Postadres Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Bezoekadres T-gebouw, T11-24 Burg. Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam Telefoon (010) 4082531 Fax (010) 4081141
‘Professionaliseringsbehoefte van docenten TU Delft op het gebied van ICTO’
Datum: 4 februari 2009
Auteurs: Gerard Baars, Maartje de Jonge & Annemiek Verkuijl-Wieland Organisatie: Risbo, Erasmus Universiteit Rotterdam Opdrachtgever: OC Focus, TU Delft
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding ............................................................... 3 2. Methode ............................................................... 3 2.1. 2.2.
Online vragenlijst .............................................................................. 3 Participanten .................................................................................... 3
3. Resultaten ............................................................ 4 3.1. Respondenten ................................................................................... 4 3.2. Huidige gebruik ICT middelen in het onderwijs ...................................... 5 3.3. Interesse in Senior Kwalificatie Onderwijs............................................. 5 3.4. Ervaring met verschillende ICTO toepassingen en professionaliseringsbehoefte ........................................................................ 5 3.5. Aantrekkelijkheid manieren van professionalisering ............................... 7 3.6. Voorkeur voor individeel leren of leren met anderen .............................. 8 3.7. Waardering voor soort activiteiten binnen een cursus of workshop ........... 8 3.8. Verschillen in resultaten tussen subgroepen.......................................... 9
4. Conclusies behoefteonderzoek.................................10 4.1. 4.2. 4.3.
Onderwerpen waarop men geprofessionaliseerd wil worden ...................10 Manier van professionaliseren ............................................................10 Voorkeur voor individueel leren of leren met anderen............................11
5. Het professionaliseringsplan ...................................12 5.1. 5.2.
Professionaliseringsonderwerpen ........................................................12 Professionaliseringsonderdelen...........................................................14
Bijlage 1 Vragenlijst behoefteonderzoek ICTO ................19
2
1.
Inleiding
In oktober 2008 is Risbo, onderdeel van Erasmus Universiteit Rotterdam, door OC Focus, onderdeel van de TU Delft, gevraagd om een professionaliseringsaanbod voor docenten op het gebied van ICTO op te stellen. De opdracht bestaat uit drie fasen: 1. Het uitvoeren van een behoefteonderzoek onder docenten om een beeld te krijgen van de gewenste inhoud en vorm van het professionaliseringsaanbod. 2. Het opstellen van een concept van het professionaliseringsplan. 3. Het ontwikkelen van onderdelen van het professionaliseringsaanbod. In dit rapport worden de opzet en resultaten van fase 1 en 2 gepresenteerd.
2.
Methode
2.1.
Online vragenlijst
Om de professionaliseringsbehoefte van docenten van de TU Delft op het gebied van ICTO te peilen is een online enquête ontwikkeld (zie bijlage 1). Belangrijkste doelen van de enquête waren het verkrijgen van inzicht in: -
2.2.
De expertise van docenten op het gebied van ICTO; De ICTO-onderwerpen waarop docenten graag geprofessionaliseerd willen worden; De voorkeur(en) van docenten voor vorm(en) van professionalisering; Het type activiteiten waarvan docenten vinden dat ze het meest leren tijdens cursussen of workshops; Participanten
Doelgroep van het onderzoek waren medewerkers van de TU Delft met een onderwijstaak. De vragenlijst is verstuurd naar medewerkers van de TU die als coursemanager of instructor in de digitale studiegids staan. Aan deze medewerkers heeft OC Focus een mail met verwijzing naar een online vragenlijst gestuurd. Om ervoor te zorgen dat alleen medewerkers met een onderwijstaak de enquête invulden, was de eerste vraag van de vragenlijst of de medewerker een onderwijstaak had of niet. Indien een medewerker bij deze vraag invulde dat hij geen onderwijstaak had, kreeg deze een mededeling dat hij niet tot de doelgroep van de enquête behoorde en werd de vragenlijst afgesloten. Na een week heeft OC Focus één reminder gestuurd.
3
3. Resultaten
3.1.
Respondenten
In totaal hebben 258 medewerkers met een onderwijstaak de volledige enquête ingevuld. In Tabel 1 staat de verdeling van de respondenten over de faculteiten. De meeste respondenten zijn werkzaam bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica of Bouwkunde.
Tabel 1 Verdeling respondenten over faculteiten Faculteiten
N
Bouwkunde
44
Civiele Techniek & Geowetenschappen
31
Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica
48
Industrieel Ontwerpen
30
Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek
17
Techniek, Bestuur en Management
35
Technische Natuurwetenschappen
31
Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen
22
Totaal
258
Uit tabel 2 is af te lezen welke functies de respondenten op dit moment bekleden. De meeste respondenten vervullen de functie van docent, universitair docent of universitair hoofddocent.
Tabel 2 Functies van de respondenten
Functie Promovendus
N 11
Docent
45
Universitair docent
97
Universitair hoofddocent
54
Hoogleraar
31
Andere functie Totaal
20 258
4
Uit tabel 3 is af te lezen hoe veel jaar de respondenten al een onderwijstaak hebben (bij de TU Delft en bij eventuele vorige werkgevers). Uit deze tabel blijkt dat ruim de helft van de respondenten al meer dan 10 jaar een onderwijstaak heeft.
Tabel 3 Aantal jaar een onderwijstaak
Aantal jaar onderwijstaak Minder dan 1 jaar
N 8
Tussen 1 en 3 jaar
37
Tussen 3 en 5 jaar
30
Tussen 5 en 10 jaar
52
Meer dan 10 jaar
131
Total
258
3.2.
Huidige gebruik ICT middelen in het onderwijs
Twee vragen in de enquête hadden betrekking op het huidig gebruik van ICT middelen in het onderwijs. Op de vraag of de respondenten vinden dat ze in voldoende mate ICT-toepassingen in het onderwijs gebruiken, antwoordde 57.8% dat dit het geval is en 17.4% dat dit niet het geval is. De overige respondenten gaven een neutraal antwoord. Op de vraag of de respondenten vinden dat ze in de onderwijspraktijk ICTtoepassingen op een effectieve manier inzetten, antwoordde 50.6% positief en 16.0% negatief. De overige respondenten gaven hierop een neutraal antwoord.
3.3.
Interesse in Senior Kwalificatie Onderwijs
Omdat OC Focus ook bezig is met het ontwikkelen van een professionaliseringsaanbod voor meer ervaren docenten is de volgende vraag gesteld: Bent u geïnteresseerd in het behalen van een senior kwalificatie onderwijs (SKO)? Hierop antwoordden 54 respondenten ja. Al deze respondenten hadden meer dan 5 jaar een onderwijstaak. Dit betekent dat 29.5% van de respondenten die meer dan 5 jaar een onderwijstaak hebben geinteressseerd zijn in het behalen van een SKO.
3.4.
Ervaring met verschillende ICTO toepassingen en professionaliseringsbehoefte
Aan de respondenten is gevraagd in hoeverre ze al ervaring hebben met verschillende ICTO-toepassingen en op welke van deze toepassingen ze geprofessionaliseerd willen worden. In tabel 4 staan de resultaten op deze vragen. Uit tabel 4 blijkt dat de meeste respondenten geen of enige ervaring hebben met de verschillende ICTO-toepassingen. Alleen met de onderwerpen ‘Zoeken naar geschikt materiaal op het internet’ en ‘Meerwaarde en nut van het gebruik van ICT in het onderwijs’ heeft een redelijk groot percentage van de respondenten veel ervaring. Er is een grote behoefte onder de medewerkers aan professionalisering op diverse onderwerpen. Meer dan de helft van de respondenten wil graag geprofessionaliseerd worden op het ontwikkelen van interactief lesmateriaal. Tussen 5
de 40 en 50% van de respondenten heeft een professionaliseringsbehoefte bij de volgende onderwerpen: toepassen van meer geavanceerde functies van Blackboard, meerwaarde en nut van het gebruik van ICT in het onderwijs, inzetten van smartboards in het onderwijs, inzet van ICT om het samenwerken van studenten te faciliteren, detecteren van fraude en plagiaat, ontwikkelen van een online variant van een vak, en ontwikkelen en afnemen van online toetsen.
Tabel 4 Ervaring met ICTO-toepassingen en professionaliseringsbehoefte ICTO-toepassingen
Ervaring
Behoefte aan professionalisering Ja Nee 57.7% 42.3%
Geen 61.2%
Enige 30.2%
Veel 8.6%
Toepassen van meer geavanceerde functies van Blackboard (adaptive release, assignments, gradebook)
44.3%
43.5%
12.2%
45.3%
54.7%
-
Meerwaarde en nut van het gebruik van ICT in het onderwijs
3.1%
64.9%
32.0%
44.8%
55.2%
-
Inzetten van smartboards (digitale schoolborden) in het onderwijs
76.5%
19.6%
3.9%
43.3%
56.7%
-
Inzet van ICT om het samenwerken van studenten te faciliteren
30.1%
53.5%
16.4%
42.6%
57.4%
-
Detecteren van fraude en plagiaat
56.3%
37.9%
5.9%
41.3%
58.7%
-
Ontwikkelen van een online variant van je vak
69.7%
22.8%
7.5%
40.8%
59.2%
-
Ontwikkelen en afnemen van online toetsen
67.2%
24.2%
8.6%
40.2%
59.8%
-
Gebruik van digitaal videomateriaal in het onderwijs
46.3%
39.2%
14.5%
38.7%
61.3%
-
Gebruik van online simulaties of games in het onderwijs
69.5%
21.9%
8.6%
35.1%
64.9%
-
Gebruik van digitale videocolleges (collegerama)
72.9%
20.0%
7.1%
33.3%
66.7%
-
Inzetten van online peer-review (ten behoeve van het beoordelen van onderwijsproducten of het samenwerkingsproces)
67.2%
26.6%
6.2%
32.4%
67.6%
-
Online begeleiden van studenten (op afstand)
37.3%
49.8%
12.9%
32.3%
67.7%
-
Inzetten van elektronisch portfolio
71.9%
24.9%
3.2%
30.9%
69.1%
-
Inzetten van laptops in het onderwijs
44.1%
39.4%
16.5%
30.2%
69.8%
-
Gebruik van social software in het onderwijs, zoals wiki's en weblogs
75.1%
20.2%
4.7%
29.6%
70.4%
-
Activeren van studenten in mijn (hoor)colleges met behulp van
89.5%
8.5%
2.0%
24.1%
75.9%
-
Ontwikkelen van interactief digitaal lesmateriaal
-
6
stemkastjes (clickers) -
Inzetten van elektronische discussies in mijn onderwijs
66.8%
27.7%
5.5%
22.0%
78.0%
-
Zoeken naar geschikt materiaal op het internet
11.0%
35.7%
53.3%
20.1%
79.9%
3.5.
Aantrekkelijkheid manieren van professionalisering
Aan de respondenten is gevraagd hoe ze verschillende manieren professionalisering waarderen. De resultaten hiervan staan in tabel 5.
van
Tabel 5 Waardering professionalisering
van
van
respondenten
Manieren van professionalisering
voor
verschillende
manieren
Niet aantrekkelijk Neutraal Aantrekkelijk
-
Begeleiding door een ervaren collega
15.2%
30.1%
54.7%
-
Informeel overleg (op eigen gelegenheid kwesties m.b.t. onderwijs bespreken met collega's)
11.0%
38.0%
51.0%
-
Cursus of workshop
16.1%
33.7%
50.2%
-
Korte online cursus over een specifiek onderwerp
23.4%
30.1%
46.5%
-
Lunchseminar
20.4%
34.9%
44.7%
-
Individuele begeleiding op de werkplek
22.6%
35.8%
41.6%
-
Coaching
24.6%
46.5%
28.9%
-
Deelname aan ICTO innovatieprojecten
43.5%
39.2%
17.3%
-
De website digitale didactiek: www.digitaledidactiek.nl
28.4%
54.5%
17.1%
-
(Onderwijskundige) literatuur lezen over het gebruik van ICT in het onderwijs
44.5%
39.5%
16.0%
-
Intervisie
30.3%
54.0%
15.7%
-
Deelname aan grassrootsproject
34.4%
52.6%
13.0%
-
Publicaties schrijven over de inzet van ICT in het onderwijs
64.5%
25.3%
10.2%
-
Deelname aan landelijke conferenties
72.7%
21.1%
6.2%
De drie meest aantrekkelijke vormen van professionalisering voor de respondenten zijn begeleiding door een ervaren collega, informeel overleg, en een cursus of workshop. Deze manieren worden door meer dan 50% van de respondenten als aantrekkelijk beschouwd. Tussen de 40 en 50% van de respondenten geeft aan dat een korte online cursus, een lunchseminar, en individuele begeleiding op de werkplek als aantrekkelijk wordt beschouwd.
7
3.6.
Voorkeur voor individeel leren of leren met anderen
Aan de respondenten is gevraagd naar hun waardering om individueel te leren of samen met anderen te leren. De resultaten op deze vraag staan in tabel 6. Uit deze tabel blijkt dat meer dan 60% van de respondenten graag individueel leert. Een zeer kleine meerderheid leert graag met externen. Tabel 6 Individueel of met anderen leren Individueel of met anderen leren?
mee oneens
neutraal
mee eens
Individueel
6.3%
33.3%
60.4%
Met collega's van de eigen sectie/ vakgroep
6.6%
48.1%
45.3%
Met TU Delft collega's
16.2%
58.1%
25.7%
Met externen
26.9%
58.5%
14.6%
3.7.
Waardering voor soort activiteiten binnen een cursus of workshop
In tabel 7 staat de waardering van de respondenten voor verschillende soorten activiteiten die binnen een cursus of workshop kunnen plaatsvinden. Uit deze tabel blijkt dat meer dan 50% van de respondenten het wenselijk vindt dat er goede voorbeelden worden aangereikt door de cursus of workshopleider, dat ze zelf werken met ICT tools om de mogelijkheden te verkennen, dat een collegadocent of student vertelt en laat zien wat hij/ zij met ICT in het onderwijs doet, dat er ervaringen worden uitgewisseld met collega’s, dat ze feedback krijgen, dat praktijkvoorbeelden worden besproken en opgelost, en dat ze de mogelijkheid hebben om tijdens de looptijd van de cursus/ training het geleerde te oefenen in de praktijk en deze ervaringen kunnen terugkoppelen in de cursus. Tabel 7 Waardering voor soorten activiteiten binnen cursus of workshop niet wenselijk
neutraal wenselijk
-
Goede voorbeelden aangereikt krijgen van de cursus- of workshopleider
2.4%
21.7%
78.3%
-
Zelf werken met ICT tools om de mogelijkheden te verkennen (zelf ervaren)
9.1%
25.7%
65.2%
-
Docent of student die vertelt en laat zien wat hij/zij doet met ICT in het onderwijs en wat dat hem/haar kost/oplevert
6.3%
30.0%
63.6%
-
Ervaringen uitwisselen met collega's
4.0%
38.1%
57.9%
-
Feedback en advies ontvangen vanuit de trainer en mededeelnemers
5.6%
39.4%
55.0%
-
Praktijkproblemen bespreken en oplossen
10.4%
36.2%
53.4%
-
De mogelijkheid hebben om tijdens de looptijd van de cursus/training het geleerde te oefenen in de praktijk en deze ervaringen terug te koppelen in de cursus/training
12.0%
37.6%
50.4%
-
Praktische opdrachten zelfstandig maken en terugkoppelen in de groep
21.5%
40.7%
37.8%
-
Samenwerken in kleine groepjes aan een opdracht
29.4%
39.3%
31.3%
-
Informatie krijgen over onderzoeksresultaten over het onderwerp
21.9%
55.0%
23.1%
8
3.8.
Verschillen in resultaten tussen subgroepen
Er is onderzocht in hoeverre er verschillen zijn in de resultaten zoals gepresenteerd in paragraaf 3.2 tot en met 3.6, tussen respondenten die minder dan 5 jaar onderwijservaring hebben en zij die 5 jaar of meer ervaring hebben. Hiervoor is gebruik gemaakt van Chi-square analyses. Deze analyses leverden geen opmerkelijke verschillen op tussen de twee groepen.
9
4. Conclusies behoefteonderzoek Wanneer gekeken wordt naar de behoefte van éénderde of meer van de respondenten kan een aantal conclusies getrokken worden.
4.1.
Onderwerpen waarop men geprofessionaliseerd wil worden
Elk van de in de vragenlijst genoemde onderwerpen voor professionalisering is interessant voor een vijfde of meer van de respondenten. Minimaal éénderde van de respondenten wil graag op de volgende onderwerpen geprofessionaliseerd worden: - Meerwaarde en nut van het gebruik van ICT in het onderwijs - Inzetten van smartboards (digitale schoolborden) in het onderwijs - Ontwikkelen van een online variant van je vak - Ontwikkelen van interactief digitaal lesmateriaal - Gebruik van digitaal videomateriaal in het onderwijs - Gebruik van digitale videocolleges (collegerama) - Inzet van ICT om het samenwerken van studenten te faciliteren - Gebruik van online simulaties of games in het onderwijs - Toepassen van meer geavanceerde functies van Blackboard (adaptive release, assignments, gradebook) - Ontwikkelen en afnemen van online toetsen - Detecteren van fraude en plagiaat
4.2.
Manier van professionaliseren
Voor wat betreft de manier van professionaliseren is er een voorkeur voor: -
peer learning: begeleiding door een ervaren collega; informeel overleg (op eigen gelegenheid bespreken met collega’s)
kwesties
-
training: cursus of workshop; korte online cursus over een specifiek onderwerp; lunchseminar.
-
on-the-job learning: individuele begeleiding op de werkplek.
m.b.t.
onderwijs
Respondenten zien daarnaast graag dat een cursus of workshop (een van) de volgende elementen bevat: -
praktijkvoorbeelden: goede voorbeelden aangereikt krijgen van de cursus- of workshopleider; docent of student die vertelt en laat zien wat hij/zij doet met ICT in het onderwijs en wat dat hem/haar kost/oplevert.
-
hands-on: zelf werken met ICT tools om de mogelijkheden te verkennen (zelf ervaren); 10
de mogelijkheid hebben om tijdens de looptijd van de cursus/training het geleerde te oefenen in de praktijk en deze ervaringen terug te koppelen in de cursus / training; praktische opdrachten zelfstandig maken en terugkoppelen in de groep.
-
interactie: ervaringen uitwisselen met collega’s; feedback en advies ontvangen vanuit de trainer en mededeelnemers; praktijkproblemen bespreken en oplossen.
-
reflectie: de mogelijkheid hebben om tijdens de looptijd van de cursus/training het geleerde te oefenen in de praktijk en deze ervaringen terug te koppelen in de cursus / training; praktische opdrachten zelfstandig maken en terugkoppelen in de groep.
4.3.
Voorkeur voor individueel leren of leren met anderen
Respondenten geven tot slot aan het liefst individueel te leren. Samen leren met collega’s van de eigen sectie of vakgroep heeft als tweede de voorkeur, gevolgd door samen leren met collega’s van de gehele TU Delft. Leren met docenten van buiten de TU Delft wordt het minst geprefereerd. Indien er geen sprake is van individueel leren, dienen leergroepen dan ook zo homogeen mogelijk (directe collega’s zoveel mogelijk samen in één groep) te worden samengesteld.
11
5. Het professionaliseringsplan
5.1.
Professionaliseringsonderwerpen
Op basis van de conclusies die getrokken zijn ten aanzien van de onderwerpen waarop docenten geprofessionaliseerd willen worden en in overleg met OC Focus, wordt voorgesteld drie inhoudelijke leerlijnen te ontwikkelen waaronder de geprefereerde professionaliseringsonderwerpen geschaard kunnen worden: 1. activeren van studenten in hoor- en werkcolleges; 2. ontwikkelen van een online variant van je vak; en 3. digitaal toetsen en tentamineren. Deze onderwerpen zijn tevens de drie thema’s voor het nieuwe grassrootsproject. Daarnaast wordt door ICLON de huidige module m.b.t. effectief gebruik van Blackboard aangepast. In deze module kan voor elk van de drie hierboven genoemde leerlijnen specifiek ingaan worden op de realisatie ervan in Blackboard, alsmede op het toepassen van de meer geavanceerde functies van Blackboard (adaptive release, assignments, gradebook). Behalve inhoudelijke samenhang kent elke leerlijn ook een samenhang voor wat betreft het onderwijsmoment waarop het onderwerp betrekking heeft (tijdens contactmomenten, tussen contactmomenten in of toetsmomenten). De indeling van de geprefereerde professionaliseringsonderwerpen in bovenstaande inhoudelijke leerlijnen is weergegeven in tabel 8. Overigens kunnen de overige onderwerpen, waarvoor minder dan een derde van de docenten interesse toonde, ook binnen dezelfde leerlijnen worden geplaatst (in de tabel weergegeven middels de grijs gekleurde cellen). Eventueel toekomstige uitbreiding van het professionaliseringsaanbod door opname van die onderwerpen is dus ook mogelijk met de voorgestelde indeling.
12
Tabel 8 Indeling van de professionaliseringsonderwerpen binnen leerlijnen
Tussen contactmomenten in
2. Ontwikkelen van een online variant van je vak
Toets momenten
Onderwijsmoment
Activeren met behulp van smartboards (digitale schoolborden) Activeren met behulp van laptops Activeren met behulp van stemkastjes (clickers)
Ontwikkelen van interactief digitaal lesmateriaal Gebruik van digitaal videomateriaal in het onderwijs Gebruik van digitale videocolleges (collegerama) Inzet van ICT om het samenwerken van studenten te faciliteren Gebruik van online simulaties of games in het onderwijs Zoeken naar geschikt materiaal op het internet Inzetten van social software in het onderwijs, zoals wiki’s en weblogs Inzetten van elektronische discussies in het onderwijs Inzetten van online peer-review Online begeleiden van studenten (op afstand)
3. Digitaal toetsen en tentamineren
Ontwikkelen en afnemen van online toetsen Detecteren van fraude en plagiaat Inzetten van een elektronisch portfolio
Toepassen van meer geavanceerde functies van Blackboard (adaptive release, assignments, gradebook)
4. Effectief gebruik van Blackboard
1. Activeren van studenten in hoor- en werkcolleges
Tijdens contact momenten
Leerlijn met bijbehorende professionaliseringsonderwerpen
NB: In de grijs gekleurde cellen worden de professionaliseringsonderwerpen weergegeven, waarvoor minder dan een derde van de docenten interesse toonde.
13
5.2.
Professionaliseringsonderdelen
Op basis van de conclusies over de wijze waarop docenten geprofessionaliseerd willen worden, wordt voorgesteld elke leerlijn uit vier professionaliseringsonderdelen te laten bestaan die elk hun eigen karakter hebben: 1. Teaching seminar: een introductie op de leerlijn; 2. Masterclass: voor elk (geprefereerd) professionaliseringsonderwerp; 3. Individuele begeleiding: bij het implementeren van één of meer toepassingen binnen een leerlijn; 4. Praktijkvoorbeeldenbijeenkomst: eens per jaar voor elke leerlijn. Hoewel docenten idealiter aan elk van de vier onderdelen binnen één leerlijn deelnemen (beginnend bij het teaching seminar en eindigend bij de praktijkvoorbeeldenbijeenkomst), is het zeer goed mogelijk dat docenten slechts aan één professionaliseringsonderdeel dan wel aan een willekeurige combinatie van professionaliseringsonderdelen zowel binnen als buiten één leerlijn deelnemen (zie figuur 1). Met deze flexibiliteit wordt getracht tegemoet te komen aan de professionaliseringsbehoefte van zoveel mogelijk docenten. De professionaliseringsonderdelen worden verder zo opgezet dat zij eenvoudig geïntegreerd kunnen worden met activiteiten binnen het huidige professionaliseringsaanbod (bijv. BKO, grassroots, module Activerend onderwijs, module Toetsen, ed.).
14
Figuur 1: Overzicht van het voorgestelde professionaliseringsaanbod
Toetsmomenten
Tussen contactmomenten in
Tijdens contactmomenten
Teaching seminar
Masterclass
Activeren van studenten in hoor- en werkcolleges
Ontwikkelen van een online variant van je vak
Digitaal toetsen en tentamineren
Activeren mbv smartboards
Activeren mbv laptops
Activeren mbv stemkastjes
Digitaal lesmateriaal
Digitaal videomateriaal
Digitale videocolleges
Online samenwerken
Online games & simulaties
Zoeken op internet
Social software
Online discussies
Online peer review
Online begeleiden
Online toetsen
Fraude & plagiaat
Digitaal portfolio
Individuele begeleiding
Praktijkvoorbeeldendag
Activeren van studenten in hoor- en werkcolleges
Activeren van studenten in hoor- en werkcolleges
Ontwikkelen van een online variant van je vak
Ontwikkelen van een online variant van je vak
Digitaal toetsen en tentamineren
Digitaal toetsen en tentamineren
15
Teaching seminar Een teaching seminar is een presentatiebijeenkomst van 2 uur, waarin een trainer binnen het gegeven onderwerp onderwijskundige theorie afwisselt met praktische voorbeelden. Het teaching seminar heeft tot doel docenten inzicht te geven in de mogelijkheden van ICT in het onderwijs; docenten te inspireren; docenten warm te maken voor (één van de) specifieke masterclasses binnen de leerlijn; en/of om ideëen onder individuele begeleiding te gaan uitproberen in de eigen onderwijspraktijk. Aan een teaching seminar kunnen per keer 40 docenten deelnemen. In een teaching seminar zitten altijd de volgende inhoudelijke onderdelen: -
Introductie/definiëring van het onderwerp van de leerlijn; Rechtvaardiging van de leerlijn d.m.v. onderwijskundige onderbouwing, inclusief meerwaarde & nut van het gebruik van ICT in het onderwijs; Overzicht van praktijkvoorbeelden, ondersteund met evaluatieresultaten; Verwijzing naar vervolgmogelijkheden professionalisering (masterclasses, individuele begeleiding, praktijkvoorbeeldenbijeenkomst en andere leerlijnen); Verwijzing naar mogelijkheden voor didactische en technische ondersteuning binnen de TU Delft.
Hoewel het teaching seminar primair het karakter heeft van een presentatie, zal er ruimte zijn voor interactie: docenten kunnen tussendoor vragen stellen en de trainer zal docenten bij de presentatie betrekken door het stellen van gerichte vragen en het geven van kleine opdrachtjes. Daarnaast wordt bij het teaching seminar zoveel mogelijk het ‘teach as you preach’ principe toegepast, bijvoorbeeld door bij het teaching seminar binnen de leerlijn ‘Activeren van studenten in hooren werkcolleges’ gebruik te maken van smartboards, laptops en stemkastjes; binnen de leerlijn ‘Ontwikkelen van een online variant van je vak’ bijvoorbeeld gebruik te maken van enkele webcasts en binnen de leerlijn ‘Digitaal toetsen en tentamineren’ bijvoorbeeld een voorkennistoets af te nemen, waar tijdens het teaching seminar op wordt teruggekomen. Masterclass Een masterclass is een workshop van 2 tot 4 uur waarin gedetailleerd wordt ingegaan op één van de specifieke deelonderwerpen binnen een leerlijn. Een masterclass heeft tot doel docenten handvatten en voldoende zelfvertrouwen te geven om het deelonderwerp in te zetten in de eigen onderwijspraktijk. Aan een masterclass kunnen per keer 10 docenten deelnemen. In een masterclass zitten altijd de volgende inhoudelijke onderdelen: -
-
Korte introductie/definiëring van het deelonderwerp; Korte rechtvaardiging van het deelonderwerp d.m.v. onderwijskundige onderbouwing; Kort overzicht van praktijkvoorbeelden, ondersteund met evaluatieresultaten; Introductie van de tool(s) om dit te realiseren; Leren werken met de tool(s) / zelf aan de slag; Tips & trics / do’s & don’ts; Inventarisatie ideëen voor realisatie in de eigen onderwijspraktijk; Verwijzing naar vervolgmogelijkheden voor professionalisering (andere masterclasses, individuele begeleiding, praktijkvoorbeeldenbijeenkomst; andere leerlijnen); Verwijzing naar mogelijkheden voor didactische en technische ondersteuning binnen de TU Delft; Eventueel afspraken maken voor individuele begeleiding.
16
In de masterclass wordt gewerkt volgens het studio classroom model: hoorcollege wordt afgewisseld met werkcollege en computerpracticum. De nadruk ligt daarbij op het leren werken met tools door zelf aan de slag te gaan, in combinatie met tips & trics / do’s & don’ts van de workshopleider. Afhankelijk van de omvang van het specifieke deelonderwerp, kan een masterclass uit meerdere sessies bestaan en/of worden opgesplitst in kleinere deelonderwerpen. Individuele begeleiding Binnen het individuele begeleidingstraject wordt een docent (dit kan ook een ‘grassroot-docent’ zijn) één-op-één begeleid bij het in de eigen onderwijspraktijk implementeren van een toepassing van een van de vier leerlijnen. De begeleiding bestaat uit didactische en technische ondersteuning. Een onderwijskundige is primair verantwoordelijk voor de organisatie van deze begeleiding. Desalniettemin kan de onderwijskundige voor de begeleiding de hulp inroepen van een technicus, IT-er en/of student-assistent. Doordat de onderwijskundige zicht heeft op een scale aan praktijkvoorbeelden binnen de TU Delft, kan de onderwijskundige eventueel ook een ervaren docent (bijvoorbeeld een oude grassrootsdocent) vragen een deel van de begeleiding op zich te nemen. Het aantal uren individuele begeleiding per docent wordt in overleg met OC Focus nader bepaald. Een docent die gebruik maakt van individuele begeleiding committeert zich aan de verplichting zijn ‘experiment’ te evalueren. De onderwijskundige ondersteunt de docent hierin. Tevens stemt een docent erin toe dat zijn/haar onderwijstoepassing toegankelijk wordt gemaakt voor andere docenten (bijvoorbeeld, door het creëeren van een gastaccount, het laten maken van screendumps, en/of het meewerken aan een webcast). Op deze manier kan het praktijkvoorbeeld gebruikt worden in nieuwe teaching seminars en/of masterclasses. Tot slot wordt de docent gevraagd een presentatie over zijn/haar praktijkvoorbeeld te verzorgen op de praktijkvoorbeeldenbijeenkomst.
Praktijkvoorbeeldenbijeenkomst Eens per jaar wordt er voor alle leerlijnen een praktijkvoorbeeldenbijeenkomst georganiseerd. De praktijkvoorbeeldenbijeenkomst is een minicongres waaraan ongeveer 50-100 docenten kunnen deelnemen. Tijdens deze bijeenkomst worden praktijkvoorbeelden (inclusief de grassroots) op het gebied van een leerlijn door de betrokken docent gepresenteerd aan belangstellende collegadocenten. Een dergelijke presentatie bevat altijd de volgende inhoudelijke onderdelen: -
Achtergrond vak voor de onderwijsvernieuwing (doelstellingen, aantal studenten, opzet, etc.); Aanleiding voor de onderwijsvernieuwing; Genoten ondersteuning bij de realisatie van de onderwijsvernieuwing; Presentatie van de onderwijsvernieuwing (naast vertellen ok zoveel mogelijk laten zien); Evaluatieresultaten; Plannen voor volgend jaar; Tips & trics / do’s & don’ts voor docenten die dit voorbeeld ook in hun onderwijspraktijk willen toepassen; Bredere toepassingsmogelijkheden; voor wie is dit nog meer geschikt?
Voor docenten die niet aan één van de overige professionaliseringsonderdelen binnen de leerlijn hebben deelgenomen, is deze dag bedoeld als inspiratiebron en als warmmakertje voor het professionaliseringsaanbod. Voor de presenterende 17
docenten biedt deze dag de mogelijkheid om aan collegadocenten met wie zij een teaching seminar of masterclass hebben gevolgd praktijkervaringen terug te koppelen. Tabel 9 geeft een overzicht van hoe de voorkeuren die docenten hebben voor professionalisering zoals geconcludeerd in paragraaf 4.2 in de verschillende professionaliseringsonderdelen tot uiting komt.
Teaching seminar
√
√
Masterclass
√
√
Individuele begeleiding
√
Praktijkvoorbeeldenbijeenkomst
√
√ √
Reflectie
Interacie
Hands-on
Praktijkvoorbeelden
On-the-job learing
Training
Peer learning
Tabel 9: Relatie professionaliseringsvoorkeuren met professionaliseringsonderdelen
√ √
√
√
√ √
√
18
Bijlage 1 Vragenlijst behoefteonderzoek ICTO
1.
Heeft u een onderwijstaak?
○ ○ 2.
Ja Nee
Hoe veel jaar heeft u al een onderwijstaak? (bij de TU Delft en bij eventuele vorige werkgevers)
○ ○ ○ ○ ○
Minder dan 1 jaar Tussen 1 en 3 jaar Tussen 3 en 5 jaar Tussen 5 en 10 jaar Meer dan 10 jaar
Bent u geïnteresseerd in het behalen van een senior kwalificatie onderwijs?
○ ○ ○
Ja Nee Weet
niet 3.
Bij welke faculteit bent u primair werkzaam? (d.w.z. Waar u > 50% van uw aanstelling werkzaam bent)
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Bouwkunde Civiele Techniek & Geowetenschappen Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Industrieel Ontwerpen Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek Techniek, Bestuur en Management Technische Natuurwetenschappen
Werktuigbouwkunde, Materiaalwetenschappen
Maritieme
Techniek
&
Technische
19
4.
Wat is uw huidige functie?
○ ○ ○ ○ ○ ○
5.
Promovendus Docent Universitair docent Universitair hoofddocent Hoogleraar Anders, namelijk
Ik vind dat ik in mijn onderwijspraktijk … mee oneens … in voldoende mate toepassingen gebruik. … de ICT-toepassingen effectieve wijze inzet.
6.
neutraal
mee eens
niet toepassing
ICT-
○
○
○
○
op
○
○
○
○
van
Hoeveel ervaring heeft u met onderstaande onderwerpen en op welke onderwerpen zou u (indien tijd en geld geen rol zouden spelen) zich (verder) willen professionaliseren?
20
Ervaring
Onderwerpen
geen
Professionaliseringsbehoefte enige
veel
ja
nee
Meerwaarde en nut van het gebruik van ICT in het onderwijs
○
○
○
○
○
Inzet van ICT om het samenwerken van studenten te faciliteren
○
○
○
○
○
○ Inzetten van elektronische ○ discussies in mijn onderwijs
○ ○
○ ○
○ ○
○ ○
Activeren van studenten in mijn (hoor)colleges met behulp van stemkastjes (clickers)
○
○
○
○
○
Toepassen van meer geavanceerde functies van Blackboard (adaptive release, assignments, gradebook).
○
○
○
○
○
○ ○ en ○
○ ○ ○
○ ○ ○
○ ○ ○
○ ○ ○
○
○
○
○
○
○ het ○
○ ○
○ ○
○ ○
○ ○
○
○
○
○
○
○ Ontwikkelen van een online ○ variant van je vak Gebruik van digitaal videomateriaal in het onderwijs ○ Gebruik van digitale ○ videocolleges (collegerama) Inzetten van elektronisch ○ portfolio
○ ○ ○ ○ ○
○ ○ ○ ○ ○
○ ○ ○ ○ ○
○ ○ ○ ○ ○
Gebruik van social software in het onderwijs, zoals wiki's en weblogs
○
○
○
○
Ontwikkelen en afnemen van online toetsen
Ontwikkelen van interactief digitaal lesmateriaal
Zoeken naar geschikt materiaal op het internet Detecteren plagiaat
van
fraude
Inzetten van online peerreview (ten behoeve van het beoordelen van onderwijsproducten of het samenwerkingsproces) Gebruik van online simulaties of games in het onderwijs Inzetten van laptops in onderwijs
Inzetten van smartboards (digitale schoolborden) in het onderwijs Online begeleiden studenten (op afstand)
van
○
21
Andere onderwerpen m.b.t. het gebruik van ICT in het onderwijs waar u graag meer over zou willen weten
7.
Professionaliseren kan op verschillende manieren plaatsvinden. Wilt u bij elk van onderstaande items aangeven of dit voor u een aantrekkelijke manier is om uw kennis/vaardigheden op gebied van ICT in het onderwijs te vergroten? niet aantrekkelijk
neutraal
aantrekkelijk
○ Lunchseminar ○ Individuele begeleiding op de werkplek ○ Begeleiding door een ervaren collega ○ Korte online cursus over een specifiek ○ onderwerp (op afstand via internet) Deelname aan landelijke conferenties ○ Deelname aan ICTO innovatieprojecten ○ Publicaties schrijven over de inzet van ICT in ○ het onderwijs
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
(Onderwijskundige) literatuur lezen over het gebruik van ICT in het onderwijs (boeken, artikelen, onderzoeksrapporten)
○
○
○
Informeel overleg (op eigen gelegenheid kwesties m.b.t. onderwijs bespreken met collega's)
○
○
○
Deelname aan grassrootsproject
○
○
○
De website digitale didactiek: www.digitaledidactiek.nl (IDEEën van en voor docenten voor het gebruik van ICT in het onderwijs)
○
○
○
○ ○
○ ○
○ ○
Cursus of workshop
Coaching Intervisie
Mijn voorkeur gaat uit naar een andere vorm van professionalisering, namelijk....
22
8.
Ik leer bij voorkeur: mee oneens Individueel Met collega's vakgroep
van
Met TU Delft collega's Met externen
9.
de
eigen
○ sectie/ ○ ○ ○
neutraal
○ ○ ○ ○
mee eens
○ ○ ○ ○
Stel, u volgt een cursus of workshop over het gebruik van ICT in het onderwijs. Wat zou u graag in zo'n cursus of workshop willen doen? Geef bij elk van onderstaande items aan in welke mate u deze activiteit wenst te doen. niet wenselijk
neutraal
wenselijk
Goede voorbeelden aangereikt krijgen van de cursus- of workshopleider
○
○
○
Docent of student die vertelt en laat zien wat hij/zij doet met ICT in het onderwijs en wat dat hem/haar kost/oplevert
○
○
○
○ Ervaringen uitwisselen met collega's ○ Feedback en advies ontvangen vanuit de trainer en ○ mededeelnemers Praktische opdrachten zelfstandig maken en ○ terugkoppelen in de groep Samenwerken in kleine groepjes aan een opdracht ○ Praktijkproblemen bespreken en oplossen ○ Zelf werken met ICT tools om de mogelijkheden te ○ verkennen (zelf ervaren)
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
De mogelijkheid hebben om tijdens de looptijd van de cursus/training het geleerde te oefenen in de praktijk en deze ervaringen terug te koppelen in de cursus/training
○
○
○
○
○
○
Informatie krijgen over onderzoeksresultaten over het onderwerp
Anders, namelijk…
10. Ik heb tot slot nog de volgende opmerking(en) / suggestie(s):
11.
Wilt u in de toekomst een professionaliseringsaanbod ontvangen dat is afgestemd op uw behoeften? Vul dan hieronder uw e-mail adres in:
23