PRESENTATIE VNG EN NUZO 10 MAART 2016 TRENDS IN DE OUDERENZORG
1
ONDERZOEK
De titel: Een onbezorgde Oude Dag? Zit in het collectieve geheugen. Integrale samenhang tussen WZW zowel landelijk, regionaal als lokaal. Literatuurstudie aangevuld met enquête onder 2800 hoofdhuurders van Woonstichting SSW van 50 jaar en ouder. Zeer hoge respons van meer dan 34%. 15% respons was statistisch voldoende. Vrij unieke combinatie.
2
MAATSCHAPPELIJK RELEVANT BELEIDSTHEMA
Hoe gaan we als WZW-organisaties om met de wetenschap, dat vergrijzing een structureel gegeven is. Dat betekent concreet: -Het is officieel rijksbeleid dat ouderen langer zelfstandig moeten blijven wonen. -Door demografische ontwikkelingen neemt de populatie ouderen de komende decennia fors toe (vergrijzing en dubbele vergrijzing). -Dit in combinatie met een huidige- of toekomstige zorgbehoefte. Naast ieders kerntaak, ligt er ook een gezamenlijke opgave voor alle WZWorganisaties om dat langer zelfstandig wonen met zorg, welzijn en ondersteuning mogelijk te maken.
3
IMPACT HERVORMINGEN / SYSTEEMAANPASSING
Demografische ontwikkelingen en hervormingen (decentralisatie zorg) versterken elkaar en hebben een grote impact op organisaties, stenen en mensen: 1 Scheiden van woonkosten en zorgkosten:(profijtbeginsel, minder druk op publieke financiën). 2 Gevolgen voor de stenen: (minder doorstroming omdat er geen uitstroom meer is naar verzorgingshuis, langere wachttijden, overcapaciteit / leegstand verzorgingshuis, is woningvoorraad wel in voldoende mate geschikt?, ontwikkelen nieuwe woonconcepten. Noodzaak ander portefeuillebeleid). 3 Gevolgen voor de mensen: (van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving / Doe Het Zelf samenleving, afbouw collectieve voorzieningen, stimuleren eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Verantwoordelijkheidsladder is anders gericht: focus op eigen kracht, zelfredzaamheid, sociale netwerken. Burgers onzeker over veranderingen en niet iedereen heeft zelfregie. Blijven kwetsbare mensen onder de radar?) 4 Gezamenlijke opgave: (uitdaging om levensloopgeschikte woningen en wijken te maken met een 24/7 geïntegreerd pakket aan zorg, ondersteuning en welzijn.
1
4
DOEL VAN HET ONDERZOEK EN DE RODE DRADEN / THEMA’S
Betere kennisdeling en aanbrengen meer onderlinge samenhang en duiding. Verbinden van WZW-organisaties aan het ideaal aan de ongedeelde klant. Verknopen van onderlinge dienstverlening. Betere, effectieve en duurzame samenwerking. Stimuleren Organisatiekracht: -Hoe kunnen afzonderlijke organisaties gemeenschappelijke oplossingen bieden? -Samenspel is belangrijker dan steekspel. -Woon-, hulp- en zorgvragen beperken zich veelal niet tot 1 domein. -Werken aan uitgangspunt van Ongedeelde vraag en Ongedeelde klant. -Er ontstaat meer gezamenlijke kennis als je elkaar opzoekt, kennis deelt en samenwerkt in het sociale domein. _kennis over elkaars werkterrein / beroepspraktijk is beperkt. -Landelijk onderzoek Aedes/Actiz Kenniscentrum: Lokale partners (WZW, en gemeenten) geven elkaar tamelijk lage cijfers als het gaat om onderlinge samenwerking. Rapportcijfers tussen 6.1 en 6.5
5
ROL VAN DE GEMEENTEN BIJ DECENTRALISATIE VAN DE ZORG
Per 1 januari 2015 gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de WMO (decentralisatie). Kern van de transitie: hoe kunnen gemeenten burgers met een beperking ondersteunen om volop en volwaardig mee te doen aan de samenleving? Andere verantwoordelijkheidsladder / cultuuromslag bestaat uit: -WMO is een voorziening en geen recht zoals AWBZ. -Gaat om compenseren van belemmeringen (b.v. mindere mobiliteit). -Beroep op eigen kracht, zelfredzaamheid en zelf oplossen met eigen sociaal netwerk (informele zorg / mantelzorgers). -Niet vragen wat gemeente kan doen, maar wat je zelf met je netwerk kunt doen. -Lukt dat niet dan laatste terugvaloptie: beroep op publiek gefinancierde ondersteuning (WMO). Ervaringen na 1 jaar decentralisatie / WMO: -Voorzitter Transitiecommissie Han Nooten is positief. De zorg is gecontinueerd. Criterium: Geen grote ongelukken gebeurd. -ANBO geeft echter de meeste gemeenten een dikke onvoldoende (rechtsongelijkheid, te strenge beoordeling, onduidelijke communicatie, pgb’s, keukentafelgesprekken, bezuinigingen, afschaffen huishoudelijke hulp. Maar ook: hoe wordt omgegaan met kwetsbare groepen / zorgmijders? Verschil in verwachtingen tussen professionals en burgers ).
2
6
AANTAL CIJFERS EN FEITEN
Gemeente De Bilt vergrijst: -Proces van vergrijzing zet in de Bilt sterker door dan in de rest van de regio: -In 2013: 22.3% 65 plus (regio 13.6%). -In 2020: 25.1% 65plus -In 2030: 30.6% 65 plus
Ook huurderpopulatie van SSW vergrijst: -1/3 deel van de huurders is ouder dan 65 jaar. -57% van de hoofdhuurders is ouder dan 50 jaar (potentiële ouderen). -Van deze populatie woont 55% alleen en 49% in een ongelijkvloerse woning (eengezinswoning of flat onder lift).
Deze cijfers zorgen voor een belangrijke maatschappelijke opgave zowel volkshuisvestelijk, als ten aanzien van zorg- en welzijn.
Gezamenlijk doel: ouderen de mogelijkheid geven om langer in hun eigen woonomgeving te kunnen blijven wonen in een geschikte / aangepaste woning en de aanwezigheid van een goede zorginfrastructuur.
7
INSTRUMENTEN EN BELEIDSAANBEVELINGEN VOOR GEMEENTEN EN SAMENWERKINGSPARTNERS Gemeenten zijn eindregisseur van de WMO, staan dicht bij de burger en hebben de beschikking over wettelijke instrumenten.
7.1
Nieuwe Woningwet per 1 juli 2015 -Zwaartepunt volkshuisvesting ligt in de lokale driehoek Gemeenten, Corporaties en Huurdersorganisaties. Zwaardere rol gemeenten. -Gemeenten en huurdersorganisaties krijgen van het Rijk informatie over de financiële positie / investeringscapaciteit van de corporaties.
7.2
Woonvisie en Prestatieafspraken -Corporaties moeten meer dienstbaar zijn aan de samenleving. -Corporaties worden in redelijkheid geacht bij te dragen aan het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid zoals vastgelegd in een Woonvisie (gemeentelijk woonbeleid). -Corporaties zijn verplicht om op basis van Woonvisie prestatieafspraken te maken. -Bijvoorbeeld over het bevorderen van het langer zelfstandig wonen van ouderen. -Huurdersorganisatie is daarbij een volwaardige partij. -Afspraken maken over bijvoorbeeld: het voor ouderen geschikt maken van de bestaande woningvoorraad, jaarlijks aantal op te plussen woningen, preventief inzetten WMO-gelden (voor afgifte indicatie), realisatie nieuwe woonconcepten / kleinschalige nieuwbouw zoals Thuishuis, inzet thuistechnologie. -Recent voorbeeld drie partijen prestatieafspraken Nieuwegein: meer woningen geschikt maken voor ouderen.
3
7.3
Regionale Huisvestingsverordening / Woonruimteverdeling -Naast algemene regels (inschrijving, passendheid) heeft iedere gemeente de mogelijkheid om instrumenten uit de lokale gereedschapskist in te zetten. Voorbeelden: met voorrang huisvesten van ouderen uit grote woningen, lokaal maatwerk (voorrang in toewijzen woningen lokaal woningzoekenden 65plus), verlenen van mantelzorgindicaties (dichter bij elkaar wonen).
7.4
Inzetten Verleidings strategieën om doorstroming te bevorderen -Inzetten verleidingsstrategieën die het voor ouderen interessant maken om vanuit hun grote eengezinswoning te verhuizen naar een kleinere, beter passende woning. -Deze schaarse woningen weer toewijzen aan gezinnen met kinderen. -SSW populatie: 55% oudere huurders vanaf 50 jaar woont alleenstaand en 49% woont in een eengezinswoning of flat zonder lift. Grote doorstoompotentie! -Stimuleren doorstroming door inzet verhuiscoach / persoonlijke benadering,ontzorgen, informatie, aantrekkelijke geschikte nieuwbouw of bestaande bouw. (eventueel met zorgarrangementen).
7.5
Realiseren Centrale Portal / Website -Huidig communicatie landschap WZW versnipperd. Iedereen eigen websites. Aparte informatie over woonvraag, zorgvraag, ondersteuningsvraag, indicatievraag. Voorbeeld van gedeelde klant vraag en gedeelde klant. -Door grote hoeveelheid gefragmenteerde informatie zien burgers door bomen het bos niet meer. -Centrale portal waarbij alle relevante informatie van WZW organisaties op een samenhangende en toegankelijke manier voor de burger is ontsloten. -Goede informatie noodzakelijk om keuzes te kunnen maken. -Aanvullend: extra informatie over valpreventie. Kost 800 miljoen per jaar.
7.5
Bevorderen Vroeg Signalering, Organisatie en Continuïteit -Corporaties komen als een van de weinigen bij veel huurders achter de voordeur. -Goede gelegenheid om snel problematische woon- en leefsituatie te herkennen (verwaarlozing etc.). -Mogelijkheid om observaties te delen in netwerk met opvolging / actie. -Noodzaak om een dergelijk interdisciplinair netwerk te ontwikkelen zoals sociaal wijkteam. Maakt snelle interventie (voorkomen van kwaad tot erger) mogelijk.
7.6
Meer binnen gemeentelijke samenwerking bij nieuwbouwprojecten -Meer afstemming tussen Ruimtelijke Ordening (Afdeling Stedenbouw, bestemmingsplannen) en Afdeling Sociale Zaken (WMO). -Samenwerken vanuit gezamenlijke maatschappelijke opgave in plaats van werken vanuit uitsluitend eigen discipline. Levert meerwaarde op.
7.7
Investeren in Organisatiekracht en in het Uitgangspunt van de Ongedeelde Klant -Hoe kunnen afzonderlijke organisaties gemeenschappelijke oplossing bieden voor vraagstuk vergrijzing, langer zelfstandig wonen en ondersteuning / zorg? -Uitkomst landelijk onderzoek Aedes/ Actiz: lokale partners WZW-organisaties geven elkaar lage cijfers als het gaat om onderlinge samenwerking (een zesje).
4
-Relatief onbekend met elkaars werkterrein. -Meer kennisdeling over elkaars beroepspraktijk en werkterrein. -Woon-, zorg en hulpvragen beperken zich vaak niet tot een domein, maar vragen om samenhangende benadering. -Uitgaan van de ongedeelde klant en niet alles opknippen in aparte vraagstukken. Verknopen van onderlinge dienstverlening en duurzame samenwerking versterkt het uitgangspunt van de ongedeelde klant. -Zenden en ontvangen: monitoren van verwachtingen tussen professionals en burgers. Onderzoek: burgers slecht op de hoogte, dialoog en luisteren naar ongerustheid en onzekerheden. -Hoe blijft de kwetsbare klant in beeld? (onder WMO radar: iedereen wil regie, maar niet iedereen is er toe in staat, zorgmijders, eigen kracht opgebruikt).
SLOTBESCHOUWING VNG / NUZO Conferentie 10 maart 2016
De combinatie van demografische druk (vergrijzing) en hervormingsagenda van het kabinet hebben geleid tot: -Cultuuromslag voor zowel professional als gewone burger. -Verantwoordelijkheidsladder is anders gericht. -Het automatisme dat voor iedereen en altijd voorzieningen beschikbaar zijn heeft plaats gemaakt voor meer eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Grote druk op de sociale netwerken.
Veel burgers nog niet goed op de hoogte van de nieuwe verhoudingen en spelregels. Onzeker wat de toekomst gaat brengen (Onbezorgde oude dag?) -Blijven de sociale netwerken beschikbaar als de zorgvraag gr -Velen koesteren de wens om zelfredzaam te zijn, maar niet iedereen is hier fysiek / sociaal toe in staat? -Hoe gaan we om met kwetsbare groepen / ontbreken zelf regie?
Ouderen moeten leren op eerder na te denken over later. Meer anticiperen op latere levensfase is noodzakelijk om: -Problemen later (stroomopwaarts) te voorkomen; gedwongen keuzes. -Langer zelfstandig wonen in de eigen aangepaste woning of verhuizen naar een geschikte woning. -Voor velen en onzekere stap met veel verhuisdrempels.
5
Sluit de vastgoedportefeuille (woningvoorraad) in voldoende mate aan op de ontwikkeling waarbij er een groeiende groep ouderen komt met een zorgbehoefte die langer zelfstandig blijven wonen? -Is bestaande voorraad voldoende toegerust om langer zelfstandig wonen met huidige of toekomstige zorgbehoefte mogelijk te maken? -Zijn er voldoende nieuwe woonconcepten (variaties, thuistechnologie) om aan te sluiten bij nieuwe behoeften en wensen?
Niet de burger / klant opknippen in verschillende domeinen. Lading geven aan ideaal van ongedeelde klant betekent: organisatiekracht, kennisdeling, samenwerken en begrijpen van elkaars wereld en taal.
Ad van Zijl 10 maart 2016 SamenvattingOnderzoekOuderenhuisvesting2maart-2016
6