ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 1
ProDef BULLETIN PROFESSIONALS BIJ DEFENSIE juni 2012 | nummer 4
U MAG/MOET ERUIT
INHOUD 2
Afscheidsinterview Hans Couzy
4
Ereschuldregeling veteranen
5
Sourcing en de vakbonden
6
Inkomensgat door Lenteakkoord?
7
Beleggingen en kosten van het ABP
8
Column Ruud Vermeulen
16
Column Tom Kofman
7 9 11 12 13 13 14 16
En verder: Websiteberichten Computips FVNO|MHB-activiteiten Column Peter van Maurik Column juridische zaken Cartoon Websiteberichten Vijf vragen aan Ben Voermans
www.ProDef.nl
IK WIL ER WEL UIT
Cijfers liegen niet Er hebben 40 mensen gereageerd op de 9.000 verzonden knelpuntcategorie brieven. Dat zet geen zoden aan de dijk om 6.000 gedwongen ontslagen te voorkomen. Want Defensie moet betaalbaar worden en verjongen. De ambitie uit de Beleidsbrief van 8 april 2011 is dat in 2013 de operationele eenheden weer volledig gevuld raken en in 2014 de overige eenheden.
D
an de Personeelsrapportage 2011 die minister Hillen 16 mei jl. aan de Tweede Kamer stuurde. Tabel 1 (Uitstroom militair personeel) uit die rapportage leert dat in 2011 2.307 militairen en 1.026 burgermedewerkers vrijwillig ontslag hebben genomen. Grafieken 5 en 6 (Leeftijdsopbouw militair personeelsbestand) tonen geen verjonging maar juist ontgroening in 2011. Uit tabel 9 (Vulling organieke arbeidsplaatsen) blijkt dat de vulling kwantitatief toeneemt - door het verkleinen van de defensieorganisatie. Tegelijkertijd toont tabel 11 dat de vullingsgraad van de schaarste-categorieën afneemt. Het operationele product wordt dus bedreigd. In de Personeelsrapportage wordt (nog) niet verwezen naar de numerus fixus, het keurslijf dat de omvang van de krijgsmacht vast timmert in rangen, standen en schalen per 1 januari 2016. De cijfers op een rijtje: Defensie heeft op 1 januari 2012 bijna 64.450 medewerkers, maar ook 5.655 militaire vacatures op 44.885 organieke functies (87,4% vulling) en 555 burgervacatures op 13.888 organieke burgerfuncties (96% vulling). Tot 1 januari 2016 gaan 3.880 militairen met leeftijdsontslag en 1.750 burgermedewerkers met pensioen. Het irregulier verloop 2011 was ruim 3.050 defensiemedewerkers. Aannemelijk is - afgaand op de signalen - dat de komende jaren jonge defensiemedewerkers blijven uitstromen. Zelfs als het irreguliere verloop met 40% afneemt gaat het om 2.000 medewerkers per jaar. Ondanks de vele vacatures en de verhoogde vrijwillige uitstroom, ontslaat Defensie in 2013 en 2014 planmatig 6.000 ouderen – de kwalitatieve mismatch I met de numerus fixus. Personeelsbestand per 1 januari 2012 LOM/pensioen tot 1 jan 2016 Irregulier 2012, 2013, 2014, 2015 á 2.000 p/j Gedwongen ontslag (numerus fixus mismatch) Personeelsbestand per 1 jan 2016
64.450 5.600 8.000 6.000 44.650
De Beleidsbrief wil naar een defensieorganisatie van 55.000 mensen. Naast de bestaande 6.200 vacatures moet Defensie ook het verschil tussen het geprognosticeerde personeelsbestand van 44.650 en de gewenste situatie van 55.000 mensen werven, opleiden en behouden op een krapper wordende arbeidsmarkt. Dat betekent 16.550 nieuwe jonge medewerkers: een enorme wervingsinspanning. De krijgsmacht zal in 2016 dus wel zijn verkleind en verjongd, maar ook sterk verminderd inzetbaar – tenzij de enorme wervingsinspanning slaagt. Misschien moeten de beleidsmakers nog eens nadenken over die 6.000 gedwongen ontslagen. ProDef bulletin, juni 2012 | 1
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Colofon
Pagina 2
Afscheid voorzitter
Het ProDef bulletin is een uitgave van de Federatie van Nederlandse Officieren en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (FVNO|MHB). Het verschijnt 8 keer per jaar.
ISSN 2210-7304 Adres secretariaat FVNO|MHB en redactie ProDef bulletin: Wassenaarseweg 2 2596 CH Den Haag 070-3839504 www.prodef.nl
[email protected] (secretariaat/administratie)
[email protected] (redactie ProDef bulletin) Redactie R.C. Hunnego (hoofdredacteur), H.A. Couzy, T. Kofman, drs. T.R. Timmerman, R.E.W. Pieters, P.J.G. van Sprang, M.E.M. de Natris, drs. M.A.M. Weusthuis (eindredacteur) Aan dit nummer werkten mee: H. Boomstra (cartoon), drs. R.W. Mannak (correcties), mr. B. Blonk, P. van Maurik, J.L.R.M. Vermeulen Vormgeving Frank de Wit, Zwolle Drukwerk Èpos|Press, Postbus 1070, 8001 BB Zwolle Advertenties 070-3839504 © ProDef bulletin Overname van artikelen is enkel toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder uitdrukkelijke vermelding van de bron. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de teksten in dit bulletin. Wijzigingen adres- en persoonsgegevens Svp doorgeven aan het secretariaat van de FVNO|MHB: 070-3839504
[email protected] Juridisch advies Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten beschikt de FVNO|MHB over drie juridische adviseurs. De procedure loopt in aanvang via de coördinator R.C. Hunnego (vice-voorzitter FVNO|MHB, 070-3839504 of
[email protected]). In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met één van de juridische adviseurs: • mr B. Blonk 070 3839504
[email protected] • mr D. van Zoelen 0182-617446 / 0842138245 (faxmail)
[email protected] • mr O.W. Borgeld 023-5241524 / 084-7412185 (fax)
[email protected] Kopij Kopij voor nummer 5 van het ProDef bulletin dient uiterlijk op 10 augustus 2012 per e-mail bij de redactie te zijn.
2 | ProDef bulletin, juni 2012
AFSCHEIDSINTERVIEW MET DE VOORZITTER VAN DE FVNO|MHB Op 21 juni 2012 is afscheid genomen van Hans Couzy, sinds 2004 voorzitter van de FVNO|MHB. Voor hij voor de laatste keer de deur van het kantoor aan de Wassenaarseweg achter zich dicht kon trekken, zijn hem door het redactieteam nog de volgende prangende vragen voorgelegd. De FVNO|MHB is in 2004 opgericht. Waarom bent U destijds voorzitter geworden? In de zeventiger jaren was ik voorzitter van de VOKL ( Vereniging Officieren Koninklijke Landmacht en Koninklijke Luchtmacht ) en was ik één van de oprichters en de eerste voorzitter van de NOV. Een poging om ook de KVMO hierbij te betrekken, bleek niet mogelijk. In 1998 is wederom een poging gewaagd om tot samenwerking van de KVMO en de NOV te komen. Maar ook deze poging is niet gelukt. Toen ik in 2004 gevraagd werd om voorzitter van de FVNO|MHB te worden heb ik wel even bedenktijd genomen. Het was duidelijk dat de NOV geen lid wilde worden van de nieuwe federatie. Omdat ik al lang een groot voorstander was van ‘alle officieren in één huis’ vond ik dat ik deze uitnodiging niet kon weigeren.
Welke doelstellingen had U uzelf gesteld toen U voorzitter werd? In hoeverre heeft U deze weten te bereiken? De maatschappij was in de laatste dertig jaar enorm veranderd, Defensie was enorm veranderd, maar de officiersverenigingen functioneerden nog precies zo als dertig jaar geleden! Geen wonder dat jonge officieren weinig animo voelden om lid te worden. Het was ook steeds moeilijker om bestuurders te vinden.
Ik had twee doelstellingen voor ogen: alle officieren in één organisatie en de vereniging zodanig te veranderen, dat deze weer aantrekkelijk zou worden voor jonge officieren. Deze doelstellingen zijn maar deels bereikt. De NOV is afgelopen januari toe getreden tot de federatie en op 21 juni gaat deze nieuwe federatie heten de GOV|MHB ( Gezamenlijke Officierenverenigingen | Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel). Opgaan in één vereniging is helaas nog een brug te ver. Met het organiseren van workshops, het organiseren van ontwikkeling - en netwerkdagen en het het ProDef netwerk trekken we meer aandacht van jonge officieren. De beperkte omvang van de staf is de oorzaak, dat wij op dit terrein niet meer hebben kunnen doen.
Hoe heeft U de belangenbehartiging van het burgerpersoneel bij Defensie ervaren? In de jaren 2004/2005 verbaasde het mij dat de belangen van het burgerpersoneel maar zeer matig werden behartigd. De vertegenwoordigers van de overige centrales waren lang niet altijd aanwezig en als zij wel aanwezig waren hadden zij weinig inbreng. Door de VMHB, helaas nu opgeheven, heeft onze onderhandelaar hier veel aandacht aan gegeven. De VMHB heeft contact gezocht met de burgerbonden van de andere
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 3
Afscheid voorzitter
centrales en dat heeft wel effect gehad. Er zijn nu ook goede vertegenwoordigers van de andere centrales en er is nu ook aandacht voor hun belangen.
Wat was de grootste teleurstelling? Ik heb twee grote teleurstellingen. De eerste is de bezuiniging van ca. € 1 miljard met als gevolg 6.000 gedwongen ontslagen. De tweede is dat de FVNO|MHB aan de toenmalige staatssecretaris J. de Vries een grondige studie over het achterblijven van de salarissen van het burgerpersoneel heeft aangeboden en twee jaar later krijgen wij een brief van de toenmalige minister (de staatssecretaris had ontslag genomen) dat hij geen argumenten zag om iets te veranderen in de salarissen. Onze studie is gewoon in de kast blijven liggen en in de laatste week van deze minister moest er even schoon schip worden gemaakt!
Wat zijn de uitdagingen die de nieuwe voorzitters van de FVNO|MHB te wachten staan? Zij staan voor een buitengewone lastige periode. De onzekerheid voor het personeel gaat veel langer duren dan steeds is gezegd. Zij moeten doorgaan met steeds de laatste informatie bekend te stellen. Naast de website en nieuwsbrieven is persoonlijk contact het meest waardevolle middel. De boodschap kan niet vaak genoeg verteld worden. Maar ook zullen zij als een bok op de haverkist moeten volgen of Defensie zich wel houdt aan de gemaakte afspraken. Daarnaast moet ook aandacht worden gegeven om de verenigingsstructuur aan te passen aan de veranderende maatschappij, waardoor meer jonge officieren en burgermedewerkers besluiten om lid te worden. Tenslotte zullen zij ook moeten uitdragen dat de Defensie organisatie een totaal andere structuur gaat krijgen. Voor de meeste militairen zal Defensie geen loopbaan voor het leven meer bieden. Defensie moet daarom wel veel energie steken in het begeleiden van werk naar werk buiten Defensie.
Hoe kijkt U aan tegen de agenda van de toekomst op het gebied van personeelsbeleid? Voordat ik hier antwoord op kan geven, wil ik eerst een aantal problemen van het huidige personeelsbeleid bespreken. Enige tijd geleden heeft Defensie het plaatsingsbeleid
van militairen vervangen door de medewerkers te laten solliciteren voor een nieuwe functie. De jaarlijkse beoordeling van de medewerkers werd ongedaan gemaakt, want het kostte de commandanten teveel tijd! En we roepen steeds dat het personeel het belangrijkste deel van onze organisatie is. Hoe is het mogelijk dat een commandant daar geen tijd voor zou hebben. Ingevoerd werd een jaarlijks functioneringsgesprek. In het functioneringsgesprek worden afspraken gemaakt tussen de commandant en de medewerker. Personeelsbegeleiders adviseren medewerkers over nieuwe functies en over mogelijke cursussen. Een theoretisch model dat overgenomen werd van grote bedrijven. Helaas werd de invoering geen succes. De commandanten werden onvoldoende geïnformeerd over hun nieuwe rol. Afspraken welke gemaakt werden in een functioneringsgesprek werden door wisselingen van commandanten niet altijd na gekomen. De functioneringsgesprekken worden nog steeds niet altijd gehouden. De personeelsbegeleiders waren net in de vorige bezuiniging opgeheven. Het merendeel van de medewerkers solliciteert alleen maar op functies met een hogere rang of op functies waarvoor men de competenties niet heeft. Het selecteren van alle kandidaten kost op deze wijze heel veel tijd. Als er geen beoordelingen meer in het personeeldossier zitten is het moeilijk om de beste kandidaat van de sollicitanten te kiezen. Naar mijn mening moeten wij weer terug naar het plaatsingssysteem van Defensie. Elk jaar wordt de medewerker weer beoordeeld. Juist als de kans groot is dat er nog een tweede uitstroommoment zal gaan komen is het van groot belang om de beste medewerkers te behouden voor Defensie. Dat kan alleen als we ook weten wie de beste medewerkers zijn! Personeelsbeleid bij Defensie is altijd een ondergeschoven kindje gebleven. Alleen de Koninklijke Luchtmacht had een eigen personeelsdienst. Directeuren-Personeel en later de Hoofddirecteuren Personeel hebben nauwelijks personeelsbeleid gemaakt. Het maken van beleid werd steeds vooruitgeschoven. De invoering van het up or out model was geen nieuw beleid, maar een bezuinigingsmaatregel. De bezuiniging was wel hard nodig, want het personeelsbudget
was in de defensiebegroting gegroeid van 50% naar 60%. Dat was een ongezonde situatie. Dan nu de toekomst. Ik denk niet dat er op het gebied van het personeelsbeleid heel veel gaat veranderen. De core-business van Defensie blijft oorlogvoeren. Dat betekent dat de operationele eenheden goed geoefend moeten blijven en op korte termijn kunnen worden uitgezonden. Bij deze eenheden zijn werken in deeltijd en het ‘nieuwe werken’ nauwelijks mogelijk. Wel krijgen we te maken met de verhoging van de pensioenleeftijd, dat betekent dat de UKW weer ter sprake zal komen. Ook bestaat de kans dat het eindloonpensioen van Defensie weer ter discussie zal worden gesteld. Als deze onderwerpen ter discussie komen om de verschillen met de maatschappij weg te nemen is daar niets op tegen. Maar we dienen alert te zijn, dat deze discussies gebruikt gaan worden om weer een bezuiniging te realiseren!
Wat verwacht U voor de toekomst van Defensie? Als fractievoorzitter Samsom te horen krijgt van het CPB, dat bij het doorrekenen van het programma van de PvdA een miljard te kort is en dan zegt: “Kort dat maar op Defensie”, dan geeft dat geen goed gevoel! Bekend is al dat de SP en de PVV fors op Defensie willen bezuinigingen, dus maak ik mij zorgen over de toekomst van Defensie. Defensie heeft nu een minister, die pal staat voor zijn mensen en zijn begroting. Maar de kans is niet zo groot dat hij ook minister wordt in het volgende kabinet. Defensie heeft maar weinig ministers gehad, die zo voor haar zaak I streden!
ProDef bulletin, juni 2012 | 3
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 4
Georganiseerd Overleg
Door René Pieters
Uitvoeringsregeling Ereschuld Veteranen afgerond Op 12 juni 2012 is een bijzondere regeling voor de toekenning van de Ereschuld aan gewezen militairen, door de minister van Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel overeengekomen.
D
eze uitvoeringsregeling is bedoeld voor de gewezen militair die vóór 1 juli 2007 is ontslagen en bij wie als gevolg van inzet tijdens oorlogsomstandigheden of een crisisbeheersingsoperatie, invaliditeit met dienstverband is vastgesteld. Bijkomende voorwaarde is dat de eerste aanvraag om in aanmerking te komen voor een militair invaliditeitspensioen (MIP) moet zijn gedaan vóór 1 juni 2012. Militairen die ná 1 juni 2012 een eerste aanvraag voor een MIP doen of die ná 1 juli 2007 uit militaire dienst zijn ontslagen, vallen onder een andere regeling. Iedere militair die voldoet aan bovengenoemde voorwaarden krijgt automatisch de
bijzondere uitkering in de vorm van een eenmalig bedrag toegekend in het laatste kwartaal van 2012. Hij hoeft daarvoor geen medisch onderzoek te ondergaan dan wel een aanvraag te doen. Defensie, d.w.z. het ABP Bijzondere Regelingen Defensie, kent deze militairen omdat ze al in de bestanden zijn opgenomen. De hoogte van de uitkering is een afgeleide van het militair invaliditeitspercentage, of als er ook sprake is van een arbeidsongeschiktheid met dienstverband, een eventueel vastgesteld hoger AO-percentage. De grondslag van de uitkering is € 125.000,-. De hoogte van de uitkering is het MIPpercentage, dan wel het hogere AO-percentage, maal deze grondslag. Bij een invaliditeit van 100% ontvangt de veteraan dus € 125.000,- en bij 40% invaliditeit € 50.000,-. Ook de militairen bij wie invaliditeit met dienstverband is vastgesteld met een invaliditeitspercentage lager dan 10%, krijgen een bijzondere uitkering. Deze bedraagt een forfaitaire 5% van de grondslag (€ 6.250,-).
Als de bijzondere uitkering eenmaal is vastgesteld hebben latere wijzigingen in het MIPdan wel AO-percentage geen invloed meer op de hoogte van het bedrag. De bijzondere uitkering komt bovenop het reguliere MIP, ook dat blijft ongewijzigd. Als de betreffende militair reeds eerder een (aanvullende) schadevergoeding van Defensie heeft ontvangen vanwege een dienstverbandaandoening, dan wordt die uitkering in mindering gebracht op deze bijzondere uitkering. De bijzondere uitkering wordt ook verrekend met vorderingen die Defensie op de militair heeft, waarbij 10% van het bedrag toch altijd zal worden uitgekeerd. De militair kan ondanks dat hij deze bijzondere uitkering krijgt, toch nog altijd een aansprakelijkheidsprocedure starten bij de rechter. Hij dient dan wel de onrechtmatigheid van het handelen van Defensie aan te tonen. Tevens zijn de normale verjaringseisen van toepassing. Is de rechterlijke uitspraak negatief, dan houdt de militair toch altijd de bijzondere uitkering. I
‘Slager keurt zijn eigen vlees’
MinDef weigert de meldingen tegen de SG te onderzoeken. De FVNO|MHB heeft van de minister van Defensie, Hans Hillen, antwoord ontvangen op de beide meldingen die de FVNO|MHB aangaande de secretaris-generaal, dhr. Annink, heeft gedaan bij de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID). De minister geeft in zijn antwoord te kennen dat het melden van een misstand bewust voorbehouden is aan defensiemedewerkers. Aangezien de meldingen zijn gedaan door de FVNO|MHB, worden deze meldingen niet in behandeling genomen. De minister van Defensie hecht er wel aan om de FVNO|MHB te laten weten dat hij van oordeel is dat in het onderhavige geval geen sprake is van een vermoeden van een ‘misstand’.
D
e FVNO|MHB is onaangenaam verrast door dit bericht van de minister. In de eerste plaats omdat de minister de meldingen niet in behandeling wenst te nemen. Defensie geeft namelijk op de eigen website uitdrukkelijk te kennen dat ook externen zich kunnen richten tot het COID om ongewenst gedrag of andere integriteitsschendingen van defensiemedewerkers te melden. Ten tweede bevreemdt het de FVNO|MHB ten zeerste dat de minister tot het bovengenoemde oordeel komt, zonder dat de meldingen in
4 | ProDef bulletin, juni 2012
behandeling zijn genomen en er een onderzoek door het COID heeft plaatsgevonden. De FVNO|MHB was er van overtuigd dat meldingen van (vermeende) integriteitsschendingen die worden gedaan bij de COID op een gedegen wijze worden onderzocht. Helaas moet nu worden geconcludeerd dat dit in ieder geval niet is gebeurd met de meldingen van de FVNO|MHB aangaande de SG, de hoogste ambtenaar binnen het ministerie die belast is met het toezicht op de integriteit binnen Defensie. Gegeven het feit dat de COID in een onmo-
gelijke positie is gebracht doordat een onderzoek zich zou richten op de hoogste ambtenaar van het ministerie, die de portefeuille 'integriteit' beheert, zou niet een afwijzing om te onderzoeken, maar een doorverwijzing naar een onafhankelijk instituut meer in de rede liggen. Aangezien de COID dit idee niet zelf heeft geopperd of uitgevoerd, houdt de FVNO|MHB de optie open om zelf stappen in deze richting te ondernemen, nu een onafhankelijke beoordeling door de COID klaarblijkelijk niet kan worden gegarandeerd. I
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 5
Reorganisatie
Door Marc de Natris
De rol van het georganiseerd overleg bij sourcing In dit artikel wordt ingegaan op de rol van het georganiseerd overleg (vakbonden) bij sourcing. De vakbonden vertegenwoordigen het personeel dat is betrokken bij een uitbesteding van een bepaalde dienst als het gaat om de algemene personele aspecten. Zij spelen een belangrijke rol bij het opstellen van het sociaal statuut, ook wel de arbeidsvoorwaardenpakketvergelijking genoemd. Wet Overdracht Ondernemingen niet van toepassing
O
mdat het defensiepersoneel de ambtenarenstatus heeft valt het niet onder het Burgerlijk Wetboek. In dit wetboek is de overdracht van het personeel, niet zijnde ambtenaren, geregeld. Op 21 oktober 2010 heeft het Europese Hof een belangrijke uitspraak gedaan over het uitbesteden van personeel. In het zogenoemde ‘Heineken arrest’ is bepaald dat bij uitbesteding van werkzaamheden het personeel verplicht overgaat naar de nieuwe uitvoerder van de diensten, met behoud van arbeidsvoorwaarden en arbeidsovereenkomst. Deze uitspraak is opgenomen in de Wet Overgang van Ondernemingen (WOO) en op het bedrijfsleven van toepassing.
Ambtenarenwet De WOO is dus niet van toepassing op ambtenaren. Wat geldt er dan wel voor ambtenaren? In het BARD/AMAR is geen specifieke regelgeving opgenomen inzake uitbesteden van defensiepersoneel. Dit lijkt vreemd, maar tot op heden heeft Defensie nog maar weinig
Als de arbeidsvoorwaarden bij de verkrijger door de ambtenaar niet positief worden ervaren, zal dit tot gevolg hebben dat er maar weinig ambtenaren de vrijwillige overstap zullen maken diensten uitbesteed. Een aantal keren is er over uitbesteden van diensten gesproken, maar dit heeft niet vaak geleid tot werkelijke uitbesteding. Wat zijn de gevolgen voor het defensiepersoneel nu het niet onder de WOO valt? Houdt dit in dat het vogelvrij wordt verklaard? Immers, de overnemende partij hoeft de arbeidsvoorwaarden van de ambtenaar niet te respecteren. Ondanks het feit dat de overheid tot op heden geen grond ziet in een wettelijke regeling voor ambtenaren kan zij wel eisen stellen aan de verkrijger ten aanzien van de
materiele arbeidsvoorwaardelijke rechten van de ambtenaar. Deze moeten zoveel mogelijk behouden blijven. Bij dit proces spelen de vakbonden een belangrijke rol.
Kan de ambtenaar verplicht worden uitbesteed? Het mes van het niet vallen onder de WOO snijdt aan twee kanten. De verkrijger is niet gehouden aan de verplichting om al het personeel over te nemen en de ambtenaar kan niet worden verplicht om te gaan werken bij de verkrijger. Het gevaar van het bovenstaande is dat de werkzaamheden worden overgedragen aan de verkrijger, terwijl de ambtenaren bij Defensie achterblijven. Gezien de specifieke werkzaamheden en de verwachte overtolligheid van personeel bij Defensie is het dan niet ondenkbaar dat er geen passende werkzaamheden binnen Defensie kunnen worden gevonden, met als gevolg dat sommigen overtollig worden verklaard. Echter, op het betrokken personeel is van toepassing dat men alleen na een zorgvuldig onderzoek mag worden ontslagen. Aan deze eis wordt bij Defensie invulling gegeven door het Sociaal Beleidskader (interne/externe herplaatsingperiode).
Sociaal statuut Zoals gezegd kan het personeel niet worden verplicht om over te stappen naar de verkrijger. Als de arbeidsvoorwaarden bij de verkrijger door de ambtenaar niet als positief worden ervaren, zal dit tot gevolg hebben dat er maar weinig ambtenaren de vrijwillige overstap zullen maken. Om de overstap voor de ambtenaar aantrekkelijker te maken wordt er een arbeidsvoorwaardenpakketvergelijking gemaakt: het sociaal statuut. In het sociaal statuut kan de minister van Defensie afspraken maken met de vakbonden over de compensatie van het eventuele verlies van arbeidsvoorwaarden, als de defensiemedewerker op vrijwillige basis de overstap naar de verkrijger maakt. U dient dan o.a. te denken aan de hoogte van het salaris (loonsuppletie), diensttijdgratificatie of bij-
voorbeeld pensioenaanspraken. Het verlies aan arbeidsvoorwaarden wordt, tot een nader in het sociaal statuut te bepalen aantal jaren, in de vorm van een looncompensatie bovenop het salaris dat men van de verkrijger ontvangt, uitgekeerd en/of in de vorm van een afkoopsom afgekocht. Naast de arbeidsvoorwaarden wordt in het sociaal statuut ook afgesproken hoe lang de periode voor een baangarantie geldt. De ex-medewerker mag, als deze normaal functioneert, gedurende deze periode niet worden ontslagen bij de verkrijger. Gezien de grote rechtspositionele verschillen tussen de ambtenaar en de medewerker die onder het BW valt, is het onmogelijk om alle arbeidsvoorwaarden te compenseren. Echter, het uitgangspunt is dat de defensiemedewerker in grote lijnen er arbeidsvoorwaardelijk niet op achteruit mag gaan.
Het verloop van het sourcingproces Op het moment dat bekend is aan wie de bieding wordt gegund, kan er worden begonnen met de start van het personeelsvullingsplan. Dit proces zal worden gestart met een belangstellingsregistratie. Het betrokken personeel kan aangeven of het interesse heeft in een overgang naar de nieuwe uitvoerder van de diensten. Als er meer gegadigden zijn dan functies zal er een selectie moeten worden gemaakt. Op het moment van schrijven van dit artikel wordt over de wijze van selectie met de werkgever onderhandeld. Voor zowel het personeel dat overgaat naar de nieuwe uitvoerder als het personeel dat geen nieuwe functie vindt bij Defensie geldt dat het SBK-ontslag krijgt.
Tot slot Mocht u te maken krijgen met sourcing van uw werkzaamheden dan kunt u niet gedwongen worden om naar de nieuwe uitvoerder over te stappen. U kunt echter ook geen rechten ontlenen aan de werkzaamheden die u nu verricht. Het ligt immers in de lijn der verwachting dat de nieuwe uitvoerder het werk ‘efficiënter’, met minder medewerkers, gaat uitvoeren. Hoeveel medewerkers van Defensie de mogelijkheid wordt geboden om naar de nieuwe uitvoerder over te stappen, zal afhankelijk zijn van de resultaten van het onderhandelingsproces tussen Defensie en de marktpartij. I ProDef bulletin, juni 2012 | 5
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 6
Pensioenen
Door Martin Weusthuis
Inkomensgat door Lenteakkoord? Naar aanleiding van de recente plannen in het Lenteakkoord waarin de AOW-leeftijd al vanaf 2013 stapsgewijs wordt verhoogd, bereiken ons vragen over het gat in inkomen dat zou kunnen ontstaan als de einddatum van de UKW-uitkering en het FPU niet aansluiten bij de startdatum van de AOW-uitkering en misschien ook wel het ouderdomspensioen. De gedachte is dat de UKW en het FPU stoppen op 65 jaar en de gedachte is vervolgens dat de startdatum van het ouderdomspensioen zal meestijgen met de AOW-leeftijd. Op het moment van schrijven is het wetsontwerp dat de ophoging van de AOW-leeftijd regelt net ingediend bij de Tweede Kamer. Het kan dus anders uitpakken.
Burgerambtenaren FPU De einddatum FPU ligt in het FPU-reglement op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin betrokkene 65 jaar wordt. Het ouderdomspensioen voor de FPU-er start ook op die datum. Hier dus wel een vaste datum onafhankelijk van de ingangsdatum AOW-uitkering en ouderdomspensioen.
SBK voor militaire en burgerambtenaren In het SBK 2004 ligt in de militaire wachtgeldregeling de einddatum van de wachtgelduitkering op de dag van 65 jaar worden. In de wachtgeldregeling voor burgerambtenaren ligt de einddatum voor de uitkering op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de burgerambtenaar 65 jaar wordt. In het SBK 2012 is reeds rekening gehouden met de stijgende AOW- en pensioendatum. De einddatum van de bovenwettelijke WW-uitkering is flexibel en loopt tot de dan geldende pensioengerechtigde leeftijd.
Gevolgen Lenteakkoord Het zou zo maar kunnen zijn dat pensioenfondsen de ingangsdatum ouderdomspensioen gelijk op laten lopen met die van de AOW-uitkering. Dat is een logische stap omdat in de structuur van de oudedagsvoorziening AOW-uitkering en ouderdomspensioen altijd als twee-eenheid zijn bedoeld, zowel in de opbouw- als in de afbraakfase. Bovendien verkeren veel pensioenfondsen in financiële nood en ophoging van de pensioenleeftijd geeft lucht in de vorm van een stijgende dekkingsgraad. Voor de militair die nu een UKW-uitkering 6 | ProDef bulletin, juni 2012
ontvangt of in de nabije toekomst gaat ontvangen, lijkt er o.b.v. de huidige regelgeving alleen een probleem in de vorm van een gedeeltelijk inkomensgat te ontstaan als alleen de AOWingangsdatum stijgt. Stijgt ook de pensioenleeftijd mee dan lijkt er geen financieel probleem te ontstaan. Een gevolg van een stijgende AOW- en pensioenleeftijd zou wel kunnen zijn dat er financieringsproblemen bij Defensie ontstaan en dat de UKW-ontslagleeftijd weer op de rol komt te staan van de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen. Voor de burger met FPU-rechten ontstaat er o.b.v. de huidige regelgeving bij doorvoering van de Lenteakkoord afspraken wel een inkomensgat, of in een gemis aan alleen AOW, dan wel AOW plus ouderdomspensioen. In het SBK 2004 ontstaat door de vaste einddatum van de wachtgelduitkering een inkomensgat, of alleen door gemis aan AOW of door gemis aan AOW én ouderdomspensioen. In het SBK 2012 ontstaat door de ingebouwde flexibiliteit van de einddatum van de bovenwettelijke WW-uitkering geen inkomensgat, behalve wanneer de pensioendatum later komt te liggen dan de AOW-datum. Maar dat is niet aannemelijk.
Wat nu? Ook de politiek is bezig met een overgangsregeling voor de groep die met een inkomensgat komt te zitten. Op het moment van schrijven is nog onduidelijk hoe die eruit komt te zien. Wat het Lenteakkoord al wel vermeldt is dat sociale uitkeringen (bijv. WAO/WIA, WW) aan zullen sluiten op een latere AOW-datum. Verder worden er enkele overgangsmaatregelen genoemd, maar die zijn op het moment van dit schrijven nog onduidelijk en weinig substantieel geformuleerd. Wat de ophoging van de pensioenleeftijd betreft; bij het ABP gaat de Pensioenkamer (niet het ABP-bestuur) over het ambitieniveau van de ABP pensioenregeling. De Pensioenkamer moet nog besluiten over wijzigingen in het ABP-ouderdomspensioen. Pensioenfondsen
PENSIOEN SALARIS
60
61
FPU
62
63
€0,00?
I
n de huidige UGM-wet is vastgelegd dat de UKW-uitkering eindigt met ingang van de dag dat het ouderdomspensioen ingaat. De einddatum van de UKW-uitkering is dus flexibel en beweegt mee met de ingangsdatum van het ouderdomspensioen. De UKW-uitkering kent geen relatie met de AOW-datum.
INKOMEN
Militairen UGM
64 65 LEEFTIJD
AOW
66
67
68
zullen echter geen maatregelen nemen voordat de Lenteakkoord afspraken ook technisch zijn uitonderhandeld en in wetgeving vastliggen. En vervolgens wordt dan binnen Defensie onderhandeld hoe het zit met de einddata van specifieke defensieregelingen voor militairen en de ingangsdatum van het militaire ouderdomspensioen. Voor de militair geldt een verplichte UKWontslagleeftijd en een verplichte pensioenleeftijd. Hij kan niet kiezen om eerder of later de dienst te verlaten. De burgerambtenaar die vlak voor het FPU staat kan wel kiezen om door te werken. Het is aan te raden nog even te wachten met die FPU-aanvraag, totdat duidelijk is hoe het overgangsrecht en de maatregelen van de Pensioenkamer eruit gaan zien.
Standpunt FVNO|MHB Vanwege de ernstige dekkingsproblemen bij het ABP heeft de FVNO|MHB altijd een stapsgewijze eerdere AOW- en pensioenleeftijdverhoging voorgestaan. Maar dan niet te starten in 2013, maar in 2015 met 2 maanden per jaar. Dat heeft vnl. te maken met de pensioenpositie van de burgerambtenaar. Enerzijds om niet mensen vlak voor hun pensioen te overvallen met paniekverhalen, anderzijds om de bovenbedoelde problemen met de FPU (burgers) te voorkomen. Het zou goed zijn met de AOW en pensioenleeftijdverhoging aan te sluiten bij vroegpensioenregelingen zoals het ABP Keuze Pensioen (AKP) dat geldt voor deelnemers geboren ná 1949, die geen FPUrechten meer hebben. Voor deze deelnemers geldt een flexibele ingangsdatum voor het ouderdomspensioen tussen 60 en 70 jaar. Verhoging van AOW- en pensioendatum sluit daar veel beter bij aan. I
69
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 7
Pensioenen
Door Martin Weusthuis
Vermogens- en pensioenbeheerkosten van het ABP Kosten hebben een grote invloed op het uiteindelijke resultaat van beleggingen. De woekerpolis-affaire bij pensioenverzekeraars bracht dat op dramatische wijze aan het licht. De aandacht van de toezichthouder AFM gaat sinds enige tijd ook uit naar de kosten van pensioenfondsen. Vooral kleinere pensioenfondsen blijken weinig zicht te hebben op de beleggingskosten en verder blijken niet alle kosten te worden meegenomen in de rapportages die pensioenfondsen periodiek moeten aanleveren aan toezichthouder DNB. Het laatste woord over kosten bij pensioenverzekeraars en pensioenfondsen is dan ook nog niet gezegd. Inleiding
I
n het jaarverslag 2011 doet het ABP opgave van de in dat jaar gerealiseerde rendementen op vermogen. Dat gebeurt steeds in netto rendementen, d.w.z. de kosten voor vermogensbeheer zijn daar reeds vanaf. Daarnaast doet ABP opgave van de gemaakte vermogensbeheer- en pensioenbeheerkosten.
Vermogensbeheerkosten Het ABP kent een actief beleggingsbeleid. Er wordt dus getracht van te voren vastgestelde benchmarks te verslaan. In 2011 is dat gelukt met een extra rendement van 0,29% (€ 0,7 miljard). Het netto rendement over het totaal aan ABP-beleggingen bedroeg in 2011 3,3% (€ 7.819 miljard), de gewogen gemiddelde benchmarks kwamen uit op 3,0%. De bijzonderheid is dat die 3,3% geheel is behaald met renteafdekking, d.w.z. door de afdekking van het risico van een dalende lange rente door middel van derivaten. De beleggingsportefeuille zelf kwam in 2011 niet van zijn plaats, d.w.z. een gemiddeld rendement over alle beleggingscategorieën van 0,0%. Kosten van vermogensbeheer worden afgezet tegen de waarde van het vermogen en daarnaast worden de kosten van het actieve beleggen afgezet tegen de waarde van het behaalde extra rendement. Voor het ABP ziet het er voor 2011 als volgt uit: Het totale vermogen op 31 december 2011 had een waarde van € 246.109 miljoen. De totale kosten voor vermogensbeheer bedroegen € 1.542 miljard. Het kostenpercentage komt dan uit op 0,63%. Als de ABP-kosten worden genomen zonder de prestatievergoedingen die volgens het ABP niet als kosten moeten worden gezien maar als verminderde inkomsten, dan ligt het kostenpercentage op 1.088/246.109 = 0,44%. De AFM komt in 2009 op basis van een onderzoek naar gepubliceerde kosten van pensioenfondsen uit op een gemiddeld kostenpercentage van 0,19%. De AFM schrijft er meteen bij dat het vanwege
vele verborgen kosten een werkelijk kostenpercentage verwacht dat op het drievoudige ligt. Het ABP-jaarverslag geeft geen informatie over de verhouding kosten van actief vermogensbeheer en behaald extra rendement.
Pensioenbeheerkosten Pensioenbeheer betekent de uitvoering van de pensioenregeling. Het gaat hier dus om alle kosten die samenhangen met personeel, administratie, ICT e.d., die nodig zijn om tot opbouw, uitbetaling en advisering van pensioenen te kunnen komen. De uitvoeringskosten voor pensioenbeheer zijn door het ABP vastgesteld op basis van de CEM-methode (Cost Effectiveness Measurement) van kostprijsberekening per deelnemer. De Pensioenfederatie (samenwerkingsverband van alle Nederlandse pensioenfondsen) beveelt de CEM-methode aan. De CEM-methode komt voor het ABP uit op een gezamenlijke kostprijs per actieve en pensioengerechtigde deelnemer van € 86,- in 2011. Het ABP kende in 2011 de volgende aantallen deelnemers: • Actieven 1.141.000 • Slapers 904.000 • Pensioengerechtigden 785.000 • Totaal aantal deelnemers 2.830.000 De CEM-methode gaat voor de kostprijsbere-
kening uit van alleen actieven en gepensioneerden. In dat geval komt het totaal aantal deelnemers uit op 1.926.000. De totale kostprijs komt dan op 1.926.000 x 86 = € 165.636.000,-.Afgezet tegen het fondsvermogen eind 2011 is dat een beheerkostenpercentage van 0,07%. Dat ligt op de helft van het gemiddelde percentage van 0,13% dat de AFM mat bij zijn 2011 onderzoek van gepubliceerde beheerkosten van pensioenfondsen. Bij commerciële verzekeraars worden de kosten ook wel afgezet tegen de hoogte van de in dat jaar geïnde premie. De premie in 2011 was een totaalbedrag van € 8.153 miljard. Volgens de CEM-methode komt dan de totale kostprijs uit op 165.636 / 8.153.000 = 1,95% van de premie in 2011. Het is moeilijk kosten te vergelijken met commerciële verzekeraars omdat deze geen regelingen uitvoeren met zulke hoge deelnemersaantallen. Bovendien kennen verzekeraars weer andere kostenstructuren. Toch zijn er in het recente verleden onderzoeken gedaan naar kosten van verzekeraars die een collectieve pensioenregeling met een groot deelnemersbestand uitvoeren. De voorzichtige conclusie is dat de kosten niet erg verschillen met die van pensioenfondsen. Een belangrijke opmerking is wel dat de dienstverlening van fondsen daarbij op een hoger peil ligt, en die van het ABP wereldwijd vergeleken in de hoogste CEMregionen. Nevenstaande grafiek komt uit het AFM onderzoek 2011 naar de kosten van pensioenfondsen. I
Relatie tussen administratiekosten (in euro’s per deelnemer) en het aantal deelnemers van pensioenfondsen. ProDef bulletin, juni 2012 | 7
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 8
Van, voor en door de leden
Door Ruud Vermeulen
Verkiezingen en de mentale factor Na een kleine 2 jaar kabinet Rutte, staan wij weer eens aan de vooravond van nieuwe verkiezingen. Zondebokken zijn aangewezen, posities zijn ingenomen en de messen worden geslepen in de diverse kampen. Maar wellicht is het toch goed om eens terug te blikken. Wat is er nu echt misgegaan. Waarom is dit kabinet gevallen?
I
n zijn strategische visie is het de doelstelling van het kabinet Rutte geweest om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen door 18 miljard te bezuinigen. Na nog geen 2 jaar waren er aanvullende bezuinigingen van tenminste 12 miljard noodzakelijk. Conclusie: een slecht of een slecht uitgevoerd plan. En de vraag dient zich dan aan, hoe kon dit gebeuren? Wanneer wij naar de cijfers kijken is de kwantitatieve conclusie snel getrokken. De overheidsinkomsten worden gedomineerd door twee grootheden, de export en binnenlandse bestedingen. De export is overeind gebleven en de binnenlandse bestedingen zijn ingezakt. Waar is het dan misgegaan? Want alleen de euro-crisis de schuld geven is wel erg gemakkelijk. Bij onze oosterburen is ook geen sprake van recessie. Laten wij eens met onze militaire achtergrond naar het plan van het kabinet kijken. Een goed plan bestaat uit drie componenten: een fysieke (bijv. tanks of schepen), een conceptuele (doctrines, bevelen) en een mentale component (geloven diegenen die het moeten uitvoeren erin, vertrouwen in de leidinggevenden). Op de toepassing van de
fysieke component (inzet financiële middelen) langs de lijnen van economische principes (conceptuele component) kan ik eigenlijk weinig aanmerken. Maar heeft het vorige kabinet vertrouwen bij de bevolking weten te krijgen voor haar maatregelen, heeft men geloof weten te creëren in de toekomst? In mijn ogen zeker niet. Maar kritiek hebben is natuurlijk gemakkelijk. Hoe had het dan anders gemoeten? Laat ik een paar voorbeelden geven. Ouderen zijn bezorgd over de pensioenen en houden daarom de hand op de knip. De vaste overtuiging dat wij een onwrikbaar pensioenstelsel hebben, is in drie jaar teloor gegaan. Heeft het kabinet het vertrouwen hersteld? Het antwoord is neen. Mensen willen duidelijkheid, ook als dit ten koste gaat van een deel van hun verworvenheden. De problemen onder ons pensioenstelsel zijn niet opgelost. Hetzelfde over de zorg. Wanneer ouderen aangeslagen gaan worden voor de kosten van het ouder worden, dan gaat wederom de hand op de knip. Geen vertrouwen, geen bestedingen. Een volgend voorbeeld, de huizenmarkt. Wij komen niet uit het economisch dal als de huizenmarkt
Regerend vermogen Conceptuele
Fysieke component
component
Operationele capaciteit van:
• Grondbeginselen
• Personeel
• Doctrine
• Materieel
• Procedures
(Gevechtskracht)
Mentale component • Goede motivatie • Effectief leiderschap • Verantwoord organiseren van de inzet
zich niet hersteld. Het is een essentieel onderdeel van de binnenlandse bestedingen. Het is niet alleen een probleem van hypotheken, maar ook van de houding van banken, de grondpolitiek van gemeentes etc. Alleen door integraal dit probleem aan te pakken en uit te dragen herwint men het vertrouwen. Voor mij het meest duidelijke voorbeeld van het veronachtzamen van de mentale factor zijn o.a. de bezuinigingen bij Defensie. Weinig Nederlanders voelen helaas dat een miljard bezuinigen op dit departement een wanhoopsdaad is. Het ontslaan van 6000 mensen en het op grote schaal verkopen van je materieel om de economische problemen maar het hoofd te kunnen bieden, ademt een volledig gebrek aan vertrouwen van het kabinet zelf in de toekomst en toont een afwezigheid van historisch besef. De geschiedenis laat zien dat ingrijpende veiligheidswijzigingen zich binnen enkele jaren aandienden en dat o.a. ons land daar niet op was voorbereid. Met deze korte termijn bezuinigingsoplossing mogen toekomstige regeringen aan de bevolking en aan onze kinderen gaan uitleggen waarom onze krijgsmacht niet gereed en uitgerust was. Leiders moeten soms tegen de waan van de dag in gaan en verder vooruitkijken naar wat goed is voor de bevolking. In gaan tegen de directe wensen van de mensen en goed uitleggen waarom je dat doet vraagt moed en charisma. We zullen zien of Rutte of zijn opvolger deze talenten bezit. De mentale component integreren in een plan is lastig, maar levert een hoge kans op succes op. Vanuit de historie: een slecht plan (fysiek en conceptueel) maar gedragen door zijn uitvoerders slaagt veelal. Laten wij de komende tijd de partijen eens bezien op hun programma’s en het incorporeren van de mentale component. Ik ben benieuwd, U ook.
Nederland is zo weer 12 miljard en een kabinet verder. I 8 | ProDef bulletin, juni 2012
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 9
Computips
Door Leen van der Biessen
Tablets deel1 Waarom zou ik een tablet aanschaffen in plaats van een laptop of desktop? Dat is natuurlijk afhankelijk van de eigen behoefte, maar een tablet is er primair voor gemaakt om dingen weer te geven: Internet, het lezen van e-books of documenten, foto‘s, films en in mindere mate muziek. Een tablet heeft een touchscreen en kan alleen met een vinger worden bediend. Een nadeel hiervan is dat het soms de nauwkeurigheid van een muis ontbeert. De verwachting is dat over ca. 5 jaar de helft van alle internet browsing via een tablet zal plaatsvinden. De tablet start onmiddellijk op en is dan klaar voor gebruik. Ten opzichte van de huidige generatie desktops/laptops is dat een groot voordeel. Voor het produceren van content is een tablet minder geschikt alhoewel er applicaties (apps) zijn voor het invoeren van eenvoudige tekst. Maar voor het maken van presentaties en voor foto of videobewerking is een tablet minder geschikt. Het grote voordeel van tablets is dat er een groot aantal apps voor allerlei doeleinden beschikbaar is. Een tablet kan natuurlijk gewoon naast een laptop of desktop computer gebruikt worden, ze vullen elkaar aardig aan. Met de tegenwoordige prijzen kun je voor 300 à 400 euro al een redelijke tablet kopen.
Welke tablet? Als we er dan van overtuigd dat we er één willen hebben is de volgende stap; welke? Ook in tabletland is er weer volop keuze en de ontwikkelingen staan bepaald niet stil. De eerste keuze die we moeten maken is tussen de operating systems waar de tablets mee werken. De twee meest gebruikte zijn IOS van Apple, inmiddels aangeland bij versie 5 en het Androïd systeem van Google, nu versie 4 ook wel Ice Cream Sandwich(ICS) genoemd. Daarnaast heb je Playbook van RIM (de makers van de BlackBerry), maar dat leidt een marginaal bestaan. Windows tablets spelen op dit moment geen rol. In het najaar van 2012 echter wel, want dan komen de Windows 8 tablets uit met nieuwe interessante functies. Let echter wel op, een tablet kan alleen maar werken met een draadloos Wi-Fi netwerk. Bij de meeste door providers geleverde routers is dit tegenwoordig standaard, maar dat moet wel even zeker worden gesteld.
Apple iPad Op 27 januari 2010, goed twee jaar geleden, toonde de toen nog levende Steve Jobs de iPad1 aan het publiek op het jaarlijkse San Francisco Apple event. Dat was toen een revolutionair apparaat en het sprak direct een groot publiek aan door zijn goede scherm, mogelijkheden en gebruikersvriendelijkheid. Het duurde even totdat de concurrentie een tablet had, dat op fatsoenlijke manier kon concurreren met de iPad maar die zijn er nu wel. Inmiddels hebben we sinds maart 2011 de iPad2 en sinds maart 2012 de iPad3 (de laatste moeten we van Apple eigenlijk the new iPad noemen). Het verschil tussen de iPad1 en de iPad2 was behoorlijk groot en de iPad2 was een grote stap voorwaarts. Het verschil tussen de iPad2 en de iPad3 is veel minder groot, de iPad3 heeft een Retina scherm met een behoorlijk hogere resolutie dan de iPad2 en er is een mogelijkheid tot spraakbesturing, overigens
alleen nog in het Engels. Nadeel hiervan is dat de iPad3 een grotere batterij heeft om al die pixels aan te sturen en dus iets dikker is en warmer wordt (ca 5 graden). De volgende keuze die je moet maken is met of zonder 3G functionaliteit. 3G is de mogelijkheid om buiten Wi-Fi bereik te kunnen internetten. Dit betekent wel een data-abonnement bij één van de providers met de daarbij behorende kosten. Voor de gemiddelde thuisgebruiker met Wi-Fi toegang zal dit niet nodig zijn. Dit is meer voorbehouden aan de zakelijke gebruiker. Hierna moeten we de geheugengrootte kiezen. Dit is een eenmalige keuze die bij aanschaf moet worden gedaan, er is later geen geheugenuitbreiding mogelijk. De keuze is tussen 16, 32 en 64 Gb waarbij elke verdubbeling € 100 meer kost. Voor gewoon browsen en normaal App gebruik is 16 Gb genoeg. Als je bijv. veel films en muziek mee wilt nemen op reis of vakantie is 64 Gb te overwegen. Het is echter niet alles hosanna bij de iPad. Er bestaat een aantal ernstige nadelen, soms onbegrijpelijke keuzes van Apple. Omdat Apple alles via iTunes wil laten verlopen voor wat betreft de media, is er geen echt bestandssysteem in het IOS operating systeem, dus ook niet op de iPhone. Het op normale manier overzetten van bestanden is niet mogelijk en dat is soms erg lastig. Uitbreidingsmogelijkheden zijn er niet; SDcards, USB, het is niet mogelijk. Bij het browsen kan er geen gebruik worden gemaakt van Flash, een veel gebruikte techniek op internet om filmpjes en animaties weer te geven. Dat is een ernstig gemis. Volgende keer de Androïd tablets. I
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 10
Opinie Reactie op het OPINIE artikel ‘Ere wie ere toekomt!’, ProDef-Bulletin nr. 2 | Maart 2012 Met belangstelling heb ik kennis genomen van het artikel ‘ere wie ere toekomt’ . Daarin wordt ingegaan op het mogelijk instellen van een decoratie ter herinnering en waardering van uitzendingen en activiteiten bij rechtshandhaving. In dat kader wordt het uitreiken genoemd van die nog in te stellen decoratie aan de mariniers die zijn ingezet bij Wijster (1975) en de Punt (1977). Ik onderschrijf de opinie van de auteur dat het alsnog toekennen ervan een al langdurige omissie recht zet. Daarbij wordt m.i. de inzet en het daarbij betrokken militair personeel wel in een te eng perspectief bezien.
Een korte toelichting De operatie bij de Punt werd uitgevoerd door meer eenheden dan de samengestelde marinierseenheid. Zo werd de operatie, zoals bekend, mede mogelijk gemaakt door de inzet van een aantal jachtvliegtuigen en was er een extra cordon (in een buitenring op grotere afstand van de gekaapte trein) aangebracht en bezet door inzet (van delen) van een infanteriebataljon. Directer echter was de inzet van een geneeskundige detachement van 42 Brigade Geneeskundige Compagnie, destijds onderdeel van de 42e Gemechaniseerde Brigade in Assen. Vanaf 23 mei resp. 25 mei ( met een korte verlofperiode en aflossing door personeel van 43 Brigade Geneeskundige compagnie uit Havelte) tot de ontzetting op
11 juni was een detachement van ca. 50 militairen onder leiding van de kapitein arts ingezet op zichtafstand van de trein. Doel was na de overmeestering van de trein en de ontzetting van de passagiers de gewonden te verzorgen en af te voeren naar de z.g. verzamelplaats gewonden van het Rode Kruis, op dezelfde locatie waar wij waren ondergebracht, de overige passagiers allemaal te begeleiden naar diezelfde locatie en tot slot de eventueel overleden passagiers en/of daders af te voeren. Zo is het uiteindelijk ook daadwerkelijk uitgevoerd. De betrokken arts is met ondersteuning direct na het veilig stellen van de trein naar binnen gegaan om triage uit te voeren en de eerste medische zorg te geven. Al het overige geneeskundig personeel is per voertuig opgereden. Zij hebben geassisteerd bij de uitvoering van de triage en de zorg in de trein en het transport van die gewonden naar de post van het Rode Kruis, uitvoering gegeven aan het afvoeren en begeleiden van de getraumatiseerde passagiers en tot slot hebben diverse militairen bijgedragen aan het afvoeren van de overledenen. Mocht hier dus sprake zijn van het toekennen van decoraties aan mariniers die de operatie hebben uitgevoerd, dan komt daar in mijn perspectief ook ander ingezet personeel (zeker direct betrokken, maar mogelijk ook indirect betrokken bij de uitvoering van de operatie) voor in aanmerking.
Ter zijde: Op hetzelfde moment speelde ook de gijzeling van leerkrachten en leerlingen in de school in Bovensmilde, waar volgens mij ook militair personeel voor is ingezet. (Naam bij de redactie bekend)
Reactie FVNO|MHB In de Veteranennota 2011-2012 die de minister van Defensie op 4 juni jl. aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, heeft de minister aangegeven dat hij voornemens is een draaginsigne in te stellen voor de militairen die in de periode 23 mei tot en met 11 juni 1977 een einde hebben gemaakt aan de treinkaping en de daarop volgende gijzelingsactie bij De Punt, of hebben deelgenomen aan de actie ter beëindiging van de gijzeling van een school in Bovensmilde. Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie zal adviseren over de vaststelling van de groep rechthebbenden. De FVNO|MHB is verheugd te constateren dat de minister van Defensie zich in zijn toezegging dus vooralsnog niet beperkt tot uitsluitend de ingezette mariniers of de actie bij De Punt. Een operatie kan immers slechts een succes worden door de inzet van velen. De FVNO|MHB heeft er alle vertrouwen in dat het NIMH met een goed onderbouwd advies komt, dat recht zal doen aan hen die zijn ingezet bij de beëindiging van de kaping en gijzelingen. I
Medezeggenschap
De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland: Defensieonderdeel
Eenheid
Uiterste datum indienen kandidatenlijst
Kiesdatum
CZSK
Hr. Ms. Groningen
01-08-2012
16-08-2012
CDC
Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen
11-07-2012
29-08-2012
CZSK
Koninklijke Marine Technische Opleidingen (KMTO)
22-08-2012
05-09-2012
CDC
Bedrijfsgroep Gezondheidszorg Militair Geneeskundig
19-07-2012
06-09-2012
Logistiek Centrum CDC
JISTARC
27-07-2012
week 36
CLAS
OCIO ROC Instructeurscompagnie
28-07-2012
07-09-2012
CLAS
OTCo Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre
08-08-2012
03-10-2012
Kijk voor de actuele verkiezingen op:
10 | ProDef bulletin, juni 2012
l www.ProDef.nl
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 11
FVNO|MHB-activiteiten
door Tim Timmerman
8e Algemene Ledenraad FVNO|MHB Op 21 juni jl. was de 8e vergadering van de Algemene Ledenraad van de FVNO|MHB in de Prinses Juliana kazerne te Den Haag. Tijdens deze vergadering kwamen de volgende onderwerpen aan bod:
• actualiteiten, waaronder de stand van zaken en ontwikkelingen binnen het arbeidsvoorwaardenoverleg, de reorganisatie(s) en pensioenen; • het jaarverslag FVNO|MHB 2011; • financiën: het financieel jaarverslag 2011, de verklaring van de kascontrolecommissie en de begroting 2012; • de samenwerkingsovereenkomst met het voorstel tot naamswij-
Tijdens de vergadering zijn de nieuwe (duo) voorzitters KLTZA Rob Hunnego en brigadegeneraal b.d. Ruud Vermeulen benoemd. Luitenant-generaal b.d. Hans Couzy, die sinds 2004 voorzitter van de FVNO|MHB is geweest, heeft het voorzitterschap neergelegd. Na
ziging van de FVNO|MHB in Gezamenlijke Officieren Verenigingen | Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (GOV|MHB) en de afspraken over de samenwerking op het gebied van personeel, financiën en communicatie; • de statutenwijziging in verband met de naamswijziging; • de wijziging van de samenstelling van de Algemene Ledenraad die is vastgelegd in het nieuwe Huishoudelijk Reglement.
afloop van de vergadering is met een receptie afscheid van hem genomen waarbij het bestuur en de overige genodigden hem bedankten voor zijn jarenlange inspanningen.
ProDef NETWERK PROFESSIONALS BIJ DEFENSIE
Op 1 december 2011 is het ProDef netwerk aan een verbeterde versie begonnen. Als u al deelnemer bent kunt u met uw bestaande account inloggen en hoeft u alleen een nieuw wachtwoord aan te maken. Mocht u nog geen deelnemer zijn dan kunt u zich aanmelden. Deel- name is gratis, maar u moet wel lid zijn van één van de verenigingen binnen de FVNO|MHB.
I
WORDT LID VAN HET NETWERK! www.prodefnetwerk.nl
advies, ontwikkeling van leiderschap en buitenland-plaatsingen. Mocht u interesse of andere ideeën hebben dan bent u van harte welkom.
Reorganisatie Het netwerk groeit Bij het ProDef netwerk hebben zich nu bijna 650 deelnemers aan- gemeld. Begin dit jaar kende het netwerk een stevige groeisprong, veroorzaakt door de intrede van leden van de NOV. Zoals bekend over sociale netwerken kennen de deelnemers een grote variatie in activiteit. Meestal is zo´n 90 procent een ‘stille’ deelnemer die af en toe eens een kijkje neemt. De activiteit van leden is zichtbaar door de punten die ze verzamelen. De activiteit van de ProDef leden is stapsgewijs aan het groeien.
LinkedIn connectie In het nieuwe netwerk zit een automatische koppeling met het publieke LinkedIn
netwerk. Uiteraard bepaalt u zelf of, welke en wanneer informatie vrijkomt. Via LinkedIn geeft het Prodef netwerk weer toegang tot ruim 120 miljoen professionals wereldwijd. In het LinkedIn netwerk zitten weer deelnetwerken zoals de groep ‘Ministerie van Defensie’, ‘Mars en Mercurius’ en ‘Officieren der Koninklijke Marine’ met ruim 1100 deelnemers.
Ook informatie en advies over reorganisaties, medezeggenschap, knelpuntcategorieën of het SBK kunt u op het netwerk vinden. U kunt er ook met uw collega’s discussiëren over een verstandige of slimmere aanpak in gesprekken met uw werkgever. Of hoe u uw arbeidspositie kunt versterken. Het netwerk is besloten en daardoor veiliger dan de publieke ruimte.
Belastingzaken
De community manager
In het netwerk is een ‘user-groep’ belastingzaken opgezet waarin u vragen en tips kwijt kunt. De bedoeling is dat u hier elkaar helpt met het voorkomen van overbodige belastingen. Met deze opzet wordt gekeken hoe zo’n elkaar helpende groep zich ontwikkeld. In de toekomst wordt ook gekeken naar ‘user- groepen’ voor bijvoorbeeld P&O
Het nieuwe netwerk kent vanaf 1 december 2011 ook een community manager: Peter van Maurik. U kunt de community manager altijd bereiken via het netwerk of via een e-mailtje aan
[email protected] I
ProDef bulletin, juni 2012 | 11
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 12
Leiderschap
door Peter van Maurik
Leiderschap in beeld Naar aanleiding van mijn columns krijg ik tips over goede films die iets over leiderschap zeggen. Het onderwerp spreekt u blijkbaar aan. Jammer dat veel van de tips voorbeelden van slecht leiderschap zijn, want ik had me voorgenomen om vooral de goede in beeld te brengen. Maar misschien maak ik nog een column over die slechte voorbeelden, een soort ‘komedie’-column zeg maar.
G
elukkig heb ik ook goede voorbeelden om te beschrijven. Een hele mooie komt uit de film Master and Commander, naar de boeken van Patrick O'Brian. Deze spreken mij enorm aan omdat ze eigenlijk een grote beschrijving vormen van maritiem leiderschap. Is dat iets anders dan leiderschap? Nee natuurlijk niet, het is een verbijzondering ervan. Leiderschap varieert immers afhankelijk van context en doelgroep. Hoedt u voor mensen die leiderschap proberen te standaardiseren, die hebben er in ieder geval niets van begrepen. Gestandaardiseerd leiderschap is ongeveer hetzelfde als gestandaardiseerde maatpakken. Alleen het communisme heeft dit ooit geprobeerd af te dwingen. Het leiderschap bij de marine, landmacht en luchtmacht kent vele overeenkomsten, maar ook een paar interessante verschillen. Dat maakt het ook zo leuk trouwens en de verschillen zijn prima te verklaren en logisch. Het voorbeeld uit de film is echter bruikbaar voor alle leiders. Aan boord bevindt zich een
12 | ProDef bulletin, juni 2012
‘Praise in public and punish in private’
goede vriend en scheepsdokter Steven Maturin. De les die je hier uit kunt leren is mooi samen te vatten in de Engelse one-liner ‘Praise in public and punish in private.’ Uiteraard met uitzondering van diegenen die publiekelijk proberen te corrigeren. Dan is de correctie op de correctie ook weer publiek. Er waren twee mensen die de jonge officier probeerden te corrigeren. Het bemanningslid die op ruwe en vooral publieke wijze feedback gaf door de schouderduw en de kapitein die dat in de privacy van de kajuit deed. De eerste methode is verkeerd, want heeft vervelende neveneffecten. De tweede methode is goed omdat daardoor te doseren is. Of iemand er vervolgens iets van leert is niet te voorspellen, dat is een keuze van de (toekomstig) leider zelf. De jongeman in de film blijkt er uiteindelijk teveel moeite mee te hebben en springt overboord. Een extreme reactie, maar wel een die bijdraagt aan de dramatiek.
en uiteindelijk krijgt dit bemanningslid een aantal zweepslagen. Nu is mijn boodschap niet dat zweepslagen bijdragen aan goed leiderschap, want de film speelt in de achttiende eeuw en de wereld ziet er iets anders uit dan nu. De les volgt iets later als de commandant Jack Aubrey de jonge officier bij zich roept in de kajuit. Daar krijgt de jonge officier verbaal alsnog op zijn donder. Zulke provocaties zijn niet te tolereren, maar hij krijgt ook advies. Oplossen kan Jack het probleem van deze jongeman niet. Leiderschap is te coachen maar de weg moet afgelegd worden door de leider zelf. En kritiek en fouten horen bij die weg. Grappig genoeg wordt kapitein Jack zelf gecoacht door zijn
De film bevat voldoende mooie lessen over leiderschap, en zoals ik zei over maritiem leiderschap, om deze meer dan eens te bekijken. De algemene les over complimenten geven en fouten markeren is overigens ook omgekeerd bruikbaar. Slechte leiders hebben een neiging om de regel om te draaien. Als uw baas vooral punishes in public en alleen praises in private, of erger nog helemaal geen complimenten geeft, dan heeft u de pech een erg slechte baas te hebben. Ik zou u adviseren een andere baan te zoeken, omdat recent wetenschappelijk onderzoek laat zien dat deze leiders een meer dan gemiddeld arbeidsverzuim en burn-outs veroorzaken bij hun personeel. I
aantal adelborsten dat het vak leert. Dat gaat de een beter af dan de ander. De weg naar leiderschap kent vele, en vaak pijnlijke leermomenten. Een van de jonge officieren in spe heeft erg veel moeite met zijn zelfvertrouwen. Op de kleine ruimte van een schip is dat snel zichtbaar en tijdens tegenslag ontstaat bij de bemanning onrust en disrespect voor deze jongen. Hij trekt zich dit erg aan en zijn vertrouwen groeit niet. Op een gegeven moment loopt een van de mannen erg opzichtig tegen hem aan en geeft hem een schouderduw. De jonge officier schrikt, kijkt naar beneden en doet verder niks. Het gegniffel van de bemanning is hoorbaar. Maar het incidentje is ook gezien door de commandant. Hij reageert direct en geeft een directe order aan de bootsman: "Sla die man in de boeien, zijn straf volgt nog." Dat gebeurt
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 13
Column juridische zaken
door Bert Blonk
Eigen huishouding en reiskosten Onlangs is door de rechter uitspraak gedaan op het beroep van een FVNO|MHB-lid over de invulling van het begrip ‘eigen huishouding’. De militair had het beroep ingesteld tegen een besluit op bezwaar waarin Defensie het standpunt had ingenomen dat de woonsituatie van de militair geen eigen huishouding is in de zin van het Verplaatsingskostenbesluit militairen (VKBM). Het gevolg hiervan was dat de militair geen recht had/heeft op de tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks woon-werk reizen en de reeds ontvangen tegemoetkoming moest terugbetalen.
D
e militair bewoonde met twee vrienden een woning en betaalde zijn huur aan één van hen. Juist met dit laatste had Defensie een probleem. De militair had geen eigen huurcontract met de verhuurder en was dus ook niet rechtstreeks aansprakelijk jegens deze voor o.a. het betalen van huur. Hierin zag Defensie een vorm van onderhuur die onverenigbaar is met het begrip eigen huishouding. De rechtbank oordeelde dat het voeren van een eigen huishouding ziet op de feitelijke situatie en niet op de juridische huur- of eigendomsconstructie. Volgens de rechtbank zijn er in de wet en de jurisprudentie geen aanwijzingen te vinden dat, bij de vraag of sprake is van een eigen huishouding, vooral gelet moet worden op deze juridische aspecten.
Daarnaast stelde de rechtbank vast dat bij de zogenaamde studentenhuisconstructie volgens Defensie wel van eigen huishouding sprake kan zijn. In deze constructie hebben de bewoners van een woning allen zelfstandig een huurcontract met de verhuurder. De rechtbank kwam tot het oordeel dat de juridische situatie van onderhuur van de militair geen relevant verschil opleverde in vergelijking met de studentenhuisconstructie. Voor het voeren van een eigen huishouding geldt ook de eis van aanwezigheid van eigen meubilair en stoffering. Defensie had aangevoerd dat daarvan geen sprake was, omdat de eerdere bewoners het huis al hadden gestoffeerd en gemeubileerd. De militair had echter zijn eigen kamer zelf moeten stofferen en meubileren, omdat deze kamer nog niet
voor bewoning in gebruik was. Ook had de militair keukenspullen ingebracht. De rechtbank oordeelde dit voldoende als eigen stoffering en meubilering. Het beroep werd gegrond geoordeeld en de militair komt in aanmerking voor de reiskostenvergoeding voor dagelijks woon-werkverkeer. Bij de deadline voor dit nummer van ProDef bulletin was nog niet duidelijk of Defensie tegen de uitspraak hoger beroep zal instellen. Het is echter te hopen dat dit niet gebeurt en dat Defensie deze duidelijke en realistische uitspraak zo snel mogelijk als uitgangspunt voor beleidsvernieuwing neemt. Militairen die in vergelijkbare omstandigheden verkeren kunnen zo ook snel zekerheid over hun situatie krijgen. I
Cartoon
ProDef bulletin, juni 2012 | 13
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 14
A D V E R T E N T I E
TWEEDE HYPOTHEEK
Wanneer men voor een verbouwing geld nodig heeft, zal de bank vragen om een tweede hypotheek op de woning. In de algemene voorwaarden van banken staat dat wanneer iemand een hypotheek vestigt, terwijl er al een hypotheek op het huis zit, daar voorafgaande toestemming voor nodig is van de bank die het eerste hypotheekrecht heeft. Als men bij dezelfde bank blijft is dat geen probleem. Maar als de nieuwe hypotheek bij een andere bank vandaan komt is oplettendheid geboden. In de praktijk werd meestal geen toestemming gevraagd van de bestaande financier, omdat deze niet in een slechtere positie raakte door het vestigen van een tweede hypotheek (bij een andere financier). Dat is nu veranderd naar aanleiding van een uitspraak van het Hof Amsterdam van 27 december 2011. In de zaak waarover het hof oordeelde, had een notaris een hypotheekakte gepasseerd waarin de (standaard)bepaling stond dat bij vestiging van een opvolgende hypotheek op hetzelfde woonhuis toestemming nodig was van de hypotheekbank. Een paar maanden later vestigde dezelfde notaris een tweede hypotheek op dezelfde woning zonder toestemming van de eerste hypotheekbank. De eerste hypotheekbank diende hiervoor een klacht in tegen de notaris. Het Hof van Amsterdam gaf de eerste hypotheekbank gelijk en stelde dat de notaris toestem-
ming had moeten vragen, ondanks het feit dat een eerste hypotheekbank in beginsel geen last van de tweede hypotheek zou hebben. Deze uitspraak van het Hof heeft tot gevolg dat de notaris voortaan bij het vestigen van een tweede hypotheek, altijd toestemming moet vragen aan de bestaande hypotheekhouder. Dit mag een notaris niet zomaar doen in verband met zijn geheimhoudingsplicht. Hij moet eerst aan de cliënt vragen of hij dat mag. Mag dat niet, dan moet de notaris 'dienst weigeren'. Dat betekent dat hij de akte niet mag passeren. Dat is ook het geval wanneer de eerste hypotheekbank geen toestemming geeft. Het vragen om toestemming aan de bestaande hypotheekhouders en aan de cliënt om die toestemming te mogen vragen, betekent dat de notaris meer tijd nodig heeft voor de voorbereidingen en ook meer kosten moet maken. Het is dus verstandig bij het aangaan van de tweede hypotheek vooraf te overleggen met de eerste hypotheekbank.
www.actusnotarissen.nl Websiteberichten Nieuwe veteranenwet mijlpaal voor veteranen De Veteranenwet, die op initiatief van de Kamer tot stand is gebracht, geeft de veteranen de erkenning en waardering die hen toekomt, schrijft minister Hans Hillen vandaag, 4 juni 2012, in de Veteranennota 2011-2012. Minister Hillen streeft ernaar het besluit dit jaar aan de Kamer aan te bieden. Met de inwerkingtreding van de wet worden 30.000 actief dienende militairen met uitzendervaring ook als veteraan aangemerkt. Daarnaast kunnen militairen die worden ingezet tegen terroristische acties in zowel Nederland of in het buitenland in de toekomst ook in aanmerking komen voor de status veteraan. Lees verder op
l www.ProDef.nl
Gevolgen Kunduz-akkoord desastreus voor defensiemedewerker Een nadere beschouwing van het Kunduz-akkoord, formeel het ‘Stabilisatieakkoord en –programma’
14 | ProDef bulletin, juni 2012
geheten, leert dat een aantal afspraken voor ambtenaren, maar met name voor defensiemedewerkers, desastreuse gevolgen heeft voor de koopkracht. Het betreft hier dan de nullijn en het vervallen van de onbelaste reiskostenvergoeding voor het woon-werk verkeer. Alleen deze beide maatregelen leveren voor de gemiddelde defensiemedewerker al een koopkrachtverlies op van wel 8% tot 13% !! Lees verder op
l www.ProDef.nl
Zelf uw koopkrachtverlies berekenen In het Kunduzakkoord zijn maatregelen afgesproken om met ingang van 1 januari 2013 de reiskostenvergoeding, die door de werkgever aan de werknemer wordt verstrekt voor het woon-werkverkeer, voortaan als loon aan te merken. Het gevolg is dat hierover vanaf 1 januari 2013 belasting moet worden betaald. De gevolgen van deze maatregelen voor het netto-inkomen van de individuele defen-
siemedewerker kunnen relatief eenvoudig berekend worden aan de hand van een aantal, door de MHP - de vakcentrale voor professionals, opgestelde formules. Lees verder op
l www.ProDef.nl
Waardeoverdracht verzekerings- naar bankproduct Het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Vereniging van Banken hebben een ‘Protocol Stroomlijning Kapitaaloverdracht’ opgesteld, met als doel kapitaal voortkomend uit een verzekeringsen bankproduct binnen twee weken over te dragen tussen financiële instellingen. Het gaat hierbij wel om banksparen, maar niet om waardeoverdracht tussen pensioenfondsen. Lees verder op
l www.ProDef.nl
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
10:47
Pagina 15
Haal meer uit uw lidmaatschap! Met onderstaande bedrijven en organisaties hebben we afspraken gemaakt die extra voordeel kunnen opleveren! VERZEKERINGEN MET INTERESSANTE KORTINGEN OHRA • FBTO • INTER ASSURE • INTERPOLIS HYPOTHEKEN MET GUNSTIGE VOORWAARDEN RABOBANK
En dit is nog niet
ADVISEURS VOOR HYPOTHEKEN EN VERZEKERINGEN PRINSENLAND ADVISEURS
alles, ga voor het
REIZEN MET AANTREKKELIJKE KORTING AVIS AUTOHUUR • ARKE • WEEKENDJEWEG.NL
volledige overzicht
ESSO CARD NEDERLAND
van onze voordelen,
KLEDING WEBWINKEL MET GROTE COLLECTIE
inclusief alle info
UNDERFASHION.NL
CARDS TEGEN BIJZONDERE TARIEVEN AMERICAN EXPRESS • MASTERCARD
naar: www.prodef.nl/ ledenvoordeel.
UITGEBREIDE NOTARISSERVICE ACTUS NOTARISSEN
Mailen kan ook:
PERSOONLIJKE ONTWIKKELING
[email protected]
OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND • PICOMPANY
A D V E R T E N T I E
‘FVNO Pakket Officier’
Pakket Officier biedt FVNO|MHB-leden veel voordelen Speciaal voor leden van de FVNO|MHB is een aantrekkelijk verzekeringspakket samengesteld dat u véél te bieden heeft. U krijgt namelijk extra gunstige voorwaarden en u profiteert, naast de pakketkorting, van een ledenkorting van 20% op de standaardpremies. Het Pakket Officier bestaat uit de volgende basisverzekeringen: • Inboedel Uw inboedel verzekerd op: - huisadres, legeringkamer, compound, schip - bij uitzending • Ongevallen - 24-uursdekking - gevaarlijke sporten meeverzekerd - ook dekking bij oefening en uitzending • Doorlopende reis -zeer uitgebreide dekkingsmogelijkheden - avontuurlijke sportendekking mogelijk (zoals duiken en bergsporten) • Aansprakelijkheid
Bijzondere beroepsgroep, speciale voorwaarden De verzekeringen in het Pakket Officier zijn maatwerkverzekeringen. Hiermee dekt u belangrijke privé-risico’s én beroepsrisico’s in één pakket af. Bovendien is het molestrisico gedekt indien er sprake is van een vredesondersteunende missie in opdracht van de VN of hieraan gelijkgestelde organisatie. Dit alles zonder premietoeslag! Meer weten? Spreken deze pluspunten u aan? Wij vertellen u graag meer over het Pakket Officier en kunnen u in een vrijblijvende offerte laten zien hoe groot uw voordeel is. Uiteraard kunnen kinderen en partner worden meeverzekerd. Een rechtsbijstand- of woonhuisverzekering kunt u eveneens aan het pakket toevoegen. Neem voor vrijblijvende informatie contact met ons op. BELANGRIJK! Wanneer u wordt uitgezonden, is het altijd verstandig even contact met ons op te nemen, ook als u het Pakket Officier al heeft afgesloten. Wij kunnen dan samen met u bekijken of alle risico’s zijn afgedekt voor u en uw familieleden.
Tel
010-4552500
www.prinsenland.nl
[email protected]
ProDef_opmaak _4_2012
15-06-2012
Column
10:47
Pagina 16
Door Tom Kofman, vice-voorzitter FVNO|MHB
Vijf vragen aan
De Oude Vrek Er was in een laaggelegen land (waar de drassigheid alleen te bestrijden viel met malende molens), eens een econometrist in ruste die het probleem van de staatsschuld (1) wel rauw lustte. Hij kwam gezeten achter zijn geraniums tot de idee (eureka), dat deze ‘schuld’ ook zou kunnen worden berekend op de wijze die de oosterburen van keizerin Angela (die nog niet een fractie van de schoonheid van Sissi de hare mocht noemen) zich eigen hadden gemaakt.
F
e lage landen kenden de pensioenvermogens (2), de buurman ter oosterzijde zat op een fractie daarvan en kende geen fonds voor overheidsdienaren. De enge euro-buren hanteerden vooral een omslagstelsel voor hunne pensionado’s, alwaar de laaglanders op kapitaaldekking opereerden. De pensionado-econometrist opperde om het staatspensioenfonds (3) op te heffen en met de opbrengst de staatsschuld af te lossen. Wég met het strakke keurslijf van een 60% staatsschuld, je mocht toch corrigeren voor de in pensioenfondsen belegde vermogens…? Wég met het kweken van overschotten die elders in Euroland tekorten veroorzaakten. Wég met het verwaarlozen van onderwijs en het afknijpen van staatsdienaren waaronder de Koninklijke gardisten. De Laaglanders waren verworden tot de oude vrek van Euroland, die zijn geld op bleef potten en zijn inwoners adequate scholing onthield, omdat dit te duur zou zijn... Wég met al die doemdenkers, want de onderdanen van de wijze keizer (Tennÿ) uit het land van de rijzende zon, Akihito, financierden toch ook de torenhoge staatsschuld met pensioengeld. Toen overheid en bonden (4) het staatspensioenfonds der Laaglanders verzelfstandigden leek een iegelijk opgelucht, want de aandelenkoersen leken in die jaren tot aan het firmament te stijgen en het was (5) zelfs zover gekomen dat de overheid acht jaar lang middels ‘uitnamewetten’ meende nauwelijks nog premie in de pensioenpot te hoeven storten (6). De pensionado-econometrist voerde een gegarandeerd staatspensioen in, hetgeen geen 100% garantie bood, maar wel meer zekerheid dan het drijfzand van speculatieve fondsen. Hij investeerde in zaken met lange termijn rendement, zoals onderwijs, infrastructuur en projecten met innovatieve aspecten. Onder het oude stelsel werd dit aspect verwaarloosd en was men gedoemd het pensioen geld speculatief in de vreemde te beleggen. En de Laaglanders leefden nog lang en gelukkig, of wellicht langer noch gelukkiger? Bomen die groeien tot in de hemel, het lijkt potverjandorie wel een sprookje, maar helaas die bestaan niet en dromen zijn bedrog. Wat voor pensioenland wél opgeld doet, is dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden, denk aan de 3 pensioenscenario’s uit de Argumentenfabriek van Frank Kalshoven. I
Voor de cijferfetisjisten: (1) ca. € 400 miljard (2) ca. € 900 miljard (=140% van ons nationaal inkomen; BRD: ca. 20% van dit percentage)
(3) ABP (4) 1996 (5) tussen 1982 en 1988 (6) 8,3 i.p.v.21%
Mijn naam is Ben Voermans en ik ben werkzaam als teamleider operaties bij de KMar Brigade Brabant Zuid te Eindhoven in de rang van Eerste Luitenant. Wat houdt je werk in? Ik ben lid van het Brigade Managementteam en teamleider van een team van ongeveer 30 personen. Daarnaast ben ik werkzaam als Officier van Dienst / Hulpofficier van Justitie en ben ik in ploegendienst verantwoordelijk voor de aansturing van de operatie. Onze belangrijkste taken zijn Mobiel Toezicht Veiligheid, Grensbewaking op de luchthaven en Militaire Politiedienst. Tevens ben ik Pelotons-/Sectiecommandant bij de ME.
2. Wat vind je belangrijk in je werk? Ik vind het belangrijk om te zorgen dat mijn teamleden zich kunnen concentreren op hun werk waar ze energie van krijgen en verzekerd zijn van de juiste randvoorwaarden zoals stabiliteit in de werkomgeving en aandacht voor hun ontwikkeling.
3. Merk je iets van de bezuinigingen binnen Defensie? Met name de beperkt beschikbare interne opleidingen en zeer beperkte mogelijkheden voor externe studies zijn merkbaar.
4. Hoe reageert het personeel hier op? Er is meer besef gekomen dat iedereen zelf moet zorgen aantrekkelijk te blijven voor de organisatie of moet zorgen voor een goede achtergrond om buiten Defensie aan de slag te kunnen. Er lijkt meer interesse te zijn voor arbeidsmogelijkheden buiten de KMar. Of de uitstroom ook daadwerkelijk hoger is weet ik niet.
5. Hoe zie jij je toekomst binnen/buiten Defensie? Mijn toekomst binnen Defensie zie ik ondanks mijn fase 3 contract niet als vanzelfsprekend. Het zal afhangen van de mogelijkheden die aanwezig zijn op de momenten dat ik zelf een nieuwe uitdaging zoek of dien te zoeken, of ik werkzaam zal of kan blijven binnen Defensie. Mijn passie ligt nu zeker nog bij Defensie, maar ik ervaar dat ik goed opgeleid ben aan de NLDA en vervolgstudie en voel me met mijn werkervaring sterk in mijn schoenen staan om de uitdaging buiten Defensie te zoeken. Een advies aan Defensie is om beter te monitoren welke kennis en opleidingen van medewerkers aansluiten bij de (te verwachten) behoefte van Defensie. Ik ervaar nu soms dat ambitieuze en goed opgeleide collegae erg gemakkelijk Defensie verlaten zonder dat de mogelijkheden binnen Defensie, buiten een gesprek met de directe chef, serieus besproken zijn. I
KVNRO 16 | ProDef bulletin, juni 2012
NOV