschappelijke ondersteuning nog onvoldoende plaatsgevonden en zal daarom nog worden voortgezet. Eind 2013 vindt een evaluatie plaats en zal worden bepaald welke inzet er in deze periode nog nodig is. Voor de periode 2014 tot en met 2016 is een bedrag van € 50.000 per jaar begroot voor het programma. Beleidsterrein 9B Preventie Samenvoeging van I-Doe en BIZ moet leiden tot een besparing van € 80.000 per 2014 (Perspectiefnota 2013). Beleidsterrein 9C Maatwerk en kwaliteit ■ In 2013 is een incidenteel voordeel van € 100.000 op de kosten huishoudelijke hulp begroot alsmede een incidenteel voordeel van € 150.000 op de eigen bijdragen huishoudelijke hulp (1e bestuursrapportage 2013). ■ In 2013 is een invoeringsbudget van € 358.000 beschikbaar gesteld voor de voorbereiding van de AWBZ/ WMO-decentralisatie. Beleidsterrein 9D Kwetsbare groepen (maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingsbeleid) ■ Via budgetoverheveling is € 225.000, zijnde incidentele middelen inzake bestrijding huiselijk geweld, toegevoegd aan de begroting 2013 (bestemming resultaat 2012). ■ Voor bijzondere woonvoorzieningen is incidenteel € 292.000 beschikbaar gesteld in 2013 (bestemming resultaat 2012). ■ In 2013 is het budget voor maatschappelijke opvang incidenteel met € 45.000 verhoogd. ■ Ten opzichte van 2013 daalt het budget voor opvang en zorg vreemdelingen met € 34.000 (begroting 2011) ondanks de toevoeging van structureel € 100.000 vanaf 2014 (Perspectiefnota 2014). Reserves Er is een onttrekking geraamd van € 208.000 uit de reserve OGGZ. De onttrekking is nodig voor kosten van het regionaal kompas (raadsbesluit 12.0003 € 184.000) en compensatie herhuisvesting ggz-instellingen (raadsbesluit 11.0023). Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.9 Toelichting reserves programma 9. RESERVES PROGRAMMA 9 bedragen x € 1.000,reserve gemeentelijk deel GSB OGGZ
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-76
-546
-208
-24
-24
0
-76
-546
-208
-24
-24
0
Toevoeging
0
1.322
0
0
0
0
Onttrekking
-1.006
-44
0
0
0
0
-1.006
1.278
0
0
0
0
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-108
-29
0
0
0
0
-108
-29
0
0
0
0
-1.190
704
-208
-24
-24
0
Saldo reserve soc.-maatsch. En cult. Voorz
Saldo res.financ.bijdr.woningonttrek.
Saldo RESERVES PROGRAMMA 9
Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht Subsidie saldo
subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
21.095.661
21.200.916
De doelenboom voor programma 9 is in 2014 in overeenstemming gebracht met de indeling van het beleidsplan maatschappelijke ontwikkeling 'Iedereen telt mee". Hierdoor zijn budgetten opgesplitst en verschoven. Een vergelijking maken per beleidsterrein is hierdoor niet mogelijk. Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
130 | Beleidsbegroting
Beleidsbegroting | 131
10
Werk en inkomen
132 | Beleidsbegroting
Werk en inkomen Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
10 Werk en Fnanciën Cultuur, Werk en Inkomen Bereikbaarheid, Financiën en Economie
De missie van het programma Werk en inkomen luidt: De gemeente Leiden stimuleert haar inwoners om door werk zelfstandig in het bestaan te voorzien, bevordert maatschappelijke participatie en biedt waar nodig een financieel vangnet.
Inleiding 3 decentralisaties De 3 decentralisaties in het sociale domein van werk (onder meer de ingreep in de Wajong en het afsluiten van de WSW), onderdelen van de AWBZ en Jeugdhulp per 1 januari 2015 stellen de gemeente voor grote inhoudelijke en financiële opgaven. Het Rijk draagt taken aan de gemeente over maar bezuinigt tegelijk ook op de middelen om die taken uit te voeren. Binnen de gemeentelijke organisatie en in samenwerking met de regio wordt al hard gewerkt om aan deze uitdaging het hoofd te bieden. Daarbij worden de decentralisaties in onderlinge samenhang aangepakt. De sociaal maatschappelijke structuurvisie is voor Leiden daarbij een belangrijke leidraad. Voor meer informatie zie bijzonder programma 3 decentralisaties. Werk en inkomen De economische vooruitzichten voor 2014 zijn niet rooskleurig. De werkloosheid neemt toe. Daarmee stijgt naar verwachting ook het beroep op bijstand, minimabeleid en schuldhulpverlening. Het is duidelijk dat ook in 2014 alle zeilen zullen moeten worden bijgezet om enerzijds de uitgaven in het programma binnen de perken te houden en anderzijds een goed voorzieningenniveau te blijven bieden aan de mensen die daar tijdelijk op aangewezen zijn. De invoering van de Participatiewet is doorgeschoven naar 2015 maar ook voor 2014 zijn aanpassingen in de wetgeving voorzien. Het kabinet bereidt een wetsvoorstel maatregelen WWB 2014 voor met als beoogde ingangsdatum 1 juli 2014. Het wetsvoorstel bevat wijzigingen van de aan de bijstand verbonden verplichtingen, de invoering van de wachttijd van vier weken voor alle bijstandsaanvragers, een kostendelersnorm, een landelijk geldend maatregelenregime, uitbreiding van de tegenprestatie naar vermogen en een verschuiving van categoriale naar individuele bijzondere bijstand. In het regeerakkoord is een maatwerkvoorziening voor chronisch zieken aangekondigd ter vervanging van de huidige Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en andere regelingen op dit gebied. Het wettelijk kader ontbreekt nog. Het is daarom nog niet duidelijk of het een regeling onder de WMO of de WWB wordt.
Beleidsbegroting | 133
Beleidsterrein 10A Werken naar vermogen Participatiewet Over de Participatiewet, die de WWB, de WSW en de Wajong (gedeeltelijk) gaat vervangen en op 1 januari 2015 in moet gaan is nog veel onzeker. In het sociaal akkoord van april 2013 is een aantal afspraken gemaakt, waar het kabinet mee heeft ingestemd. De stand van zaken ten tijde van het opstellen van deze begroting is als volgt: Er komen 35 regionale Werkbedrijven die de schakel zijn tussen werkgevers en mensen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen. Het is aannemelijk dat deze werkbedrijven parallel lopen aan de bestaande 35 arbeidsmarktregio's. Holland Rijnland is één van deze arbeidsmarktregio's met Leiden als centrumgemeente. Gemeenten hebben de lead en werken samen met UWV en sociale partners. Het Werkbedrijf is niet per se een fusie van de bestaande werkbedrijven of SW-bedrijven. De Wajong is per 1-1-2015 alleen toegankelijk voor mensen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Mensen die al in de Wajong zitten worden herkeurd. Wajongers met arbeidsvermogen gaan vanaf juli 2015 geleidelijk over naar de Participatiewet. De herkeuringsoperatie moet half 2018 zijn voltooid. Wajongeren die al een baan hebben blijven zoalg hun dienstverband loopt bij het UWV. Uiteindelijk betekent dit een behoorlijke uitbreiding van de doelgroep waar de gemeente verantwoordelijk voor is. De WSW wordt afgesloten voor nieuwe instroom. Ook wie niet (meer) in aanmerking komt voor de WSW, valt straks onder de Participatiewet. Werkgevers stellen zich garant voor extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Het aantal extra banen wordt langzaam opgebouwd tot 125.000 in 2026, waarvan 25.000 bij de overheid. In 2014 gaat het om 5000 extra banen, 2500 in de markt (inclusief zorg) en 2500 bij de overheid. Het kabinet werkt een quotumregeling uit met de in het sociaal akkoord genoemde aantallen. Als werkgevers onvoldoende banen realiseren, treedt na overleg met sociale partners en gemeenten alsnog een wettelijke quotumregeling in werking. Loonkostensubsidie wordt een belangrijk nieuw instrument. Bij loonkostensubsidie compenseert de overheid de werkgever voor het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon. Leids beleid in 2014 Het beleid is erop gericht dat zoveel mogelijk mensen participeren in de samenleving bij voorkeur met het verrichten van regulier werk. Mensen worden gestimuleerd om op eigen kracht in hun inkomen te voorzien. Werkzoekenden krijgen daarbij ondersteuning via het Participatiecentrum. Wie er niet in slaagt betaald werk te vinden, wordt gevraagd om ten minste een aantal uren per week vrijwilligerswerk te doen. Ook vrijwilligerswerk levert een bijdrage aan de re-integratie van de bijstandsgerechtigde. Arbeidsritme en werknemersvaardigheden blijven behouden of worden ontwikkeld. Bij het vinden van passend vrijwilligerswerk heeft de klant ook een eigen verantwoordelijkheid. Er kan rekening gehouden met de eigen voorkeur en de persoonlijke omstandigheden van de klant. Het gaat uitdrukkelijk niet om ‘gratis arbeid’ voor de werkgever of onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. De gemeente Leiden wil met deze tegenprestatie juist iedereen mee laten doen, iedereen blijven betrekken bij de samenleving, een te grote afstand van de doelgroep tot de arbeidsmarkt tegengaan en uiteindelijk zo veel mogelijk mensen op weg helpen naar betaalde arbeid. Het verrichten van vrijwilligerswerk kan een onderdeel zijn van het door de uitkeringsgerechtigde op te stellen plan van aanpak. Doelen en prestaties bij 10A Werken naar vermogen Doel
Prestatie
10A1 Leidenaren werken naar vermogen en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk
10A1.1 Bijdragen aan een goed functionerende arbeidsmarkt 10A1.2 Inzetten Re-integratie Leiden (Participatiecentrum, participatieplaatsen, opstapbanen, trajecten naar werk en werkgeversbenadering, WIW- en ID- banen) 10A1.3 Inzetten overige trajecten 10A1.4 Uitvoeren Wet Inburgering 10A1.5 Aanbieden volwasseneneducatie
10A2 Jongeren tot 27 jaar werken naar vermogen of volgen onderwijs en zijn daardoor niet uitkeringsafhankelijk
10A2.1 Inzetten Jongerenloket en Project JA
10A3 WSW'ers werken zo regulier mogelijk
10A3.1 Inzetten van de door het Rijk beschikbaar gestelde WSW-formatie
10A1.1 Bijdragen aan een goed functionerende arbeidsmarkt Een van de thema's van het programma Economie '71 is het onderwerp Onderwijs -Arbeidsmarkt. In dit kader worden acties ondernomen om (met oog voor de algemene doelstellingen van de agenda) vraag en aanbod op de Leidse en regionale arbeidsmarkt goed op elkaar af te stemmen.
134 | Beleidsbegroting
10A1.2 Inzetten Re-integratie Leiden Het grootste deel van het re-integratiebudget wordt ingezet bij Re-integratie Leiden (o.a. Participatiecentrum, participatieplaatsen, opstapbanen). Er wordt gewerkt aan een andere opzet van de opstapbaan. Het bestaande instrument is niet geschikt voor de veranderde, flexibele arbeidsmarkt. Uitkeringsgerechtigden die wegens bijzondere omstandigheden (sociaal-maatschappelijke of psychische problemen) helemaal niet kunnen werken worden door het team Werk en Inkomen begeleid of doorverwezen naar hulpverlenende instanties. 10A2.1 Inzetten Jongerenloket en Project JA Het Jongerenloket verliest zijn rol als poortwachter voor de WWB en gaat zich volledig richten op het bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Het project JA, waarin jongeren naar werk of opleiding worden begeleid, loopt mede dankzij een nieuwe impuls van het Rijk voor bestrijding van jeugdwerkloosheid door. 10A3.1 Inzetten van de door het Rijk beschikbaar gestelde WSW-formatie De inspanning om WSW-ers bij reguliere bedrijven te plaatsen blijft doorgaan. Op individueel niveau wordt de inspanning om mensen ‘buiten’ te plaatsen steeds groter. Het realiseren van de doelstelling is sterk afhankelijk van het tot stand komen van enkele nieuwe groepsdetacheringen of samenwerkingsprojecten met werkgevers. Dit zijn langdurige trajecten, bovendien kunnen gestarte pilots ook beëindigd worden om uiteenlopende redenen. Dit maakt het behaalde percentage ‘buiten’ geplaatste WSW-ers volatiel. Effectindicatoren bij 10A Werken naar vermogen Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
Bron 2016
2017
4,0%
4,0%
Doel 10A1 Leidenaren werken naar vermogen en zijn daardoor minder uitkeringsafhankelijk 10A1.a Personen 18 t/m 64 jaar met uitkering WWB/ Ioaw/Ioaz (% van totaal aantal personen van 18 t/m 64 jaar)*
3,6% (2010) 3,9% (2011) 4,0% (2012)
4,0%
4,0%
W&I/CBS
Doel 10A2 Jongeren tot 27 jaar werken naar vermogen of volgen onderwijs en zijn daardoor niet uitkeringsafhankelijk 10A2.a Aantal jongeren met uitkering (ultimo jr.)
252 (2010) 241 (2011)
200
200
200
200
W&I
732 (2011)
703
703
703
703
DZB
Doel 10A3 WSW'ers werken zo regulier mogelijk** 10A3.a Aantal SE's***
*Voor de jaren na 2014 gaat het om de huidige WWB-doelgroep. Onder de Participatiewet wordt de doelgroep groter. ** De indicator '% WSW'ers dat gedetacheerd is of begeleid werkt' is opgenomen in het prestatie-overzicht. ***SE=standaardeenheid (vgl. fte). Aantal correspondeert met hoogte van het door het Rijk beschikbaar gestelde budget.
Beleidsterrein 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima Het Leids minimabeleid ondersteunt mensen met inkomens tot maximaal 110% van het sociaal minimum bij maatschappelijke participatie en voorziet in tegemoetkomingen in bijzondere noodzakelijke kosten. De wettelijke grens van 110%, die nu voor de meeste regelingen geldt zal vervallen per 1 juli 2014. Eveneens met ingang van 1 juli 2014 wordt de categoriale bijzondere bijstand grotendeels afgeschaft. Bijzondere bijstand wordt dan weer meer individueel maatwerk. De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en een aantal andere landelijke regelingen op het gebied van ziektekosten worden ingetrokken. Daarvoor in de plaats gaan de gemeenten een maatwerkregeling voor chronisch zieken uitvoeren. Dit alles heeft gevolgen voor het minimabeleid. De wijzigingen gaan zeker niet eerder in dan op 1 juli 2014, voor een deel mogelijk pas in 2015. Het wettelijk kader is nog niet bekend. Vanuit het budget voor het minimabeleid worden ook subsidies aan het Jeugdsportfonds, het Jeugdcultuurfonds, de Stichting Urgente Noden, de Stichting Leergeld, BplusC en de Voedselbank betaald. Met de Voedselbank zijn gesprekken gaande over verhuizing naar een ander (groter) pand. De gemeente ondersteunt dit proces. Doelen en prestaties bij 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima Doel
Prestatie
10B1 Minima doen mee in de samenleving en raken niet in een sociaal isolement
10B1.1 Verstrekken declaratieregeling, de vrij besteedbare uitkering voor ouderen en overige participatiebevorderende voorzieningen
Beleidsbegroting | 135
Doel
Prestatie
10B2 Armoedebestrijding
10B2.1 Behandelen aanvragen individuele en categoriale bijzondere bijstand 10B2.2 Verstrekken kinderopvang op Sociaal-Medische Indicatie 10B2.3 Kwijtschelding gemeentelijke heffingen 10B2.4 Subsidies minimabeleid
Effectindicatoren bij 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
Bron
2015
2016
2017
Doel 10B1 Minima doen mee in de samenleving en raken niet in een sociaal isolement 10B1.a Aantal verstrekte tegemoetkomingen op grond van de declaratieregeling
3.514 (2010)
3.400
3.400
3.400
3.400
SEI
1.457 (2010)
1.450
1.450
1.450
1.450
SEI
Doel 10B2 Armoedebestrijding 10B2.a Aantal toekenningen langdurigheidstoeslag
Beleidsterrein 10C Inkomensvoorzieningen Een van de grote posten van de gemeente met een hoog overschrijdingsrisico wordt gevormd door de uitgaven aan algemene bijstand voor de kosten van levensonderhoud. Doelen en prestaties bij 10C Inkomensvoorzieningen Doel
Prestatie
10C1 Leidenaren (18 t/m 64 jaar) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning
10C1.1 Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen WWB, Ioaw, Ioaz, Bbzinkomensvoorzieningen 10C1.2 Uitvoeren van controle en preventie 10C1.3 Toezicht en Handhaving / Opsporen uitkeringsfraude 10C1.4 Uitvoeren terugvordering en verhaal
10C1.1 Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen WWB, Ioaw, Ioaz, Bbz-inkomensvoorzieningen Het aantal WWB-aanvragen zal in 2014 verder toenemen. Ook het budget dat de gemeente van het Rijk ontvangt om de uitkeringen te bekostigen zal naar verwachting stijgen. Er wordt altijd naar gestreefd om de uitkeringen volledig te betalen uit het budget dat Leiden van het rijk daarvoor krijgt. 10C1.2 Uitvoeren van controle en preventie In 2014 wordt aan de hand van de resultaten van het project Klant in Beeld onderzocht in hoeverre het handhavingsbeleid moet worden aangepast aan de voor Leiden kenmerkende situaties. Het project omvat twee onderdelen: de aanpak zittend bestand (het volledig in kaart brengen van de groep die langdurig een uitkering ontvangt) en het onderzoek naar de typen uitkeringsfraude, die in Leiden het meest voorkomen. 10C1.3 Toezicht en handhaving / Opsporen uitkeringsfraude De gemeenschappelijke regeling Sociale Recherche Zuid-Holland- Noord houdt per 1 januari 2014 op te bestaan. De samenwerking wordt in een kleiner verband voortgezet. Hierover worden in 2014 afspraken gemaakt. 10C1.4 Uitvoeren terugvordering en verhaal Ten onrechte betaalde bijstand wordt altijd teruggevorderd. Voor fraudevorderingen is dat sinds 1 januari 2013 een wettelijke verplichting. Op dit moment wordt 60% van de opgeboekte vordering in de voorziening oninbaar gestort. Dit wordt bijgesteld naar een lager percentage, een indicatie dat een groter deel van de opgelegde vordering ook daadwerkelijk wordt geincasseerd. Effectindicatoren bij 10C Inkomensvoorzieningen Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
Bron 2016
2017
Doel 10C1 Leidenaren (18 t/m 64 jaar) voor wie een financieel vangnet nodig is, ontvangen inkomensondersteuning
136 | Beleidsbegroting
Effectindicator
10C1.a Gemiddeld aantal uitkeringen per jaar (aantal correspondeert met beschikbaar budget)
Realisatie
2.659 (2010) 2.876 (2011)
Streefwaarden
Bron
2014
2015
2016
2017
2.920
2.907
2.894
2.894
W&I
Beleidsterrein 10D Schuldhulpverlening Het risico bestaat dat het beroep op schuldhulpverlening in 2014 zal toenemen. Meer mensen dan voorheen hebben ten gevolge van de stijgende werkloosheid te maken met schuldenproblematiek. Vooralsnog gaan we er vanuit dat de Stadsbank met de huidige bezetting de toeloop aankan. Beleidsmatig zijn voor 2014 geen veranderingen voorzien. Het beleidsplan schuldhulpverlening is in september 2012 in beginsel voor een periode van vier jaar vastgesteld. Doelen en prestaties bij 10D Schuldhulpverlening Doel
Prestatie
10D1 Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties is voorkomen
10D1.1 Uitvoeren van budgetbeheer, stabilisatietrajecten en aanbieden budgetteringscursussen
10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost
10D2.1 Uitvoeren schuldhulpverlening
Effectindicatoren bij 10D Schuldhulpverlening Effectindicator
Realisatie
Streefwaarden 2014
2015
Bron 2016
2017
450
450
Stadsbank
Doel 10D1 Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties is voorkomen 10D1.a Aantal deelnemers aan preventieve trajecten
393 (2011) 262 (2012)
450
450
Doel 10D2 Problematische schuldensituaties zijn beheersbaar gemaakt en (zo mogelijk) opgelost 10D2.a Aantal schuldbemiddelingstrajecten en saneringskredieten
207 (2011) 144 (2012)
250
250
250
250
Stadsbank
10D2.b Aantal geslaagde schuldbemiddelingstrajecten en saneringskredieten
109 (2011) 90 (2012)
125
125
125
125
Stadsbank
Kaderstellende beleidsstukken ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Vernieuwde visie DZB en herstructureringsplan (RV 12.0019) Beleidsbrief Minimabeleid (RV 11.0127) Tijdelijke regeling 'Aanscherping Wet werk en bijstand' (RV 11.0124) Verordening inburgering (RV 11.0672) Toeslagenverordening WWB (RV 11.0098) Re-integratieverordening WWB, Ioaw, Ioaz (RV 11.0075) Maatregelenverordening WWB (RV 11.0055) Bevordering van arbeidsparticipatie in een tijd van bezuinigingen (RV 11.0003) Verordening Plaatsingsvolgorde wachtlijst WSW (RV 10.0112) Verordening langdurigheidstoeslag (RV 09.0012) Handhavingsverordening WWB (RV 08.0045) Verordening persoonsgebonden budget WSW 2008 (RV 08.0044) Verordening cliëntenparticipatie WSW 2008 (RV 08.0043) Verordening cliëntenparticipatie WWB (RV 04.0175)
Beleidsbegroting | 137
Programmakosten WERK EN INKOMEN bedragen x € 1.000,WERKEN NAAR VERMOGEN
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
64.135
58.863
Baten
-54.684 9.450
Lasten Baten
2015
2016
2017
55.695
53.242
51.434
49.829
-52.845
-51.534
-48.596
-46.371
-44.358
6.018
4.160
4.646
5.063
5.471
12.627
8.576
8.406
8.362
8.305
8.305
-224
-267
-267
-267
-267
-267
12.403
8.309
8.140
8.096
8.038
8.038
Lasten
45.155
53.168
57.372
57.012
56.963
56.966
Baten
-42.549
-43.633
-47.394
-47.394
-47.394
-47.394
2.606
9.535
9.979
9.619
9.569
9.573
Lasten
2.552
2.601
2.610
2.578
2.566
2.565
Baten
-353
-360
-364
-364
-364
-364
2.199
2.241
2.246
2.214
2.202
2.201
Lasten
124.469
123.207
124.084
121.195
119.268
117.665
Baten
-97.810
-97.104
-99.559
-96.620
-94.395
-92.382
26.658
26.103
24.525
24.574
24.873
25.282
Toevoeging
1.795
45
315
561
442
484
Onttrekking
-1.081
-476
-369
-9
-9
-9
714
-431
-54
552
433
475
27.373
25.672
24.471
25.126
25.305
25.757
Saldo MAATSCH. PART. EN ONDERSTEUNING MINIMA
Saldo INKOMENSVOORZIENING
Saldo SCHULDHULPVERLENING
Saldo Programma WERK EN INKOMEN
Saldo van baten en lasten Reserves
Mutaties reserves Resultaat
Meerjarenraming
Budgettaire ontwikkelingen De mutaties van de lasten en baten worden onder andere veroorzaakt door indexering van budgetten, doorrekening van de kostenverdeelstaat en de kapitaallasten die zijn berekend vanuit het meerjareninvesteringsplan 2014 – 2017. Beleidswijzigingen met financiële consequenties worden hierna per beleidsterrein toegelicht. Beleidsterrein 10A Werken naar vermogen De volgende wijzigingen hebben zich voorgedaan: ■ Het Participatiebudget (baten), waaruit o.a. re-integratie en inburgering wordt bekostigd, daalt met € 1.357.000 miljoen als gevolg van een rijksbezuiniging. ■ De uiteindelijk daling van het Participatiebudget is € 1,1 miljoen minder dan gedacht waardoor het Leids participatiebudget, beschikbaar gesteld ter compensatie van het fors verlaagde rijksbudget, met € 1,1 miljoen verlaagd kan worden (Perspectiefnota 2014). ■ De lasten voor inburgering dalen met € 651.000 (inburgering wordt stopgezet behoudens lopende trajecten die voor 2014 zijn gestart) en de lasten voor re-integratie dalen met € 1.170.000 als gevolg van rijksbezuinigingen. ■ Inmiddels is duidelijk dat het regionaal actieplan ook na 2013 wordt doorgezet met deels nieuwe rijksmiddelen (aangevuld met ESF) en dat Leiden wederom de regionale financiën zal beheren. In 2014 wordt € 1,0 miljoen aan rijksbaten en regionale lasten geraamd. Dat is € 300.000 lager dan in 2103. ■ De resterende verlaging van de lasten met € 322.000 bij Werk en Inkomen wordt veroorzaakt door een lagere toerekening vanuit de kostenverdeelstaat. ■ Bij de DZB dalen de lasten per saldo met € 724.000 (-110-400 -770+409+147) en nemen de baten per saldo met € 346.000 (+409-370+307) toe. Het zijn de volgende mutaties: 1) De loonkosten WSW stijgen in 2013 met 2,2% als gevolg van stijgende werkgeverslasten en het inwerkingtreden van nieuwe CAO- bepalingen. Het bedrag dat niet opgevangen kan worden opgevangen (€ 67.000) binnen de bestaande budgetten wordt in 2013 aan de bedrijfsreserve onttrokken. Een gedeelte (€ 177.000) van de kostenstijging betreft een door de CAO bepaalde eenmalige uitkering. Met ingang van 2014 kan als gevolg daarvan een bedrag van € 110.000 (=177-67) worden afgeraamd. 2) Het sociaal akkoord zorgt voor een positief resultaat op de DZB-begroting van afgerond € 2.8 miljoen (2014 € 570.000, 2015 € 816.000, 2016 € 697.000 en 2017 € 741.000). Er is besloten om € 1.175.000 hiervan vrij
138 | Beleidsbegroting
te laten vallen als dekking voor de algemene dekkingsproblematiek en € 1.622.000 te storten in de reserve zachte landing rijksbezuinigingen. Van de € 400.000 aan structurele ombuigingen die voor het jaar 2014 voor DZB is ingeboekt wordt € 270.000 in de reserve zachte landing rijksbezuinigingen gestort. Daarnaast is een bedrag van € 300.000 (€ 570.000-/- € 270.000) benut als algemeen dekkingsmiddel conform perspectiefnota 201 3) In 2011 is besloten dat de subsidie voor WIW-banen de komende jaren zal gaan verminderen. Hierdoor moet het aantal banen van Leidse WIW-medewerkers worden afgebouwd tot nul in 2015. In 2014 zijn daardoor de (regionale) lasten € 770.000 en de (regionale) baten € 370.000 lager. 4) Een bijstelling van de raming mbt de WSW taakstelling leidt ertoe dat de WSW rijksubsidie (baten) en de WSW loonkosten (lasten) beide zijn verhoogd met € 409.000. 5) Overige ontwikkelingen met ondermeer de indexering leiden tot een verhoging van de lasten met per saldo € 147.000. 6) Overige ontwikkelingen met ondermeer de indexering leiden tot een verhoging van de baten met per saldo € 307.000. Beleidsterrein 10B Maatschappelijke participatie en ondersteuning minima ■ Budgetten die in 2013 via de bestuursrapportage 2013 incidenteel zijn afgeraamd worden nu conform de besluitvorming bij de Perspectiefnota 2014 structureel afgeraamd. Dit betreft het inkoopvoordeel op de collectieve ziektekostenverzekering (€ 150.000) en vrijval van middelen (€ 250.000) door schrappen woonlastenregeling en beperken van doelgroep chronisch zieken/gehandicapten/ ouderen en structurele onderrealisatie (€ 100.000). ■ De verlaging van de lasten met € 170.000 wordt volledig veroorzaakt door een lagere toerekening vanuit de kostenverdeelstaat. Beleidsterrein 10C Inkomensvoorzieningen ■ In juni 2013 heeft een bijstelling plaatsgevonden van het rijksbudget waarmee de uitkeringen worden bekostigd, de zogenaamde Gebundelde uitkering WWB/Ioaw/Ioaz/Bbz. Het rijksbudget is structureel verhoogd met € 3,7 miljoen naar € 44,6 miljoen. De verhoging bestaat uit compensatie voor conjuncturele ontwikkelingen (33%) en de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (67%) waardoor de gemeente meer belasting moet afdragen. De lasten en de baten van de uitkeringenbudgetten worden daarom verhoogd met € 3.722.000. ■ In de Perspectiefnota 2011 was vanaf 2014 een afbouw van € 150.000 op het bijstandsbudget opgenomen in de verwachting dat het aantal bijstandsgerechtigden zou afnemen. ■ In 2013 is er een incidenteel budget begroot van € 33.000 voor de invoering van de Participatiewet. ■ De ontwikkeling van het aantal bijstandscliënten/uitkeringsontvangers en daaraan gerelateerde maatstaven geven een stijging te zien. De prognose van het aantal bijstandscliënten stijgt van 2920 in 2012 naar 3321 in 2017. De toename van het aantal bijstandsgerechtigden leidt tot een stijging van de algemene uitkering en tot hogere uitvoeringskosten. De stijging van de algemene uitkering (zie paragraaf 5.1.2) en van de hogere uitvoeringskosten waren nog niet verwerkt in de Perspectiefnota 2014-2017. We houden rekening met € 330.000 structureel hogere uitvoeringskosten waarvan 10% wordt bekostigd door de gemeente Leiderdorp. ■ Het resterende verschil van € 327.000 wordt veroorzaakt door een hogere toerekening vanuit de kostenverdeelstaat. Beleidsterrein 10D Schuldhulpverlening ■ De verlaging van de lasten met € 32.000 wordt volledig veroorzaakt door een lagere toerekening vanuit de kostenverdeelstaat. Reserves In 2012 is € 1 miljoen gestort in de reserve zachte landing rijksbezuinigingen ter dekking van frictiekosten die ontstaan bij de herstructering (rb .0097) voor de periode 2012 t/m 2014. In 2014 is de geraamde onttrekking € 40.000 lager dan in 2013. Het sociaal akkoord zorgt voor een positief resultaat op de begroting 2014 van € 570.000. Er is besloten om € 300.000 vrij te laten vallen als dekking voor de algemene dekkingsproblematiek en € 270.000 wordt gestort in de reserve zachte landing rijksbezuinigingen gestort (PN 2014). Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.10 Toelichting reserves programma 10. VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 10 bedragen x € 1.000,reserve frictiekosten ID/WIW-banen
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
750
0
0
0
0
0
Onttrekking
-706
0
0
0
0
0
Beleidsbegroting | 139
VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 10 bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
44
0
0
0
0
0
Toevoeging
45
45
45
45
45
45
Onttrekking
-134
-76
-9
-9
-9
-9
-89
-31
36
36
36
36
Toevoeging
1.000
0
270
516
397
439
Onttrekking
-240
-400
-360
0
0
0
Saldo
760
-400
-90
516
397
439
VERREKENING RESERVES PROGRAMMA 10
714
-431
-54
552
433
475
Saldo bedrijfsreserve dzb-Leiden wsw
Saldo reserve zachte landing rijksbez. Wsw/ dzb
Investeringen In het volgende overzicht staan de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2014-2017. In paragraaf 5.2.3 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten. Een toelichting op de investeringen in jaarschijf 2014 is opgenomen in het prestatieoverzicht 2014-2017 bij de betreffende prestatie. Prestatie
Omschrijving investering
10A3.1 Inzetten van door het Rijk beschikbaar gestelde WSW-formatie
Vervanging bedrijfsmiddelen 2014-2017
Totaal programma 10
2014
2015
2016
2017
485
485
485
483
485
485
485
483
Bedragen * € 1.000
Subsidies Totaal volume aan subsidies opgenomen in het subsidie-overzicht (zie hoofdstuk 6.1) Subsidie saldo
subsidiestaat 2013
subsidiestaat 2014
598.330
759.251
De stijging van 2013 naar 2014 wordt verklaard doordat subsidies in 2013 niet op de juiste kostensoort werd geraamd. Dit is in de loop van 2013 hersteld. De gewijzigde raming in 2013 bedroeg € 198.489. In 2013 zijn de loonkostensubsidies, die bekostigd worden uit het Participatiebudget, ten onrechte opgenomen in het subsidieoverzicht. Dat is nu in de begroting 2014 hersteld. Het volledige subsidie-overzicht is opgenomen in paragraaf 6.1 subsidies.
140 | Beleidsbegroting
4.2.11 Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien ALGEMENE MIDDELEN bedragen x € 1.000,LOKALE HEFFINGEN
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
0
0
Baten
-51.816
2015
2016
2017
0
0
0
0
-52.749
-53.541
-53.981
-54.400
-54.576
-51.816
-52.749
-53.541
-53.981
-54.400
-54.576
Lasten
1
457
838
94
-14
-207
Baten
-153.456
-161.552
-150.432
-142.631
-139.795
-138.896
-153.456
-161.095
-149.594
-142.537
-139.809
-139.102
Lasten
4.121
3.137
1.961
1.961
314
314
Baten
-11.132
-4.176
-3.168
-3.638
-1.727
-1.727
-7.011
-1.039
-1.207
-1.678
-1.413
-1.413
Lasten
1.248
535
217
130
104
-1.619
Baten
-23.354
-16.424
-15.452
-15.023
-12.976
-10.519
-22.106
-15.890
-15.235
-14.893
-12.871
-12.138
Lasten
1.596
2.650
-2.536
-4.596
-6.529
-7.784
Baten
-130
505
-1.557
-1.391
-1.312
-1.315
1.466
3.155
-4.093
-5.987
-7.840
-9.099
Lasten
0
374
233
233
233
233
Baten
0
0
0
0
0
0
0
374
233
233
233
233
Lasten
6.966
7.152
713
-2.178
-5.891
-9.061
Baten
-239.888
-234.396
-224.149
-216.665
-210.209
-207.033
-232.922
-227.244
-223.436
-218.843
-216.100
-216.094
Toevoeging
28.690
30.286
9.441
8.551
6.134
1.693
Onttrekking
-57.280
-106.439
-2.822
-1.477
-650
0
-28.591
-76.153
6.620
7.074
5.484
1.693
-261.513
-303.397
-216.816
-211.769
-210.616
-214.401
Saldo ALGEMENE UITKERING
Saldo DIVIDEND
Saldo SALDO FINANCIERINGSFUNCTIE
Saldo OVERIGE ALG. DEKKINGSMIDDELEN
Saldo ONVOORZIEN
Saldo Programma ALGEMENE MIDDELEN
Saldo van baten en lasten Reserves
Mutaties reserves Resultaat
Meerjarenraming
Inleiding Binnen de begroting bestaat er onderscheid tussen specifieke dekkingsmiddelen en algemene dekkingsmiddelen. Specifieke dekkingsmiddelen (bijvoorbeeld opbrengsten voor ophalen afval, verstrekken van vergunningen, onderhouden van het riool, reisdocumenten etc.) hangen samen met een concreet beleidsveld en staan opgenomen in de betreffende programma’s. Deze dekkingsmiddelen verlagen het saldo van lasten en baten op de betreffende programma’s in de begroting. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van specifieke dekkingsmiddelen, doordat zij vrij aan te wenden zijn. De besteding van deze inkomsten is niet aan een bepaald programma (doel) gebonden. De algemene dekkingsmiddelen vormen de financiële dekking van de bestedingen van de programma’s 1 tot en met 10 en zijn ingedeeld naar de voorgeschreven categoriën en onvoorzien. Lokale heffingen In de paragraaf lokale heffingen is een toelichting gegeven op de opbrengst belastingen en aangegeven welk beleid ten aanzien van de verschillende belastingen wordt gevoerd. De kosten van invordering van Belastingen en de waardebepaling van de onroerende zaken zijn geraamd op het programma 1 Bestuur en dienstverlening.
Beleidsbegroting | 141
Algemene uitkering uit het gemeentefonds Jaarlijks ontvangt elke gemeente volgens een bepaald verdeelstelsel een uitkering uit het Gemeentefonds. De uitkering is bestemd voor de bekostiging van autonome taken van de gemeente, taken die veelal dicht bij de burger liggen. Het verdeelstelsel is opgenomen in de Financiële verhoudingswet en is gebaseerd op twee uitgangspunten. Het moet rekening houden met onderlinge verschillen in de kosten waar de gemeenten voor staan en met de draagkracht van de gemeenten (de belastingcapaciteit). Karakteristiek voor de algemene uitkering is dat elke gemeente vrij is in het besteden van haar aandeel. De omvang van de algemene uitkering is voor de gemeenten een gegeven, maar de gemeente kan zelf bepalen aan welke voorzieningen zij haar geld bij voorkeur besteedt (eigen prioriteitenstelling). De groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven (de netto gecorrigeerde rijksuitgaven). Eenvoudig gezegd: als het Rijk meer uitgeeft, profiteert het gemeentefonds daarvan en andersom. De ontwikkeling van de algemene uitkering staat verder toegelicht in de financiële begroting. Dividend De belangrijkste deelnemingen zijn NUON, Alliander, Duinwaterbedrijf Zuid-Holland (DUNEA) en NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. In 2009 heeft B en W een verkoopovereenkomst gesloten met het Zweedse Vattenfall over de gefaseerde verkoop van de Leidse aandelen in Nuon Energy NV. Voorafgaand hieraan is Nuon NV gesplitst in een Netwerkbedrijf Alliander en een Productie- en leveringsbedrijf NV Nuon Energy. De aandelen van NUON NV zijn overgegaan naar Alliander NV. Voor de deelname aan Nuon Energy zijn nieuwe aandelen uitgegeven. Het dividend van Alliander wordt begroot op 1 miljoen per jaar. Het dividend op de resterende aandelen uit NV Nuon Energy is gefixeerd op 2% van de overeengekomen verkoopprijs. De daling van het dividend 2014 t.o.v. 2013 is het gevolg van de gedeeltelijke overdracht van aandelen aan Vattenfall (3e tranche) in 2013. Het lagere dividend 2014 wordt gecompenseerd door lagere rentelasten over de financiële vaste activa. Financiële functie In de paragraaf financiering wordt ingegaan op aspecten betreffende de financiering van de gemeente respectievelijk de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Op deze plaats verwijzen wij naar die paragraaf voor de toelichting op de ontwikkeling van het resultaat op geldleningen en op bespaarde rente. Overige algemene dekkingsmiddelen De overige algemene dekkingsmiddelen bestaat uit oninbare vorderingen, plankosten, saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering en stelposten concern. ■ Oninbare vorderingen: Het betreft de dotatie aan de voorziening oninbare vorderingen op (ex)bijstandsgerechtigden. De raming voor 2014 bedraagt € 797.000. ■ Plankosten definitiefase: De raming voor plankosten is op grond van de nota Plankosten Leiden (RB 12.0153) tot stand gekomen. De raming voor 2013 (€ 1.965.000) is via de 1e Bestuursrapportage 2013 in de begroting opgenomen. De raming voor 2014 is nog niet opgenomen in de begroting. Dat zal betrokken worden bij de nog op te stellen begrotingswijziging Werkbegroting 2014. ■ Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering: Op saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering worden de lasten en baten verantwoord die niet rechtstreeks ten gunste of ten laste van andere prestaties kunnen worden gebracht. Met een eenduidige en integrale kostenverdeelsystematiek (art. 6, lid 2, letter a Financiële verordening) worden lasten en baten van (ondersteunende) afdelingen toegewezen aan de prestaties van het prestatieoverzicht en daarmee dus aan de programma's in deze begroting. Eerst wordt op basis van begroting het saldo van lasten en baten van ondersteunende afdelingen met een werkplektarief of tarief per fte verdeeld naar de lijnafdelingen.Het saldo van begroting minus realisatie wordt door deze afdelingen op dit saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering verantwoord. Daarna worden op basis van realisatie de saldi van lasten en baten van de lijnafdelingen verdeeld naar prestaties of kredieten. De doorverdeling naar kredieten gaat voornamelijk op basis van vooraf bepaalde percentages, maar in een aantal gevallen op basis van tijdregistratie. Let op, een integrale kostendoorverdeling zal bijna altijd afwijken van een bedrijfseconomische overheadberekening. Ten opzichte van de begroting 2013 dalen de lasten met € 975.000. Er is meer direct doorbelast aan de diverse prestaties op de programma's (€ 806.000), een bedrijfsvoeringsbudget concern is voor € 50.000 aangewend voor Stadspodia (PN 2014) en het restant betreft vrijval van kapitaallasten. ■ Stelposten concern: In de begroting kan gebruik gemaakt worden van stelposten. Slechts die posten die niet (direct) aan een andere prestatie kunnen worden toebedeeld worden op een stelpost opgenomen. Er wordt naar gestreefd, en dit wordt ook door de provincie geëist, om zo min mogelijk en tegelijk zo kort mogelijk stelposten op te nemen. Stelpost moeten concreet zijn en realiseerbaar. Indien een stelpost niet reëel is kan de toezichthouder oordelen dat deze niet bijdraagt aan een structureel sluitende begroting en meerjarenraming. Wij voeren regelmatig overleg met de toezichthouder over de voortgang en invulling van de stelposten. Ten opzichte van de gewijzigde begroting 2013 zijn de uitgavenstelposten met € 4,3 miljoen toegenomen. De stelpost kapitaallasten is met € 1,85 miljoen verhoogd (PN 2014), de stelpost knelpuntenpot met € 1,15 miljoen (PN 2013), de stelpost vermindering aantal fte's met € 0,65 miljoen (PN 2011), de stelpost vermindering beleidscapaciteit met € 0,4 miljoen (PN 2011), stelpost huisvesting met € 0,15 miljoen (PN 2011), stelpost inhuur externen met € 0,1 miljoen (PN 2011) en stelpost inkoop met € 0,1 miljoen (PN 2011). De
142 | Beleidsbegroting
toename van € 4,3 miljoen wordt met name veroorzaakt doordat de stelposten in 2013 grotendeels zijn afgeraamd ten laste van budgetten op de diverse programma's. In 2013 is nog € 0,4 miljoen begroot aan uitgavenstelposten en in 2014 is € 4,75 miljoen geraamd aan stelposten. Onvoorzien De post onvoorzien wordt ingezet voor uitgaven die als onuitstelbaar en onvermijdbaar worden aangemerkt en waarvoor in de begroting verder geen raming is opgenomen. Indien de uitgave een structureel karakter heeft dan worden de meerjarige consequenties als autonome ontwikkeling in de volgende begroting verwerkt. De hoogte van de post onvoorzien is in Leiden tot nog toe niet genormeerd en heeft gefungeerd als een sluitpost. Vanaf de begroting 2014 stellen we voor om voor onvoorziene uitgaven rekening te houden met een bedrag van € 2 per inwoner. Reserves Een nadere toelichting op alle reserves binnen dit programma is te vinden in paragraaf 6.2.11 Toelichting reserves algemene dekkingsmiddelen. RESERVES AD bedragen x € 1.000,reserve compensatie dividend Nuon
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Toevoeging
0
0
4.062
4.774
0
0
Onttrekking
-12.799
-53.328
0
0
0
0
Saldo concernreserve
-12.799
-53.328
4.062
4.774
0
0
Toevoeging
23.000
24.941
1.739
2.275
4.641
200
Onttrekking
-21.930
-39.361
-1.289
-1.121
-650
0
1.070
-14.420
450
1.154
3.991
200
Toevoeging
3.712
336
0
0
0
0
Onttrekking
-20.450
-1.406
0
0
0
0
-16.738
-1.070
0
0
0
0
Toevoeging
1.978
3.044
1.861
0
0
0
Onttrekking
-2.101
-10.379
-1.533
-356
0
0
-124
-7.336
329
-356
0
0
Toevoeging
0
1.965
1.779
1.502
1.493
1.493
Onttrekking
0
-1.965
0
0
0
0
0
0
1.779
1.502
1.493
1.493
-28.591
-76.153
6.620
7.074
5.484
1.693
Saldo reserve opbrengst verkoop aandelen NUON
Saldo reserve gsb-middelen ISZ/EZ
Saldo Reserve bedrijsvoering plankosten
Saldo RESERVES AD
Investeringen In het volgende overzicht staan de investeringen zoals opgenomen in het investeringsplan 2014-2017. In paragraaf 5.2.3 Investeringen wordt de ontwikkeling van de kapitaallasten toegelicht en staat een overzicht met te voteren kredieten. Een toelichting op de investeringen in jaarschijf 2014 is opgenomen in het prestatieoverzicht 2014-2017 bij de betreffende prestatie. Prestatie
Omschrijving investering
2014
2015
2016
2017
11. Bedrijfsvoering, Afdeling concern
Meubilair 2012-2014
2.018
-
-
-
11. Bedrijfsvoering, Afdeling handhaving
Vervanging handterminals voor GOA's
-
-
315
-
11. Bedrijfsvoering, Afdeling stedelijk beheer
Wagenpark 6 jaar 2014-2015
896
1.733
-
-
1.683
660
-
1.589
185
-
-
-
4.783
2.393
315
1.589
Wagenpark 8 jaar 2014 Wagenpark 10 jaar 2014 Totaal bedrijfsvoering Bedragen * € 1.000
Beleidsbegroting | 143
4.3 Bijzondere programma's 4.3.1 Bijzonder programma Binnenstad Het doel Het programma Binnenstad werkt aan een steeds beter functionerende economie in de binnenstad en stelt in de uitvoering de bezoeker centraal. Het succes van het programma wordt afgemeten aan de beoogde effecten: meer bezoekers, meer bestedingen en een hogere waardering voor de binnenstad van Leiden. De monitoring Monitoring wordt uitgevoerd aan de hand van de hoofdeffectindicatoren: Doel
Indicator
Nummer
Meer bezoekers
Aantal dagbezoeken aan Leiden door Nederlanders Aantal hotel- en campingovernachtingen in Leiden
3C1.k 3C1.c
Meer bestedingen
Gemiddelde bestedingen van dagbezoekers aan Leiden per bezoek per persoon
3C1.d
Hogere waardering
Rapportcijfer Leidenaren voor historische binnenstad Leiden Beoordeling door Leidenaren van Leidse binnenstad op 7 aspecten
3C1.e 3C1.f
In programma 3 zijn meer indicatoren beschikbaar die betrekking hebben op het bezoek aan Leiden. De uitvoeringsstrategie Om het doel concreet te maken is een ‘gewaagd doel’ geformuleerd. In 2017 wint Leiden de verkiezing ‘Beste Binnenstad van Nederland’. Juist dan, omdat in 2017 meerdere cruciale inspanningen echt zijn uitgevoerd. Om de Beste Binnenstad van Nederland te kunnen worden, moet de Leidse binnenstad goed scoren op de thema’s van deze verkiezing: ■ Aantrekkelijk winkel- en toeristisch aanbod met toeristische trekpleisters ■ Prettige fysieke omgeving met sfeer ■ Bereikbaarheid en parkeren ■ Citymarketing ■ Gunstig ondernemersklimaat Samen met stadspartners is het Beste Binnenstad van Nederland team geformeerd, bestaande uit de Kamer van Koophandel, Leiden Marketing, Centrummanagement Leiden, Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Leiden, de Cultuurmakelaar, de Kamer van (studenten)Verenigingen Leiden en de vertegenwoordiger van de bewonersverenigingen binnenstad. Dit team heeft een tiental inspanningen uit het programma Binnenstad omarmd als ‘kerninspanningen’: deze zijn cruciaal voor het realiseren van het gewaagde doel. Het team voegt daar eigen acties aan toe, passend in het thema “welkom”, de gastvrijheid van de binnenstad. De basis voor de uitvoeringsstrategie is sinds de start van het programma in 2008 onveranderd gebleven: ■ De visie op de ontwikkeling van de binnenstad, zoals in 2012 vastgelegd in de structuurvisie ‘Verder met de Binnenstad’ vormt het ruimtelijk-economische kader voor de inspanningen. ■ Op de diverse ambities worden jaarlijks vele inspanningen (projecten, (lijn-)activiteiten en maatregelen) uitgevoerd: het uitvoeringsprogramma. ■ Op de 18 ontwikkellocaties worden fysieke ontwikkelingen uitgevoerd. Deze vallen uiteen in gebieds- en vastgoedontwikkeling en in kenmerkende verbetering in de openbare ruimte op specifieke locaties. De inspanningen gericht op de ontwikkellocaties zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma en gerangschikt naar het doel waar de belangrijkste bijdrage aan wordt geleverd. De beschikbare middelen Het merendeel van de inspanningen wordt uitgevoerd met middelen die zijn opgenomen in de diverse begrotingsprogramma’s. Voor de periode 2008-2014 zijn extra middelen uit het College Uitvoering Programma (CUP) beschikbaar gesteld (RV 08.0091). In de financiële doorvertaling van de bestuursovereenkomst Samen Leiden 2010-2014, onderdeel beleidsakkoord, zijn voor de periode 2011 t/m 2014 toevoegingen gedaan ten behoeve van het programma Binnenstad, structureel jaarlijks € 500.000. Daarnaast zijn middelen uit de reguliere begroting beschikbaar. En ook zijn Nuonmiddelen gekoppeld aan Binnenstad. De tabel biedt een overzicht van de in 2014 beschikbare middelen en bestedingen exclusief de Nuonmiddelen. Omschrijving
Besluit
CUP coalitie-akkoord 2007
RV 08.0091
144 | Beleidsbegroting
Begroting 2014 900
Omschrijving
Besluit
Begroting 2014
Accent coalitie-akkoord 2010
RV 10.0113
500
Perspectiefnota 2010
RV 09.0068
132
Perspectiefnota 2014
RV 13.0064
556
Uitvoeringsprogramma Binnenstad 2014
518
Totaal dekkingen
2.606
Programmabureau *1
357
Entree van de Stad
*2 775
Citymarketing (inclusief producten)
349
Historische gevels en monumenten
393
Kwaliteit openbare ruimte
582
Winkelbeleving
150
Totaal bestedingen
2.606
Bedragen * € 1.000
*1 Kosten programmasturing, communicatie, interactie stadspartners, voorbereiding prestaties en monitoring *2 inclusief de motie Steenstraat rode loper (556) Het uitvoeringsprogramma Het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Binnenstad (zie hierna) is opgesteld op basis van: ■ de analyse van verschillen tussen de wensbeelden, opgenomen in Verder met de Binnenstad, en de actuele situatie; ■ prioriteitstelling met en door convenantpartners van het programma Binnenstad, waaronder ook het team Beste Binnenstad van Nederland 2017; ■ voortgang meer jaren lopende projecten (veelal de 18 ontwikkellocaties); ■ initiatieven van stadspartners (in 2014 voornamelijk via Beste Binnenstad van Nederland team). Door de prestaties te kiezen en te ordenen aan de hand van de thema’s van de Beste Binnenstad van Nederland, wordt de verbinding van de prestaties met het gewaagde doel extra zichtbaar. Voor het thema bereikbaarheid en parkeren (auto en fiets) is met het bijzondere programma Bereikbaarheid afgesproken dat de sturing op de uitvoering van de inspanningen door het programma Bereikbaarheid wordt uitgevoerd. Daarom zijn in het uitvoeringsprogramma Binnenstad alleen nog de twee cruciale inspanningen opgenomen, de parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt. Thema Beste Binnenstad van Nederland
Prestatie omschrijving
Prestatie
Uitvoering
I - Aantrekkelijk winkelaanbod en toeristisch aanbod met toeristische trekpleisters Evenementen
Doorontwikkeling Leiden Internationaal Film Festival
8A1.1
Leiden International Film Festival
Identiteitsversterkende evenementen
8D2.5
Cultuurfonds
Goed winkelen
Bestemmingsplan Binnenstad I
6A1.6
Gemeente Leiden
Beter beleving winkelaanbod in de binnenstad
3C1.3
Gemeente Leiden, Centrummanagement Leiden
Betere functies Steenstraat (motie rode loper)
6A4.10
Gemeente Leiden
Marketing- en activiteitencampagne tbv bezoek aan retail binnenstad
3C1.4
Ontwikkeling Aalmarkt (ontwikkellocatie)
6A4.1
Gemeente Leiden
Goede horeca
Terrassenplein Beestenmarkt/Turfmarkt (ontwikkellocatie)
6A4.2
Gemeente Leiden
Toerisme en cultuur
Ontwikkeling muziekcentrum de Nobel
8A1.2
Gemeente Leiden
Restauratie en uitbreiding de Lakenhal
8A1.4
Gemeente Leiden
Science Route
3C1.5
Museumgroep Leiden
Verbetering Leidse Haven (ontwikkellocatie)
3C1.5
Gemeente Leiden
II - Prettige fysieke omgeving met sfeer
Beleidsbegroting | 145
Thema Beste Binnenstad van Nederland
Prestatie omschrijving
Prestatie
Uitvoering
Mooie gevels en gebouwen
Aanpak illegale gevelreclame
6A4.7
Gemeente Leiden
Historische winkelpuien en kleuren
8B1.1
Gemeente Leiden
Mooie inrichting
Aanleggen Singelpark (ontwikkellocatie)
5C2.4 6A4.8
Gemeente Leiden
Aanpak uitstraling winkelgebied (Hartebrugkerk Haarlemmerstraat, Morsstraat)
5A1.5
Gemeente Leiden
Bordenschouw (verkeersborden en straatnaamborden) en implementatie
5A1.12
Gemeente Leiden
Fleurige aanblik van de binnenstad
5A1.5
Gemeente Leiden
Inrichting Breestraat (ontwikkellocatie)
5A1.5
Gemeente Leiden
Schoon, heel en veilig
Beter gebruik van de openbare ruimte
5A1.14
Gemeente Leiden
Diversen beheer na investering
5A1.12
Gemeente Leiden
Gele vuilniszakken
5A1.2
Gemeente Leiden
Ondergrondse containers
5A1.3
Gemeente Leiden
Schoonhouden Stationsplein
5A1.9
Gemeente Leiden
Stedelijke ontwikkeling
Begeleiding ontwikkeling Meelfabriek (ontwikkellocatie)
6A4.5
Gemeente Leiden
Ontwikkeling Stationsgebied (ontwikkellocatie)
6A4.4
Gemeente Leiden
III - Bereikbaarheid en Parkeren Autoparkeren
Realisatie parkeergarage Garenmarkt (ontwikkellocatie)
4D1.3 6A4.6
Gemeente Leiden
Realisatie parkeergarage Lammermarkt (ontwikkellocatie)
4D1.4 6A4.6
Gemeente Leiden
Bereikbare binnenstad
Uitvoeringsnota bewegwijzering
3C1.1
Gemeente Leiden
Binnenstad aantrekkelijk tijdens de bouw
3C1.6
Cultuurfonds, Centrummanagement Leiden
Centrummanagement Leiden
3C1.2
Centrummanagement Leiden
Cityhospitality instrumenten
3C1.1
Leiden Marketing
Citymarketing (Leiden Marketing)
3C1.1
Leiden Marketing
6A4.9
Gemeente Leiden
IV – Citymarketing
V - Gunstig Ondernemersklimaat
Programmasturing Binnenstad
4.3.2 Bijzonder programma Bereikbaarheid Het bijzondere Programma Bereikbaarheid heeft tot doel om de bereikbaarheid van Leiden structureel en duurzaam te verbeteren en daarmee de randvoorwaarden te creëren voor de ambities van “Leiden Stad van Ontdekkingen” zoals opgenomen in de Structuurvisie. Uitgangspunt vormen de bereikbaarheiddoelstellingen zoals opgenomen in de Kadernota Bereikbaarheid uit 2009 en het collegeakkoord ‘Samen Leiden’ uit 2010. In de afgelopen drie jaar is de aandacht vooral gericht geweest op enerzijds de besluitvorming op een aantal grote projecten (Rijnlandroute, Leidse Agglomeratie Bereikbaar (voorheen: Ringweg Oost), ontsluiting Bio Science Park, de realisatie van de parkeergarages etc.) en anderzijds is gestuurd op het tot stand brengen van een meerjarenuitvoeringsprogramma dat op een transparante wijze kan worden opgenomen in de (doorontwikkelde) programmabegroting. Met het vaststellen van het uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid in september 2012 en de verankering daarvan in begrotingsprogramma 4 (Bereikbaarheid) is een samenhangend pakket van infrastructurele maatregelen vastgesteld en in de tijd geprogrammeerd, waarmee in 2020 de bereikbaarheidsambitie van Leiden kan worden bereikt. Een belangrijk onderdeel van het uitvoeringsprogramma Bereikbaar Leiden zijn de structuuringrepen voor het autoverkeer. Het betreft:
146 | Beleidsbegroting
■ ■ ■ ■ ■ ■
Rijnlandroute Ontsluiting Bio Science Park Leidse Agglomeratie Bereikbaar (voorheen: Ringweg Oost) Verbeterde aansluiting Leiden – A4 Transformatie binnenstad: 30 km-zone Realisatie parkeergarages
Op het gebied van ov sluit Leiden aan bij het nieuwe regionale ov-plan Zuid-Holland Noord. Voor Leiden betekent dit een frequentieverhoging op de treinverbinding Leiden - Utrecht naar twee intercity’s en twee sprinters per uur. Daarnaast wordt door de provincie hoogwaardig openbaar vervoer gerealiseerd met R-netbussen tussen de grotere gemeenten binnen Holland Rijnland. Voor Leiden gaat het om de verbindingen naar de kust (Katwijk/Noordwijk) en Zoetermeer. De routering en de bijbehorende inframaatregelen zijn onderdeel van het project (h)ov-routering Leiden. Het bijzondere programma bereikbaarheid stuurt op de samenhang en synergie va deze en alle overige bereikbaarheidsinitiatieven die zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma. Daarnaast draagt het zorg voor een optimale integratie van deze activiteiten met ander programma’s en projecten zoals bijvoorbeeld het bijzondere programma Binnenstad en de ontwikkelingen rond het Stationsgebied, het Singelpark en de Lakenhal. Alle prestaties van dit bijzondere programma zijn terug te vinden in het begrotingsprogramma 4 Bereikbaarheid.
4.3.3 Bijzonder programma Kennisstad Leiden als internationale kennisstad Leiden is een echte kennisstad. Veel grote kennisinstellingen en -bedrijven vinden er hun oorsprong of hebben zich er in de loop der jaren gevestigd. Kennis hoort bij Leiden. Kennis is onderdeel van de identiteit en zit in het DNA van Leiden. Gezien de internationale dimensie van de Leidse kennis en de wetenschappelijke en bedrijfsmatige mondiale netwerken is Internationale Kennis tot een van de twee pijlers onder de ontwikkelingsvisie Leiden, Stad van ontdekkingen benoemd. Succesvolle kennissteden leiden niet alleen tot successen op economisch en technologisch gebied, maar scoren vaak ook goed op maatschappelijk relevante gebieden als duurzaamheid, veiligheid, gezondheid en welzijn. Sociale innovaties door een goede samenwerking tussen onderwijs/onderzoek, ondernemers en overheid (de zogenoemde 3 O's in de Triple Helix) bieden daarnaast een goed voorbeeld van maatschappelijke relevantie van wetenschappelijk onderzoek. Een praktijk die we in Leiden onder andere in de Life Science & Health al dagelijks tegenkomen. In lijn met ons streven om Leiden als kennisstad verder tot ontwikkeling te brengen, verkent het college samenwerkingsmogelijkheden met de gemeente Delft. Leiden en Delft hebben veel gemeen: middelgrote steden met een rijke historie, gelegen in de zuidvleugel van de Randstad, met bloeiende, elkaar aanvullende universiteiten. Wij verwachten dat we veel van elkaar kunnen leren en dat we elkaar kunnen versterken, onder meer aan bestuurlijke tafels in de Randstad. De gemeente is, samen met haar partners, in 2012 gestart met het programma Kennisstad. Daarmee wordt nog gerichter gewerkt aan inspanningen die de positie van Leiden op het gebied van kennis(economie) verder zullen versterken. Zodoende dragen we bij aan de economische en maatschappelijke ontwikkeling en daarmee aan behoud en groei van welvaart en welzijn van de stad, de regio en haar inwoners. De doelen Het programma Kennisstad heeft twee hoofddoelen: ■ Kennisinstituten en kennisbedrijven floreren optimaal in Leiden; ■ Leiden (de stad en haar inwoners) heeft maximaal voordeel van de kennisinstellingen in de stad. De uitvoeringsstrategie Het organiseren van medeverantwoordelijkheid voor het bereiken van bovenstaande hoofddoelen zien wij als de uitvoeringsstrategie van dit bijzondere programma. Dat vergt sturing op samenhang bij gemeentelijke inspanningen en op betrokkenheid van partners bij de gezamenlijke koers. Het programma kent een zestal programmalijnen, te weten: ■ Kennisvalorisatie, ondernemingsklimaat en acquisitie ■ Aantrekkelijke studentenhuisvesting en woonmilieus ■ Kennis en Cultuur
Beleidsbegroting | 147
■ Zorg- en gezondheidsinnovatie / Sociale innovatie ■ Internationale branding en marketing ■ Voortreffelijk onderwijs en aansluiting op de arbeidsmarkt. Door te werken met aparte programmalijnen creëren we meer mogelijkheden om met verschillende partijen afspraken over werkzaamheden en activiteiten te maken, die ieder hun eigen tempo en dynamiek hebben. Nagenoeg alle gemeentelijke inspanningen uit het programma Kennisstad zijn ondergebracht in de respectieve begrotingsprogramma’s. Daarmee wordt aan de ene kant zichtbaar gemaakt dat de hoofddoelen van dit programma betrokkenheid van alle portefeuilles noodzakelijk maakt, maar ook dat er geen extra uitvoeringslaag nodig is. Inspanningen die (mede) uitvoering geven aan de doelen van Programma Kennisstad vinden we onder andere terug in de begrotingsprogramma's 3, 6, 7, 8, 9 en 10. Onze inspanningen zijn te kenschetsen als het faciliteren van onze partners in de verschillende programmalijnen. Voorbeelden van projecten en thema's waar wij in 2014 op in zullen zetten zijn de Life Sciences & Health, met onder andere de Leidse Proeftuin Zorg en Welzijn, en het zorgdragen voor organiserend vermogen op de kennisbiotopen Bio Based Economy en Space. Gemeente, Universiteit en LUMC hebben afgesproken zich op deze drie kennisbiotopen te (blijven) richten om zodoende de kansen voor economische kennisvalorisatie in die sectoren optimaal te kunnen benutten. Maar daarnaast zullen wij ook extra inzetten op het stimuleren van internationaal onderwijs, het realiseren van (nieuwe) studentenhuisvesting, een welcoming-program voor internationale bedrijven en kenniswerkers, het door Leiden Marketing in de markt zetten van Leiden als internationale kennisstad en de planvorming rondom de nieuwbouw van de faculteit Geesteswetenschappen en daarop aansluitend de gewenste realisatie van het universitaire LDE-Center for Global Heritage and Development. Dit zijn allemaal voorbeelden die passen bij de gekozen uitvoeringsstrategie en het nagestreefde profiel van onze stad en regio. Het monitoren en rapporteren over de in samenhang bereikte resultaten zal plaatsvinden via de reguliere gemeentelijke P&C-cyclus. De beschikbare middelen Alle inspanningen worden uitgevoerd met middelen en personele inzet die zijn opgenomen in de diverse begrotingsprogramma’s. Daarnaast kan, mits passend binnen de verordening, aanspraak gemaakt worden op het Cofinancieringsfonds Leiden, Stad van Ontdekkingen. De Europa-tafel in Leiden zullen we blijven inzetten voor een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze van (externe) financiering van projecten samenwerkingsverbanden.
4.3.4 Bijzonder programma WOP Noord Het Wijkontwikkelingsprogramma “Op weg naar 2010” is een integrale en gebiedsgericht programma, gericht op het structureel verbeteren van het functioneren van Leiden Noord in de toekomst en het tegengaan van ongewenste ontwikkelingen op langere termijn. De wijkontwikkeling is gestart in 2003 en duurt zeker nog tot 2018 voordat alle fysieke inspanningen gereed zijn. De ambitie is hierdoor in tijd opschoven en aangepast in lijn met de inspanningen die de komende jaren gaan worden uitgevoerd. De ambitie voor 2018 luidt: Leiden Noord is in 2018 een aantrekkelijke woonwijk met veel verschillende aantrekkelijke typen woningen die aansluiten bij de woonwensen van de verschillende bewoners. De bewoners wonen er prettig samen en voelen zich vertrouwd met de overige bewoners. Jongeren hebben een startkwalificatie of zijn aan het werk. De leefomgeving is aantrekkelijk, schoon en heel en de bewoners hebben een veilig gevoel. Er zijn voldoende vanzelfsprekende ontmoetingsplekken waar men elkaar kan ontmoeten en de voorzieningen sluiten aan bij de behoeften van de bewoners. Bewoners nemen eigen verantwoordelijkheid voor hun omgeving en voor hun toekomst en die van hun kinderen.
De hoofddoelen zijn: ■ Versterken van de sociaaleconomische positie; ■ Realiseren van aantrekkelijke woonmilieus met nieuwe woonproducten; ■ Vergroten van sociale samenhang en wederzijds respect. Effectindicatoren Op basis van deze drie doelen zijn in het programma tien smartdoelen geformuleerd die als effectindicatoren kunnen worden beschouwd. In de programmabegroting is één daarvan als hoofdeffectindicator opgenomen: ■ 6C3.a Rapportcijfer woonomgeving Leiden Noord
148 | Beleidsbegroting
Uitvoeringsstrategie Samen met de corporaties, bewoners en ondernemers en organisaties in de wijk is destijds ( 1997 – 2000) een intensief traject gevoerd om te komen tot een samenhangend integraal programma. Dit heeft uiteindelijk uitgemond in het programma “Op weg naar 2010”. Het is nog steeds de leidraad voor de uitvoering van het programma. Met de wijkverenigingen is een participatiestatuut afgesloten waarin het Voorzittersoverleg Leiden Noord, ondersteund door een onafhankelijk voorzitter, gevraagd en ongevraagd adviseert over alle plannen van het WOP. De voorzitters van de wijkverenigingen zorgen voor achterbanraadpleging. Er is een programmaorganisatie die de samenhang van het geheel aan inspanningen bewaakt en zorgt voor het draagvlak met de bewoners, winkeliers, en overige organisaties. Er zijn drie typen inspanningen: ■ Fysieke inspanningen: de nieuwbouwprojecten zijn allemaal projecten die door een ontwikkelaar/corporatie worden uitgevoerd waarbij de gemeente in haar regierol blijft om de publiekrechtelijke procedures te coördineren. Inmiddels zijn de Willem de Zwijgerlaan en de maatschappelijke voorziening van de brede school Het Gebouw en de renovatie van het nieuwe Marecollege in 2013 afgerond. De Tuin van Noord heeft vertraging opgelopen als gevolg van de discussie van het fietspad, en dit wordt door de gemeente uitgevoerd. ■ De beheer inspanningen worden allemaal door de gemeente uitgevoerd. ■ Ten aanzien van de sociale inspanningen is de strategie dat waar mogelijk deze door de bewoners zelf worden uitgevoerd, eventueel ondersteund door Libertas. Anders worden ze uitgevoerd door organisaties die al in de wijk professioneel werkzaam zijn. Voortzetting programmasturing Als gevolg van de kredietcrisis en nieuwe regelgeving stagneert de voortgang van de bouwlocaties Groenoord en Van Voorthuijsenlocatie. Aan het Kooiplein wordt ondertussen nog steeds doorgewerkt, en zal vanaf najaar 2013 zichtbare bouwwerkzaamheden gaan starten. De wijk zal hiervan de nodige hinder ondervinden. Om deze redenen is bij het PRIL 2013 voorgesteld nog niet te stoppen met programmasturing zoals bedoeld bij het Meerjaren Uitvoeringsprogramma WOP Noord 2011- 2018. Met een afnemend inzet van uren zal programmasturing op het totaal van de inspanningen de komende drie jaar worden voortgezet. Afstemming werkzaamheden en nieuw beleid Een belangrijk onderdeel van programmasturing is het op elkaar afstemmen van de werkzaamheden waarbij het voorkomen van overlast en het zorgen voor een zo veilig mogelijke situatie als uitgangspunt wordt genomen. Er is een frictiepot beschikbaar om de wijk tegemoet te komen indien de situatie daarom vraagt. De belangrijkste communicatiemiddelen zijn: bewonersbrieven, de WOP Nieuwsbrief en de website. Tevens wordt gezorgd voor een goede afstemming op nieuw beleid zoals het sociale wijkteam van de WMO, participatienota, Nota Wonen en de nieuwe inrichting van wijkmanagement en nieuwe werkwijze van Stedelijk Beheer. Mooi Noord Samen met de ontwikkelaars en corporaties participeert de gemeente in een gezamenlijke marketingcampagne. Dit is bedoeld om Leidenaren en bewoners in de regio te een goed gevoel te geven bij Leiden Noord en hen te interesseren voor de nieuwe woningen. Tegelijkertijd straalt de campagne uit dat bewoners uit Leiden Noord trots zijn op de wijk. Financiën Ten behoeve van het WOP zijn er twee kredieten beschikbaar, afkomstig van de grondexploitaties van de drie grote ontwikkelprojecten. ■ Programmasturing en communicatie € 130.000 ■ Sociale en beheerinspanningen € 151.000 Inspanningen Hieronder zijn de inspanningen geformuleerd die onderverdeeld zijn naar fysieke ontwikkelingen, beheerinspanningen en sociale inspanningen. Deze inspanningen zijn terug te vinden in de begrotingsprogramma’s als prestaties of als een onderdeel van een prestatie. Fysieke inspanningen
Prestatie Programmabegroting
Uitwerking in Prestatieoverzicht
Kooiplein
6C3.1
Van Voorthuysen
6C3.3
Groenoordhallen en omgeving
6C3.4
Nieuw Leyden
6C3.5
Beleidsbegroting | 149
Fysieke inspanningen
Prestatie Programmabegroting
Uitwerking in Prestatieoverzicht
Oude Kooi Noordelijke Blokken
6C3.6
Horecavoorziening en buurtmuseum Tuin van Noord
6C3.7
Verkoop locaties Springplank, Dolfijn en Singel
6B1
Beheerinspanningen
Tuin van Noord
5C2. 2
Kooipark
5C1.4
Plein Driftstraat
5C2.2
Buitenruimteplan opknappen openbare ruimte in overige delen Leiden Noord (ISV3)
5A1.2
Waterhuishouding Oude Kooi
5B1.1
Toezichthouders in de wijk
5A1.14
Sociale Inspanningen
Buurtterras
9A3.1
Tam tam festival
9A3.1
Buurtontmoetingscentrum
9A3.1
Huiskamerproject Su en An
9A3.1
Huiskamerproject t Trefpunt
9A3.1
Attent op Talent
9A3.1
Activiteiten Tuin van Noord
9A3.1
Extra sport en spel op pleinen
7D1.2
Leiden buitengewoon veilig
2B1.7
Onderzoek haalbaarheid weekmarkt Kooiplein
3A1.3
Ondersteuning bewonerskader
9A5.1
Inhoudelijk programma brede school
7C2.2
Stimulering werkgelegenheid
10A1.1 /10A2.1
Overstijgend
Programmasturing en communicatie inclusief campagne Mooi Noord
6C3.8
4.3.5 Bijzonder programma 3 decentralisaties Opgave Gemeenten moeten per 1 januari 2015 drie decentralisaties uitvoeren die tot grote veranderingen leiden in het sociaal domein. Het gaat hierbij om: 1. De invoering van de Participatiewet, waardoor de huidige Wajong-groep voor een belangrijk deel naar de gemeenten wordt overgeheveld en er wijzigingen plaatsvinden in de sociale werkvoorziening; 2. De decentralisatie van de extramurale begeleiding en persoonlijke verzorging vanuit de AWBZ, waardoor de WMO wordt uitgebreid; 3. De decentralisatie van de Jeugdzorg, waardoor gemeenten verantwoordelijk worden voor alle jeugdhulp. Het gaat bij de decentralisaties om participatie, maar ook om hulpverlening en het bieden van een veilige en gezonde leefomgeving. De opdracht die vanuit de wet Passend Onderwijs bij scholen wordt neergelegd sluit hierbij aan: ieder kind krijgt een zo goed mogelijke plek in het onderwijs. Schoolbesturen, verantwoordelijk voor Passend Onderwijs en gemeenten (vanuit de Jeugdwet) hebben beiden baat bij overeenstemming in visie en inzet van specifieke expertise en ondersteuning. Door deze nieuwe taken bestaat de gemeentelijke begroting vanaf 2015 voor het merendeel uit de sociale programma’s. De algemene uitkering zal door overheveling van rijkstaken met bijbehorend budget met circa 40% toenemen. De budgetoverhevelingen die bij deze nieuwe taken horen, gaan overigens gepaard met forse rijksbezuinigingen.
150 | Beleidsbegroting
Naast deze decentralisaties zijn er meer ontwikkelingen vanuit het Regeerakkoord die het sociaal domein, zowel inhoudelijk als financieel, sterk raken, zoals: ■ de forse korting op het budget voor huishoudelijk hulp; ■ de afschaffing van o.a. de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de in de plaats daarvan komende gemeentelijke maatwerkvoorziening; ■ de veranderingen in de (kern-)AWBZ voor wat betreft bijvoorbeeld de zorgzwaartepakketten, waardoor mensen met een zorgbehoefte langer thuis blijven. Het sociaal- en het zorgakkoord die in het voorjaar van 2013 zijn gesloten, hebben de aangekondigde plannen van het kabinet gewijzigd. Ook de besprekingen van de wetspoorstellen kunnen nog tot aanpassingen leiden. Maar dit verandert niets aan de grote inhoudelijke en financiële opgave die de drie decentralisaties en de andere ontwikkelingen leggen op het sociaal domein. Dat betekent tevens dat de gemeentede taken niet eerst grotendeels ongewijzigd kan overnemen (transitie), maar direct aan de slag moet met het hervormen van het sociaal domein (transformatie). Uitvoering In dialoog met inwoners (via focusgroepen), aanbieders van AWBZ- zorg en van jeugdhulp, de adviesraad WMO Leiden, de cliëntenraad SoZa en cliëntenraad WSW, het onderwijs en andere maatschappelijke organisaties, wordt vorm gegeven aan de voorbereiding op de uitvoering van gestelde taken. Kernelementen hierbij zijn: ■ De eigen mogelijkheden van de inwoners en hun netwerk; ■ Het centraal stellen van de vraag van de inwoner; ■ Uitvoering geven aan één plan per hulp ontvangend gezin of persoon; ■ Efficiëntere inzet door aanvullend te zijn op de eigen kracht van de inwoner en zijn/haar omgeving; ■ Sturen op resultaat. De inspanningen van inwoners, gemeente en partners gezamenlijk zijn gericht op wat de mensen wel kunnen. Belangrijk, naast goed afstemmen, samenwerken en doorverwijzen is de ontwikkeling van sociale wijkteams. Dit biedt kansen om samen met inwoners, gemeente en professionals krachten te bundelen, efficiënter te werken en op wijkniveau mogelijkheden te ontwikkelen voor zorg voor elkaar. De voorbereidingen op en de implementatie van deze drie decentralisaties gebeuren door: ■ voort te bouwen op bestaande beleidslijnen, zoals de SMS-visie, het Beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling en de notitie Toekomst van het sociaal domein waarmee de raad is gevraagd voor één van de drie scenario’s te kiezen; ■ het project 3D van Holland Rijnland, waarbij de gemeenten gezamenlijk visies, handreikingen en scenario’s voor de 3D uitwerken. Binnen de jeugdkolom is deze samenwerking intensief en niet vrijblijvend en leidt deze tot concrete afspraken (deels vanwege wettelijke verplichtingen); ■ een interne 3D-projectorganisatie binnen de gemeente Leiden; ■ een intensief traject om inwoners te betrekken via focusgroepen; ■ een consultatie van vertegenwoordigers van klantgroepen, aanbieders van AWBZ-zorg en welzijnsinstellingen. In 2014 wordt concreet invulling gegeven aan het uitvoeringsplan dat in 2013 is opgesteld. Naast het vaststellen van de beleidskaders, het opstellen van uitvoerings- en sturingsmodellen hebben de veranderingen in het sociaal domein invloed op de gemeentelijke organisatie. Een veranderde werkwijze stelt ook nieuwe eisen aan de randvoorwaarden zoals: bedrijfsvoering, ICT, financiële administratie, informatievoorziening, deskundigheid medewerkers, communicatie zowel intern als extern, etc. Een nadere toelichting op de drie decentralisaties en Passend Onderwijs zijn te lezen in de programma’s: Werk en Inkomen, Welzijn en Zorg en Jeugd en Onderwijs.
Beleidsbegroting | 151
4.4 Paragrafen 4.4.1 Financiering Inleiding In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Leiden uiteengezet voor de jaren 2014-2017. De uiteenzetting vindt plaats door middel van een onderdeel algemene ontwikkelingen en een onderdeel ontwikkelingen gemeente Leiden. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen ten aanzien van de wet- en regelgeving aan de orde. De ontwikkelingen gemeente Leiden richt zich specifiek op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financiering van de gemeente Leiden. Algemene ontwikkelingen Renteontwikkelingen Algemeen Binnen de Eurozone zijn nog geen tekenen van economisch herstel, daarnaast is de inflatie laag. Voor de Europese centrale bank is dit de reden geweest om in mei 2013 het belangrijkste rentetarief, de refirente, verder te verlagen van 0,75% naar 0,5%. De depositorente is al meer dan een jaar 0%. Zolang de economie in de eurozone niet aantrekt, zal de ECB de rentes niet verhogen. Het monetaire beleid van de ECB heeft invloed op de marktrentes, deze zijn nog steeds historisch laag en zullen dat naar verwachting op de korte termijn ook blijven. Als gevolg van een verwacht voorzichtig herstel van de economie in de eurozone, is het de verwachting dat in het vierde kwartaal van 2013 de rentes iets zullen oplopen. Deze ontwikkeling zal zich doorzetten in 2014. Door de lage inflatie, het zwakke economische herstel en het accommoderende monetaire beleid zal de stijging echter voorlopig van een bescheiden omvang zijn. De gemiddelde kapitaalmarktrente voor rentevaste en lineaire leningen met een looptijd van 10 jaar is in 2012 uitgekomen op 2,28 %. In 2013 is de rente gedaald tot net onder het gemiddelde niveau van 2012. Renteverwachting Hieronder een overzicht van de verwachte renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt: Renteontwikkelingen Omschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
Rente kapitaalmarkt *)
2,50%
3,00%
3,50%
3,50%
3,50%
Rente geldmarkt
0,50%
1,00%
1,00%
1,00%
1,00%
*) Op basis van een product met een looptijd van 10 jaar, rentevast en aflossing in gelijke delen. De rentepersentages komen voort uit een rentevisie, die tot stand is gekomen op basis van de rentevisies van een een aantal financiele instellingen (BNG, ING en ABN-Amro).
Wet- en regelgeving SEPA (Single European Payment Area) implementatie De ontwikkelingen in het betalingsverkeer worden in hoofdzaak bepaald door 'Europa'. De migratie naar de “Single European Payment Area” (SEPA) is inmiddels in volle gang. Doel van deze migratie is voor het betalingsverkeer binnen Europa standaarden te ontwikkelen. Gelijktijdig worden de rekeningnummers op Europese schaal uniek gemaakt door een uitbreiding van het aantal posities. Dat betekent aanpassing van veel software om de veldlengte voor het banknummer aan te passen. In 2011 is voor betalingen via het financieel systeem Decade overgegaan op betalingen die SEPA-proof zijn. Voor 1 januari 2012 zijn alle pinautomaten geschikt gemaakt. De vervolgstap is om alle systemen, die gebruik maken van een bankrekeningnummer, aan te passen, inclusief de aanpassing van achterliggende formulieren. Om deze aanpassingen te begeleiden is in 2012 een projectgroep opgericht voor de ondersteuning van de activiteiten. Het migratieplan beslaat een periode tot 1 februari 2014. Het is de verwachting dat de gemeente Leiden eind 2013 aan de SEPA standaarden zal voldoen. De wet HOF De wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) is in voorbereiding. De wet vormt de vertaalslag van de normering zoals die door de EU-regeringsleiders in het aangepaste Stabiliteits- en Groeipact zijn afgesproken en beoogt aan de gemeenten een inspanningsverplichting op te leggen om te voldoen aan de afgesproken normen voor het EMU-saldo (maximaal tekort van 3% van het BBP). Het conceptwetvoorstel is in september ingediend bij de Tweede Kamer. Uit de ingediende wettekst blijkt dat de micronorm (norm per gemeente) is losgelaten
152 | Beleidsbegroting
en dat de macronorm (de sector gemeenten) leidend wordt. Per gemeente komt er wel een referentienorm, maar hier wordt geen toezicht op gehouden. Een nadere uitwerking van de wet HOF zal plaatsvinden in een uitvoeringsbesluit. Dit uitvoeringsbesluit is van belang voor de gemeenten omdat hierin de praktische uitvoering van de wet nader wordt vormgegeven. Eind januari 2013 heeft de VNG een onderhandelaarsakkoord bereikt met het kabinet over de praktische uitvoering, daarnaast zijn bij de behandeling van de wet HOF in de Tweede Kamer op 23 april 2013 een aantal amendementen en een motie aangenomen die de positie van de gemeenten verder verbetert. In de loop van 2013 zal de eerste kamer het wetvoorstel behandelen. Als de Eerste Kamer akkoord gaat, treedt de wet 1 januari 2014 in werking. Uit de eerste inventarisatie van CBS blijkt het EMU tekort van de sector gemeenten binnen de norm te blijft, de wet HOF zal op korte- en middellange termijn geen tot weinig invloed hoeven hebben op beleid van de gemeente Leiden. Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden gaan schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Dat betekent dat gemeenten hun overtollige middelen verplicht bij het Rijk moeten uitzetten. Het schatkistbankieren zal onderdeel worden van de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO). De rentevergoeding over de middelen die bij het Ministerie van Financiën worden aangehouden is minimaal gelijk aan de rente waartegen de Staat zich financiert op de financiële markten. In het onderhandelaarsakkoord van de VNG met het kabinet zijn er afspraken gemaakt met betrekking tot het schatkistbankieren, tevens is de wet bij de behandeling in de Tweede Kamer verder versoepeld. De versoepelingen in de wet maken het mogelijk dat de gemeenten overtollige middelen mogen gaan uitlenen aan andere overheden om daarmee een beter rendement te halen. Tevens is een doelmatigheidsdrempel ingesteld van 0,75% van het begrotingstotaal (tot een begrotingstotaal van € 500 mln., daarboven geldt een percentage van 0,2%). Bevinden de overtollige middelen zich onder de doelmatigheidsdrempel, dan behoeft de gemeente niet te schatkistbankieren. De toets of het drempelbedrag is overschreden vindt plaats op basis van het gemiddelde per kwartaal. Gelet op de schuldpositie van de gemeente Leiden, heeft het schatkistbankieren geen directe financiële gevolgen. Ontwikkelingen gemeente Leiden Beleidsvoornemen treasury In de financiële verordening (RV 11.0032) zijn de kaders voor de treasuryfunctie door de raad bepaald. In de nota Treasury, besluitnr. 11.0573, zijn die kaders verder aangescherpt en in overeenstemming gebracht met de wet FIDO. Het beleid van de gemeente Leiden is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende schulden omdat de rente op de kortlopende middelen in het algemeen lager is dan de rente op langlopende middelen. Hierin is de gemeente Leiden gehouden aan de kasgeldlimiet, die bepaald dat de gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen. Gezien de rentevisie, waarbij er vanuit wordt gegaan dat de rente op de middellange termijn op een historisch laag niveau zal blijven, kan voorlopig aan deze strategie worden vastgehouden. Zodra de rentevisie wijzigt en uitgaat van een stijgende rente in de toekomst, kan de overweging gemaakt worden om een deel de financieringsbehoefte af te dekken met langlopende leningen. Gezien de kaders van de wet FIDO (de kasgeldlimiet) zal de gemeente Leiden ook langlopende financiering aan moeten trekken. Het afgelopen half jaar was het niet nodig om langlopende financiering aan te trekken, in het tweede halfjaar van 2013 wordt verwacht dat € 20 mln. aangetrokken dient te worden. Voor 2014 wordt verwacht dat € 50 mln. langlopende financiering aangetrokken dient te worden om binnen de kaders van de wet FIDO te blijven. Risicobeheer Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm voor de vaste schuld (beide benoemd in de wet FIDO). Voor het risicobeheer wordt geen gebruik gemaakt van rentederivaten. De kasgeldlimiet De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet heeft de afgelopen jaren het volgende verloop gehad: ■ Kasgeldlimiet 2011 € 47 miljoen ■ Kasgeldlimiet 2012 € 41 miljoen ■ Kasgeldlimiet 2013 € 46 miljoen
Beleidsbegroting | 153
■ Kasgeldlimiet 2014 € 37 miljoen In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar weergegeven (kwartaal 3 en 4 van 2012 en kwartaal 1 en 2 van 2013): Kasgeldlimiet Omschrijving
Gemiddelde netto vlottende schuld
Kasgeldlimiet
Ruimte (=+) of Overschrijding
derde kwartaal 2012
23.494
40.845
17.351
vierde kwartaal 2012
24.682
40.845
16.163
eerste kwartaal 2013
43.717
46.111
2.394
tweede kwartaal 2013
67.964
46.111
-21.853
Bedragen x € 1.000
In de eerste twee kwartalen van 2013 is de kasgeldlimiet overschreden. De overschrijding is een keuze geweest. In juli 2013 worden grote bedragen ontvangen (BTW Compensatiefonds en de 3e tranche van de verkoop van de NUON aandelen). Door het uitzicht op deze ontvangsten is ervoor gekozen de financieringsbehoefte in het eerste halfjaar van 2013 middels kortlopende financiering af te dekken. Na de ontvangsten zal de netto vlottende schuld zich weer binnen de kasgeldlimiet bevinden. De overschrijding van de kasgeldlimiet gedurende de twee kwartalen heeft geen gevolgen. De wet FIDO schrijft voor dat de toezichthouder geïnformeerd dient te worden indien de kasgeldlimiet drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. De kasgeldlimiet zal het derde kwartaal van 2013 niet overschreden worden, waardoor er geen sprake zal zijn van een overschrijding van drie opeenvolgende kwartalen en er wordt voldaan aan de kaders die de wet FIDO stelt. De renterisconorm Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van de renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven: Renterisiconorm Nr.
Omschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
1
Begrotingstotaal
542.480
435.192
448.439
400.281
389.212
2
Wettelijk percentage
20%
20%
20%
20%
20%
3
Renterisiconorm (1x2)
108.496
87.038
89.687
80.056
77.842
4
Renteherzieningen
0
0
0
0
0
5
Aflossingen
32.475
22.413
44.066
25.463
30.022
6
Bedrag waarover renterisico gelopen wordt (4+5)
32.475
22.413
44.066
25.463
30.022
7
Ruimte onder renterisiconorm (3-6)
76.021
64.625
45.621
54.593
47.820
Bedragen x € 1.000
De bedragen aan langlopende leningen waar de gemeente Leiden de komende jaren een renterisico over loopt, blijven ruimschoots binnen de wettelijke norm (wet FIDO). Financiering Opzet financiering Gemeente Leiden Voor de uitvoering van de gemeentelijke taken zijn financieringsmiddelen nodig. Investeringen in materiële vaste activa hebben een lange levensduur en de financieringsbehoefte die daaruit voortvloeit moet dan meerjarig worden afgedekt. Daarvoor worden langlopende geldleningen aangetrokken. Voor zover er eigen financieringsmiddelen, in de vorm van reserves en voorzieningen, beschikbaar zijn, worden deze eerst gebruikt voor de invulling van de gemeentelijke financieringsbehoefte. De situatie naar de stand van 1 januari 2013 is als volgt: Opzet financiering Omschrijving Totaal vaste activa af: reserves en voorzieningen
154 | Beleidsbegroting
01-01-2012
01-01-2013
763
725
-551
-513
Omschrijving Te financieren met vreemd vermogen Langlopende geldleningen Werkkapitaal
01-01-2012
01-01-2013
212
212
-177
-217
35
-5
Bedrag x 1 mln.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemeente haar investeringen voor 71% financiert met eigen middelen. Die verhouding is nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Alle activa zijn volledig gefinancierd met langlopende leningen. Het werkkapitaal is aangewend voor gedeeltelijke financiering van kortlopende activa, zoals de voorraden (incl. grondexploitatie), het debiteurensaldo en de overlopende activa. Het overige deel van de kortlopende activa wordt gefinancierd met een korte schuld van € 39 miljoen, het crediteurensaldo en de overlopende passiva. De leningenportefeuille De omvang van de leningen fluctueert als gevolg van 3e en 4e tranche inzake de verkoop aandelen NUON in 2013 (€ 34 miljoen) en 2015 (€ 47 miljoen). Voor 2013 wordt verwacht € 20 miljoen aan langlopende leningen aan te trekken. Verwacht wordt dat daarmee voor 2013 in de financieringsbehoefte wordt voorzien. Het niveau van de langlopende leningen zal eind 2013 uitkomen op ruim € 204 miljoen. Hoewel de omvang van de langlopende leningen fluctueert, verwachten wij in 2016 hoger uit te komen dan het huidige saldo. Als gevolg van de toegenomen financieringsbehoefte blijft de schuld, ondanks de opbrengst verkoop aandelen van circa € 80 miljoen, dus toenemen. Die ontwikkeling hangt overigens voor een belangrijk deel af van de mate waarin de gemeente in staat zal zijn de extra investeringen die gedekt worden uit de opbrengst verkopen aandelen NUON in de komende jaren te realiseren. Wij verwachten dat die investeringen voor een deel ná 2015 worden uitgevoerd en dat de leningschuld dan verder zal oplopen. Met de exploitatielasten van de leningen wordt overigens in de exploitatiebegroting rekening gehouden. Ontwikkelingen leningenportefeuille 2013
2014
2015
2016
2017
217.029
204.554
232.141
208.075
232.612
Nieuwe leningen
20.000
50.000
20.000
50.000
50.000
Reguliere aflossingen
32.475
22.413
44.066
25.463
30.022
204.554
232.141
208.075
232.612
252.590
7.037
7.276
7.347
7.741
8.759
Stand 1 januari
Stand per 31 december Rentelasten Bedragen x € 1.000
In de leningenportefeuille en de reguliere aflossingen zijn ook leningen opgenomen die onder gelijke condities zijn doorverstrekt aan woningbouwcorporaties. Dat betekent dat de gemeente de betaalde aflossingen op dergelijke leningen op hetzelfde moment ook ontvangt van die woningcorporaties. Zo ontvangt de gemeente in het jaar 2014 van de betaalde € 22,4 miljoen aan aflossingen van de corporaties € 2,9 miljoen terug. Verder valt op dat het bedrag van de aflossingen in 2015 fors hoger uitvalt. Dat komt doordat in 2010 een lening van € 20 miljoen voor 5 jaar is aangetrokken met een aflossing ineens in 2015, uiteraard met het oog op de ontvangst van € 47 miljoen aan opbrengst verkoop aandelen in dat jaar. Schuldratio De ontwikkelingen in het publieke domein laten een toenemende aandacht zien voor de schuldratio. De schuldratio wordt bepaald door de langlopende schuld bij aanvang van het jaar uit te drukken in een percentage van het begrotingstotaal. In de jaarrekening 2011 is de schuldratio voor het eerst opgenomen. In deze begroting geven wij inzicht in de ontwikkeling van deze schuldratio. Verloop schuldratio 2013
2014
2015
2016
2017
Begrotingstotaal
542.480
435.192
448.439
400.281
389.212
Leningschuld
217.029
204.554
232.141
208.075
232.612
40,0%
47,0%
51,8%
52,0%
59,8
Schuldratio Bedragen x € 1.000,-
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de schuldratio enigzins oploopt. Waar de omvang van de leningschuld fluctueert als gevolg van de 4e tranche van de verkoop aandelen in 2015, laat de ontwikkeling van het
Beleidsbegroting | 155
begrotingstotaal een dalend beeld zien. Leiden scoort op het punt van de schuldratio in vergelijking met de andere gemeenten goed. Geldleningen en Beleggingen Binnen de gemeente Leiden worden rentelasten toebedeeld aan de vaste activa middels een omslagrente. Deze omslagrente is vastgesteld op 3,5%. Het toebedelen van de rentelasten vindt plaats door middel van een interne verrekening. Tegenover de toegerekende rente aan de vaste activa staan de rentelasten van de financieringsmiddelen. De financieringsmiddelen kunnen onderverdeeld worden in eigen en vreemd vermogen. Voor het eigen vermogen betreft dit de rente op de reserves en de voorzieningen, ook wel de bespaarde rente genoemd. Voor het vreemde vermogen betreft dit werkelijk betaalde rente op de opgenomen geldleningen. Het resultaat dat ontstaat door het verschil tussen de doorberekende rente aan de vaste activa en de rente op de financieringsmiddelen, wordt verantwoord op geldleningen. De rentebaten op de eigen financieringsmiddelen (de bespaarde rente), worden verantwoord op beleggingen. In het onderstaande overzicht zijn meerjarig de begrote bedragen opgenomen (in de programmabegroting zijn deze eveneens opgenomen onder Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien. De ontwikkeling van het resultaat is in overeenstemming met de trend volgens het meerjarenbeeld bij de begroting 2013. De opbrengst neemt af als gevolg van de aanwending van eigen financieringmiddelen. Ontwikkeling geldleningen en beleggingen Omschrijving
2013
2014
2015
2016
2017
Geldleningen
-332
-124
88
1677
139
Beleggingen
-15.558
-15.111
-14.981
-14.548
-12.277
Totaal
-15.890
-15.235
-14.893
-12.871
-12.138
Bedragen x € 1.000
Overig Complexe financiële producten De gemeente Leiden maakt geen gebruik van complexe financiële producten zoals derivaten. Uitzettingen Leiden kent geen uitzettingen in de vorm van beleggingen en verstrekte geldleningen in het kader van de treasuryfunctie. Leiden kent wel enkele deelnemingen en leningen aan woningbouwcorporaties en derden uit hoofde van de publieke taak. Risico's op deze kapitaalverstrekkingen zijn aanwezig maar gering. Relatiebeheer Met de BNG en de ING wordt periodiek contact onderhouden. Met een aantal geldmakelaars, die voldoen aan de criteria van de Nederlandse Bank is er periodiek telefonisch contact. Aansluitend ontvangt de gemeente via de e-mail regelmatig informatie over tarieven. Geldstromenbeheer De betalingen van de gemeente worden zo veel mogelijk via de BNG geleid omdat door de BNG de kortlopende financieringsbehoefte voor de gemeente Leiden wordt afgedekt. Met de BNG is daartoe een ruime kredietfaciliteit van € 75 miljoen overeengekomen. Via de ING worden een aantal bulk-mutaties, zoals bijvoorbeeld parkeervergunningen en parkeergelden, afgehandeld. De betalingen uit hoofde van de gemeenteheffingen lopen met ingang van 2011 nagenoeg volledig via de bank van de nieuwe gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland die de opbrengsten vervolgens periodiek afstort naar de gemeente. Saldobeheer Het saldobeheer wordt dagelijks uitgevoerd door de financiële administratie. Het saldobeheer van de ING-rekeningen gezamenlijk wordt in één keer uitgevoerd omdat die rekeningen als één geheel worden beschouwd. Het saldo bij de ING wordt dagelijks afgeroomd/aangevuld tot nul.
156 | Beleidsbegroting
Administratieve organisatie In overeenstemming met de kaders van de nota Treasury is de administratieve organisatie ten aanzien van de treasury vastgelegd. De werking van de processen wordt getoetst door middel van de reguliere interne controle. Informatievoorziening Via de aanbieding van de financieringsparagraaf bij de jaarrekening respectievelijk de begroting wordt halfjaarlijks gerapporteerd.
Beleidsbegroting | 157
4.4.2 Grondbeleid Algemeen Onder gemeentelijk grondbeleid kan worden verstaan: “het inzetten van het daarvoor beschikbare instrumentarium met als doel een gewenst ruimtegebruik te bevorderen met inbegrip van een bevordering van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten”. Het grondbeleid vormt daarmee geen einddoel van beleid, maar staat als instrument mede ten dienste aan andere gemeentelijke beleidsvelden zoals ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economische ontwikkelingen en milieu. Een algemene kenschets van het grondbeleid anno 2013/2014 Jaarlijks wordt gerapporteerd over de onderhanden grondexploitaties en de reserves en voorzieningen van grondzaken (vermogensbeheer grondexploitaties). Dit bevordert de transparantie en overzichtelijkheid van de inzet van de gemeentelijke gelden voor de ruimtelijke projecten. Daardoor is centrale sturing op ambities en (financiële) middelen mogelijk en is het voor het gemeentebestuur een instrument om weloverwogen keuzes te maken en prioriteiten te kunnen stellen. Verder kan worden gemeld dat op grond van doorlopend onderzoek en inzicht in grondtransacties, jaarlijks de grondprijzen worden bepaald (richtprijzen) en door het college vastgesteld in de notitie Grondprijzen. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting Het grondbeleid wordt ingezet ter realisering van de doelstellingen van het ruimtelijk-economisch programma. In het PRIL wordt over de projecten gerapporteerd die binnen de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente prioritair zijn. Indien aan de orde zet de gemeente hier in op een actief grondbeleid, conform het gestelde in de Nota Strategisch grondbeleid (RV 05.0051). Van de grotere projecten worden genoemd: Aalmarkt, Leiden Noord (Groenoordhallen e.o., Nieuw Leyden), Stationsgebied (Leiden Centraal) en Leiden Zuidwest (Haagwegkwartier). Aanduiding van de wijze waarop de gemeente grondbeleid uitvoert Conform de nota Grondbeleid uit 2005 heeft de gemeente Leiden een actief grondbeleid gevoerd. Actief grondbeleid wil zeggen; nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen initiëren door risicodragend gronden aan te kopen, te herontwikkelen en uit te geven. Nu bij Leiden de ontwikkeling van uitbreidingslocaties niet meer aan de orde is en verdere ontwikkeling plaatsvindt in de vorm van herstructurering van de bestaande stad, alsmede gegeven de huidige economische situatie, ligt het meer voor de hand dat het gemeentelijk grondbeleid verkleurt van actief naar faciliterend. Faciliterend wil zeggen dat de gemeente zelf geen grondexploitaties voert maar dit overlaat aan private ontwikkelaars. De gemeente 'faciliteert' deze grondexploitaties door te investeren in plankosten, zoals het maken van een nieuw bestemmingsplan. Voordeel van faciliterend grondbeleid is dat de gemeente minder hoeft te investeren en dus minder risico loopt. Actief grondbeleid wordt echter niet geheel uitgesloten. Het kan wenselijk zijn actief grondbeleid te voeren indien dit leidt tot het op gang brengen van activiteiten door marktpartijen. Hoewel het doen van strategische aankopen hoort bij het voeren van actief grondbeleid dienen strategische aankopen niet te worden uitgesloten doch beperkt te worden tot die situaties waarbij het ruimtelijk beleid concreet bekend is. De beleidsinstrumenten die ten behoeve van het grondbeleid ingezet kunnen worden zijn de wet voorkeursrecht gemeenten, onteigeningsrecht en exploitatieplannen. Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie Het totaalresultaat van de ‘projecten met een uitvoeringsbesluit’ (Trekvaartplein, A4/W4, Nieuw Leyden, Groenoordhallenterrein/vVoorthuijsenlocatie, De Nobel-grondexploitatie, Dieperhout (ROC-locatie), Lorentzschool, Het Gebouw en de Aalmarkt), is volgens PRIL 2013 naar verwachting een tekort van € -17,7 mln. (NCW-waarde, zie PRIL 2013 - De Rekening 2012, bijlage I). Voor de verwachte tekorten op de grondexploitaties worden bij uitvoeringsbesluit (en indien nodig bijstellingen daarna), voorzieningen getroffen in de vorm van een dotatie aan de Voorziening negatieve grondexploitaties; conform het PRIL 2013 bedraagt deze voorziening per 1-1-2013 € 21,1 miljoen. De ‘projecten met een kaderbesluit’ (GEO, Haagwegkwartier, Dierperhout (Agneslocatie), Stationsgebied en Oppenheimstraat fase II) laten een klein positief saldo zien, in het PRIL berekend op € 0,6 miljoen op NCW-waarde. De projecten voor uitvoeringsbesluit zullen in 2013 e.v. mogelijk leiden tot een uitvoeringsbesluit, als ook de dekking voor de genoemde tekorten voorhanden is. Er wordt in het kader van de verdere uitwerking van de plannen gekeken waar er kosten kunnen worden bespaard en/ of het te realiseren programma kan worden geïntensiveerd. Bij de vastgoedportefeuille wordt verwacht dat door de verkoop van panden waarvan is vastgesteld dat de gemeente hiervoor geen plannen heeft en zij deze niet nodig heeft voor eigen gebruik, revenuen kunnen worden gegenereerd; naar verwachting ca. € 17 mln. de komende 5 jaar.
158 | Beleidsbegroting
Een onderbouwing van de geraamde winstneming In de Nota Vermogensbeheer Grondzaken (RV 05.0052) is in paragraaf 5.6. het volgende gesteld. Winst is het positieve resultaat dat vrijkomt bij het afsluiten van de grondexploitatie. Deze wordt pas ingeboekt als de investeringen en opbrengsten zijn gerealiseerd. Bij RV 08.0027 is besloten de tussentijdse winstneming te structureren en op te rekken. Gemeld kan worden dat bij het PRIL 2013 geen sprake is geweest van voortijdig afgeroomde winsten en dat dit voor 2014 ook niet wordt verwacht. De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondexploitatie Ter zake van het vermogensbeheer moet worden gewezen op de vastgestelde Nota Vermogensbeheer Grondzaken (RV 05.0052). Hierin wordt beschreven hoe het vermogensbeheer is ingericht in aansluiting op de ruimtelijke en stedenbouwkundige projecten. Beschreven wordt hoe de werking en de samenhang is tussen grondexploitaties, voorzieningen en bestemmingsreserves. Het geheel wordt voorzien van definities en regels, gericht op een voor iedereen begrijpelijke werking. Dit stelsel is gecomplementeerd en uitgebouwd met de Nota implementatie Vermogensbeheer Grondzaken (RV 06.0122). Om in te kunnen spelen op risico’s die zich voordoen in en om grondexploitaties zijn hiervoor reserves beschikbaar, namelijk: ■ de Reserve risico's projecten met uitvoeringsbesluit (stand per 1-1-2014 bedraagt € 8,8 mln.); ■ de Reserve risico’s bijzondere projecten (stand per 1-1-2014 bedraagt € 4,0 mln.); ■ de Reserve renterisico erfpachtbedrijf (stand per 1-1-2014 bedraagt € 0,45 mln.).
Beleidsbegroting | 159
4.4.3 Lokale heffingen Deze paragraaf bevat informatie over de lokale heffingen. Eerst komt de actualiteit aan de orde. Daarna worden de heffingen behandeld die deel uitmaken van de zogenaamde woonlasten, te weten de onroerendezaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Vervolgens wordt ingegaan op de heffingen die geen deel uitmaken van de woonlasten; de parkeerbelastingen, de toeristenbelasting, de precariobelasting en overige heffingen. Tot slot wordt het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente Leiden behandeld. Actualiteit Kwijtschelding Met raadsbesluit RV 12.0060 zijn met ingang van 2012 mogelijkheden voor kwijtschelding verruimd. Het ging om twee nieuwe wettelijke regelingen: ■ bij de beoordeling van de kwijtscheldingsaanvragen kunnen gemeenten ervoor kiezen dat voor kwijtschelding bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen rekening wordt gehouden met de nettokosten van kinderopvang. ■ bij de beoordeling van de kwijtscheldingsaanvragen kunnen gemeenten ervoor kiezen om de huidige kwijtscheldingsnormen voor personen van 65 jaar of ouder te verhogen tot 100% van de toepasselijke netto AOW-bedragen. Daarnaast is een raadsbesluit per 1 januari 2013 in werking getreden om kamerbewoners de mogelijkheid te geven tot een individuele tegemoetkoming in de gemeentelijke lasten. Het betreft hier kamerbewoners van onzelfstandige woonruimten die geen beroep kunnen doen op de kwijtscheldingsregeling nu zij de aanslag gemeentelijke belastingen niet meer op hun naam ontvangen. Precariobelasting De minister van Binnenlandse Zaken heeft op 1 juli 2011 in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd met een wet te komen die er in voorziet netwerken van nutsbedrijven vrij te stellen van precariobelasting. De minister geeft hiermee gehoor aan de wens van de Tweede Kamer om een eerder ingetrokken wetsvoorstel, dat die vrijstelling regelde, alsnog in te dienen. In zijn brief geeft de minister aan dat in overleg met de VNG en de Unie van Waterschappen zal worden gezocht naar een uitwerking van het wetsvoorstel, waarbij de gevolgen voor de decentrale overheden zo beperkt mogelijk worden gehouden. In september 2012 heeft de Raad van State een advies uitgebracht over het concept-wetsvoorstel. Naar aanleiding van dit advies heeft de minister van Binnenlandse Zaken besloten het wetsvoorstel nog niet naar de Tweede Kamer te sturen. De minister neemt meer tijd om te studeren op reële alternatieven. Daarbij wordt onderzocht of een analogie met de ‘gedoogconstructie’ in de Telecomwet mogelijk is. Het wetsvoorstel tot afschaffing precariobelasting op kabels en leidingen van nutsbedrijven wordt tot die tijd aangehouden. Macronorm De macronorm voor de onroerende-zaakbelastingen is voor 2014 in beginsel vastgesteld op 3,5%. In verband met de overschrijding van de norm over de jaren 2012 en 2013 vindt echter een correctie plaats. Dit betekent uiteindelijk dat in 2014 voor alle gemeenten samen de opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen 2,45% meer mag zijn dan in 2013. Trendverhoging De trendverhoging voor 2014 is in Leiden op basis van de CPB-berekeningen vastgesteld op 1,6% voor de belastingen en de retributies die hieronder worden gespecificeerd. Geraamde inkomsten Voor 2014 raamt de gemeente Leiden aan te ontvangen lokale heffingen de volgende bedragen: Belasting
Begroting 2014
Begroting 2013
Onroerendezaakbelastingen
45.462
44.797
Afvalstoffenheffing
10.556
10.039
Rioolheffing
5.746
5.656
Parkeerbelastingen
8.370
8.370
Toeristenbelasting
380
380
8.078
7.951
Precariobelasting
160 | Beleidsbegroting
Belasting Totaal
Begroting 2014
Begroting 2013
78.592
77.193
Bedragen * € 1.000
Heffingen die deel uitmaken van de woonlasten Onroerende-zaakbelastingen (ozb) Onroerende-zaakbelastingen worden geheven van eigenaren van onroerende woningen en niet-woningen en van gebruikers van onroerende niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van enig jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking. Voor het belastingjaar 2014 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2013. De tarieven voor niet-woningen worden in beginsel verhoogd met de trend van 1,6%. De trendmatige verhoging in de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen wordt niet doorgevoerd op woningen; deze verhoging zal, in het kader van de vergroening, worden overgeheveld naar de afvalstoffenheffing. Na bepaling van de nieuwe WOZ-waarden zullen alle tarieven aan die nieuwe waarden worden bijgesteld. De verwachte opbrengst uit ozb wordt niet alleen beïnvloed door de trendverhoging. Met name in 2016 en 2017 worden meer opbrengsten als gevolg van areaaluitbreidingen verwacht. Daartegenover staat dat voorzien wordt dat, wegens de economische situatie, de opbrengsten lager uitvallen als gevolg van leegstand en oninbare aanslagen. Aangezien ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet alle gegevens volledig beschikbaar waren bij de BSGR, zijn de ramingen gebaseerd op een (voorzichtige) inschatting van de Leidse ervaring en de opgave van de BSGR. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing is een heffing ter bestrijding van kosten van beheer van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing komt ten laste van gebruikers van percelen waarvoor de gemeente een inzamelverplichting voor huishoudelijk afval heeft. De heffing is afhankelijk van de omvang van het betreffende huishouden. Er worden drie tarieven gehanteerd, namelijk voor een-, twee- en drie- of meerpersoonshuishoudens. De begrote opbrengst voor 2014 wordt met circa 5,1% verhoogd. Deze verhoging is samengesteld uit de trendmatige verhoging van 1,6% en de hiervoor genoemde overheveling van de trendverhoging van 1,6% voor OZB woningen naar de afvalstoffenheffing waarbij ook de relatief hogere lasten voor kwijtschelding van afvalstoffenheffing ten opzichte van OZB verdisconteerd worden. Voor de afvalstoffenheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overstijgen. Met de geraamde opbrengst voor 2014 zal de kostendekkendheid op circa 56% liggen. Rioolheffing Rioolheffing wordt geheven van gebruikers van percelen van waaruit water direct of indirect wordt afgevoerd op de gemeentelijke riolering. Bij woningen is het tarief afhankelijk van de omvang van het huishouden. Er zijn drie tarieven, namelijk voor een een-, twee- en drie- of meerpersoonshuishoudens. Bij niet-woningen is het tarief afhankelijk van het waterverbruik met een vast bedrag voor gebruik van maximaal 250 m3. De begrote opbrengst voor 2014 wordt verhoogd met de trendverhoging van 1,6%. Ook voor de rioolheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde toe te rekenen lasten niet mogen overstijgen. Met de geraamde opbrengst voor 2014 zal de kostendekkendheid op circa 57% liggen. Aanduiding van de lokale woonlastendruk Onderstaand is de lokale lastendruk in de jaren 2013 en 2014 aangegeven. De lasten zijn weergegeven voor een huurwoning en een koopwoning en onderscheiden in de verschillende huishoudengrootten waarvoor Leiden verschillende tarieven kent. Het betreft de tarieven voor eenpersoonshuishoudens (1 PH); voor tweepersoonshuishoudens (2 PH) en voor drie- of meerpersoonshuishoudens (3 PH). Bij een huurwoning bestaan de lasten uit afvalstoffenheffing en rioolheffing. Bij een koopwoning bestaan de lasten uit, naast de genoemde gebruikerslasten, ook uit de door eigenaren verschuldigde onroerendezaakbelastingen. Uitgangspunten zijn een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en de naar verwachting door een huishouden verschuldigde afvalstoffenheffing en rioolheffing. De gemiddelde WOZ-waarde van een woning in Leiden was voor het belastingjaar 2013 circa € 222.000 (herleid uit Coelo, Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2013). In het belastingjaar 2014 zullen weer nieuwe WOZ-waarden (naar prijspeil 2013) gelden,
Beleidsbegroting | 161
maar het OZB-tarief zal daarop worden aangepast. De verwachte OZB-last voor de woningen wordt niet verhoogd.
2014 1 PH
2013 1 PH
2014 2 PH
2013 2 PH
2014 3 PH
2013 3 PH
65
64
94
92
122
120
Afvalstoffenheffing
146
139
210
200
274
261
Totaal
211
203
304
292
396
381
371
371
371
371
371
371
65
64
94
92
122
120
Afvalstoffenheffing
146
139
210
200
274
260
Totaal
582
574
675
663
767
751
Huurwoning Rioolheffing
Koopwoning Onroerendzaakbelasting Rioolheffing
Vergelijking woonlasten met omliggende gemeenten In de tabel hierna staan, op alfabetische volgorde, de woonlasten 2013 weergegeven van een aantal gemeenten in de directe omgeving van Leiden. De cijfers zijn overgenomen uit de Atlas lokale lasten 2013 van het Coelo. Daarin staan de lasten voor eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens in koopwoningen. Voor Leiden wordt voor de woonlasten van meerpersoonshuishoudens het tarief voor 3- of meerpersoonshuishoudens gehanteerd. Gemeente
Woonlasten Woonlasten eenpersoonshuishoudens meerpersoonshuishoudens
Katwijk
557
657
Leiden
574
751
Leiderdorp
654
835
Leidschendam-Voorburg
595
649
Oegstgeest
786
828
Teylingen
625
694
Voorschoten
751
809
Wassenaar
937
1.149
Zoeterwoude
776
851
Vergelijking woonlasten met gemeenten met max. 15.000 meer of minder inwoners ten opzichte van gemeente Leiden. In de tabel hierna staan de woonlasten 2013 weergegeven van de qua inwoneraantal met Leiden vergelijkbare gemeenten. De cijfers van de woonlasten zijn overgenomen uit de Atlas lokale lasten 2013 van het Coelo. De inwoneraantallen komen uit een rapport van het CBS uit 2012. Leiden heeft in dat jaar 118.748 inwoners. Opgenomen zijn de woonlasten van de gemeenten die volgens het genoemde rapport 10% meer of minder inwoners hadden dan gemeente Leiden. Gemeente
Inwoneraantal (2012)
Woonlasten Woonlasten eenpersoonshuishoudens meerpersoonshuishoudens
Ede
108.763
628
670
Emmen
108.838
750
784
Dordrecht
118.862
600
600
Leiden
118.748
574
751
Maastricht
121.050
686
745
Zoetermeer
122.331
657
699
Zwolle
121.527
574
628
162 | Beleidsbegroting
Heffingen die geen deel uitmaken van de woonlasten Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen worden geheven voor het parkeren van een voertuig op een aangewezen plaats en tijdstip of voor verleende parkeervergunningen. Met de heffing van parkeerbelastingen worden algemene inkomsten verkregen. Zie voor een toelichting op de ontwikkeling parkeerbelastingen de tekst bij het programma bereikbaarheid. Toeristenbelasting Voor overnachtingen in hotels, pensions of andere vakantieonderkomens binnen de gemeente Leiden wordt van niet-ingezetenen toeristenbelasting geheven. De belasting wordt geheven van degene die de gelegenheid tot overnachting biedt (de hotelier, pensionhouder, e.d.); deze mag de belasting doorberekenen aan degene die overnacht. In overleg met de belastingplichtigen wordt de toeristenbelasting niet jaarlijks met de trend verhoogd. Dit in verband met de door hen te maken aanpassingen. De trendverhoging wordt daarom cumulatief eens in de drie jaar toegepast. De trendverhoging heeft voor het laatst voor 2010 plaatsgevonden en gold voor de jaren 2010 tot en met 2012. Op 5 april 2012 is (bij raadsvoorstel RV12.0015) besloten de tarieven voor 2013, 2014 en 2015 niet aan te passen. Het tarief bedraagt € 2,00 per persoon per nacht. Voor campingovernachtingen geldt een verlaagd tarief van € 0,55. Precariobelasting Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De belasting is verschuldigd door degene die de voorwerpen daar heeft of ten behoeve van wie ze daar zijn. Met de heffing van precariobelasting worden algemene inkomsten verkregen. Voor 2014 worden de tarieven verhoogd met de trend van 1,6%. De aanslagen worden achteraf opgelegd. De aanslagen over 2013 worden dus in 2014 opgelegd. Overige heffingen Naast de al genoemde heffingen heft de gemeente Leiden nog andere rechten ter bestrijding van de kosten van gebruik van gemeentevoorzieningen en -diensten. Voorbeelden hiervan zijn markt- en staangelden en leges voor bouwvergunningen of voor producten van burgerzaken. De geraamde opbrengsten van deze rechten mogen de geraamde kosten niet te boven gaan. Kwijtschelding Voor de volgende heffingen kan om kwijtschelding worden verzocht: ■ Onroerende-zaakbelastingen ■ Afvalstoffenheffing ■ Rioolheffing ■ Precariobelasting voor woonboten als de aanslag wordt opgelegd aan een belastingplichtige die de woonboot als permanente woning gebruikt ■ Binnenhavengeld voor woonboten als de belastingplichtige de woonboot als permanente woning gebruikt. Of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt getoetst aan de betalingscapaciteit en de hoogte van het vermogen van een belastingschuldige. Hier zijn normeringen voor. Minimaal 80% van de betalingscapaciteit dient te worden aangewend ter voldoening van belastingschulden. De betalingscapaciteit wordt berekend door het netto besteedbaar inkomen te verminderen met de genormeerde kosten van bestaan. Deze genormeerde kosten van bestaan betreffen een percentage van de uitkering die de belastingschuldige naar de normen van de bijstandsregelgeving zou kunnen krijgen. De gemeente Leiden kent in het kader van het kwijtscheldingsbeleid een 100%-norm. Dit is het maximaal toegestane percentage.
Beleidsbegroting | 163
4.4.4 Bedrijfsvoering De gemeente streeft een efficiënte, doelmatige en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering na. In de eerste plaats is daarvoor de inrichting van de ondersteunende bedrijfsvoeringsprocessen van belang. Sinds 2012 zijn die ondergebracht in Servicepunt71. De meerjarige doelen, ook in financiële zin, zijn in het bedrijfsplan voor het Servicepunt vastgelegd. Op basis van de resultaten in 2012 en 2013 is het actuele beeld dat Servicepunt71 op koers ligt om de beoogde meerjarige kwalitatieve en financiële doelstellingen te realiseren zoals ze in het bedrijfsplan waren opgenomen. Komend jaar loopt de doorontwikkeling van de gezamenlijke bedrijfsvoering door, die in 2013 is gestart. Het bedrijfsmodel wordt aangescherpt en zowel de ‘harde kant’ (strategie, besturing, systemen, processen, structuren) als de ‘zachte kant’ (personeel, cultuur, managementstijl) worden hierop ingericht. De doorontwikkeling is gevat in een Uitvoeringsagenda 2013 – 2015 en bestaat uit vijf projecten. Drie daarvan worden in 2014 afgerond: ■ Project Dienstverlening: gericht op het opstellen van een producten- en dienstencatalogus (PDC) en de indeling van de diensten en producten in collectief en individueel en het bepalen van standaarden, normen, kritieke prestatie indicatoren (kpi’s) van de producten en diensten. ■ Project Verrekening: gericht op het bepalen van de wijze waarop de dienstverlening wordt verrekend aan de klanten. Het project richt tevens de administratie van de dienstverlening in. ■ Project contractrapportages: gericht op de inrichting van rapportage over de contracten, productie en levering van dienstverlening. Naast de ondersteunende bedrijfsvoeringsprocessen behelst bedrijfsvoering uiteraard ook de inzet van de bedrijfsmiddelen van de organisatie van Leiden: ■ Planning & Control ■ Financiën ■ HRM ■ Organisatieontwikkeling en Informatievoorziening ■ Huisvesting en facilitaire zaken Hieronder worden de beleidsontwikkelingen op de verschillende bedrijfsvoeringsterreinen van de Leidse organisatie beschreven. Op het gebied van bedrijfsvoering kennen onze collega’s bij de regiogemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude vergelijkbare ontwikkelopgaven; Servicepunt71 begeleidt en ondersteunt ons gezamenlijk. Voor een overzicht van de investeringen in de bedrijfsvoering wordt verwezen naar de paragraaf Investeringen van hoofdstuk 5 (Financiële begroting).
Planning en control P&C-instrumenten De instrumenten van de planning & controlcyclus dienen om de werkzaamheden die we verrichten voor de stad te sturen en te beheersen; doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? De afgelopen jaren was ons doel erop gericht de samenhang binnen de programmabegroting tussen prestaties en budgetten te vergroten en samenhang en vereenvoudiging aan te brengen tussen de verschillende planniveaus. Op deze basis bouwen we in 2014 voort: ■ Verbetering P&C proces Komend jaar inventariseren we op welke manier we het P&C proces verder kunnen verbeteren. De inventarisatie richt zich op de samenhang tussen de verschillende P&C-instrumenten, de snelheid in het proces van ambtelijke totstandkoming, de snelheid in het bestuurlijke besluitvormingsproces en op de verbetering van de toegankelijkheid van de informatie. ■ Ruimtelijke Investeringsagenda inbedden in de P&C cyclus De Ruimtelijke Investeringsagenda is door de raad omarmd als afwegingskader voor de investeringen in onze fysieke omgeving. We maken een opzet om de agenda jaarlijks te kunnen actualiseren en leggen een koppeling van administratieve processen aan de werkprocessen rondom de P&C-cyclus. In control Het meerjarige doel is om als organisatie meer in control te komen en een lerende organisatie te zijn. Het “in control” komen betekent enerzijds dat een organisatie systematisch interne controles uitvoert en dat de organisatie fouten en verbeterpunten zelf constateert, en anderzijds dat we daarvoor ook zelf oplossingen aandragen. Bij het “in control” traject is belangrijk dat de lijnorganisatie haar verantwoordelijkheid voor verbeterpunten pakt en dat niet alleen doet 'omdat het van de accountant moet'.
164 | Beleidsbegroting
In de afgelopen jaren zijn de werkwijzen rondom de interne controles en de opvolging van de aanbevelingen neergezet. Vanaf 2014 zetten we in op verbreding van de scope van de controles en de verbeteringen. Enerzijds is dat het gevolg van de wet Revitalisering generiek toezicht. Als gevolg van deze wet wordt de toezichthoudende rol van de provincie (en rijk) beperkt, en verloopt toezicht zoveel mogelijk via de gemeenteraad. Dat stelt tegelijkertijd eisen aan de betrouwbaarheid van de gegevens die de gemeentelijke organisatie voor de verschillende beleidsterreinen oplevert. Het controleplan voor 2013 voorziet in controles om hierover een oordeel te kunnen geven. Anderzijds verbreden we de scope door in het controleplan extra accenten op te nemen t.a.v. integriteit, basisregistraties, en het toezicht op verbonden partijen. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken Ter verbetering van de organisatie wordt in het kader van artikel 213a van de gemeentewet jaarlijks een aantal doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken uitgevoerd. Voor 2014 zijn de doelen: ■ Meer bekendheid binnen de organisatie met het instrument en de resultaten van de onderzoeken De inzet voor komend jaar is om de communicatie rondom de onderzoeken te intensiveren. Daarnaast blijft de inzet erop gericht om de doorlooptijd en de afhandeling van de onderzoeken zo kort mogelijk te houden. De relatie tussen de verbeteropgaven en het onderzoek blijven dan beter in beeld. ■ De opgebouwde cyclus van plan-do-check-act vasthouden De afgelopen jaren zijn flinke inspanningen geleverd om de opvolging van de aanbevelingen uit de onderzoeken te verbeteren. Het opgebouwde resultaat houden we in 2014 vast door follow-up onderzoeken uit te voeren, die zijn geborgd in de monitoring van het concernwerkplan en de afdelingsplannen. ■ Regionalisering Het leereffect van de onderzoeken kan worden vergroot door kennis en onderzoeksresultaten met de regiogemeenten uit te wisselen, en vergelijkbare werkwijzen te hanteren. Het voornemen voor komend jaar is om de bestaande auditpool uit te breiden met leden vanuit de organisatie van Zoeterwoude. De deelnemende gemeenten dragen hun eigen onderzoeksonderwerpen aan.
Financiën Realisatie van de financiële taakstellingen op de bedrijfsvoering In de meerjarenraming is een extra taakstelling op de kosten van de bedrijfsvoering opgenomen. Zij bedraagt € 200.000 in 2014, € 560.000 in 2015, € 1.560.000 in 2016 en € 2.560.000 miljoen in 2017. De achtergrond voor deze taakstelling is te vinden in de korting die het rijk toepast op de jaarlijkse indexering op de lonen en prijzen. Deze korting wordt in 2014 en volgende jaren ponds pondsgewijs verdeeld over de budgetten van de afdelingen en instellingen die onderhevig zijn aan loon- en prijsbijstelling. Uitgangspunt is dat de organisatie de korting op haar budgetten in principe zoveel mogelijk op dezelfde manier zal opvangen als tot nu toe is gebeurd, namelijk door proces- en efficiencyverbetering. Een stofkamactie die zich richt op de budgetten voor facilitaire zaken en services maakt hier onderdeel van uit. Bij het invullen van de bezuinigingsmaatregelen is de ambitie er op gericht om de taakuitoefening niet negatief te beïnvloeden. Die invloed doet zich op verschillende manieren voor. Als gevolg van efficiencyverbetering worden taken anders gedaan. Of de taken worden slimmer uitgevoerd. Derde mogelijkheid is dat bepaalde taken niet meer worden uitgevoerd. Dat is een beleidsrijke keuze. In het najaar van 2014 zullen de managers aangeven hoe de bezuinigingen op hun bedrijfsvoering in 2016 en 2017 kunnen worden ingevuld. Beleidsrijke keuzes zullen worden voorgelegd aan de raad. In de onderstaande tabel vindt u de oorspronkelijk opgave aan geraamde taakstellingen op bedrijfsvoering, deze zijn in 2014 op een bedrag van € 6,1 miljoen na ingevuld. Voor vrijwel alle overblijvende taakstellingen – op een enkele kleinere na – zijn goedgekeurde plannen voor structurele invulling. Het risico op het niet behalen van deze taaktellingen is gering en wordt geschat op ca. 1 miljoen, tegen een kans van 10%. Meerjarenraming taakstellingen op de bedrijfsvoering Eerder opgelegde taakstellingen (NB: inmiddels grotendeels ingevuld) Aanvullende taakstelling volgend uit Perspectiefnota 2014-2017
2014
2015
2016
2017
17.974.800
18.043.611
18.043.611
18.043.611
200.000
560.000
1.560.000
2.560.000
Naast bovenstaande besparingen realiseren we ook een besparing op de ondersteunende bedrijfsvoeringsprocessen, blijkend uit een teruglopende bijdrage aan Servicepunt71. Zoals bovenaan in deze paragraaf aangegeven, en blijkend uit de begroting van Servicepunt71 voor 2014, liggen deze besparingen op koers.
Beleidsbegroting | 165
Uitvoering programma Financiën en Control Ter verbetering van de financiële informatievoorziening en het wegnemen van een aantal gesignaleerde tekortkomingen is een programma Financiën en Control opgesteld. Hoofdpunten uit de aanpak voor 2014 zijn: ■ Vereenvoudiging van de financiële administraties van grondexploitaties ■ Verbetering van een aantal financiële processen, zoals formatiebeheer, werkbegroting en contractregisters ■ In september 2013 heeft de commissie voor de Rekeningen haar onderzoek “Er bovenop; Onderzoek naar financiële omissies in de gemeente Leiden” gepresenteerd. Op 10 september 2013 heeft het college besloten de zestien aanbevelingen uit dat rapport over te nemen, waar bij drie aanbevelingen een procesvoorstel is gedaan hoe hier mee om te gaan. Deze aanbevelingen worden opgenomen in de definitieve versie van het verbeterprogramma “Plan van aanpak programma verbetering financiën en control”. Het college heeft toegezegd deze definitieve versie uiterlijk 10 oktober 2013 aan de raad te zullen sturen. Over de voortgang van de acties uit het verbeterprogramma zal het college de raad elk kwartaal informeren. Op het moment van schrijven van deze begroting moet het raadsdebat van 19 september 2013 nog plaatsvinden. Transparantie en beheersing van plankosten De nieuwe systematiek van plankosten vraagt een meerjarige, stapsgewijze invoering. In 2013 lag de nadruk op de implementatie van nieuwe werkwijzen en aangepaste systemen. In 2014 concentreren we ons op monitoring en bijsturing van zowel individuele cases als het systeem als totaal. Voor het projectportfoliomanagement willen we zo vroeg mogelijk in de planning- en controlcyclus zicht hebben op de projectenportefeuille. In deze begroting treft u dan ook voor de eerste keer de (eerder vastgestelde) Ruimtelijke Investeringsagenda 2013-2014 aan, waarin de ruimtelijke projecten staan waar de gemeente Leiden bij betrokken is. Ten tijde van het opstellen van de werkbegroting hebben we meer zicht op welke projecten in definitiefase zijn en wat de te verwachten plankosten zijn. Op dat moment bundelen we die informatie in een collegebesluit waarin we de projectopdrachten laten vaststellen en we voor de plankosten toestemming vragen een beroep te doen op het krediet plankosten definitiefase. Dit krediet wordt gevoed door de reserve bedrijfsvoering plankosten, en is ingesteld vanuit het oogpunt van tranparantie, monitoring en bewaking. Deze gezamenlijk aanbieding van projecten is te bezien als het projectportfoliomanagement voor 2014. Ook daarna worden naar verwachting projecten opgestart waar plankosten mee gemoeid zijn. Deze zullen afzonderlijk worden aangeboden voor een besluit om de plankosten ten laste van het krediet te brengen. Zo houden we precies bij of het krediet toereikend is, en worden overschrijdingen voorkomen. Actualisering van financiële kaders De meeste onderdelen van het financiële beleid komen tot uitdrukking in de andere paragrafen bij dit hoofdstuk, en de bijbehorende beleidskaders. Deze beleidskaders worden periodiek geactualiseerd en/of geïmplementeerd. Voor komend jaar zijn dit: ■ Beleidskader weerstandsvermogen ■ Beleidskader reserves en voorzieningen
HRM Meer sturen op resultaat en ontwikkeling We realiseren dit doel door in te blijven zetten op de ontwikkeling van de gesprekscyclus. 2014 wordt het eerste jaar dat in de hele organisatie de volledige gesprekscyclus draait, met een start/evaluatiegesprek en (minimaal) een functioneringsgesprek. Bovendien zorgen we er in 2014 voor dat de gespreksmomenten goed aansluiten op de overige producten uit de planning & control cyclus. Integriteit In opdracht van de gemeentesecretaris is een analyse gemaakt van het integriteitsbeleid van de gemeente Leiden. Het integriteitsbeleid is nu vooral gericht op stimulering en voorlichting en minder op naleving. Het effect van het integriteitsbeleid kan worden vergroot door de activiteiten die zijn gericht op de naleving te intensiveren. We starten onder andere met het herijken van de gedragscode, het opstellen van een procedure voor meldingen van integriteit en met periodieke inventarisaties van kwetsbare functies binnen de organisatie. Met deze acties hopen we tot een effectieve inbedding van het integriteitsbeleid te komen en het bewustzijn en bespreekbaarheid van dit onderwerp onder de leidinggevenden en medewerkers te vergroten. Vanaf de programmabegroting van 2015 gaan we informatie opnemen over integriteit en in de jaarrekening leggen we daarover verantwoording af. Doorontwikkeling van medewerkers en leidinggevenden Een belangrijke doelstelling bij de ontwikkeling van medewerkers is om mee te bewegen met de veranderende rol en taken van de gemeente (zie ook bij Organisatieontwikkeling), waardoor het contact en de samenwerking met bewoners, partners en bedrijven verandert. Dit vraagt om de ontwikkeling van vaardigheden van medewerkers. Opleidingen en trainingen worden aangeboden vanuit Academie71 en door middel van opleidingen op maat.
166 | Beleidsbegroting
Een andere doelstelling is om het aantal managers te verminderen. De opgave voor 2014 is om een verschuiving op gang te brengen in de rol van het management: meer sturen op resultaten en actief leiding geven aan verandering. Verhogen van mobiliteit en flexibiliteit Met het verhogen van de mobiliteit en flexibiliteit van ons personeel beogen we de volgende effecten: ■ Het blijvend bieden van kwalitatief goede producten en diensten voor de stad; ■ Het zijn van een goede werkgever; ■ Het reduceren van arbeidskosten. Het verhogen van de mobiliteit en flexibiliteit realiseren we komend jaar met de volgende inzet: ■ De introductie van strategische personeelsplanning ronden we af en dit instrument maken we een regulier onderdeel van de gesprekscyclus. ■ De voor Leiden ontwikkelde aanpak van het zgn. ‘flexpunt’ en de zgn. ‘flexpool’ zetten we komend jaar regionaal in. Op basis van een business case verwachten we enerzijds een toename van de mogelijkheden voor een juiste match (de mate waarin medewerkers goed op hun plek zitten), en de ontwikkeling van medewerkers tot breed inzetbare personeelsleden. Anderzijds zal regionale inzet ook leiden tot een besparing op kosten voor o.a. externe inhuur, en kosten voor werving en selectie. Terugdringen van het ziekteverzuim De visie op het terugdringen van ziekteverzuim is het afgelopen jaar in lijn gebracht met de landelijke trend: Onder de eindverantwoordelijkheid van de gemeente worden de eigen verantwoordelijkheden van medewerkers en leidinggevenden bij onverhoopte uitval gestimuleerd. Een uitvloeisel van de actuele visie is het nieuwe ziekteverzuimprotocol. 2014 is het jaar waarin het nieuwe protocol gemeengoed zal worden. Het streefpercentage voor ziekteverzuim in 2014 stellen we gelijk aan het gemiddelde van de 100.000+ gemeenten over 2012 (5,1%). Afdelingen met een ziekteverzuim boven het streefpercentage beschikken over of stellen een plan van aanpak op om het ziekteverzuim gericht aan te pakken. Introductie e-HRM In 2013 is de digitalisering van de HRM-processen gerealiseerd. In vervolg daarop start in 2014 de voorbereiding van een verdere optimalisering van e-HRM, door de aanschaf en implementatie van een nieuwe applicatie. Aanpassing werkkostenregeling De nieuwe cao en de invoering van de (wettelijke) werkkostenregeling bieden de mogelijkheid om met ingang van 2014 de secundaire arbeidsvoorwaarden te harmoniseren en te moderniseren. De verwachting is dat de invoering van de werkkostenregeling tot een voordeel zal leiden. Het college wil 2014 benutten om in overleg met de bonden de arbeidsvoorwaardenregelingen die relevant zijn met het oog op de werkkostenregeling opnieuw tegen het licht te houden. Dit kan leiden tot het actualiseren van regelgeving, en mogelijk tot de toewijzing van een persoonlijk budget aan medewerkers. Een en ander heeft ook een relatie met het invoeren van het principe van Bring Your Own Device (BYOD) dat ook in 2014 met de Servicepuntgemeenten zal worden uitgewerkt. In de loop van 2014 zal het college een en ander nader uitwerken en daar waar dit de bevoegdheden van de raad betreft een voorstel aan de raad voorleggen. Voor wat betreft de invoer van de werkkostenregeling per 2014, zal een apart raadsvoorstel aan u worden voorgelegd aangezien dit als consequentie heeft dat ook de vaste kostenvergoeding aan politieke ambtsdragers hierin zal worden ondergebracht. Hierbij dienen we conform de wettelijke rijksregelingen te handelen. Terugdringen van externe inhuur In 2013 heeft de raad het kader voor externe inhuur gewijzigd en is de norm geënt op het gemiddelde percentage van andere 100.000+ gemeenten. Daarmee bedraagt de inzet voor 2014 een inhuurpercentage van maximaal 20% (gemiddelde uit personeelsmonitor 2012 van het A&O fonds). De bijbehorende raming o.b.v. deze 20% norm bedraagt € 14,6 miljoen. Voor het terugdringen van externe inhuur continueren we in 2014 de inzet van het flexpunt. Zoals hierboven aangegeven wordt de Leidse aanpak verbreed tot een regionale aanpak. Reduceren van formatie om de taakstellingen op de bedrijfsvoering te realiseren Een teruggang in de omvang van het personeelsbestand levert een belangrijke bijdrage in het realiseren van de taakstellingen op de bedrijfsvoering. Onderstaande tabel geeft het meerjarenbeeld van de formatiereductie aan. Door zorgvuldig personeelsbeleid en door zeer behoedzaam om te gaan met de invulling van vacatures zijn de personele gevolgen tot nu toe beperkt gebleven. Naar verwachting zijn ook de personele gevolgen van de invulling van de taakstelling voor 2014 en verder gering.
Beleidsbegroting | 167
(Verwachte) reductie formatie als gevolg van de bezuinigingen in 2011-2017
Bezuinigingsplannen afdelingen en instellingen 2011-2014 ‘Nieuwe’ bezuinigingen 2014-2017 Totaal
FTE 2011- 2014
FTE 2015
FTE 2016
FTE 2017
FTE totaal
-108
-108
-2
-3
-8
-20
-33
-110
-3
-8
-20
-141
Kengetallen Hieronder treft u een aantal personele kengetallen aan. In de eerste tabel zijn gegevens opgenomen over de personele sterkte en de bijbehorende loonsom. In de tweede tabel zijn gegevens opgenomen over instroom, doorstroom, uitstroom, over de gemiddelde leeftijd, over voltijd/deeltijd en over het aantal mannen/vrouwen. formatie in fte per 1-8-2013
bezetting in fte per 1-8-2013
begroting per 1-8-2013
begroting per 1-1-2014 geïndexeerd
1.213
1.104
72.511.044
74.033.776
peildatum 1-7-2012
peildatum 1-7-2013
instroom Q1 en Q2 (in personen)
49
34
uitstroom Q1 en Q2 (in personen)
141
57
saldo instroom / uitstroom (in personen)
-92
-23
aantal voltijd (in personen)
745
716
aantal deeltijd (in personen)
738
692
aantal mannen (in personen)
808
739
aantal vrouwen (in personen)
715
669
gemiddelde leeftijd (in jaren
46,8
47,3
organisatie totaal*
Organisatieontwikkeling en informatievoorziening Organisatieontwikkeling De organisatie zal de komende jaren een snelle ontwikkeling moeten doormaken om adequaat op de ontwikkelingen in onze omgeving te anticiperen: De decentralisaties binnen het sociale domein, waaronder de jeugdzorg, zullen veel bestuurlijke en ambtelijke aandacht opeisen. Het zal extra inzet en creativiteit vereisen om ontwikkelingen op fysiek en economisch gebied in balans te brengen met vragen die zich op sociaal en cultureel terrein aandienen. Doelen voor de stad realiseren zal meer dan in het verleden "overheidsparticipatie" in projecten van partners in de stad en regio vereisen. Denk onder andere aan het Singelpark, maar ook de verdere ontwikkeling van het Bio Science Park, de zorg in de buurt en de ontwikkeling van de binnenstad. Nauwere samenwerking in de Leidse Regio veronderstelt meer coproductie met en dienstverlening aan regiogemeenten. Verbonden met partners in de stad en de regio zal de organisatie in beweging moeten zijn. Dit in een context waarbij de middelen schaars zijn en er grote behoefte is aan een transparante en toegankelijke gemeentelijke overheid. Daarom zal de organisatie slim en simpel moeten zijn. Herkenbaar voor inwoners, bestuur er partners. Eind dit jaar wil de directie de uitgewerkte nieuwe visie op de organisatie ter besluitvorming aan het college voorleggen. Vervolgens voorzien wij vanaf 2014 een organisch organisatie-ontwikkelingsproces waarin de organisatie vloeiend in een beperkte periode zich vormt naar het gewenste beeld. Hierbij zal extra geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van managers en medewerkers. De uitdaging is in de nieuwe organisatie iedereen op een goede uitdagende plaats te krijgen. Daar is ook ruimte voor omdat in de komende jaren 30% van de medewerkers via natuurlijk verloop de organisatie zal verlaten. Informatievoorziening De doelstellingen op het gebied van informatievoorziening en de bijbehorende inzet voor 2014 worden ontleend aan het informatiebeleidsplan. Het plan zelf wordt overigens in 2014 geactualiseerd: ■ Realiseren van het rijksprogramma (i-NUP) t.a.v. dienstverlening en gegevens Het i-NUP is de afkorting voor het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid. De realisatie van de implementatieagenda bij het i-NUP verloopt langs twee sporen: ■ Verbeteren e-dienstverlening
168 | Beleidsbegroting
We bevinden ons in 2014 in de afrondende fase van realisatie. Op 1 januari 2015 verwachten we, conform de planning van het concept Antwoord, de dienstverlening te hebben gedigitaliseerd. ■ Realisatie basisadministraties Bij de verplichte realisatie van de basisadministraties volgen we ook komend jaar de landelijke planning en de bijbehorende jaarschijf voor 2014. Het centraal gegevensmagazijn richten we in 2014 verder in. Bijzondere aandacht gaat uit naar regionale samenwerking op het gebied van de basisadministraties. ■ Zaakgewijs werken en digitalisering van de werkprocessen en archieven De inzet ten aanzien van zaakgewijs en digitaal werken verloopt door jaarlijks een batch van werkprocessen digitaal en zaakgewijs in te richten. Voor 2014 zijn dat naar verwachting zo'n 80 processen. Een belangrijke aanpassing ten behoeve van vergunninglening is de vervanging van één van de vergunningapplicaties. De vervanging heeft tot doel om alle vergunningsprocessen binnen de gemeentelijke organisatie op dezelfde manier te laten verlopen. Het digitaliseren van de zgn. actieve archieven is in 2013 gestart, en loopt door in 2014. ■ State of the art ICT In 2014 wordt Wifi binnen alle gemeentelijke panden uitgerold om mobiel werken te ondersteunen, zie ook onder 'Huisvesting'. Om draadloos te kunnen werken wordt voorzien in een centrale opslag van gegevens, die centraal te benaderen is in een beveiligde omgeving. ■ Ontwikkeling informatievoorziening t.b.v. 3 decentralisaties De 3 decentralisaties stellen eisen aan de informatievoorziening en informatiemanagement binnen het sociale domein. Over de drie kolommen Jeugdzorg, WMO en Werk & Inkomen heen moet er aan de basis integraal gewerkt kunnen worden en de informatievoorziening moet daarin ondersteunen. Om dit te realiseren is er een 'Werkgroep Informatiemanagement 3 decentralisatie Holland Rijnland' gestart. Een van de eerste activiteiten is het doen van een behoeftenonderzoek naar ICT ondersteuning voor integraal werken.
Huisvesting en Het Nieuwe Werken In april 2013 is bij de bespreking van de Ruimtelijke investeringsagenda 2013 een amendement aangenomen, waarin wordt gevraagd om het project strategische huisvesting op de niet-lijst te plaatsen, omdat er onvoldoende middelen voor beschikbaar zijn. Het college heeft in dat kader besloten dat er voor het nieuwe college een overdrachtsdossier wordt gemaakt van dit project. Een overdrachtsdossier zal antwoord geven op de ruimtebehoefte, locatie, huidige huisvestingskosten, beschikbare budgetten en een inschatting van de toekomstige huisvestingslasten, mede in relatie tot het nieuwe beleidskader vastgoed. Er zal in de komende jaren nagedacht moeten worden over de toekomstige huisvesting van een groot deel van de ambtelijke organisatie (het deel gehuisvest in Stationsplein en Stadsbouwhuis). Bij nieuwe huisvesting spelen veel zaken een rol: bij nieuwbouw is vanwege de omvang sprake van een lange ontwikkeltijd, een bestaand pand zal op dit moment nog niet leeg zijn, en de omvang van de ruimtebehoefte moet goed worden gedefinieerd. Daarom is het wenselijk dat vanaf 2014 de alternatieven worden onderzocht. In relatie tot de huisvesting van ambtenaren vinden er in 2014 tal van initiatieven plaats. Eind 2013 is een project gestart dat zich richt op de verdere implementatie van het Nieuwe Werken in de gemeentelijke organisatie. In verschillende panden vinden proeven plaats met werkplekinnovatie en worden Wifi-punten aangelegd om tijd- en plaats en apparaatsonafhankelijk te kunnen werken en om het digitale werken te faciliteren. Medio 2013 is een thuiswerkregeling vastgesteld en er wordt gewerkt aan een regeling voor BYOD van smartphones en tablets. Bij het bespreken van de jaarstukken 2012 is in een motie gevraagd om het opstellen van een energiebesparingsplan voor de gemeentelijke panden. In 2014 zal worden bezien hoe dit plan effectief en kostenbewust kan worden uitgevoerd.
Beleidsbegroting | 169
4.4.5 Verbonden partijen Algemeen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente Leiden een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien Leiden risico loopt met aan deze partijen beschikbaar gestelde middelen of als Leiden aangesproken kan worden als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Van bestuurlijk belang is sprake als Leiden zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. De raad heeft bij besluit van 25 april 2013 het beleidskader verbonden partijen vastgesteld (RV 13.0016). In dit herziene beleidskader leggen we meer nadruk op de sturing op gemeenschappelijke regelingen, op governance en op risicobeheersing. Ook besteden we aandacht aan het wettelijke kader, de visie op verbonden partijen en de kaders voor deelname aan en vertrek uit een verbonden partij, aansturing, beheer en toezicht op verbonden partijen. Mede op basis van dit kader is de inhoud van de paragraaf gewijzigd. Daarnaast is de sturing op gemeenschappelijke regelingen een speerpunt. Dit heeft geresulteerd in een door ons op 5 februari 2013 (BW13.0097) vastgestelde Nota Sturen op gemeenschappelijke regelingen: een kwestie van anders denken en goed organiseren. In 2013 werken we dit per gemeenschappelijke regeling verder uit. Om de doelstellingen opgenomen in de gemeentebegroting te realiseren kunnen samenwerkingsverbanden worden aangegaan als dat meerwaarde heeft voor het publieke belang. De grondhouding ten aanzien van de publiekrechtelijke samenwerkingsvormen is positief mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. De grondhouding voor private samenwerkingsvormen is die van 'nee, tenzij' er bijzondere redenen zijn om van de regel af te wijken. Voor het participeren in een verbonden partij is altijd een risicoanalyse vereist. De risicoanalyse vormt een deel van de input bij de opstelling van het toezichtregime per verbonden partij. Ontwikkelingen Coöperatieve Zakelijke Post Nederland UA Door de ontwikkelingen in de postmarkt heeft de Coöperatieve Zakelijke Post Nederland naast de contacten met de sociale werkvoorzieningen steeds meer contacten met regulieren marktpartijen. Met het oog hierop gaat het bestuur zich in 2014 beraden over haar missie en strategie. Gevulei Het algemeen bestuur van de Gevulei heeft op 9 mei 2012 besloten om per 1 januari 2016 de Gemeenschappelijke Regeling op te heffen. Servicepunt71 In de paragraaf bedrijfsvoering vindt u een toelichting op het Servicepunt71. Holland Rijnland Eind 2012 is gestart met een grondige heroriëntatie op de toekomst van de samenwerking binnen Holland Rijnland. In de loop van 2013 zullen de raden en colleges van de deelnemende gemeenten beslissingen nemen over de inhoud, schaal en financiële omvang van de samenwerking binnen Holland Rijnland. In 2012 is op gebied van de drie decentralisaties samengewerkt. Een gedetailleerde beschrijving van alle ontwikkelingen is te vinden in het jaarverslag van Holland Rijnland. Stichting Universitaire Woonwijk Boerhaave De gemeente is van plan aan de Stichting Universitaire Woonwijk Boerhaave een gemeentegarantie op de hoofdsom van de nieuwe lening ad € 15 miljoen voor renovatie en nieuwbouw van 166 woningen in en naast het voormalig ‘Anatomie’ gebouw aan de Wassenaarseweg te verstrekken, onder voorwaarde van inbreng van eigen vermogen van € 6 miljoen en verstrekking van het recht op eerste hypotheek. Boerhaave biedt huisvesting aan assistenten in opleiding die werken aan wetenschappelijk onderzoek. Het college van B en W heeft aan de gemeenteraad gevraagd of zij tegen garantieverleningen wensen of bedenkingen heeft (B en W. nr. 13.0688 d.d. 9 juli 2013). Indien de raad geen wensen of bedenkingen heeft en de gemeente Leiden de gemeentegarantie verleent aan de Stichting Universitaire Woonwijk Boerhaave dan is sprake van een financieel belang. Een bestuurlijk belang was er al. Als gevolg van het verlenen van de gemeentegarantie is Stichting Universitaire Woonwijk Boerhaave weer een verbonden partij. Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Zuidvleugel Op 7 mei 2013 (BW 13.0359) heeft het college van B en W zijn voornemen kenbaar gemaakt om mee te gaan doen aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) voor de Zuidvleugel van de Randstad en per brief
170 | Beleidsbegroting
dit voorgenomen besluit voor te leggen aan de gemeenteraad en de Raad met het verzoek zijn wensen en/of bedenkingen hierover ter kennis van ons college te brengen. Overzicht verbonden partijen In het onderstaand overzicht zijn, voor zover beschikbaar, de cijfers over 2012 vermeld. Bij het resultaat is plus een nadeel en min een voordeel. Nr.
Verbonden partij
Rechtsvorm
Belang*
Resultaat 2012
Eigen vermogen eind 2012
Vreemd vermogen einde 2012
1
Holland Rijnland
GR
1.587 (inwonerbijdrage) 3.077 (bijdrage RIF)*
- 116 V ( Leids aandeel hierin is -18)
520
41.537
1
Belasting-samenwerking GouweRijnland
GR
2.738
- 2.179 V
2.179
14.240
1
Servicepunt71
GR
76,51%
-96 V
1.852
10.000
2
Veiligheidsregio Hollands-Midden
GR
8.915
nihil
10.042
20.855
3
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Zuidvleugel
BV
1.000
nvt
nvt
nvt
5
Gevulei
GR
5.735
-32 V
431
243
5
Omgevingsdienst West-Holland
GR
Bijdrage Leiden bedraagt 2.845 (19,25%)
-237 (Leids aandeel hierin is -155)
1.173
5.853
6
Nieuw Leyden Beheer BV
BV
50 %
0
18
575
6
Leiden naar nieuwe Leyden BV
CV wijkontwikkelllingsmaatschappij
100%
-2 V
6
238
6
Stichting Stimuleringsfonds Volkhuisvesting Nederlandse Gemeenten
Stichting
deelnemer met zeer beperkt risico
-5.715 V
41.332
697.093
8
Stadspodia Leiden
BV
100%
194 N (per 31-7-2011)
635 (per 31-7-2011)
3.452 (per 31-7-2011)
9
RDOG
GR
3.328
202 N
2.311
28.034
10
Coöperatieve Zakelijke Post Nederland UA
coöperatieve vereniging
20
-14 V
235
26
10
DZB Partycatering BV Leiden
BV
18
51 N
180
173
11
Alliander
NV
2,27%
-224.000 V
3.203
4.211
11
Nuon Energy NV
NV
0,82%
-438.000 V
3.333
3.501
11
Dunea
NV
9,75%
-755 V
161.876
356.799
11
NV Bank Nederlandse gemeenten
NV
0,62%
-332.000 V
2.752
139.476
Bedragen * € 1.000
* Onder belang noemen we de bij de private verbonden partijen de omvang van de deelname in een percentage (bijv. Dunea, Nieuw Leyden) of de eenmalige storting, zoals bij de DZB Partycatering BV en Coöperatieve Zakelijke Post Nederland UA. Bij de gemeenschappelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld bij Holland Rijnland, Servicepunt71, Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland en Veiligheidsregio Hollands Midden, gaat het bij belang om de jaarlijkse financiële bijdrage. Overzicht risico's per verbonden partij: Gemeenschappelijke regelingen Gemeenschappelijke regeling Naam
Holland Rijnland gevestigd te Leiden
Doel
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van een regionale evenwichtige ontwikkeling van de deelnemende gemeenten. Deze gemeenten zijn: Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijker-hout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten, Zoeterwoude.
Beleidsbegroting | 171
Gemeenschappelijke regeling Bestuurlijk Belang
5 raadsleden, 1 wethouder en de burgemeester in AB. De burgemeester heeft zitting in het DB en is voorzitter van AB/DB. De wethouder is ook lid van DB.
Risico voor gemeente
Het nadelig saldo van de gemeenschap-pelijke regeling wordt volledig gedekt door de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Het nadelig saldo wordt gedeeld door het aantal inwoners van de regio, waarmee de bijdrage per inwoner is bepaald. De bijdrage per gemeente is dan het aantal inwoners van die gemeente vermenigvul-digd met het bedrag per inwoner.
Verplichte afdekking van het tekort
Ja, de deelnemers van een gemeenschap-pelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
gemeentelijke bijdrage
Risico's afgedekt door andere partners
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Monitoring van risico's
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Naam
Veiligheidsregio Hollands Midden gevestigd te Leiden
Doel
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van verbindingen, de regionale alarmcentrale, de voor-bereiding van de coördinatie van de rampenbestrijding en het optreden in buitengewone omstandighe-den.
Bestuurlijk Belang
verplichte deelname aan de gemeenschappelijke regeling; burgemeester lid van AB
Risico voor gemeente
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Verplichte afdekking van het tekort
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
gemeentelijke bijdrage
Risico's afgedekt door andere partners
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Monitoring van risico's
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Naam
RDOG Hollands Midden gevestigd te Leiden
Doel
De RDOG bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid en het welbevinden van de burgers in de regio Hollands Midden in zowel reguliere als crisisomstandigheden. Daarnaast probeert de RDOG de effecten van gezondheidsbedreigingen te beperken.
Bestuurlijk Belang
6 van de 53 stemmen in AB
Risico voor gemeente
De kosten van de overgangsregeling FLO (functioneel leeftijdsontslag) voor de ambulancediensten worden waarschijnlijk 100% vergoed door de NZA (Nederlandse Zorgautoriteit), maar dat is nog niet definitief. De NZA heeft tot nu toe 60% van de kosten gereserveerd.
Verplichte afdekking van het tekort
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
gemeentelijke bijdrage
Risico's afgedekt door andere partners
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Monitoring van risico's
Beoordeling van de begroting en de jaarrekening
Naam
Gemeenschappelijke vuilverwerking Leiden en omgeving gevestigd te Leiden
Doel
Voordeel behalen uit het gezamenlijk laten verwerken van het ingezamelde huisvuil en bevorderen van hergebruik van goederen en recycling via het Kringloopbedrijf.
Bestuurlijk Belang
Ongeveer 50%
Risico voor gemeente
Risico’s zijn beperkt daar de kosten voornamelijk uit de kosten vuilverwerking bestaan (€ 9,6 miljoen op een totaal van € 9,9 miljoen).
Verplichte afdekking van het tekort
Ja, de deelnemers van een gemeenschap-pelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
prestatie leveringen
172 | Beleidsbegroting
Gemeenschappelijke regeling Risico's afgedekt door andere partners
Betreft kosten van de uitvoering van de vuilverwerking.
Monitoring van risico's
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Naam
Omgevingsdienst West-Holland gevestigd te Leiden
Doel
Voordeel behalen uit het gezamenlijk: uitoefenen van milieutaken zoals luchtkwaliteit, milieucommunicatie en veiligheid.
Bestuurlijk Belang
Ongeveer 45%
Risico voor gemeente
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijden over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Verplichte afdekking van het tekort
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
prestatie leveringen
Risico's afgedekt door andere partners
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Monitoring van risico's
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Naam
Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland (BSGR) gevestigd te Leiden
Doel
Samenwerking tussen gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude en het Hoogheemraadschap van Rijnland op het gebied van heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeen-telijke belastingen, alsmede op gebied van de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. Per 1 januari 2011 worden de taken gezamenlijk uitgevoerd. De constituerende vergadering van het algemeen bestuur heeft op vrijdag 24 juli 2009 plaatsgevonden. Per 1 januari 2013 zijn de gemeenten Katwijk en Bodegraven-Reeuwijk toegetreden.
Bestuurlijk Belang
Het Algemeen Bestuur bestaat uit leden van het Hoogheemraad-schap (2 leden met elk 9 stemmen), leden van gemeenten Gouda , Katwijk en Leiden (met ieder 4 stemmen) en leden van de overige gemeenten hebben ieder 2 stemmen.
Risico voor gemeente
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijden over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Verplichte afdekking van het tekort
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
prestatie leveringen
Risico's afgedekt door andere partners
Andere deelnemers nemen naar evenredigheid deel
Monitoring van risico's
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Naam
Servicepunt 71 gevestigd te Leiden
Doel
Samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering tussen de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. De bedrijfsvoering betreft de dienstverlening op de gebieden financiën, human resource management, inkoop, informatie en communicatie-technologie, juridische zaken en, voor Leiden en Leiderdorp, facilitaire zaken.
Bestuurlijk Belang
De gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 is op 1 januari 2011 formeel in werking getreden. De gemeente Leiden is in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd met 1 wethouder. Deze wethouder heeft tevens zitting in het Dagelijks Bestuur.
Risico voor gemeente
Een eventueel nadelig saldo van de gemeenschappelijke regeling wordt volledig gedekt door de bijdragen van de deelnemende gemeenten op basis van de in het bedrijfsplan opgenomen verdeelsleutel.
Verplichte afdekking van het tekort
Ja, de deelnemers van een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
prestatie leveringen
Risico's afgedekt door andere partners
Andere gemeenten nemen naar evenredigheid deel
Monitoring van risico's
Beoordeling van begroting en jaarrekening
Beleidsbegroting | 173
Overzicht risico's per verbonden partij: vennootschappen Vennootschappen Naam
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Zuidvleugel BV
Doel
Het stimuleren van de economische ontwikkeling in de regio Zuid-Holland en hiermee het versterken van de positie en de internationale concurrentiekracht van Zuid-Holland en Nederland.
Bestuurlijk Belang
3,70%
Risico voor gemeente
Na tien jaar bestaat het risico dat we een gedeelte bijvoorbeeld 40% van onze investring van een miljoen moeten afwaarderen. Het niet halen van het beleidsdoel versterken van Leiden Bioscience Park.
Verplichte afdekking van het tekort
Nee, de aandeelhouder van een besloten vennootschap (BV) is niet aansprakelijk voor de schulden van de BV.
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
Kapitaalverstrekking van 1 miljoen
Risico's afgedekt door andere partners
Nee
Monitoring van risico's
Beoordeling begroting en jaarrekening.
Naam
BV Stadspodia Leiden gevestigd te Leiden
Doel
Bij de verzelfstandiging in 1999 hebben onder andere fiscale overwegingen een rol gespeeld om als gemeente enig aandeelhouder te zijn in de nieuw gevormde BV.
Bestuurlijk Belang
100% van de aandelen (400 aandelen à € 45,- nominaal plus wettelijke reserve € 151)
Risico voor gemeente
Realisatie meerjaren-raming i.v.m. herstart programmering/ verhuur.
Verplichte afdekking van het tekort
Nee, de aandeelhouder van een besloten vennootschap (BV) is niet aansprakelijk voor de schulden van de BV
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
kapitaalverstrekking
Risico's afgedekt door andere partners
Nee
Monitoring van risico's
Beoordeling begroting en jaarrekening
Naam
DZB Partycatering BV Leiden gevestigd te Leiden
Doel
Het behartigen van het publieke belang op het gebied van de gesubsidieerde arbeid.
Bestuurlijk Belang
100% eigenaar van de organisatie
Risico voor gemeente
Beperkt tot het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal.
Verplichte afdekking van het tekort
Nee, de aandeelhouder van een besloten vennootschap (BV) is niet aansprakelijk voor de schulden van de BV
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
18.000
Risico's afgedekt door andere partners
Nee
Monitoring van risico's
Beoordeling jaarrekening
Naam
Alliander NV gevestigd te Arnhem
Doel
Transport van energie, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen.
Bestuurlijk Belang
Aandeelhouder en vertegenwoor-diger in het Grootaandeel-houdersoverleg namens de ex-EWR +gemeenten.
Risico voor gemeente
Risico voor de aandeelhouder beperkt zich tot de wettelijke risico’s.
Verplichte afdekking van het tekort
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
kapitaalverstrekking
Risico's afgedekt door andere partners
Nee
Monitoring van risico's
Beoordeling jaarrekening
174 | Beleidsbegroting
Vennootschappen Naam
Nuon Energy NV gevestigd te Amsterdam
Doel
De productie en levering van (zo veel mogelijk schone) energie, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen.
Bestuurlijk Belang
Aandeelhouder en vertegenwoordiger in het Grootaandeelhoudersoverleg namens de ex-EWR +gemeenten.
Risico voor gemeente
Risico voor de aandeelhouder beperkt zich tot de wettelijke risico’s.
Verplichte afdekking van het tekort
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
kapitaalverstrekking
Risico's afgedekt door andere partners
Nee
Monitoring van risico's
Aandeel Nuon wordt verkocht in vier tranches en zal per 1 juli 2015 geheel zijn overgdragen aan Vattenfal.
Naam
Dunea (naamloze vennootschap) gevestigd te Leidschendam-Voorburg
Doel
De productie en levering van goed en betrouwbaar drinkwater, 24 uur per dag, met zo min mogelijk storingen.
Bestuurlijk Belang
Aandeelhouder Leiden heeft 390.145 aandelen tegen een nominale waarde van € 5,-. Aandelen geven op grond van bepaalde in artikel 14, lid 8 van de statuten van de vennootschap recht op het uitbrengen van één stem per aandeel.
Risico voor gemeente
Risico voor de aandeelhouder beperkt zich tot de wettelijke risico’s.
Verplichte afdekking van het tekort
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
kapitaalverstrekking
Risico's afgedekt door andere partners
Nee
Monitoring van risico's
Beoordeling jaarrekening
Naam
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten gevestigd te Den Haag
Doel
Het behartigen van het publieke belang op het gebied van de financiering lokale overheid.
Bestuurlijk Belang
0,62%
Risico voor gemeente
De resultaten van deze deelneming fluctueren en daarmee ook de dividend-uitkering.
Verplichte afdekking van het tekort
Nee, de aandeelhouder van een NV is niet aansprakelijk voor de schulden van de NV
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
789.000
Risico's afgedekt door andere partners
Nee
Monitoring van risico's
Beoordeling jaarrekening
Naam
Nieuw Leyden Beheer B.V. gevestigd te Leiden
Doel
De stedelijke vernieuwing in Leiden Noord stimuleren via samenwerking met Stichting Portaal in de vorm van een commanditaire vennootschap (CV-BV-model). Vanwege het risico van dubbele overdrachtsbelasting is voor de CV/BV de status van wijkontwikke-lingsmaatschappij (WOM) aangevraagd.
Bestuurlijk Belang
In de raadsvergadering van 8 maart 2005 is bij raadsbesluit 05.0035 besloten om deel te nemen in Nieuw Leyden Beheer BV. De BV is beherend vennoot in Nieuw Leyden C.V. De gemeente Leiden neemt voor 50% deel in Nieuw Leyden Beheer BV.
Risico voor gemeente
De risico’s aan de kostenkant waren al niet groot en zijn verder afgenomen. Anderzijds zorgen de verslechterende economische perspectieven voor een vergroting van het afzetrisico. In de grondexploitatie is evenwel een substantiële risicoreserve opgebouwd. Door de stagnatie op de woningmarkt is het uitermate lastig om voorspellingen te doen over het afzettempo van de resterende kavels inclusief veld 25 en de velden 43 en 44 (Ontwerpje-woning). Om de productie op gang te houden zijn de velden 38, 41 en 42 deels door Nieuw Leyden zelf ontwikkeld. De risico’s hierbij zijn beperkt en vallen, zoals dit ook al bij de Grex 2011 het geval was, binnen de limiet van de Samenwerkings-overeenkomst (SOK) (ca € 1,5 mln.).
Beleidsbegroting | 175
Vennootschappen Verplichte afdekking van het tekort
nvt
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
kapitaalverstrekking
Risico's afgedekt door andere partners
voor 50%
Monitoring van risico's
Beoordeling jaarrekening
Naam
Leiden naar Nieuw Leyden B.V. gevestigd te Leiden
Doel
De stedelijke vernieuwing in Leiden Noord stimuleren via samenwerking met Stichting Portaal in de vorm van een commanditaire vennootschap (CV-BV-model). Vanwege het risico van dubbele overdrachtsbelasting is voor de CV/BV de status van wijkontwikke-lingsmaatschappij (WOM) aangevraagd.
Bestuurlijk Belang
In de raadsvergadering van 8 maart 2005 is bij raadsbesluit 05.0035 besloten om deel te nemen in Leiden naar Nieuw Leyden BV. Deze B.V. is één van de twee commanditaire of stille vennoten. De andere is Portaal Nieuw Leyden B.V. Nieuw Leyden Beheer B.V. is de beherend vennoot. Deze drie partijen vormen gezamenlijk de commanditaire vennootschap Nieuw Leyden C.V. Gemeente Leiden is 100% aandeelhouder van Leiden naar Nieuw Leyden B.V.
Risico voor gemeente
Geen
Verplichte afdekking van het tekort
nvt
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
18.000 en 200.000 deelneming kapitaalverstrekking en geldlening
Risico's afgedekt door andere partners
nee
Monitoring van risico's
Beoordeling jaarrekening
Stichtingen Naam
Stichting Stimulerings-fonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten gevestigd te Den Haag
Doel
Het stimuleren van kwaliteitsverbetering in de volkshuisvesting door het verstrekken van laagrentende leningen via het SVN aan door de gemeente Leiden aangewezen instellingen.
Bestuurlijk Belang Risico voor gemeente
Het beleid is gericht op een voortdurende zorgvuldige bewaking en beheersing van risico’s die de activiteiten van SVN met zich meebrengen. de risico’s zoveel mogelijk te beheersen.
Verplichte afdekking van het tekort
nvt
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
1.969.000 + 3.440.000 langlopende lening
Risico's afgedekt door andere partners
nee
Monitoring van risico's
Beoordeling jaarrekening
Coöperaties U.A. Naam
Coöperatieve Zakelijke Post Nederland U.A. gevestigd te Alkmaar
Doel
Het voorzien in de (im-)materiële behoeften van haar leden gericht op post/koeriers en pakketdiensten, waarbij de leden bestaan uit bedrijven gericht op arbeidsreïntegratie en sociale werkvoorziening.
Bestuurlijk Belang
Lidmaatschap door een eenmalig inleggeld van € 20.000,- en een jaarlijkse contributie van maximaal € 5.000,-.
Risico voor gemeente
Risico beperkt zich tot het eenmalige inleggeld van € 20.000,-
Verplichte afdekking van het tekort
nee
Verstrekte garanties en geldleningen en aandelenkapitaal
nee
176 | Beleidsbegroting
Coöperaties U.A. Risico's afgedekt door andere partners
nee
Monitoring van risico's
Beoordeling begroting en jaarrekening
Beleidsbegroting | 177
4.4.6 Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt aangegeven hoe kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom worden beheerd. In de Financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (RV 13.0017), staat in artikel 13 dat er een actueel beleidskader onderhoud kapitaalgoederen is. Met raadsbesluitnummer 10.0037 d.d. 27-05-2010 is het vernieuwde beleidskader onderhoud kapitaalgoederen vastgesteld. Het beleidskader onderhoud kapitaalgoederen geeft aan om welke kapitaalgoederen het gaat. De onderstaande beleidskaders kapitaalgoederen zijn gerealiseerd en vastgesteld door de raad. Het betreft de volgende kapitaalgoederen: ■ Water ( baggeren) ■ Openbare Verlichting ■ Groen ( incl. bomen) ■ Kunstwerken ■ Walmuren, beschoeiingen en Natuurvriendelijke oevers ■ Straatmeubilair ( incl. verkeersregelinstallaties) ■ Spelen ■ Wegen ■ Riolering ■ Vastgoed ■ Sportaccommodaties De beleidskaders van de kapitaalgoederen bevatten per kapitaalgoed: ■ de werkzaamheden die in het kader van de instandhouding van het kapitaalgoed gedaan moeten worden; ■ het gewenste onderhoudsniveau van het kapitaalgoed; ■ de grootte van het areaal; ■ de kosten voor de instandhouding van het kapitaalgoed zoals klein- en groot onderhoud en vervangingskosten; ■ de huidige staat van onderhoud zoals een technische beoordeling en schouw van de kwaliteit van het kapitaalgoed; ■ een scenario voor het onderhoud van kapitaalgoederen. Financieel overzicht kapitaalgoederen Begroting ( excl. index)
2014
2015
2016
2017
Water (baggeren)
onderhoudsbudget
748
748
748
748
Openbare verlichting
onderhoudsbudget
500
500
500
500
Groen
onderhoudsbudget
3.934
3.934
3.934
3.934
Kunstwerken (bruggen etc.)
onderhoudsbudget
2.072
1.959
2.089
2.089
extra storting PPN 2013
15
15
15
15
Walmuren, beschoeingen etc.
onderhoudsbudget
1.001
991
991
991
extra storting PPN 2013
199
199
199
199
Straatmeubilair
onderhoudsbudget
392
392
392
392
en verkeersregelinstallaties
onderhoudsbudget
413
413
413
413
Spelen
onderhoudsbudget
298
298
298
298
extra storting PPN 2013
386
386
386
386
Wegen
voorz. groot onderhoud
2.757
2.757
2.757
2.757
Riolering
onderhoudsbudget
1.949
1.949
1.949
1.949
voorz. groot onderhoud
89
89
89
89
Vastgoed
onderhoudsbudget
865
865
865
865
voorz. groot onderhoud
2.875
2.875
2.875
2.875
extra storting PPN 2013
325
325
325
325
Sportaccommodaties
onderhoudsbudget
570
570
570
570
voorz. groot onderhoud
767
767
767
767
178 | Beleidsbegroting
Begroting ( excl. index)
2014
2015
2016
2017
extra storting PPN 2013
750
750
750
750
Bedragen * € 1.000
Openbare ruimte Voor de beleidskaders Openbare ruimte ( nr. 1 t/m 9 ) is conform de vastgestelde beleidskaders onderhoudsniveau B bepaald. Voor een aantal kapitaalgoederen is vastgesteld dat een voorziening moet worden ingesteld omdat groot onderhoud na verloop van jaren aan de orde zal zijn en/of bij het vaststellen van de beheerplannen gebleken is dat sprake is van onderhoudsachterstand. De beleidskaders geven inzicht in de benodigde budgetten over een reeks van jaren. De vastgestelde beleidskaders van de kapitaalgoederen zijn nader uitgewerkt in beheerplannen. Tevens zijn deze onderdeel van het gemeentelijke OIB traject, het ontwikkelen, inrichten en beheren van de openbare ruimte. Binnen dit traject wordt gestreefd naar een duurzame inrichting van de openbare ruimte tegen zo laag mogelijke kosten. Het nauw samenwerken door de verschillende afdelingen met elkaar is hierbij een essentieel onderdeel alsmede het uniformeren van materiaalgebruik op basis van de vastgestelde beleidskaders ‘Kadernota Openbare Ruimte’ en ‘Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte’ De beheerplannen geven op de middellange termijn aan welke onderhouds- en vervangingsmaatregelen in welk jaar genomen moeten worden om het kapitaalgoed in stand te houden. De beheerplannen zijn gebaseerd op een technische controle en/of schouw van het areaal in het terrein – ook het achterstallige onderhoud is geïnventariseerd – en geven een realistisch beeld van de uit te voeren werkzaamheden en de benodigde budgetten om deze werkzaamheden uit te voeren. Inhoudelijk zijn de beheerplannen door een extern bedrijf getoetst (second opinion in mei 2012) en voldoen naast een paar kleine aantekeningen en verbeterpunten aan de eisen en eigenschappen van een beheerplan. Onderstaand wordt per kapitaalgoed ingegaan op: Beleidskader, Doelen en Prestaties 2014. Water Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Water. Dit beleidskader is vertaald in een beheerplan. Met het beheerplan wordt zorg gedragen dat het openbare water in Leiden conform de vastgestelde ambities wordt onderhouden. Daarnaast wordt in een aantal andere gemeentelijke beleidsnota’s het waterbeheerbeleid opgenomen, zoals in het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan en het gemeentelijk Waterplan welk een gezamenlijk plan is van de gemeente Leiden en het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het beheerbeleid van het water heeft ook een raakvlak met het watertoerisme en de vaarfunctie van het water, zoals opgenomen in de beleidsvisie Watertoerisme 2000-2020; RV 00.0098 Doelen en Financiën Hierbij verwijzen wij u naar Programma 5 “Omgevingskwaliteit “ beleidsterrein “Openbaar water”. Doelen: waterkwantiteit op orde, verbeteren waterkwaliteit en recreatieve waarde water vergroten. Zie ook het hoofdstuk “Reserves en voorzieningen”. Prestaties 2014 Het project ‘Baggeren achterstallig onderhoud watergangen Leiden’ kent twee fasen. Fase 1 wordt afgerond in 2014. Fase 2 van het project wordt in 2014 voorbereid, aanbesteed en uitgevoerd met een uitloop naar 2015. Naar verwachting wordt het project “Beveiligd baggeren van 7 verdachte watergangen in Leiden” voltooid in 2014. Hierbij zijn watergangen benoemd waarin de mogelijkheid bestaat dat er eventueel explosieven kunnen worden gevonden. De overige activiteiten; bladvissen, verwijderen welvaartsvuil en verwijderen slootvuil zijn seizoensgebonden en worden jaarlijks uitgevoerd. Om de watergangen schoon en bevaarbaar te houden en om baggeraanwas als gevolg van bladval te voorkomen worden de watergangen conform het beheerplan Water 2012-2033 structureel gereinigd.
Beleidsbegroting | 179
Openbare Verlichting Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Openbare Verlichting. Dit beleidskader is vertaald in een beheerplan Openbare Verlichting. Met het beheerplan wordt zorg gedragen dat de openbare verlichting in Leiden conform de vastgestelde ambities wordt onderhouden. Doelen en Financiën Hierbij verwijzen wij u naar Programma 5 “Omgevingskwaliteit” beleidsterrein “Verharde openbare ruimte”. Doel: schoon, heel en veilig. Prestaties 2014 In 2014 worden ca. 750 stuks armaturen vervangen. Moderne verlichting in de binnenstad wordt daar waar mogelijk vervangen door klassieke verlichting en zal in 2014 aanvangen waarbij de verwachting is dat de werkzaamheden medio 2015 gereed zullen zijn. Het wegwerken van achterstanden in het onderhoud wordt in 2014 afgerond. Per 1 januari 2014 zal het onderhoud worden uitgevoerd op basis van een nieuw onderhoudscontract. Groen Beleidskader Het beleidskader groen wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Groen. Dit beleidskader is vertaald in een beheerplan Groen. Met het beheerplan wordt zorg gedragen dat het groen in Leiden conform de vastgestelde ambities onderhouden wordt. In 2014 wordt gestart met de uitvoering van het beeldkwaliteitsplan groene hoofdstructuren. Doelen en Financiën Hierbij verwijzen wij u naar Programma 5 “Omgevingskwaliteit” beleidsterrein “Openbaar Groen”. Doelen; behoud en verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen en de recreatieve waarde van groen vergroten. Prestaties 2014 Op basis van het actuele beleidskader wordt het beheerplan groen in 2014 herzien. In 2014 wordt gestart met de uitvoering van het beeldkwaliteitsplan groene hoofdstructuren. In 2014 wordt verder gegaan met het bestek groeiplaatsverbetering. Kunstwerken Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Kunstwerken. Andere relevante vastgestelde nota’s die betrekking hebben op kunstwerken zijn de beleidsvisie Watertoerisme Leiden 2000-2020 en het beleidsplan Openbare Verlichting 2004. Doelen en Financiën Hierbij verwijzen wij u naar Programma 5 “Omgevingskwaliteit” beleidsterrein “Verharde openbare ruimte”. Doel: schoon, heel en veilig beheren bruggen en viaducten. Onder het product kunstwerken vallen naast de financiën voor de bruggen, de tunnels en de viaducten ook de financiën voor de Taxistandplaats en de Stationspleintunnel. De structurele kosten worden ten laste gebracht van de exploitatie terwijl voor het incidenteel terugkerende groot onderhoud een gezamenlijke voorziening is ingesteld. Vanuit de exploitatie wordt er jaarlijks een dotatie van totaal € 624.500 aan de voorziening gedaan om de kosten voor het uitvoeren van groot onderhoud meerjarig te kunnen realiseren. Daarnaast heeft er een extra storting voor achterstallig onderhoud plaatsgevonden. Prestaties 2014 Het product Kunstwerken heeft te maken met een behoorlijk deel achterstallig onderhoud, dit is in het beheerplan Kunstwerken 2012-2016 verwoord en financieel geregeld. In voorgaande jaren is begonnen met de voorbereiding van deze werken om het achterstallig onderhoud in te halen. De verwachting is dat eind 2014 de achterstanden zijn weggewerkt. Verder worden de volgende werkzaamheden uitgevoerd in 2014:
180 | Beleidsbegroting
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Groot onderhoud Morspoortbrug; Vervangen mechanische en electrische onderdelen en groot onderhoud civiele onderdelen in de Stationspleintunnel; Conserveren 24 tunnels ; Conserveren 35 stalen kunstwerken; Conserveren 15 houten bruggen; Vervangen 10 houten parkbruggen.
Walmuren, beschoeiingen en Natuurvriendelijke oevers Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Walmuren, beschoeiingen en Natuur vriendelijke Oevers. Doelen en Financiën Hierbij verwijzen wij u naar Programma 5 “Omgevingskwaliteit” beleidsterrein “Verharde openbare ruimte”. Doel; schoon, heel en veilig, beheren walmuren. De structurele kosten voor het onderhouden van de walmuren en beschoeiingen worden ten laste van de exploitatie gebracht. Om het groot onderhoud uit te kunnen voeren (in deze het vervangen van beschoeiingen) wordt jaarlijks een bedrag van € 633.000 gedoteerd uit de exploitatie naar de voorziening om dit te kunnen bekostigen. Zie ook het hoofdstuk reserves en voorzieningen. Prestaties 2014 In voorbereiding: ■ Vervangen houten damwand Waardeiland (delen) ■ Raamovereenkomst voor het vervangen van horizontale beschoeiingen In 2014 wordt ca. 5 km. beschoeiing onderhouden waarvan de aanbesteding middels een OMOP – Openbaar bestek Met Open Posten - in 2013 heeft plaatsgevonden. Op basis van inspectie worden de te onderhouden locaties vastgesteld. In 2014 wordt ca. 2 km. walmuur onderhouden waarvan de aanbesteding middels een OMOP walmuren metselwerk heeft plaatsgevonden. Op basis van inspectie worden de te onderhouden locaties vastgesteld. Straatmeubilair (inclusief verkeersregelinstallaties) Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het beleidskader openbare Ruimte, kapitaalgoed Straatmeubilair. Doelen en Financiën Hierbij verwijzen wij u naar Programma 5 “Omgevingskwaliteit” beleidsterrein “Verharde openbare ruimte". Doel: schoon, heel en veilig, van beheren straatmeubilair. Het beheer van de verkeersregelinstallaties (VRI’s) geven geen grote fluctuaties in de meerjarige kosten aan. Prestaties 2014 Naar aanleiding van een inspectie worden diverse werkzaamheden uitgevoerd. Onder andere met betrekking tot: straatnaamborden, verkeersborden, flespalen, markeringen, fietsvoorzieningen. Ook zal verder uitvoering worden gegeven aan het verwijderen van overtallige borden (motie 12.0056). Voor markeringen en paaltjes worden werkzaamheden verricht naar aanleiding van een inventarisatie naar kwaliteit en noodzaak. Het beheren, onderhouden en vervangen van de verkeersregelinstallaties wordt overeenkomstig het budget uitgevoerd.. Spelen Beleidskader Het beleidskader spelen wordt verwoord in het Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Spelen. Dit beleidskader is vertaald in een beheerplan Spelen. Met het beheerplan wordt zorg gedragen dat Speelplekken in Leiden conform de vastgestelde ambities onderhouden worden. Begin 2014 zal de beleidsscan worden afgerond om zodoende te inventariseren of het beleid voor spelen nog volledig en actueel is. Doelen en Financiën
Beleidsbegroting | 181
Hierbij verwijzen wij u naar Programma 5 “Omgevingskwaliteit” beleidsterrein ‘Openbaar groen”. Zie ook het hoofdstuk reserves en voorzieningen voor de voorziening groot onderhoud. Prestaties 2014 In 2014 wordt gewerkt aan het volledig en actueel krijgen van het beleidskader. In 2014 wordt achterstallig onderhoud weggewerkt door: ■ Losse (zand, schors) speelondergronden om te vormen naar vaste speelondergronden (rubbertegels, spuitrubber, kunstgras) ■ Het aanleggen van kunstgrasveldjes op trapveldjes die middels standaard onderhoudsmaatregelen niet in stand te houden zijn. ■ 4 speelplekken te renoveren. Wegen Beleidskader Het beleidskader wordt verwoord in het vastgestelde Beleidskader Openbare Ruimte, kapitaalgoed Wegen. Doelen en Financiën Hierbij verwijzen wij u naar Programma 5 “Omgevingskwaliteit”beleidsterrein “Verharde openbare ruimte”. Doel: schoon, heel en veilig, van het beheren van wegen. Prestaties 2014 Het groot onderhoud aan de verhardingen wordt uitbesteed op basis van de huidige raamcontracten asfaltverhardingen en elementenverhardingen. Daarbij is voor het onderhoud aan de elementenverhardingen per stadsdeel een raamcontract afgesloten. Er is een voorziening ingesteld voor het uitvoeren van groot onderhoud. De uitvoering van groot onderhoud zal overeenkomstig het planningsschema plaatsvinden. Voor het groot onderhoud in 2014 staan diverse werkzaamheden op de planning, waaronder Groot onderhoud aan de asfaltverhardingen op onder andere de Zwartemeerlaan, Veluwemeerlaan, Burggravenlaan, Levendaal, Plantagelaan, Schipholweg, Jan van Goyenkade en aan de elementenverhardingen op onder andere de Hoven, de Prinsessenbuurt, van der Duynstraat, Falckstraat en Anna van Saksenstraat en Morssingelterrein. Riolering Beleidskader Het beleidskader is het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP) 2009-2013. De gemeente heeft de volgende drie zorgplichten; ■ het inzamelen en transporteren van afvalwater binnen haar grondgebied naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) ; ■ het regulieren en monitoren van de grondwaterstand; ■ het inzamelen en transporten van hemelwater. Zoveel mogelijk via afkoppelen naar het oppervlaktewater en het overige niet afgekoppelde naar de AWZI. In het VGRP verwoordt de gemeente hoe zij invulling geeft aan deze zorgplichten. Met de uitvoering van de afkoppel projecten van Willem de Zwijgerlaan Noordzijde en Zuidzijde en de verwachte afkoppeling in de Oude Kooi wordt voldaan aan de zogenaamde ‘basisinspanning’ van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Dit betekent dat Leiden alleen bij nieuwe ontwikkelingen nog af moet koppelen en dit in geval van wateroverlastlocatie als maatregel kan inzetten. Doel en Financiën De financiering van de zorg voor de riolering, het grondwater en het hemelwater wordt voor ongeveer 60% van de exploitatiekosten doorbelast via de rioolheffing en de overige 40% wordt gedekt uit de Algemene Middelen van de gemeente Leiden. Via de rioolheffing brengt de gemeente kosten in rekening voor het beheer en onderhoud van het rioleringsstelsel bij diegene die direct of indirect zijn aangesloten op de riolering. De kosten die in de rioolheffing zijn ondergebracht betreffen onder andere investeringskosten en exploitatiekosten. Planning 2014
182 | Beleidsbegroting
In 2014 zal op basis van een inspectie een vervangingsplan riolering gemaakt worden waarbij schadebeelden, verloren berging en restlevensduur een rol spelen. Verder worden in 2014 o.a. de volgende werkzaamheden uitgevoerd: ■ DO wateroverlast locatie “Oude kooi” ■ Afkoppelen Willem de Zwijgerlaan Westzijde ■ Afkoppelen Willen de Zwijgerlaan Zuidzijde ■ Burgravenlaan transportriool en nevenriool ■ De Sitterlaan ■ Maresingel en Herensingel transportriool ■ Hooigracht transportriool en nevenriool ■ Lammenschansweg Fruitbuurtzijde ■ Persleiding Rosmolen Vastgoed Beleidskader (RB. 09.0108) In januari 2010 is het beleidskader vastgoed vastgesteld. Het beleidskader vastgoed doet uitspraken over de exploitatie en beheer van vastgoed en bijbehorende ondersteuning. Met het rapport Beleidskader Vastgoed geeft de gemeente duidelijke richting aan de omvang van de gemeentelijke vastgoedportefeuille; hoe deze moet worden beheerd en geëxploiteerd en binnen welke kaders het gemeentelijk vastgoedbeleid moet worden uitgevoerd. Bij de vaststelling van het beleidskader vastgoed is een uitwerkingsopgave meegegeven. De uitwerkingsopgave had betrekking op de financiële transparantie van de portefeuille maatschappelijk vastgoed en op de vraag welke maatschappelijke functies beleidsmatig gewenst zijn en in welke mate financiële ondersteuning voor deze maatschappelijke functies aan de orde is. Beheerplannen vastgoed ( B&W 13.0350) In 2013 heeft de gemeente Leiden 165 beheerplannen (meerjaren onderhoudsplannen) voor het maatschappelijk en ambtelijk vastgoed vastgesteld. Hierin zijn de kosten van groot onderhoud op instandhoudingsniveau opgenomen. Uit de doorrekening van de kosten blijkt dat voor de komende tien jaar de kosten – bij een gelijkblijvende portefeuille – kunnen worden gedekt uit de beschikbare financiële middelen in de Voorziening groot onderhoud gebouwen voor ambtelijke huisvesting en de Voorziening overige panden en accommodaties voor het maatschappelijk vastgoed, en de jaarlijks geraamde stortingen in genoemde voorzieningen. De restauratiebehoefte van de monumentale objecten/panden was nog onvoldoende transparant, vandaar dat er aanvullend eind 2013 voor de monumentale objecten (in beheer bij VAG) nieuwe beheerplannen zijn opgesteld en er voor het jaar 2014 een onderhoudsvoorziening voor deze monumentale objecten wordt ingericht. Gewenst onderhoudsniveau Kapitaalgoederen Voor het veiligstellen van goed onderhoud zijn de beheerplannen, als onderdeel van het beleidskader vastgoed, de vertaling van beleid en wet- en regelgeving naar operationeel niveau (het inspectierapport en meerjaren onderhoudsplan). Het gewenste onderhoudsniveau (ambitie niveau) is een belangrijk onderwerp. Het werken met onderhoudsniveaus wordt door de commissie BBV als hèt instrument beschouwd om raadskaderstelling plaats te laten vinden. Het basiskwaliteitsniveau is een sober en doelmatig niveau zonder franje (duurzaam en veilig) en wel op zodanige wijze dat de gebouwen tegen minimale kosten veilig hun functie vervullen. Het basiskwaliteitsniveau is dus te beschouwen als een minimaal niveau en is gesteld op Conditieniveau 3 (sober en doelmatig) zoals beschreven in de vigerende normering NEN 2767 en is als ondergrens acceptabel. Het basiskwaliteitsniveau voor monumentaal vastgoed is in de vigerende normering wat betreft noodzaak tot restauratie niet goed op te nemen en weer te geven. Het vastgoed is in grote lijn te onderscheiden naar het volgende type gebouwen: ■ Ambtelijke huisvesting – eigen huisvesting ■ Maatschappelijk vastgoed - beleidsondersteunend vastgoed ■ Strategisch en tijdelijk vastgoed - ter ondersteuning van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Financiën Op basis van de Perspectiefnota 2013-2016 zijn de volgende aanvullende middelen opgenomen in de begroting 2014: extra structurele storting van € 325.000. Op basis van de beschikbare reguliere budgetten en de stand van de voorzieningen voor ambtelijk en maatschappelijk vastgoed is de conclusie dat bij gelijke omvang van de portefeuille de financiële middelen
Beleidsbegroting | 183
tot 2023 toereikend zijn om de doorgerekende kosten van groot onderhoud te dekken. Vanaf 2023 ontstaat bij gelijkblijvende omvang van de portefeuille een structureel negatief resultaat in de voorzieningen. In het Beleidskader vastgoed is het uitgangspunt opgenomen dat ‘overbodig’ vastgoed zal worden af gestoten. Jaarlijks zal in relatie tot ontwikkelingen in de omvang van de vastgoed portefeuille gerapporteerd worden of en zo ja in welke mate financiële bijstelling noodzakelijk is. Bij het opstellen van de planningen dienen de aanbevelingen uit de Second Opinion van een extern bedrijf te worden betrokken (zie ROTIK, afronding beheerplannen kapitaalgoederen, dd. 9 juli 2012). Prestaties 2014 De onderhoudsvoorzieningen zijn voor de komende tien jaar financieel op orde gebracht. De in de meerjarenonderhoudsplannen gestelde uitgangspunten voor het omgaan met de kapitaalgoederen gebouwen is verwerkt tot een planning en vastgestelde budgetbehoefte. Volgens het werkproces Planmatig onderhoud van de afdeling VAG wordt een jaaronderhoudsplan (JOP) opgesteld. De uitvoering verloopt volgens de beschreven kaders en werkprocessen dagelijks (klein) onderhoud, planmatig (groot) onderhoud en de inkoopen aanbestedingsvoorwaarden van de gemeente Leiden. De vorm en frequentie van rapportages en evaluaties van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden met de beschikbare budgetten zal worden afgestemd met de accountant. Onderhoudsactiviteiten algemeen: Voor alle liftinstallaties was al in 2012 een mantelovereenkomst afgesloten. Het beheer en onderhoud van de liften is hiermee vereenvoudigd, de mantelovereenkomst wordt in 2014 voortgezet.Voor de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties van de ambtelijke huisvesting en grotere maatschappelijke panden is na aanbesteding per 1 januari 2013 een mantelovereenkomst afgesloten. Het vergt ook in 2014 nog extra capaciteit van de afdeling VAG voor het op de juiste wijze laten verlopen van alle communicatie, werkplannen, het oplossen van storingsverzoeken en inregelen van de klimaatinstallaties. In 2014 wordt deze mantelovereenkomst voortgezet en verwacht wordt dat alle uit de overeenkomst voortvloeiende werkzaamheden zijn geïmplementeerd.Het schilderwerk zal in 2014 op basis van de uitgevoerde inspecties en overeenkomstig de meerjarenonderhoudsplannen, die voorzien zijn van een technische omschrijving en volgens inkoop en aanbestedingsvoorwaarden zijn aanbesteed, worden uitgevoerd.De kleinere werktuigbouwkundige- en elektrotechnische installaties zullen begin 2014 voorzien zijn van een mantelovereenkomst. Een aantal onderhoudswerkzaamheden in en aan het Stadhuis zijn geclusterd tot een groot onderhoudsproject; ■ Glas in lood: uitnemen, reparatie en herstel; ■ Schilderwerk: Alle geschilderde delen voorzien van nieuw verfsysteemReinigingswerk stalen kozijnen; ■ Voeg en metselwerk; herstel / reparatie / nieuw voegwerk en aanhelen metselwerk ■ Natuursteen; herstel / reparatie voegwerk en aanhelen aan natuursteenelementen ■ Goten; gedeeltelijk vernieuwen van goten, lood & zinkwerken ■ Leien daken; controle leien daken, diverse deelreparaties uitvoeren. Overige panden: In 2014 kan na overdracht van de ambtelijke panden van de DZB en diverse panden/ objecten van Stedelijk Beheer gestart worden met het opnemen van de onderhoudsactiviteiten en worden geïmplementeerd in de werkprocessen van VAG. De panden Admiraal Banckertweg 15 en Kenauweg 3 blijven in beheer bij Stedelijk beheer. Overeenkomstig de opgestelde beheerplannen voor deze gebouwen zullen de gemiddelde kosten van groot onderhoud voor de komende tien jaar, tot en met 2023, via een in te stellen voorziening, Voorziening groot onderhoud panden Stedelijk Beheer, worden gefinancierd. Sportbedrijf accommodaties en velden Beleidskader Het beleidskader “Verleiden tot bewegen” is in de Sportnota in 2012 vastgesteld. Daarin zijn de volgende ambities vastgesteld: Het is de verwachting dat in 2016 meer Leidenaren zijn gaan sporten en bewegen en voldoet 75% van de Leidenaren aan de beweegnorm uit het Olympisch Plan. Dit is van belang omdat sport het bewegen, gezond zijn, ontmoeten, plezier hebben en participeren stimuleert. Leiden maakt het voor iedereen mogelijk te bewegen en te sporten, in georganiseerd en ongeorganiseerd verband.
184 | Beleidsbegroting
Er zijn diverse sportvelden, sporthallen en zwembaden met gebouwen die bij het sportbedrijf in het beheer zijn. Het beleidskader omschrijft het ter beschikking stellen van panden/verhuurbare ruimten met een redelijke staat van onderhoud aan doelgroepen om het gemeentelijk beleid hiermede vorm te geven. Doel en Financiën Doel is het beheren, onderhouden en exploiteren van de gemeentelijke sportaccommodaties. In de voorziening wordt in 2014 een bedrag gedoteerd van € 1.517.000 Prestaties 2014 Bij het vaststellen van de sportnota ‘Verleiden tot bewegen” in 2012 is eveneens de voorziening Groot Onderhoud Sportvoorzieningen ingesteld. De voorziening heeft tot doel de jaarlijkse fluctuaties in groot onderhoud aan sportaccommodatie en velden op te vangen. De begroten kosten voor groot onderhoud, zoals in de sportnota opgenomen, zijn gebaseerd op een schouw (onderhoudsrapport Kraan) en opgenomen in de sportnota “Verleiden tot bewegen”. Jaarlijks wordt een bedrag van € 1,5 miljoen gedoteerd aan de voorziening “Groot Onderhoud Sportaccommodaties”. Deze jaarlijkse dotatie aan de voorziening is voldoende voor het gemiddelde bedrag aan groot onderhoud aan de accommodaties en velden. Voor 2014 is afgerond € 900.000 aan groot onderhoud begroot. Het resterende bedrag van de jaarlijkse dotatie wordt gereserveerd voor de jaren erna waarin extra onderhoud gepland staat. Daarnaast is er in de begroting voor klein onderhoud een bedrag opgenomen van afgerond € 570.000.
Beleidsbegroting | 185
4.4.7 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Aanleiding en achtergrond De gemeente Leiden wil risico's die zij loopt zo veel mogelijk beheersen. Door een goed systeem van risicomanagement worden bestuurders en managers in staat gesteld om de risico’s te identificeren, prioriteren, analyseren die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, en vervolgens passende beheersmaatregelen te nemen. Door inzicht in de risico's kan de organisatie op verantwoorde wijze besluiten nemen, zodat huidige risico’s en de toekomstige risico’s in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in deze risico's te verkrijgen is een risico-inventarisatie uitgevoerd. Op basis van de geïnventariseerde risico’s wordt het weerstandsvermogen berekend. Kader Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Financiële verordening Leiden RV13.0017 Beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement RV11.0007 Beleidskader reserves en voorzieningen RV12.0011 Risicoprofiel Om de risico's van de gemeente Leiden in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem dat bij meer gemeenten wordt gebruikt. Hiermee worden risico's systematisch in kaart gebracht en beoordeeld door alle afdelingen binnen de gemeente. Op grond van het beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement worden in het onderstaande overzicht alleen de 10 grootste risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Beheersmaatregelen Voor de programmabegroting 2014 zijn de risico’s medio 2013 geactualiseerd. Hierbij is extra aandacht geweest voor de beheersmaatregelen die genomen worden. In de onderstaande tabel met de top 10 risico’s worden de specifieke beheersmaatregelen conform het beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement per risico toegelicht. Tabel1: Belangrijkste financiële risico's nr.
Risico
Gevolgen
Beheersmaatregel
Kans
Maximaal financieel gevolg
R285
PRIL niet sluitend. De vereveningsreserve grondexploitatie is op termijn ontoereikend om alle projecten te dekken. Het 5-jarig perspectief van de Vereveningsreserve Grondexploitaties bevat een aantal ambities die door de raad zijn vastgesteld, plannen die derhalve in uitvoering zijn, als ook een aantal ambities waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden voordat het tot daadwerkelijke onttrekking (of donatie) aan de reserve kan komen. Bij PRIL 2012 is geconstateerd en gemeld dat er een reëel risico is dat de Vereveningsreserve Grondexploitaties onvoldoende is om een voor 5 jaar sluitend perspectief aan de raad voor te leggen. Dit houdt concreet in dat de dekking voor de ambities die nu in beeld zijn en waarvoor nu nog (voldoende) dekking aanwezig is, niet gegarandeerd kan worden. Omdat er de afgelopen jaren al diverse malen is geherprioriteerd, wordt het steeds moeilijjker om door prioritering het perspectief sluitend te krijgen.
Onvoldoende middelen om de ambities vastgesteld in PRIL 5-jarig perspectief te realiseren.
Prioritering binnen PRIL het perspectief zodanig dat de Vereveningsreserve Grondexploitatie op termijn voldoet. Als dat niet lukt dan zullen andere middelen gevonden moeten worden om de verevenings-reserve sluitend te krijgen.
50%
max. € 5.000.000
186 | Beleidsbegroting
nr.
Risico
Gevolgen
Beheersmaatregel
Kans
Maximaal financieel gevolg
R312
Gemeentegaranties: De gemeente Leiden staat voor de volle 100% garant voor leningen tot een totaalbedrag van € 79 miljoen. Hiervan betreft € 56 miljoen leningen aan woningbouwcorporaties en € 11 miljoen aan zorginstellingen. Het restant van 12 miljoen betreft leningen in de culturele en sportsector. Het risico is dat de instelling in dermate financiële problemen komt dat deze zijn betalingsverplichting niet kan nakomen.
De gemeente staat garant om bij het niet kunnen nakomen van de verplichtingen door de instelling, de rente en aflossing te voldoen aan de betreffende bank. Wel heeft de gemeente voor een deel het recht van 1e hypotheek op het onderpand. De waarden van de onderpanden tellen op tot ongeveer € 56 miljoen.
Het jaarlijks beoordelen van de financiële gegevens van de organisaties (minimaal de jaarrekening). De financiële instellingen jaarlijks wijzen op de plicht om betalings-achterstanden op geborgde leningen te melden.
12%
max. € 30.600.000
R346
De in de begroting opgenomen lasten en baten van de exploitatie en het beheer van ons maatschappelijk vastgoed komen niet overeen met de werkelijke lasten en baten.
Budgetoverschrijding en noodzaak tot bezuinigingen elders.
In 2013 wordt per pand hoe de vastgoedexploitatie er uit ziet en wat de mogelijkheden zijn op het gebied van huurverhoging en kostenreductie, afstoten van vastgoed of huisvestingsoptimalisaties. In 2014 zal duidelijk worden wat de potentie is van deze portefeuille.
50%
€ 1.800.000
R115
Bouwleges blijven achter bij de verwachting. Vanwege de economische recessie kunnen de bouwactiviteiten binnen de gemeente Leiden achter blijven bij de prognose.
Minder leges dan verwacht.
De gemeente heeft geen directe invloed op het aantal bouwaanvragen, de daarmee samenhangende inkomsten zijn derhalve niet beïnvloedbaar door de gemeente bij continuering van het huidige beleid. Indien nodig wordt de lopende begroting aangepast.
75%
€ 1.200.000
R85
De algemene uitkering gemeentefonds valt lager uit dan geraamd.
(Structurele) begrotingstekorten en noodzaak tot bezuinigingen
De gemeente heeft geen tot zeer beperkt invloed op de hoogte van de algemene uitkering.
20%
€ 2.500.000
R43
Verstrekte leningen. De gemeente Leiden heeft een aantal organisaties een lening verstrekt. Het risico is dat de organisatie in dermate financiële problemen komt dat deze zijn betalingsverplichting niet kan nakomen.
Verlies van vermogen doordat de organsiatie de lening niet terug kan betalen.
De financiële gegevens van de betrokken organisaties worden jaarlijks beoordeeld .
10%
€ 4.450.000
R325
Tuin van Noord: Het risico is dat naar aanleiding van de vele bezwaren wordt besloten de fietsverbinding door de volkstuinen naar Slaaghwijk niet aan te leggen.
De subsidies van o..a Portaal, Holland Rijnland en de Provincie Zuid-Holland worden niet uitgekeerd. De al uitgevoerde voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van het fietspad zorgen voor een tekort op het budget.
Extra financiële middelen nodig voor het behalen van de doelstellingen.
50%
€ 800.000
R29
Te lage Gebundelde uitkering voorheen WWB inkomensdeel. Het risico bestaat dat de hoogte van het rijksbudget onvoldoende is om de bijstandsuitkeringen te kunnen betalen.
Budgetoverschrijding en noodzaak tot bezuinigingen elders.
Er voor zorgen dat er streng geselecteerd wordt aan de poort, dat zo snel als mogelijk is gewerkt wordt aan re-integratie zodat mensen zo kort mogelijk bijstandsafhankelijk zijn, dat er gedurende de uitkeringsduur effectief gehandhaafd wordt.
10%
€ 1.500.000
R7
Derving inkomsten bedrijfsafval door toenemende concurrentie.
Budgetoverschrijding en noodzaak tot bezuinigingen elders.
Kostenbesparende maatregelen doorvoeren en organisatorische maatregelen nemen ter behoud en versteviging van de marktpositie.
30%
€ 600.000
Beleidsbegroting | 187
nr.
Risico
Gevolgen
Beheersmaatregel
Kans
Maximaal financieel gevolg
R278
Langdurige ziekte bij meerdere medewerkers
Deadlines worden niet gehaald met dwangsommen tot gevolg en/of extra kosten voor vervanging.
Optimalisering HRM-beleid, flexibele inzet mogelijk maken en kiezen voor prioriteiten.
15%
€ 1.000.000
Risico's
Bedrag
Totaal grote risico's
€ 49.450.000
Overige risico's
€ 27.323.250
Totaal alle risico's
€ 76.773.250
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 76.773.250 (zie tabel 1) voor alle risico's ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Bij de simulatie is gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Het resultaat is dat met een benodigde weerstandscapaciteit van € 12.771.558 het voor 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheermaatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de meest relevante percentages en de daarmee corresponderende benodigde weerstandscapaciteit. Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage
Bedrag
75%
€ 8.766.869
80%
€ 9.294.389
85%
€ 10.202.707
90%
€ 12.771.558
95%
€ 23.629.410
Beschikbare weerstandscapaciteit In theorie bestaat de beschikbare weerstandscapaciteit uit een incidenteel en een structureel deel. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat in principe uit de concernreserve, de bestemmingsreserves, de langlopende voorzieningen, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit. Het is een politieke afweging om te bepalen welke delen van de incidentele en structurele componenten tot de weerstandscapaciteit gerekend worden. In het beleidskader weerstandsvermogen en risicomanagement is hierover opgenomen dat wanneer de benodigde weerstandscapaciteit groter is dan de beschikbare weerstandscapaciteit, het college in de paragraaf weerstandsvermogen een voorstel doet over de wijze hoe het hiermee om wil gaan. Wanneer de benodigde weerstandscapaciteit groter is dan 2% van de begrotingslasten, kan het college in zijn voorstel overwegen ook bestemmingsreserves en stille reserves mee te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. In de raadsvergadering over de Programmabegroting 2013-2016 is een amendement aanvaard waarin op basis van de uitkomsten van de berekening van het weerstandsvermogen bij deze begroting, een bedrag van € 3.441.744 uit de reserve compensatie dividend NUON geoormerkt is als extra weerstandscapaciteit naast de reeds beschikbare weerstandscapaciteit van € 10.000.000 in de concernreserve. Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit (bij Programmabegroting 2014-2017) Weerstand Algemene reserve Geoormerkt deel reserve compensatie dividend NUON
188 | Beleidsbegroting
Startcapaciteit € 10.000.000 € 3.441.744
Weerstand
Startcapaciteit
Totale weerstandscapaciteit
€ 13.441.744
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde eerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
€ 13.441.744 =
= 1,05 € 12.771.558
Leiden streeft een weerstandsvermogen na dat tenminste voldoende is. Dit vereist een ratio weerstandsvermogen dat gelijk is of hoger is dan 1. Uit bovenstaande tabel blijkt dat we daaraan voldoen. Tabel 4: Weerstandsnorm Waarderingscijfer
Ratio
Betekenis
A
>2.0
uitstekend
B
1.4-2.0
ruim voldoende
C
1.0-1.4
voldoende
D
0.8-1.0
matig
E
0.6-0.8
onvoldoende
F
<0.6
ruim onvoldoende
Stresstest en weerstandsvermogen De gemeente Leiden heeft in 2012 door adviesbureau SEO een stresstest laten uitvoeren waarin is berekend wat van de hieronder genomende vijf vijfjarige (extreme maar plausibele) ‘exogene schokken’ de impact is op de balans en exploitatie van de gemeente: ■ Financiële crisis (sterk oplopende lange rente); ■ Sociaaleconomische crisis (sterke economische terugval en oplopende werkloosheid); ■ Vastgoedcrisis (dalende woningen- en niet-woningenprijzen en terugval volume); ■ Rijksbezuinigingen (met doorwerking in het Gemeentefonds); ■ Humanitaire ramp. De stresstest laat zien waar relatieve gevoeligheden van de gemeente zitten bij het uitbreken van deze crises. De relatieve kwetsbaarheden van de gemeente Leiden zitten vooral in de stijging van de lange rente. Dit theoretisch model neemt eventuele beleidsreacties van de gemeente en de interactie tussen scenario’s niet mee. De stresstest biedt daarom een beeld van mogelijke scenario’s voor de toekomst aanvullend op de risicoinventarisatie zoals die door de organisatie jaarlijks wordt uitgevoerd. De risico-analyse van de gemeente Leiden heeft betrekking op het lopende of eerstvolgende begrotingsjaar. Eventuele risico’s die buiten deze jaren plaatsvinden worden niet meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement. Er wordt van uitgegaan dat er voldoende tijd is om bij te sturen indien een crisis zich voordoet. Eerder was uit een door een Deloitte uitgevoerde stresstest al gebleken dat Leiden een relatief solide financiële positie heeft, vooral door de gunstige reservepositie. Wel werden als aandachtspunten de grondexploitaties en de taakstellingen op de bedrijfsvoering genoemd. Ook werd geconstateerd dat Leiden weinig ruimte heeft om de inkomsten als bijvoorbeeld lokale lasten en rente-inkomsten te verhogen. Met de uitkomsten van beide stresstesten indachtig, is bij de Perspectiefnota 2014-2017 bezien in hoeverre de weerstandscapaciteit van de gemeente anders vorm gegeven zou kunnen of moeten worden. Dit tevens naar aanleiding van het raadsbesluit bij de Nota van bevindingen bij de jaarrekening 2011 waarin de raad het college opriep “een voorstel te doen om het aantal reserves terug te brengen, inclusief een heroverweging op de hoogte van de harde ondergrens van de Concernreserve en de toegenomen risico’s daarbij te betrekken”. Tijdens bespreking in de commissie is aangegeven dat het college geen voorstel zal doen om de bestaande werkwijze te wijzigen.
Beleidsbegroting | 189
Relatie met PRIL Naast de gemeentebrede risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende risicoprofiel en de benodigde weerstandscapaciteit, wordt in het PRIL verantwoording afgelegd over de grondexploitatieprojecten. Het risicomanagement van deze projecten en het zorg dragen voor een toereikend weerstandsvermogen voor deze projecten maken deel uit van het PRIL. In PRIL Het perspectief 2013-2017 is voor deze periode en uitgaande van het door de raad vastgestelde ambitieniveau een sluitend perspectief geboden voor de projecten die reeds in uitvoering zijn genomen en tot en met 2017 naar verwachting in uitvoering genomen zullen worden. Desalniettemin blijven er altijd risico's en kansen aan grondexploitaties verbonden, waardoor er, ondanks de kansen, een risico is dat tegenvallers niet meer binnen het PRIL opgevangen kunnen worden. Dit risico wordt betrokken in de gemeentebrede inventarisatie en is vanaf de jaarrekening 2011 in deze paragraaf als risico opgenomen. De actuele weerstandscapaciteit van het PRIL wordt hieronder kort toegelicht. Actuele weerstandscapaciteit PRIL 2013 De stand van de Vereveningsreserve Grondexploitaties per 1 januari 2014 is € 4,5 mln. Het feit dat het sluitend perspectief afhankelijk is van in de toekomst te realiseren opbrengsten alsook het beheersen van de uitgaven, is een risico voor het in beginsel gesloten systeem van het PRIL. Daarom is ook dit jaar een risico opgenomen in de concernbrede risico-inventarisatie. Om in te kunnen spelen op risico’s die zich voordoen in en om grondexploitaties zijn de volgende reserves aanwezig: ■ de Reserve risico's projecten met uitvoeringsbesluit (stand per 1-1-2014 bedraagt € 8,8 mln.); ■ de Reserve risico’s projecten na kaderbesluit (stand per 1-1-2014 bedraagt € 4,0 mln.); ■ de Reserve renterisico erfpachtbedrijf (stand per 1-1-2014 bedraagt € 0,5 mln.).
190 | Beleidsbegroting
Hoofdstuk 5
5 Financiële begroting 5.1 Overzicht van baten en lasten 5.1.1 Overzicht van baten en lasten in meerjarig perspectief Programma bedragen x € 1.000,-
L/B
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
BESTUUR EN DIENSTVERLENING
Lasten
28.161
30.906
Baten
-3.041
2015
2016
2017
28.885
44.751
27.584
27.747
-2.744
-2.798
-2.798
-2.798
-2.798
25.119
28.162
26.087
41.953
24.786
24.949
Lasten
11.323
12.530
12.345
12.249
12.053
11.958
Baten
-636
-514
-435
-435
-435
-435
10.687
12.016
11.910
11.814
11.618
11.523
Lasten
4.626
8.873
6.669
6.069
5.940
5.845
Baten
-483
-813
-819
-819
-819
-819
4.143
8.060
5.850
5.249
5.121
5.025
Lasten
23.160
25.611
11.781
12.332
13.349
22.319
Baten
-9.264
-9.467
-10.131
-9.986
-10.302
-10.302
13.896
16.144
1.649
2.345
3.046
12.017
Lasten
82.949
77.171
67.260
68.676
64.954
65.925
Baten
-25.780
-22.245
-22.772
-22.878
-23.270
-23.271
57.170
54.926
44.488
45.798
41.684
42.654
Lasten
87.388
120.551
53.123
40.867
34.794
26.881
Baten
-49.718
-74.325
-39.705
-47.394
-28.471
-19.581
37.670
46.226
13.419
-6.527
6.324
7.301
Lasten
28.970
29.960
28.608
28.373
27.558
27.612
Baten
-3.543
-4.496
-4.565
-4.329
-5.499
-3.326
25.427
25.464
24.043
24.044
22.059
24.286
Lasten
38.996
35.931
34.435
34.528
34.375
34.306
Baten
-4.345
-4.605
-4.433
-4.231
-4.305
-4.302
34.652
31.325
30.002
30.297
30.071
30.003
Lasten
43.167
43.845
42.163
41.372
40.518
40.353
Baten
-3.088
-2.528
-2.264
-2.251
-2.251
-2.251
40.079
41.316
39.899
39.121
38.267
38.102
Lasten
124.469
123.207
124.084
121.195
119.268
117.665
Baten
-97.810
-97.104
-99.559
-96.620
-94.395
-92.382
26.658
26.103
24.525
24.574
24.873
25.282
6.966
7.152
713
-2.178
-5.891
-9.061
Saldo VEILIGHEID
Saldo ECONOMIE EN TOERISME
Saldo BEREIKBAARHEID
Saldo OMGEVINGSKWALITEIT
Saldo STEDELIJKE ONTWIKKELING
Saldo JEUGD EN ONDERWIJS
Saldo SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
Saldo WELZIJN EN ZORG
Saldo WERK EN INKOMEN
Saldo ALGEMENE MIDDELEN
Meerjarenraming
Lasten
Financiële begroting | 191
Programma bedragen x € 1.000,-
L/B
Baten Saldo
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
-239.888
-234.396
-232.922
Meerjarenraming 2015
2016
2017
-224.149
-216.665
-210.209
-207.033
-227.244
-223.436
-218.843
-216.100
-216.094
Totaal
Lasten
480.175
515.736
410.066
408.233
374.503
371.549
Totaal
Baten
-437.597
-453.237
-411.629
-408.408
-382.755
-366.501
42.578
62.499
-1.564
-174
-8.252
5.048
Toevoeging
2.223
40.876
0
0
100
100
Onttrekking
-4.160
-5.172
-3.865
-19.649
-3.077
-3.077
-1.937
35.704
-3.865
-19.649
-2.977
-2.977
Toevoeging
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
-167
0
0
0
0
0
-167
0
0
0
0
0
Toevoeging
19.002
24.018
4.555
7.092
5.648
5.097
Onttrekking
-5.588
-10.426
-1.988
-2.010
-2.078
-2.078
13.415
13.592
2.567
5.081
3.570
3.018
Toevoeging
651
3.708
74
324
74
74
Onttrekking
-5.024
-3.371
-102
-347
-347
-347
-4.374
337
-28
-23
-273
-273
Toevoeging
70.054
27.492
10.286
23.311
12.853
9.689
Onttrekking
-95.704
-68.024
-11.961
-14.440
-9.460
-15.154
-25.651
-40.532
-1.675
8.871
3.394
-5.465
Toevoeging
3.881
5.108
265
181
344
348
Onttrekking
-2.015
-3.881
-1.649
-1.377
-1.199
-1.364
1.865
1.227
-1.384
-1.196
-855
-1.016
Toevoeging
13.772
5.632
190
186
182
178
Onttrekking
-9.398
-2.381
-599
-698
-682
-683
4.374
3.250
-409
-512
-500
-506
Toevoeging
0
1.322
0
0
0
0
Onttrekking
-1.190
-743
-208
-24
-24
0
TOTAAL SALDO VAN BATEN EN LASTEN RESERVES BESTUUR EN DIENSTVERLENING
Saldo RESERVES VEILIGHEID
Saldo RESERVES BEREIKBAARHEID
Saldo RESERVES OMGEVINGSKWALITEIT
Saldo RESERVES STEDELIJKE ONTWIKKELING
Saldo RESERVES JEUGD EN ONDERWIJS
Saldo RESERVES SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
Saldo RESERVES WELZIJN EN ZORG
Saldo RESERVES WERK EN INKOMEN
-1.190
579
-208
-24
-24
0
Toevoeging
1.795
45
315
561
442
484
Onttrekking
-1.081
-476
-369
-9
-9
-9
714
-431
-54
552
433
475
Toevoeging
28.690
30.311
9.441
8.551
6.134
1.693
Onttrekking
-57.280
-108.529
-2.822
-1.477
-650
0
-28.591
-78.218
6.620
7.074
5.484
1.693
Saldo RESERVES ALGEMENE MIDDELEN
Saldo Totaal
Toevoeging
140.067
138.510
25.126
40.205
25.778
17.663
Totaal
Onttrekking
-181.608
-203.003
-23.562
-40.031
-17.526
-22.713
-41.541
-64.492
1.564
174
8.252
-5.050
TOTAAL MUTATIE IN RESERVES
192 | Financiële begroting
Programma bedragen x € 1.000,-
L/B
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begrotingstotaal
Lasten/Toev.
620.242
654.246
Begrotingstotaal
Baten/Onttr.
-619.205 1.037
GERAAMD RESULTAAT
Meerjarenraming 2015
2016
2017
435.192
448.439
400.281
389.212
-656.240
-435.192
-448.439
-400.281
-389.214
-1.994
-0
0
-0
-2
5.1.2 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds Uitgangspunt Jaarlijks ontvangt elke gemeente volgens een bepaalde verdeelstelsel een algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De uitkering is bestemd voor de bekostiging van autonome taken van de gemeente, taken die veelal dicht bij de burger liggen. Het verdeelstelsel is opgenomen in de Financiële verhoudingswet en is gebaseerd op twee uitgangspunten. Het moet rekening houden met onderlinge verschillen in de kosten waar de gemeenten voor staan en met de draagkracht van de gemeenten (de belastingcapaciteit). Karakteristiek voor de algemene uitkering is dat elke gemeente vrij is in het besteden van haar aandeel. De omvang van de algemene uitkering is voor de gemeenten een gegeven, maar de gemeente kan zelf bepalen aan welke voorzieningen zij haar geld bij voorkeur besteedt (eigen prioriteitenstelling). De groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven (de netto gecorrigeerde rijksuitgaven). Eenvoudig gezegd: als het Rijk meer uitgeeft, profiteert het gemeentefonds daarvan en andersom. Ontwikkeling algemene uitkering Op 31 mei 2013 is de meicirculaire 2013 verschenen. Deze circulaire vermeldt de ontwikkelingen van de algemene uitkering van 2013 t/m 2018. De ontwikkeling van de algemene uitkering verloopt uiteindelijk iets minder negatief dan waarmee in de Perpspectiefnota rekening hebben gehouden. Dit is het resultaat van het kritisch doornemen van de basisgevens voor de verdeelmaatstaven. Zie toelchting bij 12.4. De algemene uitkering bedraagt voor de komende jaren (+= Nadeel, - = Voordeel ): Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Raming begroting/mjb 2013 - 2016
150.477
146.580
147.495
147.495
Raming op basis van meicirculaire 2013
150.431
142.631
139.795
138.896
46
3.949
7.700
8.599
N
N
N
N
Verrekenen, oormerkingen, taakmutaties en indexering
PN 4.3 Decentralisatie-uitkering OBSP
0
2.000
0
0
PN 9.3 Invoering sociale wijkteams
0
500
500
500
2.205
2.205
2.205
2.205
Taakmutaties:
0
0
0
0
12.8 Intrekken taakmutatie vermindering aantal raadsleden
0
602
610
611
12.9 Korting wijziging verstrekking scootmobielen
0
-111
-188
-376
216
0
0
0
0
-179
-181
-181
216
312
241
54
-4
-4
-24
-24
2.417
5.013
2.922
2.735
Bruto verschil
12.7 Nominale compensatie, indexering
12.10 Transitiekosten decentralisatie WMO 12.11 Afschaffen maatschappelijke stages Totaal taakmutaties 12.13 Totaal wijzigingen decentralisatie-uitkeringen Totaal, oormerkingen, taakmutaties en indexering
Financiële begroting | 193
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
2.371
8.962
10.622
11.334
N
N
N
N
1.378
3.684
3.735
3.730
-1.298
-1.359
1.310
2.759
0
2.166
2.172
2.164
PN 12.4 Hoeveelheidsverschillen
-1.715
-72
431
-950
PN 12.5 Suppletie uitkering OZB
3.427
3.433
1.430
1.430
0
455
918
1.377
489
795
796
702
90
-140
-170
122
2.371
8.962
10.622
11.334
N
N
N
N
Netto ontwikkeling algemene uitkering
Waarvan: PN 12.1 Korting BTW-compensatiefonds. PN 12.2. Accres, Samen trap op en af. PN 12.3. Korting onderwijshuisvesting
12.14 3 Lagere apparaatskosten (opschaling gemeenten) 12.15 Ontwikkeling uitkeringsbasis 12.16. Overige kortingen Totaal Bedragen * € 1.000
Toelichting taakmutaties: PN 4.3 Decentralisatie uitkering Ontsluiting Biosicience Park Voor de ontsluiting van het OBSP ontvangt de gemeente 10 miljoen van het Rijk. Het eerste deel van 8 miljoen is reeds ontvangen in 2011 In 2015 wordt het resterende gedeelte ontvangen. PN 9.3 Invoering sociale wijkteams In de perspectiefnota 2014 - 2017 wordt vooruitgelopen op de aanstaande taakwijzigingen voor de drie grote decentralisaties. Voor het oprichten van de sociale wijkteams wordt rekening gehouden met een vergoeding via het gemeentefonds. Deze taakmutatie maakt geen onderdeel uit van de meicirculaire 2013. 12.7 Indexering algemene uitkering Het fictieve percentage voor loon- en prijscompensatie bedraagt op basis van de CPB-berekeningen 1,6%. Dit komt overeen met een bedrag van € 2,2 miljoen. 12.8 Vermindering aantal politieke ambtsdragers Het verminderen van het aantal politieke ambtsdragers leidt tot een besparing op de loonkosten en de kosten van directe ondersteuning. Vanaf 2015 zou als gevolg hiervan structureel € 110 miljoen worden uitgenomen. In het regeerakkoord 2012 is bepaald dat de vermindering van de aantallen wordt verlaagd tot het niveau van voor de dualisering, waardoor de uitname 'slechts' € 18 miljoen wordt. Het corresponderende bedrag hiermee is € 0,72 per inwoner. Inmiddels heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot vermindering van het aantal politieke ambtsdragers verworpen. In de septembercirculaire zal de het restant van de korting teruggedraaid worden. 12.9 Wijziging verstrekkingen scootmobielen Verplicht hergebruik scootmobiel/rolstoel etc in de Wmo. Hulpmiddelen zoals rolstoelen en scootmobiel worden verstrekt door gemeenten binnen de Wmo. Hiervoor geldt voortaan een plicht tot hergebruik. Er wordt taakstellend uitgegaan van een structurele opbrengst van € 50 miljoen. In de Perspectiefnota 2014 – 2017 is op programma 9 al een besparing van 6,5 ton per jaar ingeboekt door wijzigingen in de individuele WMO verstrekkingen. Bij de Perspectiefnota 2015 – 2018 zal beoordeeld moeten worden in hoeverre deze taakmutatie daadwerkelijk ingevuld kan worden. 12.10 Transitiekosten decentralisatie WMO Het kabinet stelt in aanvulling op de middelen die in het kader van de decentralisatiebegeleiding reeds beschikbaar zijn gesteld voor gemeenten (€ 47,6 miljoen in 2012; € 32 miljoen in 2013), in 2014 een bedrag van € 37 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering. Deze middelen zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de (transitie)kosten die samenhangen met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo per 2015. Het bedrag wordt in de begroting 2014 gereserveerd voor dit doel.
194 | Financiële begroting
12.11 Afschaffen maatschappelijke stages In het Regeerakkoord is opgenomen dat de wettelijk verplichte maatschappelijke stage voor het voortgezet onderwijs per 2015 wordt afgeschaft. Hiertoe wordt – zoals aangekondigd in hoofdstuk 1 in de decembercirculaire 2012 - per 2015 de algemene uitkering van het gemeentefonds met € 20 miljoen structureel gekort. 12.13 Wijziging decentralisatie uitkeringen Een aantal decentralisatie-uitkeringen ondergaan een kleine stijging of daling. Deze worden gecorrigeerd op het overeenkomende beleidsveld. Toelichting overige autonome mutaties: PN 12.1 Korting BTW-compensatiefonds In het bestuurlijk overleg van 18 januari 2013 is afgesproken dat het BTW-compensatiefonds niet wordt afgeschaft, zoals dat nog was opgenomen in het regeerakkoord van kabinet Rutte II. Echter, de opgenomen bezuinigingen in dat regeerakkoord blijven wel in stand. Het gemeentelijk aandeel bedraagt in 2014: € 174 miljoen ofwel 15 punten uitkeringsfactor, en daarenboven 2015: € 310 miljoen ofwel 26 punten uitkeringsfactor 1 uitkeringspunt is voor Leiden afgerond € 95.000 PN 12.2. Accres, Samen trap op en af In het regeerakkoord 2012 van het kabinet Rutte II zijn vele maatregelen opgenomen voor de jaren 2013 t/m 2017. Na aftrek van € 4 miljard investeringen (met name aan het begin van de regeercyclus) is er een nettobedrag van € 16 miljard mee gemoeid. Niet alle maatregelen hebben via de Netto Gecorrigeerde RijksUitgaven (NGRU) hun weerslag op het gemeentefonds. De meicirculaire 2013 leidt tot een lagere kortingen per jaar op de algemene uitkering dan bij de Perspectiefnota was ingeschat. PN 12.3. Korting onderwijshuisvesting Er vindt een uitname uit het gemeentefonds plaats van de middelen die in de verdeling toegerekend worden aan onderwijshuisvesting, maar daar niet aan uitgegeven worden, zoals geconstateerd in de motie Van Haersma Buma (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011- 2012, 33 000, nr. 12). In het overleg met de VNG is van de zijde van het Rijk nadrukkelijk aangegeven dat de uitname niet verbonden is aan een gemeentelijke taakwijziging – zoals in verband met het buitenonderhoud primair onderwijs. Het betreft een algemene korting die door het Rijk wordt aangewend voor versterking van het primair onderwijs. op welke wijze en tegen welke voorwaarden het Rijk dat geld gaat inzetten is nog niet bekend. PN 12.4 Hoeveelheidsverschillen De aantallen van alle verdeelmaatstaven hebben wij nog eens kritisch tegen het licht gehouden. Hiervoor hebben we nieuwe prognoses voor de belangrijkste maatstaven als inwoners, woningen, Woz-waarde, leerlingen VO, bijstandscliënten opgevraagd in de organisatie. De ontwikkeling van het aantal inwoners, woningen en leerlingen is negatiever dan waarmee we bij de Perspectiefnota 2014 rekening hebben gehouden. Daar tegenover staat dat we de korting voor de Woz-waarde te hoog hadden berekend. Per saldo houden deze ontwikkelingen elkaar in evenwicht. De ontwikkeling van het aantal bijstandscliënten/uitkeringsontvangers en daaraan gerelateerde maatstaven geven een stijging te zien. Landelijk is deze trend ook waarneembaar. Dit heeft al geleid tot een verlaging van het uitkeringspercentage/uitkeringsbasis. De lokale verwachte stijging van het aantal bijstandscliënten en uitkeringsontvangers hadden we niet meegenomen in de raming bij de perspectiefnota. Het aantal bijstandscliënten stijgt van 2920 in 2012 naar 3321 in 2017. De stijging gaat gepaard met hogere uitvoeringskosten. Voorzichtigheidshalve houden we op voorhand ook rekening met hogere uitvoeringskosten. We reserveren hiervoor € 500.000 structureel. PN 12.5 Daling suppletie uitkering OZ Per saldo is er sprake van reële groei van 2013 naar 2014. Die groei is nu hoger door het doorschuiven van rijksuitgaven van 2012 en 2013 naar 2014. Een opmerkelijke ontwikkeling die leidt tot een hogere korting op de suppletie-uitkering. Wij hadden rekening gehouden met een afloop van € 1,4 miljoen, die korting wordt nu € 3,4 miljoen vanaf 2014 ten opzichte van de begroting 2013 – 2016. 12.14 Lagere apparaatskosten (opschaling gemeenten, zie brief raad 12-6-2013) De minister voert een extra korting door op de algemene uitkering voor de besparing door opschaling van gemeenten. Deze korting was eerder alleen voor de kleinere gemeenten bedoeld, maar is nu door de Minister op alle gemeenten van toepassing verklaard.
Financiële begroting | 195
12.15 Ontwikkeling uitkeringsbasis De ontwikkeling van de landelijke uitkeringsbasis door toename van de basisaantallen per maatstaf (zoals inwoners, woningen, bijstandscliënten, leerlingen) leidt tot een verlaging van het uitkeringspercentage. Reservering voor opvangen rijksbezuinigingen In de berekening van de algemene uitkering is rekening gehouden met een korting in de septembercirculaire 2013 van afgerond 1,75 miljoen structureel vanaf 2014. Ten tijde van het opstellen van de begroting is nog geen nadere informatie beschikbaar over de doorwerking van de rijksbezuinigingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
196 | Financiële begroting
5.2 Uiteenzetting van de financiële positie 5.2.1 Financiële positie Bij de Perspectiefnota 2014-2017 zijn de belangrijkste inhoudelijke keuzes gemaakt en deze vormt dan ook het kader voor de Programmabegroting 2014. Daarbij is u een sluitend meerjarenbeeld aangeboden. Rekening houdend met enkele ontwikkelingen wordt u nu bij de Programmabegroting 2014 opnieuw een sluitend meerjarenbeeld voorgesteld. Meerjarenbegroting 2014-2017 Algemene uitkering, kapitaallasten, areaal, indexering e.d.
2014
2015
2016
2017
-113.438
-543.779
-237.450
-616.162
Overige posten:
Aanbestedingvoordeel Stedelijk Beheer afvalverwerking Beheer en onderhoud Singelpark Vrijheidslezing Leiden
-288.000
-288.000
150.000
300.000
60.000
60.000
Programmering Lakenhal Sociaal programma Trekvaartplein Reserveren voor hogere uitvoeringslasten WWB
200.000 50.000
50.000
50.000
308.000
308.000
308.000
308.000
40.000
40.000
40.000
100.000
100.000
100.000
50.000
50.000
50.000
-4.221
-172.550
-153.838
Pad Tuin van Noord Pilot vervangen Round up als onkruidbestijdingsmiddel
100.000
Reservering t.b.v. fietsenstalling Breestraat Voordeel post onvoorzien
-404.562
Sluitende meerjarenbegroting 2014-2017
0
0
0
0
Wij lichten de ontwikkelingen in het meerjarenbeeld hieronder kort toe. Algemene uitkering, kapitaallasten, areaalmutaties, indexering etc. Algemene uitkering In de Perspectiefnota 2014-2017 werd uitgegaan van een sterke afname van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. Die afname was gebaseerd op de informatie die we hadden in het voorjaar van 2013. Daarna hebben we nieuwe informatie gekregen in de meicirculaire 2013. Daarover hebben we de raad per brief geïnformeerd. Deze zomer hebben wij de maatstaven die relevant zijn voor de berekening van de algemene uitkering geactualiseerd. Hiervoor hebben we nieuwe prognoses voor de belangrijkste maatstaven als inwoners, woningen, WOZ-waarde, leerlingen VO, bijstandscliënten doorgerekend. Deze doorrekening leidt in combinatie met de meicirculaire tot de bovenstaande positieve bijstelling ten opzichte van de Perspectiefnota. Ten opzichte van de perspectiefnota is het beeld als volgt gewijzigd. In paragraaf 5.1.2. is een uitgebreide toelichting opgenomen op de ontwikkelingen in de algemene uitkering. Bij de Perspectiefnota 2014-2017 is rekening gehouden met het effect van ca. 4 miljard Rijksbezuinigingen. Dat effect werd toen geschat op € 1.215.000 vanaf 2014. Gezien de voornemens voor zover die bekend waren ten tijde van het opstellen van deze begroting (bezuinigingen van ca. 6 miljard), acht het college het noodzakelijk deze post, nodig voor het opvangen van verlaging van de algemene uitkering, te verhogen naar circa € 1,8 miljoen structureel vanaf 2017. Het kan zijn dat uit de septembercirculaire blijkt dat dit niet genoeg, vooral voor de latere jaren. In dat geval zal hier bij de collegevorming in het voorjaar van 2014 aandacht voor moeten zijn. Vooruitlopend op nadere informatie over extra Rijksbezuinigingen ramen we in 2014 tot en met 2017 onderstaande reeks als stelpost binnen de algemene uitkering. Deze cijfers zijn onderdeel van bovenstaande reeks.
Financiële begroting | 197
Opvangen extra rijksbezuinigingen
2014
2015
2016
2017
1.764.240
1.622.939
2.222.176
1.792.665
- = voordeel
Kapitaallasten Het meerjareninvesteringsplan 2014 – 2017 is in paragraaf 5.2.3 opgenomen. Het geactualiseerde meerjarenbeeld van de investeringen laat een klein verschil zien ten opzichte van de Perspectiefnota 2014-2017. Dat heeft vooral te maken met een andere inschatting van het tijdstip van afronden van de investeringen. Indexering, areaalmutaties en overige technische correcties Bij het opstellen van de begroting worden technische correcties doorgevoerd en worden salarissen, materiële uitgaven en opbrengsten geïndexeerd en gecorrigeerd voor areaalmutaties. Aanbestedingsvoordeel Stedelijk Beheer afvalverwerking Op basis van de voorlopige gunning van vuilverwerking en transport van Restafval, Grof Huishoudelijk Afval en GFT is een analyse op hoofdlijnen uitgevoerd van het mogelijke financiële resultaat in 2016. Op basis van de begrote hoeveelheden 2013 voor verwerking van Restafval, GHA en GFT is het prijseffect van de voorlopige gunning vanaf de begroting 2016 € 288.000 voordelig. Dit voordeel is vanaf 2016 structureel in de begroting verwerkt. Beheer en onderhoud Singelpark De raad heeft met de motie “Zekerheid voor Singelpark” (M130064/13 bij RV 13.0064 Perspectiefnota 2014-2017 zie bijlage 2) het college verzocht: ■ zo snel mogelijk dekking te vinden voor de beheer- en onderhoudskosten van het Singelpark; ■ in overleg met de stichting vrienden van het Singelpark de mogelijkheden van externe financiering en besparing op de beheer- en onderhoudskosten te onderzoeken; ■ voor het vaststellen van de begroting 2014 een kaderbesluit aan de Raad voor te leggen waarin dit geëffectueerd wordt. Het Singelpark bestaat uit in totaal 18 deelgebieden. De prioritering van deelprojecten wordt binnenkort bij het kaderbesluit aan de raad voorgelegd. We gaan er vanuit dat we na kaderbesluit circa 3 tot 4 jaar bezig zijn om de geprioriteerde deelprojecten te realiseren. Ingeschat wordt dat in 2016 € 150.000 en vanaf 2017 € 300.000 extra benodigd is voor beheer en onderhoud van het Singelpark. Vrijheidslezing Leiden 2014 Elk jaar wordt de vrijheidslezing gehouden in de Pieterskerk. De kosten van deze lezing worden om en om gedragen door de gemeente Leiden, LUMC en de Universiteit Leiden. In 2014 en 2017 is de beurt aan Leiden. In het verleden is deze post uit incidentele middelen bekostigd. Het college vindt deze activiteit passen in de uitwerking van de strategische visie en acht het wenselijk hiervoor een reëel bedrag op te nemen in de begroting. In 2014 en 2017 is hiervoor € 60.000 geraamd. Programmering Lakenhal In deze begroting wordt voorgesteld vanaf 2017 (na oplevering restauratie) de noodzakelijke € 200.000 per jaar voor tentoonstellingen en programmering beschikbaar te stellen. Dit is een voorwaarde om deze winter een uitvoeringsbesluit met een haalbaar bedrijfsplan te kunnen voorleggen aan de raad. Sociaal programma Trekvaartplein Het sociaal programma Trekvaart loopt eind 2013 af. Het doel van het programma is om maatschappelijke achterstanden bij het Trekvaartplein te verkleinen door drie jaar extra sociale en maatschappelijke ondersteuning te bieden en dit zoveel mogelijk onder te brengen bij reguliere maatschappelijke instellingen. Het programma maakt deel uit van het een integrale aanpak van de herinrichting van het Trekvaartplein, hetgeen ertoe moet bijdragen dat het Trekvaartplein een volwaardige Leidse woonbuurt wordt. Hoewel bewoners steeds meer gebruik maken van reguliere voorzieningen in de stad, heeft de overgang van gespecialiseerd woonwagenwerk naar de reguliere maatschappelijke ondersteuning nog onvoldoende plaatsgevonden en zal daarom nog worden voortgezet. Eind 2013 vindt een evaluatie plaats en zal worden bepaald welke inzet er in deze periode nog nodig is. Voor de periode 2014 tot en met 2016 is een bedrag van € 50.000 per jaar begroot voor het programma. Reserveren voor hogere uitvoeringslasten WWB De ontwikkeling van het aantal bijstandscliënten/uitkeringsontvangers en daaraan gerelateerde maatstaven geven een stijging te zien. De prognose van het aantal bijstandscliënten stijgt van 2920 in 2012 naar 3321 in 2017. De toename van het aantal bijstandsgerechtigden leidt tot een stijging van de algemene uitkering en tot hogere uitvoeringskosten. De stijging van de algemene uitkering (zie paragraaf 5.1.2) en van de hogere
198 | Financiële begroting
uitvoeringskosten waren nog niet verwerkt in de Perspectiefnota 2014-2017. We houden rekening met € 330.000 structureel hogere uitvoeringskosten waarvan 10% wordt bekostigd door de gemeente Leiderdorp. Pad Tuin van Noord Voor de Tuin van Noord is de politieke wens uitgesproken om het fietspad om te zetten in een geasfalteerd voetpad. Dit heeft als gevolg dat de eerder toegezegde subsidies van Portaal en Holland Rijnland naar alle waarschijnlijkheid niet worden uitgekeerd. Met inzet van € 40.000 structureel is het mogelijk om de kapitaallasten van het project alsnog te dekken. Hiermee kan de kwaliteitsimpuls van de Tuin van Noord worden afgerond en kan de verbinding tussen Binnenstad-Tuin van Noord en Merenwijk worden gerealiseerd. Pilot vervangen round up In 2018 zal het professionele gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (waaronder glysofaat/Roundup) voor onkruidbestrijding op verhardingen landelijk verboden zijn. Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar de verschillende alternatieven en financiële consequenties om zodoende een nieuwe manier van onkruidbestrijding te ontwikkelen. Er wordt een bedrag van € 100.000 gereserveerd voor het uitvoeren van een pilot waarbij nieuwe methodes van onkruidbestrijding getest kunnen worden. Dit bedrag wordt structureel in de begroting verwerkt om een deel van de meerkosten vanaf 2018 op te kunnen vangen. Conform motie 130064/28 ‘snel einde round up’ is dit noodzakelijk om tijdig ervaring op te doen met alternatieven voor chemische onkruidbestrijding. Fietsenstalling Breestraat Ter hoogte van Breestraat 130, doorlopend tot aan de Botermarkt wordt een aantal panden ontwikkeld tot een complex met detailhandel met woningen erboven. Onder deze ontwikkeling zal een fietsparkeergarage worden gerealiseerd met maximaal 450 fietsparkeerplaatsen. Ten behoeve van de bouw en de exploitatie van deze fietsparkeergarage wordt structureel € 50.000 per jaar in de begroting opgenomen. In de komende maanden wordt dit plan verder uitgewerkt. Post onvoorzien Deze hoogte van de post onvoorzien is in Leiden niet genormeerd en heeft altijd gefungeerd als een soort sluitpost. Op dit moment is er dermate veel ruimte op deze post geraamd dat de vraag ontstaat of dit wel nodig is. Ons voorstel is om de post onvoorzien te gaan normeren. We stellen voor om voor onvoorziene uitgaven vanaf de begroting 2014 rekening te houden met een bedrag van € 2 per inwoner. Korting onderwijshuisvesting In 2015 vindt een overheveling van middelen onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds plaats. Het gaat voor Leiden over een uitname van 2,2 miljoen euro die naar de schoolbesturen zal gaan. De uitvoering van het vastgestelde Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs 2012-2027 (IHP) komt in gevaar door het korten van 2,2 miljoen euro. Het huidige IHP is gebaseerd op optimaal gebruik maken van de beperkte ruimte tussen lopende kapitaalslasten en de maximale kapitaalslasten die te dekken zijn binnen de begroting. Een korting van 2,2 miljoen op deze investeringsruimte betekent dat een substantieel deel van het IHP niet kan worden uitgevoerd. In de Perspectiefnota is daarom opgenomen dit bedrag niet te korten op het budget van Onderwijshuisvesting maar te compenseren. Dit zien we als een maximale risicoreservering. Het Ministerie van OCW, de VNG en de PO-raad zijn op dit moment nog in gesprek of er ook voorwaarden aan deze overheveling van middelen moeten worden verbonden. Momenteel lijkt het erop dat er - met behoud van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting - geen enkele verdere voorwaarden aan deze overheveling naar de scholen zal worden gesteld behalve een verbod op investeren in nieuwbouw en uitbreiding (informatie VNG d.d. 2 september 2013). Het leidt geen twijfel dat de overheveling van middelen wordt doorgevoerd. Als schoolbesturen vrij mogen beslissen waaraan zij het geld besteden, kunnen zij daarvoor doelen kiezen, die momenteel wellicht (deels) worden bekostigd uit gemeentelijke middelen. Dat zou betekenen dat schoolbesturen meer middelen hebben, zonder dat de gemeente daarmee rekening heeft kunnen houden bij de inzet van lokale middelen voor onderwijs. Hetzelfde geldt wanneer onverhoopt en afwijkend van de opvatting van de staatssecretaris zou blijken dat schoolbesturen deze middelen alsnog mogen inzetten voor nieuwbouw en uitbreiding. De gemeente zal met de schoolbesturen in gesprek gaan om voorafgaand aan de feitelijke overheveling afspraken te maken om zo te voorkomen dat schoolbesturen voor dezelfde taken een dubbele vergoeding zouden krijgen (vanuit rijks- en gemeentemiddelen). Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de mogelijkheid dat de scholen het overgehevelde budget gaan inzetten voor taken op het gebied van scholenbouw of dat de scholen de het overgehevelde budget inzetten voor onderwijsbeleid. In het eerste geval zal door de gemeente minder geinvesteerd worden in scholenbouw en wordt aan de schoolbesturen gevraagd het geld beschikbaar te stellen om het IHP uit te voeren. In het
Financiële begroting | 199
tweede geval zal de gemeente, afhankelijk van waar de scholen deze middelen voor inzetten, korten op niet geoormerkte, gemeentelijke die nu naar de scholen gaan. onderwijssubsidies (zie voor een overzicht inzet gemeentelijke middelen in het onderwijs het onderdeel Programmakosten bij programma 7). De gemeente verwacht dat bij het vaststellen van de Rijksbegroting 2015 een definitief besluit genomen zal worden over deze overheveling. Zodra er meer duidelijkheid is zal het college u hierover informeren. Voor het college staat voorop dat de beoogde investeringen in onderwijshuisvesting onverkort doorgang kunnen vinden.
5.2.2 Overzicht geraamde incidentele lasten en baten In verband met de aanscherping van het financieel toezicht is de Gemeentewet gewijzigd met de introductie van structureel en reëel evenwicht in de begroting cq meerjarenraming. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is ter nadere uitwerking van die wetswijziging aangepast, zodat uw raad en de financieel toezichthouder in staat zijn om vast te stellen of sprake is van een structureel en reëel evenwicht in de begroting cq meerjarenraming. Van structureel evenwicht is sprake als de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De bepaling van het structureel evenwicht verloopt als volgt: Totaal van de lasten en lasten van de programma's en algemene dekkingsmiddelen af: de incidentele lasten en baten per programma en algemene dekkingsmiddelen Blijft over het totaal van de structurele lasten en baten programma's en algemene dekkingsmiddelen bij: de structurele verrekeningen met de reserves Geeft het totaal structureel begrotingssaldo en meerjarenraming
De uitgewerkte tabel voor de bepaling van het structureel evenwicht is hierna opgenomen. Die tabel bevat het voorgeschreven: ■ overzicht van de incidentele baten en lasten per programma; ■ overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves; De mutaties 2014 zijn in meerjarig perspectief beoordeeld op het incidentele karakter. Voor het gehele meerjarenbeeld is er structureel evenwicht aangezien de structurele lasten worden gedekt door (hogere) structurele baten. Ter invulling van het begrip reëel evenwicht is verder voorgeschreven dat wordt ingegaan op de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en de motivering daarvan. Op basis van de volgende argumenten en bevindingen kunnen we stellen dat de begroting tevens reëel in evenwicht is. ■ De taakstellende bezuinigingen op de bedrijfsvoering van onze eigen organisatie, die opgenomen zijn in de begroting, zullen naar verwachting gerealiseerd worden. In het verleden zijn dergelijke taakstellende besparingen ook gerealiseerd. De bezuinigingen zijn omgeslagen over de afdelingsbudgetten. Op het realiseren van de taakstellingen wordt strak gemonitord en de beelden ook halverwege 2013 bevestigen dat wij deze taakstellingen gaan halen. Het risico van niet behalen is afgedekt in ons weerstandsvermogen (zie 4.4.4. Bedrijfsvoering en 4.4.7. weerstandsvermogen en risicobeheersing). ■ De stelposten die opgenomen zijn onder 4.2.11 Algemene Dekkingsmiddelen hebben grotendeels betrekking op de hierboven genoemde taakstellingen op de bedrijfsvoering en zullen gerealiseerd worden. ■ De taakstelling op subsidies door het toepassen van de nullijn zal gerealiseerd worden (zie ook 6.1 Subsidies). ■ De taakstellende bezuinigingen op verbonden partijen, die opgenomen zijn in de begroting, zullen naar verwachting gerealiseerd worden. De gemeente is in gesprek met de regio over het financieel kader voor 2015-2018, en zal er op toezien dat de gemeenschappelijke regelingen partijen op bestuurlijk niveau de bezuinigingen op de eigen organisatie doorvoeren (zie ook Perspectiefnota 2014-2017, blz. 65). Inmiddels is door een hiertoe aangewezen stuurgroep van wethouders Financiën uit de regio Holland Rijnland en Midden Holland een financieel kader aangenomen als leidend principe bij het opstellen van de begrotingen 2015 tot en met 2018. ■ De berekening van de inkomsten OZB en Algemene Uitkering zijn geraamd met het voorzichtigheidsbeginsel in het achterhoofd en op basis van de meicirculaire 2013 (zie ook 5.1.2 Algemene uitkering, 4.1.2. Kerngegevens en de Perspectiefnota 2014-2017). ■ De uitgaven aan kapitaalgoederen onderhoud zijn gebaseerd op beleidskaders en beheersplannen per kapitaalgoed (zie paragraaf 4.4.6 Onderhoud kapitaalgoederen).
200 | Financiële begroting
Programma
Lasten/ baten
I/S
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
TOTAAL EXPLOITATIE PROGRAMMAS
Lasten
Totaal
410.066
408.233
374.503
371.551
TOTAAL EXPLOITATIE PROGRAMMAS
Baten
Totaal
-411.629
-408.408
-382.755
-366.501
-1.564
-174
-8.252
5.050
520
16.703
91
201
520
16.703
91
201
0
0
0
-100
0
0
0
-100
30
30
30
4.111
30
30
30
4.111
SALDO LASTEN EN BATEN PER PROGRAMMA
BESTUUR EN DIENSTVERLENING
Lasten
I
Saldo ECONOMIE EN TOERISME
Lasten
I
Saldo
BEREIKBAARHEID
Lasten
I
Saldo OMGEVINGSKWALITEIT
Lasten
I
808
2.525
0
0
Baten
I
100
0
0
0
908
2.525
0
0
Saldo STEDELIJKE ONTWIKKELING
Lasten
I
27.912
15.660
10.018
2.212
Baten
I
-20.216
-27.865
-8.883
20
7.696
-12.205
1.136
2.232
Saldo JEUGD EN ONDERWIJS
Lasten
I
1.170
654
0
0
Baten
I
-54
0
-2.239
-66
1.116
654
-2.239
-66
200
200
200
0
200
200
200
0
882
167
117
0
882
167
117
0
330
0
0
0
330
0
0
0
Saldo SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
Lasten
I
Saldo WELZIJN EN ZORG
Lasten
I
Saldo WERK EN INKOMEN
Lasten
I
Saldo ALGEMENE MIDDELEN
Lasten
I
-1.392
-1.445
-1.414
-2.783
Baten
I
-342
-864
0
0
-1.734
-2.309
-1.414
-2.783
Saldo Totaal lasten
Lasten
S
379.606
373.740
365.460
367.910
Totaal baten
Baten
S
-391.119
-379.679
-371.633
-366.455
S
-11.513
-5.939
-6.173
1.455
Toevoeging
S
0
0
100
100
Onttrekking
S
-3.077
-3.077
-3.077
-3.077
-3.077
-3.077
-2.977
-2.977
SALDO STRUCTUREEL LASTEN EN BATEN BESTUUR EN DIENSTVERLENING
Saldo BEREIKBAARHEID
Toevoeging
S
2.581
2.677
3.233
3.497
Onttrekking
S
-1.988
-2.010
-2.078
-2.078
593
667
1.155
1.418
Saldo OMGEVINGSKWALITEIT
Toevoeging
S
74
324
74
74
Onttrekking
S
-57
-347
-347
-347
17
-23
-273
-273
Saldo STEDELIJKE ONTWIKKELING
Toevoeging
S
1.505
1.174
1.172
1.170
Onttrekking
S
-2.328
-2.152
-1.972
-1.975
Financiële begroting | 201
Programma
Lasten/ baten
I/S
Saldo JEUGD EN ONDERWIJS
Begroting 2017
-823
-978
-800
-804
213
181
344
348
Onttrekking
S
-922
-972
-1.199
-1.364
-709
-791
-855
-1.016
Toevoeging
S
190
186
182
178
Onttrekking
S
-549
-681
-682
-683
-359
-495
-500
-506
Toevoeging
S
315
561
442
484
Onttrekking
S
-9
-9
-9
-9
306
552
433
475
1.779
1.502
1.493
1.493
1.779
1.502
1.493
1.493
Saldo ALGEMENE MIDDELEN
Begroting 2016
S
Saldo WERK EN INKOMEN
Begroting 2015
Toevoeging
Saldo SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
Begroting 2014
Toevoeging
S
Saldo Totaal toevoegingen
S
6.657
6.605
7.041
7.345
Totaal onttrekkingen
S
-8.930
-9.249
-9.365
-9.534
STRUCTUREEL BEGROTING - MEERJARENBEELD
Lasten
S
386.263
380.345
372.501
375.254
STRUCTUREEL BEGROTING - MEERJARENBEELD
Baten
S
-400.048
-388.928
-380.998
-375.989
STRUCTUREEL SALDO VAN DE BEGROTING
Saldo
S
-13.786
-8.583
-8.497
-734
JA
JA
JA
JA
STRUCTUREEL EVENWICHT Bedragen * € 1.000
Specificatie De BBV schrijven verder voor dat per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen. De beoordeling van de incidentele posten is met ingang van 2014 intracomptabel in het financieel systeem geregistreerd. Dat stelt ons in staat een volledige specificatie van de begrotingsposten op te leveren. Voor de leesbaarheid hebben wij gekozen voor een specificatie van incidentele lasten en baten op het niveau van activiteit per programma. Programma
I/S
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
BESTUUR EN DIENSTVERLENING 6100012 diverse subsidies
I
60
0
0
60
6100013 viering 5 mei
I
0
61
0
0
6100039 holland rijnland
I
0
16.372
0
0
6100035 verkiezingen
I
270
145
16
141
6101018 digitalisering bouw- en clientenarchief
I
190
125
75
0
520
16.703
91
201
0
0
0
-100
0
0
0
-100
ECONOMIE EN TOERISME 6100086 Kennisintensieve bedrijvigheid
I
BEREIKBAARHEID 6101004 Bijdrage aan Ringweg Oost
I
0
0
0
6.611
6101044 Investeringen Ringweg Oost
I
0
0
0
-2.500
6100149 Kosten Parkeerterrein Haagweg
I
30
30
30
0
30
30
30
4.111
325
325
0
0
OMGEVINGSKWALITEIT 6100264 milieubeheer algemeen
202 | Financiële begroting
I
Programma
I/S
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
6101073 Bloembakken stationsgebied
I
16
0
0
0
6100241 Investeringen rioleringen
I
0
2.200
0
0
6100192 reclame op reclamemasten
I
100
0
0
0
6100210 Prog Binnenstad kwal. openbare ruimte
I
10
0
0
0
6101019 schoon, heel en veilig
I
412
0
0
0
6101232 herinrichting Breestraat P5
I
45
0
0
0
908
2.525
0
0
STEDELIJKE ONTWIKKELING 6100339 maatschappelijk vastgoed
I
102
75
50
0
6100325 Lorentzschool - DP Du Rieustraat
I
34
-25
0
0
6100326 Lorentzschool - DP appartementen
I
1
625
0
0
6100328 grondexploitatie alg. dienst
I
7.189
-12.165
-190
2.410
6100332 mutatievoorraad
I
22.909
-6.170
23.780
9.760
6100342 stadsvernieuwing
I
31
31
31
31
6100914 Trekvaartplein
I
1.627
614
1.520
568
6100915 A4/W4
I
200
-1.237
0
0
6100917 GEO - Groenoord + Hallenweg
I
-1.039
337
573
527
6100918 GEO - Van Voorthuyzenlocatie
I
-1.943
-543
0
0
6100921 GEO - Groenoordhallenterrein
I
-774
214
0
0
6100935 Haagwegkwartier - ROC Ter Haarkade
I
-969
-2.065
1.003
0
6100937 De Nobel
I
118
0
0
0
6100940 Dieperhout - Agnes
I
-3.371
502
536
0
6100941 Dieperhout - ROC
I
276
1.346
-6.451
0
6100945 St Josephschool fase 2 appartementen
I
-438
0
0
0
6100946 STEO - Rijnsburgerblok
I
-15.309
6.028
-20.497
-11.064
6100955 Aalmarkt - Stadsgehoorzaalblok
I
-5.192
83
85
0
6100956 Aalmarkt - Waagblok
I
215
0
0
0
6100958 Aalmarkt - Bijdragen
I
-478
-1.580
0
0
6100959 Aalmarkt - Plankosten
I
850
891
695
0
6100960 Aalmarkt - Openbare ruimte
I
3.282
834
0
0
6100341 Entree van de stad terrassenpl. Beestenm
I
210
0
0
0
6101075 Bloembakken aan bruggen
I
47
0
0
0
6101076 Versnellingsactie inr. openb ruimte
I
117
0
0
0
7.696
-12.205
1.136
2.232
JEUGD EN ONDERWIJS 6100434 OAB VVE kwaliteit
I
196
196
0
0
6100435 OAB op school
I
109
109
0
0
6100439 brede school Noord
I
49
49
0
0
6100445 combinatiefunctie
I
550
300
0
0
6100450 Bruidsschat openbaar PO / SO
I
151
0
0
0
6100451 Bruidsschat gymnasium
I
40
0
0
0
6100460 timorstraat 15 Viersprong
I
-54
0
0
0
6100526 bizetpad 1
I
0
0
-2.239
-66
Financiële begroting | 203
Programma
I/S
6100397 Transitie jeugdzorg
I
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
75
0
0
0
1.116
654
-2.239
-66
SPORT, CULTUUR EN RECREATIE 6100979 LKH-programma
I
100
100
100
0
6100644 sportsubsidies
I
100
100
100
0
200
200
200
0
WELZIJN EN ZORG 6101199 WMO huishoudelijke verzorging
I
650
0
0
0
6101231 sociale wijkteams
I
145
100
50
0
6101193 preventieprojecten
I
67
67
67
0
6101163 Koplopersgelden
I
20
0
0
0
882
167
117
0
WERK EN INKOMEN 6100817 WIW-dienstbetrekkingen
I
130
0
0
0
6100826 id-banen
I
200
0
0
0
330
0
0
0
ALGEMENE MIDDELEN 6100861 algemene uitkering
I
1.350
-2.201
0
0
6100864 AU Uitvoeringskosten inburgering
I
-0
0
0
0
6100873 DU ISV
I
-1.861
0
0
0
6100875 DU Bodemsanering
I
-427
0
0
0
6100880 Suppletieuitkering OZB
I
1.400
1.400
0
0
6101063 DU soc acc van KHBT
I
-20
0
0
0
6101065 DU zichtbare schakel
I
-175
0
0
0
6100901 stelpost bedrijfsvoering
I
-124
-43
0
0
6100890 Stelpost kapitaallasten
I
-1.663
-1.465
-1.414
-1.283
6101037 Knelpuntenpot bezuinigingen PPN2013
I
-212
0
0
100
6100859 geldleningen
I
0
0
0
-1.600
-1.734
-2.309
-1.414
-2.783
9.949
5.764
-2.079
3.595
S
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
6100062 reserve Holland Rijnland
S
-3.077
-3.077
-3.077
-3.077
6100066 egalisatiereserve verkiezingen
S
0
0
100
100
-3.077
-3.077
-2.977
-2.977
TOTAAL EXPLOITATIE PROGRAMMA'S INCIDENTEEL Bedragen * € 1.000
Onderstaand een overzicht van structurele mutaties in de reserves PROGRAMMA / OMSCHRIJVING BESTUUR EN DIENSTVERLENING
BEREIKBAARHEID 6100156 reserve parkeren
S
595
667
1.229
1.492
6100159 res. Kap.lasten parkeergarage Kooiplein
S
0
0
-74
-74
204 | Financiële begroting
PROGRAMMA / OMSCHRIJVING
S
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
6101020 reserve afbouwregeling SSL
S
-2
0
0
0
593
667
1.155
1.418
OMGEVINGSKWALITEIT 6100297 reserve herhuisvesting MB
S
-57
-57
-57
-57
6100303 reserve asbestsanering
S
-176
-176
-176
-176
6100307 reserve ondergrondse afvalcontainers
S
0
-290
-290
-290
6100310 res. onderh kap.goed en herinr openb rui
S
250
500
250
250
17
-23
-273
-273
STEDELIJKE ONTWIKKELING 6100359 vereveningsreserve grondexploitatie
S
-508
-272
-117
-145
6100360 reserve bovenwijkse voorz. grondbedrijf
S
223
7
7
7
6100361 reserve afkoopsommen erfpacht
S
-537
-537
-537
-537
6100362 reserve afkoop adm.kst. Erfpacht
S
-3
-3
-3
-3
6100364 egalisatiereserve inkomsten bouwleges
S
-25
-25
-25
-25
6100367 reserve herstruct. Woongebieden Portaal
S
101
101
101
101
6100368 reserve strategische aankopen
S
-320
-327
-334
-341
6100369 reserve bodemsanering
S
1.271
1.203
1.224
1.245
6100370 reserve vastgoedexpl. Stadsgehoorzaal
S
-23
-23
-23
-23
6100371 reserve onrend.inv. op onderwijsgeb.
S
-84
-84
-84
-84
6100372 reserve herstruct.woongebieden SvZ&V
S
-336
-350
-364
-378
6100376 reserve risico's proj. met uitv.besluit
S
136
136
136
136
6100377 reserve risico's proj. na kaderbesluit
S
77
77
77
77
6100379 reserve Lammenschanspark
S
-772
-773
-774
-775
6101103 res. weerstandsverm.parkeren en sted.Inv
S
0
-85
-61
-36
6101116 res. kap.lasten brede school Merenwijk
S
-23
-23
-23
-23
-823
-978
-800
-804
JEUGD EN ONDERWIJS 6100555 Reserve vastgoedexploitatie BSLN
S
-352
-347
-341
-337
6100556 reserve kap. lasten Da Vinci
S
-289
-289
-289
-289
6100560 reserve onderwijshuisvesting (Nuon)
S
-33
-122
-192
-358
6101100 reserve kap. lasten gymzaal binnenstad
S
-35
-34
-33
-32
-709
-791
-855
-1.016
SPORT, CULTUUR EN RECREATIE 6100668 Reserve investering Molen de Valk
S
-17
-17
-17
-17
6100670 Reserve Haagweg 4
S
-115
-115
-115
-115
6100671 Reserve Archeologischpark Matilo
S
10
10
10
10
6100672 reserve herontwikkeling sportvelden
S
-115
-115
-115
-115
6100677 reserve exploitatie De Nobel
S
-14
-13
-13
-13
6100678 reserve kapitaallasten De Nobel
S
-1
-133
-133
-133
6101035 reserve Pieterskerk
S
-108
-113
-118
-123
-359
-495
-500
-506
36
36
36
36
WERK EN INKOMEN 6100856 bedrijfsreserve dzb-Leiden wsw
S
Financiële begroting | 205
PROGRAMMA / OMSCHRIJVING
S
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
6101090 reserve zachte landing rijksbez. Wsw/dzb
S
270
516
397
439
306
552
433
475
1.779
1.502
1.493
1.493
-2.273
-2.644
-2.324
-2.189
ALGEMENE MIDDELEN 6101102 Reserve bedrijsvoering plankosten Totaal Bedragen * € 1.000
206 | Financiële begroting
S
5.2.3 Investeringen Ontwikkeling kapitaallasten Het totaal van de kapitaallasten in het meerjarenbeeld 2014 - 2017 laat ten opzichte van het bestaande meerjarenbeeld (2013 - 2016) de volgende ontwikkeling te zien: Meerjarenbeeld kapitaallasten
2014
2015
2016
2017
2014 - 2017
47.107
49.163
50.748
56.997
2013 - 2016
49.611
51.546
56.409
56.398
verschil
-2.504
-2.383
-5.661
599
Bedragen * € 1.000 (- = voordeel)
De voordelen moeten gecorrigeerd worden voor bijvoorbeeld uitzetting van kapitaallasten die verrekend worden met reserves (bijvoorbeeld ten aanzien van het erfpachtbedrijf) of worden gedekt door inkomsten. Ook moeten er correcties worden doorgevoerd voor de besluitvorming naar aanleiding van de Perspectiefnota 2014. Tot slot moet er gecorrigeerd worden voor in de meerjarenbegroting opgevoerde stelposten onderuitputting kapitaallasten. Deze correcties geven het volgende beeld: Meerjarenbeeld kapitaallasten
2014
2015
2016
2017
totaal correcties
-229
404
3.556
-411
Bedragen * € 1.000 (- = voordeel)
Ten opzichte van het oude meerjarenbeeld 2013 – 2016 geeft dit de volgende budgettaire ontwikkeling te zien: Meerjarenbeeld kapitaallasten
2014
2015
2016
2017
-2.733
-1.979
-2.105
188
Per Programma
2014
2015
2016
2017
Bestuur & Dienstverlening
-110
-131
-132
-135
Veiligheid
1
1
-
-1
Economie & Toerisme
1
-5
-5
4
Bereikbaarheid
-327
-1.038
-4.555
224
Omgevingskwaliteit
-645
-463
-270
220
Stedelijke Ontwikkeling
-298
-184
14
27
Jeugd en Onderwijs
-391
-430
-146
431
Sport, Cultuur & recreatie
-336
-88
-70
-23
-
-
-
-
-6
-6
-6
-6
Algemene Dekkingsmiddelen I
-
-
-
-
Algemene Dekkingsmiddelen II
-622
355
3.055
-553
-2.733
-1.979
-2.105
188
totaal budgettair Bedragen * € 1.000 (- = voordeel)
Opgesplitst per programma geeft dit het volgende beeld:
Welzijn en Zorg Werk en Inkomen
Totaal Bedragen * € 1.000 (- = voordeel)
De besluitvorming naar aanleiding van de behandeling van de Perspectiefnota 2014 in de Raad is in dit meerjareninvesteringsplan verwerkt.
Financiële begroting | 207
Bij de Perspectiefnota 2014 is de volgende ontwikkeling in de kapitaallasten gepresenteerd: Meerjarenbeeld kapitaallasten ontwikkeling kapitaallasten Perspectiefnota 2014
2014
2015
2016
2017
-2.484
-1.597
-1.877
53
Bedragen * € 1.000 (- = voordeel)
Ten opzichte van het bij de Perspectiefnota 2014 gepresenteerde budgettaire ontwikkelingen zijn de volgende aanvullende voor-/nadelen te constateren. Meerjarenbeeld kapitaallasten
2014
2015
2016
2017
aanvullende budgettaire resultaten
-249
-382
-228
135
Bedragen * € 1.000 (- = voordeel)
Er is een aantal redenen aan te geven hoe deze verschillen ten opzichte van de Perspectiefnota 2014 zijn ontstaan. ■ Op basis van uitgebreide analyse van de kapitaallastenontwikkeling is sprake van aanvullende positieve effecten in de jaren 2014 t/m. 2016. Dit wordt bijvoorbeeld veroorzaakt doordat bij de Perspectiefnota, ten onrechte, voordelen werden verrekend met de reserves. ■ Door gedetailleerde analyse zijn technische omissies gecorrigeerd in het basisbestand, bijvoorbeeld ten aanzien van start jaar afschrijving waardoor (met name in 2017) niet alleen rente maar ook de afschrijving moet worden verantwoord. Dat geeft een nadeel. Deze aanvullende voordelen zijn (gedeeltelijk) ingezet voor de bezuinigingen die onderdeel uitmaken van de Perspectiefnota 2014. Meerjarenbeeld kapitaallasten
2014
2015
2016
2017
verschil
-187
-185
-136
-134
Bedragen * € 1.000 (- = voordeel)
De “vrij beschikbare” aanvullende voordelen in de jaren 2014 t/m. 2016 (en nadeel in 2017) kan worden betrokken bij het definitieve meerjarenbeeld van de Programmabegroting 2014. Meerjarenbeeld kapitaallasten vrij budgettair resultaat
2014
2015
2016
2017
-62
-197
-92
269
Bedragen * € 1.000 (- = voordeel)
Investeringsplan 2014-2017 De gemeente investeert jaarlijks vele miljoenen euro’s in fysieke infrastructuur, groenvoorzieningen, (onderwijs)huisvesting, ICT, bedrijfsmiddelen etc. Het kenmerk van deze investeringen is dat zij hun nut over meerdere jaren afwerpen. Daarom mogen de (kapitaal)lasten van een investering (rente en afschrijving) over meerdere jaren verdeeld worden. Een investeringsbudget wijkt daardoor af van een regulier budget in de begroting. Een regulier budget beperkt zich tot één jaar en wordt aan het einde van het jaar via de jaarrekening afgerekend. Een investeringsbudget wordt veelal pas na meerdere jaren afgerekend en afgesloten. De investeringen worden jaarlijks in een meerjareninvesteringsplan voor de komende vier jaar opgenomen. Het meerjareninvesteringsplan is een totaaloverzicht van alle voorgenomen investeringen, ongeacht de wijze waarop deze gedekt worden. Een investering kan geheel of gedeeltelijk worden gedekt uit inkomsten, zoals bijdragen uit reserves of bijdragen van Rijk, provincie, of derden. De hardheid van de inkomsten moet echter wel verzekerd zijn. Het overgrote deel van de investeringen wordt gedekt door de investering over meerdere jaren af te schrijven en de kapitaallasten van de investering in de exploitatiebegroting op te nemen. Het berekenen van de kapitaallasten vindt plaats door het maken van een reële inschatting van de cashflow van investeringen in de jaren (de kasuitgaven op een investering). Dat geldt voor de investeringen uit het meerjareninvesteringsplan 2014 - 2017, maar ook voor de lopende investeringen. Het meerjareninvesteringsplan wordt opgesteld volgens de bepalingen uit het beleidskader investeringen (RV09.0060). In het beleidskader zijn onder andere de regels opgenomen ten aanzien van de: ■ Categoriale indeling in investeringen. ■ Methodiek van het indexeren van investeringen. ■ Informatievereisten voor het opnemen van investeringen in het meerjareninvesteringsplan.
208 | Financiële begroting
■ ■ ■ ■
Informatievereisten voor het beschikbaar stellen van investeringen bij de programmabegroting. Methodiek voor het beschikbaar stellen van investeringen. Minimale grens van te activeren bedragen. Componentenbenadering bij investeringen.
In principe worden alle investeringen uit de eerste jaarschijf van het meerjareninvesteringsplan door de raad beschikbaar gesteld bij het vaststellen van de programmabegroting. Behalve wanneer de raad expliciet besluit om specifieke investeringen afzonderlijk te behandelen. De investeringen in bedrijfsmiddelen worden volgens het beleidskader beschikbaar gesteld door het college van burgemeester en wethouders. Onder de randvoorwaarde dat de afschrijvingstermijnen in overeenstemming zijn met de Financiële verordening en deze gedekt zijn in de begroting. Verantwoording hierover vindt plaats in de paragraaf bedrijfsvoering in de Programmabegroting.
Overzicht te voteren kredieten Vervangingsinvesteringen met maatschappelijk nut Programma
Prestatie
Omschrijving investering
4 Bereikbaarheid
4A1.2 Uitvoeren maatregelen fiets
Fietsvoorzieningen
588
4E1.2 Uitvoeren verkeersveiligheidsmaatregelen
Verkeersvoorzieningen
303
5A1.6 Beheren openbare verlichting
Vervanging openbare verlichting
5A1.7 Beheren bruggen en viaducten
Investeringen bruggen
232
5A1.8 Beheren wegen
Vervanging verkeerslichten
793
Investeringen wegen/asfalt
2.780
5 Omgevingskwaliteit
TOTAAL
Beschikbaar te stellen bedrag
Waarvan bijdragen door derden/reserves
1.170
5.866
Bedragen * € 1.000
Vervangingsinvesteringen met economisch nut Programma
Prestatie
Omschrijving investering
5 Omgevingskwaliteit
5B1.2 Beheren riolering en gemalen
Vervanging rioleringen
7 Jeugd en onderwijs
7D1.1 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte)
Speeltuinen
353
8 Sport, cultuur en recreatie
8D1.1 Beheer en exploitatie Jeugddorp Zuid-west
Nieuwbouw huisvesting Jeugddorp
515
TOTAAL
Beschikbaar te stellen bedrag
Waarvan bijdragen door derden/reserves
5.151
6.019
Bedragen * € 1.000
Nieuwe of uitbreidingsinvesteringen met maatschappelijk nut Programma
Prestatie
Omschrijving investering
4 Bereikbaarheid
4C1.6 Uitvoeren maatregelen autoverkeer
Wijkactieplannen en parkeren
4E1.2 Uitvoeren verkeersveiligheidsmaatregelen
Aanpak black spots
TOTAAL
Beschikbaar te stellen bedrag
Waarvan bijdragen door derden/reserves
120 1.033 1.153
Bedragen * € 1.000
Financiële begroting | 209
Vervangingsinvesteringen in bedrijfsmiddelen met dekking uit reserve Programma
Prestatie
Omschrijving investering
1 Bestuur en dienstverlening
1A1.1 De gemeenteraad en raadscommissies vergaderen volgens de vastgestelde vergadercyclus
Geluidsinstallatie raadszaal (kapitaallasten ten laste van reserve raad)
TOTAAL
Beschikbaar te stellen bedrag
Waarvan bijdragen door derden/reserves
100
100
Bedragen * € 1.000
Bijdragen aan activa in eigendom van derden Programma
Prestatie
Omschrijving investering
8 Sport, cultuur en recreatie
8A1.1 Doen aanbieden van een breed en divers kunsten cultuurprogramma door de gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen
VVI Stadspodia 2014
TOTAAL
Beschikbaar te stellen bedrag
Waarvan bijdragen door derden/reserves
175
175
De volgende investingen staan in het meerjareninvesteringsplan in jaarschijf 2014, maar worden in tegenstelling tot de hierboven getoonde investeringen niet beschikbaar gesteld bij de programmabegroting 2014. Voor deze investeringen zal later een separaat raadsvoorstel worden aangeboden. De kapitaallasten behorende bij de investeringen zijn, zoals voor alle investering die zijn opgenomen in het meerjareninvesteringsplan, opgenomen in de meerjarenbegroting. Niet beschikbaar te stellen investeringskredieten Programma
Prestatie
Omschrijving investering
4 Bereikbaarheid
4B1.2 Uitvoeren maatregelen openbaar vervoer
Leids OV-programma
2.018
Nieuwe OV-terminal CS Zeezijde
4.217
4C1.3 Ringweg Oost
4C1.4 Ontsluiting Bio Science Park
4C1.6 Uitvoeren maatregelen autoverkeer
Ringweg Oost
47.627
Ringweg Oost 2013
14.900
OBSP Ongelijkvloerse kruising Plesmanlaan
7.090
OBSP Kruising Dr. LelylaanHaagse Schouwweg
1.129
Herinrichting Haarlemmerweg
1.687
Rotonde OegstgeesterwegBoerhaavelaan
5 Omgevingskwaliteit
Waarvan bijdragen door derden/reserves
150
518
4D1.6 Uitvoeren maatregelen parkeren
Kwaliteitsverbetering openbare ruimte Lammermarkt (reserve parkeren)
2.200
4E1.2 Uitvoeren verkeersveiligheidsmaatregelen
Uitvoeringsprogramma bereikbaarheid
4.287
5A1.5 Realiseren openbare ruimte projecten programma Binnenstad
Kwaliteitsverbetering Breestraat - Fietsroute Breestraat-Kort Rapenburg-PrinsessekadeNieuwe Beestenmarkt-2e Binnenvestgracht-Stationsweg
2.066
Kwaliteitsverbetering Breestraat - oud RGL
1.004
Kwaliteitsverbetering Breestraat 2de fase
1.262
Valkbrug
3.106
5A1.7 Beheren bruggen en viaducten
210 | Financiële begroting
Niet beschikbaar te stellen bedrag
2.200
45
Programma
Prestatie
Omschrijving investering
Niet beschikbaar te stellen bedrag
Waarvan bijdragen door derden/reserves
3.399
900
Brug Poelgeest Churchillbrug
683
Staatsspoorbrug
6 Stedelijke ontwikkeling
7 Jeugd en onderwijs
Groene singelrand
999
6B1.2 Uitvoeren PRIL
Wijkontwikkelingsplannen
182
6B1.3 Exploiteren van gemeentelijk vastgoed
Levendige Waag (afschr.in 40 jaa)
1.402
7E1.2 In stand houden gebouwenvoorraad onderwijs
Teldersschool Telderskade 46/48
1.747
De Sleutelbloem Boshuizerkade 119
2.610
Nieuwbouw Da Vinci Kagerstraa
2.811
Herhuisvesting Pacelli
1.753
Gymzaal Driestar, Dieperhout
1.200
Gymnastiekzaal Bao binnenstad (al beschikbaar gesteld bij RB13.0031)
1.004
Gymnastiek Oppenheimstraat 4 (kap.lasten gedekt door reserve NUON)
904
Specifiek locatiegebonden kosten
566
7E1.3 Uitvoering overige wettelijke taken onderwijshuisvesting
8 Sport, cultuur en recreatie
1.967
5C1.2 Opstellen beheerbeleid groen
8A1.3 Exploitatie Stedelijk Museum de Lakenhal
Renovatie en verbouw Lakenhal
TOTAAL
12.493
1.270
126.857
6.040
Bedragen * € 1.000
Investeringen bedrijfsvoering Het college heeft de volgende kredieten voor investeringen in bedrijfsmiddelen beschikbaar gesteld (conform het beleidskader investeringen RB09.0060 d.d. 24-9-2009): Investeringen in bedrijfsmiddelen Programma
Prestatie
Omschrijving investering
Beschikbaar gesteld bedrag
1. Bestuur en Dienstverlening
1B1.3 Op orde houden basisregistraties (GBA, BAG etc.)
Basisregistratie adressen gebouwen (BAG)
103
Tachymeters 2 stuks
134
3. Economie en toerisme
3A1.3 Stimuleren warenmarkten
Electrische installatie vrijdagmarkt
4. Bereikbaarheid
4D1.6 Uitvoeren maatregelen parkeren
Parkeermiddelen
5. Omgevingskwaliteit
5A1.8 Beheren wegen
Auto stadsontwerp
5A1.10 Inzamelen huishoudelijk afval
Inzamelmiddelen
420
8A1.1 Doen aanbieden van een breed en divers kunst- en cultuurprogramma door de gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen
Vervangingsinvestering kunstinstellingen/Accommodaties
290
8C1.1 Exploiteren gemeentelijke sportaccommodaties
Vervanging machines Sportbedrijf
95
10A3.1 Inzetten van door het Rijk beschikbaar gestelde WSW-formatie
Bedrijfsmiddelen DZB
8. Sport, cultuur en recreatie
10. Werk en inkomen
50 301 26
485
Financiële begroting | 211
Programma
Prestatie
Omschrijving investering
Beschikbaar gesteld bedrag
TOTAAL
1.904
Bedragen * € 1.000
Voor onderstaande investeringen in bedrijfsmiddelen is nog geen krediet door het college beschikbaar gesteld. Nog niet beschikbaar gestelde kredieten voor investeringen in bedrijfsmiddelen Programma
Prestatie
Omschrijving investering
AD2 Algemene dekkingsmiddelen II
Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Meubilair
Beschikbaar gesteld bedrag 2.010
Wagenpark 10 jaar
185
Wagenpark 8 jaar
1.677
Wagenpark 6 jaar
893
TOTAAL
4.765
Bedragen * € 1.000
Meerjareninvesteringsplan 2014-2017 Alle vervangingsinvesteringen voor de periode 2014 tot en met 2017 worden weergegeven in het meerjareninvesteringsplan. Bij iedere investering onderscheiden we een categorie en een investeringssoort. Categorie ■ Investering met economisch nut (econ.) ■ Investering met maatschappelijk nut (maatsch.) ■ Investering in bedrijfsmiddelen (bedrijfsm.) Investeringssoort ■ Vervangingsinvestering (verv.) ■ Nieuwe- of uitbreidingsinvestering (nieuw) Prestatie
Omschrijving investering
Categorie Soort
2014
2015
2016
2017
1A1.1 De gemeenteraad en raadscommissies vergaderen volgens de vastgestelde vergadercyclus
Nieuwe geluidsinstallatie raadszaal
Bedrijfsm. Verv.
100
-
-
-
1B1.3 Op orde houden basisregistraties (GBA, BAG etc.)
Basisregistratie adressen gebouwen
Bedrijfsm. Verv.
103
-
-
-
Tachymeters 2 stuks
Bedrijfsm. Verv.
134
-
-
-
337
-
-
-
50
-
-
-
50
-
-
-
Totaal programma 1 3A1.3 Stimuleren warenmarkten
Elektrische installatie vrijdagmarkt
Bedrijfsm. Verv.
Totaal programma 3 4A1.2 Uitvoeren maatregelen fiets
Fietsvoorzieningen 2014-2017
Maatsch.
Verv.
588
588
589
586
4B1.2 Uitvoeren maatregelen openbaar vervoer
Leids OV-programma
Maatsch.
Verv.
2.018
-
-
-
Nieuwe OV-terminal CS Zeezijde
Maatsch.
Verv.
4.217
-
-
-
4C1.2 Rijnlandroute
Rijnlandroute
Maatsch.
Verv.
-
16.618
-
-
4C1.3 Ringweg Oost
Ringweg Oost
Maatsch.
Nieuw
45.757
-
-
-
Ringweg Oost 2013
Maatsch.
Nieuw
14.900
-
-
-
Ringweg Oost 2014
Maatsch.
Nieuw
1.870
-
-
-
OBSP kruising Dr Lelylaan - Haagse Schouwweg
Maatsch.
Verv.
1.129
-
-
-
OBSP Ongelijkvloerse kruising Plesmanlaan
Maatsch.
Verv.
7.090
-
-
-
4C1.4 Ontsluiting BioSciencePark
212 | Financiële begroting
Prestatie
Omschrijving investering
Categorie Soort
OBSP Reconstructie Haagse Schouwweg-dr. Lelylaan
Maatsch.
4C1.5 Uitvoeringsprogramma Leiden Bereikbaar
Uitvoeringsprogramma Bereikbaarheid
4C1.6 Uitvoeren maatregelen Autoverkeer
4D1.6 Uitvoeren maatregelen parkeren
4E1.2 Uitvoeren verkeersveiligheidsmaatregelen
2014
2015
2016
2017
Verv.
-
1.436
-
-
Maatsch.
Verv.
4.287
-
-
-
Herinrichting Haarlemmerweg 2011 en 2014
Maatsch.
Verv.
1.687
-
-
-
Rotonde OegstgeesterwegBoerhaavelaan
Maatsch.
Verv.
518
Wijkactieplannen en Parkeren 2014-2017
Maatsch.
Verv.
120
120
128
127
Nader in te vullen investering infrastructuur
Maatsch.
Verv.
Kwaliteitverbetering openbare ruimte Lammermarkt
Maatsch.
Nieuw
Parkeermiddelen 2014-2017
Bedrijfsm. Verv.
Vervanging handhavingsinformatiesysteem
Bedrijfsm. Verv.
Aanpak black spots 2014
Maatsch.
Verv.
Verkeersvoorzieningen 2014-2017
Maatsch.
Verv.
Totaal programma 4 5A1.5 Realiseren openbare ruimte projecten programma Binnenstad
994 2.200
-
-
-
301
301
303
302
-
71
-
1.033
-
-
-
303
303
302
301
88.019
19.366
2.388
1.316
-
Kwaliteitsverbetering Breestraat Fietsroute
Maatsch.
Verv.
2.066
-
-
-
Kwaliteitsverbetering Breestraat oud RGL
Maatsch.
Verv.
1.004
-
-
-
Kwaliteitsverbetering Breestraat tweede fase
Maatsch.
Verv.
1.262
-
-
-
5A1.6 Beheren openbare verlichting
Vervangen Openbare Verlichting 2014-2017
Maatsch.
Verv.
1.170
1.187
1.120
703
5A1.7 Beheren bruggen en viaducten
Brug Poelgeest
Maatsch.
Nieuw
3.399
-
-
-
Churchillbrug
Maatsch.
Verv.
683
-
-
-
Investeringen bruggen 2014-2017
Maatsch.
Verv.
232
242
243
243
Staatsspoorbrug
Maatsch.
Verv.
1.967
-
-
-
Valkbrug
Maatsch.
Verv.
3.106
-
-
-
Auto Stadsontwerp
Bedrijfsm. Verv.
26
-
-
-
Investering asfalt 2014-2017
Maatsch.
Verv.
470
470
470
470
Investering wegen 2014-2017
Maatsch.
Verv.
2.310
2.175
2.217
2.389
Vervanging verkeerslichten 2014-2017
Maatsch.
Verv.
542
542
542
542
Vervanging VRI's 2014-2015
Maatsch.
Verv.
251
633
-
-
5A1.10 Inzamelen huishoudelijk afval
Inzamelmiddelen 2014-2017
Bedrijfsm. Verv.
420
420
420
420
5B1.2 Beheren riolering en gemalen
Riolering Oude Kooi
Econ.
Verv.
-
9.600
-
-
Vervanging rioleringen 2014-2017
Econ.
Verv.
5.151
3.130
5.151
1.958
5C1.2 Opstellen beheerbeleid groen
Groene Singelrand
Maatsch.
Verv.
999
-
-
-
Herinrichting oude oprijlaan Rhijnhof
Maatsch.
Verv.
-
-
282
-
Park Kweeklust
Maatsch.
Verv.
-
406
-
-
Park Zeeheldenbuurt
Maatsch.
Verv.
-
-
187
-
Parkje Rijndijk
Maatsch.
Verv.
-
-
184
-
Uitbreiding en herinrichting Rhijnhof 2015
Maatsch.
Nieuw
-
803
-
-
5A1.8 Beheren wegen
Financiële begroting | 213
Prestatie
Omschrijving investering
Categorie Soort
2014
2015
2016
2017
Versterken groene hoofdstructuur Bernhardkade
Maatsch.
Verv.
-
-
-
350
Versterken groene hoofdstructuur Korte Vlietzone
Maatsch.
Verv.
-
-
-
400
6B1.2 Uitvoeren PRIL
25.058
19.608
10.817
7.474
Uitvoering Wijkontwikkelingsplannen
Maatsch.
Nieuw
182
-
-
-
6B1.3 Exploiteren van gemeentelijk vastgoed
levendige Waag uitvoering
Econ.
Nieuw
1.422
-
-
-
Totaal programma 5
Totaal programma 6
1.603
-
-
-
7D1.1 Waarborgen kwaliteit (openbare) speelruimte
Speeltuinen 2014-2017
Econ.
Verv.
353
543
406
402
7E1.2 In stand houden van de bestaande gebouwenvoorraad door onderhoud en aanpassingen
De Sleutelbloem Boshuizerkade 119
Econ.
Verv.
2.610
-
-
-
Gymzaal Driestar, Dieperhout
Econ.
Nieuw
1.200
-
-
-
Herhuisvesting Pacelli
Econ.
Verv.
1.753
-
-
-
Nieuwbouw Da Vinci Kagerstraat
Econ.
Verv.
2.811
-
-
-
Nieuwbouw Leonardo college incl. twee gymzalen
Econ.
Verv.
-
-
8.950
-
Teldersschool Telderskade 46/48
Econ.
Verv.
1.754
-
-
-
Visser 't Hooft college uitbreiding
Econ.
Verv.
-
2.537
-
-
Gymnastiek Oppenheimstraat 4
Econ.
Nieuw
904
-
-
-
Gymnastiekzaal Bao binnenstad
Econ.
Nieuw
1.004
-
-
-
Specifiek locatiegebonden kosten 2014-2016
Econ.
Verv.
566
282
449
-
12.955
3.362
9.804
402
7E1.3 Uitvoering van de overige wettelijke taken zoals OZB, schadeherstel en bekostiging gymnastiekonderwijs
Totaal programma 7 8A1.1 Doen aanbieden van een breed en divers kunsten cultuurprogramma door de gesubsidieerde kunst- en cultuurinstellingen
VVI Kunstinstellingen/ Accommodaties 2014-2017
Bedrijfsm. Verv.
290
290
290
289
VVI Stadspodia 2014-2017
Bedrijfsm. Verv.
175
175
175
175
8A1.3 Exploitatie Stedelijk Museum de Lakenhal
Renovatie en verbouw Lakenhal
Econ.
Verv.
12.493
-
-
-
8C1.1 Exploiteren, beheren en onderhouden van de gemeentelijke sportaccommodaties
Bijdrage ijsbaan
Econ.
Verv.
-
4.016
-
-
Bijdrage sportzalen Dieperhout
Econ.
Verv.
-
1.355
-
-
Bijdrage zwembad De Vliet/ Vijfmeibad
Econ.
Verv.
-
1.004
-
-
Nieuwbouw Vijfmeibad
Econ.
Verv.
-
-
-
9.000
Nieuwbouw vijfmeihal
Econ.
Verv.
-
-
-
11.000
Riolering sportaccommodaties 2016-2017
Econ.
Verv.
-
-
114
114
Toplaag kunstgras Kikkerpolder II
Econ.
Verv.
-
-
381
-
Toplaag kunstgras Morskwartier
Econ.
Verv.
-
218
-
-
Toplaag kunstgras Sportpark de Vliet
Econ.
Verv.
-
218
-
-
Vervanging machines Sportbedrijf 2014-2016
Econ.
Verv.
95
-
146
-
Vervanging natuurgras in kunstgras diverse parken
Econ.
Verv.
-
1.372
-
-
Vervanging wetraveld Sportpark Noord
Econ.
Verv.
-
-
-
217
Nieuwbouw huisvesting Jeugddorp
Econ.
Verv.
515
-
-
-
8D1.1 Beheer en exploitatie van Jeugddorp Zuid-west
214 | Financiële begroting
Prestatie
Omschrijving investering
Categorie Soort
Totaal programma 8 10A3.1 Inzetten van door het Rijk beschikbaar gestelde WSWformatie
2014
2015
2016
2017
13.568
8.649
1.106
20.795
Vervanging bedrijfsmiddelen 2014-2017
Bedrijfsm. Verv.
485
485
485
483
485
485
485
483
11. Bedrijfsvoering, Afdeling concern
Meubilair 2012-2014
Bedrijfsm. Verv.
2.018
-
-
-
11. Bedrijfsvoering, Afdeling handhaving
Vervanging handterminals voor GOA's
Bedrijfsm. Verv.
-
-
315
-
11. Bedrijfsvoering, Afdeling stedelijk beheer
Wagenpark 6 jaar 2014-2015
Bedrijfsm. Verv.
896
1.733
-
-
Wagenpark 8 jaar 2014
Bedrijfsm. Verv.
1.683
660
-
1.589
Wagenpark 10 jaar 2014
Bedrijfsm. Verv.
185
-
-
-
4.783
2.393
315
1.589
146.859
53.863
24.914
32.059
Totaal programma 10
Totaal bedrijfsvoering Totaal investeringen Bedragen * € 1.000
Financiële begroting | 215
5.2.4 Reserves en Voorzieningen De in de vorige begroting doorgevoerde wijzigingen in de informatievoorziening over de reserves en de voorzieningen zijn gehandhaafd in de volgende opzet: ■ een meerjarig overzicht van reserves en voorzieningen met per jaar de geraamde stortingen en onttrekkingen; ■ in dit overzicht worden de reserves en voorzieningen per programma gepresenteerd; ■ de toelichtingen op de reserves en voorzieningen worden per programma gepresenteerd; ■ de mutaties per reserve worden per programma onder de programmakosten weergegeven. Conform de wens van de raad daalt het aantal reserves geleidelijk. In 2013 zijn de reserves groot onderhoud opgeheven. De saldi van deze reserves zijn toegevoegd aan de nieuwe voorzieningen voor groot onderhoud. Bij de jaarstukken 2012 zijn diverse reserves opgeheven waarin geen stortingen en onttrekkingen meer plaatsvonden. Daartoe is al besloten bij de actualisatie van de begroting 2012 in augustus 2012 voor het sluitend maken van de begroting 2012. De reserve brandschade wordt opgeheven bij de jaarstukken 2013. Tevens wordt een notitie voorbereid om de reserves voor dekking van kapitaallasten van economische investeringen bij de jaarstukken 2013 te schrappen. Uw raad heeft bij de perspectiefnota 2014-2017 de opdracht gegeven om na te gaan of de namen van de reserves nog eenduidig zijn, de doelen helder en de gereserveerde bedragen nog aansluiten bij de doelen. In het volgende overzicht ziet u voor een aantal reserves nieuwe namen en geactualiseerde doelen. Wij stellen voor deze nieuwe namen en doelen vast te stellen. In de tweede bestuursrapportage 2013 gaan we in op het totaal van de gereserveerde bedragen. Hierbij betrekken we ook de reserves die in de jaren na 2014 een negatief saldo laten zien. De staat van reserves en voorzieningen treft u in deze paragraaf aan. De toelichting op deze reserves per programma is opgenomen in paragraaf 6.2 en per voorziening in paragraaf 6.3. Overzicht reserves Begroot Stand 31/12 2013
Begroting mutaties 2014
Begroting mutaties 2015
Begroting mutaties 2016
Begroting mutaties 2017
Begroot Stand 31/12 2017
191
-
-
-
-
191
Prg.
Omschrijving
1
8100060 reserve raad
1
8100062 reserve Holland Rijnland
48.118
-3.077
-19.449
-3.077
-3.077
19.440
1
8100063 reserve flankerend beleid
1.370
-15
-
-
-
1.355
1
8100064 bedrijfsvoeringsreserve concern
1.882
-624
-50
-
-
1.208
1
8100065 reserve brandschadefonds
593
-
-
-
-
593
1
8100066 egalisatiereserve verkiezingen
200
-150
-150
100
100
100
4
8100156 reserve parkeren
9.311
595
667
1.229
1.492
13.294
4
8100157 reserve bereikbaarheid
-1
-
-
-
-
-1
4
8100158 reserve Ringweg Oost
40.722
1.974
2.415
2.415
1.600
49.126
4
8100159 res, Kap,lasten parkeergarage Kooiplein
2.956
-
-
-74
-74
2.808
4
8100160 reserve bereikbaarheidsprojecten
4.189
-
-
-
-
4.189
4
8100161 reserve fietsenstalling station
4.000
-
-
-
-
4.000
4
8100976 reserve Ontsluiting Bio Science Park
6.500
-
2.000
-
-
8.500
4
8101020 reserve afbouwregeling SSL
2
-2
-
-
-
-
5
8100297 reserve herhuisvesting
696
-57
-57
-57
-57
467
5
8100300 reserve kap,lasten grond Oostvlietpolder
6.500
-
-
-
-
6.500
5
8100303 reserve asbestsanering
1.873
-176
-176
-176
-176
1.169
5
8100304 reserve groen Oostvlietpolder
206
-
-
-
-
206
5
8100305 reserve groene singels
8.257
-
-
-
-
8.257
5
8100306 reserve ontsluiting van groengebieden
1.140
-
-
-
-
1.140
216 | Financiële begroting
Begroot Stand 31/12 2013
Begroting mutaties 2014
Begroting mutaties 2015
Begroting mutaties 2016
Begroting mutaties 2017
Begroot Stand 31/12 2017
Prg.
Omschrijving
5
8100307 reserve ondergrondse afvalcontainers
2.280
-
-290
-290
-290
1.410
5
8100308 reserve duurzaamheidsfondsen
3.420
-
-
-
-
3.420
5
8100309 reserve klimaatmaatregelen
270
-
-
-
-
270
5
8100310 res, onderh kap,goed en herinr openb rui
745
205
500
250
250
1.950
6
8100359 vereveningsreserve grondexploitatie
4.482
-2.642
4.539
-3.582
-5.471
-2.674
6
8100360 reserve bovenwijkse voorz, grondbedrijf
154
223
7
7
7
398
6
8100361 reserve afkoopsommen erfpacht
92.371
-537
-537
-537
-537
90.223
6
8100362 reserve afkoop adm,kst, Erfpacht
211
-3
-3
-3
-3
199
6
8100364 egalisatiereserve inkomsten bouwleges
74
-25
-25
-25
-25
-26
6
8100365 reserve sociale huurwoningen
-10
-30
-30
-30
-
-100
6
8100367 reserve herstruct, Woongebieden Portaal
742
101
101
101
101
1.146
6
8100368 reserve strategische aankopen
1.837
-320
-327
-334
-341
515
6
8100369 reserve bodemsanering
4.064
-3.308
1.203
1.224
1.245
4.428
6
8100370 reserve vastgoedexpl, Stadsgehoorzaal
819
-23
-23
-23
-23
728
6
8100371 reserve onrend,inv, op onderwijsgeb,
-84
-84
-84
-84
-84
-420
6
8100372 reserve herstruct,woongebieden SvZ&V
2.391
-336
-350
-364
-378
964
6
8100373 reserve herstruct,woongebieden Ons Doel
4.606
142
142
142
142
5.174
6
8100375 reserve renterisico erfpachtsbedrijf
450
-225
-225
-
-
-
6
8100376 reserve risico's projecten met uitvoeringsbesluit
8.799
136
136
136
136
9.343
6
8100377 reserve risico's projecten na kaderbesluit
3.984
77
77
77
77
4.292
6
8100378 reserve NV stadsherstel
2.000
-
-
-
-
2.000
6
8100379 reserve Lammenschanspark
4.760
-772
-773
-774
-775
1.664
6
8100380 reserve voorziene investeringen
-1.864
4.567
-918
2.328
-4.111
1
6
8101103 res, weerstandsverm,parkeren en sted,Inv
9.090
1.408
5.984
5.158
4.598
26.238
6
8101116 Res, kap,lasten Brede School Merenwijk
582
-23
-23
-23
-23
489
7
8100555 reserve vastgoedexploitatie BSLN
5.451
-352
-347
-341
-337
4.074
7
8100556 reserve kap, lasten Da Vinci
12.925
-289
-289
-289
-289
11.771
7
8100557 reserve combinatiefuncties
1.244
-655
-405
-
-
184
7
8100558 reserve centra voor jeugd en gezin
200
-
-
-
-
200
7
8100559 reserve onderwijshuisvesting
611
-20
-
-
-
591
7
8100560 reserve onderwijshuisvesting (Nuon)
13.431
-33
-122
-192
-358
12.726
7
8101100 reserve kap, lasten gymzaal binnenstad
1.000
-35
-34
-33
-32
865
8
8100059 reserve publicaties Erfgoed leiden en omstreken
170
-
-
-
-
170
8
8100665 reserve aankopen kunst Museum De Lakenhal
296
-
-
-
-
296
8
8100666 bedrijfsreserve Museum De Lakenhal
527
-
-
-
-
527
Financiële begroting | 217
Begroot Stand 31/12 2013
Begroting mutaties 2014
Begroting mutaties 2015
Begroting mutaties 2016
Begroting mutaties 2017
Begroot Stand 31/12 2017
363
-16
-16
-16
-16
297
1.263
-115
-115
-115
-115
802
Prg.
Omschrijving
8
8100668 reserve investering Molen de Valk
8
8100670 reserve Haagweg 4
8
8100671 reserve Archeologischpark Matilo
11
10
10
10
10
51
8
8100672 reserve herontwikkeling sportvelden
1.501
-115
-115
-115
-115
1.042
8
8100674 reserve uitbreiding foyer Schouwburg
1.000
-
-
-
-
1.000
8
8100677 reserve exploitatie De Nobel
246
-14
-13
-13
-13
193
8
8100678 reserve kapitaallast muziekhuis De Nobel
1.650
-1
-133
-133
-133
1.250
8
8100970 reserve jeugdsportfonds Leiden
67
-50
-17
-
-
-
8
8101035 reserve Pieterskerk
5.136
-108
-113
-118
-123
4.674
8
8101101 reserve kap, lasten sportaccommodaties
9.564
-
-
-
-
9.564
9
8100784 reserve gemeentelijk deel GSB OGGZ
490
-208
-24
-24
-
234
9
8100785 reserve soc,-maatsch, En cult, Voorz,
5.280
-
-
-
-
5.280
9
8100978 res,financ,bijdr,woningonttrek,
-0
-
-
-
-
-0
10
8100855 reserve frictiekosten ID/WIW-banen
44
-
-
-
-
44
10
8100857 bedrijfsreserve dzb-Leiden wsw
2.538
36
36
36
36
2.680
10
8101090 reserve zachte landing rijksbez, Wsw/ dzb
360
-90
516
397
439
1.622
AD
8100908 concernreserve
5.005
450
1.154
3.991
200
10.800
AD
8100909 reserve opbrengst verkoop aandelen NUON
2.458
-
-
-
-
2.458
AD
8100907 reserve compensatie dividend Nuon
51.373
4.062
4.774
-
-
60.209
AD
8100910 reserve gsb-middelen ISV/EZ
4.755
329
-356
-
-
4.728
AD
8101102 Reserve bedrijfsvoering plankosten
-
1.779
1.502
1.493
1.493
6.268
413.837
1.564
174
8.252
-5.050
418.777
Besteding 2013
Dotatie 2013
Eind saldo 2013
Besteding 2014
Dotatie 2014
Eind saldo 2014
24
4.516
22
4.538
Totaal reserves Bedragen x €1.000
Overzicht voorzieningen Begin stand 2013
Prg.
Omschrijving
1
8105151 Voorziening pensioenen wethouders
1
8105159 Voorziening internationale samenwerking
166
27
139
2
8105060 Voorziening veiligheidsbeleid
500
85
415
4
8105154 Voorz. Afwikkeling vocgelden
426
5
8105003 Voorziening boomregeling wijk
561
148
387
800
5
8105004 Voorziening riolering
4.383
30
1.116
5.469
5
8105025 Voorziening waterkwaliteit
3.574
1.213
4.787
4.787
5
8105026 Voorziening groot onderhoud Kunstwerken
2.424
303
2.727
2.727
5
8105027 Voorziening groot onderhoud walmuren en beschoeiing
1.896
1.896
1.896
218 | Financiële begroting
4.492
139 50
365
426
426 225
575 1.121
6.590
Begin stand 2013
Besteding 2013
Dotatie 2013
Eind saldo 2013
2.300
250
3.033
5.083
5.083
343
30
313
313
8105030 Voorziening groot onderhoud Spelen
1.361
7
1.359
1.359
5
8105031 Voorziening groot onderhoud Straatmeubilair
34
34
34
5
8105156 Voorziening luchtkwaliteitsplan
608
608
608
5
8105157 Voorziening regionale groenprojecten
1.183
331
6
8105150 Voorziening herinrichting trekvaartplein
1.368
19
6
8105009 Voorziening onderhoud maatschappelijk vastgoed
5.478
1.627
7
8105155 Voorziening Jeugdbeleid/CtC
8
8105007 Voorziening groot onderhoud lakenhal
8
8105100 Voorziening bijdragen derden
8
8105160 Voorziening groot onderhoud sportaccomodaties
9
8105011 Voorziening oggz/ regionaal kompas
458
300
10
8105010 Voorziening risico stadsbank
125
20
10
8105158 Voorziening logagelden DZB
41
36
AD
8105012 Voorziening groot onderhoud gebouwen (DZB)
689
119
114
684
161
114
637
AD
8105013 Voorziening onderhoud ambtelijke huisvesting
4.659
1.605
3.206
6.260
1.805
875
5.330
AD
8105153 Voorziening logagelden
Prg.
Omschrijving
5
8105028 Voorziening groot onderhoud wegen
5
8105029 Voorziening groot onderhoud openbare verlichting
5
Totaal voorzieningen
5
657
Besteding 2014
1.509
Dotatie 2014
326
1.349 2.143
5.994
Eind saldo 2014
1.835 1.349
1.506
2.211
6.699
58
58
58
368
368
368
72
72
72
873
1.517
24
893
158
75
129
20
1.517
24
13.742
46.186
133 5
384 5.507
1.268 83
5
384 37.951
644
384 4.735
6.210
47.661
bedragen x € 1.000
Financiële begroting | 219
220 | Financiële begroting
Hoofdstuk 6
6 Overige gegevens 6.1 Subsidies Subsidiekaders Subsidiëring is een van de middelen die de gemeente ter beschikking staan bij het verwezenlijken van de gestelde doelen. Op 27 september 2011 is de Algemene Subsidieverordening Gemeente Leiden 2012 alsmede de aanpassing van de Inspraakverordening door de raad vastgesteld (RV 11.0082). Met de nieuwe subsidieverordening is het gemeentelijk subsidieproces vereenvoudigd, waardoor een lastenvermindering voor zowel de subsidieontvanger als de ambtelijke organisatie kan worden gerealiseerd. In de voorgestelde nieuwe Algemene Subsidieverordening Gemeente Leiden 2012 is ervoor gekozen om de subsidieverstrekking onder te verdelen in drie arrangementen en deze te relateren aan een verantwoordingsplicht welke het beste aansluit bij de hoogte van het subsidiebedrag. Hoe hoger het subsidiebedrag, hoe zwaarder de verantwoordingsplicht. De inspraakmogelijkheid op de bij de begroting behorende subsidiebrief is hiermee komen te vervallen. Wensen en criteria ten aanzien van de doeltreffendheid en doelmatigheid staan hier niet apart beschreven, maar maken integraal deel uit van de programma’s. De accountant gaat bij de controle van de jaarrekening in op de rechtmatigheid van de subsidieverlening. Door vaststelling van de subsidieplafonds – in samenhang met de begroting – bepaalt de gemeenteraad hoeveel in 2014 maximaal per beleidsterrein beschikbaar is voor subsidiëring; overschrijding van het plafond vormt in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voldoende grond om een (hogere) subsidiëring te weigeren. Onderstaand volgen de subsidieplafonds per beleidsterrein voor het jaar 2014. Bij de doorontwikkeling van de programmabegroting 2013 is het productniveau van de begroting komen te vervallen. Conform de subsidieverordening worden de subsidieplafonds in 2014 op beleidsterreinniveau vastgesteld. De verschillen ten opzichte van 2013 worden hierna verklaard. Subsidieplafonds 2014 Ten gevolge van de bezuinigingen is de indexering van de subsidies vanaf 2013 bevroren. De doorontwikkeling van de programmabegroting heeft tot gevolg dat er tussen 2013 en 2014 nog verschuivingen plaatsgevonden hebben tussen de verschillende beleidsterreinen. Ook is er een correctie doorgevoerd op de subsidiekostensoorten, waarbij is gekeken of de kostensoort wel voor subsidie werd gebruikt. Hierdoor zijn ook verschillen ontstaan, die niet altijd worden verklaard. Nullijn 2015-2017 Bij de perspectiefnota 2014-2017 is besloten tot een nieuwe invulling van de taakstelling op subsidies, namelijk door het toepassen van de nullijn. Daarbij is uitgegaan van een jaarlijkse inflatiecorrectie van 1,5%. Voor het jaar 2014 is deze taakstelling ingevuld. Voor de jaren daarna geldt dat, indien de werkelijke inflatiecorrectie hoger of lager ligt dan 1,6%, het toepassen van de ‘nullijn’ niet het te bezuinigen bedrag zou opleveren. Op dat moment wordt respectievelijk het voor- of nadeel betrokken bij de integrale besluitvorming over de meerjarenbegroting 2015-2018.
6.1.1 Subsidie-overzicht PROGRAMMA
BELEIDSTERREIN
BESTUUR EN DIENSTVERLENING BESTUUR VEILIGHEID INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID ECONOMIE EN TOERISME
Subsidiestaat 2013
Subsidiestaat 2014
54.792
56.203
54.792
56.203
78.463
63.349
78.463
63.349
1.101.204
2.492.713
Overige gegevens | 221
PROGRAMMA
BELEIDSTERREIN
Subsidiestaat 2013
Subsidiestaat 2014
FACILITEREN/STIMULEREN VAN ONDERNEMEN
300.070
1.168.253
MARKETING EN PROMOTIE
840.694
1.432.415
RUIMTE OM TE ONDERNEMEN
-39.560
-107.956
183.239
161.178
128.385
104.874
0
3.776
54.854
52.529
161.363
194.720
1.039
30.000
160.324
164.720
9.843.029
10.185.186
ONDERWIJSBELEID
6.798.619
6.929.503
OPV.ONDERST.EN PREV.JEUGD (GEZ.H.-)ZORG
1.346.584
1.518.441
PEUTERSPEELZALEN EN KINDEROPVANG
1.558.016
1.600.658
139.810
136.584
10.395.894
10.933.967
152.017
241.012
9.792.494
10.349.429
RECREATIE
132.015
29.504
SPORT
319.368
314.021
21.095.661
21.200.916
577.640
0
COLLECTIEVE PREVENTIEVE ZORG
0
5.385.700
INDIVIDUELE ZORGVOORZIENING
0
11.334.081
MAATWERK EN KWALITEIT
0
-101.350
8.532.163
0
10.969.474
0
0
4.582.485
1.016.384
0
598.330
759.251
10.352
10.636
MAATSCH. PART. EN ONDERSTEUNING MINIMA
153.876
202.489
WERKEN NAAR VERMOGEN
434.102
546.125
43.511.975
46.047.079
OMGEVINGSKWALITEIT WATER, GROEN EN NATUUR INFRASTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE AFVAL STEDELIJKE ONTWIKKELING RUIMTELIJKE ONTWIKKELING WONEN JEUGD EN ONDERWIJS
SPELEN EN OPGROEIEN SPORT, CULTUUR EN RECREATIE CULTUREEL ERFGOED CULTUUR
WELZIJN EN ZORG GEZONDHEIDSPREVENTIE EN -BESCHERMING
ONTMOETING EN PARTICIPATIE PREV., OPVANG EN ONDERDAK KWETSBARE GRP PREVENTIE VRIJWILLIGERSONDERST. EN INFORM. ZORG WERK EN INKOMEN INKOMENSVOORZIENING
Eindtotaal
Het totaal van de subsidieplafonds bedraagt € 46.047.079. Dit bedrag is € 2.535.104 hoger dan het subsidieplafond 2013. Het verschil wordt in grote lijnen verklaard door de volgende posten: Programma Economie en toerisme; een bedrag van € 1.362.535 van de subsidies aan Ondernemersfonds Leiden, Centrummanagement en WFIA, is niet opgenomen in de subsidiestaat 2013. Programma Cultuur, sport en recreatie: Het verschil tussen 2013 naar 2014 ( ruim 5 ton) wordt verklaard door: een daling van € 75.000 betreffende de taakstelling BplusC uit ruimte voor nieuw beleid en € 150.000 taakstelling LAK-gelden. De stijging wordt veroorzaakt door de geplande ingebruikname van muziekcentrum de Nobel. De subsidie is in 2014 € 445.000 hoger (raadsbesluit 11.0101 uitvoeringsbesluit de Nobel). De subsidie t.b.v. de vlakke vloer producties (Ins Blau) is na het vaststellen van de begroting 2013 ingesteld en geeft hierdoor een positieve afwijking van € 2 ton. De samenvoeging van de subsidies voor evenementen en culturele
222 | Overige gegevens
projecten geeft een verhoging op dit beleidsveld van € 100.000. In de PPN 2014 is de subsidie aan Stadspodia BV met € 69.000 verhoogd. Programma Welzijn en zorg; het verschil op ‘Opvoedondersteuning en preventieve jeugdzorg' (€ 170.000) wordt veroorzaakt door de taakmutatie m.b.t. de transitiemiddelen voor de Jeugdzorg (3D). Programma Werk en inkomen; de stijging van 2013 naar 2014 wordt verklaard doordat een specifieke subsidie in 2013 niet op onder subsidies werd geraamd. Dit is in de loop van 2013 hersteld. De gewijzigde raming in 2013 bedroeg € 198.489.
Overige gegevens | 223
6.2 Toelichting reserves 6.2.1 Toelichting reserves programma 1 Naam
Reserve raad
Nummer/Afd.
8100060
Raadsbesluit
02.0081
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Doel
Belangrijkste doelstelling van de reserve is de financiering van de uitgaven voor verkiezingen en de opleiding en begeleiding van nieuwe raadsleden. Deze uitgaven worden voornamelijk in een verkiezingsjaar gemaakt en hoogte van de uitgaven kan per verkiezingsjaar variëren. De reserve is ook bedoeld om de financiering van de technische apparatuur zoals geluid en opname apparatuur voor commissie en raadsvergaderingen te dekken. De gemeenteraad kan ook aanspraak op het budget in de reserve doen voor de financiering van een raadsonderzoek, dan wel het uitvoeren van een second opinion bij voorstellen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Voeding van de reserve vindt plaats vanuit het overschot op het budget griffie/raad. Bij de bestemming jaarrekening zal het restbudget van de griffie/raad gestort worden in de reserve raad.
Besteding
Er is geen onttrekking voorzien in 2014.
Omvang per 1-1-2014
€ 191.272
Maximale omvang
3% van de begrote personele lasten.
Minimale omvang
De minimale omvan van de reserve raad bedraagt per 1 januari van een verkiezingsjaar € 100.000 en maximaal € 150.000.
Griffie
Bijzonderheden
Naam
Reserve Holland Rijnland
Nummer/Afd.
8100062
Raadsbesluit
06.0117 en 06.0173
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Doel
De reserve is ingesteld bij de vaststelling van de begroting 2007 met het doel de gemeentelijke bijdrage aan de regionale investeringsbehoefte in infrastructuur en groen te kunnen opvangen. Met RB 06.0173 (06-02-2007) is besloten tot de instelling van een regionaal investeringsfonds binnen Holland Rijnland. Leiden draagt van 2008-2022 jaarlijks € 3.076.652 bij. De bijdragen worden gedekt uit deze reserve. Teneinde de afgesproken bijdragen aan het regionaal investeringsfonds volledig af te dekken is besloten om in 2013 een extra storting in deze reserve te doen. Deze storting komt vanuit de reserve compensatie dividend Nuon.
Datum realisatie
2007
Datum opheffing
2022
Voeding
In 2013 is € 32.252.700 gestort (RB 12.0056 Perspectiefnota 2013-2016).
Besteding
De besteding van deze reserve dient om de bijdrage aan het regionaal investeringsfonds van Holland Rijnland te dekken. In 2014 zal een bedrag van € 3.076.525 worden onttrokken (RB 06.0173/12.0056 Regionaal investeringsfonds HR).
Omvang per 1-1-2014
€ 48.117.994
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concern/Middelen en Control
Bijzonderheden
Naam
Reserve flankerend beleid
Nummer/Afd.
8100063
Raadsbesluit
95.0168 / 04.0051
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
224 | Overige gegevens
Concern/Middelen en Control
Naam
Reserve flankerend beleid
Doel
Middelen in deze reserve zijn bestemd voor: het flankerend beleid bij de taken- en efficiencydiscussie; organisatie en bijkomende kosten bij Ruimte voor nieuw Beleid, daaronder de Regie op Maat projecten en Anders werken.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Voeding
Het totaal beschikbare bedrag voor het flankerend beleid taken en efficiency is indertijd geraamd op € 7,9 miljoen. Dat bedrag is in fasen ook in deze reserve gestort. In het kader van ‘Ruimte voor Nieuw Beleid’ is in 2007 een bedrag gereserveerd van € 5 miljoen, dat ook bij deze reserve is gevoegd. Voor Anders Werken is een bedrag van € 1,068 miljoen gereserveerd en gestort in deze reserve.
Besteding
In 2014 is een onttrekking begroot in de reserve flankerend beleid van € 15.000 (RB 11.0002 Naar een toonaangevende organisatie).
Omvang per 1-1-2014
€ 1.370.319
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bedrijfsvoeringreserve concern
Nummer/Afd.
8100064
Raadsbesluit
08.0051
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Doel
De doelstelling van de bedrijfsreserve is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering ten opzichte van de begroting over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten. Zie ook RV 12.0011.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De minimale stand van de reserve bedrijfsvoering concern is bepaald op 1% van de loonsom van het afgelopen boekjaar. De maximale stand van de bedrijfsvoeringreserve concern is bepaald op 3,5% van de personele lasten van het concern (RV 12.0011).
Besteding
Voor 2014 staat een onttrekking begroot van € 623.732.De onttrekking dient voornamelijk ter dekking van een bijdrage aan het SP71 (raadsbesluit 12.0068 € 547.000). De onttrekking is gelijk aan de geraamde onttrekking in 2013. Daarnaast wordt € 26.000 onttrokken voor digitalisering van het cliëntenarchief (raadsbesluit 12.0070) en € 50.000 voor kosten inzake convenant horizontaal toezicht met de Belastingdienst (raadsbesluit 12.0120).
Omvang per 1-1-2014
€ 1.881.933
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve brandschadefonds
Nummer/Afd.
8100065
Raadsbesluit
10.0056
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Doel
Egalisatie van de afwijkingen tussen de werkelijke en de gebudgetteerde kosten voor de verzekeringspremies tegen brand- en stormschade over meerdere jaren, taxatiekosten, afdekking van het eigen risico voor de gemeente krachtens de verzekeringsvoorwaarden en kosten voor preventieve maatregelen.
Datum realisatie
2010 (voorheen voorziening Brandschadefonds)
Datum opheffing
31-12-2014
Voeding
Storting en onttrekking op basis van het rekeningresultaat van de begrotingspost "verzekeringspremies"
Besteding
Zie doelstelling.
Omvang per 1-1-2014
€ 593.149
Concern/Middelen en Control
Overige gegevens | 225
Naam
Reserve brandschadefonds
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De reserve zal worden opgeheven. In 2013 wordt daarom € 575.000 onttrokken ten gunste van de concernreserve. De huidige omvang van de reserve dient voor de afwikkeling van lopende zaken. Zodra deze zaken zijn afgewikkeld kan de reserve worden opgeheven. Mogelijk dat dit geëffectueerd wordt bij de 2e bestuursrapportage 2013.
Naam
Egalisatiereserve verkiezingen
Nummer/Afd.
8100066
Raadsbesluit
11.0086
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Doel
Verkiezingen vinden niet jaarlijks plaats. Het houden van verkiezingen is een wettelijke taak en de middelen daarvoor zijn jaarlijks opgenomen in de algemene uitkering, ook al vindt er enig jaar geen verkiezing plaats. De reserve zorgt ervoor dat er middelen beschikbaar zijn ter dekking van de kosten van de verkiezingen.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Er zal in 2013 een storting plaatsvinden van € 100.000. De benodigde stortingen voor na 2013 zullen worden betrokken bij de eerstkomende Perspectiefnota. Het verkiezingsschema zal niet altijd hetzelfde ritme hebben. Mogelijk dat de storting aangepast moet worden om de egalisatie te realiseren.
Besteding
In 2014 (gemeenteraadsverkiezingen en Europees Parlement) is een onttrekking voorzien van € 150.000.
Omvang per 1-1-2014
€ 200.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Rekenkamer
Nummer/Afd.
nnb
Raadsbesluit
13.0095
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Doel
Belangrijkste doelstelling van de reserve Rekenkamer is de mogelijkheid voor een meer flexibele financiering van de uitgaven voor onderzoek en de mogelijkheid tot extra onderzoek. De uitgaven van de onderzoeken van de Rekenkamer lopen vaak over de jaargrens heen en het aantal onderzoeken kan per jaar variëren.
Datum realisatie
2013
Datum opheffing
-
Voeding
Voeding van de reserve vindt plaats vanuit het overschot op het budget van de Rekenkamer. Bij raadsvoorstel bestemming jaarrekening kan de raad indien nodig besluiten tot een extra storting in de reserve Rekenkamer. De omvang van de reserve Rekenkamer bedraagt per 1 januari minimaal € 20.000 en maximaal € 40.000.
Besteding
-
Omvang per 1-1-2014
€ 20.000 (na bestemming resultaat jaarrekening 2013)
Maximale omvang
€ 40.000
Minimale omvang
€ 20.000
Griffie
Bijzonderheden
6.2.2 Toelichting reserves programma 2 Er zijn geen reserves binnen dit programma.
226 | Overige gegevens
6.2.3 Toelichting reserves programma 3 Er zijn geen reserves binnen dit programma.
6.2.4 Toelichting reserves programma 4 Naam
Reserve parkeren
Nummer/Afd.
8100156
Raadsbesluit
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Doel
Egalisatie van de exploitatieresultaten parkeervoorzieningen over meerdere jaren.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De vermeerderingen en verminderingen hangen samen met het resultaat op de prestatie parkeren die bij de jaarrekening ten gunste of ten laste van de reserve wordt gebracht. Bij de perspectiefnota 2010 - 2013 is besloten om jaarlijks een oplopende bedrag te storten in de reserve parkeren. Dit om de bijdrage van de parkeerreserve aan de algemene middelen in de jaren 2010 tot 2018 geleidelijk naar nul te brengen. Tot 2009 werd namelijk circa € 2.000.000 van de parkeeropbrengsten ingezet als algemeen dekkingsmiddel. De extra stortingen in de parkeerreserve zijn als volgt: 2014 (€ 800.000), 2015 (€ 1.000.000), 2016 (€ 1.300.000), 2017 (€ 1.600.000), 2018 (€ 2.000.000). Vanaf 2012 zijn inkomsten in de begroting opgenomen in het kader van de werknemersvergunningen. Hiervoor is een bedrag begroot van € 141.000 per jaar. In de Perspectiefnota 2013 is besloten om éénmalig € 2,5 miljoen gestort. Dit bedrag is beschikbaar gesteld voor de kwaliteitsimpuls Lammermarkt.
Besteding
De besteding betreft kapitaallasten van investeringen in het kader van parkeren, voor 2014 is er een onttrekking van € 1,5 mio geraamd.
Omvang per 1-1-2014
€ 9.310.900
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie
Bijzonderheden
Naam
Reserve bereikbaarheid
Nummer/Afd.
8100157
Raadsbesluit
10.0056
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de realisatie van de doelen binnen het programma Bereikbaarheid.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
2014
Voeding
In RV 09.0029 is besloten € 1.880.000 beschikbaar te stellen voor het programma Bereikbaarheid
Besteding
Naar verwachting is begin 2014 de omvang van de reserve nul en kan de reserve worden opgeheven.
Omvang per 1-1-2014
€ -924
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Na de bestedingen in 2013 wordt deze reserve opgeheven.
Naam
Reserve Ringweg Oost
Nummer/Afd.
8100158
Raadsbesluit
09.0118
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Programmamanager Bereikbaarheid
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Overige gegevens | 227
Naam
Reserve Ringweg Oost
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de aanleg van de Ringweg Oost of projecten die voortkomen in het kader van LAB071.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Bijdrage Leiden vanuit de NUON reserve, bijdrage van de provincie en de decentralisatie-uitkering Spoorse doorsnijdingen. Jaarlijks wordt rente in de reserve gestort. In de perspectiefnota 2014 is besloten om de reserve rentedragend te maken tot en met 2022. In 2010 is € 25.500.000 gestort uit de reserve verkoop aandelen Nuon. In 2013 heeft er een storting plaats gevonden van € 11.900.000 vanuit middelen die ontvangen zijn in het kader van de decentralisatie-uitkering Spoorse doorsnijdingen. Daarnaast zijn er een dotaties gerealiseerd voor de rente. In 2014 is een rentedotatie begroot van € 1.974.487.
Besteding
Dekking van het kaderbesluit voor de aanleg van Ringweg Oost of projecten die voortkomen in het kader van LAB071. Onttrekkingen zijn nog niet geraamd. Dit zal bij besluitvorming van kader- en of uitvoeringsbesluit plaatsvinden.
Omvang per 1-1-2014
€ 40.721.510
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve kapitaallasten parkeergarage Kooiplein
Nummer/Afd.
8100159
Raadsbesluit
10.0003
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Doel
Dekking van de kapitaallasten die voortvloeien uit het vastgoedkrediet ten behoeve van de genoemde parkeergarage.
Datum realisatie
2013/2014
Datum opheffing
-
Voeding
De reserve wordt gevoed uit het uitvoeringsbesluit RV 10.0114 Kooiplein waarin is opgenomen dat er een krediet beschikbaar komt van € 9,85 mln. Een deel van de investering wordt gedekt uit het investeringsprogramma; een deel van de afschrijvingslasten wordt gedekt uit deze reserve.
Besteding
Dekking van de kapitaallasten die verband houden met de investering in de parkeergarage Kooiplein.
Omvang per 1-1-2014
€ 2.956.000
Maximale omvang
€ 2.956.000
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Bereikbaarheidsprojecten
Nummer/Afd.
8100160
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Doel
Het voorkomen van knelpunten bij de realisatie van belangrijke bereikbaarheidsprojecten.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
Nader te bepalen.
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. Op 9 juli 2013 heeft de raad bij de bestemming van het resultaat van de jaarrekening 2012 een amendement aangenomen waarin € 1.983.500 van de bestemmingsreserve Bereikbaarheidsprojecten als dekking voor de kosten van het ongelijkvloers maken van de kruising Julius Ceasarbrug/Kanaalweg wordt geoormerkt. Er zijn geen onttrekkingen begroot voor 2014.
Omvang per 1-1-2014
€ 4.189.408
Maximale omvang
n.v.t.
228 | Overige gegevens
Naam
Bestemmingsreserve Bereikbaarheidsprojecten
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve fietsenstalling station
Nummer/Afd.
8100161
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Doel
Het realiseren van een structurele oplossing voor het fietsparkeren in het stationsgebied.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet.
Omvang per 1-1-2014
€ 4.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Ontsluiting Bio Science Park
Nummer/Afd.
8100976
Raadsbesluit
Bestemming resultaat jaarrekening 2011 (RV12.0059)
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Doel
Ontsluiting Bio Science Park
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Voor het project Ontsluiting Bio Science Park is in 2009 een subsidiebeschikking ontvangen van het ministerie van Economische Zaken voor een bedrag van € 10.000.000. In 2011 heeft het ministerie een voorstel gedaan om de subsidie om te zetten in een decentralisatie-uitkering. Hiermee heeft B&W ingestemd. In de septembercirculaire 2011 is opgenomen dat de gemeente in 2012 € 8.000.000 en in 2015 € 2.000.000 ontvangt via de decentralisatie-uitkering SR Bio Science Park Leiden.
Besteding
Bij het uitvoeringsbesluit Bio Science Park Leiden (sept-okt 2013) zal er een raming opgesteld worden van de onttrekkingen aan deze reserve.
Omvang per 1-1-2014
€ 6.500.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve afbouwregeling SSL
Nummer/Afd.
8101020
Raadsbesluit
Meerjarige overeenkomst SSL voor de periode 2012 – 2016 (RV 11.0137)
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Doel
De reserve afbouwregeling SSL dient om de bijdragen aan de Stichting Stadsparkeerplan Leiden (SSL) voor de jaren 2012 tot en met 2016 vast te leggen.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
01/01/2017. Deze reserve wordt per 1 januari 2012 ingesteld en beëindigd op het moment dat aan de huidige dienstverlening van SSL geen behoefte meer is (thans voorzien in 2017)
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Overige gegevens | 229
Naam
Reserve afbouwregeling SSL
Voeding
De reserve wordt gevoed uit de reserve parkeren (€ 417.000) en voorwaardelijk (zie bijzonderheden) uit de reserve “frictiekosten ID/WIW” (€ 219.000) en uit de reeds beschikbare bijdrage van jaarlijks € 300.000 voor de jaren 2012 tot en met 2016 (€ totaal € 1.500.000) gestort in de reserve. Deze stortingen vinden gefaseerd plaats volgens onderstaand schema. Omschrijvingen 2012
2013
2014
2015
2016
Totalen
onttrekking uit dfe reserve "frictiekosten ID IW"
219.000
219.000
Onttrekking uit reserve parkeren
0
0
131.000
143.000
143.000
417.000
Overzetten beschikbaar budget bijdr. SSL
300.000
300.000
300.000
300.000
300.000
1.500.000
Storting 519.000 in reserve afbouwregeling SSL
300.000
431.000
443.000
443.000
2.136.000
Besteding
Voorwaardelijke begrote bijdragen aan SSL waarvoor de maxima voor de jaren zijn: 2014 (€ 433.000); 2015 (€ 443.000) en 2016 (€ 443.000).
Omvang per 1-1-2014
€ 2.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De vorming van de reserve biedt duidelijkheid dat voor de periode van 2012 tot en met 2016 voldoende middelen beschikbaar zijn voor de bijdragen aan SSL. Door de middelen een tijdelijk karakter te geven is aangegeven dat de bijdrage aan SSL in de tijd gelimiteerd is. Voorwaardelijke bijdrage aan de reserve “afbouwregeling SSL” uit de reserve “frictiekosten ID/WIW”: er is een budget beschikbaar waarvan organisaties die getroffen worden door wegvallen van de ID gelden gebruik kunnen maken als zij een goed voorstel doen. SSL kan gebruik maken van deze gelden. Voor SSL is een bedrag van €219.420 beschikbaar. SSL zal daarvoor zelf een voorstel moeten doen. Indien dit voorstel ingediend door SSL niet wordt gedaan zal de storting uit de reserve “frictiekosten ID IW” in de reserve “afbouwregeling ID/WIW” bij afzonderlijk besluit worden teruggedraaid. Hierdoor zal voor de besteding van deze reserve een bedrag van € 219.000 minder beschikbaar zijn en zal voor bijdragen aan SSL vanuit gemeentelijke middelen € 219.000 minder beschikbaar zijn. Hiervoor zal SSL dan een oplossing moeten vinden.
6.2.5 Toelichting reserves programma 5 Naam
Reserve herhuisvesting MB
Nummer/Afd.
8100297
Raadsbesluit
06.0068
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
De bestemmingsreserve is ingesteld voor (her)inrichting huisvesting van de voormalige dienst Milieu en Beheer en heeft betrekking op de panden Adm. Banckertweg en Kenauweg.
Datum realisatie
2006
Datum opheffing
2047
Voeding
De bestemmingsreserve is in 2006 gevoed vanuit dotaties uit vereveningsreserve grondexploitaties. (€ 2.874.000)
Besteding
Om de kapitaallasten van het herhuisvestingsplan voormalig Milieu en Beheer (nu Stedelijk Beheer) te dekken wordt een jaarlijkse onttrekking aan de reserve gedaan gedurende 40 jaar.
Omvang per 1-1-2014
€ 695.781
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
230 | Overige gegevens
Stedelijk Beheer
Naam
Reserve kapitaallasten grond Oostvlietpolder
Nummer/Afd.
8100300
Raadsbesluit
10.0080
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Dekken van jaarlijkse rentelasten voor de verworven gronden bij Oostvlietpolder
Datum realisatie
01-11-2010
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting bij oprichting
Besteding
Rentelasten verworven gronden Oostvlietpolder
Omvang per 1-1-2014
€ 6.500.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve asbestsanering
Nummer/Afd.
8100303
Raadsbesluit
11.0044
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Reservering voor sanering asbest in gemeentelijk vastgoed
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
onbekend
Voeding
Jaarlijkse structurele bijdrage vanuit de exploitatie.
Besteding
Sanering van asbest in gemeentelijk vastgoed.
Omvang per 1-1-2014
€ 1.872.707
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve groen Oostvlietpolder
Nummer/Afd.
8100304
Raadsbesluit
11.0044
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Reservering beheerkosten Oostvlietpolder
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
€ 400.000
Besteding
Beheerkosten van de Oostvlietpolder
Omvang per 1-1-2014
€ 205.741
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Overige gegevens | 231
Naam
Bestemmingsreserve Groene Singels
Nummer/Afd.
8100305
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Een doorgaande ring van parken, openbare ruimten, speelplekken, industriële monumenten en andere interessante locaties te creëren.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet.
Omvang per 1-1-2014
€ 8.257.228
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve ontsluiting van groengebieden
Nummer/Afd.
8100306
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Reserveren voor het ontwikkelen van een ecologisch en recreatief netwerk vanuit de stad richting kust en landgoederen en richting Duinhorst en Weide
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet.
Omvang per 1-1-2014
€ 1.140.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Ondergrondse afvalcontainers
Nummer/Afd.
8100307
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Reserveren voor implementatie van een ophaalsysteem door middel van het gebruik van ondergrondse containers.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet.
Omvang per 1-1-2014
€ 2.280.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Indien een pilot de positieve effecten van ondergrondse afvalcontainers op de kwaliteit van de openbare ruimte aantoont, kan deze bestemmingsreserve voor uitbreiding van het aantal ondergrondse containers benut worden
232 | Overige gegevens
Stedelijk Beheer
Naam
Bestemmingsreserve Duurzaamheidsfondsen
Nummer/Afd.
8100308
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
1. de oprichting van een ‘fonds duurzaamheid” ter grootte van € 2.000.000 voor de financiering, via een revolving fund constructie, van onderzoek en advies op maat voor eigenaren-bewoners van monumenten, voor eventuele bijdragen aan corporaties en voor een door Bouwend Nederland bepleite stimuleringsregeling. 2. het oprichten van een fonds voor het eenmalig ondersteunen van lokale initiatieven op het terrein van duurzaamheid.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet.
Omvang per 1-1-2014
€ 3.420.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Klimaatmaatregelen
Nummer/Afd.
8100309
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Het plaatsten van zonnepanelen op het dak van Muziekcentrum De Nobel en de realisatie van groene daken op publieke gebouwen, waaronder scholen.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
In het RB 11.0101 Uitvoeringsbesluit Muziekcentrum De Nobel is inmiddels € 200.000 beschikbaar gesteld om zonnepalen op het dak van het De Nobel te plaatsen. Voor Geothermie is € 100.000 beschikbaar in 2013. Voor 2014 zijn nog geen bestedingen aangewezen.
Omvang per 1-1-2014
€ 270.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve onderhoud kapitaalgoederen en herinrichting openbare ruimte
Nummer/Afd.
8100310
Raadsbesluit
11.0088
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Reserveren voor het onderhoud van kapitaalgoederen en voor de noodzakelijke investeringen in de Nieuwe Beestenmarkt, herinrichting van de Breestraat en de begraafplaats Groenesteeg.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Ten laste van het positieve saldo in de meerjarenraming, verdeeld over de jaren 2013: € 1.900.000, -; 2014: € 250.000,-; 2015: € 500.000,-
Besteding
Ter dekking van de lasten van klein en groot onderhoud inclusief kapitaallasten van vervangingsinvesteringen, zoals opgenomen in de beleidskaders en beheerplannen op kapitaalgoederen. In 2013 is € 1.155.456 onttrokken nav het kaderbesluit Breestraat (RV 13.0006). Voor 2014 betreft dit een bedrag van € 44.544 voor dit zelfde kaderbesluit Breestraat.
Overige gegevens | 233
Naam
Reserve onderhoud kapitaalgoederen en herinrichting openbare ruimte
Omvang per 1-1-2014
€ 744.544
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
in 2014 zal er € 250.000 gestort worden
6.2.6 Toelichting reserves programma 6 Naam
Vereveningsreserve grondexploitaties
Nummer/Afd.
8100359
Raadsbesluit
05.0052
Programma /Beleidsproduct
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
In de Vereveningsreserve grondexploitaties worden alle winsten die kunnen worden genomen ondergebracht. De vereveningsreserve is de overkoepelende reserve van het Grondbedrijf waaruit de onderliggende voorzieningen en bestemmingsreserves gevoed kunnen worden. Tevens worden vrijvallende gelden uit de onderliggende voorzieningen en reserves teruggestort in de vereveningsreserve om herbestemd te worden. De vereveningsreserve vormt het onbelegde vermogen van het Grondbedrijf.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Besteding
Jaarlijks wordt in het PRIL de stand van het vermogensbeheer herzien. Hierbij wordt door middel van een raadsvoorstel aangegeven hoe het stelsel van reserves en voorzieningen binnen dit vermogensbeheer moet worden geactualiseerd. Daar waar nodig zullen de bestemmingsreserves en de Voorziening Negatieve Grondexploitaties worden aangevuld volgens de inzichten die in het PRIL worden gepresenteerd. Tevens zal bij ieder projectbesluit en uitvoeringsbesluit, dat door de raad dient te worden vastgesteld, bekeken worden of er een dotatie vanuit de Vereveningsreserve of de bestemmingsreserves noodzakelijk is. Onttrekkingen als stortingen vinden dus plaats conform het meest recente PRIL - de rekening en PRIL - Het Perspectief. Voor 2014 is een onttrekking van € 5.095.000 geraamd.
Voeding
De vereveningsreserve wordt gevoed door de positieve resultaten van grondexploitaties, de verkoop van panden en het resultaat op erfpacht.
Omvang per 1-1-2014
€ 4.481.930
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De stand van de vereveningsreserve grondexploitaties in de begroting sluit nog niet aan op de stand in het PRIL 2013 – Het Perspectief 2013-2017. Aangezien in het PRIL veel schattingen zijn opgenomen waarover nog geen bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden is deze aansluiting nog niet mogelijk. De verschillen zijn geanalyseerd. Bij de tweede bestuursrapportage 2013 zal de aansluiting worden gerealiseerd voor alle posten waarover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden.
Naam
Reserve bovenwijkse voorzieningen grondbedrijf
Nummer/Afd.
8100360
Raadsbesluit
n.v.t.
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Leiden zit aan de grenzen van zijn ruimtelijke mogelijkheden. Daarmee komt ook de klassieke werking bij de aanleg van voorzieningen waarvan het nut een enkel exploitatiegebied overschrijdt, te vervallen. In verband daarmee wordt het doel van de reserve omgebogen naar het bekostigen van het realiseren van een extra kwaliteitsimpuls aan de openbare ruimte, aangepast aan het monumentale karakter van de stad. Te denken valt aan kunstobjecten, een fontein, illuminatie, een en ander van een orde van grootte qua kosten die past bij de over het algemeen bescheiden inkomstenbronnen van deze reserve. Jaarlijks wordt bij het PRIL een voorstel meegenomen voor de te honoreren objecten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De reserve wordt met name gevoed door de uit exploitatieovereenkomsten voortvloeiende bijdrage in plankosten en bovenwijkse voorzieningen.
Besteding
Conform doelstelling. In 2014 staan geen mutaties begroot.
234 | Overige gegevens
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Naam
Reserve bovenwijkse voorzieningen grondbedrijf
Omvang per 1-1-2014
€ 154.229
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve afkoopsommen erfpacht
Nummer/Afd.
8100361
Raadsbesluit
Op aanbeveling van de accountant in de rekening 1996 opgenomen
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
De reserve is opgenomen om het inzicht in bezittingen en schulden van de gemeente te verbeteren. In 1996 is besloten de verantwoording van de afkoopsommen zodanig aan te passen dat over de contractperiode jaarlijks een deel van de afkoopsom vrijvalt ten gunste van de exploitatie om de rentelasten over de grondwaarde te dekken.
Datum realisatie
Gedurende de periode waarover de canon is afgekocht.
Datum opheffing
75 jaar na laatst ontvangen afkoopsom
Voeding
De ontvangen afkoopsommen erfpachtcanon worden aan de reserve toegevoegd.
Besteding
Op grond van een annuïtaire berekening vindt de vrijval plaats, voor 2014 een bedrag van € 537.000.
Omvang per 1-1-2014
€ 92.370.986
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve afkoop administratiekosten erfpachtbedrijf
Nummer/Afd.
8100362
Raadsbesluit
90.0024
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Voor erfpachters die gebruik maken van de afkoop van de canon is met ingang van 1990 de mogelijkheid geboden de jaarlijkse vergoeding voor administratiekosten eveneens af te kopen voor een periode van 75 jaar. Deze afkoopsom wordt bepaald door de jaarlijks te betalen vergoeding contant te maken tegen het bij uitgifte geldende canonpercentage. Vanuit de reserve vindt jaarlijks een bijdrage plaats ten gunste van de exploitatie erfpachtgronden om de gemaakte administratiekosten te dekken.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
Termijn is afhankelijk van de nog af te kopen canons. Bovendien zal (bij voorkeur jaarlijks) toetsing plaats moeten vinden van aanwezige gelden en benodigde dekking. Daarbij zal een calculatie moeten worden gemaakt van de nog af te kopen canons.
Voeding
De ontvangen afkoopsommen administratiekosten worden aan de reserve toegevoegd.
Besteding
Jaarlijks valt een evenredig deel van de reserve vrij, voor 2014 een bedrag van € 23.000.
Omvang per 1-1-2014
€ 211.022
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Egalisatiereserve inkomsten bouwleges
Nummer/Afd.
8100364
Raadsbesluit
06.0063
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Niet geraamde incidentele uitgaven mogelijk maken voor de optimalisatie van de omgevingsvergunningverlening, onderdeel bouwactiviteiten, en het tegengaan van fluctuaties in de tariefstelling.
Backoffice Dienstverlening/Vergunningen en subsidies
Overige gegevens | 235
Naam
Egalisatiereserve inkomsten bouwleges
Datum realisatie
31/12/2004
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Wanneer in enig jaar de inkomsten uit de leges voor omgevingsvergunningen, onderdeel bouwactiviteiten, na aftrek van de hogere uitgaven ten opzichte van de begrote uitgaven samenhangend met deze omgevingsvergunningen, hoger zijn dan de begrote inkomsten in dat jaar, vindt toevoeging aan de reserve plaats. Omgekeerd wanneer in enig jaar de inkomsten uit leges voor deze vergunningen, na aftrek van de hogere uitgaven ten opzichte van de begrote uitgaven, lager zijn dan de begrote inkomsten in dat jaar, vindt onttrekking uit de reserve plaats.
Besteding
Jaarlijks en afhankelijk van de hoogte van de meerinkomsten middelen beschikbaar stellen om de omgevingsvergunningverlening, onderdeel bouwactiviteiten, te optimaliseren. Voor 2014 staat een onttrekking van € 25.000 geraamd.
Omvang per 1-1-2014
€ 74.329
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
In 2013 is in afwijking van de hierboven omschreven voeding besloten om het voordelige resultaat op de bouwleges van € 307.000 niet toe te voegen aan de egalisatiereserve maar aan de concern-reserve.
Naam
Reserve sociale huurwoningen
Nummer/Afd.
8100365
Raadsbesluit
06.0063
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Voor een aantal met name genoemde bestemmingen was in het kader van de volkshuisvesting een voorziening ingesteld. De op 31 december 2003 daarvoor ingestelde voorziening is op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 31 december 2005 opgeheven.
Datum realisatie
1 januari 2006
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
n.v.t.
Voeding
De voeding is in 2006 conform BBV in de reserve gestort. Het betrof gelden voor particuliere woningen en later zijn daar locatiesubsidies aan toegevoegd.
Besteding
Met RB 12.0111 is deze reserve ingezet voor de "Uitvoering Nota Wonen". De omvang per 1-1-2014 is berekend op een tekort maar de onttrekking zal in de realisatie niet hoger zijn dan in de reserve beschikbaar is.
Omvang per 1-1-2014
€ -10.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Backoffice Dienstverlening/Vergunningen en Subsidies
Bijzonderheden
Naam
Reserve herstructurering woongebieden Portaal
Nummer/Afd.
8100367
Raadsbesluit
05.0052
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Het verrekenen van de hogere grondprijs met Portaal, indien Portaal bij bepaalde woninglocaties meer dan 20% sociale huurwoningen realiseert. Het geld wordt dan uitgekeerd aan de gemeente (zie verder raadsvoorstel/besluit betreffende de uitwerking van de Raamovereenkomst Stedelijke herstructurering Portaal, met name het deel dat de overeenkomst vaststelling Herstructureringsprojecten beslaat).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De reserve werd gevoed door in het verleden ontvangen vergoedingen voor de conversie van erfpacht.
Besteding
Conform raamovereenkomst Portaal.
Omvang per 1-1-2014
€ 742.309
Maximale omvang
n.v.t.
236 | Overige gegevens
Vastgoedzaken en Ontwikkeling
Naam
Reserve herstructurering woongebieden Portaal
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve strategische aankopen
Nummer/Afd.
8100368
Raadsbesluit
05.0052
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Verwerven en beheren van strategische aankopen conform de Nota Strategisch Grondbeleid (RB 05.0051 van 08-06-2005)
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijks wordt een vast bedrag toegevoegd aan deze reserve vanuit de vereveningsreserve grondexploitaties.
Besteding
Conform doelstelling, voor 2014 is een onttrekking van € 456.000 geraamd.
Omvang per 1-1-2014
€ 1.837.160
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve bodemsanering
Nummer/Afd.
8100369
Raadsbesluit
05.0052
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Het ondersteunen van projecten waarbij bodemverontreiniging wordt aangetroffen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Jaarlijks wordt de reserve bodemsanering gevoed uit de vereveningsreserve. In 2010 is het restant van de ISV-1-gelden inclusief rente van € 2,7 mln. toegevoegd aan de reserve bodemsanering. In 2012 is uit de vereveningsreserve een bedrag van € 1,07 mln. overgeheveld naar de reserve bodemsanering.
Besteding
Met name de sanering van het voormalige Nuon-terrein zal uit deze reserve worden gedekt, voor 2014 staat een onttrekking van € 4.579.000 geraamd.
Omvang per 1-1-2014
€ 4.063.843
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Reserve vastgoedexploitatie Stadsgehoorzaal
Nummer/Afd.
8100370
Raadsbesluit
n.v.t.
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van een nog in te stellen krediet voor investeringen in de Stadsgehoorzaal.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Bestemmen van specifieke gelden ten behoeve van dekking nog in te stellen krediet voor investeringen in de Stadsgehoorzaal.
Besteding
Dekking kapitaallasten voor een bedrag van € 23.000.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Overige gegevens | 237
Naam
Reserve vastgoedexploitatie Stadsgehoorzaal
Omvang per 1-1-2014
€ 819.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve onrendabele investeringen op onderwijsgebouwen
Nummer/Afd.
8100371
Raadsbesluit
07.0099
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Dekking van de kapitaallasten onderwijsgebouw De Wissel.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De reserve wordt gevoed door het verwachte resultaat op de ontwikkeling van het Bizetpad.
Besteding
De dekking van kapitaallasten voor de bouw van school De Wissel van jaarlijks € 84.000.
Omvang per 1-1-2014
€ -84.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De bestemmingsreserve onrendabele investeringen op onderwijsgebouwen is bij PRIL – de rekening 2010 afgesloten en het resterende saldo van € 252.744 overgeheveld naar de vereveningsreserve grondexploitaties. De jaarlijkse onttrekking van € 84.000 is echter in de begroting blijven staan met als gevolg dat er ultimo 2017 een tekort van € 420.000 wordt geprognotiseerd in de reserve onrendabele investeringen op onderwijsgebouwen. Bij de tweede bestuursrapportage 2013 wordt een voorstel gedaan hoe met deze negatieve reservestand in de jaren 2014-2017 om te gaan.
Naam
Reserve herstructurering woongebieden De Sleutels van Zijl en Vliet
Nummer/Afd.
8100372
Raadsbesluit
06.0883
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Het verrekenen van tekorten op de grondexploitatie bij herstructureringsplannen van woongebieden van De Sleutels van Zijl en Vliet met De Sleutels van Zijl en Vliet, waarbij de corporatie zelf de grondexploitatie voert, conform de Raamovereenkomst met DSvZeV (zie verder raadsvoorstel/ besluit betreffende de Raamovereenkomst Stedelijke Herstructurering Ons Doel, RB 07.0023).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Conversie van erfpachtovereenkomsten.
Besteding
Conform raamovereenkomst DSZ&V waaronder Kooiplein en Alexanderstraat.
Omvang per 1-1-2014
€ 2.391.392
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Vastgoedzaken en ontwikkeling
Bijzonderheden
Naam
Reserve Herstructurering Woongebieden Ons Doel
Nummer/Afd.
8100373
Raadsbesluit
RV 07.0023
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
238 | Overige gegevens
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Naam
Reserve Herstructurering Woongebieden Ons Doel
Doel
Het verrekenen met Ons Doel van tekorten op de grondexploitatie bij herstructureringsplannen van woongebieden van Ons Doel, waarbij de corporatie zelf de grondexploitatie voert (conform de Raamovereenkomst Stedelijke Herstructurering Ons Doel).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Uit gelden die afkomstig zijn uit de conversie van de geëxpireerde erfpachtcontracten naar volledig eigendom van Ons Doel. Jaarlijkse rentedotatie.
Besteding
Het dekken van de tekorten die ontstaan in de grondexploitatie bij herstructureringsplannen van woongebieden van Ons Doel, waarbij de corporatie zelf de grondexploitatie voert.
Omvang per 1-1-2014
€ 4.605.793
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve renterisico erfpachtbedrijf
Nummer/Afd.
8100375
Raadsbesluit
08.0050
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor dekking renterisico's van het erfpachtbedrijf.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
-
Voeding
Dotatie uit Vereveningsreserve van € 250.000 - RB08.0050 per jaar.
Besteding
In te zetten bij het plaatsvinden van de genoemde risico's, voor 2014 is een onttrekking van € 300.000 geraamd.
Omvang per 1-1-2014
€ 450.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve risico’s projecten met uitvoeringsbesluit
Nummer/Afd.
8100376
Raadsbesluit
RV 08.0050
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van de projecten en algemene risico’s in de grondexploitatieprojecten met uitvoeringsbesluit.
Datum realisatie
N.v.t.
Datum opheffing
N.v.t.
Voeding
Dotaties uit vereveningsreserve.
Besteding
In te zetten bij het plaatsvinden van de genoemde risico’s in het PRIL 2013 van de projecten in uitvoering door middel van besluitvorming bij het PRIL.
Omvang per 1-1-2014
€ 8.798.871
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Overige gegevens | 239
Naam
Reserve risico’s projecten na kaderbesluit
Nummer/Afd.
8100377
Raadsbesluit
RV 08.0050
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van de projecten en algemene risico’s in de grondexploitatieprojecten na kaderbesluit.
Datum realisatie
N.v.t.
Datum opheffing
N.v.t.
Voeding
Dotaties uit vereveningsreserve.
Besteding
In te zetten bij het plaatsvinden van de genoemde risico’s in het PRIL 2013 van de projecten voor uitvoering door middel van besluitvorming bij het PRIL.
Omvang per 1-1-2014
€ 3.983.990
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve NV Stadsherstel
Nummer/Afd.
8100378
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Deze bestemmingsreserve kan aangewend worden ter financiering van het gemeentelijk aandeel in het startkapitaal van de NV Stadsherstel.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet, voor 2014 is geen onttrekking geraamd.
Omvang per 1-1-2014
€ 2.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Lammenschanspark
Nummer/Afd.
8100379
Raadsbesluit
Kaderbesluit Herontwikkeling Lammenschanspark (RV 11.0069).
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Dient ter dekking van de plankosten en kapitaallasten voortvloeiende uit het project Lammenschanspark.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De reserve wordt conform RV11.0053 gevoed door een dotatie van € 2,7 mln. uit de Vereveningsreserve Grondexploitaties. Dotatie uit de Vereveningsreserve Grondexploitaties conform RV 11.0069 ad. € 6.100.000. In de nota vermogensbeheer (RB 05.0052) is afgesproken dat alle reserves en voorzieningen uit het vermogensbeheer rentedragend zullen worden.Voor 2014 is de begrote rentedotatie € 24.000,-.
Besteding
Dekking van de plankosten voortvloeiende uit het project Lammenschanspark, voor 2014 staat een onttrekking van € 796.000 geraamd. Dit bedtref plankosten € 750.000,- en kapitaallasten € 46.400,-
Omvang per 1-1-2014
4.759.638
Maximale omvang
n.v.t.
240 | Overige gegevens
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Naam
Bestemmingsreserve Lammenschanspark
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve voorziene investeringen
Nummer/Afd.
8100380
Raadsbesluit
08.0091 (vaststelling begroting 2009)
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
De reserve is ingesteld bij samenstelling van de begroting 2009. Via deze reserve wordt een voordelige ontwikkeling in het meerjarenbeeld als gevolg van een herberekening van de kapitaallasten beschikbaar gehouden voor de dekking van voorziene grote investeringsopgaven.
Datum realisatie
2008
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Ontwikkeling in de kapitaallasten respectievelijk de afroming van de stelpost grote investeringen.
Besteding
Conform doelstelling. De reserve is geheel ingezet ter dekking van het project Ringweg Oost. Het beschikbaar gestelde voorbereidingskrediet wordt hieruit gedekt. De reserve is bij RB 13.0061 tijdelijk aangewend voor de versterking van de concernreserve. In de periode 2014-2017 worden voor hetzelfde bedrag weer toevoegingen aan de reserve gedaan. De berekende negatieve stand zal in werkelijkheid niet worden gerealiseerd en loopt in de meerjarenraming weer volledig weg.
Omvang per 1-1-2014
€ -1.864.474
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Concern/Middelen en Control
Bijzonderheden
Naam
Reserve weerstandsvermogen parkeren en investeringen
Nummer/Afd.
8101103
Raadsbesluit
12.0058
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Belangrijkste doelstelling van de reserve is in eerste instantie de tijdelijke dekking van de cashflowproblemen in de Vereveningsreserve Grondexploitaties voor de jaren 2012-2014, daarna de tijdelijke cahflowproblemen van de parkeergarages Garenmarkt en Lammermarkt, met als einddoel investeren in de stedelijke vernieuwing.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Reserve afkoopsommen erfpacht.
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden middels raadsbesluit.
Omvang per 1-1-2014
€ 9.090.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve kapitaallasten Brede School De Merenwijk
Nummer/Afd.
8101116
Raadsbesluit
12.0149
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Dient ter dekking van de kapitaallasten voortvloeiende uit het krediet "verbouw Brede School De Merenwijk".
Datum realisatie
2013
Datum opheffing
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Overige gegevens | 241
Naam
Reserve kapitaallasten Brede School De Merenwijk
Voeding
Dotatie uit bestemmingsreserve GSB-middelen ISV-EZ conform RB 12.0149 ad. € 500.000.In de nota beleidskader "reserves en voorzieningen" (RB 12.0011) is afgesproken dat alle reserves die ter dekking van de kapitaallasten zijn ingesteld de omslagrente vergoed zullen krijgen.
Besteding
Dekking van de kapitaallasten voortvloeiende uit het krediet "verbouw Brede School De Merenwijk", voor 2014 een bedrag van € 44.000.
Omvang per 1-1-2014
€ 582.450
Maximale omvang Minimale omvang Bijzonderheden
Naam
Reserve exploitatie Oppenheimstraat
Nummer/Afd.
8101234
Raadsbesluit
13.0038
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Bijdrage aan exploitatie Oppenheimstraat.
Datum realisatie
2013
Datum opheffing
2053
Voeding
Eenmalige dotatie vanuit programma 7 (€ 100.000) en een eenmalige dotatie vanuit vereveningsreserve
Besteding
Jaarlijkse bijdrage aan de exploitatie Oppenheimstraat ter compensatie van het exploitatietekort.
Omvang per 1-1-2014
€
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
6.2.7 Toelichting reserves programma 7 Naam
Reserve vastgoedexploitatie BSLN
Nummer/Afd.
8100555
Raadsbesluit
08.0047
Programma
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Doel
De reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord dient om de kapitaallasten die voortvloeien uit het vastgoedkrediet voor investeringen van de Brede School Leiden Noord te dekken.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Voeding
De reserve wordt gevoed uit de vereveningsreserve: a. de verwachte eindwaarde van de grondexploitatie Brede School Leiden Noord van € 4.146.789 is in 2011 gestort in de reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord; b. de bijdrage uit de Vereveningsreserve Grondexploitaties ter dekking van het vastgoedkrediet BSLN van € 1.500.000 (RV 08.0050, PRIL 2008) is in 2009 gestort in de reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord; c. de opbrengsten tijdelijke huisvesting van € 247.000 (restwaarden gebouw Viersprong / portocabin HOED en huuropbrengsten) worden gestort in de reserve vastgoedexploitatie Brede School Leiden Noord.
Besteding
Een deel van de kapitaallasten van de Brede School Leiden Noord wordt gedekt uit de reserve (zie RV 08.0047).
Omvang per 1-1-2014
€ 5.450.999
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
242 | Overige gegevens
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Naam
Reserve kapitaallasten nieuwbouw Da Vinci
Nummer/Afd.
8100556
Raadsbesluit
09.0073
Programma
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de nieuwbouw van de VMBO-school Da Vinci College nabij station Lammenschans.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Dotatie uit Vereveningsreserve per 01-07-2009 van € 5.244.000 Opbrengst grondverkoop aan CCL april 2009 € 2.000.000 Dekking vrijval behoedzaamheidsreserve 2007 (RB 07. 0016) € 2.300.000 Reservering Vereveningsres. Grondexploitaties (RB 06.0137) € 2.000.000
Besteding
In te zetten voor de nieuwbouw en rentebetalingen van het Da Vinci College, gerealiseerd binnen de nieuwbouw van het ROC-complex nabij het station Lammenschans. Vanaf 2012 wordt jaarlijks € 288.600 onttrokken.
Omvang per 1-1-2014
€ 12.925.400
Maximale omvang
-
Minimale omvang
-
Realisatie/Stadskennis en cultuur
Bijzonderheden
Naam
Reserve combinatiefuncties
Nummer/Afd.
8100557
Raadsbesluit
09.0120
Programma
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Doel
Vanaf 2008 is de rijksregeling Impuls Brede Scholen Sport en Cultuur in werking getreden. Via deze regeling ontvangt de gemeente een bijdrage voor het realiseren van combinatiefuncties in enerzijds het onderwijs en anderzijds in de sectoren sport en cultuur. De belangrijkste doelstellingen van het Rijk bij deze regeling zijn: ■ ■ ■ ■
Realisatie/Stadskennis
de uitbreiding van het aantal brede scholen met een sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs; de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sport voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen; het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met een of meer kunst- en cultuurvormen.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Deze reserve wordt gevoed met de rijksbijdragen 2008 en 2009 van € 465.000, de onderuitputting BOS-projecten van € 50.000 en een onttrekking uit de voorziening risico GSB €563.000.
Besteding
Op de combinatiefuncties zit in de jaren 2010 t/m 2015 een begroot tekort. Met deze reserve wordt dit tekort jaarlijks aangevuld. Het is evenwel ook mogelijk dat een overschot in enig jaar aan de reserve wordt toegevoegd. In 2014 staat een onttrekking begroot van € 655.000.
Omvang per 1-1-2014
€ 1.243.664
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve centra voor jeugd en gezin
Nummer/Afd.
8100558
Raadsbesluit
10.0056
Programma
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Doel
Het egaliseren van de jaarlijkse kosten die betrekking hebben op het realiseren van vier nieuwe centra voor jeugd en gezin.
Datum realisatie
2009
Realisatie/Stadskennis
Overige gegevens | 243
Naam
Reserve centra voor jeugd en gezin
Datum opheffing
-
Voeding
Tot en met 2011 worden vanuit het Rijk middelen voor de realisatie van centra voor jeugd en gezin als brede doeluitkering verstrekt. Hierna is de verwachting dat deze middelen via de algemene uitkering als decentralisatieuitkering zullen worden verstrekt. Bij de jaarrekening 2009 is voorgesteld om een bedrag van € 200.000 in de reserve te storten. Tot en met 2013 wordt de reserve als egalisatiereserve ingezet. De fluctuerende uitgaven hebben te maken met de eenmalige inrichtingskosten die met het openen van een nieuw centrum gepaard gaan.
Besteding
Tot en met 2013 wordt de reserve ingezet als egalisatiereserve, totdat de begrote hoogte van structurele uitgaven weer met elkaar overeenkomt.
Omvang 1-1-2014
€ 200.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Bij de 2e bestuursrapportage 2013 is voorgesteld deze reserve in te zetten voor de decentralisatie jeugdzorg.
Naam
Reserve Onderwijshuisvesting
Nummer/Afd.
8100559
Raadsbesluit
11.0044
Programma
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Doel
Dekking van kosten voor beleid en uitvoering onderwijshuisvesting
Datum realisatie
2011/2012
Datum opheffing
-
Voeding
Incidenteel uit exploitatiemiddelen. E.e.a. besloten bij de bestuursrapportage 2011 en 2012.
Besteding
Dekking van kosten voor beleid en uitvoering onderwijshuisvesting. In het Integraal huisvestingsplan Onderwijs (RV 12.0018) is besloten om van 2012 tot 2014 het tekort op de huidige kosten voor OZB aan te vullen vanuit de reserve.
Omvang per 1-1-2014
€ 610.704
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Onderwijshuisvesting Nuon
Nummer/Afd.
8100560
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Doel
Met de middelen in deze bestemmingsreserve kunnen verschillende onderwijsvoorzieningen (versneld) gerealiseerd worden.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”.
Besteding
Onttrekkingen t.b.v. onderwijshuisvesting kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet. E.e.a. is In het Integraal huisvestingsplan Onderwijs 2012 e.v. vastgelegd.
Omvang per 1-1-2014
€ 13.431.486
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Bij het Integraal huisvestingsplan Onderwijs (RV 12.0018) zijn diverse investeringen aangewezen waarbij deze reserve als dekking dient. Voor 2014 is € 2.800.000 gereserveerd voor 'Nieuwbouw Da Vinci College-Kagerstraat.
Naam
Reserve kapitaallasten gymzaal binnenstad
Nummer/Afd.
8101100
244 | Overige gegevens
Realisatie/Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Realisatie/Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Realisatie/Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Naam
Reserve kapitaallasten gymzaal binnenstad
Raadsbesluit
13.0031
Programma
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Doel
Jaarlijkse onttrekking van de kapitaallasten (onderdeel afschrijving) van de geactiveerde investering voor de gymnastiekzaal in de binnenstad.
Datum realisatie
2013
Datum opheffing
Uiterlijk 2053
Voeding
Onttrekking per 1 januari 2013 van € 1.000.000 aan de reserve onderwijshuisvesting NUON.
Besteding
Jaarlijkse onttrekking van de kapitaallasten (onderdeel afschrijving) van de geactiveerde investering voor de gymnastiekzaal in de binnenstad.
Omvang per 1-1-2014
€ 1.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve kapitaallasten gymnastieklokaal Oppenheimstraat
Nummer/Afd.
8101233
Raadsbesluit
13.0038
Programma
Programma 7 Jeugd en Onderwijs
Doel
Jaarlijkse onttrekking van de kapitaallasten van de geactiveerde investering voor de gymnastiekzaal Oppenheimstraat.
Datum realisatie
2013
Datum opheffing
Uiterlijk 2053
Voeding
Onttrekking per 1 januari 2013 van € 900.000 aan de reserve onderwijshuisvesting NUON. Jaarlijkse rentedotatie 3,5% (omslagrentte) conform het Beleidskader Reserves en Voorzieningen (RB12.0011)
Besteding
Jaarlijkse onttrekking van de kapitaallasten van de geactiveerde investering voor de gymnastiekzaal Oppenheimstraat.
Omvang per 1-1-2014
€
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijzonderheden
6.2.8 Toelichting reserves programma 8 Naam
Reserve publicaties Erfgoed Leiden en omstreken
Nummer/Afd.
8100059
Raadsbesluit
1987
Programma
Programma
Doel
De opbrengsten van publicaties en schenkingen etc. worden ingezet voor nieuwe initiatieven van publicaties etc.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Inkomsten uit publicaties en subsidies, schenkingen, legaten e.d.
Besteding
Conform doelstelling.
Omvang per 1-1-2014
€ 170.197
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Archief
Overige gegevens | 245
Naam
Reserve publicaties Erfgoed Leiden en omstreken
Bijzonderheden
Naam
Reserve aankopen kunst Museum De Lakenhal
Nummer/Afd.
8100665
Raadsbesluit
09.0097
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Het doel van de reserve is de egalisatie van gerealisieerde bijdragen aan en aankopen van specifieke kunstobjecten ten opzichte van de begroting door Museum De Lakenhal over meerdere jaren. Daarnaast kan de reserve fungeren als spaarpot voor grotere aankopen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De reserve wordt gevoed wanneer er ten opzichte van de begroting voor specifieke aankopen meer bijdragen van derden zijn ontvangen dan wel wanneer er voor de aankopen minder is uitgegeven.
Besteding
De reserve is bedoeld voor aankopen van kunstwerken ten behoeve van Museum De Lakenhal.
Omvang per 1-1-2014
€ 295.650
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Bijzonderheden
Naam
Bedrijfsreserve Museum De Lakenhal
Nummer/Afd.
8100666
Raadsbesluit
09.0034
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
De doelstelling is de egalisatie van resultaten op de bedrijfsvoering en afgesloten projecten over meerdere jaren en om incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen. Met dit instrument wordt beoogd de integrale managementverantwoordelijkheid te concretiseren en de budgetdiscipline te vergroten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Op basis van het bedrijfsresultaat wordt jaarlijks de dotatie/onttrekking bepaald.
Besteding
Concrete bestedingsdoelen zijn: • Opvangen van fluctuaties in bedrijfsresultaat en -risico's • Afdekken risico’s van de organisatie tentoonstellingen
Omvang per 1-1-2014
€ 527.093
Maximale omvang
€ 593.194
Minimale omvang
€ 59.319
Bijzonderheden
geen
Naam
Reserve Investering Molen de Valk
Nummer/Afd.
8100668
Raadsbesluit
07.0012
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Dekking van afschrijvingen.
Datum realisatie
2007
Datum opheffing
Bij afsluiten investering Molen de Valk.
Voeding
Eenmalig bij RV 07.0012 van € 412.500.
Besteding
Dekking van afschrijvingslasten herstel en restauratiewerkzaamheden aan Molen de Valk (krediet 740937).
246 | Overige gegevens
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Naam
Reserve Investering Molen de Valk
Omvang per 1-1-2014
€ 363.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Haagweg 4
Nummer/Afd.
8100670
Raadsbesluit
09.0004
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Dekking van de kapitaallasten van de renovatie Haagweg 4.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Reserveringen binnen het PRIL, uit de Vereveningsreserve Grondexploitaties van € 1.350.000; Reserve Atelierbeleid (product 540.04 Reserve Atelierbeleid) van € 91.000; Beschikbare middelen 2008 ten behoeve van het Cultuurfonds 2008 (product 540.01 Theater) van € 100.000,- bij resultaatbestemming jaarrekening 2008; Beschikbare middelen 2008 ten behoeve van de kunst in de openbare ruimte (product 540.03 Beeldende Kunst) van € 75.000,- bij resultaatbestemming jaarrekening 2008.
Besteding
Kapitaallasten herinrichting en het brandveilig maken van het Haagweg 4 complex, voor 2014 is een ontrekking van € 115.000 geraamd.
Omvang per 1-1-2014
€ 1.263.306
Maximale omvang
-
Minimale omvang
-
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Bijzonderheden
Naam
Reserve Archeologisch park Matilo
Nummer/Afd.
8100671
Raadsbesluit
08.0073
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Bestemmen van specifieke gelden voor de dekking van het project inrichting Park Matilo.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Dotatie uit vereveningsreserve van drie gelijke jaarschijven voor totaal een bedrag van € 3,75 mln.
Besteding
In te zetten voor de realisatie van de investeringen het wijkpark Matilo.
Omvang per 1-1-2014
€ 11.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Bij de perspectiefnota's 2010 (€ structureel € 64.192) en 2011 (structureel € 68.287) zijn financiële middelen voor het beheer beschikbaar gesteld.
Naam
Reserve herontwikkeling sportveld
Nummer/Afd.
8100672
Raadsbesluit
10.0056
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Deze reserve heeft tot doel de middelen te reserveren die zijn toegekend voor de ontwikkeling van de Zuidelijke sportvelden en het Montgomery terrein. De middelen dienen een gedeelte van de kapitaallasten voor de Zuidelijke sportvelden en het Montgomeryterrein te dekken.
Vastgoedontwikkeling en Grondzaken
Sportbedrijf
Overige gegevens | 247
Naam
Reserve herontwikkeling sportveld
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
De reserve wordt voornamelijk gevoed door een voortijdige winstneming op de ontwikkeling van het Haagwegkwartier.
Besteding
(Her)ontwikkeling van Sportvelden. Vanaf 2012 zullen een deel van de kosten van de noordelijke sportvelden en herinrichting Montgomerystraat uit deze reserve worden gedekt (€ 115.000).
Omvang per 1-1-2014
€ 1.500.973
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
In het PRIL 2013 (RB13.0065) heeft er een eenmalige ontrekking uit de reserve plaatsgevonden (1.000.000).
Naam
Bestemmingsreserve Uitbreiding foyer Schouwburg
Nummer/Afd.
8100674
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Ter verbetering van de financiële exploitatie van de Schouwburg dient meer ruimte gerealiseerd te worden voor ontvangst van gasten. Daartoe dient de foyer uitgebreid te worden.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet.
Omvang per 1-1-2014
€ 1.000.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve exploitatie De Nobel
Nummer/Afd.
8100677
Raadsbesluit
10.0144
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Bijdrage aan de bijsturingsopgave voor de exploitatie van muziekcentrum De Nobel.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
2053
Voeding
Dotatie vanuit reserve muziekcentrum de Nobel van € 346.180 - RB11.0101
Besteding
Jaarlijkse bijdrage van € 50.000 aan de exploitatie van muziekcentrum De Nobel.
Omvang per 1-1-2014
€ 246.180
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De onttrekking van 2013 is niet benodigd, maar zal voor 2014 gereserveerd blijven, als de Nobel zijn start gaat maken.
Naam
Reserve kapitaallasten De Nobel
Nummer/Afd.
8100678
Raadsbesluit
11.0101
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
248 | Overige gegevens
Naam
Reserve kapitaallasten De Nobel
Doel
Dekking van kapitaallasten ten gevolge van de investering in het gebouw en de theatertechniek.
Datum realisatie
2011
Datum opheffing
2051
Voeding
Dotatie vanuit reserve muziekcentrum De Nobel € 852.820 - RB11.0101 en Jaarschijf 2011 Subsidie op Termijn regeling € 199.927 - RB11.0101. In 2013 betreft het een bedrag van € 198.000.
Besteding
Dekking van de kapitaallasten.
Omvang per 1-1-2014
€ 1649.535
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Jeugdsportfonds Leiden
Nummer/Afd.
8100970
Raadsbesluit
10.0144
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Een reserve Jeugdsportfonds Leiden in te stellen, met als doel aan die reserve jaarlijks bedragen te onttrekken die benodigd zijn voor het door de gemeente Leiden financieren van het Jeugdsportfonds Leiden.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Eenmalige storting van € 222.740
Besteding
De aanwending van de gevormde reserve wordt ingezet voor de financiering van het Jeugdsportfonds Leiden. In 2013 en in 2014 zal € 50.000 worden onttrokken (RV 11.0127).
Omvang per 1-1-2014
€ 66.930
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve Pieterskerk
Nummer/Afd.
8101035
Raadsbesluit
RB.12.0139
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Jaarlijkse subsidiëring van de kapitaallasten (onderdeel afschrijving) van de bij de stichting Pieterskerk geactiveerde investering in de restauratie Pieterskerk.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
Uiterlijk 2020.
Voeding
Onttrekking per 1 januari 2013 van € 5.239.000 aan de reserve compensatie dividend Nuon.
Besteding
Jaarlijkse subsidiëring van de kapitaallasten (onderdeel afschrijving) van de bij de stichting Pieterskerk geactiveerde investering in de restauratie Pieterskerk.
Omvang per 1-1-2014
€ 5.135.690
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve kapitaallasten sportaccomodaties
Nummer/Afd.
8101101
Overige gegevens | 249
Naam
Reserve kapitaallasten sportaccomodaties
Raadsbesluit
12.0118
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Dekking van een deel van de kapitaallasten van investeringen uit de Sportnota, zijnde de kapitaallasten die voortvloeien uit een investeringsvolume van € 9.654.000 voor de vervangingen van het Vijf Meibad en een klein deel van de Vijf Meihal.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
2058
Voeding
Diverse incidentele middelen die in 2011-2013 beschikbaar zijn gesteld voor investeringen in sport en terechtzijn gekomen in verschillende reserves, voorzieningen en het programma Algemene dekkingsmiddelen II. RB 12.0058 € 9.654.000
Besteding
Vanaf 2018 jaarlijks gelijk aan de kapitaallasten van een investeringsvolume van € 9.654.000 en een afschrijvingstermijn van 40 jaar.
Omvang per 1-1-2014
€ 9.654.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
6.2.9 Toelichting reserves programma 9 Naam
Reserve Openbare Geestelijk GezondheidsZorg (OGGZ)
Nummer/Afd.
8100784
Raadsbesluit
00.0124
Programma
Programma 9 Welzijn en zorg
Doel
Het opheffen van knelpunten bij de uitvoering van de (regionale) plannen voor Maatschappelijke opvang en Verslavingszorg
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
In het verleden is een aantal maal besloten om het niet bestede deel van de OGGZ-middelen in deze bestemmingsreserve te storten.
Besteding
Er is een onttrekking geraamd van € 208.000 uit de reserve OGGZ. De onttrekking is nodig voor kosten van het regionaal kompas (raadsbesluit 12.0003 € 184.000) en compensatie herhuisvesting ggz-instellingen (raadsbesluit 11.0023).
Omvang per 1-1-2014
€ 490.165
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Realisatie/Stadsleven
Bijzonderheden
Naam
Bestemmingsreserve Sociaal-maatschappelijke en culturele voorzieningen
Nummer/Afd.
8100785
Raadsbesluit
11.0047
Programma
Programma 9 Welzijn en Zorg
Doel
De bestemmingsreserve biedt mogelijkheden om een aantal leemtes in het aanbod aan sociaal-maatschappelijke voorzieningen te vullen, dit vooruitlopend op de later dit jaar te verschijnen Sociaal-maatschappelijke structuurvisie
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Voeding
Bestemmingsreserve “Opbrengst verkoop aandelen Nuon”
Besteding
Onttrekkingen kunnen plaatsvinden wanneer de raad daartoe besluit via het beschikbaar stellen van een krediet.
250 | Overige gegevens
Naam
Bestemmingsreserve Sociaal-maatschappelijke en culturele voorzieningen
Omvang per 1-1-2014
€ 5.280.485
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Naam
Reserve financiële bijdrage woningonttrekking
Nummer/Afd.
8100978
Raadsbesluit
Ingesteld in 1977
Programma
Programma 9 Welzijn en Zorg
Doel
Het scheppen van vervangende woongelegenheid en het afdekken van risico’s die het gevolg zijn van daling van de woningvoorraad.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2013
Voeding
n.v.t.
Besteding
bn.v.t.
Omvang per 1-1-2014
€ - 322
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Bij de 2e bestuursrapportage 2013 worden de reserves doorgelicht. Deze reserve zal daarbij worden opgeheven.
Service en informatie
6.2.10 Toelichting reserves programma 10 Naam
Bestemmingsreserve frictiekosten ID/WIW-banen
Nummer/Afd.
8100855
Raadsbesluit
11.0086
Programma
Programma 10 Werk en Inkomen 2
Doel
De kosten van de ID-banen (werkgever betaalt het salaris en de gemeente verstrekt een loonkostensubsidie) en van de WIW-banen die extern gedetacheerd zijn (de gemeente is werkgever en betaalt het salaris, de inlenende organisatie betaalt een inleenvergoeding) worden tot 2012 grotendeels ten laste gebracht van het Participatiebudget. Vanaf 2012 wordt het aandeel in de kosten dat ten laste komt van het Participatiebudget lager en nemen in principe de kosten toe bij de werkgevers (ID) en bij de inlenende organisaties (WIW). Om deze extra kosten te dekken dienen de externe organisaties in eerste instantie zelf extra middelen te genereren. De gemeente kan eventueel extra middelen verschaffen maar dan ten laste van het budget van het desbetreffende beleidsveld waarin de ID/WIW'er werkzaam is. De inzet is erop gericht om de nuttige activiteiten voort te zetten en om ontslag waar mogelijk te voorkomen. De reserve is nodig om de frictiekosten te kunnen opvangen. Het in 2012 opgestelde bestedingsplan (RV 12.0020) is ten uitvoer gebracht.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
31-12-2014
Voeding
Er vindt in 2012 een eenmalige storting plaats van € 750.000.
Besteding
Conform bestedingsplan.
Omvang per 1-1-2014
€ 43.647
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
Bij de 2e bestuursrapportage 2013 vindt een doorlichting van de reserves plaats. Er zal dan worden voorgesteld om de reserve op te heffen.
Lege alinea
Overige gegevens | 251
Naam
Bedrijfsreserve DZB
Nummer/Afd.
8100857
Raadsbesluit
09.0034
Programma
Programma 10 Werk en Inkomen
Doel
Het opvangen van jaarlijkse schommelingen in de bedrijfsvoeringkosten en om knelpunten in de exploitatie op te lossen.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Een voordelig exploitatieresultaat. De minimale omvang van de bedrijfsreserve bedraagt 1% en de maximale omvang 10% van de totale exploitatielasten (RV 09.0034). Daarnaast is een vaste storting geraamd van € 45.016.
Besteding
Onttrekking van jaarlijks € 9.344 houdt verband met de destijds hogere investeringen bij nieuwbouw Kas Kwekerij. Besloten is dat hogere kapitaallasten als gevolg van de hogere investering door DZB binnen haar eigen exploitatie op te vangen, waarbij tevens is afgesproken om de hogere kapitaallasten te onttrekken uit de bedrijfsreserve DZB (RV 09.0037 ). De Kas wordt afgeschreven in 20 jaar.
Omvang per 1-1-2014
€ 2.537.534
Maximale omvang
(RV 12.0011)
Minimale omvang
(RV 12.0011)
DZB
Bijzonderheden
Naam
Reserve zachte landing
Nummer/Afd.
8101090
Raadsbesluit
12.0097
Programma
Programma 10 Werk en Inkomen
Doel
Dekking kosten herstructurering DZB.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
2016
Voeding
Er is een dotatie geweest van € 1.000.000 bij de 2e Bestuursrapportage 2012 (RB 12.0120). Het sociaal akkoord zorgt voor een positief resultaat op de DZB-begroting 2014 van € 570.000. Er is besloten om € 300.000 vrij te laten vallen als dekking voor de algemene dekkingsproblematiek en € 270.000 wordt gestort in de reserve zachte landing rijksbezuinigingen gestort (PN 2014).
Besteding
Frictiekosten die ontstaan bij de herstructering (RB 12.0097) in 2014. In 2014 is een onttrekking van € 360.000 geraamd.
Omvang per 1-1-2014
€ 360.000
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
-
Bijzonderheden
Eerst zou de concernreserve worden ingezet voor oormerking van dit bedrag. Door de val van het kabinet Rutte I zijn de ontwikkelingen op het terrein en inkomen, die verband hielden met de concept wet Werken naar Vermogen op PM gezet. Om de geoormerkte bedragen binnen de concernreserve € 1.000.000 veilig te stellen is een afzonderlijke reserve ingesteld. Nu zullen de herstructureringskosten gedekt worden via deze aparte bestemmingsreserve.
DZB
6.2.11 Toelichting reserves algemene dekkingsmiddelen Algemene reserve Naam
Concernreserve
Nummer/Afd.
8100908
Raadsbesluit
05.0055
Programma
Programma Algemene Dekkingsmiddelen
Doel
De concernreserve dient als buffer voor de afdekking van niet-kwalificeerbare risico’s en de egalisatie van exploitatieresultaten. De minimale omvang van de concernreserve is vastgesteld op € 10 miljoen.
252 | Overige gegevens
Concern/Middelen en Control
Naam
Concernreserve
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Rekeningsresultaten worden toegevoegd aan de Concernreserve. Verder wordt de Concernreserve gebruikt voor het sluitend maken van het meerjarenbeeld bij de Begroting of Perspectiefnota waarbij toevoegingen kunnen voorkomen.
Besteding
De concernreserve is in principe vrij besteedbaar met inachtneming van het weerstandsvermogen van € 10 miljoen; dit is een harde ondergrens. Jaarlijks wordt met het bestemmingsvoorstel het meerdere aangewend. Verder wordt de Concernreserve gebruikt voor het sluitend maken van het meerjarenbeeld bij de Begroting of Perspectiefnota waarbij onttrekkingen kunnen voorkomen.
Omvang per 1-1-2014
€ 5.005.135
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
€ 10 miljoen
Bijzonderheden
Naam
Reserve Verkoop aandelen Nuon
Nummer/Afd.
8100909
Raadsbesluit
09.0038
Programma
Programma Algemene Dekkingsmiddelen
Doel
Het reserveren van de verkoopopbrengst aandelen Nuon in afwachting van nadere besluitvorming door de gemeenteraad.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Deel van de verkoopopbrengst aandelen Nuon.
Besteding
Het vrij besteedbare bedrag wordt na besluitvorming door de raad over de bestemming van de verkoopopbrengst onttrokken of geoormerkt.
Omvang per 1-1-2014
€ 2.457.772
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Bijzonderheden
De meeropbrengst van de aandelen is inmiddels volledig geoormerkt. De bespaarde rente van € 2.069.000 die aan deze reserve is toegevoegd zal worden ingezet voor de versterking van de concernreserve in 2012 waarvoor u een separaat voorstel ontvangt. Het resterende gedeelte van de reserve is geoormerkt overeenkomstig de verdeling in de programmabegroting 2011 (pag19/20)
Concern/Middelen en Control
Bestemmingsreserves Naam
Reserve compensatie dividend Nuon
Nummer/Afd.
8100907
Raadsbesluit
09.0111
Programma
Programma Algemene Dekkingsmiddelen
Doel
Het reserveren van een deel van de verkoopopbrengst aandelen Nuon Energy voor compensatie van het wegvallende dividend in de begroting. In het geval de reserve wordt aangesproken voor anderel doeleinden moet het renteverlies gecompenseerd worden.
Datum realisatie
2009
Datum opheffing
-
Voeding
Deel van de verkoopopbrengst aandelen Nuon. Storting 2014 € 4.062.000 Storting 2015 € 4.774.000 Rekening houdend met deze toevoegingen komt de reserve weer op het vereiste minimum.
Besteding
RB. 12.0098 Perspectiefnota 2013-2016: Onttrekking 2013 t.g.v. concernreserve € 8.836.000 Onttrekking 2013 i.v.m. balansverkorting € 39.252.700 Onttrekking 2013 i.v.m. balansverkorting € 5.054.755
Concern/Middelen en Control
Overige gegevens | 253
Naam
Reserve compensatie dividend Nuon
Omvang per 1-1-2014
€ 51.373.300
Maximale omvang
€ 117.500.000
Minimale omvang
€ 60.209.000
Bijzonderheden
Naam
Reserve GSB-middelen ISV en EZ
Nummer/Afd.
8100910
Raadsbesluit
10.0056
Programma
Programma Algemene Dekkingsmiddelen
Doel
Middelen om projecten te dekken voor de realisatie van prestatieafspraken in het kader van GSB met het Rijk.
Datum realisatie
2010
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Resterende middelen van de GSB-periode 2005-2009 als gevolg van de afrekening ISV I, ISV II en de BDU EZ met het Rijk. In 2014 zal een bedrag in deze reserve worden gestort van € 1.861.231 vanuit de algemene uitkering.
Besteding
Een achttal projecten op basis van raadsvoorstel 11.0083. In 2014 staan 4 bestedingen begroot: Bureaukosten ISV III € 7.500 Beleidskader winkelvoorzieningen binnenstad € 25.000 Kooiplein € 1.175.000 Gevelsanering € 325.000
Omvang per 1-1-2014
€ 4.755.278
Maximale omvang
n.v.t.
Minimale omvang
n.v.t.
Sociaal en Economisch Beleid
Bijzonderheden
Naam
Reserve plankosten bedrijfsvoering
Nummer/Afd.
8101102
Concern/Middelen en Control
Raadsbesluit Programma
Algemene dekkingsmiddelen deel II (onderdeel saldikostenplaatsen bedrijfsvoering)
Doel
De primaire functie van deze reserve is de dekking van de plankosten van projecten in de definitiefase. De secundaire functie van deze reserve is het oplossen van knelpunten met betrekking tot de nieuwe plankostensystematiek.
Datum realisatie
2013
Datum opheffing
Vooralsnog niet ter sprake.
Voeding
De reserve wordt jaarlijks (structureel) gevoed door de budgettaire verschuiving die teweeg wordt gebracht als gevolg van de invoering van de Nota Plankosten Leiden. Daarnaast kunnen plankosten in de definitiefase bij het nemen van een kaderbesluit eventueel terugvloeien naar de reserve (rekening houden met BBV voor het activeren van plankosten).
Besteding
College is bevoegd orgaan. Bestedingen vinden plaats na collegebesluit.
Omvang per 1-1-2014
€ 238
Maximale omvang
Een optelsom van de storting in deze reserve van de afgelopen twee jaar. 2013 € 1.965.238 + 2014 € 1.779.240 = € 3.744.478.
Minimale omvang
geen.
Bijzonderheden
Aanwending van de reserve bedrijfsvoering plankosten kan, zonder voorafgaand raadsbesluit, door het College van B&W plaatsvinden. Verantwoording vindt plaats bij de bestuursrapportage(s) en de jaarrekening. Indien het saldo van de reserve bedrijfsvoering in enig jaar boven het maximum komt, wordt het meerdere bij de jaarrekening toegevoegd aan de concernreserve.
254 | Overige gegevens
6.3 Toelichting voorzieningen Toelichting Voorzieningen Programma 1 Naam
Voorziening pensioenen wethouders
Nummer/Afd.
8105151
Raadsbesluit
-
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Doel
Voorziening om de toekomstige pensioenverplichtingen aan (oud)-wethouders af te dekken.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Conform de actuariele berekeningen.
Besteding
-
Omvang per 1-1-2014
€ 4.516.000
Concern/Middelen en Control
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Internationale Samenwerking
Nummer/Afd.
8105159
Raadsbesluit
12.0073
Programma
Programma 1 Bestuur en dienstverlening
Doel
Inzet ten behoeve van projecten geoormerkt in het kader van de Internationale Samenwerking.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De voorziening wordt gevoed vanuit ontvangen projectgelden van derden in het kader van de internationale samenwerking.
Besteding
Projecten geoormerkt binnen het kader van de Internationale Samenwerking.
Omvang per 1-1-2014
€ 139.000
Concern/Middelen en Control
Bijzonderheden
Toelichting Voorzieningen Programma 2 Naam
Voorziening Veiligheidsbeleid (VB)
Nummer/Afd.
8105060
Raadsbesluit
Raadsbesluit begroting 2013
Programma /Beleidsproduct
Programma 2 Veiligheid Beleidsproduct 140.01 OOV/Veiligheidshuis
Doel
Egalisatie van de kosten programma veiligheid, cameratoezicht en tussentijdse evaluatie veiligheidsprogramma.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan
Voor de kosten van het cameratoezicht is een voorziening voor zeven jaar onderhoud gerealiseerd, waarbij jaarlijks € 50.000 uit de voorziening kan worden onttrokken om dekking hieraan te geven. Daarnaast zijn er nog gelden t.b.v. RIEC, inbraakpreventie en fietsendiefstal.
Voeding
n.v.t.
Besteding
Voorziening RIEC € 100.000 idem inbraakpreventie € 50.000 idem fietsendiefstal € 50.000 Cameratoezicht € 300.000
Concern / Openbare orde en Veiligheid
Overige gegevens | 255
Naam
Voorziening Veiligheidsbeleid (VB)
Omvang per 1-1-2014
€ 415.000
Bijzonderheden
Deze voorziening vormde tot en met 2012 onderdeel van de Voorziening MO/VB/OGGZ. Omdat budgethouder voor het onderdeel Veiligheidsbeleid Openbare Orde en Veiligheid is en voor de overige onderdelen de budgethouder Realisatie / Stadskennis en Cultuuur, is besloten om de Voorziening MO/VB/OGGZ te splitsen. Dit betreft restantbedragen t.b.v. deze doelen die zijn toegekend ten gevolge van RV 08.0125 (Cameratoezicht) en BW besluit 08.1057 (tussentijdse evaluatie veiligheidsprogramma 2005-2009 (RIEC, inbraakpreventie en fietsendiefstal)).
Toelichting voorzieningen programma 3 Er zijn geen voorzieningen binnen dit programma. Toelichting voorzieningen programma 4 Naam
Voorziening Afwikkeling VOC-gelden
Nummer/Afd.
8105154
Raadsbesluit
-
Programma
Programma 4 Bereikbaarheid
Doel
Afwikkeling van nog lopende zaken in de overdracht van de vervoersautoriteit van Leiden naar de provincie ZuidHolland en de afwikkeling van nog lopende zaken in de door Leiden verleende en inmiddels verlopen openbaar vervoersconcessie.
Datum realisatie
01/01/2006
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De voeding is eenmalig en bestaat uit de saldi van de hernoemde ‘Voorziening VOC-gelden toegankelijkheidsfonds’ (0814101/BoWo) en de opgeheven voorzieningen ‘Voorziening VOC-gelden infrastructuurfonds’ (0814102/BoWo), ‘Voorziening VOC-gelden productiefonds’ (0814103/BoWo) en ‘Voorziening VOCgelden innovatiefonds (experimenten)’ (0814104/BoWo).
Besteding
-
Omvang per 1-1-2014
€ 426.000
Realisatie/Stadsontwerp
Bijzonderheden
Toelichting voorzieningen programma 5 Naam
Voorziening boomregeling wijk
Nummer/Afd.
8105003
Raadsbesluit
96.0075
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Egalisatie van de kosten voor het duurzaam in stand houden van bepaalde monumentale, bijzondere of waardevolle bomen, boomgroepen of houtopstand en dergelijke.
Datum realisatie
9-7-1996
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Bomenverordening en Meerjaren Onderhoudsprogramma Groen.
Voeding
Egalisatie van de kosten voor het duurzaam instandhouden van bepaalde monumentale, bijzondere of waardevolle bomen, boomgroepen of houtopstand e.d.
Besteding
Herplantbijdrage en vergoedingen wegens toegebrachte schade.
Omvang per 1-1-2014
€ 800.000
Bijzonderheden
De claims die drukken op de voorziening zijn: Willem de Zwijgerlaan (€ 437.252), Diamantlaan (€ 230.500), Groenoord (€ 75.068), Morspoortgarage (RV 09.0128) (€ 75.757), Universiteit Science park (€ 228.600), Park Matilo (€ 169.250), 1000 bomenplan, 2e fase (€ 200.000), Bijdr.VTA onderzoek part. bomen (€ 5.000). Subtotaal verplichtingen/gelabeld (€ 1. 421.427).
256 | Overige gegevens
StedelijkBbeheer
Naam
Voorziening riolering
Nummer/Afd.
8105004
Raadsbesluit
-
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Toekomstige vervangingsinvesteringen rioleringen, die wordt ingezet voor de dekking van pieken in het IP, het betreft vervangingen van investeringen die in het verleden in één keer zijn afgeschreven (ten laste van grondexploitatie of extra geld van het rijk in de artikel-12 situatie); tevens dient de voorziening voor het groot onderhoud van de gemalen
Datum realisatie
-16-9-2009
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan
Het rioleringsplan is de basis voor de vervanging van rioleringen en voor groot onderhoudsmaatregelen. De werkelijke vervanging per jaar is deels afhankelijk van verbetering- en reconstructiewerk, waardoor de omvang van het onderhoudswerk per jaar kan verschillen.
Voeding
In 2014 staat een dotatie van € 1.121.000 voorzien.
Besteding
-
Omvang per 1-1-2014
€ 5.469.000
Stedelijk Beheer
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Waterkwaliteit
Nummer/Afd.
8105025
Raadsbesluit
12.0141
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van de waterkwaliteit voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten, alsmede het gereserveerd bedrag voor het project beveiligd baggeren ad. €1.226.000.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud
Omvang per 1-1-2014
€ 4.787.000
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Groot onderhoud Kunstwerken
Nummer/Afd.
8105026
Raadsbesluit
12.0141
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van de kunstwerken voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud
Omvang per 1-1-2014
€ 2.727.000
Bijzonderheden
Overige gegevens | 257
Naam
Voorziening Groot onderhoud Walmuren en Beschoeiing
Nummer/Afd.
8105027
Raadsbesluit
12.0141
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van de walmuren en beschoeiingen voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud
Omvang per 1-1-2014
€ 1.896.000
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Groot onderhoud Wegen
Nummer/Afd.
8105028
Raadsbesluit
12.0141
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van de wegen voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud
Omvang per 1-1-2014
€ 5.083.000
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Groot onderhoud Openbare Verlichting
Nummer/Afd.
8105029
Raadsbesluit
12.0141
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van de openbare verlichting voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud
Omvang per 1-1-2014
€ 313.000
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Groot onderhoud Spelen
Nummer/Afd.
8105030
258 | Overige gegevens
Naam
Voorziening Groot onderhoud Spelen
Raadsbesluit
12.0141
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van spelen voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud
Omvang per 1-1-2014
€ 1.359.000
Bijzonderheden
Naam
Voorziening Groot onderhoud Straatmeubilair
Nummer/Afd.
8105031
Raadsbesluit
12.0141
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Het doel van de voorziening is het wegwerken van de onderhoudsachterstand en voor het op orde houden van straatmeubilair voor die onderdelen die groot onderhoud nodig hebben, waarvan de omvang jaarlijks niet gelijk is.
Datum realisatie
2012
Datum opheffing
-
Onderhoudsplan Voeding
Jaarlijkse dotatie ten laste van de rekening van baten en lasten.
Besteding
Is overeenkomstig het Beheerplan Groot Onderhoud
Omvang per 1-1-2014
€ 34.000
Bijzonderheden
Naam
Voorziening luchtkwaliteitsplan
Nummer/Afd.
8105156
Raadsbesluit
11.0028
Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Uitvoering van het luchtkwaliteitsplan financieel te waarborgen daar de inkomsten en uitgaven over de verschillende jaarschijven lopen.
Datum realisatie
01-01-2011
Datum opheffing
-
Voeding
De voorziening zal gevoed worden door de resterende FES-gelden van de 1e, 2e en 3e tranche.
Besteding
De maatregelen Luchtkwaliteitsplan zal leidend zijn voor onttrekking uit de voorziening.
Omvang per 1-1-2014
€ 608.000
Bijzonderheden
Naam
Voorziening regionale groenprojecten
Nummer/Afd.
8105157
Raadsbesluit Programma
Programma 5 Omgevingskwaliteit
Doel
Beschikbaar houden van ontvangen gelden.
Overige gegevens | 259
Naam
Voorziening regionale groenprojecten
Datum realisatie
01-01-2011
Datum opheffing
-
Voeding
Restant ontvangen voorschot bijdragen Holland Rijnland in afwachting van besluitvorming
Besteding
In de afgelopen jaren zijn voorschotten ontvangen ter besteding aan de projecten Matilo, Leeuwenhoekpark en Cronesteijn / brug naar Groene Hart. Deze zijn gestort in de voorziening. Bij besteding van budget bij deze projecten opgenomen in deze voorziening, zullen onttrekking worden gedaan.
Omvang per 1-1-2014
€ 1.509.000
Bijzonderheden
Toelichting voorzieningen programma 6 Naam
Voorziening herinrichting Trekvaartplein
Nummer/Afd.
8105150
Raadsbesluit
98.0129
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
De herinrichting van het Trekvaartplein inclusief de bodemsanering van het gebiedsdeel, waarop in het verleden een autosloperij was gevestigd. Het Leidse aandeel in het gemeenschappelijke fonds dat binnen de GR Regionaal Woonwagen Centrum wordt opgebouwd wordt geraamd op € 1.089. Aangezien het gemeenschappelijke fonds nog niet operationeel is, worden de geraamde bijdragen voorlopig in deze voorziening gestort.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
De voorziening moet in stand worden gehouden totdat de sanering afgerond is. Naarmate de tijd verder verstrijkt, wordt de noodzaak om de saneringskosten te hercalculeren groter.
Onderhoudsplan
n.v.t.
Voeding
ISV Woonwagens.
Besteding
Financieren van de plannen ten behoeve van de bodemsanering in het kader van de herinrichting van het Trekvaartplein. Het uitvoeringsbesluit voor de herinrichting van het Trekvaartplein is genomen in juni 2009 (RV 09.0070).
Omvang per 1-1-2014
€ 1.349.000
Realisatie/Stadsleven
Bijzonderheden
Naam
Voorziening onderhoud overig vastgoed en accommodaties
Nummer/Afd.
8105009
Raadsbesluit
1994
Programma
Programma 6 Stedelijke ontwikkeling
Doel
Egalisatie van de kosten voor (groot)onderhoud van panden maatschappelijk vastgoed en overig vastgoed zoals Schouwburg en Molen de Valk.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Voor panden die langdurig in beheer zijn, zijn de beheerplannen geactualiseerd, aan de hand waarvan groot onderhoud wordt uitgevoerd. Bij de overige panden van de lijst te verkopen panden wordt het onderhoud voor zover mogelijk geminimaliseerd.
Voeding
Conform de berekening van de beheerplannen.
Besteding
Conform doelstelling en vastgestelde beheerplannen.
Omvang per 1-1-2014
€ 5.994.000
Bijzonderheden
Deze voorziening is in 2011 omgevormd waarbij nu alle panden, uitgezonderd de panden voor ambtelijke huisvesting, in deze voorziening staan.
Toelichting voorzieningen programma 7
260 | Overige gegevens
Beheer en Onderhoud Vastgoed (VAG)
Naam
Voorziening Jeugdbeleid/CTC
Nummer/Afd.
8105155
Raadsbesluit
05.0160
Programma
Programma 7 Jeugd en onderwijs
Doel
Inzet voor de invoering van de systematiek volgens Communities that Care/investeren conform Jeugdfonds.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
Naar verwachting kan de voorziening eind 2014 worden opgeheven.
Voeding
Uit het jaarbudget voor jeugdbeleid en de beschikbaar gestelde provinciale subsidie. In 2007 zijn daarnaast bijdragen vanuit het Jeugdfonds ten behoeve van een Cruijff Court (€ 50.000), Delltaplan Speeltuinen (€ 40.000) en Jongerenlocaties (€ 75.000) in de voorziening gestort.
Besteding
In de voorziening CTC/Jeugdbeleid zit nog budget voor de uitvoering van de Veilig Opgroeien plannen voor ZuidWest en Morskwartier. Vanwege capaciteitstekort van de ambtelijke organisaties en de hoge druk op de werkvloer zijn deze plannen pas onlangs, juni 2013, vastgesteld door de Stuurgroep. Komend najaar worden de projecten verder uitgewerkt. De besteding van het resterende budget wordt verwacht in 2013 en 2014.
Omvang per 1-1-2014
€ 58.000
Realisatie/Stadskennis en cultuur
Bijzonderheden
Toelichting voorzieningen programma 8 Naam
Voorziening groot onderhoud Museum De Lakenhal
Nummer/Afd.
8105007
Raadsbesluit
1986
Programma
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Egalisatie van de kosten voor onderhoud van de Lakenhal en voorzien in dekking voor meerjarige uitgaven in beveiligingssysteem en -apparatuur.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
Conform noodzakelijk onderhoud mede op basis van de rapportage van de Monumentenwacht. Het meerjaren onderhoudsplan wordt volledig herzien voor de periode na Restauratie en uitbreiding.
Voeding
Binnen de begrote kosten voor onderhoud en beveiliging is een spaarcomponent opgenomen waardoor jaarlijks een bedrag vrijvalt voor de storting in de voorziening onderhoud.
Besteding
Ten behoeve van incidentele uitgaven aan onderhoud en meerjarige uitgaven aan verbetering beveiligingssysteem- en apparatuur.
Omvang per 1-1-2014
€ 368.000
Bijzonderheden
geen
Naam
Voorziening bijdragen van derden Museum De Lakenhal
Nummer/Afd.
8105100
Raadsbesluit
-
Programma /Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
Beschikbaar houden van door de Lakenhal ontvangen bijdragen voor specifieke doelen: - restauratie van collectie - restauratie en uitbreiding van het gebouw - aankopen van kunst.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
Bijdragen van derden met een specifiek benoemd doel (bijvoorbeeld Papefonds en provincie Zuid-Holland) of als algemene bijdrage in aankopen kunst, restauratie collectie of restauratie en uitbreiding gebouw.
Besteding
Specifiek benoemde doelen door de verstrekkers van bijdragen.
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Overige gegevens | 261
Naam
Voorziening bijdragen van derden Museum De Lakenhal
Omvang per 1-1-2014
€ 72.000
Bijzonderheden
geen
Naam
Voorziening groot onderhoud sportaccomodaties
Nummer/Afd.
8105160
Raadsbesluit
12.0118
Programma /Beleidsproduct
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
Doel
■
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
■
Middels een jaarlijkse voeding van € 1.517.000 is de voorziening toereikend om het Beheerplan Groot Onderhoud Sportaccommodatie 2013-2025 uit te voeren. Deze middelen zijn onder programma 8 van de begroting structureel beschikbaar.
Besteding
■
Op basis van onderhoudswerkzaamheden conform het Beheerplan Groot Onderhoud sportaccommodaties 2013-2025.
Omvang per 1-1-2014
€ 644.000
Bijzonderheden
geen
Het egaliseren over meerdere jaren van de kosten van het groot onderhoud aan de sportaccommodaties die in eigendom zijn van de gemeente Leiden. De omvang van de voorziening per balansdatum is gebaseerd op het beheerplan Groot Onderhoud. Hierin is voor de periode 2013-2025 het benodigd groot onderhoud opgenomen.
Toelichting voorzieningen programma 9 Naam
Voorziening MO/OGGZ
Nummer/Afd.
8105011
Raadsbesluit
-
Programma
Programma 9 Welzijn en zorg
Doel
Dekking van specifieke verplichtingen en risico’s waarvan de omvang onzeker is, op het terrein van Maatschappelijke Opvang, Verslavingsbeleid en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
2012
Voeding
De voorziening wordt gevoed vanuit de producten Maatschappelijke Opvang en Ambulante Verslavingszorg.
Besteding
Specifieke verplichtingen en risico’s doen zich voor op de onderdelen: Verdeelmodel maatschappelijke opvang, Project Nieuwe Energie, afwikkeling medische heroïne en verhuisbijdragen.
Omvang per 1-1-2014
€ 158.000
Bijzonderheden
Deze voorziening vormde tot en met 2012 onderdeel van de Voorziening MO/VB/OGGZ. Omdat budgethouder voor het onderdeel Veiligheidsbeleid Openbare Orde en Veiligheid is en voor de overige onderdelen de budgethouder Realisatie / Stadskennis en Cultuuur, is besloten om de Voorziening MO/VB/OGGZ te splitsen. Hierdoor wordt in 2013 € 500.000 overgeheveld naar de nieuwe Voorziening Veiligheidsbeleid (VB).
Realisatie/Stadskennis en Cultuur
Toelichting voorzieningen programma 10 Naam
Voorziening risico stadsbank
Nummer/Afd.
8105010
Raadsbesluit
1991
Programma
Programma 10 Werk en Inkomen
Doel
Het egaliseren van de verliezen op verstrekte kredieten voor zover er geen borgstelling is.
Datum realisatie
-
Datum opheffing
n.v.t.
262 | Overige gegevens
Backoffice Dienstverlening/WIZ
Naam
Voorziening risico stadsbank
Voeding
In de begroting is een jaarlijkse storting geraamd van € 40.000
Besteding
-
Omvang per 1-1-2014
€ 129.000
Bijzonderheden
Naam
Voorziening loga-gelden DZB
Nummer/Afd.
8105158
Raadsbesluit
00.0025
Programma
Programma 10 Werk en Inkomen
Doel
Egalisatie van kosten die voortvloeien uit spaarcontracten met personeel voor verlofrecht en dergelijke.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
-
Besteding
-
Omvang per 1-1-2014
€ 5.000
DZB
Bijzonderheden
Toelichting voorzieningen Algemene Dekkingsmiddelen Naam
Voorziening groot onderhoud gebouwen (ambtelijke huisvesting DZB)
Nummer/Afd.
8105012
Raadsbesluit
-
Programma
Programma Algemene Dekkingsmiddelen
Doel
Egalisatie van de kosten voor groot onderhoud van de bedrijfspanden aan Le Pooleweg 6 en 11.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
De beheerplannen ziin in 2012 geactualiseerd.
Voeding
Vaste dotatie van € 114.000 per jaar.
Besteding
Conform doelstelling en vastgestelde beheerplannen.
Omvang per 1-1-2014
€ 684.000
Bijzonderheden
In 2012 is deze voorziening overgeheveld van de DZB naar VAG, en heeft een apart voorzieningnummer binnen de Voorziening groot onderhoud ambtelijke huisvesting.
Naam
Voorziening groot onderhoud gebouwen (ambtelijke huisvesting)
Nummer/Afd.
81005013
Raadsbesluit
-
Programma
Programma Algemene Dekkingsmiddelen
Doel
Egalisatie van de kosten voor (groot)onderhoud van panden t.b.v. de ambtelijke huisvesting.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Onderhoudsplan
De beheerplannen (meerjarige onderhoudsplanningen) zijn in 2012 geactualiseerd.
Voeding
Conform de berekening van de beheerplannen. In 2013 is hiervoor een extra dotatie voorzien.
Besteding
Conform doelstelling en de vastgestelde beheerplannen.
Beheer en Onderhoud Vastgoed (VAG)
Beheer en Onderhoud Vastgoed (VAG)
Overige gegevens | 263
Naam
Voorziening groot onderhoud gebouwen (ambtelijke huisvesting)
Omvang per 1-1-2014
€ 6.260.000
Bijzonderheden
Deze voorziening is in 2011 omgevormd, waarbij alleen de panden voor ambtelijke huisvesting in deze voorziening achterblijven. De overige panden zijn overgeboekt naar de voorziening onderhoud overige vastgoed (04021). In 2012 zijn nu ook de voorzieningen groot onderhoud DZB en Archief ( 04013) meegenomen.( zie aparte toelichting)
Naam
Voorziening Loga-gelden
Nummer/Afd.
8105153
Raadsbesluit
97.0130
Programma
Programma Algemene Dekkingsmiddelen
Doel
Egalisatie van de kosten die voortvloeien uit spaarcontracten met personeel voor verlofrecht en dergelijke (voorheen M&B).
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
t.z.t.
Voeding
Door het afschaffen van de Loga-regeling zal er geen voeding meer zijn.
Besteding
De opgebouwde voorziening wordt aangewend voor de bekostiging van de vervanging in die jaren dat de in het verleden opgebouwde verlofrechten worden opgenomen. Besteding zal plaatsvinden wanneer een werknemer de opgebouwde verlofrechten wil opnemen. In de meeste gevallen zal dit aan het einde van de loopbaan plaatsvinden.
Omvang per 1-1-2014
€ 384.000
Concern / Middelen & Control
Bijzonderheden
Onderstaande voorziening wordt in de balans opgenomen onder de vlottende activa Naam
Voorziening Negatieve Grondexploitaties
Nummer/Afd.
11201
Raadsbesluit
05.0052
Programma
Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling
Doel
Dekken van de Netto Contante Waarde van grondexploitaties met geprognotiseerde tekorten.
Datum realisatie
n.v.t.
Datum opheffing
n.v.t.
Voeding
De mutatie in de voorziening negatieve grondexploitaties wordt gevoed uit de vereveningsreserve.
Besteding
-
Omvang per 1-1-2014
€ 21.067.383
Bijzonderheden
264 | Overige gegevens
Vastgoedontwikkeling en grondzaken
6.4 Mutaties op de begroting Onderstaand een overzicht van de begrotingsstanden per programma in meerjarig perspectief. Hierin zijn de mutaties uit de begroting 2014 apart zichtbaar gemaakt. Programma
Omschrijving mutatie
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Bestuur en dienstverlening
Lasten
Primitieve begroting
11.790
27.421
10.646
10.571
Indexering
132
129
127
127
Kapitaallasten
-110
-131
-131
-135
Kostenverdeelstaat
16.949
16.791
16.758
16.814
Nieuwe mutaties
125
542
185
371
Mutatiesoort
28.885
44.751
27.584
27.747
Baten
Primitieve begroting
-2.754
-2.754
-2.754
-2.754
Indexering
-44
-44
-44
-44
Mutatiesoort
-2.798
-2.798
-2.798
-2.798
Toevoeging
Primitieve begroting
0
0
100
100
Mutatiesoort
0
0
100
100
Onttrekking
Primitieve begroting
-3.865
-19.649
-3.077
-3.077
Mutatiesoort
-3.865
-19.649
-3.077
-3.077
Totaal begrotingsprogramma
22.222
22.305
21.810
21.973
Veiligheid
Lasten
Primitieve begroting
10.265
10.212
10.070
10.070
Indexering
147
147
145
145
Kapitaallasten
1
1
1
0
Kostenverdeelstaat
1.932
1.889
1.838
1.845
Nieuwe mutaties
0
0
0
-100
Mutatiesoort
12.345
12.249
12.053
11.958
Baten
Primitieve begroting
-430
-430
-430
-430
Indexering
-5
-5
-5
-5
Mutatiesoort
-435
-435
-435
-435
Totaal begrotingsprogramma
11.910
11.814
11.618
11.523
Economie en toerisme
Lasten
Primitieve begroting
3.386
2.826
2.719
2.719
Indexering
22
21
20
20
Kapitaallasten
1
5
5
4
Kostenverdeelstaat
3.260
3.217
3.196
3.201
Nieuwe mutaties
0
0
0
-100
Mutatiesoort
6.669
6.069
5.940
5.845
Baten
Primitieve begroting
-813
-813
-813
-813
Indexering
-7
-7
-7
-7
Mutatiesoort
-819
-819
-819
-819
Totaal begrotingsprogramma
5.850
5.249
5.121
5.025
Bereikbaarheid
Lasten
Primitieve begroting
9.215
10.494
15.104
15.104
Indexering
36
35
35
35
Kapitaallasten
-634
-1.379
-4.822
43
Kostenverdeelstaat
3.135
3.094
2.944
2.969
Overige gegevens | 265
Programma
Omschrijving mutatie
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Nieuwe mutaties
30
87
87
4.168
Mutatiesoort
11.781
12.332
13.349
22.319
Baten
Primitieve begroting
-10.126
-10.150
-10.466
-10.466
Indexering
-6
-6
-6
-6
Nieuwe mutaties
0
169
169
169
Mutatiesoort
-10.131
-9.986
-10.302
-10.302
Toevoeging
Primitieve begroting
4.387
5.070
5.696
3.603
Kapitaallasten
168
158
89
30
Nieuwe mutaties
0
1.864
-136
1.464
Mutatiesoort
4.555
7.092
5.648
5.097
Onttrekking
Primitieve begroting
-1.976
-1.998
-2.066
-2.066
Indexering
-12
-12
-12
-12
Mutatiesoort
-1.988
-2.010
-2.078
-2.078
Totaal begrotingsprogramma
4.217
7.427
6.616
15.035
Omgevingskwaliteit
Lasten
Primitieve begroting
40.360
39.808
40.209
40.209
Indexering
187
182
182
182
Kapitaallasten
-464
-97
218
1.080
Kostenverdeelstaat
26.806
26.213
25.863
25.672
Nieuwe mutaties
371
2.571
-1.518
-1.218
Mutatiesoort
67.260
68.676
64.954
65.925
Baten
Primitieve begroting
-22.243
-22.248
-22.631
-22.631
Indexering
-355
-356
-362
-362
Nieuwe mutaties
-173
-275
-277
-279
Mutatiesoort
-22.772
-22.878
-23.270
-23.271
Toevoeging
Primitieve begroting
74
324
74
74
Mutatiesoort
74
324
74
74
Onttrekking
Primitieve begroting
-102
-347
-347
-347
Mutatiesoort
-102
-347
-347
-347
Totaal begrotingsprogramma
44.460
45.775
41.410
42.381
Stedelijke ontwikkeling
Lasten
Primitieve begroting
45.884
34.278
28.462
20.647
Indexering
84
82
82
81
Kapitaallasten
86
-32
10
-53
Kostenverdeelstaat
6.670
6.723
6.649
6.665
Nieuwe mutaties
399
-184
-409
-459
Mutatiesoort
53.123
40.867
34.794
26.881
Baten
Primitieve begroting
-39.688
-47.376
-28.452
-20.875
Indexering
-170
-170
-171
-172
Kapitaallasten
152
152
152
166
Nieuwe mutaties
0
0
0
1.300
Mutatiesoort
-39.705
-47.394
-28.471
-19.581
Toevoeging
Primitieve begroting
5.680
23.297
10.511
8.474
Kapitaallasten
39
15
15
15
Nieuwe mutaties
4.567
0
2.328
1.200
266 | Overige gegevens
Programma
Omschrijving mutatie
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Mutatiesoort
10.286
23.311
12.853
9.689
Onttrekking
Primitieve begroting
-10.858
-11.035
-9.328
-8.383
Kapitaallasten
-547
-287
-131
-160
Nieuwe mutaties
-556
-3.118
0
-6.611
Mutatiesoort
-11.961
-14.440
-9.460
-15.154
Totaal begrotingsprogramma
11.744
2.344
9.717
1.835
Jeugd en onderwijs
Lasten
Primitieve begroting
27.125
27.092
26.626
25.940
Indexering
82
84
88
86
Kapitaallasten
-421
-363
-163
580
Kostenverdeelstaat
1.223
1.211
1.206
1.206
Nieuwe mutaties
599
349
-200
-200
Mutatiesoort
28.608
28.373
27.558
27.612
Baten
Primitieve begroting
-4.557
-4.322
-5.457
-3.318
Indexering
-8
-7
-42
-8
Mutatiesoort
-4.565
-4.329
-5.499
-3.326
Toevoeging
Primitieve begroting
117
65
65
65
Kapitaallasten
148
116
279
283
Mutatiesoort
265
181
344
348
Onttrekking
Primitieve begroting
-1.030
-949
-999
-998
Kapitaallasten
-69
-129
-200
-366
Nieuwe mutaties
-550
-300
0
0
Mutatiesoort
-1.649
-1.377
-1.199
-1.364
Totaal begrotingsprogramma
22.659
22.847
21.204
23.269
Sport, cultuur en recreatie
Lasten
Primitieve begroting
21.354
21.678
22.247
21.822
Indexering
35
36
37
35
Kapitaallasten
-336
-95
-204
-156
Kostenverdeelstaat
13.112
12.642
12.228
12.189
Nieuwe mutaties
269
267
67
415
Mutatiesoort
34.435
34.528
34.375
34.306
Baten
Primitieve begroting
-4.424
-4.224
-4.299
-4.299
Indexering
-61
-61
-62
-62
Nieuwe mutaties
52
54
57
59
Mutatiesoort
-4.433
-4.231
-4.305
-4.302
Toevoeging
Primitieve begroting
190
186
182
178
Mutatiesoort
190
186
182
178
Onttrekking
Primitieve begroting
-599
-698
-682
-683
Mutatiesoort
-599
-698
-682
-683
Totaal begrotingsprogramma
29.593
29.785
29.570
29.498
Welzijn en zorg
Lasten
Primitieve begroting
38.872
38.565
37.985
37.984
Indexering
95
95
95
95
Kapitaallasten
0
0
0
0
Kostenverdeelstaat
3.029
2.940
2.926
2.928
Nieuwe mutaties
166
-228
-488
-655
Overige gegevens | 267
Programma
Omschrijving mutatie
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Mutatiesoort
42.163
41.372
40.518
40.353
Baten
Primitieve begroting
-2.228
-2.216
-2.216
-2.216
Indexering
-35
-35
-35
-35
Mutatiesoort
-2.264
-2.251
-2.251
-2.251
Onttrekking
Primitieve begroting
-208
-24
-24
0
Mutatiesoort
-208
-24
-24
0
Totaal begrotingsprogramma
39.691
39.097
38.243
38.102
Werk en inkomen
Lasten
Primitieve begroting
105.359
104.763
104.712
104.712
Indexering
358
357
356
356
Kapitaallasten
-6
-6
-6
-6
Kostenverdeelstaat
14.291
14.031
13.964
13.977
Nieuwe mutaties
4.082
2.050
241
-1.374
Mutatiesoort
124.084
121.195
119.268
117.665
Baten
Primitieve begroting
-93.389
-92.753
-92.753
-92.753
Indexering
-318
-318
-318
-318
Nieuwe mutaties
-5.852
-3.550
-1.325
688
Mutatiesoort
-99.559
-96.620
-94.395
-92.382
Toevoeging
Primitieve begroting
45
45
45
45
Nieuwe mutaties
270
516
397
439
Mutatiesoort
315
561
442
484
Onttrekking
Primitieve begroting
-369
-9
-9
-9
Mutatiesoort
-369
-9
-9
-9
Totaal begrotingsprogramma
24.471
25.126
25.305
25.757
Algemene middelen
Lasten
Primitieve begroting
1.404
-1.070
-6.814
-3.476
Indexering
1.139
1.131
1.120
1.116
Kapitaallasten
2.440
1.998
5.037
-620
Kostenverdeelstaat
155
169
132
135
Nieuwe mutaties
-4.424
-4.406
-5.366
-6.214
Mutatiesoort
713
-2.178
-5.891
-9.060
Baten
Primitieve begroting
-221.382
-217.020
-213.589
-211.135
Indexering
-840
-840
-820
-817
Kostenverdeelstaat
-155
-169
-132
-135
Nieuwe mutaties
-1.772
1.364
4.331
5.054
Mutatiesoort
-224.149
-216.665
-210.209
-207.033
Toevoeging
Primitieve begroting
9.241
8.351
5.934
1.493
Nieuwe mutaties
200
200
200
200
Mutatiesoort
9.441
8.551
6.134
1.693
Onttrekking
Primitieve begroting
-2.822
-1.477
-650
0
Mutatiesoort
-2.822
-1.477
-650
0
Totaal begrotingsprogramma
-216.816
-211.769
-210.616
-214.399
0
0
0
0
Totaal saldo programmabegroting
268 | Overige gegevens
6.5 EMU-saldo In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 19) is de verplichting vastgesteld dat de gemeenten ramingen van het EMU-saldo dienen te verstrekken over het voorafgaande jaar, het actuele jaar en het volgende jaar. Deze verplichting geldt met ingang van begrotingsjaar 2008. Vragenlijst Berekening EMU-saldo 2013
2014
2015
Volgens realisatie tot en met sept. 2013, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2014
Volgens meerjarenraming in begroting 2014
-63.095
1.564
174
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
22.459
22.345
23.629
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
13.767
7.224
9.445
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
37.488
47.773
85.796
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
13.767
7.224
9.445
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11
Verkoop van effecten:
a
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
nee
nee
nee
b
Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
nvt
nvt
nvt
-78.124
-23.864
-61.993
Berekend EMU-saldo Bedragen * € 1.000
Overige gegevens | 269
6.6 Gewaarborgde geldleningen Gewaarborgde geldleningen door de gemeente Prog. Instelling
Lening dient ter financiering van:
Waarvan borging gemeente
Oorspronkelijke lening
Restant lening per 31-12-2012
Restant lening per 31-12-2013
3
Stichting Werk en Onderneming
Nieuwbouw van bedrijvencentrum
100%
2.212
1.844
1.794
7
St. Katholiek Onderwijs Leiden / Bonaventuracollege
Uitbreiding Alvernacollege
100%
1.134
821
788
8
Denksportcentrum Leiden
Aankoop Robijnstraat 4
100%
427
186
173
8
Jan Pesijnshof, Leiden
Gedeeltelijke consolidatie rck
100%
170
1
0
8
Leidse Ren- en Tourvereniging Swift
Bouw clubaccommodatie
100%
91
5
0
8
Stichting Diogenes
Restauratie Mierennesthofje en Rapenburg 53
100%
231
129
120
8
Stichting Pieterskerk, Leiden
Restauratie Pieterskerk
100%
5.523
5.272
5.165
8
Stichting St Anna Aalmoeshuis
Gedeeltelijke consolidatie rck
100%
230
71
52
8
Tennisvereniging Zuidwest
Renovatie/inrichting kantine
50%
113
98
98
8
TV Unicum
Renovatie/inrichting kantine
100%
182
77
71
8
Voetbalvereniging Leiden
Conversie van 1 lening d.d. 14-07-87
100%
92
33
30
8
Leidse Hockey Club Roomburg
Uitbreiding en verbouwing clubhuis
100%
454
250
233
8
RKSV Docos
Nieuwbouw twee kleedkamers plus tribune
100%
60
14
12
8
Stichting Het Groot Sionshofje (Hervormde Diaconie)
Conversie gegarandeerde geldlen. rest.
100%
115
18
113
8
Verstrekte leningen NRF
Verstrekte leningen NRF
100%
5.005
3.324
3.324
9
Portaal Woonstichting
Diversen
100%
9.442
9.442
9.442
9
St.RK Zorgcentrum Roomburgh
Conversie leningen Rb 7 d.d. 28-1-85
100%
6.580
4.343
4.211
9
Stichting Bejaardencentrum Lorentzhof
Bouw "Lorentzhof"
100%
1.223
90
0
9
Stichting Huisvesting Werkende Jongeren
Diversen
100%
26.689
13.247
20.638
9
Stichting Leidse Studentenhuisvesting
Diversen
100%
21.470
10.056
11.705
9
WBV De Sleutels van Zijl & Vliet
Diversen
100%
5.000
5.000
5.000
9
Woon- en Zorgcentrum 't Huis op de Waard
Conversie geldl ad fl 6 milj. Rb 18-02-74 nr.39
100%
4.464
1.130
3.873
9
Ws Ons Doel
Diversen
100%
10.460
5.182
4.652
9
Libertas
Diversen
100%
7.460
3.068
2.625
9
Stichting Schouwenhove
Ten behoeve van exploitatie van woongebouw
100%
10.210
5.139
4.766
9
Stichting Groenhoven zorgcentrum voor ouderen (Topaz)
Conversie lening Rb 93 d.d. 21-03-83
100%
3.009
638
456
122.046
69.478
79.341
Totaal Bedragen * € 1.000
Gewaarborgde geldleningen door waarborgfondsen Prog. Instelling
Lening dient ter financiering van:
Waarvan borging gemeente
Oorspronkelijke lening
Restant lening per 31-12-2012
Restant lening per 31-12-2013
9
Diversen
waarborg fonds
25.000
25.000
25.000
DUWO
270 | Overige gegevens
Prog. Instelling
Lening dient ter financiering van:
Waarvan borging gemeente
Oorspronkelijke lening
Restant lening per 31-12-2012
Restant lening per 31-12-2013
9
Noordwijkse woningstichting
Diversen
waarborg fonds
4.000
4.000
4.000
9
Portaal Woonstichting
Diversen
waarborg fonds
290.377
287.382
277.217
9
Stichting Leidse Studentenhuisvesting
Diversen
waarborg fonds
102.807
91.814
90.744
9
WBV De Sleutels van Zijl & Vliet
Diversen
waarborg fonds
129.368
109.124
107.475
9
Ws Ons Doel
Diversen
waarborg fonds
62.995
55.881
58.384
10
Woonzorg Nederland
Diversen
waarborg fonds
6.534
4.971
4.724
10
Vestia groep (voorheen Sticht Geref. Bouwcorp. Hoofddorp)
Diversen
waarborg fonds
1.679
672
605
9
Tennisvereniging Zuid West
Renovatie / inrichting kantine
waarborg fonds sport 50%
113
98
98
622.873
578.942
568.247
Totaal Bedragen * € 1.000
Uit het overzicht blijkt: 1. Waarvoor de lening is aangegaan (alleen daarvoor kan lening worden ingezet). 2. Oorspronkelijk door waarborgfonds en/of gemeente gegarandeerde lening en het restant van deze lening per 31-12-2013 3. De mate waarin de gemeente voor deze lening garant staat (= % borging gemeente x restant lening) 4. Conclusie: per 1 januari 2014 staat de gemeente voor afgerond € 79 miljoen garant voor juiste betaling van aflossing en rente door de instelling. Rechtstreekse garantstelling door de gemeente: (per 31 december 2013: € 79 miljoen) Dit betreft het door de gemeente garanderen van het nakomen van betalen van rente en aflossing van een geldlening van instellingen die binnen het grondgebied van de gemeente actief zijn. De gemeente Leiden heeft een terughoudend beleid in het borgen van deze leningen. In de verordening gemeentegaranties (RV 07.0132) is het volgende opgenomen: “Een instelling komt slechts in aanmerking voor een gemeentegarantie voor zover er geen aanspraak kan worden gemaakt op een waarborgfonds of andere voorliggende voorziening. Het instrument gemeentegarantie wordt uitsluitend ingezet voor het gemeentelijk publieke belang.” In de periode voor 2007 was er ook voor de woningbouwcorporaties de mogelijkheid om directe garantstelling bij de gemeente Leiden onder te brengen. Voor een aantal zogenoemde toegelaten woningbouwcorporaties (die momenteel enkel garantstelling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw kunnen verkrijgen) zijn een aantal leningen rechtstreeks bij de gemeente Leiden gewaarborgd. Herfinanciering van deze leningen dient echter vanaf 2007 ook te verlopen via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Als gevolg hiervan loopt deze borging door de gemeente Leiden in de loop der jaren geleidelijk af. Wat overblijft aan borgstellingen op termijn zijn de borgstellingen ten behoeve van het gemeentelijk publiek belang van instellingen die niet via een waarborgfonds kunnen lopen. In het bovenstaande overzicht zijn drie nieuwe gewaarborgde geldleningen opgenomen. Het betreft één borgstelling ten behoeven van 't Huis op de Waard en twee borgstellingen ten behoeve van de Stichting Huisvesting Werkende Jongeren. Mogelijk dat in 2013 nog meer borgstellingen worden afgegeven. Er zijn momenteel nog drie lopende aanvragen. De aanvragen zijn niet in het bovenstaande overzicht opgenomen omdat de bestuurlijke besluitvorming nog niet heeft plaatsgevonden of omdat de bestuurlijke besluitvorming nog niet is afgerond. Tevens staat nog niet vast of de borgstellingen, bij een positieve besluiten, nog administratief verwerkt kunnen worden in 2013. Garantstelling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW): (per 31 december 2013: € 568 miljoen) Binnen het grondgebied van de gemeente Leiden zijn een aantal toegelaten instellingen actief die vanaf december 2007 borging van leningen moeten laten lopen via het WSW. Dit betreft Woningstichting Portaal,
Overige gegevens | 271
Stichting Leidse Studentenhuisvesting, Woningbouwvereniging De Sleutels, Woningstichting Ons Doel en Woningstichting Ymere. Het WSW biedt corporaties de mogelijkheid om leningen tegen een lagere rente aan te trekken, door middel van borgstelling voor de desbetreffende leningen. Borgstelling door het WSW is echter alleen mogelijk als Rijk en gemeenten een minimaal garantieniveau van het WSW garanderen. Dit heet de achtervang. Achtervang biedt financiers zekerheid, waardoor het rendement voor de financiers volledig gegarandeerd is. Deze zekerheid heeft geresulteerd in een zogenaamde triple A-rating. De achtervang of zekerheidsstructuur bestaat uit drie lagen: Primaire zekerheid: de financiële middelen van de corporatie De financiële middelen van de corporatie vormen de eerste zekerheid: de liquiditeitspositie en het eigen vermogen. Het WSW stelt eisen aan de kredietwaardigheid van (aspirant-) deelnemers. Zijn de financiële middelen op langere termijn van de corporatie niet toereikend, dan kan de corporatie onder voorwaarden (sanerings-)steun krijgen van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV). Secundaire zekerheid: het garantievermogen van het WSW Als corporaties hun rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen, dan kan de financier het WSW aanspreken. Hiertoe beschikt het WSW over een borgstellingsreserve. Als de borgstellingsreserve van het WSW onder een bepaald garantieniveau komt of dreigt te komen, dan heeft het WSW de plicht obligo’s op te vragen bij de corporaties. De obligo is een financiële bijdrage die de corporatie verschuldigd is op basis van een overeenkomst tussen de corporatie en het WSW. Het garantievermogen bestaat dus uit de borstellingsreserve van het WSW plus de obligoverplichting. Als een financier het WSW aanspreekt, en het WSW betaalt voor een corporatie, dan krijgt het WSW een vordering op de desbetreffende deelnemer (regresrecht). De deelnemende corporatie heeft onroerende zaken in onderpand gegeven bij het WSW. De corporatie heeft zich verplicht deze onroerende zaken vrij van hypotheek te houden, en er op eerste verzoek van het WSW een hypotheekrecht te vestigen voor het WSW. Daarnaast kan het WSW ook een aanspraak doen op het overige bezit. Zo wordt de schade bij het WSW zo veel mogelijk beperkt. Tertiaire zekerheid: Rijk en gemeenten De achtervangpositie van Rijk en gemeenten vormt de derde zekerheid. Stel: na het opvragen van de obligo’s en het uitoefenen van het regresrecht kan het WSW nog steeds niet voldoen aan de verplichting. In dat geval moeten Rijk en gemeenten op verzoek van het WSW renteloze leningen aan het WSW verstrekken. Dit is geregeld in zogeheten achtervangovereenkomsten. In het geval dat de achtervangers op hun achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling, waarbij het Rijk 50% voor zijn rekening neemt en de overige 50% van de leningen door gemeenten zullen worden verstrekt. De tertiaire zekerheid is nog nooit ingeroepen. Garantstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (per 31 december 2013: € 632 miljoen nominaal) De achtervangfunctie is gerealiseerd in de vorm van een privaatrechtelijke achtervangovereenkomst tussen het WEW en het Rijk en van privaatrechtelijke (standaard) achtervangovereenkomsten tussen het WEW en alle gemeenten. Op basis van deze overeenkomsten kan het WEW bij dreigende liquiditeitstekorten een beroep doen op achtergestelde, renteloze leningen van het Rijk (50%) en van de gemeenten (50%). De achtervangfunctie van het Rijk en van de gemeenten kan door de stichting worden aangesproken in de vorm van achtergestelde renteloze leningen, indien het fondsvermogen kleiner is dan anderhalf maal het gemiddeld verliesniveau. Per 1 januari 2011 is de achtervangfunctie van de gemeenten voor nieuw af te geven hypotheekgaranties vervallen. Vanaf deze datum is voor nieuw af te geven hypotheekgaranties sprake van een 100% rijksachtervang. In dit verband zijn de achtervangovereenkomsten per 1 januari 2011 zodanig aangepast dat de gemeenten niet worden aangesproken op de risico’s die voortvloeien uit hypotheekgaranties die worden afgegeven vanaf 1 januari 2011. Op basis van de thans voorliggende liquiditeitsprognose 2013 – 2018 zoals opgenomen in het jaarverslag 2012 van WEW is de verwachting dat voor de periode van 2013 tot en met 2018 geen aanspraken worden gedaan op de achtervangfunctie.
272 | Overige gegevens
6.7 Overzicht inzet van gemeentelijke middelen in het onderwijs Onderwijshuisvesting Het overgrote deel van de middelen c.q. uitgaven voor onderwijshuisvesting ligt langjarig vast. Het betreft hier de rente en afschrijvingen van investeringen cq de kapitaallasten, als ook, (vandalisme) schade, onroerend zaakbelasting, vergoedingen gymnastiekonderwijs, onderhoud en aanpassing, huur gebouwen en terreinen. Vaste kosten Onderwijshuisvesting
MJB 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
huur gebouwen en terreinen
1.156.673
1.154.390
1.236.600
1.236.600
kapitaallasten
7.886.200
8.037.973
8.439.198
9.129.173
Onderhoud en aanpassing*
1.356.997
1.361.138
1.355.640
1.354.762
OZB
1.682.247
1.773.076
1.777.923
1.777.923
682.169
683.058
683.947
684.836
schade
86.863
86.863
86.863
86.863
overige kosten
21.346
21.346
21.346
21.346
overige opbrengsten
-53.672
-
-
-
overhead/uren
350.810
353.597
353.459
353.338
13.169.631
13.471.441
13.954.975
14.644.840
Vergoeding gymnastiekonderwijs
Eindtotaal
* Deze taken en middelen worden waarschijnlijk per 2015 van de gemeente naar de schoolbesturen overgeheveld. In het Integraal Huisvestingsplan voor het Onderwijs 2012-2027 (IHP) zijn in hoofdstuk 7 de noodzakelijke investeringen opgesomd. Voor een deel zijn hiervoor bedragen beschikbaar gesteld en de projecten in uitvoering genomen. De projecten vanaf 2014 zijn in het investeringsplan 2014 in deze begroting opgenomen. Meerjareninvesteringsplan 2014-2017 2014
2015
2016
2017
De Sleutelbloem Boshuizerkade 119
2.610
-
-
-
Gymzaal Driestar, Dieperhout
1.200
-
-
-
Herhuisvesting Pacelli
1.753
-
-
-
Nieuwbouw Da Vinci Kagerstraat
2.811
-
-
-
-
-
8.950
-
1.754
-
-
-
-
2.537
-
-
Gymnastiek Oppenheimstraat 4
904
-
-
-
Gymnastiekzaal Bao binnenstad
1.004
-
-
-
566
282
449
-
12.602
2.819
9.399
-
7E1.2 In stand houden van de bestaande gebouwenvoorraad door onderhoud en aanpassingen
Nieuwbouw Leonardo college excl. twee gymzalen Teldersschool Telderskade 46/48 Visser 't Hooft college uitbreiding 7E1.3 Uitvoering van de overige wettelijke taken zoals OZB, schadeherstel en bekostiging gymnastiekonderwijs
Specifiek locatiegebonden kosten 2014-2016
Bedragen * € 1.000 Indien alle nog niet besloten projecten niet in uitvoering zouden worden gebracht dan levert dat een besparing op van de kapitaallasten conform onderstaande tabel.
Overige gegevens | 273
Beheerplan Integraal Huisvestings Plan (IHP) 2012-2027
ontwikkeling kapitaallasten IP 2014
2014
2015
2016
2017
42
250
438
663
Bedragen * 1.000 Deze reeks loopt langjarig op tot ca. € 2 miljoen. Dit betekent dat tot en met 2020 er geen scholen en gymnastieklokalen in Leiden meer worden gebouwd. Ook zijn alle uitbreidingen van de baan. Onderwijsbeleid De middelen Onderwijsbeleid zijn voor een groot deel niet beïnvloedbaar omdat deze geoormerkte Rijksbijdragen betreffen. Onder meer ten behoeve van Onderwijskansenbeleid (OAB) en RMC/Kwalificatieplicht. In onderstaande tabel is vet gemaakt welke middelen in principe wel beïnvloedbaar zijn. In dit kader wordt nog het volgende opgemerkt. Op de kostenplaatsen in onderstaande tabel die vet gemaakt zijn is m.i.v. 2016 sprake van een afname als gevolg van ingeboekte taakstellingen Onderwijsbeleid bij de PPN 2014-2017 (€ 300.000). M.i.v. 2016 dient bij de PPN 2015-2018 voor Onderwijsbeleid en Onderwijshuisvesting alsnog een taakstelling van in totaal € 200.000 ingevuld te worden. Voor Onderwijsbeleid is deze taakstelling vooralsnog geparkeerd bij kostenplaats 6100424 RMC-beleid. Omdat het saldo van de kosten en baten van deze kostenplaats 0 is (€ 740.489), laat deze een afname van -€ 100.000 zien Het grootste deel van de beïnvloedbare middelen Onderwijsbeleid gaat overigens niet rechtsreeks naar schoolbesturen maar naar bovenschoolse projecten en/of instellingen ten behoeve van het primair- en voortgezet onderwijs. Voorbeeld daarvan is schoolmaatschappelijk werk dat door Kwadraad wordt uitgevoerd en Logopedie en Pedologisch instituut door OnderwijsAdvies. 2014
2015
2016
172.295
172.295
172.295
38.854
38.390
38.224
Bevorderen deelname VVE dgkinderen
211.149
210.685
210.519
6100436 OAB onderwijs & opvoeding
582.941
582.941
484.941
6180162 Overhead Bev ouderbetr dgkinderen
19.427
19.195
19.112
Bevorderen ouderbetrokkenheid dgkinderen
602.368
602.136
504.053
6100434 OAB VVE kwaliteit
682.429
682.429
682.429
38.854
38.390
38.224
Kwaliteit en aanbod voorsch educatie
721.283
720.819
720.653
6100408 leerlingenvervoer
747.491
747.491
747.491
Wettelijke taak, geen overdracht aan schoolbestuur
6100409 schoolzwemmen
-10.533
-10.533
-10.533
Meer inkomsten dan uitgaven
6100433 BAT/BOAT
185.907
185.907
105.907
6100446 logopedie
153.673
153.673
133.673
6100447 Pedologisch Instituut
119.195
119.195
119.195
6100448 schoolbegeleiding
51.638
51.638
21.638
6100449 onderwijs asielzoekers
13.033
13.033
-
6101009 Schoolmaatschappelijk werk
62.000
62.000
62.000
6180164 Overhead Onderst zorg voor leerlingen
99.344
98.142
97.644
1.421.748
1.420.546
1.277.015
420.972
420.972
420.872
Geoormerkt Rijkbijdrage OAB
-1.705.979
-1.705.979
-1.755.979
Geoormerkt Rijkbijdrage OAB
21.637
21.362
21.196
-1.263.371
-1.263.646
-1.313.912
6101006 OAB VVE toeleiding 6180161 Overhead Bev deelname VVE dgkinderen
6180160 Overhead Kwal en aanbod voorsch educatie
Ondersteunen zorg voor leerlingen 6100435 OAB op school 6100437 OAB ondersteuning 6180163 Overhead Stim hoogwaardig taalaanbod Stimuleren hoogwaardig taalaanbod
274 | Overige gegevens
Toelichting Geoormerkt Rijkbijdrage OAB Overhead
Geoormerkt Rijkbijdrage OAB Overhead
Geoormerkt Rijkbijdrage OAB Overhead
Overhead
Overhead
2014
2015
2016
6100427 onderwijsvernieuwing
27.743
27.743
78.435
6100429 techniek
51.074
51.074
49.724
6100431 ict
64.610
64.610
14.610
6100432 Onderwijs aan hoogbegaafden
22.498
22.498
22.498
6180166 Overhead Stimuleren kennism met talent
19.427
19.195
19.112
Stimuleren kennismaking met talenten
185.352
185.120
184.380
6100428 schoolconcierges bao
312.270
312.270
312.270
Conform PPN 2014 door na 2015
6100439 brede school Noord
512.015
512.015
463.015
Deel niet beinvloedbaar (huursubsidie)
6100440 brede school roomburg
61.496
61.496
61.496
6100443 Gemengde scholen
29.136
25.646
102
6100445 Combinatiefunctie
839.642
633.893
401.253
6100450 Bruidsschat openbaar PO / SO
150.600
-
-
Niet beinvloedbaar
40.160
-
-
Niet beinvloedbaar
6100452 Onderwijsgids
-15.073
-17.722
-17.722
6101005 Samenwerking onderwijs
48.268
48.268
16.845
6180165 Overhead Stim samenw en voorz in onderw
155.416
153.560
152.897
2.133.930
1.729.427
1.390.156
465.318
465.318
414.643
€ 215.000 niet beïnvloedbaar Rijksgeld: over middelen gaan niet naar de VOscholen maar naar projecten
-0
-0
-100.000
Baten en lasten saldo nul: niet beïnvloedbaar: - 1 ton betreft plaatsing 50% nieuwe taakstelling van 2 ton PPN 2014 (1 ton bij OHV)
6100425 platvorm VMBO/MBO
87.440
87.440
87.440
6180167 Overhead Sturing geven op uitvalcijfers
77.708
76.780
76.449
Sturing geven op uitvalcijfers
630.466
629.538
478.531
6100422 bestrijding schoolverzuim
238.105
238.105
188.105
19.427
19.195
19.112
257.532
257.300
207.217
Totaal ONDERWIJSBELEID
4.900.457
4.491.925
3.658.614
Totaal ONDERWIJSBELEID beïnvloedbaar
1.982.871
1.979.381
1.678.048
6100451 Bruidsschat gymnasium
Stimuleren samenw en voorz in onderwijs 6100423 projecten VSV
6100424 RMC-beleid
6180168 Overhead Tegengaan verzuim leerpl Tegengaan verzuim leerplichtigen
Toelichting
Overhead
Bijdrage Rijk co-financiering, zit vanaf 2015 niet meer in begroting, nieuwe aanvraag obv vervolg regeling. Deel dekking uit reserve
Meer inkomsten dan uitgaven
Overhead
Overhead
Overhead
Cursief is naam prestatie
Overige gegevens | 275
6.8 Amendementen Amendement: A130095/1 Onderwerp: Rekenkamercommissie De raad van de gemeente Leiden, bijeen in vergadering van 5 november 2013, BESLUIT: Aan het raadsvoorstel een besluitpunt toe te voegen, als volgt: - de volgende reserve in te stellen: Naam
Reserve Rekenkamer
Grootte
Minimaal € 20.000 maximaal € 40.000
Afdeling
Griffie
Beleidsterrein
Bestuur
Doel
Belangrijkste doelstelling van de reserve Rekenkamer is de mogelijkheid voor een meer flexibele financiering van de uitgaven voor onderzoek en de mogelijkheid tot extra onderzoek. De uitgaven van de onderzoeken van de Rekenkamer lopen vaak over de jaargrens heen en het aantal onderzoeken kan per jaar variëren.
Datum opheffing
N.v.t.
Voeding
Voeding van de reserve vindt plaats vanuit het overschot op het budget van de Rekenkamer. Bij raadsvoorstel bestemming jaarrekening kan de raad indien nodig besluiten tot een extra storting in de reserve Rekenkamer. De omvang van de reserve Rekenkamer bedraagt per 1 januari minimaal € 20.000 en maximaal € 40.000.
Onttrekkingen
Na raadsbesluit.
Toelichting: De onafhankelijke Rekenkamercommissie doet waardevol onafhankelijk onderzoek naar het door de gemeente gevoerde beleid. Doordat er geen Reserve Rekenkamer meer bestaat dreigt budget dat in 2013 niet (helemaal) aan onderzoeken is besteed, bijvoorbeeld doordat onderzoek nog niet is afgerond, in het jaarrekeningresultaat te verdwijnen. Dit amendement beoogt om de Rekenkamer in staat te stellen budget mee te nemen naar volgende jaren en voldoende budget te behouden om de onafhankelijke onderzoeken naar gemeentelijk beleid kwantitatief en kwalitatief op peil te houden.
276 | Overige gegevens