De VNG en het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in 2016 1 Inleiding Van 1 januari tot en met 30 juni 2016 is Nederland voorzitter van de Raad van Ministers van de Europese Unie (EU). De Nederlandse inzet bij het voorzitterschap is: Een EU die door innovatie groei en banen schept en een EU die haar burgers centraal stelt. Voor Nederland is het de twaalfde keer dat het als voorzitter optreedt. Het vorige Nederlandse EU-voorzitterschap was in 2004. Nederland is voorzitter van de Raad van Ministers, maar niet van de Europese Raad en van de Raad Buitenlandse Zaken. Deze EU organen hebben immers een vaste voorzitter. De werkzaamheden van een EU voorzitter bestaan uit drie uitgangspunten. In de eerste plaats zijn er de lopende wetgevingsdossiers. Het roulerend voorzitterschap van de Raad van Ministers heeft sinds het Verdrag van Lissabon vooral een dienende rol, namelijk het verder brengen van de lopende agenda die grotendeel bestaat uit lopende wetgevingsdossiers. In de tweede plaats moet de nodige flexibiliteit worden ingebouwd. Onvoorziene gebeurtenissen kunnen soms een zwaar stempel te drukken op de invulling van het voorzitterschap. De onderwerpen vluchtelingen en de situatie in het Midden Oosten zullen binnen deze categorie vallen. VNG zal indien nodig hierop reageren. Tot slot beidt het EU voorzitterschap Nederland de gelegenheid onderwerpen te agenderen die Nederland belangrijk vindt, in het bijzonder tijdens de voorziene informele bijeenkomsten van verschillende Raadsformaties. De VNG onderneemt een aantal activiteiten tijdens het Nederlandse voorzitterschap. Deze activiteiten, waaronder de organisatie van het EU Urban Agenda Forum op 30 mei 2016, worden in paragraaf 4 van deze notitie nader omschreven. De notitie zal eerst de prioriteiten van het Nederlandse voorzitterschap (paragraaf 2) toelichten.
Januari 2016
1
2 De prioriteiten van het Nederlandse voorzitterschap Nederland heeft besloten om de strategische agenda van de Raad centraal te stellen tijdens het EU-voorzitterschap. Bij de start van het huidige mandaat (2014-2019) heeft de Raad een aantal uitdagingen geïdentificeerd waarmee de EU wordt geconfronteerd, zoals langzame economische groei, hoge (jeugd)werkloosheid, digitalisering van de maatschappij, schaarser wordende hulpbronnen, migratie, radicalisering, alsmede de vergrijzing van de samenleving. Op basis van deze uitdaging heeft de Raad een strategische agenda opgesteld. Deze agenda legt vijf overkoepelende prioriteiten vast die de werkzaamheden van de Unie voor de periode 2014-2019 aanstuurt om de uitdagingen waarvoor de EU zich ziet gesteld het hoofd te bieden: a) een Unie van banen, groei en concurrentievermogen; b) een Unie die alle burgers activeert en beschermt; c) naar een Energie Unie met een toekomstgericht klimaatbeleid; d) een Unie van vrijheid, veiligheid en recht en e) de Unie als sterke mondiale speler. Naast deze prioriteiten gaat de strategische agenda ook in op de wijze waarop EU-beleid tot stand moet komen en uitgevoerd dient te worden. De principes van subsidiariteit en proportionaliteit zijn daarbij leidend: de Unie dient zich te concentreren op die terreinen waarop het verschil gemaakt kan worden en moet zich onthouden van optreden daar waar lidstaten zelf beleidsdoeleinden beter kunnen bereiken. Tevens worden concrete resultaten op de verschillende doelstellingen van de strategische agenda niet alleen in de vorm van wetgeving tot stand worden gebracht. Ook andere instrumenten, zoals uitwisseling van kennis en best practices, innovatieve manieren van werken, mechanismen voor politieke agendering, het bestendigen van peer pressure en wederzijds leren, het op slimme wijze aanwenden van de EU-begrotingsmiddelen en andersoortige initiatieven kunnen worden aangewend. Zoals eerder aangegeven, de Nederlandse inzet tijdens het voorzitterschap is in belangrijke mate gereflecteerd door de strategische agenda van de Europese Raad. Het kabinet wil het Nederlands voorzitterschap in dienst stellen van het helpen bereiken van concrete resultaten voor deze strategische agenda. De drie uitgangspunten voor het Nederlands voorzitterschap zijn: 1 Een EU die zich richt op hoofdzaken
Nederland vindt dat de EU zich moet richten op zaken waar Europa sterker van wordt. Hoofdzaken als welvaart, vrijheid en veiligheid. Niet op zaken die de Europese landen prima zelf kunnen regelen, zoals: zorg, onderwijs, pensioenen en belastingen. Nederland zal inzetten op de blijvende verbetering van de kwaliteit, de vereenvoudiging en uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving. De vermindering van administratieve lasten en kosten wordt hierin meegenomen. Deze ‘betere regelgeving’ agenda (dit is ook de agenda van Eurocommissaris Timmermans) is niet uitsluitend een dereguleringsoperatie: naast minder regelgeving gaat het vooral om een betere kwaliteit van de regelgeving. Dit is van belang voor burgers, bedrijfsleven, steden en regio’s en stimuleert duurzame economische groei en concurrentievermogen.
2 Een EU die zich richt op groei en banen
Innovatie moet de sleutel vormen voor duurzame en inclusieve groei, verbetering en vernieuwing. De innovatie-agenda heeft vele facetten: • Het gaat om het wegnemen van belemmeringen voor innovatie in de interne markt; • De versterking van de interne markt en een effectieve Europese investeringsagenda; • Een gelijk speelveld voor bedrijven via een modern en concurrerend industriebeleid; • Het stimuleren van onderzoek en innovatie vanuit alle daartoe bestemde Europese fondsen en programma’s; • Het versterken van de digitale economie; • Een impuls geven aan de Europese handelspolitieke agenda: open en eerlijke wereldhandel met aandacht
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
2
voor mens en milieu; • Een goed functionerende interne energiemarkt, met een de transitie naar een CO2 neutrale energievoorziening, waarbij leveringszekerheid en de concurrentiekracht van Europa centraal staan; • Onderwijs en ook cultuur, media en de creatieve industrie dragen bij aan innovatie, en aan een Unie van banen, groei en concurrentievermogen; • Het stimuleren van nationale beleidshervormingen, maar ook een maatschappij die vernieuwt en zichzelf uitdaagt.
Het creëren van banen is daarbij topprioriteit. Maar ook het sociale gezicht van Europa hoort daar integraal onderdeel van te zijn: werknemers moeten beter worden beschermd tegen uitbuiting en oneerlijke concurrentie.
3 Een EU die verbindt
Europa moet haar inwoners centraal stellen, zodat zij zich herkennen in de besluiten die de EU neemt. De versterking van de democratische legitimiteit is een belangrijk punt tijdens het Nederlandse voorzitterschap. Dat vraagt om actieve betrokkenheid van mensen en maatschappelijke organisaties, zodat zij zich gehoord weten. Transparantie over besluitvorming is hierbij essentieel. Draagvlak voor de EU kan daarnaast worden versterkt als de EU daadwerkelijk resultaten boekt voor burgers en bedrijven op punten die voor hen belangrijk zijn.
3 De VNG activiteiten De VNG richt zich tijdens de periode van het Nederlandse voorzitterschap op de versterking van de economie en de groei van de werkgelegenheid (jobs and growth). Hiervoor is een sterke lokaal bestuur noodzakelijk. Deze uitgangspunten komen voornamelijk terug in de Europese Agenda Stad Betere en regelgeving en betere governance. De VNG zal een aantal activiteiten ondernemen tijdens de periode van het Nederlandse voorzitterschap. Deze activiteiten betreffen de organisatie van bijeenkomsten en lobbyactiviteiten voor wetgevingstrajecten die tijdens het Nederlandse voorzitterschap plaatsvinden. De VNG-activiteiten zullen hieronder per onderwerp worden beschreven.
a De Europese Agenda Stad (de EU Urban Agenda) Tijdens het voorzitterschap schenkt Nederland bijzondere aandacht aan de stad. Steden zijn motoren van economische groei en broedplaatsen voor innovatie. Momenteel woont al 70% van de EU-bevolking in stedelijke gebieden en dit percentage zal de komende decennia oplopen tot meer dan 80%. Bijna 70% van het BBP van de EU wordt verdiend in steden. Innovatie, voortaan als de drijvende kracht beschouwd voor economische groei en werkgelegenheid, vindt vooral vruchtbare bodem in stedelijke gebieden. Toch bestaat er nog steeds geen alomvattende strategie of agenda op EU-niveau voor stedelijk beleid, zoals we dat bijvoorbeeld wel zien bij het gemeenschappelijk landbouwbeleid dat een aparte pijler kent voor ontwikkeling van het platteland. Ook ontbreekt het vaak aan samenhang tussen de verschillende beleidsinitiatieven waardoor EU-beleid moeilijk uitvoerbaar is in de stedelijke omgeving. En dan hebben we het nog niet gehad over de Europese subsidieprogramma’s waarin geen echte stedelijke dimensie is aangebracht. Hierdoor worden steden soms gehinderd bij de uitvoering van hun beleid. Om stedelijke gebieden hun cruciale rol te laten spelen, is het van belang dat de overheid, lokaal, nationaal en Europees, de juiste voorwaarden biedt voor stedelijke ontwikkeling. Denk daarbij aan het terugdringen en verbeteren van Europese regelgeving die stedelijke ontwikkeling onnodig beperkt en het delen van kennis en ‘best practices’ over innovatieve oplossingen voor Europese stedelijke uitdagingen. Dat is de inzet van de Europese Agenda Stad. Europese lidstaten zullen daartoe op 30 mei 2016 tijdens een informele Raadsbijeenkomst van ministers voor stedelijke ontwikkeling het Pact voor de Europese Agenda Stad onderschrijven. VNG is van mening dat de EU Agenda Stad uit de volgende punten moet bestaan: • Betere regelgeving: het gaat nadrukkelijk niet om meer regels, maar om een meer integrale aanpak van nieuw beleid en regelgeving als oplossing voor de huidige zeer sectorale werkwijze van de EU; • Betere subsidies: meer aandacht voor de stedelijke behoeften en uitdagingen in Europese subsidieprogramma’s om de ontwikkeling van steden en regio’s te faciliteren; Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3
• Betere kennisdeling: een platform voor de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden en meer relevante data over steden en in het bijzonder functionele regio’s van steden en hun omliggende gebieden; • Betere governance: meer en vroegere betrokkenheid van steden in het Europese beleids- en besluitvormingsproces. Er worden vier bijeenkomsten rond de Europese Agenda Stad (EU Urban Agenda) tijdens het Nederlandse voorzitterschap georganiseerd: • Burgemeestersbijeenkomst voor Europese hoofdsteden (21 april 2016); • het EU Urban Agenda Forum van het Comité van de Regio’s (CvdR) op (30 mei 2016). Dit forum wordt door het CvdR en Nederlandse partners georganiseerd. VNG is de initiator en organiseert samen met het IPO, de gemeente Amsterdam, de provincie Noord Holland en het Ministerie van BZK; • Manifestatie van Europese stadsmakers (30 mei 2016) en; • de Informele ministeriële bijeenkomst (30 mei 2016). • De bijeenkomsten vormen één programma en worden in samenhang met elkaar georganiseerd.
EU Urban Agenda Forum Op 30 mei organiseert het CvdR samen met Nederlandse partners het EU Urban Agenda Forum. VNG is de initiator en organiseert het forum samen met het IPO, de gemeente Amsterdam, de provincie Noord Holland en het Ministerie van BZK. Het forum staat op de kalender van geassocieerde bijeenkomsten van het Nederlandse EU-voorzitterschap. Het forum wordt back-to-back georganiseerd met een informele Raad van Ministersbijeenkomst over de Europese stedelijke agenda. In deze vergadering wordt het Pact van Amsterdam, een verklaring over de uitwerking van de Europese stedelijke agenda, vastgesteld. Het doel van het forum: input en draagvlak creëren voor de Europese Urban Agenda. Het forum is een uitstekend platform voor de lidstaat Nederland om feedback en steun voor het Pact van Amsterdam op te halen bij de doelgroep waar de verklaring over gaat. Het forum geeft steden en regio’s een platform om aan de EU instellingen een signaal af te geven over het belang van een Urban Agenda voor de EU. Ook is het een Europees podium voor stedelijke voorbeelden en kennisuitwisseling. In totaal verwachten we 400 deelnemers uit heel Europa: lokale en regionale bestuurders, leden van het Europees Parlement, medewerkers van de Europese Commissie en vertegenwoordigers van Europese belangenorganisaties van lokale en regionale overheden (Eurocities, CEMR). Het Forum vindt plaats in de Westergasfabriek in Amsterdam, een met Europees geld verbouwd oud industrieel complex. Minister Plasterk komt na afloop van de ministersvergadering naar de Westergasfabriek om het Pact van Amsterdam aan de deelnemers van het forum te presenteren.
b Betere regelgeving en betere governance Het Nederlandse voorzitterschap richt zich ook op de wijze waarop EU-beleid tot stand moet komen en uitgevoerd dient te worden. De principes van subsidiariteit en proportionaliteit zijn daarbij leidend. Deze EU-principes, waarbij besluiten op het laagst mogelijke niveau worden besloten, juist voor gemeenten van belang. De wisselwerking tussen lokaal en EU bestuur noodzaakt VNG om voor de belangen van gemeenten zowel naar Brussel als naar Den Haag te kijken. Dit stelt het Openbaar Bestuur voor nieuwe uitdagingen. VNG zou willen inzetten op drie uitgangspunten: a) De Europese Commissie zou meer rekening moeten houden met de territoriale gevolgen, implementatiekosten, administratieve lasten en integraliteit van regels. b) De EU beleidscyclus zou transparanter en voorspelbaarder moeten worden, zodat duidelijker is wanneer gemeenten hun bijdrage kunnen leveren en het draagvlak wordt vergroot. c) Betere interbestuurlijke samenwerking tussen alle overheidslagen is noodzakelijk. De overlegtraditie van de Nederlandse polder moet worden doorgetrokken naar Brussel. Vereniging van Nederlandse Gemeenten
4
De agenda voor betere regelgeving, die Commissaris Timmermans in het voorjaar van 2015 heeft gepresenteerd, betekent op verschillende punten een verbetering. Nieuwe geïntegreerde richtsnoeren voor impact assessments en evaluatie moeten zorgen voor meer aandacht voor gevolgen van EU regelgeving voor decentrale overheden. Tevens wordt de transparantie van het EU beleidsproces vergroot. Nog voor het begin van 2016 zal worden geprobeerd een nieuw interinstitutioneel akkoord (IIA) over betere regelgeving en samenwerking tussen Europese Commissie, Raad en Europees Parlement af te sluiten. Veel van de voornemens van Timmermans zullen in 2016 in de praktijk hun waarde moeten bewijzen, Op het punt van interbestuurlijke samenwerking is nog een weg te gaan. Er wordt wel veel geconsulteerd, maar nog te weinig overlegd met decentrale overheden. De agenda voor betere regelgeving, die Commissaris Timmermans in het voorjaar van 2015 heeft gepresenteerd, is een lobbydossier van de VNG. Dit dossier heeft raakvlakken met de Urban Agenda en het onderwerp zal worden besproken tijdens het EU Urban Agenda Forum op 30 mei 2016.
c Betere subsidie In 2017 zal de Europese Commissie haar voorstel voor het EU-budget na 2020, het Meerjarig Financieel Kader (MFK) presenteren. Met het MFK worden voor Nederlandse gemeenten belangrijke EU-fondsen als het Europees Fonds voor Regionale Samenwerking (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het onderzoeksprogramma Horizon2020 gefinancierd. In 2016 vindt een tussentijdse evaluatie van het MFK 2014-2020 plaats. Het is voor het eerst in de historie dat ‘Brussel’ een dergelijke evaluatie houdt. De VNG benut haar contacten in Brussel en Den Haag om in kaart te brengen hoe de evaluatie gaat verlopen en om de verkregen financiële enveloppen voor de ESI-fondsen voor Nederland veilig te stellen. De VNG ontwikkelt met haar leden een visie op het MFK na 2020, waarbij ingezet wordt op behoud van toegang van decentrale overheden in rijkere lidstaten tot de Europese Structuur en Investeringsfondsen (EFRO, ESF, ELFPO), maar ook om nieuwe begrotingslijnen te ontwikkelen die lokaal beleid in Europees verband versterken, zoals de aanpak van jeugdwerkloosheid en de opvang van migranten. Tevens start de VNG een debat over het behoud van de structuurfondsen voor gemeenten en provincies tijdens de volgende programmaperiode (2021 en verder). Hiertoe wordt in het voorjaar van 2016 een gezamenlijke bijeenkomst met de provincies georganiseerd. Vereenvoudiging van de bestaande wetgeving voor de uitvoering van het cohesiebeleid via de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESIF) is een belangrijk onderdeel in het debat over de toekomst van het beleid. De voorbereiding en uitvoering van de huidige programmaperiode (2014-2020) leert dat er veel verbeteringen zijn door te voeren om het cohesiebeleid zowel voor uitvoerende instanties (Rijk, provincies en steden) als eindbegunstigden (bedrijven, kennisinstellingen, gemeenten) aantrekkelijker te maken. Deze VNG- activiteiten voor betere subsidie zijn een lobbydossier van de VNG. Dit dossier heeft raakvlakken met de Urban Agenda en het onderwerp zal worden besproken tijdens het EU Urban Agenda Forum op 30 mei 2016.
d Energie Unie Nederland zet zich tijdens haar voorzitterschap in voor een goed functionerende interne energiemarkt. In het kader van de energie unie zal de Europese Commissie voorstellen presenteren om de EU richtlijnen voor hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en energieprestaties gebouwen herzien. De EU ziet naast wetgeving een belangrijke rol weggelegd voor integrale nationale plannen om EU brede doelstellingen voor duurzame energie en energiebesparing in te vullen. In Nederland kennen we deze aanpak al in het huidige energie-akkoord, waar ook VNG in participeert. De EU zal voorstellen doen over de vorm van de nationale plannen, de onderlinge samenhang tussen verschillende nationale plannen (vanwege de grensoverschrijdende invloed van bijvoorbeeld handel en investeringen in duurzame energie) en de toezichtsrol van de Europese Commissie. Dit betekent voor het energie-akkoord en de VNG rol erin, dat we actief zullen kijken naar de uitwerking van de voorstellen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
5
Commissie. Een belangrijk element is daarin wat de EU plannen zullen betekenen voor de regionale energiestrategieën. Parallel aan de Informele Energie Raad organiseert de SER op maandag 11 april een internationale conferentie over de energie transitie. In deelsessies worden de belangrijkste succesfactoren voor participatie en draagvlak op nationale en lokale schaal geïdentificeerd. De opdracht is om boven tafel te krijgen of het wenselijk is dat de Europese Commissie instrumenten aanreikt om draagvlak en samenwerking te bevorderen. Voor VNG is dit een mogelijkheid om onze plannen voor regionale energiestrategieën neer te zetten als basis voor Nederlandse lokale/regionale energie transitie. Deze plannen zijn ook de basis voor de VNG inzet op het nieuwe EU energiebeleid. Ook de EU zelf zet een nationale benadering centraal waarbij meer maatwerk kan worden geleverd.
e Jaarcongres European Social Network Het European Social Network (ESN) is een Europees netwerk van lokale sociale diensten. Het netwerk heeft tot doel om door middel van uitwisseling van ervaringen en goede voorbeelden de dienstverlening van sociale diensten te verbeteren. Vanuit Nederland zijn Divosa (Vereniging van directeuren van sociale diensten), KING (namens VNG) en LCGW (Landelijk Contact Gemeentelijk Welzijn) lid van ESN. Door de decentralisaties in het sociale domein is het belang van het ESN voor de Nederlandse leden gegroeid. ESN houdt van 20 t/m 22 juni 2016 haar jaarcongres in het Worldforum in Den Haag. ESN organiseert het jaarcongres in samenwerking met het Nederlandse EU-voorzitterschap (ministeries van VWS en SZW) en VNG. Het congres focust zich op het versterken van lokale gemeenschappen, de bestrijding van armoede en het verbeteren van de dienstverlening van sociale diensten.
f Versterken digitale economie De Europese Commissie heeft in mei 2015 als onderdeel van haar programma EU Digitale Agenda 2020 de EUstrategie voor de digitale eengemaakte markt gepresenteerd. Deze strategie heeft tot doel om de Europese Interne Markt klaar voor het digitale tijdperk te maken met maatregelen op het gebied van digitale diensten en producten, consumentenbescherming, auteursrecht, enz. In 2016 presenteert de Commissie in drie fasen beleidsen wetsvoorstellen voor de uitvoering van de strategie. Per voorstel wordt door de VNG de gevolgen voor de gemeenten in kaart gebracht en wordt de verbinding gelegd met de Digitale Agenda2020 van de VNG. Eén van de onderdelen van de strategie voor de digitale eengemaakte markt is een nieuw actieplan Egovernment (2016-2020) als opvolger van het huidige programma (2011-2015). Dit actieplan richt zich op de digitale dienstverlening van de overheid aan burgers en bedrijven. Het Nederlands EU-voorzitterschap organiseert op 2-3 juni a.s. in Amsterdam een ministeriële conferentie over het nieuwe actieplan Egovernment. De VNG neemt zitting in een werkgroep van het Rijk dat deze conferentie voorbereid en is daardoor direct betrokken bij de discussie op ministerieel niveau over de digitalisering van de overheid.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
6
VNG De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de koepelorganisatie van de Nederlandse gemeenten. De VNG is de vereniging van en voor alle mensen, die bestuurlijk en ambtelijk in de Nederlandse Gemeenten werken. Samen met alle gemeenten stáát de VNG voor kracht en kwaliteit van het lokale bestuur. De VNG heeft in Brussel een ambtelijke voorpost. Daarnaast werkt de VNG samen met veel andere organisaties en is lid van o.a. de Europese koepel van verenigingen, de Council of European Municipalities and Regions (CEMR) en de internationale koepel United Cities and Local Governments (UCLG). Vereniging van Nederlandse gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag Tel. +31 (0)70 3738200 www.vng.nl Contactpersonen: Simone Goedings (Directie Europa van de VNG)
[email protected] Bas van den Barg (Directie Europa van de VNG)
[email protected]
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
7