Professionele ontwikkeling: Niet de bestemming, maar de reis
prof. dr. S.M. Peerdeman
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar ‘medisch onderwijs en opleiden, in het bijzonder professionele ontwikkeling’ aan de Faculteit der Geneeskunde/VU Medisch Centrum van de Vrije Universiteit Amsterdam op 8 januari 2016. 1
Mijnheer de rector,
Familie, vrienden, bekenden en collegae, Vandaag mag ik met u de gedachten delen die ik heb over de invulling van mijn leerstoel. Als neurochirurg heb ik een tweede kerntaak: ik ben
benoemd tot hoogleraar medisch onderwijs en opleiden, in het bijzonder professionele ontwikkeling. Toen ik dit aan anderen vertelde, waren er
veel felicitaties. Ook kwam de vraag: ‘Ga je nu meer lesgeven?’ Regelmatig hing de onuitgesproken vraag in de lucht : ‘Professionele ontwikkeling,
wat zou dat zijn?’, en ook: ‘Wat ga je dan doen?’. Op deze vragen zal ik u antwoord geven.
Hoogleraar medisch onderwijs en opleiden
Allereerst ga ik in op de vraag of ik dan ook meer les ga geven.
Onderwijs en opleiden in het medisch domein bestaan al duizenden jaren. Bekend is dat in China tijdens de Chou dynastie in de 10e eeuw voor
Christus, er al staatsexamens waren voor artsen. Het salaris werd bepaald op basis van de behaalde behandelingsresultaten. Later werden alleen de beste kandidaten uitgekozen voor officiële posities. Zij mochten
onderwijzen en boeken schrijven. Degene die geselecteerd werden hadden een enorm aanzien. Degenen die niet geselecteerd werden, konden gewoon de praktijk in.
Nog later werden er duidelijke eisen gesteld aan de Chinese opleiders. Zij werden verantwoordelijk gehouden voor de vooruitgang van hun
studenten. Indien iemand niet voldeed als opleider, werd de helft van het
maandsalaris ingehouden. Indien iemand persisteerde in slecht opleiden, volgden disciplinaire maatregelen.
2
In de 5e eeuw voor Christus stelde Hippocrates, in het oude Griekenland,
zijn bekende eed op. Hij beschrijft nadrukkelijk dat een leraar in medisch onderwijs en opleiden een bijzonder hoog aanzien had. Eén van de
onderdelen van de eed stelt namelijk: “Mijn leermeester zal ik eren en liefhebben als mijn ouders.”
Weer eeuwen later kwamen in Europa de Universiteiten. Hier ontstonden ook medische gildes of faculteiten. De kern van deze groepen was: het
overdragen van kennis en het vermeerderen van kennis.
In de 15e eeuw werd ook de functie van een professor gedefinieerd. De
ethymologiebank schrijft over het woord professor dat het is afgeleid van
het latijnse ‘profiteri’ “hij die openlijk verklaard heeft in een bepaald vak les te zullen geven, openbare leraar”.
Ook nu nog spreekt Van Dale’s woordenboek over: “Hoogleraar: leraar aan een universiteit; professor”.
Het is dus niet verwonderlijk dat een hoogleraar geassocieerd wordt met opleiden: ‘hoogleraar’: een soort superleraar dus. De titel hoogleraar
onderwijs en opleiden lijkt dus eigenlijk zoals een “ witte schimmel”: een pleonasme.
Echter de huidige praktijk van een hoogleraar is totaal anders.
Het kunnen overbrengen van kennis, het inspireren, het prikkelen en enthousiasmeren wordt niet meer gezien als een voorwaarde om benoemd te worden als hoogleraar.
Conform de behoefte van de hedendaagse maatschappij om alles
toetsbaar, transparant en normerend te maken, zijn criteria opgesteld om hoogleraar te mogen worden. Deze criteria bestaan uit aantallen
publicaties, citatie indexen, H indexen, de hoeveel geld die binnen is
gebracht via fondsen en aantallen promovendi die afgeleverd zijn. Deze
criteria moeten gehaald zijn voordat er gesproken kan worden over een positie als hoogleraar. Door deze eisen te stellen, wordt de wetenschap
3
sterk gestimuleerd. Kennis en inzicht worden vergroot op de verschillende vakgebieden. Degene die voldoen aan deze criteria, excelleren in hun domein en zijn gedreven wetenschappers.
We zijn een UMC, een Universitair Medisch Centrum. De Universitaire
status, betekent dat je ook verantwoordelijk bent voor wetenschappelijk onderwijs. Een dergelijk UMC heeft de unieke positie om patiëntenzorg,
wetenschappelijk onderzoek én onderwijs en opleiden te kunnen combineren.
Maar waar is dan die andere academische waarde gebleven? Waar zijn de
criteria die te maken hebben met het ‘leraar’ zijn?
U allen weet hoe u geïnspireerd kon raken door een goede leraar, of dit
nou op school was, op een hobby, cursus of sport of tijdens de opleiding; iedereen kent wel zo’n persoon. Om toetsbare en meetbare criteria voor ‘inspirerend onderwijzen’ te hebben is lastig. Omdat subjectiviteit
meespeelt, is kwantificering een uitdaging. Het gevaar dreigt, dat zaken die makkelijk in maat en getal uit te drukken zijn, meer aandacht gaan krijgen en dus belangrijker worden, dan zaken die er werkelijk toe doen. Klopt de uitdrukking: “meten is weten” wel?
Zoals een gerenommeerd wetenschapper, Albert Einstein, reeds zei: “Niet alles wat van waarde is kan gemeten worden, en niet alles wat meetbaar is, is van waarde.”
De term hoogleraar zou weer exclusief gebruikt moeten worden voor
diegene die een praktisch- en wetenschappelijk -expert zijn in hun domein, maar ook in staat zijn om te onderwijzen en op te leiden, ook met passie
hun expertise kunnen overbrengen en ook de vlam bij de nieuwe generatie kunnen ontsteken.
Op de vraag: ‘Ga je nou meer lesgeven?’ moet ik antwoorden: ‘Nee, ik ga
niet méér lesgeven’. Om de leerstoel in te vullen ga ik nieuwe onderwijs-
en opleidingsmodules ontwikkelen, publiceren, promovendi begeleiden en geld binnen halen. Ik zal een ‘hoog-wetenschapper’ en een ‘hoog-
4
organisator’ zijn. Maar ik wil ook een hoog-leraar zijn. Telkens als ik de
kans krijg zal ik een lans breken voor het feit dat onderwijs en opleiden de kern moeten zijn van de academie, dat kunnen inspireren,
enthousiasmeren en de passie voor het beroep kunnen overbrengen een
talent is en dat dit talent gewaardeerd en gehonoreerd moet worden. Het leraar-deel in de titel moet meer gezien worden en opgeëist worden. Dan zijn mijns inziens de titel en de inhoud weer in evenwicht. Professionele ontwikkeling
Nu de tweede vraag die gesteld werd. Professionele ontwikkeling,
ontwikkeling van professionaliteit in het medisch domein, wat is dat? U
kunt allen wel een voorbeeld bedenken van een goede dokter. Maar wat maakt nou dat iemand een goede dokter is?
Een goede dokter in de vorige eeuw, is niet noodzakelijkerwijs een goede dokter in de huidige tijd. En een goede dokter in Manokwari is niet noodzakelijkerwijs een goede dokter in Amsterdam.
De bekendste definitie van een goede dokter is van Hippocrates. In zijn eed wordt het volgende beschreven:
“Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheimhouden wat mij is toevertrouwd. Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving. Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen. Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk. Ik zal het beroep van arts in ere houden.”
Deze eed is nu 2500 jaar oud, maar nog steeds bijzonder actueel.
5
Begin vorige eeuw werd in Nederland dit versje gepubliceerd. Het illustreert duidelijk wat men toen een goede dokter vond: De Dokter is een goede man, Die heel veel weet en heel veel kan, En alles wat hij zegt en doet En wat hij wil, is juist en goed. Wie hem gelooft in ieder woord, Die leeft gezond en veilig voort. En ben je ziek, misschien gewond, Hij maakt je in een wip gezond! Wat hij al weet en wat hij kan, Lees daar nu in dit boekje van. Hoor nu wat Dokter u gebiedt, Houd veel van hem en vrees hem niet!
Dat is in een eeuw toch echt veranderd.
Recenter, in 1996 is in Canada een systeem gemaakt waarin beschreven en wordt waar een medisch professional aan moet voldoen: het CanMEDS systeem: Canadian Medical Educational Directives for Specialists. De
aanleiding voor het opstellen van dit systeem, was een staking van artsen en medisch specialisten. De bevolking stond hier niet achter omdat ze
vonden dat de artsen niet naar behoren functioneerden. Toen is aan de inwoners van de staat Ontario gevraagd welke kwaliteiten een goede
dokter in hun ogen zou moeten hebben. Uit deze raadpleging kwamen
zeven rollen naar voren die essentieel zijn voor het uitoefenen van het
beroep: centraal medical expert, daaromheen communicator, collaborator,
manager, health advocate, scholar, en professional. Dit systeem is in
Nederland overgenomen. Alle medisch specialisten moeten volgens dit
model opgeleid worden. Ook in de opleiding tot arts is een dergelijke ordening gemaakt. In Nederland zijn de rollen vervangen door
competenties. Centraal staat de competentie medisch handelen. Daarnaast zijn er zes andere competenties gedefinieerd: communicatie,
samenwerking, organisatie maatschappelijk handelen, kennis en wetenschap en professionaliteit.
6
Op deze manier georganiseerd, is het overzichtelijk. Wat een dokter moet kunnen en hoe de dokter zich verhoudt met de omgeving is benoemd en vorm gegeven. De norm is gedefinieerd, de deelgebieden beschreven. Het lastige aan dit systeem van rollen, is het feit dat in de dagelijkse
praktijk nooit één rol tegelijk wordt uitgeoefend. Bij een consult met een
patiënt op de poli communiceer je met een patiënt, gebruik makend van de medische expertise die je hebt, pas je evidence based medicine toe en
shared decision making, bewaak je als organisator de tijd, werk je samen met het polipersoneel, gebruik je het al dan niet functionerend ICT
systeem, zoek je de best passende DBC declaratiecode op en zorg je,
desondanks, dat je professioneel blijft communiceren. Alle rollen pas je in samenhang met elkaar toe, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een ander probleem van het CanMEDS systeem, is dat het gemaakt is in
1996. De maatschappij verandert, op sommige gebieden bijzonder snel. In het afgelopen decennium werd duidelijk dat de artsen niet alleen de dagelijkse zorg moeten organiseren, maar ook betrokken zijn bij de
algemene ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Verwacht wordt nu dat artsen, samen met anderen een visie ontwikkelen op hoge kwaliteit
gezondheidszorg en dat ze verantwoordelijkheid nemen om excellente patiëntenzorg te leveren door hun activiteiten als clinici, bestuurders, wetenschappers of opleiders. Voor het CanMEDS systeem heeft dat in
2015 geleid tot een aanpassing van een van de rollen: de rol van manager organisator is vervangen door leader-leider.
Professionele ontwikkeling, een goede dokter blijven, is dus een
dynamisch proces dat in de tijd een continue aanpassing van de medisch professional vergt.
Laat ik u schetsen hoe de professionele ontwikkeling de afgelopen
decennia heeft plaatsgevonden, met betrekking tot kennis, techniek, en maatschappelijke bewegingen uit het perspectief van een dokter.
7
Allereerst kennis: toen ik begon aan mijn opleiding tot neurochirurg ( zo’n 25 jaar geleden) zocht ik in de bibliotheek op trefwoord in een catalogus
naar een titel en tijdschrift. Daarna zocht in het ingebonden tijdschrift het artikel op en kopieerde dat. Momenteel worden niet alleen meer
publicaties per jaar uitgebracht, ze zijn direct én 24 uur per dag, online
beschikbaar. De hoeveelheid aan kennis en de beschikbaarheid van kennis is zeer snel toegenomen. Dit geldt voor alle duizenden medische onderwerpen.
Ook de technische mogelijkheden zijn exponentieel toegenomen. Dertig
jaar geleden, kwamen patiënten uit andere ziekenhuizen voor het maken van een CT-scan. Nu is hoge kwaliteit beeldvorming, MRI’s en CT-scans overal beschikbaar.
De scans kunnen op de operatiekamer gebruikt worden om tijdens de operatie mee te navigeren. Dit alles maakt dat de operatieve grenzen
steeds verder opschuiven. Steeds meer is technisch mogelijk. Dit geldt ook voor vele andere behandelopties, chirurgisch en niet-chirurgisch. Elke
techniek die in de maatschappij ontwikkeld wordt vindt een weg naar de zorg. Omdat het voor één persoon niet meer mogelijk is om alles op het hoogste niveau uit te oefenen, gaat men zich specialiseren. Er ontstaan
steeds meer deelgebieden: de vasculaire neurochirurg, de oncologische neurochirurg, de spinale neurochirurg, de kinderneurochirurg.
Dit geldt ook voor alle andere specialismen en andere zorgprofessionals. Er ontstaan steeds meer teams van experts met verschillende
achtergronden en verschillende beroepen, die patiënten met één
specifieke aandoening kunnen behandelen. Er worden centra opgericht zoals een hersentumorcentrum waar veel patiënten met een specifieke aandoening multidisciplinair en interprofessioneel worden behandeld. Deze vorm van behandeling van patiënten met een team vergt extra
aandacht voor de competenties: samenwerken, communiceren en
8
leiderschap. Wie neemt het initiatief bij de behandeling? Wie is voor de patiënt het aanspreekpunt? Wie bewaakt de samenhang?
Als laatste de maatschappelijke veranderingen. Ook deze hebben hun
invloed op de ontwikkeling van professionaliteit. Onze maatschappij wil inzicht hebben in alles wat er plaatsvindt in welk beroep dan ook.
Daarnaast willen we de hoogste expertise altijd beschikbaar hebben en we willen dit goedkoop en efficiënt krijgen. Ook willen wij dat er geen fouten optreden. Dit geldt voor alles: van de supermarkt, de
gemeentevoorzieningen tot de zorg. In de gezondheidszorg heeft dit geleid tot het opzetten en maken van een groot aantal regels en systemen om veilig te werken en verantwoording af te kunnen leggen aan de
instellingen als het ziekenhuis, de IGZ, de NIAZ, de verzekeraars, de maatschappij, de beroepsgroep en alle andere instituten die met de
gezondheidszorg te maken hebben en niet te vergeten, aan de patiënten.
Artsen en gezondheidsprofessionals krijgen met al deze zaken te maken en zullen hier in mee moeten gaan, mee moeten ontwikkelen en mee moeten sturen.
En niet te vergeten, er moet ook nog aandacht zijn voor wetenschap, onderwijs en opleiden.
Zoals u zult begrijpen is het gewoonweg niet mogelijk om als individu alles wat ik hiervoor geschetst heb bij te kunnen houden. Het is dus
noodzakelijk dat er op een andere manier gewerkt gaat worden om de zorg voor patiënten zo optimaal mogelijk te houden.
De komende jaren zal de professionele ontwikkeling vakinhoudelijk zijn zoals altijd, met superspecialisten en generalisten. Maar ook zal de
professionele ontwikkeling vakoverstijgend zijn. Er zullen steeds meer
dokters nodig zijn met een tweede kerntaak. Tenslotte zal de zorg zich
9
steeds meer richten op het werken in teams. De zorgprofessional wordt een top-speler én een teamspeler. Hoe zal deze tocht vorm krijgen? De Griekse dichter Kafavis beschrijft in zijn gedicht ‘Ithaca’ hoe de reis
naar het eindpunt Ithaca verloopt. Datgene wat hij onderweg tegenkomt blijkt rijker en belangrijker te zijn dan het daadwerkelijk te bereiken
einddoel. In de gezondheidzorg is het doel, de bestemming, een goede
dokter te blijven en daarmee de patiënt de optimale zorg te bieden. Om uw vraag te beantwoorden: ‘Wat is professionele ontwikkeling?’ Professionele ontwikkeling is een leven lang leren om een goede dokter te blijven. Het is een continue reis de toekomst in. De reis zal voor iedereen anders zijn. Iedereen zal zijn eigen reis maken: professionele ontwikkeling: niet de bestemming, maar de reis.
Hoogleraar medisch onderwijs en opleiden, in het bijzonder professionele ontwikkeling
Dan de laatste vraag: ‘Wat ga je doen?’ Die vraag kan ik meteen
beantwoorden. De komende jaren zal ik mij toe leggen op twee onderdelen van medisch onderwijs en opleiden in het bijzonder professionele
ontwikkeling. Het eerste deel bestaat uit de ontwikkeling en innovatie van onderwijs en trainingen. Het tweede deel is het onderzoek van onderwijs. Professionele ontwikkeling loopt als een rode draad door het medisch beroep. Mijn activiteiten zullen er op gericht zijn de studenten
geneeskunde (de aanstaande dokters), medisch specialisten in opleiding
(de aios) en de medisch specialisten te ondersteunen in hun professionele
ontwikkeling. Daarbij richt ik me vooral op de vakoverstijgende thema’s en de competenties die je nodig hebt om goed in teams te kunnen samenwerken.
10
In 2010 werd mij gevraagd om professionele ontwikkeling in de
geneeskunde opleiding vorm te geven. Samen met Gerda Croiset, directeur geneeskunde, Henk Groenewegen en later Anton Horrevoets,
programmaleiders bachelor en Hester Daelmans, programmaleider
master, is de onderwijslijn ‘professionele ontwikkeling’ in het curriculum
ingebracht. Recent heeft Richard de Vries als examinator het stokje van mij overgenomen. Als een rode draad loopt de onderwijslijn ‘professionele ontwikkeling’ door de gehele opleiding van bachelor 1 tot en met
masterjaar 3. De onderwijslijn bestaat uit verschillende leerlijnen met een vakoverstijgend thema: patiëntveiligheid, interculturalisatie & diversiteit, reflectie, professionele communicatie, professioneel gedrag, academische vorming, beroepskeuze & loopbaan oriëntatie en ethiek & recht. Een
thema wordt in het onderwijs blok aan de orde gebracht op het moment dat het relevant is. Bijvoorbeeld de leerlijn ethiek & recht over
geheimhoudingsplicht en social media in het allereerste blok van bachelor jaar 1, professioneel gedrag in alle studiegroepen en coschappen,
patiëntveiligheid bij de zorg stage en in het chirurgie coschap. Het doel van
deze onderwijslijn is om de algemene competenties die je nodig hebt als
arts, in samenhang en geïntegreerd te onderwijzen en te toetsen, in een zo authentiek mogelijke context, door de hele opleiding heen.
Deze logistieke uitdaging zijn we aangegaan met leerlijncoördinatoren en ondersteuning van vele anderen. De onderwijslijn staat nu stevig
verankerd in de opleiding tot arts. En …deze week, heeft dit ‘team
professionele ontwikkeling’ de profielprijs 2016 gekregen.
Deze manier van onderwijs in algemene competenties is innovatief en
heeft een hoog leerrendement. Een voorbeeld van innovatief onderwijs in
professionele ontwikkeling betreft de symposiumdagen. Een dag bevat een mix van colleges, werkgroepen, studiegroepen, games of andere
onderwijsvormen. De competenties worden geleerd rond een actueel 11
thema. Zo is er bijvoorbeeld in de periode rond de mazelenepidemie een dagdeel gemaakt met discussie over het epidemiologisch nut van
vaccineren en de ethische aspecten van wel of niet laten vaccineren.
Onderzoek naar de waardering deze vorm van onderwijs onder 2500 coassistenten, toont dat het gemiddeld gescoord wordt als ‘zeer
interessant’ en ‘zeer nuttig’. De leerlijn patiëntveiligheid kreeg een Best Practice Award van de NFU. De reflectorrol, is een apart gedefinieerde
competentie geworden, het steeltje aan de CanMEDS bloem. Meerdere
workshops, abstracts en presentaties over de professionele communicatie en reflectie hebben gemaakt dat deze onderwijs concepten door andere instituten over worden genomen. Onderzoek naar de leerlijn
interculturalisatie & diversiteit geeft aanleiding om aanpassingen te
maken in het onderwijsmateriaal. Onderzoek naar professioneel gedrag, heeft prijzen gewonnen voor best abstract en poster.
Een volgende fase in de beroepsuitoefening start als een arts zich gaat
specialiseren. Een aantal onderdelen is vak- of discipline overstijgend en
wordt door onderwijsinstituten vorm gegeven en aangeboden. Voorbeelden hiervan zijn patiëntveiligheidsonderwijs en
communicatietraining. In onze regio werken we samen met acht
opleidingsziekenhuizen; de zogenaamde onderwijs en opleidingsregio,
OOR. Met deze acht ziekenhuizen verzorgen we gezamenlijk de opleiding
van 650 artsen in opleiding tot specialist, de zgn aios, in 26 verschillende
specialismen. Als voorzitter van de regionale opleidingscommissie heb ik samen met de voorzitters van de centrale opleidingscommissies van elk ziekenhuis en de directeuren van de leerhuizen de afgelopen jaren,
denkend en werkend vanuit de inhoud, de regionale opleidingscommissie een stevig organisatorisch en financieel fundament gegeven. Recent hebben we met de opleiders, bestuurders, leerhuismedewerkers en specialisten in opleiding uit alle ziekenhuizen een gezamenlijk
12
visiedocument gemaakt waarin we beschreven hebben wat wij als
opleidingsregio willen bereiken en hoe we dat willen. Vanuit VUmc heb ik hiervoor ondersteuning gehad van het team professionalisering: met Anneke Bakker als hoofd.
Wij willen als regio dat de aios zijn of haar individuele professionele
ontwikkeling vorm kan geven. Hiertoe zal het discipline-overstijgend
onderwijs dat momenteel gegeven wordt, een gemeenschappelijke basis gaan krijgen. Dit project zal dit jaar van start gaan. Wij willen voor de
trainingen een common ground definiëren, die in elk ziekenhuis lokaal
verder vorm kan krijgen. Hiermee wordt gebruik gemaakt van de kracht van de diversiteit van de verschillende ziekenhuizen.
Binnen VUmc willen we de thema’s zoveel mogelijk koppelen aan de dagelijkse werkzaamheden en casuïstiek. Dat betekent dat we het
onderwijs en training in bijvoorbeeld het thema patiëntveiligheid, zó gaan
maken dat het inspeelt op de dagelijkse patiëntveiligheidszaken van zowel
een dermatoloog in opleiding, als een neurochirurg in opleiding. Hiermee willen we het leerrendement zo hoog mogelijk houden. Uiteraard zullen
we de praktische relevantie evalueren en antwoord geven op vragen rond
leerrendement: was het interessant, was het nuttig, ga je het toepassen en heb je het toegepast?
De laatste groep waar trainingen voor ontwikkeld worden, zijn de teams die in de ziekenhuizen patiëntenzorg leveren. We hebben een
trainingsprogramma gemaakt waarbij de aandacht ligt op communiceren, samenwerken en leiderschap. Met veel mensen van veel verschillende
professionele achtergronden mocht ik in VUmc dit programma opzetten:
TeAMS, top- én teamspelers. Dit programma heeft begin 2015 de teamprijs
ontvangen.
Het programma wordt gemaakt samen met de VUmc Academie, met een groep onder leiding van Marjo van Tol.
13
Wat houdt dit trainingsprogramma nu in? We trainen teams die in de
dagelijkse praktijk met elkaar samenwerken, we trainen situaties die in de dagelijkse praktijk vóórkomen en we trainen vaardigheden die direct de volgende dag in de praktijk toegepast kunnen worden. Ook hier weer
betreft het trainen van competenties, gekoppeld aan thema’s, met een hoog leerrendement.
We hebben drie verschillende trainingen ontwikkeld.
Eén training betreft acute situaties, met programmaleider Ralf Krage, één
de complexe situaties, met programmaleider Klaas Nauta, en één de
reguliere situaties, met aanvankelijk Jaap Reijneveld en later Patricia Doornaert.
Bij een acute situatie training wordt gebruik gemaakt van
simulatiepoppen. Een acute situatie is bijvoorbeeld een opvang van een ongevalspatiënt op de eerste hulp. Het team dat normaal de patiënt
opvangt doet dit nu ook en wordt geobserveerd. Er wordt vanuit gegaan dat iedereen zijn kennis en vaardigheden op eigen niveau heeft. De
training ligt op het gebied van analyse van het proces: hoe verliep de
communicatie, hoe verliep de samenwerking en hoe werd leiderschap
getoond of aanvaard? Welke omgevingsfactoren maakten dat het proces beïnvloed werd?
De 2e training is voor complexe situaties. Complexe situaties zijn alle niet-
acute situaties waarbij meerdere problemen spelen en meerdere medisch
specialismen betrokken zijn, en waarbij een goede afstemming van inhoud
en organisatie cruciaal zijn voor een goed resultaat. Consequenties van een
suboptimale afstemming zijn; verlies van energie en tijd, veel onnodige
frustraties, verlies van kwaliteit en in sommige gevallen ook complicaties. Een voorbeeld van een complexe situatie is een patiënt, die
bloedverdunners moet krijgen in verband met een hartprobleem. In de nacht ontwikkelt hij een ander probleem waarvoor een chirurgische
14
ingreep noodzakelijk is, een operatiekamer vrij gemaakt moet worden en de bloedverdunners gestopt moeten worden. Hier zijn er tegengestelde behandelbelangen, wel of geen bloedverdunners, wat moet zwaarder wegen, er is logistieke druk en is er tijdsdruk.
Deelnemers bespreken en analyseren een herkenbare complexe situatie
uit hun praktijk, om meer zicht te krijgen in de factoren die van belang zijn voor een effectieve samenwerking.
De derde training betreft de reguliere situatie, het observeren en
analyseren van een multidisciplinair overleg het zogenaamde MDO. Zo’n bespreking wordt geobserveerd door twee deskundigen. Op een apart moment wordt het MDO door de deelnemers en de deskundigen
geanalyseerd, waarna het verbeterd kan worden. Het valt te vergelijken
met het analyseren van een voetbalwedstrijd, om daarna verbeteringen in de praktijk in te voeren om het team beter te laten presteren. Een
voorbeeld hiervan is het neuro-oncologie overleg. Twee maal per week worden patiënten met hersentumoren besproken waarbij 20-30 professionals aanwezig zijn: neurologen, neurochirurgen,
bestralingsartsen, radiologen, pathologen, verpleegkundigen,
coassistenten. Door de MDO-training hebben we op een gestructureerde
manier naar onze bespreking gekeken en zijn er aanpassingen verricht waardoor het proces effectiever verloopt.
Inmiddels heeft meer dan 600 deelnemers één van deze trainingen gevolgd, vanuit 25 specialismen en zeven verschillende beroepen.
Onderzoek naar de kwaliteit en toegevoegde waarde van deze trainingen toont dat ze gemiddeld een rapportcijfer krijgen van 8 of hoger. Ook zou 98% van de deelnemers deze training aan een collega aanbevelen.
Deze vorm van multidisciplinair interprofessioneel trainen voor alle
medische teams is innovatief en heeft een hoog leerrendement. Vanuit meerdere ziekenhuizen is belangstelling getoond om dit VUmc teams
15
trainingsprogramma over te nemen.
Tot zover het onderwijs en de trainingen. Daarnaast zal ik wetenschappelijk onderzoek opzetten en verrichten. Met het team ‘onderzoek van onderwijs’ met Rashmi Kusurkar als hoofd, versterken wij het evidence based ontwikkelen en uitvoeren van onderwijsconcepten. Mijn onderzoek zal zich richten op
interprofessioneel- en teamleren, professioneel gedrag en motivatie.
Het onderzoek naar het leren en trainen van teams richt zich op de mate
waarin de training bijdraagt aan het functioneren van teams. Hoe kunnen
we alle expertise die in een team aanwezig is zo optimaal mogelijk benutten om de patiëntenzorg zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen?
Professioneel en onprofessioneel gedrag bij geneeskunde studenten,
wordt onderzocht door Marianne Mak. Bekend is dat onprofessioneel gedrag tijdens de geneeskunde opleiding geassocieerd is met
tuchtrechtelijke maatregelen tijdens de beroepsuitoefening. Recent publiceerde zij clusters van gedragingen die kunnen leiden tot een
onvoldoende. Drie profielen lijken zich af te tekenen. Het eerste profiel
lijkt slechts een waarschuwing nodig te hebben, het tweede profiel heeft
meer aan een gerichte coaching, het derde profiel lijkt resistent voor verandering. Deze profielen geven de docenten een handvat om te begeleiden.
Stephanie van der Burgt doet onderzoek naar motivatie van medisch
specialisten met de self-determination theorie als basis. Deze theorie stelt
dat de intrinsieke motivatie toeneemt als aan drie basisbehoeften voldaan is: autonomie, (de behoefte zelf te kunnen sturen), relatedness, (de
behoefte bij een groep te kunnen horen) en competence, (de behoefte om competent te zijn of geacht te worden). Hoe meer iemand intrinsiek
16
gemotiveerd is, hoe beter de prestaties en werkplezier. Zij onderzoekt hoe
de factoren in het werk van de medisch specialist en de dagelijkse taken de motivatie beïnvloeden. In de eerste pilot die zij in VUmc heeft uitgevoerd blijken drie factoren sterk van invloed te zijn op motivatie: het
functioneren van de ICT, het organiseren van de vele verschillende werkzaamheden op één dag en de samenwerking met collegae. Dit
onderzoek wordt uitgebreid met een topklinisch ziekenhuis het Medisch
Centrum Alkmaar, en een affiliatie ziekenhuis, het West Fries Gasthuis in Hoorn. Analyse van deze factoren levert inzichten op naar bevorderende en belemmerende elementen voor intrinsieke motivatie, op individueel
niveau, instellingsniveau en systeemniveau. Hiermee kunnen interventies gestart worden op individueel en instellingsniveau en adviezen gegeven worden op systeemniveau. De professionele ontwikkeling kan hiermee bevorderd worden. Dames en heren,
Als hoogleraar ben ik het aan mijn stand verplicht, dat u door mijn verhaal kennis heeft opgedaan. En, als dat op een inspirerende wijze is
overgekomen, heb ik mijn doel bereikt. Professionele ontwikkeling in deze
snel veranderende maatschappij, betekent dat je als zorgprofessional
nooit uitgeleerd bent. Vakinhoudelijk, vakoverstijgend en door het werken als teams, zullen altijd nieuwe inzichten blijven ontstaan, ontwikkeld en
gedeeld worden. Gezamenlijk zullen we thema’s in de gezondheidszorg als teams vorm moeten geven. Een goede dokter blijven is het doel. Laten we veel bestemmingen aandoen en leren van hen die kennis bezitten. Woord van dank
Tot slot wil ik mijn dank uitspreken aan de velen die hebben bijgedragen aan het feit dat ik hier mag staan. Oprecht voel ik het als een eer om de leerstoel te aanvaarden.
17
Als allereerste en belangrijkste wil ik mijn ouders bedanken. Het eerste avontuur begon in Manokwari en vele zijn gevolgd. Ik wil jullie danken
voor de dynamiek, de interesse, de warmte en de onvoorwaardelijke steun die jullie mij altijd gegeven hebben en nog steeds geven. Pap en mam,
geweldig dat jullie hier vandaag bij zijn, zonder jullie was mijn reis nooit geworden wat het nu is.
Het college van Bestuur van de Vrije Universiteit en de Raad van Bestuur
van het VU Medisch Centrum, dank ik voor het in mij gestelde vertrouwen. U allen hier aanwezig, vrienden, kennissen, collega’s, studenten, co-
assistenten wil ik danken voor het feit dat u dit moment met mij wil delen. De patiënten wil ik dank zeggen voor hun vertrouwen in de zorg en hun inspanningen om de reis van de goede dokter mee uit te stippelen.
De stafleden van het Neurochirurgisch Centrum Amsterdam, met als hoofd prof dr Peter Vandertop, dank ik voor de dagelijkse samenwerking en hun vertrouwen in mij om mee te reizen op het gebied van opleiden in de neurochirurgie.
De artsen in opleiding tot neurochirurg, de aios van het NCA, dank ik voor het feit dat ze kennis van ons overnemen, en samen met ons nieuwe kennis, vaardigheden en technieken ontwikkelen: professionele ontwikkeling zit al in jullie.
De afdeling neurochirurgie VUmc, het secretariaat, de afdeling, poli en OK, wil ik ook noemen. Jullie zijn als mijn thuishonk. De teamgeest is iets wat ik met jullie deel.
Het team professionele ontwikkeling, de programmaleiders en velen van
de geneeskunde opleiding, dank ik voor hun inspirerende samenwerking.
Ik begon in het domein van de opleiding geneeskunde aan een reis in een
18
nieuw land. We hebben gezamenlijk een solide weg aangelegd. En.. we hebben de profielprijs gewonnen!
Het team professionalisering dank ik voor hun enthousiasme voor het opleiden van aios. We hebben grote stappen gezet en gaan door op de ingezette koers.
Het team onderzoek van onderwijs, wil ik danken. Wat een verrijking om
denken en doen op deze manier te kunnen combineren. Ik kijk uit naar de verdere tocht die we gaan maken.
De Regionale Opleidingscommissie dank ik voor de steun en het
vertrouwen om gezamenlijk de stappen te zetten zoals we die gezet
hebben. We zijn een weg ingeslagen die mijnsinziens zal leiden tot mooie reisverhalen.
De Centrale Opleidingscommissie VUmc en de aios vereniging VUmc ben ik dank verschuldigd om hun enthousiaste inbreng om de weg van opleiden van aios gezamenlijk uit te stippelen.
De leden van de stuurgroep en programmagroep van het TeAMS-
programma dank ik voor de niet aflatende energie, creativiteit en geloof in onze reis. Het is een traject vol hobbels, traagheid en tegenstroom, maar
gezamenlijk vorderen we en zijn we succesvol. En… we hebben vorig jaar de teamprijs gewonnen!
Mijn vrienden wil ik danken voor het feit dat we vrienden zijn. Weten dat jullie er zijn om op terug te vallen, geeft een zekerheid die maakt dat ik stappen durf te zetten
Mijn familie en een grote hoeveelheid nieuwe familie wil ik bedanken voor het feit dat ze in mooi weer en in storm door de jaren heen telkens een haven bieden.
19
Speciale dank ben ik verschuldigd aan Prof dr Gerda Croiset. Wij kwamen elkaar tegen bij een haventje genaamd ‘Soroptimisten Bilthoven’. Wij
bleken beiden een passie te hebben voor onderwijs, opleiden en kennis-
overdragen. Toen je directeur VUmc School of Medical Sciences werd, heb
je mij de professionele en organisatorische kant van onderwijs en opleiden laten zien en me de mogelijkheid gegeven hierin verder te reizen. Jij hebt aan de basis gestaan van mijn leerstoel. Lieve Gerda, ik hoop dat we nog heel lang samen van Bilthoven naar Amsterdam reizen.
Ook Margreeth van der Meijde, vice-decaan onderwijs en opleiden en
directeur van het Instituut voor Onderwijs en Opleiden, wil ik bedanken. Lieve Margreeth, dank voor je steun en je wijze woorden om mij op de
goede weg te houden. Maar ook je originele kijk op de processen rond
onderwijs en opleiden in het medisch domein zijn voor mij telkens een
verademing. We hebben beiden onze Ithaca, maar daarnaast, gezusterlijk,
heel veel persoonlijke parallelle wegen. Ik verheug me op de toekomst met jou als reismaatje.
Mijn lieve vriendin Barbara Wolvius, wil ik bedanken, voor alle momenten die we samen hebben gedeeld tijdens de vele jaren vanaf onze studie. Het is geweldig om iemand te hebben die een klankbord is, gebaseerd op een
wederzijds gevoel van warmte en vertrouwen. Met heel veel plezier kijk ik terug op onze reizen en speciaal op onze Camino naar Santiago de Compostella.
Mijn liefste Bart, mijn maatje, mijn thuis, mijn rots, mijn betere helft. Sinds
we elkaar kennen hebben we hoge bergen en hele diepe dalen gekend.
Milou is gekomen en gegaan, maar zal toch altijd blijven. Met jou samen zal de toekomst een mooie avontuurlijke reis worden. Ik verheug mij op een
hele lange levensweg met jou.
Ten slotte Wouter en Sabine, mijn 2 geweldige kinderen. Jullie te zien
worden wie je nu bent is een unieke belevenis. Jullie hebben je eigen route
20
gekozen en je reismaatjes, Stephanie en Arjen-Pieter gevonden. Ik voel me
bijzonder rijk en bevoorrecht dat jullie dit met mij kunnen delen. Jullie zijn de toekomst. Maak veel mooie reizen op weg naar je Ithaca. Ik heb gezegd.
21
ITHACA Wanneer je je reis naar Ithaca aanvangt, bid dan dat de weg lang mag zijn, vol avontuur, rijk aan stof tot kennis. Wees niet bang voor de Lestrygonen en de Cyclopen en de toornige Poseidon. Je zult volk van dat soort nooit tegenkomen zolang je gedachten verheven blijven en fier gevoel je lichaam en geest vervult. Je zult de Lestrygonen nooit ontmoeten, noch de Cyclopen en de grimmige Poseidon, als je ze niet in je ziel met je meedraagt, als je ziel ze niet voor je oproept.
Daarom, bid dat de weg lang mag zijn, dat het vele zomerochtenden moge geven, dat je zo vol vreugde, zo vol genot nooit eerder geziene havens aandoen mag! Blijf rondhangen op Phoenicische markten en koop er vele schone zaken: parelmoer en koralen, amber en ebbenhout en zoetgeurende parfums van allerlei soort. Koop zoveel zoetgeurende parfums als je kunt. Bezoek massa's Egyptische steden, om er te leren, te leren van hen die kennis bezitten.
Houd je geestesoog steeds vast op Ithaca gericht, daar te komen is je uiteindelijke doel. Maar haast je vooral niet, je reis kan beter jaren en jaren duren. Werp er desnoods pas het anker uit wanneer je al oud bent, rijk aan alles wat je onderweg hebt verworven, maar zonder nog iets van Ithaca te verwachten. Ithaca schonk je die heerlijke reis, maar nu heeft ze je niets meer te geven. En al tref je er niets aan, dan heeft ze je toch niet bedrogen: met alle wijsheid die je vergaard hebt, met zoveel ervaring, begrijp je dan stellig wat Ithaca's zeggen willen. Konstantinos P. Kaváfis vertaald door Cornelis Buddingh'
22
23
Referenties
•
K.C. Calman. Medical Education. Past, present and future. Handing on
•
learning. 2007, Elsevier Limited.
•
1906 http://www.dbnl.org/tekst/nass031goed01_01/
Max Nassauer, De goede dokter. Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem ca. The Royal College of Physicians and Surgeons of Canada. CanMEDS 2000 Project. Skills for the new millenium: report of the societal needs working
•
group. Ottawa, Ontario, Canada: 1996.
•
beleid 2015-2020. Bakker, A. red. OOR-Vumc, 2015. ISBN:978-90-902
Opleiden van medisch specialisten in de OOR VUmc; missie, visie en
Papadakis MA, Hodgson CS, Teherani A, Kohatsu ND. Unprofessional
behavior in medical school is associated with subsequent disciplinary
•
action by a state medical board. Acad Med 2004;79:244-249.
Deci E.L., Ryan R.M. Intrinsic motivation and self determination in human behaviour. New York: Plenum; 1985
24
25