Profielwerkstuk Daniëlle Suurlant, v6a St. Willibrordcollege Goes
De animatie- en stripwereld in Japan
Inhoudsopgave Voorwoord en Inleiding
3
Deelvraag 1 - Hoe en wanneer kwamen de eerste strips in Japan tot stand?
4
Deelvraag 2 - Hoe ontwikkelde het striptekenen zich daarna tot de stijl nu typerend voor Japanse strips?
8
Deelvraag 3 - Wat zijn de kenmerken van de Japanse teken- en animatiestijl?
10
Deelvraag 4 - Hoe vindt de ontwikkeling plaats van strips naar animatie?
19
Deelvraag 5 - Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’80 verder ontwikkeld?
21
Deelvraag 6 - Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’90 verder ontwikkeld?
23
Deelvraag 7 - Wat zijn vandaag de dag de verschillende genres van de animatie- en stripwereld in Japan?
29
Deelvraag 8 - Wat is de invloed van de animatie- en stripwereld op de huidige maatschappij in Japan?
32
Conclusie
35
Begrippenlijst
37
Bronnenlijst
40
2
Voorwoord en inleiding In Japan maken manga (strips) en anime (animatiefilms) een belangrijk deel uit van de cultuur. De afgelopen tien jaar is het langzaam aan steeds populairder geworden in de landen buiten Japan, en afgelopen drie jaar is de bekendheid ervan in Nederland alleen al erg toegenomen. Maar manga wordt nog steeds vaak geassocieerd met seks en geweld, terwijl het een veel groter en rijker medium is met veel meer onderwerpen. Ikzelf ben al ongeveer vier jaar lang fan van dit aspect van de Japanse cultuur. Door middel van dit profielwerkstuk wil ik mijn eigen kennis over het onderwerp verbreden en er ook anderen mee kennis laten maken. Ik wil meer te weten komen over hoe manga en anime zijn ontstaan en hoe ze zich ontwikkeld hebben. Ook wil ik onderzoeken wat voor invloed anime en manga hebben op de huidige Japanse maatschappij. Mijn hoofdvraag is: Hoe heeft de wereld rond animatie en strips in Japan zich ontwikkeld vanaf zijn begin tot nu ontwikkeld en wat is de invloed daarvan op de huidige Japanse maatschappij? Deze vraag heb ik onderverdeeld in de volgende deelvragen: 1. Hoe en wanneer kwamen de eerste strips in Japan tot stand? 2. Hoe ontwikkelde het striptekenen zich daarna tot de stijl nu typerend voor Japanse strips? 3. Wat zijn de kenmerken van de Japanse teken- en animatiestijl? 4. Hoe vindt de ontwikkeling plaats van strips naar animatie? 5. Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’80 verder ontwikkeld? 6. Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’90 verder ontwikkeld? 7. Wat zijn vandaag de dag de verschillende genres van de animatie- en stripwereld in Japan? 8. Wat is de invloed van de animatie- en stripwereld op de huidige maatschappij in Japan? Ik heb ook een begrippenlijst toegevoegd aan het einde van het werkstuk. In de hoofdstukken zal je woorden tegenkomen die in het blauw zijn afgedrukt; deze woorden staan verklaard in de begrippenlijst. Daarna volgt een lijst van alle bronnen die ik heb gebruikt, zowel schriftelijk (artikelen) als visueel (afbeeldingen). Als laatste is er het logboek dat weergeeft hoe en wanneer ik aan het werkstuk heb gewerkt. Ik hoop door middel van dit werkstuk meer mensen bekend te maken met het fenomeen anime en manga binnen de Japanse cultuur. ~Daniëlle Suurlant
3
Deelvraag 1 Hoe en wanneer kwamen de eerste strips in Japan tot stand? Strips in Japan worden ‘manga’ genoemd. ‘Man’ betekent zoveel als ‘eigenaardig’, op een humoristische manier. ‘Ga’ betekent afbeelding. De term ‘manga’ werd voor het eerst gebruikt in de 17e eeuw. Maar de Japanners maakten al veel eerder illustraties en afbeeldingen die grappig, maar vooral satirisch bedoeld waren. In de 6e en 7e eeuw was er een bekende serie illustraties genaamd de “Choujuugiga”, wat ongeveer ‘boekrol over dieren’ betekent. Het waren dan ook afbeeldingen, gemaakt op boekrollen, van dieren die zich als mensen gedroegen.
Hierop zien we verschillende dieren, zoals een kikker, een geit en een leeuw, die menselijk gedrag vertonen en dergelijke kleren dragen. Deze rollen waren bedoeld als een satire op de Boeddhistische monniken. Gek genoeg bespotten ze dus zichzelf. Begin 13e eeuw werden er steeds meer afbeeldingen op tempelmuren geschilderd, die dieren en het leven na de dood voorstelden. De afbeeldingen waren vaak grof en erg overdreven weergegeven. Dit ging honderden jaren lang door, met steeds meer variërende onderwerpen. Begin 1600 werden de plaatjes voor het eerst gezien als amuserend op zich, en niet slechts illustratie op een muur. Ze werden nu vaak geschilderd op houten blokken en stonden bekend als de ‘Edo’. De onderwerpen waren minder religieus en meer populair van aard, vaak zelfs erotisch. Humor en satire maakten er nog steeds een belangrijk deel van uit. Het is tegen deze tijd dat het woord ‘manga’ voor het eerst opduikt om deze tekenstijl aan te duiden. De plaatjes waren monochroom en de lijnen waren simpel; er werden kleurvlakken gebruikt om de schaduw aan te geven. Het weergeven van het onderwerp was belangrijker dan de manier waarop. In 1702 bracht de artiest Shumboko Ono een boek uit met illustraties in de manga-stijl, elke afbeelding met commentaar voorzien. Er was nog geen sprake van een verhaallijn. Deze methode ontwikkelde zichzelf verder gedurende de honderd jaar daarna. Verhalen werden steeds vaker van de illustraties voorzien dan andersom. Er bevonden zich tekstvlakken in de afbeelding die het verhaal vertelden terwijl de plaatjes het weergaven. Deze eerste echte vorm van stripboeken werd Toba-e genoemd. De Toba-e groeide in populariteit en
4
ontwikkelde zich, zodat een enige tijd later het de geaccepteerde vorm van Japanse literatuur was. Zoals je ziet hebben in Japan afbeeldingen dus altijd al een grote rol gespeeld bij schriftelijke verhalen. De populairste Toba-e werden Ukiyo-e genoemd, portretten van de ‘zwevende wereld’. Dit waren vaak afbeeldingen van de rosse buurten: gevechten en prostituees. Ook werden populaire dingen zoals mode erin weergegeven.
Een gevecht in de ‘rosse buurt’. Links zie je prostituees die door een man met een paard overrompeld worden. Rechts staan twee samurai op het punt te vechten met een derde man, terwijl twee vrouwen in kimono’s toekijken.
5
Een vrouw, waarschijnlijk een prostituee of van lichte zeden, wast zichzelf. Op het rechterblad kijkt een andere vrouw toe. In 1815 werd de term ‘manga’ gebruikt door de artiest Hokusai om delen van zijn werk aan te geven. Hokusai leefde van 1760 tot 1849 en heeft meer dan 30,000 toba-e gemaakt. Zijn bekendste en populairste werk op hout was ‘De Grote Golf’ (zie afbeelding hieronder). Toen Japan half 19e eeuw open werd gesteld voor het buitenland, kreeg de zich ontwikkelende manga-stijl invloed van Europese artiesten. De Japanse tekenaars leerden over schaduwwerking, perspectief en woord-ballonnetjes. Nieuwe druktechnieken werden geïntroduceerd die veel efficiënter waren dan de houtafdrukken. Ook door de invloed van Europa kwamen in Japan de eerste humoristische tijdschriften uit.
Toen in 1868 de media zoals kranten en tijdschriften zich ontwikkelden in het moderne Japan kwamen er ook steeds meer illustraties in voor. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde de manga zich van hoofdzakelijk satirische en humoristische illustraties tot de vorm van beeldverhalen met een kenmerkende stijl. Eenzelfde ontwikkeling deed zich voor in het Westen, maar er zijn tot vandaag de dag nog steeds grote verschillen tussen de twee op zowel commercieel en artistiek gebied.
6
De grondlegger van de moderne basisvorm van manga, afgezien van alle vertakkingen, is Osamu Tezuka. In 1947 publiceerde hij een manga in boekvorm, New Treasure Island, gebaseerd op het boek ‘Treasure Island’ van Robert Louis Stevenson. Ondanks de barre omstandigheden in Japan na de oorlog werd het boek een bestseller en verkocht meer dan 400.000 exemplaren. Osamu Tezuka heeft tot zijn dood in 1989 manga gemaakt, waaronder de populaire Astro Boy. Na de Tweede Wereldoorlog nam het aantal manga en mangaka (=manga tekenaars) enorm toe. Toch werd manga nog steeds gezien als een medium voor kinderen. Maar juist de kinderen die in die tijd opgroeiden bleven op latere leeftijd manga leuk vinden, zodat er een markt ontstond voor manga gericht op een ouder publiek. In de jaren ‘60 waren de meeste van de kinderen die opgegroeid waren met manga, nu studenten. Er ontstond vraag naar manga gericht op serieuzere onderwerpen zoals politiek en kunst, maar ook andere dingen die de studenten bezighielden, zoals entertainment en relaties.
7
Deelvraag 2 Hoe ontwikkelde het striptekenen zich daarna tot de stijl nu typerend voor Japanse strips? Onder invloed van de veranderende markt in de jaren ’60 en ’70 ontwikkelden zich verschillende teken- en verhaalstijlen in manga. Deze stijlen ontwikkelden zich daarna steeds verder en vertakten zich weer, zodat er vandaag de dag een grote diversiteit is aan manga. In de jaren 80 verschenen er steeds meer verschillende soorten manga over talloze onderwerpen. De teken-, druk- en inkt-technieken die komen kijken bij het maken van manga verfijnden en manga-tijdschriften zorgden ervoor dat de verschillende manga bij het juiste publiek terecht kwam. Osamu Tezuka’s ‘New Treasure Island’ heeft nog steeds veel invloed op de manier waarop manga vandaag de dag getekend wordt. Zijn boek begon met een scène van iemand die zijn auto in het havengebied parkeert en zijn boot probeert te halen. Deze scène beslaat acht pagina’s en elk detail is op een filmische manier uitgewerkt. Tezuka maakt gebruik van close-ups en zoom-in technieken zodat de plaatjes na elkaar verlopen als een film en vloeiend in elkaar over gaan. In de jaren zestig ontstond er een nieuw genre in manga, genoemd geki-ga. Dit genre ontstond toen men manga ging produceren eind jaren vijftig voor de toen populaire leenbibliotheken. De geki-ga namen Osamu Tezuka’s werk als uitgangspunt, maar ontwikkelden zich verder naar een eigen stijl. De geki-ga artiesten gingen zich richten op de realiteit van hun leeftijdsgenoten, de adolescenten van de eerste, na-oorlogse manga-generatie. De onderwerpen hadden vaak betrekking op de wreedheid van de maatschappij en het leven. De auteurs maakten schokkende beelden om de realiteit duidelijk naar voren te brengen. Soms werd daarom de publicatie van de manga geweigerd. Zo kwam het dat ze in leen-bibliotheken terecht kwamen. Eind jaren vijftig waren er ongeveer 300,000 leen-bibliotheken actief in Japan. De grote meerderheid van de boeken waren manga. Er werd in de bibliotheken vaak goedkoop snoep gekocht en daarom vond men het geen geschikte plaats voor rijke kinderen. De nieuwe auteurs zagen de leen-bibliotheken als een nieuwe manier om hun creativiteit tot uitdrukking te brengen. Ze noemden hun werk ‘geki-ga’ om zich af te zetten tegen de vroegere soort manga zoals het werk van Tezuka. Zoals ‘man-ga’ ongeveer ‘komische afbeelding’ betekent, duidde ‘geki-ga’ op ‘dramatische/actievolle afbeelding’. Begin jaren ’60 begon de eerste mangageneratie zich richting universiteiten en hogescholen te bewegen, en hun interesses veranderden. De geki-ga-artiesten speelden hier op in door de onderwerpen van hun werk meer te laten aansluiten op de nieuwe interesses. Ook werden ze wel gedwongen om nieuwe wegen te zoeken doordat de leen-bibliotheken verdwenen als gevolg van de opkomst van de televisie. Ze begonnen onderwerpen te behandelen zoals liefde, actualiteiten, werk, en sociale problemen. Het werk van de geki-ga artiesten was vaak dramatisch en sensationalistisch, om de studenten te prikkelen. Vandaag de dag is de grens tussen manga en geki-ga nauwelijks aanwezig, al zijn er nog steeds merkbare verschillen in techniek en detail die een geoefend oog wel opvallen. Daarnaast vond ook de ontwikkeling van de historische manga plaats. Voor de oorlog waren historische verhalen al populair in Japan. Ze vonden meestal plaats rond de 16e eeuw in Japan, aan het einde van de “Edo” periode. Sommige verhalen waren fictief, andere gebaseerd op waargebeurde verhalen. Tijdens en enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog kwamen er geen verhalen of manga uit over historische verhalen en oorlogsverhalen uit de geschiedenis van Japan, omdat dit door de Amerikaanse autoriteiten daar verboden was. Dit
8
verbod moest ervoor zorgen dat er geen nieuwe nationalistische gevoelens ontstonden die tot opstand konden leiden. Het vredesakkoord in 1952 hief het verbod op. Begin jaren ’50 was ook de tijd van de eerste ‘boom’ in moderne manga. Historische verhalen over bijvoorbeeld legendarische zwaardmeesters waren in mangavorm erg populair onder de kinderen. Omdat de doelgroep van een jonge leeftijd was bevatten de historische manga vooral veel humor en een moraal. Dit veranderde in de jaren ‘60 toen de doelgroep inmiddels ouder was. Onder de historische manga bevonden zich ook manga over ninja’s, die toen razend populair werden. In de jaren ’70 werden manga over grote mechanische robots populair, en in de jaren ’80 het ruimtereizen. Het grote aantal verschillende mangastijlen en genres ontstond door de verscheidene doelgroepen van kinderen tot volwassenen en bepalen nu nog steeds het beeld van moderne manga.
9
Deelvraag 3 Wat zijn de kenmerken van Japanse teken- en animatiestijl? Als je puur naar de tekenstijl kijkt, valt veel mensen die onbekend met manga zijn dat de characters grote ogen hebben in verhouding tot het hoofd, en een kleine neus en mond. Verder is het hoofd meestal ook groter dan gewoonlijk en zijn de lichamelijke proporties sterk geïdealiseerd of overdreven. Dit is het standaardbeeld dat de meeste mensen van manga hebben wanneer ze net kennismaken met het fenomeen. Dit beeld is misschien waar voor een groot deel van alle manga en anime, maar soms gaat het ook niet op. De tekenstijl verschilt per genre per artiest, net zoals bij Westerse strips, films en kunst in het algemeen. Dit is Kamui uit X, een manga/anime van CLAMP. Inderdaad grote ogen, een scherpe neus en een kleine mond. Hier zien we nog een ander kenmerk: de puntige kin. Daarnaast valt in dit plaatje bijvoorbeeld op dat als materiaal inkt en aquarelverf zijn gebruikt. Aquarel, oftewel waterverf, wordt heel vaak gebruikt bij manga-illustraties. Het is pas sinds een aantal jaren dat computerprogramma’s zoals Photoshop worden gebruikt om te illustreren. Illustraties zoals deze zijn afkomstig uit een ‘artbook’; een boek met grote, gedetailleerde speciale afbeeldingen van characters en meer uit een bepaalde manga- of anime-serie. Haarstijl in manga en anime De term ‘anime’ wordt gebruikt om de animatiefilms aan te duiden. Buiten Japan wordt met ‘anime’ specifiek de Japanse animatiefilms bedoeld; in Japan is het een term om alle animatiefilms aan te duiden in zowel Japan als erbuiten. Wat verder nog opvalt, is de blauwe haarkleur. Tegenwoordig verven natuurlijk veel mensen hun haar maar in anime en manga komen vaak alle kleuren van de regenboog in het haar terug. Groen, roze, oranje, blauw, paars, enzovoort. Dit is natuurlijk niet zo voor alle manga en anime.
10
Omdat in Japan bijna iedereen zwart of donker haar heeft zou dat betekenen dat in het tekenen van manga veel inkt ging zitten. Het haar van de characters moest tenslotte helemaal zwart gemaakt worden. Daarom lieten de mangaka’s de haarkleur wit zodat de lezers het zelf konden invullen. Het werd natuurlijk aangenomen dat alle personages Japans waren, tenzij het specifiek werd aangegeven. Zelfs als het haar krullend werd getekend, ging men ervan uit dat het Japanse personen waren. Door de populariteit van de westerse cultuur in Japan werden en worden talloze characters die Japans zijn van naam en familie gewoon met blond krullend haar en blauwe ogen getekend, of lang rood haar en groene ogen, et cetera. Dit geldt voor de manga. Haarkleuren in anime hebben een heel andere rol. Rechts is een afbeelding van Excel uit Excel Saga. Haar haar is oranje/rood. Dit reflecteert haar energieke, ‘vurige’ persoonlijkheid. Links: Nene uit Bubblegum Crisis 2040. Haar blonde haar sluit aan bij haar vrolijke, luchthartige aard. De stereotypen voor haarkleur zijn als volgt: Zwart: een neutrale kleur. De meeste mensen in Japan hebben zwart haar. Blond: deze kleur kan twee verschillende karaktertypen voorstellen. Het ene type is intelligent, berekenend en gericht op macht en persoonlijke winst. Het andere type is het compleet tegenovergestelde; vrolijk, luchthartig en optimistisch, een tikkeltje onvolwassen. Bruin: Normaal, soms saai of gewoontjes. Bruin is net zoals zwart nog een normale haarkleur in Japan. Rood: Bij vrouwen een driftige en vurige persoonlijkheid, en zelfvertrouwen; het kan ook een demon aanduiden. Bij mannen duidt het rode haar op stil en kalm gedrag, maar goede vechtkunst. Het kan ook betekenen dat de character speciale krachten heeft. Roze: speels, lief, meisjesachtig. Blauw: mysterieus, intelligent, soms verlegen, of naar binnen toe gekeerd. Paars: Onvoorspelbaar, wild of vreemd. Groen: vreemd, weinig sociale vaardigheden, onhandig Zilver/Wit: Bij oudere characters natuurlijk gewoon ouderdom, maar bij jonge characters staat het voor status, intelligentie, macht, en vaak ‘evil’ (een slechterik). Deze stereotypen gaan soms nog wel op, maar vaak ook niet. Touga uit Revolutionary Girl Utena heeft rood haar, maar is juist kil en berekenend. Lum uit Urusei Yatsura heeft groen haar maar is niet onhandig. Tegenwoordig geven de mangaka’s hun characters de haarkleur die ze bij hen vinden passen.
11
Naast de haarkleur is ook de haarstijl in manga verschillend. Soms valt het natuurlijk, maar sommige kapsels hebben totaal geen weet van de wet van zwaartekracht, zoals het haar van Junta Momonari uit DNA^2 die linksonder is afgebeeld. Een ander duidelijk voorbeeld van de anti-zwaartekracht haarstijl zijn een aantal personages uit Dragonball Z (zie de afbeelding rechtsonder). Over het algemeen is de haardracht in anime en manga creatief en kleurig; hierbij vormen serieuze en informatieve manga een uitzondering.
Junta Momonari uit DNA^2: meer dan sterke hairgel… Junta’s ontwerp is trouwens geïnspireerd op dat van Goku uit Dragonball Z! Van boven naar onderen: Goku, Trunks en Vegeta uit Dragonball Z.
12
13
Hiervoor is een pagina uit de manga GUNNM: Last Order van Yukito Kishiro. Dit voorbeeld laat duidelijk nog een belangrijk kenmerk van manga zien: de dynamiek. Er wordt een vechtscène afgebeeld. Merk op: bij sommige manga, zoals deze, moet je van linksboven naar rechtsonder lezen. In het eerste ‘frame’ is te zien hoe er een schop met twee voeten wordt gemaakt. De vele lijnen suggereren beweging en je kunt zien hoe de aangevallene wegduikt doordat haar hoofd drie keer is afgebeeld met verschillende lijnrichtingen die beweging suggereren. Wat op dit voorbeeld ook duidelijk is, is de cinematische opbouw van een mangapagina; frames met verschillende grootte geven steeds stukjes actie weer. Zo zie je eerst een schop, dan een zwaai met een zwaard van dichtbij, vervolgens een schuin perspectief op het zwaard dat op haar afsnelt en in het laatste frame een close-up van de hand die het zwaard blokkeert. De frames zijn veel dynamischer opgebouwd zodat ze de juiste dynamiek opwekken. Op deze pagina is daarnaast nog een aspect van manga te zien: de ‘soundeffects’, ook wel onomatopoeia genoemd. Dit woord lijkt Japans maar is in feite afgeleid van het Griekse ‘onomatopoios’. Het betekent ‘het gebruik van woorden zoals ‘bzzz’ en ‘sssshh’ om geluid aan te geven’. Hiernaast zie je een voorbeeld onomatopoeia. Enkele voorbeelden van onomatopoeia in manga: “bata bata” – het flapperen van iets in de wind “pika pika” – het glinsteren en schitteren van iets “bisho bisho” – iemand die doorweekt is (bijv. door regen) “niko niko” – vrolijk lachen “go ro ro ro ro” – onweer of sterke wind “do do do do” – het watergeruis van een waterval “guu guu guu” – snurken, slapen “chin chin” – het ‘ping ping’ van tegen een glas tikken
Onomatopoeia voor ‘iiii chiii’: een hoog en schril geluid
Voor iemand die geen Japans kan lezen zijn de onomatopoeia nauwelijks te volgen. De onomatopoeia zijn vergelijkbaar met de ‘WHAM’ en ‘CRASH’ uit westerse strips, alleen door het Japanse schrift passen de tekens veel beter in de achtergrond. Het gevolg hiervan is dat het ‘filmische’ effect van manga versterkt wordt.
Puchiko van Digi Charat: grote ogen = superschattig
Gezichtsuitdrukkingen Een ander kenmerk van manga is de gezichtsuitdrukkingen. Niet alle manga hebben personages met grote ogen, maar over het algemeen zijn de ogen wel groter dan normaal. Omdat in scènes met veel actie en beweging de gezichtsuitdrukkingen moeilijker te lezen waren, tekenden de vroege mangaka’s hun characters met grotere hoofden en vooral grotere ogen. Zo kon beter gezien worden welke emoties er door het personage heen gingen. Tegenwoordig geeft de grootte van de ogen ook de aard van een manga aan; kleinere ogen worden vaak gebruikt bij serieuzere en realistischere manga. Grote ogen worden gebruikt bij komische en niet-serieuze manga. Vaak worden grote ogen ook aan characters gegeven die ‘schattig’ of ‘lief’ over moeten komen.
14
Op het onderste plaatje van de vorige pagina zie je een pagina uit de Digi Charat manga: Puchiko, een van de characters, met enorm grote ogen, geen neus te zien, en een stipje als mond. Puchiko is duidelijk ‘kawaii’: superschattig. Er is nog iets bijzonders aan de hand wat betreft manga en gezichtsuitdrukkingen. Er zijn bepaalde, typische situaties of emoties die een vaste, grappige uitdrukking hebben. De enorme zweetdruppel op het voorhoofd drukt verrassing of verbazing uit. Soms ook vernedering of ongemak. Wanneer er iets gebeurt dat bijvoorbeeld wel grappig is, maar eerder een beetje beschamend of waarvan je niet weet wat je er van moet denken – dat is het moment waarop de zweetdruppel in anime en manga verschijnt. Dan zijn er de neusbloedingen. Deze komen voornamelijk voor bij mannelijke personen en meestal als ze plotselinge perverse gedachten over het andere geslacht hebben. Het blozen is een vrij normale uitdrukking en wordt aangegeven met een rode vlek of rode streepjes onder de ogen, op de wangen, meestal boven of door de neus. Op de tweede van de bovenstaande afbeeldingen is een blos te zien. Het tegengestelde van de blos is een blauwe vlek of blauwe/zwarte streepjes. Blozen geeft verlegenheid aan of een licht gevoel van schaamte, maar een blauwe ‘blos’ geeft duidelijk diepe schaamte of vernedering aan. Vaak worden deze lijntjes ook verticaal langs het voorhoofd getekend. Dan is er nog het huilen. Sommige characters huilen zo dat er alleen tranen in hun ogen verschijnen die vervolgens uit hun wimpers vliegen; anderen huilen met een enorme stroom aan water die uit hun ogen vloeit en vervolgens bij hun wang stopt. Op sentimentele momenten wanneer een character nog net niet huilt, worden de ogen meestal groter weergegeven met meer lichtvlekjes erin. Deze worden ook wel ‘tareme-eyes’ genoemd; de character moet er dan vooral onschuldig en lief uitzien. Uitpuilende bloedvaten zijn een uitdrukking van woede. Meestal worden de ogen groter en de pupillen kleiner. De mond kan ook veel groter worden wanneer er geschreeuwd wordt. Dan zijn er de draaiende ogen: deze verschijnen als de character knock-out wordt geslagen, helemaal door de war is of duizelig. Als laatste zijn er de lach-ogen: de ogen zijn dicht en alleen de wimpers zijn zichtbaar, en zijn gebogen in een ‘n’-vorm. Deze uitdrukking drukt vrolijkheid uit, glimlachen, of vriendelijkheid.
15
Naast de gezichtsuitdrukkingen zijn de anatomische verhoudingen in anime en manga anders. De benen zijn over het algemeen lang en nemen meer dan de helft van de lengte van het lichaam op. Natuurlijk verschilt dit gegeven ook weer per genre. Over het algemeen zijn de characters idealistisch en esthetisch afgebeeld vanuit de Japanse opvatting hierover. Mannen worden bijvoorbeeld mooier gevonden wanneer ze lang, slank en enigszins vrouwelijk overkomen; de vrouwen worden heel dunne tailles en lange benen gegeven, en soms grotere borsten. In sommige gevallen tartten de borsten, net als het haar, de wet van zwaartekracht. Hiernaast is een afbeelding van Asuka Sohryu Langley, uit Neon Genesis Evangelion. Haar dunne taille is niet bepaald natuurlijk en haar benen nemen meer dan de helft van haar lengte op. De meeste vrouwelijke characters zijn niet zo extreem dun; Asuka moet 14 jaar voorstellen, vandaar dat ze nog geen ‘vol’ figuur heeft. Algemene vrouwelijke characters lijken nog het meest weg te hebben van een barbiepop. Maar per genre en per artiest verschillen de stijlen veel; vooral het werk van Studio Ghibli is natuurlijker, zowel in anatomie als haarkleur en gezichtsuitdrukkingen. Daarnaast is er nog ‘SD’, een afkorting van super-deformed; ook wel ‘chibi’ genoemd. Hierbij is de anatomie van een character zodanig vervormd dat er meestal geen vingers of tenen te zien zijn, en het hoofd is ongeveer half zo groot als de rest van het lichaam. Meestal wordt SD gebruikt in komische of speciale situaties en doet de character schattig en kinderlijk lijken. Asuka Sohryu Langley; lange benen en erg slank
Op de volgende pagina staan nog enkele afbeeldingen om dit te illustreren.
16
Faye Valentine uit Cowboy Bebop: een dunne taille en een antizwaartekracht boezem.
Een chibi (‘mini’) Misato uit Neon Genesis Evangelion
Kira Sakuya uit Angel Sanctuary (links): een lange bishounen met lange slanke armen en benen.
17
Een ander, belangrijk onderdeel van de Japanse manga-industrie zijn de doujinshi. Dit zijn manga gemaakt door fans, gedrukt door fans en door fans op de markt gebracht. De grote bijeenkomst Comiket in Japan is een beurs waar duizenden fans hun doujinshi laten zien en verkopen. Doujinshi zijn manga met characters van andere, bekende manga of anime, met een ander verhaal. Dat kunnen allerlei soorten verhalen zijn; vaak geven ze een andere of originele draai aan het verhaal van de originele manga of anime. Als men hier een boek zou schrijven met een ander verhaal maar met bijvoorbeeld geen originele personages – bijvoorbeeld Harry Potter, dan wordt dat beschouwd als een breuk van auteursrechten. In Japan is dit totaal niet het geval. Manga- en animetekenaars hebben natuurlijk wel wat te zeggen over de reproductie van hun werk, maar over het algemeen wordt dit goedgekeurd. De doujinshi geven de fans een manier om hun fantasieën te uiten. Soms zijn dit normale, alternatieve verhalen, omdat men geen genoeg kan krijgen van de personages uit een bepaalde serie. Maar er is ook een groot aantal hentai-doujinshi, oftewel erotisch werk. Dit varieert van romantisch tot porno. Ik wil wel benadrukken dat een groot deel van de doujinshi goed en fatsoenlijk werk is en dat het niet louter bestaat uit de perverse gedachten van fans. De doujinshi-artiesten organiseren zichzelf vaak in groepjes, ‘circles’, die zich samen wijden aan een doujinshi. Ze slagen er soms in om de stijl van de originele mangaka perfect over te nemen. Het is ook vrij normaal om doujinshi aan te treffen waarbij characters ineens van seksuele geaardheid veranderd zijn. Homoseksualiteit is in Japan al erg lang geaccepteerd, en sommige fans zien hun favoriete mannelijke of vrouwelijke characters liever met elkaar dan met een character van het andere geslacht. Natuurlijk is buiten de doujinshi homoseksualiteit in manga en anime niet vreemd. Hier kom ik in een later hoofdstuk op terug.
18
Deelvraag 4 Hoe vindt de ontwikkeling plaats van manga naar animatie? Rond 1914 begonnen in Japan de eerste experimenten met animatie. De eerste echte animaties ontstonden in 1917 door een groepje hobbyisten en bestond uit niet meer dan kleine stukjes van minder dan vijf minuten. Sommige van deze filmpjes waren geïnspireerd op Amerikaanse tekenfilms van die tijd, maar hoofdzakelijk waren het filmpjes over Japanse volksverhalen. De eerste enigszins succesvolle anime was Peach Boy van Kitayamo Seitaro uit 1918. In de jaren ’30 groeide de belangstelling voor anime met een militaristische inslag. Eind jaren ’30 werden de animaties vooral aangewend voor propagandistische doeleinden. Onder druk van de regering kwam in 1945 de eerste lange animatiefilm uit: Momotaro, Divine Sea Warrior. Deze liet zien hoe de Japanse marine heldhaftig Indonesië en Maleisië bevrijdde van de slechte, met horentjes afgebeelde westerse onderdrukker. Te laat, want in 1945 was de oorlog afgelopen. Na de Tweede Wereldoorlog is het slecht gesteld met de economie van Japan. De animatieproductie komt half jaren ’50 pas weer op gang, en leider van deze ontwikkeling is Toei. In 1958 komt Toei met de eerste animatiefilm in kleur: Hakujaden (Legend of the White Snake). Deze film geeft werkelijk het startschot voor de animatieindustrie in Japan. Hayao Miyazaki, nu de ‘Walt Disney’ van Japan, was toen 17 jaar. Deze film werd opgevolgd door The Mischievous Prince Slays the Giant Serpent (1963), The Adventure of Horus, Prince of the Sun (1966), en Puss in Boots (1967). Puss in Boots bevat het eerste werk van de toekomstige grootheden in anime, Isao Takahata en Hayao Miyazaki. De andere grote naam die al de standaard had gezet voor de huidige vorm van manga, ging zich ook bezighouden met animatie: Osamu Tezuka. In 1961 zette hij zijn productiestudio Mushi op. Zijn tv-debuut, Tetsuwan Atom (Astro Boy), verscheen op nieuwjaarsdag 1963 op de Japanse televisie – net enkele maanden te laat om de eerste anime op Japanse televisie te zijn. Deze titel werd drie maanden eerder behaald door Otogi met Manga Calendar’, een historisch-informatieve animeserie. Astro Boy was wel de eerste met een vaste cast van characters. Astro Boy was gebaseerd op Tezuka’s eerdere manga. Na Astro Boy ontwikkelde Osamu Tezuka Tezuka nog een anime gebaseerd op zijn manga: Jungle Taitei (Kimba the Lion) en daarna het vervolg, Jungle Taitei Susume Leo! (Leo the Lion). In 1969 produceerde Tezuka ‘Ribon no Kishi’, die de basis vormde voor shoujo-anime: anime speciaal gericht op meisjes. Kort daarna ging Mushi failliet. Tezuka ging als vanouds door met het maken van manga en liet de productie van animatie gebaseerd op zijn werk aan anderen over.
Ribon no Kishi
In 1963 werd ook Tetsujin 28-go (Iron Man 28, Gigantor) geproduceerd. Deze bestond uit 83 afleveringen en zorgde voor de populariteit van het robot-genre. In 1966 kwam Mahoutsukai Sally op de televisie, en was daarmee de eerste ‘magical girl’ (mahou shoujo) anime. Deze was geïnspireerd op de bij Japanse meisjes populaire Amerikaanse serie ‘Bewitched’. De eerste afleveringen waren zwart-wit. Het was pas bij Ribon no Kishi dat dit genre werkelijk doorbrak.
Net zoals bij manga was in de jaren ’60 de anime vooral gericht op kinderen. Maar in de jaren ’70 was de manga- en anime-generatie ouder geworden, en complexere verhalen en thema’s werden populairder. Tot de jaren ’70 bestonden de anime en manga vooral uit klassieke ‘goed versus slecht’-verhalen.
19
De komst van Lupin Sansei door Monkey Punch veranderde dit. De hoofdpersoon Lupin was een dief en verzekerde de kijkers van veel slapstick humor en volwassen grapjes. De jaren ’70 werden ook gekenmerkt door de enorme populariteit van ‘Giant Robot’ anime, oftewel anime waar vooral gigantische robots in voorkwamen. De belangstelling voor science-fiction en ruimtevaart nam toe. De anime Mazinger bracht een nieuwe impuls in het Giant Robot genre omdat voor het eerst de robots uit losse onderdelen bestonden die in elkaar konden worden gezet, en dat de robot een voertuig was in plaats van een persoon. Mazinger kwam in 1972 uit en werd geproduceerd door Toei. Andere belangrijke science-fiction anime waren Kagaku Ninja-Tai Gatchaman (Battle of the Planets/G-Force), Great Mazinger (het vervolg op Mazinger), Uchu no Kishi Tekkaman, en Uchu Senkan Yamato (Space Battleship Yamato). In de laatste vocht het ruimteschip Yamato tegen aliens om de aarde te beschermen. De serie is geproduceerd door Leji Matsumoto – een andere grote Space Battleship Yamato naam in de geschiedenis van anime en manga. Leji Matsumoto produceerde later Space Pirate Captain Harlock, Galaxy Express 999 en The Queen of 1,000 Years. Twee belangrijke anime die in deze tijd gemaakt zijn, zijn Mobile Suit Gundam en Chojiju Yasai Macross. Beide series hebben tot vandaag de dag nog steeds vervolgen. Na Mobile Suit Gundam kwam jaren later Mobile Suit Gundam Wing (die nu op de Nederlandse televisie te zien is), Gundam Wing Endless Waltz, Universal Century en GSaviour. Na Chojiju Yasai Macross (in Amerika bekend als Robotech) volgen Macross: Do You Remember Love?, Macross II, Macross II: The Movie, Macross 7 en Macross Plus. De nieuwste productie in the Macross serie is Macross Plus: The Movie. De laatste stamt uit 1997, en er zijn geruchten dat er weer een nieuwe Macross serie komt. Macross wordt geproduceerd door Gainax, nu een van de grootste producenten in de anime- en mangaindustrie in Japan.
De Macross serie combineert met succes de elementen van science-fiction en liefdesverhalen.
20
Deelvraag 5 Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’80 verder ontwikkeld? Tot en met de jaren ’80 was anime vooral op de televisie te zien. Dit veranderde half de jaren ’80 doordat films van Hayao Miyazaki en Isao Takahata weer in bioscopen werden gedraaid, waardoor lange films weer populair werden. De vraag naar vernieuwende anime werd ook groter. Een van de eerste mangatekenaars die hier op inspeelde was Akira Toriyama die met de komische serie Dr. Slump een hit scoorde. Zijn grote succes kwam in 1986 met de serie Dragonball Z, gebaseerd op een oude Chinese legende. Binnen enkele maanden was Dragonball Z de populairste televisieshow in Japan. Rumiko Takahashi had enorm veel succes met haar comedy-series Urusei Yatsura, Ranma 1/2 en Maison Ikkoku. Deze series zijn vandaag de dag nog steeds populair. Het verhaal van Ranma 1/2 zorgt voor veel hilariteit – Ranma Saotome verandert in een meisje wanneer hij water over zich heen krijgt. Door de opkomst van home video half jaren ’80 ontstond er een nieuwe markt voor anime voor volwassenen. Erotische anime kon vaak niet worden uitgezonden op de televisie, maar met video konden liefhebbers ze zelf thuis kijken. De artiest Go Nagai was bekend om zijn anime en manga voor volwassenen.
De groenharige alien Lum uit Urusei Yatsura is nog steeds populair
De home video zorgde ook voor een nieuwe vorm van anime. Tot die tijd verscheen anime voornamelijk als televisieseries met vele afleveringen, of als lange film in de bioscoop. De video was een nieuw medium voor de animestudio’s. Het duurde niet lang of de eerste Original Animated Video (OAV) werd uitgebracht. OAVs zijn anime die vaak langer duren dan de televisieseries en de bioscoopfilms, en zijn bovendien beter van grafische kwaliteit. De kwaliteit was niet zo goed als die van de bioscoopfilms, maar was daardoor juist makkelijker aan te schaffen voor het thuispubliek. Het komt vaak voor dat er een OAV van een serie op tv wordt gemaakt. Het gebeurt ook wel eens andersom; een OAV wordt door zijn populariteit omgezet naar een tv-serie. De studio die het meeste succes boekte in de jaren ’80 was Studio Ghibli, die onder andere Hayao Miyazaki en Keiji Nakazawa onder zijn hoede had. Hayao Miyazaki werd beroemd door Nausicaä of the Valley of the Wind, die hij in samenwerking met Studio Ghibli in 1984 produceerde. Het was een enorme hit in Japan en brak alle records. Daarop volgden Laputa: the Castle in the Sky (1986), My Neighbor Totoro (1988), Kiki's Delivery Service (1989) en The Crimson Pig (1992) – stuk voor stuk klassiekers. Kiki’s Delivery Service wordt de eerste anime die door Disney in Amerika gereleased wordt. Keiji Nakazawa’s Hotaru no Haka (Grave of the Fireflies) (1988) die vertelt over het tragische lot van twee kinderen in Japan in de Tweede Wereldoorlog is een van de grote anime-klassiekers. Nakazawa produceerde ook Only Yesterday (1991) en Pom Poko (1994). Pom Poko was Japan’s inzending voor de Oscar-nominatie voor Beste Buitenlandse Film.
21
Naast Studio Ghibli was Gainax erg succesvol. Hun meest succesvolle releases in de jaren ’80 zijn Otaku Graffiti (1985), Wings of Honneamise (1987) en net in 1990, Nadia: The Secret of Blue Water. De film Blade Runner van Ridley Scott in 1982 creëerde een nieuw genre in anime: cyberpunk. Het draaide vaak om de postapocalyptische jeugd die probeerde te overleven in een futuristische, maar vervallen grote stad. Katsuhiro Otomo’s Akira uit 1988 is tot vandaag de dag dé cyberpunk-klassieker. Vaak wordt Akira genoemd als ‘de moeder van alle anime’; dit is feitelijk niet waar, maar het geeft het effect dat de film op het Japanse publiek goed weer. Onder de invloed van deze vernieuwende anime en een groeiende markt, zowel binnen als buiten Japan, was de anime-gekte niet meer te stoppen.
De filmposter van Akira
22
Deelvraag 6 Hoe heeft de animatie- en stripwereld in Japan zich in de jaren ’90 verder ontwikkeld? De populariteit van de video was natuurlijk al belangrijk voor de explosieve groei van de anime- en mangaindustrie in Japan in de jaren ’80, maar een ander onderdeel was de ‘westernisering’. De anime- en mangawereld in Japan nam een voorbeeld aan de popcultuur van het Westen. Merchandising werd een grote bron van inkomsten voor de animeproducenten. Van een populaire anime was zowat alles te krijgen: onder andere lunchtrommels, dekbedovertrekken, posters, poppen, kleren, tassen, pennen, sleutelhangers, en miniatuurmodellen. De laatste werd meer dan alleen maar merchandise, en er ontstond een grote groep hobbyisten die niets liever deden dan de miniatuurmodellen van hun favoriete characters of robots in elkaar zetten en verven. Sommige modellen zijn meer in de geest van Barbiepoppen, inclusief verschillende kleren; anderen zijn dure beeldjes die in elkaar gelijmd moeten worden en geverfd. Close-up van een beeldje; Ruri Hoshino uit Martian Successor Nadesico
Studio Ghibli en Gainax bleven in de jaren ’90 marktleiders. Kleinere producenten zoals Toei bleven wel bestaan. In de tijd tussen 1990 en 1992 waren de series Nadia (1990, Gainax), Sailor Moon en Tekkaman Blade de grootste successen. Andere series in die tijd waren Yawara, Shurato, Chibi Maruko-chan, Laughing Salesman, Cyber Formula, New Minky Momo, New Getta Robo G, en Tetsujin 28 FX. De belangrijkste OAV’s waren Record of Lodoss War, Otaku No Video, Giant Robo: The Animation, Macross II, Video Girl Ai en Tenchi Muyo. Andere bekende OAVs die in die tijd zijn uitgebracht zijn Dirty Pair, Devilman 2, Angel Cop, Cybercity OEDO 808, Ako the Vs, Gundam F91, Gundam 0083, Roujin Z, Omoide Poro Poro, Urusei Yatsura 6, Bubblegum Crash, Sukeban Deka, en Porto Rosso. De belangrijkste titel uit de tijd tussen 1993 en 1995 is wel Shin Seiki Evangelion (Neon Genesis Evangelion) uit 1995, door Gainax. Zelfs nu, jaren later, wordt het nog steeds genoemd als de beste anime uit het vorige decennium – alhoewel daarover de meningen verdeeld zijn. Evangelion vertelt het verhaal van de 14-jarige Shinji Ikari, die onder druk van zijn vader in een van de grote Evangelion-robots moet vechten om de stad en waarschijnlijk de wereld te verdedigen tegen de Angels. Naast de enorme druk die er op de eigenlijk timide en onzekere Shinji rust, is er veel meer gaande dan op het eerste gezicht lijkt. Gendo Ikari, Shinji’s vader, is leider van de organisatie NERV die de Evangelions heeft gemaakt en het gevecht tegen de Angels leidt, maar de relatie tussen hem en Shinji is niet al te best. De andere Evangelion-piloten, Asuka en Rei, vechten samen met Shinji tegen de Angels. Gaandeweg blijkt dat de Angels geen normale vijanden zijn, en dat de Evangelions ook geen gewone robots zijn.
23
Shinji’s Evangelion (rechts) in gevecht met een Angel (links).
De verhaallijn van Evangelion wordt naarmate de serie vordert steeds complexer en moeilijker te begrijpen. Tot vandaag de dag zijn er nog steeds discussies gaande over het verhaal en de bedoeling ervan. Naast de complexe verhaallijn is de kwaliteit van de animatie enorm goed. NGE wordt ongekend populair in Japan en enkele tijd later, wanneer de serie ook in Amerika uitkomt, onstaat ook daar de Evangelion-gekte, die nog jaren voort zal duren. Een andere serie die in die tijd binnen en buiten Japan enorm populair wordt is Mobile Suit Gundam Wing. Deze is weer een vervolg op de Mobile Suit Gundam serie, en vertelt hoe een groep van vijf jonge piloten weerstand biedt aan de geheimzinnige organisatie OZ. Op dit moment is de serie op weekdagen van 16:35 to 17:10 te zien op Yorin. De Tenchi Muyo tv-serie, DNA^2, Macross 7, Rayearth en Irresponsible Captain Tylor zijn andere bekende series uit de periode 1993 – 1995. De belangrijkste OAV die in 1995 verschijnt is Masamune Shirow’s Ghost in the Shell. Zou er een top 3 van de meest bekende anime uit de afgelopen 20 jaar zijn, dan stond Ghost in the Shell in de top 3, samen met Neon Genesis Evangelion en Akira. GitS vertelt het verhaal van de android (een menselijke robot) Motoko Kusanagi en haar zoektocht naar de cyber-crimineel die de Puppet Master genoemd wordt. De Puppet Master blijkt een type van AI (Artificial Intelligence = Kunstmatige Intelligentie) te zijn, die blijkbaar voor zichzelf kan denken. De anime stelt de kijker belangrijke vragen: tot hoeverre is kunstmatige intelligentie een ziel? En wat definieert een ziel? De animatie in GitS is van hoge kwaliteit, en de muziek van Kenji Kawaii geeft de juiste sfeer aan het geheel. Andere belangrijke OAVs in de periode 1993 – 1995 zijn Ninja Scroll, Ah! Megami-sama The Movie, Macross Plus, New Dominion Tank Police en Iria.
24
In 1996 gooit de anime Vision of Escaflowne hoge ogen. Het combineert zowel moderne als fantasy-elementen in een geheel. Het schoolmeisje Hitomi Kanzaki is aan het rennen op de atletiekbaan wanneer een jonge prins en een draak verschijnen. Voor ze het weet zit ze in een andere fantasiewereld waar ze betrokken raakt in een strijd tussen verschillende rijken waarbij de grote Escaflowne-robots worden ingezet. Ondertussen krijgt Hitomi aandacht van enkele mannelijke characters van verschillende partijen. Ondertussen nemen manga natuurlijk nog steeds een belangrijke plek in in de Japanse samenleving. Manga worden overal gelezen, en door allerlei mensen van verschillende leeftijden: in de metro, in de tram, op kantoor, thuis, door kinderen, vrouwen, zakenmensen en bejaarden. Vaak worden de manga na het lezen weggegooid, waarna ze worden opgeraapt door zwervers en op straatwinkeltjes opnieuw verkocht worden. Van de vele manga die gepubliceerd worden, of het nu door thuisbedrijfjes zijn of grote namen zoals Kodansha en Shueisha, zijn er van het totaal maar weinig die het tot anime schoppen.
Een dakloze verkoopt manga op straat
Het totaal aan verschillende manga is echter zo groot dat dit nog een groot aantal is. Het overgrote deel van alle anime zijn gebaseerd op manga. Net zoals bij de verfilming van boeken verschillen de anime soms wel en soms niet van de manga. In sommige gevallen wordt er van een anime een manga gemaakt. Een belangrijk fenomeen in de mangaindustrie zijn de doujinshi (zie hoofdstuk 3). Een van de grootste namen in manga is CLAMP, een groep vrouwelijke tekenaars en storywriters die samen zo’n 22 verschillende manga-series uitbrengen waarvan een aantal ook verfilmd is. De serie die het meeste succes heeft is Card Captor Sakura. CCS gaat over de jonge Sakura die de taak op zich heeft om alle Clow cards terug te vinden nadat ze ze per ongeluk heeft losgelaten. In vele kleurige kostuums en samen met haar vrienden Tomoyo en Li beleeft ze veel avonturen. CLAMP heeft door haar unieke stijl van zowel tekenen en verhalen grote aantallen fans aangetrokken. Naast CLAMP zijn Akira Toriyama (Dragonball Z, Sandland, Kajika, Cowa!) en Masakazu Katsura (DNA^2, Video Girl Ai, I’’s) bekende mangaka. Tomoyo (links) en Sakura (rechts) uit Card Captor Sakura.
De doujinshi-markt is waarschijnlijk nu groter dan ooit, omdat het aantal fans buiten Japan nog steeds groeit.
25
De anime Mononoke Hime (Princess Mononoke) van Hayao Miyazaki was in 1997 ook een groot succes in Japan. De film is ook in Amerikaanse bioscopen gedraaid, maar de reclamecampagne was zo mager dat hij erg weinig aandacht kreeg. Dit is jammer, want voor de verandering werkten er echte goede Amerikaanse voice-actors aan mee, waaronder Billy Bob Thornton, Claire Danes, Gillian Anderson en Minnie Driver. Het geldt nog steeds als een van de beste engelse dubs in de geschiedenis van anime. Mononoke Hime vertelt hoe San, een meisje dat is opgevoed door wolven, en Ashitaka, een langzaam stervende prins van een verloren volk, samen vechten om de geest van het bos te behouden. De mensen in de buurt willen het bos vernietigen om er ijzer uit de grond te kunnen halen, en iemand heeft een beloning uitgeloofd voor de dood van de bosgeest die het bos beschermt. De anime confronteert kijkers met de industrie en wat het onze natuur aandoet. De populairste serie van de afgelopen zeven jaar is waarschijnlijk Cowboy Bebop (1998). Het speelt zich af in ons zonnestelsel in de toekomst, waar zich een nieuw Wild Westen heeft ontwikkeld in de ruimte tussen Mars, Aarde en enkele ruimtestationnen waar premiejagers criminelen achtervolgen voor geld. De premiejager Spike Spiegel en zijn gevolg bestaande uit Jet Black, Faye Valentine, Edward en de hond Ein beleven tijdens het jagen op criminelen allerlei avonturen… en komt Spike steeds dichterbij zijn verleden dat hij achter zich wou laten. De hele serie gaat gepaard met muziek gebaseerd op de jazzstroming Bebop uit de jaren ’40. De kwaliteit van de animatie is ontzettend goed en kan zelfs vandaag de dag concurreren met nieuwere anime. Veel fans beschouwen Cowboy Bebop als de beste uit de reeks nieuwe anime van de laatste jaren. Uit hetzelfde jaar komt Trigun, een anime die bijna net zo populair wordt als Cowboy Bebop. Jaren geleden werd een stad met de naam July verwoest door iemand die bekend staat als Vash the Stampede. Vandaag de dag staat er een prijs op zijn hoofd van $$60,000,000,000 – alhoewel er vreemd genoeg niemand is gestorven bij de verwoesting van de stad. De verzekeringsagenten Meryl Stryfe en Milly Thompson krijgen de opdracht om deze Vash te volgen. Dan blijkt dat hij eerder vredelievend is, alhoewel hij een fantastische schutter is, en ze besluiten hem te Vash the Stampede uit Trigun: $$60,000,000,000 waard. helpen. Alleen heeft Vash ook een rekening te vereffenen met iemand. Verdere bekende titels van goede kwaliteit uit de laatste jaren zijn onder andere het vreemde FLCL (Furi Kuri) van Gainax waarbij robots uit de televisie komen en een vermoedelijke alien met roze haar de wereld van de jonge Naota op z’n kop zet. De serie Love Hina is een romantische comedy waarbij de hoofdpersoon verzeild raakt in een herberg vol meisjes, terwijl hij juist z’n best moet doen om te worden toegelaten tot Tokyo University.
26
Ook is Serial Experiments Lain een spraakmakende titel, vooral in deze tijd van internet, het globale communicatienetwerk. Het meisje Lain raakt verstrikt in de virtuele wereld van the Wired wanneer blijkt dat een van de meisjes bij haar op school zelfmoord heeft gepleegd.. maar op the Wired nog blijkt te bestaan. Lain gaat op zoek naar antwoorden en dan is niets meer wat het lijkt. Zijn haar ouders wel haar ouders, of bestaat ze zelf wel echt? De serie Noir draait om de huurmoordenares Mireille Bouquet die een opdracht ontvangt van het mysterieuze meisje Kirika Yuumura om diens verleden te ontrafelen en er achter te komen wat ze heeft te maken met de naam Noir. Kirika is eveneens gespecialiseerd in het ombrengen van mensen, al kan ze zich niet herinneren waarom. Haar enige aanknopingspunt is de naam Noir, en het klokje van Mireille’s vader wat Mireille overhaalt om Kirika te helpen. Op dit moment heeft de anime Sen To Chihiro No Kamikakushi (Spirited Away), van Studio Ghibli en Hayao Miyazaki, wereldwijd een enorm succes. De film brak in Japan alle bioscooprecords en heeft in zowel Japan als buiten Japan al een aantal prijzen gewonnen, waaronder een eerste plaats in het filmfestival van Berlijn vorig jaar. Chihiro en Haku, die in een witte draak kan veranderen.
Kort geleden is bekend gemaakt dat Spirited Away is genomineerd voor een Oscar in de categorie Best Animated Feature Film. Het verhaal is als volgt: Chihiro en haar ouders zijn op weg naar hun nieuwe huis, wanneer haar ouders een verkeerde afslag nemen en in een bos terecht komen. Ze gaan op onderzoek uit en komen door een tunnel in een verlaten pretpark uit. Terwijl Chihiro rondkijkt, gaan haar ouders in een restaurant zitten en eten daar alles op wat er staat. Wanneer Chihiro weer terug naar haar ouders gaat, blijken ze in varkens veranderd te zijn. Het blijkt dat ze in een vreemde wereld van geesten beland is, en ze moet een manier vinden om haar ouders terug te veranderen en weg te kunnen. De jongen Haku helpt haar, en vertelt Chihiro dat ze niet haar echte naam moet vergeten – wanneer ze de naam Sen aanneemt die een heks haar gegeven heeft, zal ze nooit meer terug kunnen naar huis. Spirited Away heeft alle ingrediënten voor een sprookje, maar is wel heel anders dan de Disney-tekenfilms. De populairste anime-serie van dit moment is .hack//sign (spreek uit: dot-hack-slash-slashsign) die draait om een groep jongeren die gevangen zit in een online avonturenspel. Deze avonturenspellen (MMORPG, Mass Multiplayer Online Role Playing Game) zijn vandaag de dag enorm populair en de serie speelt daar snel op in. De animatie is kwalitatief goed en het verhaal combineert het ‘cyber’-genre met de fantasy-wereld binnen het spel. Er worden op dit moment ook computerspellen gebaseerd op de serie ontwikkeld. De kritiek op de serie is dat het verhaal niet echt bijzonder is, en dat het alleen maar populair is vanwege de populariteit van MMORPG’s in Japan.
27
Een ander verschijnsel van de pop-cultuur die zich in Japan heeft opgebouwd rondom anime en manga, zijn de ‘seiyuu’. Seiyuu is de term die nu gebruikt wordt om de voice-actors van anime aan te duiden. Origineel betekent het ‘radio acteur’. Bij anime horen immers stemmen te worden ingesproken, en de (stem)acteurs die dit doen, zijn de seiyuu. Seiyuu kunnen soms enorm populair worden onder de fans. Een van de meest populaire seiyuu is Megumi Hayashibara die onder andere de stem heeft gedaan van Rei Ayanami uit Neon Genesis Evangelion, Faye Valentine uit Cowboy Bebop en Ranma Saotome uit Ranma 1/2. Wanneer een bekende seiyuu een character vertolkt in een anime, kan dat een groot effect hebben op de verkoop van die anime. Andere bekende seiyuu zijn Yuri Amano, Atsuko Enomoto en Yuko Miyamura. De seiyuu hebben in Japan net zo’n hoge sterstatus als Hollywoodsterren in Amerika. Dan is er nog de cosplay. Cosplay is een afkorting voor ‘costume play’ en is de term die wordt gebruikt voor mensen die zich verkleden als hun favoriete manga of anime character. Bij zowel mannelijke als vrouwelijke fans is dit een erg populair fenomeen dat je vooral terugziet op cons. ‘Cons’ is een afkorting voor ‘conventions’ waarmee de manga- en animeconventies worden aangeduid. Deze conventies bestaan uit grote aantallen fans die samenkomen om anime te kijken, te cosplayen, te handelen, te kopen of te lezen. De Comiket (‘Comic Market’) is een con waarbij fans, doujinshi-tekenaars en manga-circles samenkomen om geld, doujinshi en artbooks uit te wisselen. Maar om terug te komen op cosplay – het is niet geheel ongebruikelijk om ook aan ‘crossplay’ te doen; hierbij verkleedt een fan zich simpelweg in een character van een ander geslacht. Vooral de mannelijke fans die zich als vrouwelijke characters verkleden, wekken veel hilariteit op. Op talloze cons in bijvoorbeeld Amerika en Europa worden er crossplayers gespot die in feite mollige mannen zijn met harige benen, die zich vervolgens in een Sailor Moon outfit hebben gestoken.
‘Sailor Bubba’, bekend van internet: een mannelijke crossplayer in een Sailor Moon kostuum…
Als laatst was er nog de grote Pokémon-rage die jaren geleden in Japan woedde en zich daarna uitspreidde naar het buitenland. Het verzamelen van 150 verschillende monstertjes was niet eens een origineel idee maar wel erg aanstekelijk. Binnen Japan ontstaan er vaak van zulke rages, net zoals de Tamagochi, die meestal niet in het buitenland bekend worden. Sindsdien zijn er een groot aantal anime en manga gemaakt op hetzelfde thema: “kinderen verzamelen monsters/kaarten/robots/enzovoort’. De meeste wat oudere animefans vinden deze shows vervelend. Vandaag de dag zijn er nog maar weinig originele ideeën voor anime beschikbaar, omdat er al zoveel zijn gemaakt. Maar het aantal fans in het buitenland is de afgelopen drie jaar enorm gegroeid en de markt voor anime zal voorlopig nog niet instorten. Het gaan alleen erg slecht met de economie van Japan, en daar kunnen zelfs hordes animefans weinig aan doen.
28
Deelvraag 7 Wat zijn vandaag de dag de verschillende genres van de animatie- en stripwereld in Japan? De anime- en manga-industrie in Japan kent duizenden verschillende manga en anime in een grote verscheidenheid, maar meestal vallen deze wel in een of meerdere van de volgende genres op te delen. Actie: een vrij algemeen genre. Actie-manga zijn meestal gericht op jongens en gaan vaak samen met een ander genre. De characters zijn vooral mannelijk en soms gespierder dan de gemiddelde characters. Er komt geweld in voor en er is weinig sprake van romantiek. Een voorbeeld van een actie-anime is Akira. Akira valt ook in het genre ‘cyberpunk’. Avontuur: meestal gaan de avontuur-manga en – anime gepaard met het fantasy genre, maar niet altijd. Het komt er op neer dat een groepje avonturiers eropuit trekt om verschillende redenen en daarbij van alles meemaakt. Voorbeelden van anime in het avontuur-genre zijn Laputa: The Castle in the Sky, Record of Lodoss War en Magic Knight Rayearth.
Een Gundam uit Gundam Wing
Mech/Mecha: dit genre draait om grote robots, varierend van de grootte van een mens (Bubblegum Crisis) tot de lengte van wolkenkrabbers. Dit genre kwam in de jaren ’70 in Japan op en is sindsdien altijd populair gebleven. Meestal worden de robots bestuurd door menselijke piloten, in sommige gevallen ook niet. Voorbeelden van mecha-anime zijn Mobile Suit Gundam, Neon Genesis Evangelion, en Giant Robo.
Hentai: de verzamelnaam voor alle pornografische anime en manga. Hentai is weer onderverdeeld in verschillende genres die te maken hebben met de inhoud ervan. Naast de ‘straight’ hentai tussen mannen en vrouwen bestaan er ook nog yaoi en yuri. ‘Yaoi’ is een term die oorspronkelijk is afgeleid van ‘Yami nashi, Ochi nashi, Imi nashi’, wat betekent: Geen top, geen punt, geen bedoeling. Het was een denigrerende term bedoeld voor deze soort homoseksuele manga en anime die volgens de meeste non-fans nergens op sloegen. Yaoi is dus pornografische, homoseksuele anime en manga. De meer romantische vorm van yaoi die minder expliciet is, wordt ‘shounen-ai’ genoemd (‘jongens-liefde’) en valt niet echt onder yaoi. Typerend is dat de mannen in yaoi en shounen-ai er in sommige gevallen erg vrouwelijk uitzien. Yaoi is vooral populair bij normale, heteroseksuele vrouwen. Bekende yaoi-anime zijn Ai no Kusabi en Boku no Sexual Harassment. ‘Yuri’ is homoseksuele anime en manga tussen vrouwen. De minder expliciete en romantischere yuri wordt ‘shoujo-ai’ genoemd; ‘meisjes-liefde’ dus. Science Fiction: dit genre draait natuurlijk om de toekomst en technologie. Meestal heeft het mecha genre te maken met het sf-genre. Een opmerkelijk type van science-fiction anime en manga zijn de zogenaamde ‘space opera’. Hierbij wordt de science-fiction gecombineerd met een liefdesverhaal. De Macross-serie is hier een duidelijk voorbeeld van. Ander voorbeelden van gewone sf-anime en manga zijn Ghost in the Shell, Neon Genesis Evangelion, Cowboy Bebop, Battle Angel Alita en DNA^2.
29
Shoujo: shoujo is Japans voor ‘meisje’. Deze anime en manga zijn gemaakt voor en meestal door vrouwen en hebben een hoog soap-gehalte; relaties en romantische liefde staat centraal. Shoujo wordt voornamelijk gelezen door vrouwen, maar de laatste paar jaren beginnen steeds meer mannen het ook te lezen – voornamelijk buitenlandse fans. In Japan wordt het nog steeds erg vreemd gevonden wanneer een jongen een shoujo-manga leest. Shoujo heeft meestal een vrouwelijke hoofdrolspeler. Shoujo is inderdaad erg populair in manga-vorm omdat er minder actie in zit, veel dialoog, en een langzaam tempo. Van sommige populaire shoujo-manga worden er anime gemaakt, zoals Hana Yori Dango, Marmalade Boy, Revolutionary Girl Utena en Whisper of the Heart. Een belangrijk onderdeel van shoujo is het Magical Girl (‘Mahou Shoujo’) genre. Hier staan meisjes met magische krachten centraal, zoals Sakura uit Card Captor Sakura, Jeanne uit Kamikaze Kaito Jeanne en de Sailor meisjes uit Sailor Moon. Vreemd genoeg zijn veel jongens fan van het Magical Girl genre. Horror: anime en manga over horror, monsters, demonen, enzovoort. Er zijn niet echt veel titels in dit genre hoewel het thema vampiers wel populair is. Voorbeelden van horror-anime en manga zijn Vampire Hunter D, Blood: The Last Vampire, Demon City Shinjuku en Devilman. Martial Arts: Deze anime en manga gaan over de vechtkunst, waarbij vaak de hoofdpersoon in een bepaalde vechtsport uitblinkt. Dit kan zowel met als zonder wapens zijn. Voorbeelden uit het martial-arts-genre zijn Fists of the North Star, Street Fighter, Rurouni Kenshin en Dragonball Z. Comedy: humor is vaak belangrijk in anime en manga, en het comedy-genre neemt een belangrijke plek in. Het Japanse gevoel voor humor is wat vreemd en moeilijk uit te leggen. Een typische situatie in een manga is wanneer een jongen per ongeluk een schuine opmerking richting een meisje maakt en zij hem vervolgens al dan niet met een hamer/vuist door het dak slaat. Voorbeelden van comedy-anime en manga zijn Ranma 1/2, Tenchi en Love Hina. Keitaro uit Love Hina heeft per ongeluk Naru halfnaakt gezien… waarvoor hij moet boeten.
Fantasy: anime en manga die betrekking hebben tot fantasy, dus bijvoorbeeld elven, zwaarden, en goden, worden tot dit genre gerekend. Vaak gaat het fantasy-genre samen met het avontuur-genre. Record of Lodoss War en RG Veda zijn hier voorbeelden van. Series zoals Mahou Tsukai Tai die zich wel in de moderne tijd afspelen maar waar ook sprake is van magie, worden meestal tot ‘modern fantasy’ gerekend. Romance: de romantiek is meestal van toepassing op het shoujo-genre, maar soms ook met het comedy-genre. Love Hina en Urusei Yatsura zijn beide een goed voorbeeld van een romantische comedy. Series zoals Blue Seed en Fushigi Yuugi zijn meer shoujo-romantisch; dus wat dramatischer. Fushigi Yuugi valt trouwens ook in het fantasy-genre omdat het zich in een fantasiewereld afspeelt. Veel anime behoren tot meerdere genres.
30
Drama: De anime en manga die tot het drama-genre behoren vertellen meestal een mooi maar droevig verhaal, en heeft niet altijd een vrolijk einde. Key: the metal Idol vertelt over een robotmeisje dat probeert een echt meisje te zijn. Een treffend voorbeeld van een dramatische anime is Grave of the Fireflies. Aan het begin van de anime zie je de hoofdpersoon sterven. Dan vervolgt de anime met het aandoenlijke verhaal over hoe de jongen Seita en zijn zusje Setsuko samen proberen te overleven nadat hun ouders in de oorlog gestorven zijn en iedereen zelf te arm is om ze te helpen. Maar vanaf het begin af aan weet je dat het niet goed zal aflopen. Grave of the Fireflies is een echte tranentrekker, en dat geldt voor veel anime en manga binnen het drama-genre. Cyberpunk: Cyberpunk is eigenlijk een genre afgeleid van science-fiction, alleen kan het ook in het heden spelen. Het verhaal van cyberpunk-anime gaat meestal over grote metropolische steden waar jongeren proberen te overleven tussen bendes, drugs en geweld. Akira en Cyber City OEOO 808 zijn voorbeelden van cyberpunk. Kinder: dit zijn voornamelijk shows die door kinderen worden gekeken en op kinderen gericht zijn, al worden ze ook door oudere mensen bekeken. Voorbeelden zijn Hello Kitty en Doraemon. Shows die wel voor een jonger publiek bedoeld zijn maar ook vaak door volwassenen worden gekeken zijn bijvoorbeeld Pokémon en Metabots. Sport: van dit genre zijn er niet zo gek veel anime. Centraal staat meestal een sport en de characters die het beoefenen. Voorbeelden van anime in het sport-genre zijn Slam Dunk en Battle Athletes. Shounen: dit is de tegenhanger van shoujo. In shounen staat meestal een mannelijke hoofdrolspeler centraal die de held is. Dit is het geval bij meer dan de helft van alle manga, vandaar dat het geen apart genre is maar meer een verzamelnaam voor alle manga die op een mannelijk publiek zijn gericht. Over het algemeen wordt shoujo door vrouwen getekend en door vrouwen gelezen, en shounen door mannen getekend en door mannen gelezen.
31
Deelvraag 8 Wat is de invloed van de Japanse animatie- en stripwereld op de huidige maatschappij in Japan? Anime en manga zijn binnen Japan twee belangrijke vormen van media en populaire cultuur. In 1995 werden er ongeveer 2 miljard manga en manga-tijdschriften verkocht. De mangaindustrie draaide een winst van 6 miljard dollar in jaarlijkse inkomsten. Er worden gemiddeld 250 animeshows per week op televisie uitgezonden en per jaar worden er 1700 animatiefilms en 2200 animatieseries geproduceerd. Anime en manga maken dus een belangrijk deel uit van de Japanse samenleving. De na-oorlogse generatie die in de jaren ’50 en ’60 opgroeiden zorgden voor de eerste explosieve groei in de populariteit en productie van manga en later, anime. Dit werd echter door de oudere generatie niet als een positieve ontwikkeling gezien. De anime en manga zouden aanzetten tot individualiteit en vervreemding van de nieuwe generatie van de Japanse maatschappij. De algemene opvatting was dat wanneer men volwassen werd, je een goede baan kreeg, hard werkte en je gezin ondersteunde en de samenleving draaiende hield. Er heerste een groepsmentaliteit. De Japanse samenleving steunde op de overtuiging dat iedereen zijn plaats in de groep moest kennen en zijn steentje moest bijdragen aan de maatschappij. Er was weinig ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en individualisme werd onderdrukt. Manga speelde een grote rol in de jaren ’60 toen de jongste generatie zich tegen de gevestigde orde keerde. Radicale politieke jongerenbeweging waren aan de orde van de dag en ze gebruikten manga om hun standpunten duidelijk te maken aan een groot publiek. De geki-ga was het middel dat gebruikt werd om tegen de maatschappelijke waarden en normen in te gaan. In de geki-ga manga werd kritiek gegeven op de toenmalige Japanse samenleving en door de grote populariteit van de leenbibliotheken werden ze door velen van de jongere generatie gelezen. Omdat er voor de geki-ga weinig manga voor volwassenen bestonden, lazen de jonge studenten bij wijze van protest manga voor kinderen. Hun protesten en kritiek werden door de oudere generatie gezien als destructief en kinderachtig; men moest zich houden aan de maatschappelijke regels. De oudere generatie geloofde dat door de ontwikkeling van individualisme hun samenleving in zou storten. Manga waren het medium bij uitstek voor de rebellerende jongeren om hun mening naar voren te brengen. In thuisbedrijfjes was het drukken van de manga goedkoop en door groepen en leenbibliotheken werden ze verspreid. In de jaren ’70 en ’80 was de rebellerende na-oorlogse generatie ouder geworden en werden manga steeds meer een vorm van entertainment. Hun kinderen, nu de jongste generatie, kwamen opnieuw in opstand tegen de berustende oudere generatie die vroeger net zo actief waren. De jongste generatie was van kind af aan opgegroeid met manga en waren al een stuk individualistischer en vrijer van geest dan hun ouders. Ze streefden juist naar een eigen identiteit in plaats van ergens bij te horen. De oudste generatie ging zich steeds meer zorgen maken over de maatschappij en vreesden het ergste. Ze noemden de jongste generatie ‘shinjinrui’, wat betekende ‘nieuwe generatie’ of ‘nieuw soort mens’. Dit was vooral een fictieve benaming die nu nog steeds gebruikt wordt om de jongste generatie mee aan te duiden. Werden ze in de jaren ’80 nog verondersteld tussen de 20 en 30 jaar oud te zijn, in de jaren ’90 zouden ze in hun tienerjaren tot en met 22 jaar zijn. De oudere generaties beschuldigen voornamelijk manga en anime ervan de jongere generaties weg te drijven van de maatschappij en elkaar. Osamu Nakano omschreef deze jongeren als volgt: “Door hun voorliefde voor plezier en vermaak kiezen ze plezier boven pijn, recreatie boven werk, consumptie boven productie en bewondering boven creatie.” De
32
jongeren en de eerste na-oorlogse generatie kreeg de schuld van de economische en maatschappelijke problemen. Vanuit het standpunt van jongeren in Japan maken anime en manga een belangrijk deel uit van de populaire cultuur. Zoals MTV in de jaren ’80 zorgde voor een explosieve ontwikkeling van de muziekindustrie in het Westen, zo waren anime en manga de media die de Japanse jongerencultuur ondersteunden en tegelijkertijd zichzelf populair maakten. De popcultuur in Japan wat betreft anime en manga is niet alleen bijzonder omdat het zichzelf promoot, maar ook omdat het zichzelf onderhoudt. Wanneer een manga populair wordt stijgen de verkoopaantallen en dus de omzet. Van een populaire manga wordt dan een animeserie gemaakt die ook populair wordt en geld oplevert. Meestal wordt er van de animeserie of manga dan een or meerdere OAV’s gemaakt. Ondertussen ontstaat er door de populariteit van de manga en de anime een grote vraag naar merchandising waar de producenten natuurlijk aan beantwoorden. Speelgoed, kleren, computerspellen en gebruiksvoorwerpen van die ene anime worden massaal gemaakt en verkocht. Door de aanhoudende populariteit besluiten de manga-uitgeverij en de animeproducent soms om de manga en de anime een vervolg te geven. De serie Dragonball Z die eind jaren ’80 in Japan een hit was is hier een voorbeeld van. Het verhaal van de manga eindigde op een bepaald punt, maar onder druk van uitgevers en producenten ging Akira Toriyama verder met de serie. Dit kwam niet bepaald ten goede aan de kwaliteit van de nieuwe vervolgen van de serie, maar toch duurde de periode waarin Dragonball Z populair was nu veel langer voort. De jongeren zien anime en manga wel als media, maar beseffen meestal niet wat voor massaconsumptie erachter zit. Ze volgen hun hart en hun leeftijdsgenoten wanneer ze fan worden van een serie en daar alles van aanschaffen, terwijl de industrie zich richt op verkoopcijfers. Begin jaren ’80 wordt het begrip ‘otaku’ een populaire benaming voor manga- en animefans. ‘Otaku’ betekent oorspronkelijk ‘jouw huis’ en doelt op het feit dat de fans zichzelf afsluiten voor de buitenwereld en binnen de vier muren van hun woning anime kijken, manga lezen een grote hoeveelheden aan merchandise verzamelen. Vandaag de dag wordt ‘otaku’ vertaald als ‘nerd’ en dit klopt ook wel. De otaku zouden, net zoals nerds in onze samenleving, de buitenbeentjes zijn van de maatschappij die zichzelf afsluiten en obsessief bezig zijn met hun hobby. ‘Otaku’ is een negatieve benaming in Japan; maar de fans buiten Japan noemen zichzelf ‘otaku’ waarmee ze eerder proberen te zeggen dat ze grote fans zijn, maar niet obsessief of wereldvreemd. De otaku kregen vooral veel negatieve publiciteit na een incident in 1988 waarbij stapels anime, manga en gerelateerd merchandise werd gevonden in het appartment van de seriemoordenaar Tsutomu Miyazaki. Nu werden de otaku niet alleen gezien als obsessief, maar werden ook nog verondersteld psychisch gestoorde individuen te zijn. Dus terwijl anime- en manga-fans aan de ene kant door de oudere generaties in de Japanse samenleving worden gezien als losgeslagen, antisociale mensen, maakt de pop-cultuur eromheen een overgroot deel uit van het dagelijks leven van de jongeren. Manga en anime hebben een grote invloed op de waarden en normen van de jongeren. En ondanks dat de oudere generatie vindt dat de manga de jongeren aansporen tot het verzet tegen de gevestigde orde, komen er uit de meeste anime en manga toch klassieke Japanse maatschappelijke waarden naar voren. Zo blijkt uit de anime Spirited Away dat Chihiro door moed en hard werken haar doel kan bereiken. Een sterke werkethiek is nog steeds een belangrijke waarde. Hard en goed kunnen werken wordt als een deugd gezien. De werkloze animefan is typisch iemand die laag op de maatschappelijke ladder staat. Maar door de
33
slechte staat van de huidige economie in Japan is het aantal werklozen zo hoog dat een goede werkethiek niet veel helpt. Daarnaast is er nog de stereotypering van de seksen. In de klassieke Japanse opvattingen is de vrouw ondergeschikt aan de man. Ze dient een goede huisvrouw te zijn, kinderen te baren, haar man nooit tegen te spreken en voor hem te koken. Zelfs al brachten manga en anime een scala aan vrouwelijke helden, sterke, zelfstandige vrouwen, deze opvatting bleef. De populaire cultuur heeft wel enigszins bijgedragen aan de emancipatie, maar juist doordat de oude opvattingen over vrouwen nog steeds algemeen geaccepteerd zijn, reflecteert de populaire cultuur juist deze stereotypen, in plaats van ze te doorbreken. In vele shoujomanga maakt een meisje een lunch voor de jongen waarop ze verliefd is, om haar gevoelens te tonen. Dit is een redelijk normaal gebruik in Japan. Anime en manga zoals Ranma 1/2 spelen met deze opvattingen wat betreft de rol van mannen en vrouwen, maar kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Het ministerie van Onderwijs in Japan noemde in zijn rapport van 2000 anime en manga ‘een van de meest belangrijke vormen van artistieke expressie in de moderne Japanse culturele omgeving.’ Manga en anime zouden niet op die manier erkend worden als ze werkelijk nog zo tegenstrijdig en rebels waren. De Japanse regering steunt manga en anime, maar met die steun komen ook de restricties. Het wordt geacht om de algemene maatschappelijke ideologie te volgen. Maar er is een verschil tussen de bedoeling van een manga en de interpretatie ervan, waardoor afwijkende standpunten nog wel naar voren kunnen komen. Ondanks dat manga en anime zijn begonnen als media die tegen de gevestigde orde in gaan, zijn ze nu een belangrijk deel van de Japanse cultuur. Zowel jongeren als ouderen lezen manga en kijken anime. De populaire cultuur onder de jongeren is voor het grootste deel gebaseerd op en wordt gedreven door manga en anime. Je kan zowel klassieke opvattingen als moderne opvattingen terugvinden in de twee vormen van media die vandaag de dag een uniek en belangrijk deel vormen van de Japanse samenleving: anime en manga.
34
Conclusie Mijn hoofdvraag was: Hoe heeft de wereld rond animatie en strips in Japan zich ontwikkeld vanaf zijn begin tot nu ontwikkeld en wat is de invloed daarvan op de huidige Japanse maatschappij? De eerste tekeningen werden in Japan in de 6e en 7e eeuw gemaakt door monniken voor zowel illustratie als vermaak. Als medium werden boekrollen en hout gebruikt. In de 19e eeuw werd door de Europeanen in Japan het gebruikt van perspectief en lichtwerking geïntroduceerd. De illustraties werden vooral voor satirische en komische doeleinden gebruikt en werden manga genoemd, wat zoiets betekent als ‘komische afbeelding’. Door de boekdrukkunst werden de manga-afbeeldingen in steeds grotere aantallen verspreid en hun populariteit groeide. Osamu Tezuka legde in 1947 de basis voor moderne manga met ‘New Treasure Island’. In 1917 werden de eerste pogingen gedaan naar animatie in Japan, maar het was pas na de Tweede Wereldoorlog dat de animatie-sector op gang kwam. In de tijd voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog was er sprake van censuur en manga werden gebruikt voor propagandistische doeleinden. Na de Tweede Wereldoorlog was er een explosieve groei in de populariteit van manga en er werden grote aantallen geproduceerd. De na-oorlogse jongste generatie in Japan zette zich af tegen de gevestigde orde en gebruikte de ‘geki-ga’ manga als een medium daarvoor. De geki-ga zorgden dat leenbibliotheken enige tijd populair werden voor het verspreiden van deze manga. Vanaf dat punt ontwikkelden manga zich tot een veelzijdig medium met veel verschillende onderwerpen. Ondertussen komt de animatieindustrie ook op gang. De animatiefilms worden ‘anime’ genoemd: een afkorting van ‘animation’. Vooraf gegaan door enkele anime geeft Osamu Tezuka met de serie Tetsuwan Atom het ware startsschot voor de tweede boom in de manga- en animewereld: animeseries worden ontzettend populair. De anime Tetsujin 28go is het begin van het ‘Giant Robot’-genre dat in de jaren ’70 enorm populair wordt. In de jaren ’80 wordt het comedy-genre nieuw leven ingeblazen met de series van Rumiko Takahashi: Urusei Yatsura, Ranma 1/2 en Maison Ikkoku. Akira Toriyama scoort in 1986 een enorme hit waarvan de populariteit nog jaren zal aanhouden: Dragonball Z. Studio Ghibli en Gainax worden langzaam aan de marktleiders van de anime-industrie. Hayao Miyazaki brengt in samenwerking met Studio Ghibli een aantal anime uit die stuk voor stuk een succes zijn. Nausicaä of the Valley of the Wind is het eerste succes, waarna Laputa: The Castle in the Sky, My Neighbor Totoro en Kiki’s Delivery Service volgen. Gainax scoort met de Macross serie, Wings of Honneamise en Nadia: The Secret of Blue Water. De opkomst van de home video doet een nieuwe vorm van anime ontstaan, de Original Animated Video (OAV). Ze zijn doorgaans beter van kwaliteit en langer dan de tv-series. Ze geven ook de mogelijkheid tot meer erotische anime die op tv niet mochten worden uitgezonden. De anime Akira uit 1988 zet de toon voor toekomstige cyberpunk-anime. De serie Nadia van Gainax is begin jaren ’90 een hit. Ghost in the Shell van Masamune Shirow is een succes, en de serie Shin Seiki Evangelion wordt ongekend populair in Japan. De populairste series uit de jaren ’90 zijn verder Cowboy Bebop, Card Captor Sakura, Gundam Wing, Trigun, Serial Experiments Lain en Vision of Escaflowne. De anime Princess Mononoke van Studio Ghibli en Hayao Miyazaki breekt alle bioscooprecords. In 2002 breekt Sen To Chihiro No Kamikakushi dat record opnieuw en wordt in Amerika genomineerd voor een Oscar.
35
Hoewel de originele ideeën voor anime en manga in Japan langzamerhand op raken, wordt de fanbasis in het buitenland nog steeds groter. De vraag naar anime en manga groeit dus en het is zeker geen tijdelijke rage. De manga-tekenstijl wordt meestal gekenmerkt door de op het eerste gezicht vreemde lichaamsverhoudingen. Het hoofd is meestal wat groter, de ogen zijn groter en de mond en neus kleiner. De haarstijlen zijn verschillend en creatief en verschillende haarkleuren benadrukken soms de persoonlijkheid van een character. De lichaamsverhoudingen zijn gebaseerd op Japanse opvattingen over esthetiek. Vrouwen in manga hebben meestal een dunne taille en slanke benen. Enkele onderdelen van de anatomie stellen het niet zo nauw met de zwaartekracht, waaronder het haar of de borsten van sommige characters. De opbouw van een manga kenmerkt zich door het cinematische effect en de dynamiek. Bij het begin van een scene wordt bijvoorbeeld niet meteen de hele persoon getoond, maar de stukken waar er actie plaatsvindt. Ondanks dat de plaatjes niet bewegen wordt er beweging gesuggereerd. Onomatopoeia maken ook een belangrijk onderdeel uit van de manga. Ze vervullen de rol van geluidseffecten die door hun visuele vorm integreren in het geheel en bijdragen aan het cinematische effect. Manga en anime kennen een aantal unieke gezichtsuitdrukkingen voor verschillende emoties, die een grappig effect moeten opwekken. Dit zijn bijvoorbeeld de zweetdruppel, de neusbloeding, de ‘tareme-eyes’ en de opbollende bloedvaten. Doujinshi zijn manga over al bestaande anime of manga, gemaakt door fans. Seiyuu zijn de voice-actors van een anime. Zij spreken de stemmen van de characters in en kunnen erg populair worden. Cosplay, je verkleden als een animecharacter, is een populair fenomeen op animeconventies. Anime en manga kunnen worden onderverdeeld in de volgende genres: actie, avontuur, mecha, hentai, science-fiction, shoujo, horror, fantasy, drama, sports, romance, shonen, comedy, martial arts, cyberpunk, en kinder. Manga was na de Tweede Wereldoorlog hét medium voor jongeren om tegen de oudere generaties in opstand te komen. De geki-ga manga gaven kritiek op de maatschappij en confronteerden mensen met geweld en wreedheid binnen de Japanse samenleving. Volgens de gevestigde orde wakkerden manga de individualiteit aan die niet paste binnen de groepsmentaliteit. De volgende, jongste generatie groeide op met manga en anime. Er ontstonden obsessieve fans die in de jaren ’80 de benaming otaku kregen. Otaku is een meer beledigend woord dat duidt op een obsessieve, antisociale animefan die waarschijnlijk psychisch ook niet gezond is. De jongeren worden door de oudere generatie ‘shinjinrui’ genoemd wat aangeeft dat ze een soort ‘nieuw mens’ zijn dat niet binnen de klassieke opvattingen past of wil passen. Ze worden ervan beschuldigd de maatschappij van Japan te verstoren en een neergang van de economie te veroorzaken. Door de enorme omvang van de anime- en mangaindustrie oefenen beide media veel invloed uit op de jongerencultuur in Japan. De populaire cultuur is deels gemaakt en gesteund door de anime- en mangaindustrie. Terwijl veel grote bedrijven alleen maar winst willen maken op de grote aantallen fans zien de fans het als een mogelijkheid tot expressie. Toch worden vaak nog klassieke opvattingen wat betreft rolverdeling in de Japanse samenleving in manga verwerkt. Maar er bestaat een verschil tussen bedoeling en interpretatie, en zo kunnen manga en anime toch andere opvattingen naar voren brengen dan hun makers bedoeld hadden. De groei van de anime- en mangaindustrie houdt voorlopig nog niet op nu anime en manga ook in het buitenland in populariteit groeien. En nu laat het ook zijn invloed gelden op de populaire cultuur buiten Japan. Ik denk dat we in de toekomst nog veel meer zullen horen over de anime- en mangacultuur.
36
Begrippenlijst Op alfabetische volgorde. AI : Artificial Intelligence, oftewel Kunstmatige Intelligentie. AI wordt toegepast in computerspellen, programma’s en robots zodat ze tot enige mate zelf na kunnen denken. android : in science-fiction is dit een robot die gebouwd is gelijkend op de mens met dezelfde, of hogere, intelligentie. anime : Japanse animatie. In Japan wordt met ‘anime’ alle animatie binnen en buiten Japan bedoeld. ‘Anime’ is afgeleid van ‘animation’, en je spreekt het uit als ‘ennie-mee’ of ‘annie-mee’. artbook : een boek van een mangaserie waarin unieke afbeeldingen van hoge kwaliteit staan. Vaak staat er in artbooks ook meer informatie over characters en de anime/manga zelf. boom : een explosieve groei van iets. Na de Tweede Wereldoorlog vond de eerste ‘boom’ in manga plaats. character: personage in een manga of anime. Wordt af en toe afgekort tot ‘chara’. chibi/super-deformed : grappig bedoelde afbeeldingen van een character met enorm vervormde anatomische verhoudingen. Het hoofd en de ogen zijn groot en het lichaam is klein. Meestal zijn de ledematen ook mollig. Comiket : afkorting van Comic Market. Een grote bijeenkomst van doujinshi-artiesten en fans in Japan. con : afkorting van conventie. Een bijeenkomst van anime/manga fans om te handelen, ruilen, anime te kijken, manga te lezen, te cosplayen, andere fans te leren kennen, te showen en te kopen. cosplay : afkorting van costume play. Het verkleden als een anime/manga character. Dit wordt meestal gedaan op cons crossplay : het verkleden als een anime/manga character van de andere sekse. Dit kan vooral grappig zijn wanneer mannen zich verkleden als vrouwelijke characters. cyberpunk : het genre in anime waarin jongeren in grote steden, modern of futuristisch, veel meemaken tussen de bendes, het geweld, en de drugs. doujinshi : manga over al bestaande anime of manga, gemaakt door fans. evil : letterlijk slecht, maar in anime/manga zijn lang niet alle ‘evil’ characters puur slecht. Ze hebben hun eigen motivaties. ‘Evil’ kan zowel grappig als stereotyperend zijn. frame : een van de vakken waarin een manga-pagina is verdeeld. De frames zijn niet vast van vorm en overlappen elkaar soms. geki-ga : letterlijk ‘dramatisch/actievolle afbeelding’. Dit soort manga werd na de Tweede Wereldoorlog door de jongeren gemaakt om zich af te zetten tegen de gevestigde orde. hentai : pornografische anime en manga. Onderverdeeld in normaal, yaoi, en yuri.
37
hentai-doujinshi : pornografische doujinshi. kawaii : Japans voor ‘schattig’ of ‘lief’. kimono : traditionele Japanse kleding voor zowel mannen als vrouwen. Ze worden tegenwoordig in Japan nog gedragen op officiële gelegenheden of festivals. mahou shoujo : Japans voor ‘magisch meisje’. Hiermee wordt het anime/manga genre aangeduid waarin meisjes met magische krachten de hoofdrol spelen. manga : de term die gebruikt word om Japanse strips aan te duiden. Het betekent ongeveer ‘grappige/komische plaatjes’. mangaka : een professionele manga-tekenaar. (manga) circle : een groep van artiesten, verhaalschrijvers en andere mensen die aan een manga meewerken. CLAMP is een voorbeeld van een manga circle die bestaat uit vrouwen. Doujinshi worden meestal gemaakt door een manga circle van fans. mech/mecha : deze term wordt gebruikt om alle mechanische dingen in anime/manga te beschrijven, maar ook om het genre aan te duiden waarin grote robots voorkomen. merchandising/merchandise : letterlijk, handelswaar en verkoopactivering. Deze term wordt gebruikt om de producten aan te geven die rondom anime/manga ontstaan, zoals posters en speelgoed. MMORPG : Mass Multiplayer Online Role Playing Game. Een bepaald soort computerspel waarbij de speler op internet gaat en met grote aantallen anderen binnen het spel avonturen beleeft. NGE : De afkorting voor de anime Neon Genesis Evangelion. De naam wordt ook wel afgekort tot ‘eva’. OAV : Original Animated Video. Dit zijn de anime die apart op video worden uitgebracht en meestal beter van kwaliteit zijn dan de animeserie op tv. onomatopoeia : woorden in manga die geluidseffecten voorstellen. Photoshop : een computerprogramma dat gebruikt wordt voor grafische toepassingen. postapocalyptisch : met de term wordt gedoeld op iets dat na de ‘apocalypse’ bestaat, meestal in een half vernietigde wereld of een omgeving in verval. In de Hollywood-films Mad Max en Waterworld is er sprake van een postapocalyptische wereld. release : de uitgave van een nieuwe film. samurai : traditionele Japanse zwaardvechters. Ze maakten deel uit van de elite militaire klasse in Japan. Ze verdwenen in de tweede helft van de negentiende eeuw. seiyuu : de acteurs die de stemmen van characters in anime inspreken. shounen : Japans voor ‘jongen’. Hiermee worden de manga aangeduid die voor en door mannen zijn gemaakt.
38
shoujo : Japans voor ‘meisje’. Hiermee worden de manga aangeduid die voor en door vrouwen zijn gemaakt. Shoujo-manga gaan meestal over de liefde en relaties tussen de characters. Zowel de mannen als de vrouwen zijn meestal esthetisch lang en slank getekend. shoujo-ai : Japans voor ‘meisjes-liefde’. Deze term wordt gebruikt om manga aan te duiden die gaan over romantische liefde tussen meisjes. Meestal is er wel fysiek contact maar geen expliciete afbeeldingen. shounen-ai : Japans voor ‘jongens-liefde’. Deze term wordt gebruikt om manga aan te duiden die gaan over romantische liefde tussen jongens. Meestal is er wel fysiek contact maar geen expliciete afbeeldingen. story-writer : degene die bij het maken van een manga verantwoordelijk zijn voor de verhaallijn. Dit kan dezelfde persoon zijn als de tekenaar, maar het hoeft niet. tareme-eyes : grote ogen met veel lichtvlekjes erin zodat het lijkt alsof de ogen vochtig zijn. Deze ogen worden bij iemand getekend op een emotioneel moment. voice-actor : acteurs die stemmen inspreken bij animatiefilms. westernisering : het proces waarbij een cultuur steeds meer aspecten van de Westerse cultuur uit Europa en Amerika overneemt. yaoi : expliciete pornografische homoseksuele manga en anime. yuri : expliciete pornografische lesbische manga en anime.
39
Bronnenlijst Per deelvraag worden de bronnen aangegeven. Deelvraag 1 • http://www.dnp.co.jp/museum/nmp/nmp_i/articles/manga/manga1.html, “A History of Manga”, NMP International, Dai Nippon Printing Co., Ltd. 1998 • http://www.tapanime.com/info/historym.html, “History of Manga”, Liane Sharer, Eri Izawa, PageWise Inc., 2002. • Afbeeldingen afkomstig van http://www.tapanime.com/info/historym.html Deelvraag 2 • http://www.dnp.co.jp/museum/nmp/nmp_i/articles/manga/manga1.html, “A History of Manga”, NMP International, Dai Nippon Printing Co., Ltd. 1998 • http://www.tapanime.com/info/historym.html, “History of Manga”, Liane Sharer, Eri Izawa, PageWise Inc., 2002. Deelvraag 3 • http://www.umich.edu/~anime/info_haircolor.html, “Hair Color”, Liane Sharer, 2001. • http://www.umich.edu/~anime/info_emotions.html, “Emotional Iconography”, Liane Sharer, 2001. • http://www.tapanime.com/info/features.html, “Features”, TAP Productions, 2002 Deelvraag 4 • http://www.awn.com/mag/issue1.5/articles/patten1.5.html, “A Capsule History of Anime”, Fred Patten, Animation World Network,1996 • http://www.serc.rmit.edu.au/~ashelton/anime/html/page_history.html, “AMR: Anime History”, Andrew Shelton, 2003 • http://www.uncc.edu/~medomoto/3209/anime/anime_history.html, “Japanese Manga and Animation; A Brief History of Animation”, Michael O’Connell, 2000 • http://www.rightstuf.com/resource/timeline.shtml, “Anime Timeline”, Anime Web Resource, The Right Stuf International, Inc. 2003. Deelvraag 5 • http://www.awn.com/mag/issue1.5/articles/patten1.5.html, “A Capsule History of Anime”, Fred Patten, Animation World Network,1996 • http://www.serc.rmit.edu.au/~ashelton/anime/html/page_history.html, “AMR: Anime History”, Andrew Shelton, 2003 • http://www.uncc.edu/~medomoto/3209/anime/anime_history.html, “Japanese Manga and Animation; A Brief History of Animation”, Michael O’Connell, 2000 • http://www.rightstuf.com/resource/timeline.shtml, “Anime Timeline”, Anime Web Resource, The Right Stuf International, Inc. 2003. Deelvraag 6 • http://www.awn.com/mag/issue1.5/articles/patten1.5.html, “A Capsule History of Anime”, Fred Patten, Animation World Network,1996 • http://www.serc.rmit.edu.au/~ashelton/anime/html/page_history.html, “AMR: Anime History”, Andrew Shelton, 2003 • http://www.uncc.edu/~medomoto/3209/anime/anime_history.html, “Japanese Manga and Animation; A Brief History of Animation”, Michael O’Connell, 2000 • http://www.rightstuf.com/resource/timeline.shtml, “Anime Timeline”, Anime Web Resource, The Right Stuf International, Inc. 2003.
40
Deelvraag 7 • http://www.tcp.com/~doi/alan/webguide/genre.html, “Anime Web Guide: Genre Index”, Anime Web Guide, 1998 • http://www.tapanime.com/info/thegenres.html, “The Genres”, TAP Productions, 2002 Deelvraag 8 • http://www.kinsellaresearch.com/nerd.html, “Amateur Manga Subculture and the Otaku Panic”, Sharon Kinsella, 1998 • http://www.latrobe.edu.au/screeningthepast/firstrelease/fr1100/jlfr11c.htm, “Animation in Asia: appropriation, reinterpretation, and adoption or adaptation”, John A. Lent, 2000 • http://www.awn.com/mag/issue2.4/awm2.4pages/2.4furnissmanga.html, “Dreamland Japan: Manga’s Paradise”, Maureen Furniss, Animation World Network, 1997 • http://www.udel.edu/History/figal/Hist372/Materials/massgenderpop.pdf, “Mass Media, Gender Roles, and Popular Culture in Japan and the United States”, Brian Ruh, 2000 • http://www.umanitoba.ca/faculties/arts/english/media/workshop/papers/ahn/ahn_pape r.pdf, “Animated Subjects: On the Circulation of Japanese Animation as Global Cultural Products”, Jiwon Ahn, 2000 • http://www.depauw.edu/sfs/review_essays/mescallado80.htm, “Otaku Nation”, Ray Mescallado, 2000 • http://www.animeresearch.com/Articles/WomenInManga/index.htm, “The Function of Woman-Authored Manga in Japanese Society”, Brain Ruh, 2001 Overig • http://www.tapanime.com – The Anime Powerhouse • http://www.animeresearch.com – AnimeResearch.com • http://www.umich.edu/~anime/ - That Anime Project • http://www.mit.edu/people/rei/Anime.html - Rei’s Anime and Manga Page
41