/d4
ODMH
Programmabegroting 2014 - 2017
Versie ter verkrijging zienswijzen
TER BEHANDELING Algemeen Bestuur 27 juni 2013
Programmabegroting2014 .2017
Inhoudsopgave Inleiding ......................................................................................................................... 5 Leeswijzer ............................................................................................................... 5 6 2. Begroting in één oogopslag ........................................................................................... 6 2.1 Uitgangspunten ....................................................................................................... .......................................................... 2.2 Meerjaren-programmabegroting2014 - 2017 6 2.3 Financiële positie ODMH ......................................................................................... 7 2.3.1 Inleiding............................................................................................................7 2.3.2 Vermogensontwikkeling 2012-2017.................................................................. 7 2.4 Toelichting kosten- en opbrengstensoorten .............................................................8 3. Programma Milieu ......................................................................................................... 9 3.1 Wat willen we bereiken? .......................................................................................... 9 3.2 Wat gaan we daar voor doen? ................................................................................ 9 3.3 Wat gaat het kosten? ............................................................................................. lO 1 4. Programma Bouw- en Woningtoezicht .......................................................................... 1 .1 Wat willen we bereiken? ......................................................................................... 1 ............................................................................... 1.2 Wat gaan we daar voor doen? ll 1.3 Wat mag het kosten? ............................................................................................ .l l 5. Paragrafen ....................................................................................................................12 5.1. Lokale heffingen .....................................................................................................12 5.2. Weerstandsvermogen ............................................................................................12 .................................................................................13 5.3. Onderhoud . . kapitaalgoederen 5.4. Financiering ...........................................................................................................13 5.5. Bedrijfsvoering .......................................................................................................14 5.6. Verbonden partijen .................................................................................................15 5.7. Grondbeleid ...........................................................................................................15 6 . Vaststelling Begroting van Baten en Lasten 2014 - 2017..............................................16
1.
1.1
Bijlagen ................................................................................................................................ 17 Bijlage l a: Gemeentelijke bijdragen Milieu .......................................................................18 Bijlage I b: Provinciale bijdragen Milieu............................................................................. 19 Bijlage I C : Gemeentelijke bijdragen Bouw- en Woningtoezicht ......................................... 20 Bijlage 2:Staat van reserves en voorzieningen ................................................................ 21 Bijlage 3:Overzicht Investeringen .................................................................................... 23 Bijlage 4:Bruto meerjaren-begroting ................................................................................ 24
Programmabegroting 2014 - 2017
Programmabegroting 2014 - 2017
1. Inleiding De programmabegroting 2014 van de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) is de begroting van een organisatie in beweging. In 2012 kwam de Omgevingsdienst tot stand en werd de organisatie versterkt vanuit de provincie Zuid-Holland. In 2013 heeft uitbreiding plaatsgevonden op het gebied van het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht ( B W ) . Eerst zijn de B W afdelingen van de gemeenten Bodegraven Reeuwijk en Gouda toegetreden, terwijl in 2014 de gemeenten Zuidplas en Waddinxveen op de rol staan. De Omgevingsdienst Midden-Holland ziet door deze uitbreidingen haar organisatie versterkt worden. De B W activiteiten passen goed in het streven van de ODMH om een bijdrage te leveren aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving. De strategische ontwikkelingen binnen de ODMH zijn financieel in meerjarig perspectief vertaald. Ten eerste neemt hierdoor het begrotingsvolume van de organisatie toe. Daarnaast biedt de gecontroleerde uitbreiding van de organisatie de mogelijkheid een verdere doelmatigheidsslag te slaan. De ODMH heeft zich ten doel gesteld de bijdrage van de deelnemers te verlagen. Ook in deze begroting 2014 is zichtbaar dat de bijdrage van de deelnemers fors zal afnemen, onder gelijkblijvende kwaliteit. Deze ontwikkeling is mogelijk door de beheerste groei van de organisatie, waarbij het groeitempo van de overhead lager is dan dat van het primair proces. Door clustering van taken wordt een grotere flexibiliteit verkregen, welke zich vertaald ziet in de cijfers. Tot het moment waarop de financiële eindsituatie is bereikt (ultimo 2015) mag geen gebruik gemaakt worden van de in de Nota Planning & Control geregelde faciliteit om het jaarprogramma jaarlijks (zonder frictiekosten) met 2,5% te laten krimpen. In bijlage 1 is de afname van de bijdrage per eigenaar goed zichtbaar gemaakt. Bij de start van het begrotingsjaar 2014 is door de ODMH naar verwachting een weerstandsvermogen opgebouwd van 5%. Dit percentage komt overeen met de standaard die bij veel vergelijkbare organisaties wordt aangehouden. In de loop van 201 3 zal door het bestuur van de ODMH een beleidslijn worden vastgesteld met betrekking tot de gewenste omvang van het toekomstige weerstandsvermogen. Deze beleidslijn zal zowel betrekking hebben op de bandbreedte die gehanteerd wordt ten opzichte van het normatieve weerstandsvermogen, als op de regels die gelden bij uitbreiding van activiteiten. Bij uitbreiding van activiteiten kan sprake zijn van een toegenomen behoefte aan weerstandsvermogen, hetgeen betekent dat over de opbouw daarvan afspraken moeten worden gemaakt. Het vraagstuk rond het weerstandsvermogen zal vanuit twee perspectieven worden benaderd. Enerzijds geldt de bedrijfseconomische behoefte aan weerstand van de zelfstandige economische eenheid die de ODMH is. Daarnaast kan de omvang van het weerstandsvermogen gerelateerd zijn aan de risico's die de organisatie loopt. Deze risico's worden in kaart gebracht en zullen financieel vertaald worden. De basisbegroting in hoofdstuk 2 betreft een zogenaamde netto begroting. Dat betekent dat het totaal van de gepresenteerde exploitatiecijfers overeenstemmen met het feitelijke activiteitenvolume. Deze cijfers zijn derhalve geschoond van interne doorberekeningen, die voor dubbeltellingen zorgen. De Programmabegroting van de Omgevingsdienst Midden-Holland is meerjarig in evenwicht. Ondanks het feit dat de opbrengsten zullen afnemen, ziet de directie van de ODMH het als een opdracht om haar huidige gezonde financiële structuur te handhaven. De vele uitdagingen op het gebied van nieuwe taken, huisvesting, digitaal handhaven en herstructurering van gemeentegrenzen worden dan ook met vertrouwen tegemoet getreden.
1.l
Leeswijzer
In Hoofdstuk 2 wordt de Programmabegroting 2014 - 2017 van de ODMH op hoofdlijnen beschreven. Allereerst wordt een prognose gegeven, daarnaast bevat dit hoofdstuk een resultaat- en vermogensbeschouwing. Hoofdstuk 3 bevat het programma Milieu en hoofdstuk 4 het nieuwe programma Bouw-en Woningtoezicht. In hoofdstuk 5 volgen alle verplichte paragrafen. Omdat de ODMH een Gemeenschappelijke Regeling is, zijn niet alle gemeentelijke paragrafen van toepassing. Daar waar dat aan de orde is, is dat in de paragraaf vermeld. De vaststelling van deze programmabegroting is opgenomen in hoofdstuk 6. Aan het eind van het document zijn enkele bijlagen opgenomen.
Programmabegroting 2014 - 201 7
2. Begroting in één oogopslag Onderstaande begroting is gebaseerd op de begroting 2013 en op de ontwikkelingen die worden voorzien vanaf het jaar 2013. Op totaalniveau worden de budgetten voor de begrotingsjaren 2014 tot en met 2017 geprognosticeerd.
2.1
Uitgangspunten
De cijfers uit de meerjarenbegroting 2014 - 2017 vloeien voort uit de programmabegroting 2013 en uit de detailbegroting 201 3. Voorts zijn de productieafspraken 2014 - indien e n voor zover bekendmeegenomen in de prognoses. Bovendien betreft dit een netto begroting. Dat betekent dat interne doorberekening van kosten buiten beschouwing gelaten is. Bijlage 4 van deze begroting bevat de bruto versie van deze vernieuwde meerjarenbegroting 2014-2017. In de meerjarenbegroting 2014 - 2017 is rekening gehouden met de uitbreiding van Bouw- en Woningtoezichttaken van de gemeenten Zuidplas en Waddinxveen per 1 januari 2014. Diezelfde taken van de gemeenten Bodegraven Reeuwijk en Gouda zijn dan al overgedragen aan de ODMH.
De prognose met betrekking tot de resultaten over de jaren 2014 tot en met 2017 luidt als volgt: 01
Programmabegroting 2014
Programmabegroting 2013
Pmgramnlabegroting 2015
Programmabegrotlng 2016
Programmabegroting 2017
Baten Contractuele bijdragen Olenge bijdragen Directe productbijdragen Projectbaten Doorberekende Bijdragen Onttrekking resems Totaal Baten
-6 395 958
-535 566 -136 255 -1 108 709 -6 328 643 -79 869 -14.585.000
-14 566 834 -54 442 O -1 O01 097 -2 133 374 -72 812
-13 758 658 -54 442 O -1 O01 097 -2 133 374 -72 812
-13 758 658 -54 442 O -1 O01 097 -2 133 374 -72 812
-13 758 658 -54 442 O -1 O01 097 -2 133 374 O
-17.828.559
-17.020.383
-17.020.383
-16.947.571
Lasten Personeelskosten Bijkomende Personeelskosten Apparaatskosten Directe productkosten Doorberekende kosten Projectlasten Dotatie resems
10 085 597 417 697 1 103 296 1 098 008 435 899 1 138473 306 030
13 530 095 443 422 2 586 022 259 621 O 1 O01 097 8 302
13 045 189 403 014 2 303 161 259 621 O 1 O01 097 8 302
13 045 189 403 014 2 303 161 259 621 O 1 O01 097 8 302
13 045 189 403 014 2 230 349 259 621
Totaal lasten
14.585.000
17.828.559
17.020.383
17.020.383
16.947.571
Saldo baten en lasten
O
O
O
O
1 001 097 8 302
O
Voor een toelichting op de kostensoorten wordt verwezen naar hoofdstuk 2.4. Naast de organisatiebrede begroting is voor het jaar 2014 ook een begroting opgesteld, waarin zowel de programma's Milieu en Bouw- en Woningtoezicht, als de afdeling Bedrijfsvoering apart gepresenteerd wordt. De optelling van de verschillende resultaten komt overeen met het totaalresultaat.
O
Programmabegroting 2014 - 2017
2.3
Financiële positie ODMH
2.3.1
Inleiding
In het kader van de programmabegroting 2014 is een meerjarige financiële analyse uitgevoerd, teneinde een oordeel te kunnen vellen over de ontwikkeling van het eigen vermogen In deze meerjarenbegroting 2014 - 2017 is deze meerjarige financiële analyse herhaald en geactualiseerd. Startpunt van de vermogensontwikkeling is de ontvlechting van het ISMH per 1 juli 2012. De aan de Milieudienst gelabelde reserves en voorzieningen zijn op die datum ingebracht in de ODMH. Hiertoe behoren ook de reserves en voorzieningen van de afdeling Bedrijfsvoering.
2.3.2
Vermogensontwikkeling 2012-201 7
De financiële ontwikkeling van een organisatie laat zich goed analyseren aan de hand van de ontwikkeling van het eigen vermogen (EV). De ontwikkeling van het eigen vermogen is namelijk de resultante van zowel het reguliere operationele resultaat als van de directe mutaties in de reserves, voorzieningen en andere balansposten. Van 2012 tot en met 2017 kent het eigen vermogen van het ODMH de volgende geprognosticeerde ontwikkeling:
Eigen Lr e r m o g e r
2012 *
2013
2014
2015
2016
O
749
97 1
906
84 1
Mutatie
749
222
-65
-65
-64
Stand 31 december
749
97 1
906
841
777
Stand 1 januari
Bedragen x Q 1.000,Onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarstukken 2012 door de accountant en het Algemeen Bestuur.
7
Programmabegroting 2014 - 2017
2.4
Toelichting kosten- en opbrengstensoorten
In de tabellen van hoofdstuk 2.2 worden de baten en lasten weergegeven in diverse kosten- en opbrengstensoorten. Hierna volgt per soort een korte uiteenzetting van d e kosten en opbrengsten, die onder deze posten verantwoord worden. Baten: Contractuele bijdragen: Contractuele bijdragen conform de jaarprogramma's, de lumpsumvergoeding van de Provincie en de vergoedingen voor de Bouw- en Woningtoezichttaken van de gemeenten Bodegraven Reeuwijk, Gouda, Zuidplas en Waddinxveen; - Overige bijdragen: Overige inkomsten en renteopbrengsten; - Projectbaten: Projectopbrengsten, deze maken in het algemeen geen onderdeel uit van het exploitatieresultaat; - Doorberekende bijdragen: Bijdragen in de kosten van onder andere d e provincie (werkbudgetten), de RDOG en het ISMH; - Onttrekking reserves: Bijdragen in de exploitatie vanuit de reserves.
-
Lasten: Personeelskosten: Salarislasten van personeel van de ODMH, inclusief ingehuurd personeel; Bijkomende personeelskosten: Kosten ten behoeve van het personeel, zoals reiskosten en scholingskosten; - Apparaatskosten: Diverse kosten, zoals leaseauto's en kapitaallasten; - Directe productkosten: Algemene kosten en concernfaciliteiten; - Doorberekende kosten: Interne doorbelasting van kosten (overhead); - Projectlasten: Projectlasten, deze maken in het algemeen geen onderdeel uit van het exploitatieresultaat; Dotatie reserves: Bijdragen vanuit de exploitatie aan de reserves.
-
Programmabegroting2014 - 2017
3. Programma Milieu 3.1
Wat willen we bereiken?
De Omgevingsdienst Midden-Holland is de dienst die in Midden-Holland in opdracht van de gemeenten in de regio en de provincie Zuid-Holland taken uitvoert op het gebied van de fysieke leefomgeving. De omgevingsdienst is uitvoerder van de wettelijke milieutaken, vergunningverlening en handhaving van bedrijven en de controle en toetsing van specialistische milieu- en veiligheidsaspecten. Daarnaast geeft zij specialistisch milieuadvies, beoordeelt en begeleidt zij projecten. De omgevingsdienst werkt aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving en wil daarbij de rechterhand zijn van de deelnemende partijen.
3.2
Wat gaan we daar voor doen?
De programmabegroting van de omgevingsdienst is gebaseerd op een inschatting van het aantal uren dat geleverd gaat worden aan de deelnemende gemeenten, en de bijdrage van de provincie. Deze inschatting voor de gemeenten is gemaakt door het te verwachten aantal producten per gemeente te vermenigvuldigen met het aantal uren dat er gemiddeld aan een product besteed wordt (kental). Bij de bepaling van het te verwachten aantal producten is rekening gehouden met de nieuwe ontwikkelingen in het gehele werkveld van de omgevingsdienst (zie kadernota 2014), en met de realisatiecijfers van 2012. Naast de verwachte productie voor de gemeenten is met de provincie een vast jaarbedrag voor de eerste drie jaar van de omgevingsdienst afgesproken. Dit bedrag is opgebouwd uit loonkosten, materiële kosten en een werkbudget. Middels het jaarprogramma voor de provincie Zuid-Holland is het jaarbedrag vertaald in producten en diensten die geleverd worden aan de provincie. De omgevingsdienst heeft twee afdelingen die gezamenlijk alle milieuproducten van de omgevingsdienst leveren aan haar deelnemers; - afdeling Bedrijven - afdeling Expertise Hieronder wordt uitgelegd welke taken uitgevoerd worden door deze twee afdelingen. Afdeling Bedrijven De afdeling Bedrijven voert namens de aangesloten gemeenten en de provincie Zuid-Holland bedrijf gerelateerde toezichts- en handhavingstaken uit in de regio Midden-Holland. Daarnaast voert de afdeling voor de gehele provincie taken uit in het kader van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz). Ook slootdempingen behoren tot het takenveld. De activiteiten worden uitgevoerd op basis van de eind 2012 vastgestelde sanctiestrategie. Naast de reguliere, bestuurlijke toezichtstaken is er binnen de afdeling ook capaciteit beschikbaar voor strafrechtelijke handhaving van overtredingen en voor administratief toezicht. De afdeling is tevens verantwoordelijk voor de afhandeling van milieuklachten en milieugerelateerde incidenten bij bedrijven in Midden-Holland. Daartoe is een paraatheidsdienst in het leven geroepen die 24 uur per dag beschikbaar is. Vanuit de afdeling Bedrijven vindt eveneens de advisering richting gemeenten plaats op het gebied van asbest. De afdeling Bedrijven bestaat uit de teams Handhaving Noord, Handhaving Zuid, Specialistisch Toezicht en Vergunningverlening.
Door de controles van de orngevingsdienst is er toezicht op de opslag en het gebruik van (gevaarlijke) stoffen en kunnen risicovolle situaties worden onderkend en verkleind. Ook wordt er op toegezien dat de vereiste voorzieningen, waarmee overlast voor burgers door geur, stof en geluid wordt voorkomen, bij de bedrijven aanwezig zijn. De afdeling voert jaarlijks circa 1.500 van dit soort controles uit. Op grond van milieuwet- en regelgeving worden verschillende vergunningverlenende taken uitgevoerd. Met het nemen van besluiten op aanvragen van bedrijven en overige initiatiefnemers ingevolge de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), de Wet milieubeheer, het Lozingenbesluit en het Vuurwerkbesluit worden de verschillende belangen afgewogen om een goede leefomgevingskwaliteit te waarborgen. Het team Vergunningverlening voert werkzaamheden m.b.t. procedures uit. De procedures rondom het aanvragen en actualiseren van milieuvergunningen biedt rechtszekerheid aan ondernemers en
Programmabegroting2014 - 2017
bescherming voor omwonenden. Ook geeft het omwonenden de gelegenheid inspraak uit te oefenen en kennis te nemen van de inhoud van de vergunning. Afdeling Expertise De afdeling Expertise voert alle milieutaken uit inclusief in- en externe advisering, op het gebied van bodem, archeologie, geluid, lucht en externe veiligheid. Tevens vinden er werkzaamheden plaats voor de gemeenten in de regio Midden-Holland en de provincie Zuid-Holland d i e gericht zijn op het realiseren van een duurzame leefomgeving in Midden-Holland door advisering op milieuaspecten in ruimtelijke plannen en inzet via natuur- en milieueducatie. Daarnaast worden de juridische werkzaamheden binnen de ODMH uitgevoerd binnen deze afdeling. Bij d e expertise taken gaat het om het verstrekken van milieuadviezen op genoemde terreinen, het opstellen van besluiten, het beheer van data, het uitvoeren van projecten en het ontwikkelen van strategisch uitvoeringsbeleid. De afdeling Expertise bestaat uit het team Bodem en Archeologie, het team Geluid, Lucht en Externe Veiligheid, het team ROM en duurzaamheid en het juridisch cluster. De bodemwerkzaamheden leiden ertoe dat in de besluitvorming, maar ook bij de inrichting en beheer van de openbare ruimte het aspect bodem op de juiste wijze wordt meegewogen en meegenomen. Zo wordt er niet gebouwd op ernstig verontreinigde grond, wordt toegezien o p het verantwoord toepassen van grond, wordt hergebruik van grond gestimuleerd, het archeologisch erfgoed beschermd en bodemonderzoek tegen een scherpe prijs aangeboden. Zoveel mogelijk grond en bagger hergebruiken zonder dat er risico's optreden voor de gebruikers, dat is de koers voor het nieuwe bodembeleid. De grootste hoeveelheid jaarlijkse klachten, binnenkomend bij de omgevingsdienst, hebben betrekking op geluid en lucht. Om dit te voorkomen of te verminderen worden er bedrijfscontroles en metingen, liefst in een zo vroeg mogelijk stadium, verricht. Hiermee wordt bereikt dat er zowel bedrijvigheid alsook woningbouw kan blijven plaatsvinden, zonder dat dit leidt tot grotere hoeveelheden klachten en onmogelijke situaties. Bij externe veiligheid worden de risico's voor de omgeving in kaart gebracht die kunnen plaatsvinden tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De risico's worden geobjectiveerd en adviezen in het planvormingsproces van gemeenten en de provincie meegenomen. Het team ROM en Duurzaamheid bestaat uit de specialismen natuur- en milieueducatie, preventie en duurzame bedrijfsvoering, klimaat, energie, duurzaam bouwen, duurzame gebiedsontwikkeling, duurzaamheidsbeleid, ecologie en milieucommunicatie. Voor het primair en voortgezet onderwijs wordt natuur- en milieuonderwijs verzorgd. De producten voor het primair onderwijs bestaan uit leskistmateriaal voor op school en lessen welke gegeven worden op de Zwanebloem in Gouda of in de buurt van de school. Ook bevat het educatief programma lessen en excursies rondom het aspect duurzazmheid. ROM-specialisten adviseren en ondersteunen op milieugebied bij de ruimtelijke plannen in Midden-Holland. Hierbij worden (milieu)kansen in een vroegtijdig stadium benut om problemen in een (te) laat stadium voorkomen. De leefbaarheid en duurzaamheid in Midden-Holland wordt zodoende verhoogd en ruimtelijke processen kunnen doorgang vinden. Alle adviezen en besluiten van de ODMH hebben een juridische component. Het juridisch cluster werkt dan ook voor beide afdelingen, Bedrijven en Expertise en levert juridische ondersteuning aan gemeenten bij (complexe) juridische zaken met betrekking tot milieu. Daarnaast behandelt het juridisch cluster de bezwaar- en beroepszaken. De hierboven beschreven producten van de genoemde afdelingen worden geconcretiseerd in een jaarprogramma per gemeente en het jaarprogramma voor de provincie Zuid-Holland dat eind 2013 beschikbaar is.
3.3
Wat gaat het kosten?
Het netto begrotingstotaal van het programma Milieu bedraagt f 9.365.576,-. Het bruto begrotingstotaal (inclusief de interne doorberekeningen) bedraag f 13.923.803,-. Voor de gemeentelijke en provinciale bijdragen voor het programma Milieu wordt verwezen naar de bijlagen la en Ib.
Programmabegroting2014 - 2017
4. Programma Bouw- en Woningtoezicht 1.l
Wat willen we bereiken?
De Omgevingsdienst Midden-Holland is de dienst die in Midden-Holland in opdracht van de gemeenten Bodegraven Reeuwijk, de gemeente Gouda, de provincie Zuid-Holland en per 1 januari 2014 de gemeenten Zuidplas en Waddinxveen taken uitvoert op het gebied van Bouw- en Woningtoezicht (BWT). De omgevingsdienst is uitvoerder van de wettelijke BWT-taken, vergunningverlening, toezicht en handhaving van burgers en bedrijven. De omgevingsdienst werkt aan een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving en wil daarbij de rechterhand zijn van de deelnemende partijen.
1.2
Wat gaan we daar voor doen?
De programmabegroting van de omgevingsdienst is gebaseerd op een inschatting van het aantal uren dat geleverd gaat worden aan de deelnemende gemeenten, en de bijdrage van de provincie. Deze inschatting voor de gemeente Gouda is gemaakt door het te verwachten aantal producten te vermenigvuldigen met het aantal uren dat er gemiddeld aan een product besteed wordt (kental). Bij de bepaling van het te verwachten aantal producten is rekening gehouden met de toekomstige ontwikkelingen en de realisatiecijfers van de gemeente Gouda van 2012. Naast de verwachte productie voor de gemeenten Gouda is met de gemeenten Bodegraven Reeuwijk en de provincie een vast jaarbedrag afgesproken. Met de gemeenten Zuidplas en Waddinxveen is de ODMH nog in onderhandeling over het jaarbedrag. De jaarbedragen zijn opgebouwd uit loonkosten, materiële kosten en een werkbudget. De omgevingsdienst heeft één afdeling die gezamenlijk alle Bouw- en Woningtoezichttaken uitvoert voor de vier gemeenten en de provincie. Hieronder wordt uitgelegd welke taken uitgevoerd worden door deze afdeling. Vanuit de afdeling wordt informatie over de bestemmingsplannen verstrekt en indien nodig ook informatie uit de bouwarchieven. Aanvragen en meldingen worden behandeld, waarna toetsing en beoordeling van deze aanvragen en meldingen plaats vindt. Bouwplantoetsing, waaronder het behandelen van bouwvergunningen en het adviseren bij beperkte bestemmingsplanwijzigingen wordt uitgevoerd. Vergunningverlening vindt plaats op het gebied van bouw, reclame, inrit, uitweg, kappen, aanleg, slopen en brandveilig gebruik. Tevens vindt voor de gemeente Gouda vergunningverlening plaats met betrekking tot monumenten, inclusief het vaststellen van subsidiabele kosten. Toezicht en handhaving vindt plaats op bouwwerken, reclame, slopen, brandveilig gebruik en monumenten en handhaving van het buitengebied. Tevens wordt er voor de gemeente Gouda op woonwagenlocaties gehandhaafd. Bij bezwaar- en beroepszaken inzake vergunningverlening en handhaving worden verweerschriften opgesteld en vertegenwoordigd de ODMH de gemeenten en provincie. Tevens wordt juridisch geadviseerd. Klachtenafhandeling op het gebied van Bouw- en Woningtoezicht wordt uitgevoerd en in het kader van de rampenbestrijding vindt bouwbeheer plaats.
1.3
Wat mag het kosten?
Het netto begrotingstotaal van het programma Bouw- en Woningtoezicht bedraagt E 4.040.815,-. Het bruto begrotingstotaal (inclusief de interne doorberekeningen) bedraag E 5.613.029,-. Voor de gemeentelijke en provinciale bijdragen voor het programma Bouw- en Woningtoezicht wordt verwezen naar de bijlagen I b en I C .
Prograrnrnabegroting2014 - 2017
5. Paragrafen Artikel 26 van het BBV schrijft voor dat het volgende zevental paragrafen wordt opgenomen in de programmabegroting.
5.1.
Lokale heffingen
De paragraaf betreffende de lokale heffingen is voor het ODMH niet van toepassing. De inwonerbijdragen die de deelnemende gemeenten betalen, kan als algemeen dekkingsmiddel beschouwd worden.
5.2.
Weerstandsvermogen
De paragraaf weerstandsvermogen dient te omvatten: Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden a. waarover het ODMH beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten t e dekken; Een inventarisatie van de risico's, waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van b. materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Hierbij dient bijvoorbeeld te worden gedacht aan risico's in het kader van organisatieontwikkelingen, rechtmatigheid, garantieverplichtingen, voldoen aan formele voorschriften met betrekking tot de uitvoering van regelingen door het ODMH; Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's en de realisatie daarvan. C. Weerstandsvermogen Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de ODMH in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. Een buffer is daarom wenselijk. Bij het weerstandsvermogen gaat het dus om de robuustheid van de begroting. In de regeling voor de ODMH is bepaald dat de kosten, die niet uit andere inkomsten kunnen worden gedekt, ten laste van de deelnemende organisaties komen. Dat impliceert dat de financiële gevolgen van risico's, die niet binnen de begroting van de ODMH kunnen worden opgevangen, uiteindelijk ten laste van de deelnemende organisaties zullen worden gebracht. Deze bepaling zou tot de opvatting kunnen leiden, dat het voor de ODMH niet nodig is om over weerstandscapaciteit te beschikken. Daartegen staan de volgende argumenten: De ODMH is zelfstandig rechtspersoon met eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Het is onwerkbaar voor de ODMH (en voor de provincie en gemeenten) als de ODMH zich voor iedere tegenvaller tot hen moet wenden, met het verzoek om een (incidentele of structurele) verhoging van de bijdrage. Weerstandscapaciteit Wanneer een risico zich voordoet, welke niet kan worden opgevangen in d e reguliere exploitatie, zal in eerste instantie een beroep gedaan worden op de weerstandscapaciteit. Tot de aanwezige weerstandscapaciteit kunnen worden gerekend (in volgorde van aanspreken bij het voordoen van een risico): 1. 2. 3. 4.
Dienstreserves Algemene reserve Verhoging jaarlijkse bijdrage Verzilveren eventuele stille reserves
In de navolgende tabel is een overzicht van de reserves opgenomen die tot de weerstandscapaciteit worden gerekend. Bij de bepaling van de omvang van de aanwezige weerstandscapaciteit worden de onbenutte capaciteit en stille reserves in eerste instantie niet meegerekend. De hoogte van de weerstandscapaciteit op basis van de geprognosticeerde standen is als volgt:
Programmabegroting2014 - 2017
Vrij aanwendbare reserves behorend tot weerstandscapaciteit
E
Algemene resem Dienstresem
597.569 21.g28
Totaal weerstandscapaciteit
619.497
Bij de start van het begrotingsjaar 2014 is door de ODMH naar verwachting een weerstandsvermogen opgebouwd van 5%. Dit percentage komt overeen met de standaard die bij veel vergelijkbare organisaties wordt aangehouden. In de loop van 2013 zal door het bestuur van de ODMH een beleidslijn worden vastgesteld met betrekking tot de gewenste omvang van het toekomstige weerstandsvermogen. Deze beleidslijn zal zowel betrekking hebben op de bandbreedte die gehanteerd wordt ten opzichte van het normatieve weerstandsvermogen, als op de regels die gelden bij uitbreiding van activiteiten. Bij uitbreiding van activiteiten kan sprake zijn van een toegenomen behoefte aan weerstandsvermogen, hetgeen betekent dat over de opbouw daarvan afspraken moeten worden gemaakt. Het vraagstuk rond het weerstandsvermogen zal vanuit twee perspectieven worden benaderd. Enerzijds geldt de bedrijfseconomische behoefte aan weerstand van de zelfstandige economische eenheid die de ODMH is. Daarnaast kan de omvang van het weerstandsvermogen gerelateerd zijn aan de risico's die de organisatie loopt. Deze risico's worden in kaart gebracht en zullen financieel vertaald worden.
5.3.
Onderhoud kapitaalgoederen
In deze paragraaf dient inzicht te worden gegeven in de realisatie van het beleid ten aanzien van het onderhoud van kapitaalgoederen en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties ten opzichte van de begroting. Het gaat hierbij tevens om het verlangde onderhoudsniveau, de (lange termijn) onderhoudsplanning voor alle belangrijke activa en het voorzieningenbeleid terzake. Omdat het pand aan de Thorbeckelaan 5 tot de inboedel van het ISMH behoort, is deze paragraaf voor de ODMH niet van toepassing.
5.4.
Financiering
In deze paragraaf dient de realisatie van de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille te worden opgenomen. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van de ODMH van 13 december 2012 is het Treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut wordt de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het statuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Jaarlijks wordt zowel in de begroting als in de jaarrekening een treasuryparagraaf opgenomen. In deze paragraaf worden de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van de treasury vastgelegd. In het kort wordt de huidige situatie weergegeven met betrekking tot een aantal aandachtspunten: Teugbetaling aanloopkosten oprichting De Provincie Zuid-Holland heeft een deel van de aanloopkosten in het kader van de oprichting van de ODMH voorgeschoten. Dit bedrag moet binnen 3 jaar (vanaf 1 juli 2012) worden terugbetaald aan de Provincie Zuid-Holland. De terugbetaling beloopt een bedrag van E 525.000,-. Een en ander is geregeld in een separaat vastgestelde leningsovereenkomst tussen de ODMH en de Provincie ZuidHolland.
Programmabegroting 2014 - 2017
Financieringspositie
De financieringspositiewordt als wlgt weergegeen (bedragen x E 1.000):
Boekwaarde mste actim Overige verbonden partijen Totaal mste actim
Begroting 2013 734
o
Begroting 2014 1.O30 O
222
v
m
Deze boekwaarde wordt gefinancierd met: Eigen ermogen Vooizieningen Totaal financiering Financieringstekort Toename financieringsoverschot
E2
Voor 2013 was nog een financieringstekort geraamd van E 49.000. In 2014 ontstaat een overschot van E 66.000. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft aan in welke mate in de financiering van investeringen mag worden voorzien in de vorm van kortlopende middelen. Volgens de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) bedraagt de kasgeldlimiet 8,2 % van het totaal van de bruto (primitieve) begroting ad E 25.418.028,ofwel E 2.084.278,-. ,--
De confrontatie van de kasgeldlimiet aan de netto vlottende schuld vindt per kwartaal plaats. Geldstromenbeheer De kosten van het geldstromenbeheer hebben wij beperkt door gebruik te maken van het "pakket geïntegreerde dienstverlening " van de Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG). Het betalingsverkeer is zoveel mogelijk uitgevoerd door de BNG. Met de Rabobank en de BNG zijn afspraken gemaakt om beschikbare middelen vast te zetten en daardoor meer aan liquiditeitsplanning te gaan doen met als doel om meer rendement te behalen. De ODMH heeft bezit geen aandelen.
5.5.
Bedrijfsvoering
De afdeling Bedrijfsvoering levert niet alleen diensten aan de overige afdelingen van de ODMH. Ook worden diensten aan het ISMH en de RDOG geleverd. Dit gebeurt op basis van dienstverleningsovereenkomsten met genoemde organisaties. De afdeling Bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van het programma. Het welslagen van het programma is mede afhankelijk van de doelmatigheid, transparantie en kwaliteit van de bedrijfsvoering. De externe dienstverlening is gebaat bij een goede interne bedrijfsvoering. De paragraaf bedrijfsvoering dient inzicht te geven in de stand van zaken en de realisatie van de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Hierbij gaat het om de volgende onderwerpen: Personeel en Organisatie: Tot de reguliere taken van P&O behoren onder andere het P&O-beleid, werving en selectie, advisering en de personeels- en salarisadministratie. Financieel beheer en Administratieve organisatie: Bij de vaststelling van de Financiële Verordening artikel 212 Gemeentewet en Controle verordening artikel 213 Gemeentewet is bepaald wanneer afzonderlijke nota's moeten worden geactualiseerd:
Programmabegroting2014 - 2017
- reserves en voorzieningen - tarieven - weerstandsvermogen en risicomanagement - onderhoud kapitaalgoederen en gebouwen - bedrijfsvoering
iedere 4 jaar; op verzoek van Algemeen Bestuur; iedere 4 jaar; iedere 4 jaar; iedere 4 jaar. De hierboven genoemde beleidsdocumenten zullen opgesteld moeten worden. Gestreefd wordt om deze in 2013 vast te laten stellen door het Algemeen Bestuur. Facilitaire zaken: Tot de facilitaire taken behoren inkoop, receptie- en reprowerkzaamheden. Ook zorgt dit cluster voor het beheer van de panden. Naast het 'eigen' pand aan de Thorbeckelaan 5 betreft dit ook de gehuurde kantoorruimten aan de Thorbeckelaan 2 en het van Hogendorpplein 4. Informatisering en automatisering: Wettelijke voorschriften maken het in toenemende mate noodzakelijk om efficiënt en met hoge kwaliteit te werken. Steeds meer informatie dient toegankelijk te zijn voor burgers, bedrijven en organisaties. Deze ontwikkelingen vereisen moderne ICT-apparatuur en hoge beschikbaarheid. Er wordt daarom gewerkt aan en geïnvesteerd in digitalisering van werkprocessen. Digitale informatie voorziening: De afdeling DIV zorgt binnen de ODMH voor de (digitale) informatievoorziening. In 2014 wordt verder gewerkt aan de digitalisering van de diverse dossiers.
5.6.
Verbonden partijen
De ODMH heeft geen verbonden partijen (een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeenschappelijke regeling een bestuurlijk en een financieel belang heeft). De relatie tussen de ODMH en de deelnemende provincie en gemeenten valt niet onder deze noemer.
5.7.
Grondbeleid
De verplichte paragraaf Grondbeleid is niet van toepassing voor de ODMH.
Programmabegroting 2014 - 2017
6. Vaststelling Begroting van Baten en Lasten 2014 - 2017 Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Midden-Holland, gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 6 juni 2013, gezien de toezending van de ontwerpbegroting aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan Provinciale Staten van de Provincie Zuid-Holland, zes weken voor de vaststelling in het Algemeen Bestuur, BESLUIT: De programmabegroting van baten en lasten voor de jaren 2014 - 2017 vast te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 27 juni 2013. De secretaris,
De voorzitter,
Programmabegroting 2014 - 2017
Bijlagen
Programmabegroting2014 - 2017
Bijlage l a : Gemeentelijke bijdragen Milieu
Gemeente
Uren jaarprogramma 2013
Bergambacht Bodegrawn Reeuwijk Boskoop Gouda Nederlek Ouderkerk Schoonhown Vlist Waddinxvsen Zuidplas Totaal Uurtarief 2014 (afgerond)
Bijdrage jaarprogramma 2013
Bijdrage weerstandç vermogen 2013
Totale bijdrage 2013
Uren jaarprogramma 2014
Bijdrage jaarprogramma 2014
Bijdrage jaarprogramma 2015
Bijdrage jaarprogramma 2016
Bijdrage jaarprogramma 2017
3.372 12.564
279.943
266.613
266.613
1.043.063
993.394
993.394
4.41 9
366.865
349.396
349.396
349.396
14.524
1.205.782
1.148.364
1.148.364
1.148.364
358.663
3.992
331.416
315.634
315.634
315.634
285.229
3.175
263.589
251.037
251.037
251.037 231.507
3.533
288.862
14.109
302.971
13.162
1.076.100
52.561
1.128.662
4.629
378.448
18.485
15.216
1.244.046
60.764
396.933 1.304.811
4.182
341.961
16.702
3.326
271.945
13.283
266.613 993.394
3.067
250.782
12.249
263.030
2.928
243.083
231.507
231.507
4.019
328.610
16.051
344.661
3.836
318.465
303.300
303.300
303.300
8.685
710.093
744.776
8.290
688.236
655.463
655.463
655.463
1.266.222
14.095
1.170.167
1.114.445
1.114.445
1.114.445
6.395.959
71.195
5.910.610
5.629.152
5.629.152
5.629.152
14.766
1.207.256
34.683 58.967
74.585
6.098.104
297.855
é 83.02
Programmabegroting 2014 - 2017
Bijlage Ib: Provinciale bijdragen Milieu
Omschrijving Loonkostenbudget Materieel budget Geclusterde zwemwatertaken Toezicht indirecte lozingen Brandveilig Gebruik Bouwwerken Regie uitwering WABO-taken AdGsering Briks-taken Vacatureergoeding Bijdrage jaarprogramma Totaal
Bijdrage 2013
Bijdrage 2014
3.410.065 96.463 24.900 4.200 1.535 126.000 136.500 180.000
3.462.580 97.949 25.283 4.265 1.559 127.940 138.602 180.000
3.979.663
4.038.178
Bijdrage 2015
Bijdrage 2016
3.51 1.459 3.511.459
3.51 1.459 3.511.459
Bijdrage 2017
3.51 1.459 3.511.459
De vacaturevergoeding is door de provincie geheel in 2012 uitbetaald. De ODMH verantwoordt de opbrengsten in de exploitatiejaren2013 tot en met 2015. Indexering vindt niet plaats. "Vanaf 2015 vindt financiering plaats op productbasis (PQ). Gestreefd wordt naar een prilsdaling van 115% naar 100%.
Programmabegroting 2014 - 2017
Bijlage IC: Gemeentelijke bijdragen Bouw- en Woningtoezicht
Bijdrage 2013
Uren 2014
Bodegraven Reeuwijk * Gouda Waddinxveen ** Zuidplas *
1.326.054 620.804
15.186
Totaal
1.946.858
15.186
Gemeente
Uurtarief 2014 (afgerond)
Bijdrage 2014
Bijdrage 2015
Bijdrage 2016
Bijdrage 2017
1.346.475 1.260.728 569.771 1.866.753
1.346.475 1.260.728 569.771 1.866.753
1.346.475 1.260.728 569.771 1.866.753
1.346.475 1.260.728 569.771 1.866.753
5.043.728
5.043.728
5.043.728
5.043.728
E 83.02
De vermelde bedragen voor de gemeenten Zuidplas en Waddinxveen zijn nog in concept. In de loop van 2013 w orden de werkelijke bijdragen bepaald. * De gemeenten Bodegraven Reeuw ijk en Zuidplas betalen een lumpsumvergoeding gedurende de eerste drie jaren. ** De gemeente Waddinxveen betaalt een lumpsumvergoeding over het jaar 2014. Daarna volgt PxQ-financiering.
Programmabegroting2014 - 2017
Bijlage 2: Staat van reserves en voorzieningen
'De onttrekkingen van de bestemningsreserves Dekking Financieel systeem en ICT\ Digi MD in 2013 zgn verlaagd tot de saMi van de reserves per 31-12-2012.
Programmabegroting 2014 - 2017
Begroting 2016
Begroting 2015 Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo aan het einde van het dienstjaar
Toevoegingen
Onttrekkingen
Begroting 2017 Saldo aan het einde van het dienstjaar
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo aan het einde van het dienstjaar
Reserves 1 Algemene Reserve 2 Dienstreserve Milieu
Totaal Algemene Reserves
597.569 21.928 619.497
597.569 21 .g28 61 9.497
597.569 21 .g28 61 9.497
121.496
121.496
121.496
Bestemminasreserves 3 BR Infomatisering/Automatisering 4 BR Dekking Financieel systeem 5 BR Bodemkwaliteit kaart 6 BR ICT \ Digi MD 7 BR WABO Totaal Bestemmingsreserves Totaal Reserves
8.302
72.81 2
88.372
8.302
72.812
23.862
8.302
32.164
8.302
72.812
12.695 222.563
8.302
72.81 2
12.695 158.053
8.302
12.695 166.355
8.302
72.812
842.060
8.302
72.812
777.550
8.302
785.852
Prograrnrnabegroting2014 - 2017
Bijlage 3: Overzicht Investeringen
Investeringen
Iniesteringen DigiMD Financieel systeem Automatisering Desiniestering scooter Apparatuur kantine Totaal
Jaarstukken 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
29.979 2.283 182.834
140.000
150.000
140.000
150.000
1.3281.517 215.285
Programmabegroting 2014 - 2017
Bijlage 4: Bruto meerjaren-begroting
Contractuele bijdragen O~rige bijdragen Directe productbijdragen
ersoneelskosten
24
Programmabegroting 2014 - 2017