Prins Willem Alexanderschool
Een woord vooraf Dit is de schoolgids van onze Prins Willem Alexanderschool. De mogelijkheid bestaat dat u een schoolkeuze gaat maken. Elk jaar wordt deze gids volledig aangepast aan de situatie van het komende schooljaar, zodat u erop kunt vertrouwen dat u zo goed mogelijk op de hoogte wordt gesteld van de werkwijze op onze school. Het kan ook zijn dat uw kind al op school zit. In dat geval kan deze gids een praktisch hulpmiddel zijn als naslagwerk. De school is een deel van het leven. Voor de kinderen en voor u. Jarenlang loopt of fietst uw kind dezelfde weg van huis naar school en weer terug. Wist u dat uw kind in totaal zo‟n 7600 uur aan ons wordt toevertrouwd? Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een school kiest u dus met zorg. Scholen verschillen in manier van werken, sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteiten. Wij hebben voor u deze gids samengesteld om u een indruk te geven over wat we kinderen willen leren, de manier van werken, hoe zij zich bij ons op school kunnen ontplooien en hoe wij omgaan met elkaar. Deze schoolgids is gemaakt door het team van de Prins Willem Alexanderschool in samenwerking met de ouderraad en medezeggenschapsraad. De gids is dus belangrijk, omdat er gegevens in staan voor het gehele schooljaar. Wij hopen dat u onze schoolgids met veel plezier leest. Als u na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, dan horen wij dat graag. Met een vriendelijke groet, het team van de Prins Willem Alexanderschool
1
1
Onze school
1.1
Algemene gegevens
Ons adres is: Prins Willem Alexanderschool, Blankenburgsestraat 1, 4061 AR Ophemert. tel: 0344 – 651463 e-mail:
[email protected] Het huidige schoolgebouw is gebouwd in 1967. Het is in 1985 en in 2008 grondig gerenoveerd. In 2008 werd het schoolgebouw uitgebreid met twee leslokalen, kantoren en een torentje. Het gebouw heeft nu zeven leslokalen, een speellokaal en een grote gemeenschappelijke hal. Onze school is gesitueerd in een rustig dorp aan de Waal. Er bevinden zich in de buurt van het gebouw geen drukke wegen. Een aantal kinderen woont buiten de bebouwde kom van het dorp. Zij moeten een iets drukkere weg oversteken. Om die reden worden die kinderen gebracht en gehaald. Door de rustige ligging vergeten de kinderen wel eens, dat er toch andere weggebruikers kunnen zijn. Ook de ouder(s), verzorger(s) worden er voortdurend op gewezen dat ze zelf mee kunnen helpen aan een veilige schoolweg, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de fiets in goede staat is (verlichting, reflectie), dat de kleding van de kinderen opvallend is en dat auto's niet voor school geparkeerd moeten worden. We hebben met de ouders afspraken gemaakt over de rijrichting. Inrijden vanuit de Kapelstraat en wegrijden door de Groenestraat of Akkersestraat.
1.2
Aantal leerlingen
De Prins Willem Alexanderschool telt op dit moment ruim honderddertig leerlingen. De leerlingen zijn verdeeld over vijf groepen. De groepen tellen daarom gemiddeld zo‟n vijfentwintig leerlingen.
1.3
Uitgangspunten van ons onderwijs
Waar wij voor staan De Prins Willem Alexanderschool is een openbare school. Dat wil zeggen dat we werken volgens de doelstellingen van het openbaar onderwijs zoals die vastgelegd zijn in de wet. Leerlingen van elke godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging zijn welkom én gelijkwaardig. Wij geven onze lessen dus niet vanuit een bepaalde maatschappijopvatting of levensbeschouwelijke visie. Wij willen een school zijn met aandacht voor ieder kind, zonder de gemeenschappelijke belangen uit het oog te verliezen.
Doelstelling Onze school richt zich op de individuele leerling en heeft daarbij de drie basisbehoeften van kinderen „competent, autonoom en relatie‟ steeds voor ogen. Voor iedere leerling streeft de school naar een zo hoog mogelijk onderwijsniveau. De basisschool heeft in onze opvatting een tweeledige taak: Allereerst het aanleren van de basisvaardigheden die kinderen nodig hebben om met succes de opleiding die zij na de basisschool kiezen te kunnen doorlopen en later een beroep uit te oefenen. Het gaat daarbij vooral om de cognitieve (=leer) vaardigheden. Daarnaast vinden wij dat de school, in aansluiting op het gezin, een taak heeft bij het ontwikkelen van de persoonlijkheid van de leerling. Dit betekent dat ook sociale en creatieve vaardigheden een belangrijke rol spelen in ons onderwijs.
2
Uitgangspunten Kwaliteit van het onderwijs Onze school streeft naar kwalitatief goed onderwijs. In de volgende punten is dit zichtbaar: Degelijkheid: met betrekking tot de ontwikkeling van kennis en inzicht van de leerlingen ligt het accent op de „klassieke‟ kerntaken zoals rekenen, taal, lezen, aardrijkskunde e.d. Het team werkt actief aan verbetering van de kwaliteit van dit onderwijsaanbod, onder andere door invoering van nieuwe didactische werkwijzen en aanschaf van moderne leermaterialen en lesmethodes. Aansluiting bij onderwijskundige ontwikkelingen: met een realistische kijk op de mogelijkheden worden moderne onderwijskundige inzichten in het onderwijs verwerkt. Het gaat bijvoorbeeld om: - zelfstandig werken in de groep; - onderwijs en zorg op maat; - onderwijs op verschillende niveaus binnen de klas. Planmatig te werken met ons schoolplan 2012-2016. Kwaliteitsbewaking: om richting te geven aan de verbetering van ons onderwijs onderzoekt de school structureel de kwaliteit van haar onderwijs. De resultaten daarvan worden besproken met de MR en voor de ouders zichtbaar gemaakt. Persoonlijke vorming Een tweede kenmerk van onze basisschool is het grote belang dat we hechten aan de persoonlijke vorming van de kinderen. We willen leerlingen bewust maken van de verschillende culturele en levensbeschouwelijke invalshoeken die er in onze samenleving zijn, zodat ze leren met respect voor de ander persoonlijke keuzes te maken. In de volgende punten is dit zichtbaar: Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs: wekelijks wordt levensbeschouwelijk onderwijs gegeven vanuit 2 stromingen: humanistisch en godsdienst (facultatief). Vormingsonderwijs in de groep: groepsleerkrachten besteden aandacht aan normen en waarden en de levensbeschouwelijke achtergronden daarvan. Ze stimuleren vooral het gesprek hierover tussen leerlingen. Cultuuronderwijs: op verschillende manieren worden de leerlingen in aanraking gebracht met cultuur en cultuurverschillen. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de culturele achtergronden van verschillende volken en bevolkingsgroepen. Persoonlijke vaardigheden: leerlingen leren zich te presenteren via dramalessen, spreekbeurten en werkstukken. De leerling wordt gestimuleerd om zelfstandig, hulpvaardig en creatief te zijn. Zowel voor het onderwijs als voor persoonlijke vorming geldt dat een goede sfeer op school een voorwaarde is. Die sfeer die zeer bewust wordt nagestreefd uit zich in: een open leerklimaat dat veilig en stimulerend is voor kinderen een open communicatie met ouders een prettige en stimulerende werksfeer met medewerkers
1.4
De ambitie van de school Alle scholen maken keuzes hoe ze de kerndoelen willen realiseren. Ook wij hebben dat gedaan. Hieronder vindt u kenmerken van ons onderwijs: Op grond van politieke overtuiging, kerkelijke gezindheid, ras, geslacht, afkomst, enzovoort zal geen enkele leerling geweigerd worden; We sluiten aan bij de competenties van iedere leerling. Met competentie bedoelen we de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen;
3
We laten de kinderen autonoom werken. Met autonoom bedoelen we dat we de kinderen zelfsturend/zelfstandig laten werken; We laten de kinderen in relatie leren. In relatie betekent dat we de kinderen zo veel mogelijk met en van elkaar laten leren, in samenhang, aansluitend bij hun belevingswereld; Het kind gaat met plezier naar school en voelt er zich veilig, vertrouwd en gewaardeerd. Dit zich op school thuis voelen is voorwaardelijk voor de ontwikkeling van leren, bewegen, voelen, uiten en creativiteit; Zelfwerkzaamheid van de leerlingen wordt gestimuleerd; We laten kinderen veelvuldig samenwerken; Kinderen werken met dag- en weektaken; Het leveren van prestaties wordt van alle leerlingen verlangd. Van ieder op het eigen niveau; In de komende jaren zal de onderwijskundige ontwikkeling zich richten op “meervoudige intelligentie” en “meerbegaafdheid”; Ouderraad en medezeggenschapsraad hebben een belangrijke taak in het waarborgen van de inspraak en de rechten van ouders; Actieve pluriformiteit; de school is ontmoetingsplaats van mensen met allerlei meningen; Mondigheid en openheid wordt nagestreefd;
Uiteraard streven we binnen het tijdvak van acht aaneensluitende jaren naar een doorgaande ontwikkeling van het kind. Dit houdt onder andere in dat leerstof en leermiddelen op elkaar afgestemd zijn. Ook in het leerproces werken we zoveel mogelijk op dezelfde manier met kinderen, waardoor de doorgaande lijn nog meer gewaarborgd wordt. Wij vinden het belangrijk dat de leerling zich geborgen voelt op onze school en vertrouwen heeft in de leerkracht(en), in de groep en in zichzelf.
1.5
De accenten in het komend schooljaar ter verbetering van ons onderwijs Middels de zgn. LEA- gelden besteden we extra aandacht aan woordenschat en begrijpend lezen. De komende jaren wordt dit gecontinueerd. M.i.v. dit schooljaar wordt met een nieuwe methode Engels gewerkt: “Take it easy”. Bij deze methode worden native speaking co-teachers via het digibord ingezet. We starten met alle groepen vanaf groep 1. Ook starten we met Levensbeschouwing door de leerkrachten zelf gegeven. Daarbij maken de leerkrachten gebruik van de methode Heb ‟t lef. De muzieklessen Windvlaag en Blazersbende voor de leerlingen van groep 5 en 6 starten in september. In samenwerking met professionele muziekdocenten en door het beschikbaar stellen van instrumenten door Harmonie Euphonia Ophemert maken de leerlingen kennis en leren omgaan met muzieknotatie en het bespelen van een instrument. De school en de bibliotheek Rivierenland hebben een contract afgesloten voor de komende drie jaar: “Bibliotheek op school”. De bieb zorgt voor een actuele en aantrekkelijke boekencollectie op school, bestaande uit 2 boeken per leerling voor groep 1 t/m 8. Deze collectie wordt 2 keer per jaar gewisseld, te weten in de zomer en in het voorjaar. Verder zal een lees-/mediacoach de school adviseren en ondersteunen. De onderbouw zal ook enkele malen de bibliotheek in Huis op Hemert gaan bezoeken. Ook de leerlingenraad start dit schooljaar. Wij vinden het belangrijk dat ook de leerlingen bij het wel en wee van de school betrokken worden. In deze leerlingenraad zijn leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 vertegenwoordigd door leerlingen die – op democratische wijze – door medeleerlingen gekozen zijn. Zo maken onze leerlingen op jonge leeftijd kennis met het feit dat je eigen gelijk niet altijd het “groepsgelijk” is en dat je gezamenlijk tot goede beslissingen en resultaten kunt komen. Samen met de naast de Prins Willem Alexanderschool gelegen peuterspeelzaal Dikkie Dik, wordt het Boekenbas project gevolgd. Er zal een doorgaande lijn van peuter naar kleuter ontstaan. Ook het KIJK leerlingvolgsysteem begint bij de peuters en wordt op de basisschool voortgezet.
4
1.6
Het bestuur van de Prins Willem Alexanderschool
Onze school valt, net als de andere openbare scholen van Geldermalsen en Neerijnen, onder het bestuur van de Stichting Fluvium. Fluvium heeft een bestuur dat gevormd wordt door de algemeen directeur en een raad van toezicht, welke gevormd wordt door vijf leden. Dit wordt het Bevoegd Gezag genoemd. Concreet betekent dit dat Stichting Fluvium: de werkgever is van het personeel dat op onze school werkt ; de financiën verschaft die nodig zijn voor de leer - en hulpmiddelen; het algemene onderwijsbeleid bepaalt ; allerlei praktische (organisatorische) zaken regelt. Het Bevoegd Gezag wordt in zijn taken bijgestaan door het bestuursbureau van Stichting Fluvium onderwijszaken.
2
De organisatie van ons onderwijs
2.1
De samenstelling van het team
Het team bestaat uit: twee directieleden, acht leerkrachten en een conciërge. De meeste groepen hebben twee leerkrachten die parttime werken. Twee groepen hebben een fulltime leerkrachten die enkel tijdens hun Adv-dagen vervangen worden. Daarnaast hebben onze kinderen nog met verschillende andere mensen te maken, zoals directie, invalleerkrachten bij ziekte of compensatieverlof, vakleerkrachten enzovoort. Naast het lesgeven vervullen enkele groepsleerkrachten ook andere taken. De taken binnen de school zijn verdeeld. Sommige taken kosten meer tijd dan andere. Voor die grotere taken wordt een leerkracht soms vrij geroosterd. Een vaste vervang(st)er neemt dan de groep over. Na schooltijd maakt een schoonmaakbedrijf de school schoon.
Andere vaste taken binnen onze school: Intern Begeleider (IB) Twee leerkrachten zijn werkzaam als intern begeleider. De IB‟ers coördineren de hulp aan de leerlingen en houden de doorgaande lijn in de gaten. Onze IB‟ers zijn dus de leerkrachten behulpzaam bij het begeleiden van kinderen, het controleren van groepsoverzichten en groepsplannen en het helpen ontwikkelen van handelingsplannen. Daarnaast kunnen zij adviseren bij het kiezen van speciaal materiaal uit onze orthotheek. De IB‟ers nemen in voorkomende gevallen ook toetsen af. De IB‟ers zijn allebei één dag vrijgesteld van lesgevende taken.
ICT coördinator De ICT coördinator zorgt ervoor dat de computers op een goede manier gebruikt worden en de juiste programma‟s geïnstalleerd worden. Daarnaast geeft deze coördinator gestalte aan ons ICTbeleidsplan. Hierin staat beschreven hoe leerlingen met computers dienen om te gaan en welke vaardigheden wij aanleren.
Bedrijfshulpverlener/preventiemedewerker ARBO is gericht op verbetering van veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk, alsmede het terugdringen van ziekteverzuim. De directeur heeft deze taak. Tevens coördineert de directeur de bedrijfshulpverlening, gericht op EHBO en het ontruimingsplan. Binnen het team zijn drie mensen geschoold voor bedrijfshulpverlening. Eén van de BHV‟ers is preventiemedewerker. Deze heeft een controlerende en adviserende taak.
5
Alle andere taken, voortkomend uit een goed functionerende onderwijsinstelling, worden vastgelegd in het taakbeleid en gelijkelijk over alle leerkrachten verdeeld. Stagiair(e)s Gedurende het schooljaar kan het voorkomen dat er een of meerdere studenten stage op onze school lopen. Zij kunnen van diverse hogescholen komen omdat de PWA centraal tussen drie PABO‟s ligt. Verder staat onze school open voor onderwijsassistentes van het ROC uit Tiel. De stagiair(e)s lopen stage in verschillende groepen. De eindverantwoordelijkheid van de door de stagiair(e)s gegeven lessen blijft altijd bij de desbetreffende leerkracht.
2.2
De leeractiviteiten van de kinderen
Het leersysteem Uitgangspunt is het basisleerstof-jaarklassen-systeem. Hierbij krijgen alle leerlingen in dezelfde groep gelijke leerstof (basisleerstof). Uitgaande van deze basisleerstof krijgen kinderen meer of minder leerstof aangeboden, al naar gelang hun capaciteiten. Beoordeling van de capaciteiten gebeurt onder meer door toetsing en observatie. Met behulp van de Cito-toetsen en het registratiesysteem van ParnasSys kunnen we snel constateren of een leerling/groep voldoet aan de eisen.
2.3
Wat en hoe leert mijn kind?
Lesactiviteiten Activiteiten in de kleutergroepen De ontwikkeling bij jonge kinderen wordt vooral bepaald door de wisselwerking tussen kind en ervaringswereld. Een wereld of omgeving van dingen, planten, dieren en mensen. In ons onderwijs proberen we aan te sluiten bij wat bij de kinderen leeft en bij de natuurlijke behoefte van het kind om de omgeving te willen verkennen. Toch willen we een zekere sturing van de leerprocessen niet uit de weg gaan, want ontwikkeling gaat niet vanzelf. Kinderen rekenen op onze steun om die ontwikkeling, actief lerend, te verwerven. Kinderen ontwikkelen zich op verschillende gebieden. Zo onderscheiden we de persoonlijke ontwikkeling (zelfbeeld), de lichamelijke ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling (kennis), de zintuiglijke ontwikkeling en de sociale ontwikkeling. Onze aanpak en de beschikbare materialen zijn erop gericht de kinderen in de gelegenheid te stellen zich op al deze bovengenoemde gebieden te ontwikkelen. We streven naar brede ontwikkelingsdoelen, die erop gericht zijn om ons houvast te geven om evenwichtig ontwikkelingsgericht onderwijs te realiseren. We zetten deze doelen hieronder voor u op een rij:
Exploreren: op basis van een gevoel van veiligheid en geborgenheid wordt het kind gestimuleerd de wereld om zich heen te ontdekken. Uitingsvaardigheden: het kind helpen bij de natuurlijke behoefte om wat is meegemaakt of wat in het kind omgaat te uiten via spel en tal van andere (expressie)activiteiten. Samen spelen en samen werken: de school is bij uitstek de plaats waar het nog sterk ikgerichte kind leert rekening te houden met anderen. Redeneren, samenhangend weten en begripsvorming: jonge kinderen zien veel minder dan volwassenen de samenhang tussen wat er om hen heen gebeurt. De school heeft de taak het vele dat de kinderen al weten te structureren in een samenhangend geheel van begrippen. Door kinderen opdrachten te geven waarbij ze manieren moeten vinden om problemen op te lossen, ontwikkelt zich het logisch redeneren.
6
Vooruit- en terugdenken: jonge kinderen leven sterk in het moment. In concrete situaties en met tal van activiteiten leren kinderen zich te oriënteren in de tijd, vooruit te denken en krijgen zij geleidelijk oog voor opeenvolging en verandering. Communiceren: voortdurend worden de kinderen in situaties gebracht die zij delen met anderen en waarin zij op allerlei manieren, via woord en gebaar, maar ook door symbolen als tekeningen en lettertekens, moeten communiceren. Experimenteren en onderzoeken: eigenschappen van dingen worden pas echt ontdekt wanneer ze met die dingen kunnen experimenteren. Juist in onze cultuur, die sterk een “kijk- en wijscultuur” is geworden, is het van onschatbare waarde dat kinderen veel actieve kennis opdoen. Vastpakken, voelen, betasten, ruiken, van alle kanten bekijken, proeven, lospeuteren enzovoort vormen een belangrijke basis voor het leren. Zelfstandigheid: hierbij denken we niet alleen aan zelfredzaamheid, maar ook aan dingen als weten wat je wel en niet aankunt, verantwoordelijkheid dragen voor afgesproken activiteiten, samen met anderen een klusje uitvoeren, voor jezelf en anderen opkomen en rekening houden met anderen. We willen het kind leren zelfstandig te denken en te handelen opdat het zo voor zichzelf (en geleidelijk ook steeds meer voor anderen) zorg en verantwoordelijkheid leert te dragen.
Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. We praten veel met de kinderen over verschillende dingen. We hopen dat zij daardoor allerlei woorden leren en goed leren spreken. Dat is namelijk het allerbelangrijkste als voorbereiding op het latere taal- en rekenonderwijs. Door het gericht aanbieden van materialen geven wij sturing aan de ontwikkeling van het kind. We werken met de methode “Kleuterplein”. In ieder projectthema worden zoveel mogelijk activiteiten gedaan die voor het bereiken van de ontwikkelingsdoelen van belang zijn en waarbij zoveel mogelijk geprobeerd wordt aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Seizoensgebonden thema‟s als de herfst of de lente komen natuurlijk elk jaar aan bod. De ontwikkeling van ieder kind wordt in groep 1 en 2 met een uitgebreid observatiesysteem bijgehouden. Op deze manier kunnen we eventuele problemen vroegtijdig signaleren. We maken voor de oudste kleuters ook nog gebruik van CITO-toetsen op het gebied van (voorbereidend) taal en rekenen. Samen met de observatiegegevens voorzien zij de leerkracht van een duidelijk beeld van een kind. Kleutergym Voor de kleutergym wordt gebruik gemaakt van het eigen speellokaal in het schoolgebouw. Voor deze gymles is geen speciale kleding nodig. Warme bovenkleding laten we uittrekken. We vragen u, om uw kind makkelijke kleding te laten dragen, zodat ze zich zoveel mogelijk zelf kunnen aan/uitkleden. Daarnaast is het nodig om gymschoentjes aan het kind mee te geven. Deze worden op school bewaard. Daarom moeten ze duidelijk gemarkeerd worden met de naam van het kind. Wanneer het weer het toelaat wordt er buiten gespeeld. Bij slecht weer wordt er twee maal per dag binnen lesgegeven. Activiteiten in de groepen 3 t/m 8 Lezen Op onze school beginnen de kinderen te lezen in groep 3. Dit gebeurt aan de hand van de methode Veilig leren lezen. Vanaf groep 4 wordt er behalve aan het technisch lezen (het kunnen lezen van teksten) ook aandacht besteed aan het begrijpen van teksten. We hebben gekozen voor een methode die het mogelijk maakt om het begrijpend lezen gedifferentieerd (op verschillende niveaus) aan te bieden. Deze methode heet Goed gelezen.
7
In de groepen 4 t/m 8 besteden we op meerdere manieren aandacht aan het voortgezet technisch lezen. De methode Estafette biedt een gedifferentieerd aanbod per groep voor het voortgezet technisch lezen. Daarin wordt tevens aandacht besteed aan leesmotivatie en leesplezier. De school en de bibliotheek Rivierenland hebben een contract afgesloten voor de komende drie jaar: “Bibliotheek op school”. De bieb zorgt voor een actuele en aantrekkelijke boekencollectie op school, bestaande uit 2 boeken per leerling voor groep 1 t/m 8. Deze collectie wordt 2 keer per jaar gewisseld, te weten in de zomer en in het voorjaar. Verder zal een lees-/mediacoach de school adviseren en ondersteunen. De onderbouw zal ook enkele malen de bibliotheek in Huis op Hemert gaan bezoeken. Taal/Spelling Groep 4 t/m 8 gebruikt de methode Taal Actief. Deze methode biedt op een eigentijdse manier het taalonderwijs aan. Wij besteden naast spelling en woordenschat veel aandacht aan leren praten, luisteren naar wat de ander precies zegt en daarop goed te antwoorden. Wij leren de kinderen hun mening onder woorden te brengen. Taal Actief geeft ons mogelijkheden om onderwijs op niveau te geven, doordat er gewerkt wordt met basisstof, herhalingsstof en verrijkingsstof. Op niveau werken houdt in dat er kinderen zijn die In tempo verschillen: het ene kind mag voor het bereiken van een doel meer leertijd gebruiken dan het andere. In einddoel verschillen: niet alle leerlingen hebben het vermogen dezelfde einddoelen te bereiken. Schrijven Onze schrijfmethode Pennestreken sluit aan op de methode Veilig Leren Lezen. De methode leert kinderen verbonden schrift (dit zijn schrijfletters, geen blokletters.) De doorgaande lijn zorgt ervoor dat leerlingen in groep 8 uiteindelijk hun eigen, goed leesbare handschrift hebben ontwikkeld. Daarnaast krijgen ze in de loop van de jaren ook andere schrijfvormen aangeboden als: sierletters, blokletters en schrijven met Oost-Indische inkt. Rekenen Voor het rekenonderwijs hebben wij gekozen voor de realistische rekenmethode Wereld in getallen. Dit houdt in dat de kinderen leren rekenen door het oplossen van praktische problemen, die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Het rekenen moet betekenis hebben voor de kinderen. Er wordt gewerkt met thema‟s als “sportwedstrijden” waar de rekenopgaven gerelateerd zijn aan bv. het uitrekenen van rondetijden, afstanden van atletieknummers enzovoort. Kinderen leren ook grafieken te lezen of te maken. Ook deze methode werkt met basisstof, herhalingsstof en verrijkingsstof. Elk blok wordt afgesloten met een toets waarna de kinderen een eigen programma krijgen gericht op de vaardigheden die ze “nog” moeten oefenen. Aardrijkskunde Vanaf groep 5 wordt de methode Meander gebruikt. Groep 5 werkt voorbereidend voor het aanleren van het lezen van kaarten en legenda‟s. Vanaf groep 6 komt er topografie bij, die in samenhang is met gebieden en landen die behandeld worden. Groep 6 behandelt Nederland, groep 7 Europa en groep 8 de wereld. Geschiedenis De methode Speurtocht wordt vanaf groep 5 gebruikt. Ook hier is groep 5 vooral oriënterend bezig en wordt vanaf groep 6 de geschiedenis voornamelijk chronologisch behandeld. Groep 6 begint met de prehistorie en dat gaat via groep 7 en 8 naar het jongste verleden en het heden. Regelmatig wordt het verleden met het heden vergeleken om te kijken naar overeenkomsten en verschillen. Natuuronderwijs
8
Vanaf groep 5 werken we met de items uit Nieuws uit de natuur. Deze TV serie voor natuur en techniek maakt kinderen enthousiast voor de levende en niet-levende natuur. Respect en zorgzaamheid komen hierbij aan bod. Engels Bij Engels wordt gewerkt met de methode Take it easy. Deze methode begint al vanaf groep 1/2 en heeft als belangrijkste doelstelling de kinderen de Engelse taal te leren kennen en er in te communiceren. De uitspraak en het vergroten van de spreekdurf en de woordenschat in de Engelse taal zijn belangrijke doelen naast het leren schrijven van eenvoudige woorden, zinnen en verhaaltjes. We hebben voor een methode gekozen die goed aansluit bij de leefwereld van het kind. De verhalen, teksten en liedjes die grotendeels via het digitale schoolbord worden aangeboden, passen in deze tijd en daardoor leren de kinderen gesprekken te voeren over onderwerpen die ze in de praktijk goed kunnen gebruiken. Verkeer De methoden Stap Vooruit voor groep 4, Op voeten en fietsen voor groep 5/6 en de Jeugd Verkeerskrant voor groep 7/8 bieden een theoretisch en praktisch aanbod. Veilig Verkeer Nederland zorgt ervoor dat de methode up to date blijft. In groep 7 worden de kinderen voorbereid op de theoretische en praktijkproef. Ze kunnen dan het verkeersdiploma behalen. Actief burgerschap Wij zien het als een taak van de school kinderen op te voeden tot evenwichtige, fatsoenlijke, democratische, participerende, coöperatieve en algemeen ontwikkelde burgers van de Nederlandse samenleving. Zij moeten goed met anderen om kunnen gaan en deel kunnen nemen aan de samenleving. Wij besteden aandacht aan sociale vaardigheden bij de leerlingen, de basiswaarden en aan beleefdheid en regels in de omgang met elkaar. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen. Daarbij richten wij ons op de volgende hoofddoelen: We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met de medemens. Leerlingen kunnen verantwoord omgaan met hun omgeving, rekening houden met elkaar en ontwikkelen een gevoel voor eigenwaarde. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema‟s te verwoorden. Leerlingen hebben respect voor de vrijheid van meningsuiting en zijn in staat inclusief te denken. We voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. De kinderen hebben de wil om onbaatzuchtig bij te dragen aan de samenleving. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. Kanjertraining Leerlingen verwachten een schoolomgeving waarin ze tot hun recht komen en kunnen leren. Ouders verlangen een school die goede leerresultaten weet te behalen en de veiligheid van hun kinderen weet te waarborgen. Leerkrachten verlangen een school waar ze op een normale manier les kunnen geven. De Kanjertraining heeft lesmateriaal ontwikkeld voor het basisonderwijs en de brugklassen van het Voortgezet Onderwijs. De Kanjerlessen zijn effectief, duidelijk, verhelderend en helpen kinderen een keuze te maken in hun gedrag. De lessen gaan uit van een positieve levensvisie en zijn toekomst- en
9
Oplossingsgericht voor zowel kinderen, leerkrachten als ouders. Met Kanjerlessen kunnen veel gedragsproblemen worden voorkomen. Maar het is ook mogelijk een moeilijke klas weer “goed op de rails” te zetten, zodanig dat de leerlingen zich weer op een normale manier kunnen en durven uiten. De Kanjerlessen zijn niet zomaar te geven door een leerkracht. Daarvoor moet een opleiding worden gevolgd. Eenmaal getraind weet de leerkracht als Kanjertrainer waar de schoen wringt bij de leerlingen en hoe moet worden gehandeld. De leerkracht maakt in de uitvoering van de lessenreeks gebruik van een uitgebreide handleiding. Met de Kanjertraining bereiken we de volgende doelen: De leerkracht wordt gerespecteerd Pestproblemen worden hanteerbaar / lossen zich op Leerlingen durven zichzelf te zijn Leerlingen voelen zich veilig Leerlingen voelen zich bij elkaar betrokken Leerlingen kunnen hun gevoelens onder woorden brengen Leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen. Op de Prins Willem Alexanderschool zijn of worden alle leerkrachten opgeleid tot gecertificeerd Kanjertrainer. Expressie Het vakgebied expressie verdelen wij in muzikale vorming, tekenen, handvaardigheid, bewegingsonderwijs en dramatische expressie. Een deel van de middagen wordt hieraan besteed. De ontwikkeling van kinderen bestaat niet alleen uit verstandelijke ontwikkeling. Juist ook vaardigheden als: je presenteren, je in kunnen leven, je kunnen uiten, ruzies op kunnen lossen, enzovoort is van groot belang. De vorming tot “hele mens” is voor de Prins Willem Alexanderschool heel belangrijk. Tijdens deze vakken wordt daar veel aandacht aan besteed. Wij maken voor muziek gebruik van de methode: Muziek moet je doen. De muzieklessen Windvlaag en Blazersbende voor de leerlingen van groep 5 en 6 starten in september. In samenwerking met professionele muziekdocenten en door het beschikbaar stellen van instrumenten door Harmonie Euphonia Ophemert maken de leerlingen kennis en leren omgaan met muzieknotatie en het bespelen van een instrument. Techniek Voor het leergebied “Oriëntatie op Natuur en Techniek” maken wij voor het onderdeel techniek gebruik van de Techniekkasten. Het doel van de activiteiten is, dat kinderen op een zeer gevarieerde wijze en op een actieve manier ervaringen opdoen met techniek. Levensbeschouwelijkonderwijs en godsdienst Op onze school is er keuze uit twee vormen; godsdienst, gegeven door een bevoegde externe leerkracht en levensbeschouwing door de eigen leerkracht. Hiervoor is de methode “Heb ‟t lef” aangeschaft. Beweging Net als in de afgelopen jaren zullen ook in het komende schooljaar gymnastieklessen gedeeltelijk gegeven worden door onze vakleerkracht lichamelijke opvoeding. Deze is op dinsdagmorgen aan ons team toegevoegd. Hij werkt met de kinderen van groep 3 t/m 8. Voor de lessen geldt, dat de leerlingen passende kleding moeten dragen. Deze kleding mogen ze daarna niet in de klas aan hebben. Uit hygiënische en veiligheidsoverwegingen is het verplicht de kinderen gymschoenen te laten dragen. Deze mogen natuurlijk alleen in de gymzaal gedragen worden. Daarnaast krijgen alle groepen nog les van hun eigen leerkracht. Schooltelevisie Alle groepen volgen regelmatig de uitzendingen van de Nederlandse Onderwijs Televisie (NOT). Deze programma‟s sluiten aan of zijn een goede aanvulling op ons lesprogramma.
10
Computeronderwijs Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen leren omgaan met de computer. Alle groepen beschikken over een netwerk met minimaal drie computers bij de kleuters tot vier computers in de bovenbouw. Het programma-aanbod is rijk en gevarieerd. Sommige programma‟s zijn gekoppeld aan een methode bijvoorbeeld voor taal en spelling. In iedere groep wordt gebruik gemaakt van softwareprogramma‟s die zo goed mogelijk aansluiten bij de actuele leersituatie van de groep. Bij veel programma‟s is afstemming mogelijk op de individuele mogelijkheden van een kind. In de groepen 1 en 2 raken de leerlingen vertrouwd met de computer en worden “muisvaardig”. Het accent ligt op het leren omgaan met de p.c. In groep 3 t/m 8 worden de computers gebruikt ter verrijking en verdieping van de aangeboden leerstof. Ook valt te denken aan het verwerken van teksten. Het computeronderwijs wordt steeds verder uitgebreid. We hebben een aansluiting op kennisnet/internet. Via het netwerk kunnen de kinderen op een veilige manier kennis maken met de digitale wereld. In de groepen 1 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van digitale borden, die in plaats zijn gekomen van het krijtbord. De digitale borden zijn d.m.v. een beamer verbonden met de computer in de groep. De leerkracht kan hiermee interactief les geven door verbinding te maken met het internet. Er is digitaal lesmateriaal beschikbaar via instanties waarmee een abonnement is afgesloten of de leerkracht heeft zelf digitale lessen voorbereid. Ook leerlingen mogen gebruik maken van het digitale bord d.m.v. PowerPoint presentaties en ze maken onder toezicht verbinding met het Internet. Een doel van deze lessen is kinderen te leren veilig met het internet om te gaan.
2.4
Huiswerk
Huiswerk wordt in principe niet meegegeven aan de onderbouwleerlingen. Wel kan het incidenteel voorkomen dat er in overleg met de ouders gekozen wordt voor extra begeleiding thuis, bijvoorbeeld door elke dag tien minuten samen met het kind te lezen. Structureel wordt, als voorbereiding op het voortgezet onderwijs, vanaf groep 5 huiswerk gegeven. Dit huiswerk kan voor alle groepen bestaan uit wereldoriëntatie (samenvattingen van de behandelde blokken uit de methode), woordenschat, rekenopgaven, etc. Groep 8 krijgt oefenstof met grafieken en tabellen op. Verder wordt aandacht besteed aan het voorbereiden van een spreekbeurt, boekbespreking of het maken van werkstukken voor wereldoriëntatie.
2.5
Sporttoernooi
We houden jaarlijks een scholensportdag. Hieraan doen de groepen 5, 6, 7 en 8 van onze school mee. Ook uit Est, Opijnen en Varik doen de leerlingen mee. Deze sportdag wordt meestal in mei/juni gehouden.
3
De zorg voor onze leerlingen
3.1
Passend Onderwijs
Wat betekent Passend Onderwijs? Op 1 augustus 2014 is een nieuw stelsel voor passend onderwijs gestart. Vanaf deze datum heeft elk schoolbestuur 'zorgplicht'. Dit wil zeggen dat besturen wettelijk verplicht zijn alle kinderen passend onderwijs te bieden. Niet elke school hoeft alle kinderen op te vangen. Kan een school geen passend onderwijs geven? Dan zoekt de school binnen het samenwerkingsverband een school die
11
dat wel biedt. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspreken wie welke kinderen het beste onderwijs kan bieden. De Prins Willem Alexanderschool maakt deel uit van het samenwerkingsverband Betuws Passend Onderwijs. (BePO)
3.2
Belangrijke kaders
1. Door de invoering van de zorgplicht krijgt de school /schooldirecteur, meer nog dan nu (eind-) verantwoordelijk voor de leerlingenzorg. De directeur wordt bij het vervullen van de zorgplicht ondersteund door de intern begeleider van de school, een adviseur van BePO en een schoolmaatschappelijk werker die indien nodig, korte lijnen heeft met de jeugdhulpverlening. 2. De rugzak verdwijnt. Omdat extra ondersteuning op basis van de ondersteuningsbehoefte van de betreffende leerlingen uniek is en elke aanvraag daarom anders zal zijn, spreken we voortaan van een “arrangement”. We arrangeren als het ware iets dat speciaal voor dit specifieke kind nodig is. 3. Het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs blijven gewoon bestaan. Er zijn echter niet meer verschillende verwijsprocedures bij verschillende instanties. Alle aanvragen voor een lesplaats op een school voor speciaal (basis-) onderwijs lopen via BePO waar een team van deskundigen (expertiseteam) de aanvragen voor een lesplaats beoordeelt. Bij een positieve beoordeling geeft BePO een “toelaatbaarheidsverklaring” af. 5. BePO probeert extra ondersteuning zoveel mogelijk in de eigen omgeving van de leerlingen te organiseren. 6. Passend Onderwijs gaat uit van handelingsgericht werken. Dat betekent concreet dat er meer gekeken gaat worden naar de mogelijkheden van de leerlingen dan naar de belemmeringen. Bij handelingsgericht werken willen we antwoorden vinden op de volgende vragen: Welk doel willen we met deze leerling bereiken? Wat is daarvoor nodig? Hoe gaan we dat organiseren? Wie gaat dat doen? Waar gaan we dat organiseren? 7. Het is de bedoeling dat ouders en school als partners samenwerken indien het gaat om de zorg of extra ondersteuning rond een leerling. 8. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel (zie verder). In dit profiel beschrijft de school welke extra ondersteuning de school wel en niet kan bieden. U kunt dit profiel inzien bij de directeur. De ontwikkelpunten uit het ondersteuningsprofiel zijn verderop weergegeven. Voor meer en uitgebreide informatie over Passend Onderwijs verwijzen wij u naar de volgende websites: www.BePO.nl Stichting Betuws Passend Primair Onderwijs Het samenwerkingsverband waar onze school toe hoort met veel actuele informatie over Passend Onderwijs specifiek voor onze regio. www.passendonderwijs.nl Het centrale informatiepunt voor de implementatie van passend onderwijs van het ministerie van OCW. www.steunpuntpassendonderwijs.nl Website over Passend Onderwijs, speciaal voor ouders.
3.3 Een korte omschrijving van de organisatie van samenwerkingsverband (swv) BePO Door regionaal samen te werken kunnen de besturen en de scholen meer bieden dan nu. Schoolbe-
12
sturen en scholen vullen elkaar aan en versterken elkaars kwaliteiten. BePO wil denken vanuit de behoeften van kinderen met als motto 'passend onderwijs voor elke leerling'. Uitgangspunt is daarbij dat kinderen zoveel mogelijk op een reguliere school met succes het basisonderwijs doorlopen, eventueel met extra ondersteuning. Dit lukt niet altijd, soms is specifieke begeleiding nodig. Voor sommige kinderen is een tijdelijke of langdurige plaatsing op een (zeer) gespecialiseerde onderwijsinstelling de juiste aanpak. Welke 3 niveaus van onderwijsvoorzieningen hanteert BePO?
Basisondersteuning Plusondersteuning Speciale ondersteuning
In het schoolondersteuningsprofiel heeft elke basisschool vastgelegd welke mogelijkheden zij kan inzetten om passend onderwijs te bieden voor de leerlingen. Het profiel sluit aan op de BePO kwaliteitstandaard basisondersteuning.
Wat is basisondersteuning? Basisondersteuning gaat over het onderwijs en de ondersteuning die elke basisschool minimaal levert aan haar leerlingen. Basisondersteuning omvat het onderwijsprogramma dat de school voor haar leerlingen verzorgt inclusief de daarmee samenhangende ondersteuning. Het gaat hierbij om leerstofaanbod, didactische aanpak, pedagogische aanpak, klassenmanagement, schoolklimaat. Het schoolteam van elke basisschool voert de basisondersteuning uit. Concreet houdt dit in dat de groepsleerkracht in samenwerking met het schoolteam onderwijs en ondersteuning geeft aan een groep leerlingen. Basisondersteuning is erop gericht dat elke leerling zich in een ononderbroken proces kan ontwikkelen en daarbij de kerndoelen van het basisonderwijs behaalt. Het schoolbestuur zorgt ervoor dat elk van haar basisscholen basisondersteuning levert op tenminste het vastgestelde kwaliteitsniveau. De basisondersteuning wordt bekostigd vanuit de lumpsum vergoeding die elk schoolbestuur van de overheid ontvangt. Voor de kwaliteitsborging en -verbetering van de basisondersteuning ontvangt elk schoolbestuur vanuit BePO aanvullend aan de lumpsumvergoeding een jaarlijks vast te stellen bedrag per leerling. Het schoolbestuur kan het geld dat zij van BePO ontvangt op grond van eigen afwegingen in haar scholen inzetten. De Prins Willem Alexanderschool streeft ernaar om volledig te voldoen aan de eisen die horen bij de basisondersteuning.
Wat is plusondersteuning? Het kan gebeuren dat de ondersteuning die de reguliere basisschool voor de leerling kan bieden ontoereikend is. In dit geval heeft de school de mogelijkheid gebruik te maken van aanvullende middelen (menskracht en/of geld) die BePO beschikbaar stelt. Dit noemen we plusondersteuning. De inzet van plusondersteuning is erop gericht de leerling met specifieke onderwijsbehoeften in een zo vroeg mogelijk stadium, op een zo licht mogelijke wijze, bij voorkeur in de eigen leefomgeving, samenhangende en afgestemde hulp te geven in een reguliere basisschool.
Wat is speciale ondersteuning? Door bijzondere omstandigheden kan het nodig zijn dat een leerling tijdelijk of langdurig onderwijsondersteuning ontvangt in een (zeer) gespecialiseerde onderwijsomgeving. Alleen in deze omgeving kan de leerling leren en zich verder ontwikkelen. Voor deze leerling heeft het samenwerkingsverband de beschikking over speciale ondersteuningsvoorzieningen. Speciale ondersteuning omvat het specialistisch onderwijsprogramma (leerstofaanbod, didactische aanpak, pedagogische aanpak,
13
klassenmanagement, schoolklimaat) en de daarmee samenhangende begeleiding voor de leerlingen. Het schoolteam van elke speciale school voert dit uit. Concreet houdt dit in dat de groepsleerkracht in samenwerking met het schoolteam onderwijsondersteuning geeft aan een groep leerlingen. Over welke ondersteuningsvoorzieningen beschikt BePO? BePO beschikt over vijf scholen die (zeer) specialistisch onderwijs voor leerlingen verzorgen: twee scholen voor speciaal basisonderwijs en drie scholen voor speciaal onderwijs:
Sbo: Kon. Julianaschool in Culemborg Sbo: De Wissel in Tiel SO: Cambier van Nootenschool in Tiel (cluster 3) SO: PI-school in Tiel (cluster 4) SO: Roelandt Berk en Beukschool in Tiel (cluster 4)
Elk van deze scholen levert speciale ondersteuning voor een bepaalde doelgroep van leerlingen. Het (zeer) specialistische onderwijs in deze scholen is erop gericht dat elke leerling zich in een ononderbroken proces kan ontwikkelen en daarbij de doelen behaalt die aansluiten op de mogelijkheden. Dit op grond van het ontwikkelingsperspectief van de leerling.
Ondersteuning binnen de basisschool Het is ons streven om kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven op onze school. We denken daarbij vanuit de mogelijkheden van onze leerlingen en helpen hen zo goed mogelijk die mogelijkheden te benutten. Soms signaleren de leerkracht of de ouders dat de ontwikkeling van een kind niet helemaal naar verwachting verloopt. In zo‟n situatie willen we graag met de ouders overleggen. De leerkracht kan daarbij de hulp inroepen van de intern begeleider en de consulent van BEPO. Samen kan dan besproken worden hoe toch een bij de leerling passend plan kan worden gemaakt. (zie ook punt 3.6 en 3.11)
Basisondersteuning Ontwikkelingsgericht werken en handelingsgericht werken staan voor veel scholen, ook voor de Prins Willem Alexanderschool, centraal. Het gaat hierbij met name om de bekwaamheid van de leerkrachten. Veel ontwikkelingen, scholing en acties zijn gericht op het vergroten van deze bekwaamheid. Het stelt hen in staat meer en meer onderwijs passend te maken en aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen om zo het beste uit henzelf en de kinderen te halen. Het betreft een continu ontwikkeltraject.
3.4
Opbrengsten van ons onderwijs
Een school is - wat leerresultaten betreft - van meer afhankelijk, dan alleen goed onderwijs. Of een school goed scoort ten opzichte van andere scholen, is niet alleen een verdienste van die school. Er is ook een afhankelijkheid van factoren, die een school niet kan beïnvloeden, zoals de capaciteiten van de kinderen en de omgeving waarin de school staat. Ook wij streven naar zo hoog mogelijke opbrengsten. Dit is enkel te bewerkstelligen als de opbrengsten regelmatig geëvalueerd worden. Aanpassing van het onderwijsaanbod of een andere onderwijskundige benadering kan het gevolg zijn. We streven ernaar bij elk kind alles eruit te halen naar de capaciteiten van het kind. De scores van de CITO-toetsen zoals die in de groepen worden afgenomen geven een indicatie van het niveau van de leerlingen of groepen ten opzichte van leeftijdsgenootjes in Nederland. Als ver-
14
antwoording naar het bestuur en de onderwijsinspectie worden de resultaten van de middentoetsen (januari) van groep 8 weergeven. Deze geven inzicht in het niveau dat in groep 8 bereikt is.
De opbrengsten van de laatste vijf jaar: Citoscore eindtoets
score landelijk:
score school:
2011 2012 2013 2014 2015
535,4 535,1 534,7 534,4 534,8
536,1 538,7 536,6 538,6 531,8
Het type onderwijs, waarvoor onze leerlingen bij uitstroom gekozen hebben. Brugklas BBL/KBL 2011 2012 2013 2014 2015
VMBO KBL/TL
0 0 3 1 1
1 3 5 4 5
VMBO TL VMBO TL/HAVO 4 9 0 0 6
4 2 5 1 1
HAVO/VWO
VWO
4 11 7 6 6
0 5 2 4 1
Vanaf schooljaar 2015-2016 zijn alle scholen voor primair onderwijs verplicht een eindtoets af te nemen. De resultaten van deze toets gaan vanaf dat schooljaar als indicatie dienen voor de kwaliteit van het geleverde onderwijs. Deze dienen als verantwoording naar bestuur, inspectie en ouders.
3.5
Vensters PO (www.scholenopdekaart.nl)
Sinds het voorjaar van 2014 worden veel gegevens van scholen op internet inzichtelijk gemaakt. De opbrengsten van de school alsmede de verwijzingen naar het voortgezet onderwijs zijn daar onderdeel van. Wij verwijzen u graag naar de site www.scholenopdekaart.nl voor een uitgebreid overzicht van alle openbaar beschikbare gegevens van onze school.
3.6
Dyslexieprotocol
Dyslexiebeleid houdt op onze school in dat het schoolteam op structurele wijze aandacht besteed aan dyslexie en dat de leerkrachten het dagelijkse onderwijs aan dyslectische leerlingen zo goed mogelijk afstemmen op hun leerbehoeften. Daarom hebben wij een dyslexieprotocol hetgeen op school in te zien is.
3.7
Toelating en opvang van nieuwe kinderen
Sinds 1 augustus 2014 heeft elk schoolbestuur „zorgplicht‟. Besturen zijn vanaf die datum wettelijk verplicht alle kinderen passend onderwijs te bieden. Dit kan zijn: op de eigen school of op een andere, beter passende school. Scholen doen nu al heel veel om kinderen die dat nodig hebben extra ondersteuning en aandacht te bieden. Door intensief samen te werken kunnen de scholen (nog) meer bieden dan nu. Onze school staat open voor alle leerlingen die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers waarbij ons schoolondersteuningsprofiel grotendeels bepalend zal zijn bij de vraag of wij deze kinderen daadwerkelijk kunnen begeleiden. De mogelijkheid bestaat dus ook dat, na een gedegen afweging, geadviseerd wordt een andere school binnen ons bestuur of samenwerkingsverband te gaan bezoeken.
15
De start Als uw kind 4 jaar is mag het naar de basisschool, als uw kind 5 jaar is moet het naar de basisschool. Voor het inschrijven van een nieuwe leerling kunt u een afspraak maken met de directeur. Die zal u een rondleiding door de school geven zodat u een goed beeld van de school in werking krijgt. Nadat het inschrijf- en intakeformulier is ingevuld, wordt er door de leerkracht een afspraak met u gemaakt om kennis te komen maken. De kleuters mogen vijf keer komen wennen in de kleutergroep. Deze bezoeken vallen in de maand voordat de leerling 4 jaar wordt. Als uw kind in een hogere groep instroomt, nemen wij altijd contact op met de vorige school. Gegevens uit het leerling-dossier worden dan, na goedvinden van ouders, uitgewisseld.
3.8
Het volgen van de ontwikkeling van kinderen
Het leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem is opgezet om gedurende de gehele basisschoolperiode een goed beeld van uw kind te hebben. Iedere leerkracht houdt voortdurend bij hoe ver uw kind met de verschillende gebieden, zoals taal, spelling, rekenen en wereldoriënterende vakken, gevorderd is. Vanaf groep 2 gebeurt dit, naast de gebruikelijke toetsen die alle leermethodes bieden, ook met schoolonafhankelijke toetsen. Ongeveer tweemaal per jaar (februari en juni) maken de kinderen dan een toets die los staat van de methodes. Een aantal van deze toetsen is ontwikkeld door het CITO. De leerkrachten kunnen twee zaken uit deze toetsen concluderen: • Hoever is de groep in het geheel gevorderd? Zijn er wellicht zaken die nog eens met de hele groep opnieuw behandeld moeten worden? Zitten we nog op schema? • Hoever is ieder kind persoonlijk gevorderd? Heeft het nog extra hulp nodig op een bepaald gebied? Verloopt deze ontwikkeling soepel en zonder te veel golfbewegingen? Mochten er uit deze toetsen belangrijke dingen naar voren komen dan worden deze besproken met de ouders. Daar deze gegevens ook naar volgende leerjaren meegaan, kan de ontwikkeling van uw kind nauwkeurig in de gaten worden gehouden. Vanaf groep 7 ontvangen de ouders een uitstroomverwachting voor het voortgezet onderwijs. Deze wordt door de leerkrachten toegelicht en met de ouders besproken. Het leerling-dossier wordt tot vijf jaar na het verlaten van onze school bewaard en daarna vernietigd.
3.9
Toetsen
Het dagelijks werk van de kinderen wordt door of onder leiding van de leerkracht nagekeken en eventueel van commentaar voorzien. In de groepen 1 en 2 gaat het werk na afronding van een project mee naar huis. Het werk van de kinderen wordt regelmatig getoetst door middel van methode afhankelijke toetsen. Daarnaast werken we met toetsen met een landelijke normering van het CITO. Deze toetsen vergelijken kinderen objectief met andere leeftijdgenoten.
De door de Prins Willem Alexanderschool gebruikte CITO toetsen zijn: Toets Ordenen Taal voor kleuters Ruimte en tijd Drie-minuten-toets Spelling Rekenen/ Wiskunde Begrijpend lezen (TBL, SBR, SVR) Entreetoets
Groep groep 1 en 2 groep 1 en 2 groep 1 en 2 groep 3 t/m 5 Groep 3 t/m 8 groep 3 t/m 7 groep 3 t/m 8 Groep 6 en 7
Afname Januari / juni Januari / juni Januari / juni Oktober /maart / mei Februari / juni Januari / juni December / mei Mei
16
Eindtoets
Groep 8
April
Bij deze toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem worden uitslagen verkregen die in schaal verdeeld worden van A (hoogste) tot E (laagste). Voor ons zijn de kinderen met een D of E score zorgleerlingen. Wij streven ernaar dat zij een handelingsplan krijgen. Maar ook de kinderen met een hoge A score zijn zorgleerlingen. Voor deze leerlingen wordt extra werk gezocht. Dit kan zijn: verdieping, verbreding of uitbreiding. De leerlingen met de D of E scores worden in het zorgteam besproken.
3.10 Rapporten De leerlingen van de aanvangsgroep krijgen in maart hun eerste rapport. De andere leerlingen van groep 1 t/m 8 krijgen twee maal per jaar een rapportageverslag mee: in januari en drie weken voor de zomervakantie. De leerresultaten van de individuele leerlingen worden bijgehouden door middel van toetsen en observaties. Daarnaast gebruiken wij het CITO leerlingvolgsysteem. Op dit moment wordt gewerkt met een nieuw ontwikkeld rapport. Het rapport wordt persoonlijk met de ouders besproken. Dit gebeurt op de '10–minuten-avonden'.
3.11 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften Binnen de Prins Willem Alexanderschool proberen wij ieder kind die zorg te geven die het nodig heeft. De opzet van de zorg is vastgelegd in het Zorgplan. Dit ligt ter inzage bij de directie. Zorg is een breed begrip. Er kan sprake zijn van een kortdurend leerprobleem, opvallend gedrag, uitblinken in een bepaald vak. Het signaleren van deze zorg gebeurt door de groepsleerkrachten. Vooral de leerkrachten van de onderbouw hebben hierbij een belangrijke taak. Wanneer er zich problemen voordoen, wordt het kind besproken in het zorgteam. Het zorgteam bestaat uit de leerkracht, de intern begeleider en de directie en indien nodig de zorgconsulent van BePO. Na bespreking van het zorgkind volgt het zorgteam samen met de groepsleerkracht een zorgtraject. Dit kan bestaan uit: Observaties. Extra hulp / aangepast werk. Verwijzing naar externe instanties, zoals logopedie. Collegiale ondersteuning. Wat gebeurt er als het, ondanks alle extra zorg en persoonlijke aandacht op school en ondanks alle inspanningen thuis, toch nog niet wil lukken? Dan is er nog een aantal mogelijkheden, zoals o.m.:
Verder onderzoek door specialisten Aanpassing van de leerstof; Het gebeurt ook wel dat kinderen overgaan, maar voor bijvoorbeeld één vak een aangepast programma krijgen. Doubleren van een groep. Eventuele verwijzing naar een andere basisschool die meer gespecialiseerd is in de geconstateerde problemen. Eventuele verwijzing naar een basisschool voor speciaal basisonderwijs. Eventuele verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs.
3.12 Consultatieve Leerling Bespreking (CLB) Hierbij wordt dit jaar nog begeleiding gegeven door een medewerker van de SBD. Deze komt op gezette tijden de kinderen met extra hulpvragen bespreken met de intern begeleider en vaak zijn hierbij ook de leerkracht en de directie aanwezig. Soms observeert de begeleider het kind eerst in
17
de groep. Tijdens de CLB bespreking wordt een hulpplan opgesteld voor de komende periode. U krijgt hier via de groepsleerkracht van uw kind, of via de intern begeleider verdere informatie over. Soms worden ouders uitgenodigd voor een gesprek na afloop van de CLB bespreking.
3.13 Langdurig zieke leerlingen Indien een leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders/verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij gedurende langere tijd ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de zieke leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is belangrijk omdat de zieke leerling dan bezig blijft met de toekomst en leerachterstanden zoveel mogelijk worden voorkomen. Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. Ook kunt u informatie vinden op de website van Marant Educatieve diensten, www.marant-ed.nl en op de website van Ziezon, het landelijk netwerk van ziek zijn en toch onderwijs: www.ziezon.nl
3.14 Overgang van groep 2 naar groep 3 Kinderen zitten twee tot drie jaar in een kleutergroep. Dit is afhankelijk van de geboortedatum en de capaciteiten van het kind. In groep 2 worden activiteiten aangeboden die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven. Aan het eind van groep 2 wordt besproken of een kind toe is aan groep 3. We vinden het erg belangrijk dat elk kind in zijn kleuterperiode voldoende concentratie, zelfstandigheid, een goede luisterhouding maar ook zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld ontwikkelt. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind hieraan toe is. Het komt wel voor dat een kleuter uit groep 2 er „nog niet aan toe is‟ om naar groep 3 te gaan. In overleg met de ouders kan dan besloten worden met extra hulp een jaar langer in groep 2 te blijven. De uiteindelijke beslissing omtrent overgang naar de volgende groep ligt bij de directie.
3.15 Bevordering of doubleren? Wij werken toe naar het systeem van adaptief onderwijs. Dit is onderwijs op maat. Dit gebeurt door de basisleerstof aan te vullen met individuele leerstof. Elke leerling, die door wat voor omstandigheden dan ook niet meer beantwoordt aan het gemiddelde, wordt in teamverband besproken. De daaruit voortkomende suggesties/adviezen worden besproken met de ouders en vervolgens is het ons streven dat de aanpak in een handelingsplan wordt opgenomen. Wanneer verbetering niet haalbaar blijkt, kan de zorgconsulent van ons samenwerkingsverband BEPO, of een specialist van een Educatieve Dienst ingeschakeld worden om over het kind een nader onderwijskundig advies te verkrijgen. Als na veel, extra hulp blijkt, dat een leerling in zijn/haar ontwikkeling niet veel, of te langzaam verder komt, bepalen wij, mede in overleg met de Intern Begeleider, directie, eventuele specialist en de ouder(s), of de leerling een jaarklas over moet doen. Ook hierbij ligt de uiteindelijke beslissing bij de directie.
3.16 De overgang naar het voortgezet onderwijs De leerlingen uit groep 8 doen op onze school mee aan de landelijke CITO eindtoets. Deze toets wordt voortaan in april gehouden. De onderdelen rekenen, taal, informatieverwerking en wereldoriëntatie zullen in de toets aan de orde komen. Op grond van de te verwachten prestaties doet een
18
aantal kinderen mee aan twee toetsen: De Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (NIO) en het Drempelonderzoek. De gegevens van deze toetsen vullen de op andere wijzen verzamelde gegevens over deze kinderen aan. Voordat de uitslag van de toets bekend is, worden de ouders en de leerling uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht van groep 8. Op basis van deze verzamelde kennis bepalen de leerkracht van groep 8 en de directeur, samen met de ouder(s) en het kind, voor welke school voor voortgezet onderwijs gekozen zal worden. Voor toelating tot het voortgezet onderwijs is zowel het advies van de school als de uitslag van de test doorslaggevend. De CITO eindtoets wordt daarbij gezien als een bevestiging van de gemaakte keuze. Op het moment dat uw kind op het voortgezet onderwijs zit worden we op de hoogte gehouden van de resultaten van de leerlingen. Hieruit is voor ons dan weer af te lezen of de advisering de juiste is geweest.
3.17 Externe instanties Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Gedurende de leeftijd van 4 – 19 jaar krijgen alle kinderen in Nederland dezelfde zorg aangeboden. Deze zorg is vastgelegd in het Basistakenpakket (BTP) JGZ. De uitvoering van het BTP is in handen van de GGD en thuiszorg, Voor de scholen in het werkgebied van GGD Rivierenland betekent dit het volgende Alle kinderen van groep 2 worden onderzocht door de jeugdarts en assistente. De leerlingen van groep 7 worden opnieuw onderzocht door de sociaal verpleegkundige. Zij worden uitgenodigd voor een preventief gezondheidsonderzoek (PGO). De ouder(s)/verzorger(s) van het kind worden verzocht hierbij aanwezig te zijn. De duur van het onderzoek bedraagt dertig minuten. Vooraf wordt in de klas informatie door de sociaal verpleegkundige gegeven aan de hand van het boekje “Zorgen voor je gezondheid”. De ouder(s)/verzorger(s) krijgen vooraf een vragenlijst over hun kind. Men wordt verzocht deze in te vullen en mee te nemen naar het onderzoek. Op verzoek van de ouders kan de school gedurende het hele schooljaar contact met de jeugdarts of verpleegkundige van de school opnemen.
Infopunt opvoeding Opvoeden van kinderen is leuk, al gaat het wel eens gepaard met zorgen en vragen. Iedere ontwikkelingsfase brengt zo zijn eigen vragen en zorgen mee, zoals:
Mijn zoon van 5 jaar slaapt moeilijk in. Hoeveel slaap heeft een kind van die leeftijd nodig? Mijn dochter van 7 jaar liegt regelmatig; wat kan ik daaraan doen? Mijn zoon wordt vaak gepest door klasgenoten en gaat niet graag naar school. Hoe kan ik dat eeuwige geruzie tussen mijn kinderen stoppen? Mijn dochter van 11 is onhandelbaar. Kan ze al in de puberteit zijn? Binnenkort gaan wij scheiden. Hoe bereid ik mijn kinderen hierop voor?
Veel vragen en zorgen lossen zich na een tijd vanzelf weer op. U praat er eens over met uw partner, op school of met een vriend(in); u slaapt er een nachtje over en probeert het de volgende dag op een andere manier. Soms blijft de ongerustheid of de onzekerheid bestaan. Dan is het fijn om er met iemand over te praten die er enerzijds wat verder vanaf staat maar tegelijkertijd ook kennis van zaken heeft, iemand die de tijd voor u neemt en u een steuntje in de rug kan geven. Heeft u kinderen in de basisschoolleeftijd en zit u wel eens met vragen over de opvoeding, dan kunt u bij het Infopunt Opvoeding terecht. De jeugdverpleegkundige van de GGD is elke 3 maanden op een vast tijdstip op school aanwezig om uw zorgen, vragen of twijfels over de opvoeding van uw kinderen met u te bespreken. Zij kan u advies geven en samen met u bekijken wat een geschikte aanpak zou kunnen zijn. Indien nodig wijst zij u de weg naar andere instanties die u verder kunnen helpen. Over uiteenlopende onderwerpen is ook foldermateriaal beschikbaar.
19
Logopedie Aan onze school is een logopedist van de GGD Rivierenland verbonden. Deze kan helpen bij allerlei problemen op het gebied van spraak – taalonderwijs. Alle leerlingen worden één maal door de logopedist gescreend. Dit gebeurt zo dicht mogelijk bij het moment dat de leerling 5 jaar wordt. De ouders krijgen hierover bericht. De werkzaamheden van de logopedist op onze school bestaan naast de screening ook uit de hieruit voortvloeiende vervolgcontacten als onderzoek, controle, advies en kortdurende begeleiding (maximaal zes contacten) en hulp bij verwijzing naar een vrijgevestigd logopedist als intensieve behandeling nodig is. Ook is het mogelijk om kinderen aan te melden voor basisonderzoek als u logopedische problemen vermoedt. Onze school krijgt geen vaste uren meer. Immers het aantal vijfjarigen dat moet worden gescreend, varieert per school en per maand. Dit kan tot gevolg hebben dat de logopedist de ene keer langer komt dan een andere keer.
3.18 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdinrichtingen. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht zo‟n meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring. Stichting Fluvium heeft een bovenschoolse “Protocol Meldcode” vastgesteld.
3.19 Protocol Medisch Handelen Leerkrachten op school worden regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen is, zoals hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn door een insectenbeet. Daarnaast krijgen leerkrachten in toenemende mate het verzoek van ouders of verzorgers om hun kinderen door de arts voorgeschreven medicatie toe te dienen. Steeds vaker wordt er werkelijk medisch handelen van leerkrachten verwacht. Met de komst van Passend Onderwijs is het mogelijk dat meer basisscholen met deze vragen te maken krijgen. Het uitvoeren van medische handelingen op school brengt risico‟s met zich mee, ook op juridisch gebied. Het is van belang dat er in deze situaties gehandeld wordt volgens het protocol medisch handelen. Dit protocol kunt u op school inzien. Bij de directie kunt u een verzoek indienen voor het uitvoeren van een medische handeling, dan wel het geven van medicatie. De directie zal aangeven of de school haar medewerking kan verlenen aan het geven van medicijnen of het uitvoeren van een medische handeling. Ouders zijn in voorkomende gevallen verantwoordelijk voor het verzorgen van een training aan leerkrachten en de juiste medicatie. Ouders kunnen in overleg met de school ook derden inschakelen om dit te verzorgen.
3.20 Inspectie Wanneer de inspecteur een aangekondigd schoolbezoek heeft afgelegd, doet hij verslag over de bevindingen aan de directie en de algemeen directeur. Er is een goed contact tussen directie en inspectie. De inspecteur krijgt ons schoolplan, de schoolgids en de regelmatige aanvullingen daarop. Eenmaal per vier jaar moet door het bestuur het schoolplan worden vastgesteld. De inspecteur analyseert en toetst het plan. Roosterafwijkingen die niet in het plan zijn opgenomen, worden aan de inspectie medegedeeld, afwijkingen waarbij vrij wordt gegeven aan de kinderen behoeven goed-
20
keuring van de inspectie. Op de website van de inspectie kunt u meer informatie vinden over onze school.
4
De ouders
4.1
Het belang van de betrokkenheid van ouders
Bij de opvoeding van de leerlingen kunnen de ouders maar ook de school het niet alleen! We hebben elkaar nodig en de school zal daarom vaak een beroep op ouders doen om ook op onderwijskundig gebied hun kinderen te helpen. Te denken valt aan het thuis extra oefenen op bepaalde vaardigheden, het begeleiden bij of het aanzetten tot de voorbereiding van proefwerken, etc. Daarnaast is het van essentieel belang dat ouders en school elkaar zorgvuldig op de hoogte houden van ontwikkelingen betreffende de kinderen. Op onze school hebben we ook bij veel leuke, leerzame activiteiten, hulp nodig van ouders. Dankbaar maken we gebruik van een groot aantal hulpvaardige ouders. Wat doen wij als school om de betrokkenheid van ouders te stimuleren en waarborgen? Dit gebeurt op verschillende manieren. Door mondelinge en schriftelijke informatie Contacten over de kinderen Ouders die de school helpen bij het onderwijs (naast in de thuissituatie ook op school) Ouders die meedenken en beslissen over de opzet en organisatie van de school. Ook op een andere manier komt de betrokkenheid van ouders tot uitdrukking, bijvoorbeeld door het bezoeken van de ouderavond, het bijwonen van een voorstelling, hulp bij het computeronderwijs, het beheren van de bibliotheek, etc. Een school als de onze kan niet meer zonder de hulp van ouders. Daardoor zijn we in staat vele activiteiten uit te voeren, die we als leerkrachten alleen nooit zouden kunnen uitvoeren. Voor alle activiteiten waar ouders bij helpen blijft de leerkracht verantwoordelijk voor de lessen en zal hij/zij ervoor zorgdragen dat de ouders weten wat er van hen verwacht wordt. Tijdens het schooljaar krijgt u de gelegenheid om zich op te geven voor een activiteit, onder andere via het ouderhulpformulier.
4.2
Informatievoorziening naar ouders
Informatiebladen Vanuit school geven we regelmatig ( waar mogelijk digitaal) informatie aan de ouder(s)/verzorger(s). Dit kan op de volgende manieren gebeuren: Schoolgids,; verschijnt éénmaal per jaar aan het begin van het nieuwe schooljaar. Nieuwsbrieven; verschijnen diverse keren per jaar, wanneer er belangrijke zaken te melden zijn en zijn speciaal bedoeld voor de ouders. De vaste Nieuwsbrief komt uit op vooraf bepaalde data. Losse briefjes; deze losse briefjes zijn "snelbriefjes" die noodzakelijke informatie bevatten.
4.3
Ouderavonden
Rapportavond Nadat de rapporten aan de kinderen meegegeven zijn vindt er een gesprek plaats met de ouder(s)/verzorger(s) over de prestaties van het kind in het algemeen en het rapport in het bijzonder. Dit gebeurt tijdens een zgn. 10-minuten-avond. U wordt hiervoor tijdig uitgenodigd. Soms is tien minuten niet voldoende voor de leerkracht om alle informatie kwijt te kunnen. In dat geval neemt de leerkracht contact met u op voor een andere afspraak.
21
Inloop- en/of informatieavond Naast de 10-minuten-avonden kennen wij ook een informatieavond, direct aan het begin van het schooljaar. Op deze informatieavond maakt u kennis met de leerkracht van uw kind. De leerkracht licht u in over de gang van zaken in de groep. U kunt tevens algemene - niet op individuele leerlingen betrekking hebbende - vragen stellen.
Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Deze ouders worden gezamenlijk tijdens één 10-minuten-gesprek uitgenodigd. Dit doen we om te voorkomen dat leerkrachten een groot aantal gesprekken dubbel moet voeren. Verder vinden we dit belangrijk omdat geen gesprek ooit identiek verloopt. De ene ouder stelt andere vragen dan de andere bijvoorbeeld. Als beide ouders gelijktijdig komen, ontvangen beiden dezelfde informatie. De schoolgids en de nieuwsbrief kunnen separaat aan u toegezonden worden. Mocht het bovenstaande tot onoverkomelijke problemen leiden, dan zal in overleg naar een passende oplossing worden gezocht.
Algemene ouderavond De leden van MR/OR organiseren elk jaar een algemene ouderavond. De avond wordt meestal in twee delen aangeboden: Huishoudelijk gedeelte; informatie over de school, de financiën, verkiezingen, en dergelijke. Informatief gedeelte; tijdens dit informatieve gedeelte komt er meestal iets aan de orde over algemeen schoolse zaken. Dit kan te maken hebben met snoepen op school, met pesten, met het leerlingvolgsysteem, met de manier van werken in de klas, met de jeugdgezondheidsdienst, enzovoort.
4.4 Medezeggenschapsraad (MR) / Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De inspraak en medezeggenschap van ouders en leerkrachten is geregeld via de medezeggenschapsraad. De huidige MR van onze school bestaat uit vier personen; twee leerkrachten, twee ouders. Zij overleggen met de directie over zaken als het schoolplan, de schooltijden, de begroting en het formatieplan. De leerkrachten en de ouders worden gekozen vanuit hun respectievelijke geledingen. Over een aantal zaken wordt de MR gevraagd in te stemmen met, of advies uit te brengen over beleidszaken met het bestuur. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. Heeft u punten die extra aandacht vragen, neem dan contact op met een van de MR leden.
Enkele belangrijke beslissingen van het bestuur waaraan de MR instemming moet geven zijn: Verandering van de onderwijskundige doelstelling van de school (bijv. verandering van een traditionele school naar een vernieuwingsschool), Vaststelling en/of wijziging van het schoolplan, zorgplan, schoolgids, Vaststelling en/of wijziging van het beleid over de ondersteunende werkzaamheden van de ouders.
Adviesrecht heeft de MR over bijvoorbeeld: Vaststelling van het lesrooster,
22
Vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot toelating, schorsing of verwijdering van leerlingen. Vanuit de MR wordt twee leden afgevaardigd naar de GMR, namelijk een ouder en een leerkracht. In de GMR hebben alle openbare scholen van de Stichting Fluvium zitting. In de GMR komen bovenschoolse zaken aan de orde. De GMR heeft een rechtstreekse relatie met de algemeen directeur en het bestuur.
4.5
De Vereniging Ouderraad
De Vereniging Ouderraad van onze school bestaat uit vijf tot negen leden. Ook zij werken volgens een vast reglement. Zij verrichten allerlei taken binnen de school. Zo houden zij zich onder andere bezig met: Het mede organiseren van ouderavonden. Het innen en beheren van de vrijwillige ouderbijdrage. Het organiseren van allerlei activiteiten als: Kerstfeest, Sinterklaas, etc. Samen met de conciërge ondersteunen zij bij allerlei werkzaamheden tijdens festiviteiten. Alle leden van de OR zijn gekozen door ouder(s)/verzorger(s) van op school ingeschreven leerlingen. Samenstelling van de raad kan jaarlijks veranderen. Tijdens de algemene ouderavond worden, indien nodig, nieuwe leden gekozen volgens een vastgestelde procedure.
4.6
De ouderbijdrage
Financiën Alle ouder(s)/verzorger(s) wordt verzocht per jaar een vrijwillige ouderbijdrage af te dragen aan de ouderraad. Hiertoe wordt een overeenkomst aan u voorgelegd. Tijdens de algemene ouderavond, in oktober/november van elk schooljaar, worden de uitgaven verantwoord. De hoogte van de bijdrage wordt steeds opnieuw vastgesteld. Indien u de ouderbijdrage niet of niet geheel kunt betalen, verzoeken wij u contact op te nemen met de penningmeester van de oudervereniging of met de directeur van de school. U kunt dan mondeling of schriftelijk een beroep doen op reductie of kwijtschelding. De penningmeester van de ouderraad maakt een financieel verslag. De ouderraad is verantwoordelijk voor de besteding van de ouderbijdrage. Het bedrag wordt besteed aan uitgaven voor 5 december, Kerstfeest, afscheidsfeest groep 8, representatie, bezoek aan de schouwburg, deelname aan sportactiviteiten, enzovoort. Jaarlijks wordt een kascontrolecommissie ingesteld. De vrijwillige ouderbijdrage voor het schooljaar 2015/2016 bedraagt € 47,50 Voor leerlingen die na 1 januari instromen vragen we € 4,75 per maand ingaande op de eerste volledige maand, dat het kind op school zit. Voor betalingen aan school werken we met een systeem van éénmalige machtigingen. Dit heeft voor alle partijen grote voordelen: Kinderen hoeven niet meer met contant geld over straat. Wisselgeld is geen probleem meer. Middels uw bankafschrift heeft u een bewijs van betaling. Daarom vragen we u ook met klem om gebruik te maken van de aangeboden machtiging.
Lief en Leed pot in de klassen Gedurende het schooljaar komt het in alle klassen regelmatig voor dat de ouders gevraagd wordt om een kleine bijdrage in verband met een bijzondere gelegenheid. De klassenouder vraagt u dan om een bijdrage voor een cadeautje voor een geboorte van een broertje of zusje, een afscheid van een stagiaire of een kaartje aan een zieke klasgenoot. Omdat we willen voorkomen dat dit regelma-
23
tig voorkomt is voorgesteld om in elke klas een lief en leed pot in te voeren. De pot is in beheer bij de klassenouder en de leerkracht en zij besteden het geld aan het lief en leed in de klas. Als er aan het einde van het schooljaar geld overblijft, wordt hier iets leuks van gedaan voor de kinderen uit de groep. De medezeggenschapsraad besproken is hiermee akkoord gegaan. We vragen daarom vriendelijk alle ouders een bijdrage te doen van 5 euro per kind t.b.v. de lief en leed pot van de klas. U kunt dit bedrag elk jaar afgeven aan de klassenouder of de leerkracht.
4.7
Overblijfmogelijkheden
Vanaf 1 augustus 2006 is de regelgeving betreffende het overblijven veranderd. Het schoolbestuur van Stichting Fluvium krijgt de volledige verantwoordelijkheid voor het overblijven. Omdat Stichting Kinderopvang Rivierenland in 2015 gestopt is met het verzorgen van de tussenschoolse opvang heeft onze school de organisatie zelf ter hand genomen. Op onze school is een TSO-coördinator aangesteld die samen met enkele vrijwilligers deze opvang regelt. De kinderen worden opgevangen in de school. U kunt op een vaste dag overblijven of met een losse strip van de strippenkaart. U kunt de losse strip aantekenen in het overblijfschrift. Dit overblijfschrift ligt in het halletje van de school op de balie.
Buitenschoolse opvang (BSO) Buitenschoolse opvang is door Stichting Fluvium sinds november 2007 ondergebracht bij Kinderopvang Rivierenland. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd is de buitenschoolse opvang een “tweede (t)huis”. In de BSO “Coolcat”, worden kinderen na schooltijd in een prettige en veilige omgeving, onder leiding van deskundig personeel, opgevangen. Er wordt een rustpunt geboden na een lange schooldag. Ook is er gelegenheid om te spelen: alleen of met leeftijdsgenootjes. Er is ruimte om creatief bezig te zijn of huiswerk te maken. De buitenschoolse opvang is tweeënvijftig weken per jaar geopend, met uitzondering van de door de CAO erkende feestdagen. Uw kind kan na schooltijd opgevangen worden door Kinderopvang Rivierenland. Coolcat is geopend op maandag, dinsdag en donderdag. De andere dagen kan uw kind ook opgevangen worden bij een andere BSO. Het vervoer naar de BSO op woensdag en vrijdag wordt geregeld door Kinderopvang Rivierenland. Verdere informatie kunt u vinden op: www.krbv.nl, alwaar u ook een aanmeldingsformulier kunt downloaden.
4.8
Contactpersonen
Interne contactpersoon / vertrouwenspersoon In een veilige school is geen plaats voor (seksuele) intimidatie, pestgedrag en agressiviteit. Is dit wel het geval en kunt u niet terecht bij de groepsleerkracht, dan kan men contact opnemen met één van de interne contactpersonen / vertrouwenspersonen. Deze handelt zelfstandig en niet namens het bestuur of de directie en zal zeer zorgvuldig omgaan met de privacybewaking. Advies en ondersteuning kan van een externe contactpersoon gevraagd worden. Voor ouders en kinderen is een deskundige benoemd vanuit de GGD Rivierenland. Voor contactgegevens zie hoofdstuk 6.2
4.9
Klachtenprocedure
De mensen die bij ons op school werken, doen hun best het onderwijs aan uw kind zo goed mogelijk te verzorgen en het verblijf van uw kind op school zo plezierig en veilig mogelijk te laten zijn. Mocht u het gevoel krijgen dat u niet serieus genomen wordt, of dat er niet goed naar u geluisterd wordt, dan adviseren wij u de zaak eerst bespreken met de interne contactpersoon. Iedere ouder en elke leerling kan een beroep op de interne contactpersoon doen. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder uw toestemming of die van uw kind. Zeker wanneer het gaat om machtsmisbruik is het van belang met de interne contactpersoon hierover te
24
praten. We spreken van machtsmisbruik als het gaat over zaken als (seksuele) intimidatie, pesten, mishandeling, discriminatie, onheuse bejegening, fysiek geweld, inbreuk op de privacy. Ook als het gaat om de onderwijskundige en/of organisatorische aanpak van uw kind of de groep waarin uw kind zit, kunt u dit bespreken. De interne contactpersoon bespreekt met u wat u zelf zou kunnen doen om tot een oplossing te komen. In elk geval zal de interne contactpersoon u wijzen op de mogelijkheid om de directeur in te schakelen. Als uw klacht door de school niet naar tevredenheid is behandeld kunt u de algemeen directeur en/of het bestuur van Fluvium inschakelen. Mochten alle genoemde mogelijkheden, ondanks de activiteiten van de interne contactpersoon en/of de directie en de inschakeling van de algemeen directeur en het bestuur niet tot een oplossing hebben geleid, dan kunt u een beroep doen op een externe vertrouwenspersoon. Deze vertrouwenspersoon is onafhankelijk en zal een gesprek vertrouwelijk behandelen. Hij/zij kan advies geven, nagaan of er mogelijkheden zijn om tot een oplossing te komen en zo nodig verwijzen naar hulpverlenende instanties. De interne contactpersoon kan u aangeven hoe u de klacht schriftelijk kunt indienen bij de landelijke klachtencommissie. We wijzen u erop dat deze commissie ook in een eerder stadium benaderd kan worden. Niet alle bovengenoemde stappen hoeven dus doorlopen te worden, ofschoon we dit wel adviseren. De klachtenregeling onderwijs Stichting Fluvium, die op school aanwezig is, verwoordt de behandeling van een klacht. 4.10 Verkeersouder: De verkeersouder (op dit moment is deze functie vacant) is speciaal belast met de verkeersveiligheid van onze leerlingen buiten de reguliere schooltijden. Ten aanzien van parkeerbeleid in de omgeving van de school. Contacten met de politie en gemeente betreffende de veiligheid en het onderwijs.
4.11 Regels voor toelating, schorsing en verwijdering Waar veel mensen bij elkaar zijn, zijn regels nodig. We hebben geprobeerd om de lijst met schoolregels zo kort mogelijk te maken: We gaan met respect met elkaar om. Met elkaar zorgen we er voor dat de school en het schoolplein er netjes uitzien. We brengen elkaars veiligheid niet in gevaar. We dragen zorg voor elkaar. Alle afspraken die we verder met de kinderen in de klas maken, hebben op de een of andere manier altijd te maken met bovenstaande vier basisregels. Indien een leerling zich niet aan de schoolregels houdt, wordt hij/zij daar door de leerkrachten en/of directie op aangesproken. Zo nodig wordt een incident geregistreerd volgens een door het bestuur vastgestelde procedure. Over eventuele maatregelen worden de ouders geïnformeerd. Indien de leerling zich ernstig misdraagt kan de directie namens het bevoegd gezag over gaan tot schorsing of verwijdering. Stichting Fluvium heeft een beleidsplan toelating, schorsing en verwijdering. Dit ligt ter inzage bij de directie. De ouders worden in deze gevallen in de procedure betrokken. Ook de leerplichtambtenaar en de inspectie worden van dit feit in kennis gesteld. Ook kan tot verwijdering van een leerling worden overgegaan, indien de school kan aantonen niet meer de juiste zorg voor de leerling te kunnen geven en het kind over te willen plaatsen naar een andere school, indien een andere school bereid is de leerling toe te laten. Ook hierbij worden de leerplichtambtenaar en de inspectie geïnformeerd. 4.12
Criteria voor verdeling van leerlingen in een combinatiegroep
25
Soms is het noodzakelijk dat een klas gesplist wordt in een combinatiegroep. Dit wordt per schooljaar vastgesteld tijdens een teamvergadering. In principe geldt de splitsing van een jaargroep voor één jaar. Criteria die we hanteren bij splitsing zijn: Een splitsing van een klas die nog niet eerder verdeeld is geweest Een evenredige verdeling van jongens en meisjes Een evenredige verdeling van zorgleerlingen Eventuele broertjes of zusjes die in het andere deel van de combinatieklas zitten De sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen: welke leerlingen passen beter bij jongere of bij oudere kinderen Een door de leerkracht eerder in het schooljaar afgenomen sociogram, waarin de leerlingen hun voorkeur voor vriendjes en werkmaatjes konden aangeven De groepsgrootte van de nieuw te vormen combinatieklassen
4.13 Sponsoring Wij verwijzen u graag naar het beschikbare convenant sponsorbeleid voor openbaar primair onderwijs binnen de Stichting Fluvium. Dit convenant ligt op school ter inzage. Voor informatie kunt u zich wenden tot de directie. Folders Wij zijn erg kritisch ten aanzien van het meegeven van folders. Slechts met goedkeuring van het team kan materiaal worden meegegeven. U kunt hierbij denken aan folders voor software of rekenen, jeugdtijdschriften en vakantieboeken. Acties Ieder jaar doen we aan diverse acties mee. In de nieuwsbrief maken we melding van de resultaten. Opbrengsten zijn ten behoeve van de schoolpot. Hieruit willen we diverse zaken financieren, zoals onderhoud, vervanging of aanvulling van spelmateriaal van onze speeltuin, aanvulling van computermaterialen, bijzondere leermiddelen, enzovoort. Kinderpostzegels Ieder jaar, in september/oktober, gaan de kinderen van groep 7 en 8 met een bestellijst op pad om zoveel mogelijk kinderpostzegels en kaarten te verkopen. De opbrengst van deze verkoop komt geheel ten goede aan de "Stichting Kinderpostzegels". Batterijen De mogelijkheid wordt geboden om lege batterijen op school in te leveren. Bij de ingang staat hiervoor een speciale ton. Hierin kunnen de batterijen worden gedeponeerd. Hiervoor krijgt de school een kleine vergoeding, maar het belangrijkste is dat de schadelijke stoffen niet in het milieu terecht mogen komen. Schoenendoosactie We doen ook dit jaar weer mee aan “Actie Schoenmaatjes”. Dit is een actie waarbij kinderen een schoenendoos versieren en vullen voor zeer arme kinderen in onder andere Albanië, Bulgarije, Liberia en Sierra Leone. De actie vindt plaats in november en wordt in samenwerking gedaan met het jeugdwerk van de Hervormde Gemeente Neerijnen. Hierover leest u meer in de nieuwsbrief.
26
4.14 Schoolverzekering Onze leerlingen worden via school verzekerd tegen ongevallen, als uw eigen ziektekostenverzekering hier niet in voorziet. De verzekering geldt van een kwartier voor tot een kwartier na schooltijd en uiteraard via de gebruikelijke – veilige – route van en naar huis. Wanneer wij met school ergens naar toe gaan (excursie, schoolreis, en dergelijke) zijn onze leerlingen altijd verzekerd. De verzekering dekt geen schade aan kleren, brillen en apparatuur. Ook voor schade aan of verlies of diefstal van persoonlijke eigendommen als fietsen, GSM, stepjes en skates is de school niet aansprakelijk. Daarvoor heeft ieder gezin een WA-verzekering. Bedenk dat u altijd verantwoordelijk blijft voor het handelen van uw kind(eren).
5
Praktische schoolaangelegenheden
5.1
Schooltijden
De schooltijden zijn op ma. di. do. en vr. als volgt:
08.30 – 12.00 uur 13.15 – 15.15 uur
Op woensdag:
08.30 – 12.30 uur
Iedere vrijdag zijn de leerlingen van groep 1 en 2 vrij van school. Iedere vrijdagmiddag zijn de leerlingen van groep 3 vrij van school. De gymlessen Elke dinsdag en vrijdag hebben de groepen 3 t/m 8 gymles. Op dinsdag geeft vakleerkracht E. Willemse de gymles. 's Morgens gaat het hek om 8.15 uur open, 's middags om 13.00 uur. Wij vragen u met de genoemde tijden rekening te houden, omdat er tot die tijd geen toezicht is. Als het regent, is het prettig als de kinderen zo laat mogelijk naar school te komen. In het algemeen kan uw kind zelfstandig naar binnen. Zo nodig kan de leerkracht even aangesproken worden voor een belangrijke opmerking betreffende het kind. Bedenk daarbij dat de leerkracht om 8.30 uur en om 13.15 uur eigenlijk geen tijd voor u heeft. Een kwartier voor aanvang van de lessen echter wel. De deur voor de kleuters gaat ongeveer 10 minuten voor aanvang open. U kunt ons helpen door:
Uw kleuter te laten oefenen in het zelf aan - en uittrekken van de jas. Het kind zelf de jas te laten ophangen (een goed lusje is praktisch). Gemakkelijk dicht te maken nieuwe jassen en schoenen voor uw kleuter aan te schaffen.
U wordt vriendelijk verzocht bij het ophalen van uw kind enigszins aan de zijkant van het plein te wachten, in de buurt van de zandbak. De kleuters komen bij goed weer naar buiten door de buitendeuren van het kleuterlokaal. Bij slecht weer kunt u uw kind binnen ophalen.
5.2
De procedure van vervanging bij ziekte
In zeer weinig gevallen zult u meemaken dat kinderen plotseling voor uw neus staan met de boodschap dat ze vrij van school zijn. Slechts wanneer we te maken hebben met een calamiteit kan dit
27
gebeuren. In geval van ziekte van een leerkracht proberen we altijd een oplossing te vinden, zodat de lessen gewoon door kunnen gaan. Soms is dit echter niet mogelijk, doordat we geen invalleerkracht, voor dat moment, kunnen vinden. Gebruikelijk is dat we contact met u opnemen, wanneer er toch vrijaf gegeven moet worden. Daartoe wordt het telefooncircuit via de zogenaamde telefoonboom in werking gesteld. U ontvangt deze telefoonboom zo snel mogelijk aan het begin van het schooljaar. Waar mogelijk houden we rekening met afwezigheid van ouder(s), verzorger(s). Bespreek met uw kind(eren) wat ze in zo‟n geval moeten doen, met wie ze wel, of niet mee naar huis mogen gaan. We zullen altijd zorgen voor een goede opvang, wanneer blijkt, dat u op dat moment niet thuis bent. Wanneer we geen opvang voor uw kind kunnen vinden, houden we hem/haar op school.
5.3
Ziekmelding
Wilt u bij afwezigheid van uw kind door ziekte of doktersbezoek vóór 8.30 uur de school telefonisch inlichten. Wanneer wij om 9.00 uur nog niets vernomen hebben, nemen wij telefonisch contact met u op.
5.4
Meedoen aan lesactiviteiten en excursies:
Als uw kind leerling is van onze school, dan is het kind verplicht aan alle lesactiviteiten mee te doen. Het lesprogramma is het geheel van activiteiten dat op het rooster staat en waaraan in het weekoverzicht leertijd is gekoppeld. De inhoud wordt bepaald door de methoden en door de keuze van de leerkrachten voor bepaalde onderwerpen. Uw kind is ook verplicht om deel te nemen aan onderwijsactiviteiten zoals schoolreisjes en excursies, omdat die activiteiten onderdeel uitmaken van het vaste lesprogramma van de school. Het is wettelijk niet toegestaan onderwijs(activiteiten) binnen schooltijd bij andere instanties en/ of aanbieders te volgen.
5.5
Leerplicht en schoolverzuim
In de leerplichtwet staat dat ouders/verzorgers er voor moeten zorgen dat hun kinderen naar school gaan. Zomaar wegblijven mag niet. De gemeente heeft de taak dit te controleren. Verlof, buiten de reguliere vakanties om, dient te allen tijde schriftelijk en met reden omkleed aangevraagd te worden. Slechts in speciale gevallen kan toestemming worden verleend. U dient het verlof 6 weken van tevoren bij de directie aan te vragen. Ongeoorloofd verzuim zijn wij verplicht te melden bij de leerplichtambtenaar. Het is niet mogelijk om extra verlof aan te vragen om op vakantie te gaan, er is echter een uitzondering. Extra vakantieverlof wordt uitsluitend en alleen verleend wanneer het op grond van de specifieke aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers niet mogelijk is om in de schoolvakanties op vakantie te gaan. In voorkomende gevallen zal er bijvoorbeeld een werkgeversverklaring gevraagd worden.
5.6
Hoe vraagt u extra verlof aan?
Een verzoek moet zo vroeg mogelijk schriftelijk bij de directeur aangemeld worden. Op school zijn hiervoor formulieren beschikbaar. Een verzoek om verlof in verband met belangrijke omstandigheden moet vergezeld gaan van bijv. een medische verklaring of een huwelijksaankondiging. De directeur beslist om verzoeken voor extra verlof t/m 10 schooldagen. Als het om meer schooldagen in een schooljaar gaat, wordt het verzoek ter beslissing doorgestuurd aan de leerplichtambtenaar. Het besluit wordt schriftelijk doorgegeven.
28
Als het om een verzoek om extra vakantieverlof gaat, moet dit minimaal zes weken van tevoren gebeuren. Dit verzoek wordt altijd voorgelegd aan de leerplichtambtenaar. Het besluit van de school en/of de leerplichtambtenaar wordt schriftelijk doorgegeven. Als u zonder toestemming uw kind toch thuis houdt of zonder bericht eerder op vakantie gaat, is de school verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar. Het gevolg kan zijn dat er een proces-verbaal tegen u opgemaakt wordt op grond waarvan de rechtbank u een straf kan opleggen.
5.7
Andere praktische zaken
Bereikbaarheid tijdens schooluren Het is belangrijk dat wij u tijdens schooluren kunnen bereiken. Het kan immers voorkomen dat in geval van ziekte of een ongeval uw onmiddellijke komst gewenst is. Gaarne krijgen wij een tweede telefoonnummer van u. Dit kan het nummer van uw werk of mobiele telefoon zijn maar ook het telefoonnummer van iemand anders die bereikbaar is tijdens schooluren. U kunt deze gegevens zelf wijzigen in ParnasSys.
Gedrag in en om de school Op school hanteren wij regels. Deze zijn geformuleerd in een leerlingenreglement om een goede sociale relatie tussen leerlingen, leerkrachten en begeleiders te waarborgen. Ook zijn er regels opgesteld die vooral van belang zijn om structuur en duidelijkheid naar leerlingen en ouders te bieden. Voor ons zijn deze regels van belang om een werkzame situatie en een doorgaande lijn in de school te creëren. De belangrijkste organisatorische regels zijn; de leerlingen dienen op tijd aanwezig te zijn; in de school wordt rustig gelopen; de kinderen nemen geen waardevolle voorwerpen mee naar school; skateboards, stepjes, rollerskates op de juiste plaats opbergen; mobiele telefoons dienen binnen uitgeschakeld te zijn maar nog liever niet meegenomen te worden naar school; kinderen mogen zo nodig van de schooltelefoon gebruik maken; in de klas mogen geen hoofddeksels gedragen worden, tenzij dit gebeurt uit religieuze overtuiging, na overleg met de directie; eten en drinken wordt alleen in het lokaal genuttigd; in en om de school en tijdens activiteiten wordt met respect met anderen omgegaan. De school is niet aansprakelijk te stellen voor beschadiging of verlies van persoonlijke eigendommen.
Sociale veiligheid We vinden onze school een veilige school voor onze kinderen. Dit willen we ook graag zo houden. Toch beseffen we dat we niet alles voor kunnen zijn. Door vooral duidelijk te zijn in wat we wel en niet tolereren en door met elkaar in gesprek te gaan, hopen we dat onze leerlingen met begrip en respect handelen. Het pesten van elkaar, agressie naar elkaar, discriminatie of andere vormen van verbaal of fysiek geweld zijn voor ons onaanvaardbaar. Indien zich toch een vervelende situatie voordoet, zullen we na een gesprek met de leerling en de ouders/verzorgers een beslissing nemen afhankelijk van de ernst van het incident. Wij handelen conform de afspraken zoals we die met elkaar gemaakt hebben.
Gevonden / verloren voorwerpen
29
Merk de eigendommen van uw kind, zoals melkbekers, gymkleding, tassen, enzovoort. Dat voorkomt een hoop verwarring. Vooral in de onderbouw herkennen veel kinderen hun eigen spulletjes niet. En ook in de bovenbouw raakt wel eens iets zoek. Het is verbazingwekkend wat we jaarlijks aan gevonden voorwerpen aan kapstokken vinden. Alle overgebleven materialen verzamelen we in de houten kist in het halletje. Zo nu en dan gaan we er de klassen mee rond. Blijft het uiteindelijk toch nog over dan stoppen we het in een zak voor een goed doel.
Hoofdluis Nog steeds is het mogelijk om besmet te raken met hoofdluis. Iedereen kan het krijgen. Luizen zijn overlopers: ze lopen van de ene jas naar de ander via kapstokken of worden overgebracht door verwisselen van kleding van de kinderen (mutsen). Plaatsen waar veel mensen of kinderen bijeen komen zijn mogelijke besmettingshaarden. In zo'n geval hoeft er slechts één persoon mee besmet te zijn en anderen hebben er binnen de kortste keren ook last van. Het is geen schande wanneer het uw kind overkomt. U dient echter wel direct maatregelen te nemen Meld de besmetting op school, zodat anderen ingelicht kunnen worden. Ga direct over op behandeling met een speciale shampoo, verkrijgbaar bij apotheek of drogist. Volg de gebruiksaanwijzing goed en blijf na behandeling regelmatig stofkammen. Is uw kind nog niet behandeld, dan kan het niet naar school. Bedenk dat bij besmetting, kleding en beddengoed ook mogelijke vervolg besmetting kunnen veroorzaken. Houd huisgenoten van de besmette persoon ook in de gaten!!! Om hoofdluis tegen te gaan houden wij na elke schoolvakantie een preventieve controle. Zo kunnen we de kinderen, die eventueel hoofdluis hebben op tijd laten behandelen. We willen op deze manier proberen te voorkomen dat de hele school hoofdluis krijgt. De controle zal uitgevoerd worden door onze ‟hoofdluismoeders‟. Klassenbeurt/Taakjes Het kan het voorkomen dat uw kind een klassenbeurt heeft. Uw kind helpt dan een leerkracht de klas weer in orde te maken voor de volgende dag. Dit bestaat uit kleine taken als: papierbak legen, planten water geven, vloer vegen en het bord schoonmaken. Wij zien het als een onderdeel van de opvoeding, dat de kinderen deze taken uitvoeren. De kinderen weten dit van tevoren zodat ze u op tijd op de hoogte kunnen brengen.
Privacyreglement leerlingenregistratie De school houdt voor administratieve en onderwijskundige doeleinden een registratie van de leerlingen bij. Deze registratie bevat naast enige achtergrondinformatie, gegevens over de ontwikkeling van de kinderen. De Wet Persoonsregistratie geeft een aantal dwingende voorschriften hiervoor. Een van de verplichtingen die ook op de school rust, is het maken van een privacyreglement. Hierin is een aantal regels vastgelegd over de wijze waarop met de gegevens van leerlingen moet worden omgegaan. In ons geval is hierin voorzien door een bovenschools reglement van Fluvium, hetgeen op school in te zien is. Zo is een zeer beperkte groep van personen en instanties omschreven die inzage mogen hebben in de leerling gegevens en aan wie eventueel gegevens ter beschikking mogen worden gesteld. Het betreft met name personeelsleden van de school en de onderwijsinspectie. Elke ouder heeft recht op inzage van die gegevens die op zijn/ haar kind betrekking hebben. Roken Roken is in het schoolgebouw en op het schoolplein verboden.
Scholing van de leerkrachten
30
Om de bekwaamheid van de leerkrachten up-to-date te houden en verder te ontwikkelen volgen de leerkrachten regelmatig studies en cursussen. Deze kunnen individueel gedaan worden of door het hele team gezamenlijk. In een schooljaar wordt een aantal studiedagen gepland. U wordt hiervan tijdig op de hoogte gesteld. Verjaardagen Het is een goed gebruik bij ons op school dat jarigen in de klas trakteren. Dit gebeurt vlak voor de ochtendpauze. Het kind krijgt een kaart van de leerkracht en mag daarmee bij een aantal andere leerkrachten, de directeur en de administratie langs gaan. Maar….wilt u de hoeveelheid lekkers niet overdrijven? Indien kinderen een te grote of uitgebreide traktatie willen uitdelen kan de leerkracht de traktatie beperken. Wilt u geen lolly‟s meegeven als traktatie? Denkt u aan gezonde, lekkere dingen. Als alternatief kan ook iets anders uitgedeeld worden, bijvoorbeeld een leuk stickervel of een pen. Als uw kleuter 5 of 6 jaar wordt, mag u, samen met uw kind, dit in de klas meevieren. Het is de bedoeling dat u dan samen met uw jarige kind, op een afgesproken tijd, naar school komt (dit geldt alleen voor de kinderen uit groep 1 en 2). Er wordt dan ongeveer een half uur feest gevierd. Vervoer Als we op excursie gaan dan proberen we altijd eerst om er lopend of met het openbaar vervoer naar toe te gaan. Indien de locatie erg moeilijk te bereiken is, trachten we het vervoer te regelen met particuliere auto‟s van ouders. Degenen die rijden dienen dan wel aan een aantal voorwaarden te voldoen: een inzittendenverzekering, een WA-verzekering, gordels in de auto en enkel kinderen op de voorstoel die daartoe gerechtigd zijn en met de juiste aanpassingen. De leerkracht of de groepsouder van de groep zal u benaderen met de vraag of u aan deze voorwaarden kunt voldoen.
31
6
Namen en adressen
6.1
Het onderwijzend team en de schoolleiding
Groepsindeling:
1/2 3/4 4/5 6/7 6/8
R. Harteman / M. van Lint S. Hekman K. Cornelissen B. Groven / M. Remmerde M. Bouwman / C. van Wijk
Intern begeleiders
C. van Wijk / M. Remmerde
Eveneens aan school verbonden zijn:
M. Doves E. Pelle E. Willemse A. Ton
Directie: Adres school: Telefoon school: Email adres: Website:
M. van Gessel / F. Koelen Blankenburgsestraat 1 4061AR 0344 - 651463
[email protected] www.pwaophemert.nl
6.2
Remedial Teacher Onderwijsassistent Vakleerkracht Lich. Oef. Conciërge
Namen, adressen, telefoonnummers
Stichting Fluvium
De Panoven 29
4191 GW Geldermalsen
[email protected]
085 27 34 660
GGD Rivierenland
J.S. de Jongplein 2
4001 WG Tiel
0344 698700
4001 WG Tiel
06 53 91 49 28 0344 63 85 05
Leerplichtambtenaar D.W. Moorman J.S. de Jongplein 2,
De inspectie van het Onderwijs
[email protected] – www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) De interne vertrouwenspersoon Mevr. C. van Wijk
[email protected] De externe vertrouwenspersoon GGD Rivierenland afd. Jeugdgezondheidszorg Tiel Vertrouwensinspecteurs van de inspectie Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld telefoon
0344 - 698700 0900-1113111.
Onderwijsgeschillen: Geschillencommissie Postbus 85191 3508 AD Utrecht e-mail:
[email protected] Internet: www.onderwijsgeschillen.nl
32
De leden van de Medezeggenschapsraad De oudergeleding: Mevr. O. Luiken Mevr. M. de Keijzer
Blankenburgsestr.4 Peperstraat 2A
4061 AR Ophemert 4061 AN Ophemert
0344-651011 0344-787262
De personeelsgeleding: Mevr. R. Harteman Dhr. B.J. Groven
Het Achterveld 13 Uilenburgsestr 23
4003 VG Tiel 4061 RH Ophemert
0344-615169 0344-652302
Het bestuur van de Oudervereniging (de ouderraad): Mevr. Mevr. Mevr. Mevr. Mevr. Mevr. Mevr. 6.3
J.C. v.d. Wal (vz.) I. van Eldijk (pm.) C. Verhoeks (secr.) N. Laisina (secr.) S. de Kleijn B. Drost B. van Kuijlenborg
Hermoessestraat 5 De Ganzenhof 41 Ophemertsestraat 7 Waalbandijk 71 Bellefleurstraat 5 Bulkheuvelseweg 17 Weverstraat 15
4062 4061 4061 4061 4061 4061 4061
PP Zennewijnen 0344-652553 BM Ophemert RA Ophemert BM Ophemert AZ Ophemert RE Ophemert AP Ophemert
Vakantierooster:
De vakanties voor het schooljaar 2015 – 2016 zijn als volgt samengesteld: Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Pinksteren Zomervakantie
19 18 22 25 25 16 13
okt t/m 23 okt dec t/m 1 jan fe t/m 26 feb mrtl t/m 28 mrtl apr t/m 6 mei mei t/m 20 mei juli t/m 21 aug
De “Fluvium studiedag” is op 17 mei, deze valt in de Pinkstervakantie. Op 7 oktober is de studiedag van de PWA gepland. Op deze dag zijn de kinderen vrij van school. Op 4 en 17 december hanteren wij een continu rooster. Voor bijzondere gebeurtenissen zie bijlage jaarkalender.
33
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 3.19 3.20 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 5
Onze school Algemene gegevens Aantal leerlingen Uitgangspunten van ons onderwijs De ambitie van de school De accenten in het komend schooljaar Het bestuur van de PWA De organisatie van ons onderwijs De samenstelling van het team De leeractiviteiten van de kinderen Wat en hoe leert mijn kind Huiswerk Sporttoernooi De zorg voor onze leerlingen Passend Onderwijs Belangrijke kaders Een korte omschrijving van de organisatie van swv BePO Opbrengsten van ons onderwijs Vensters PO Dyslexieprotocol Toelating en opvang van nieuwe kinderen Het volgen van de ontwikkeling van kinderen Toetsen Rapporten De zorg voor kinderen met specifieke behoeften Consultatieve Leerling Bespreking Langdurig zieke kinderen Overgang van groep 2 naar groep 3 Bevordering of doubleren De overgang naar het voortgezet onderwijs Externe instanties Melding huiselijk geweld en kindermishandeling Protocol Medisch handelen Inspectie De ouders Het belang van betrokkenheid van ouders Informatievoorziening naar ouders Ouderavonden Medezeggenschapsraad/Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De vereniging ouderraad De ouderbijdrage Overblijfmogelijkheden Contactpersonen Klachtenprocedure Verkeersouder Regels voor toelating, schorsing en verwijdering Criteria voor verdeling van leerlingen in een combinatiegroep Sponsoring Schoolverzekering Praktische schoolaangelegenheden
2 2 2 3 3 4 5 5 5 6 6 11 11 11 11 12 13 14 15 15 15 16 16 17 17 18 18 18 18 19 19 20 20 21 21 21 21 22 22 23 23 24 24 25 25 25 26 26 27 27
34
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 6 6.1 6.2 6.3
Schooltijden De procedure van vervanging bij ziekte Ziekmelding Meedoen aan lesactiviteiten en excursies Leerplicht en schoolverzuim Hoe vraagt u extra verlof aan? Andere praktische zaken Namen en adressen Het onderwijzend team en de schoolleiding Namen, adressen en telefoonnummers Vakantierooster
27 28 28 28 28 29 29 32 32 32 33
35