VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 37 NUMMER 16 26 oktober 2012
Gamen tegen agressie Grensoverschrijdend verbaal gedrag is in toenemende mate een probleem in de zorg. Het spreekwoordelijke lontje wordt korter en daarmee het respect voor elkaar minder. De afdeling HRMARBO van het UMC St Radboud ontwikkelde een Serious Game om met verbale agressie om te gaan. M ar j a n W ass e n aar
“Er gaat hier ook altijd iets fout!” Of: “Gaat dat nog lang duren?!” Het effect van grensoverschrijdend verbaal gedrag wordt vaak onderschat. Medewerkers kunnen behoorlijk veel last hebben van dergelijke opmerkingen. Soms is even uitblazen bij collega’s voldoende, maar verbale agressie kan leiden tot tegenzin in het werk of zelfs tot uitval. ‘Als je er vanaf het begin goed mee om weet te gaan, escaleert verbale agressie minder snel’, benadrukt Pieternel van Heijst, ARBO-coördinator van de productgroep HRM. Zij is initiatiefneemster van een Serious Game over grensoverschrijdend verbaal gedrag. Het doel van de game is om spelenderwijs de theorie als voorbereiding op de vaardigheidstraining eigen te maken.
Pagina 3 Vernieuwd donatie programma
Pagina 5 Interview prof. Sally Wyke, benoemd voor de Valkhofleerstoel
Foto: Onno van de Laak
Praktijksituaties Productgroep HRM ontwikkelde de game samen met commercieel bedrijf IJsfontein. Aan de hand van voorbeelden uit de bestaande training ontwikkelden zij negen praktijksituaties die medewerkers vaak tegenkomen. Neem het scenario Wachtruimte. Verpleegkundige Sara loopt een wachtende patiënt voorbij zonder hem aan te kijken. De speler ziet op het scherm de irritatie van de patiënt toenemen en krijgt opties voorgelegd hoe je met deze situatie kunt omgaan. Dan wordt de speler verpleegkundige Sara. Spreek je de patiënt aan of niet? Hoe reageer je op zijn verhaal? Bij elke keuze is de reactie van de patiënt meteen zichtbaar. Alle gemaakte keuzes worden geëvalueerd. Wie het goed heeft gedaan, mag door naar het volgende level.
Positief effect Op 16 oktober vond de kick-off van de game plaats voor leidinggevenden en preventiemedewerkers Arbo en Milieu. Eerder nam een aantal afdelingen deel aan een pilot met game en vaardigheidstraining. ‘Medewerkers zijn positief over deze combinatie’, geeft Van Heijst aan. ‘Daarnaast hebben we het effect door een afstudeerder laten onderzoeken. Het blijkt dat de training in deze vorm een positief effect heeft op de emotionele belasting van medewerkers, dit is ook na een aantal weken nog meetbaar.’ De game is bedoeld voor alle medewerkers met contacten met bezoekers, patiënten én collega’s. ‘Want ook op de werkvloer kunnen medewerkers onderling grensoverschrijdend gedrag vertonen.’ n Medewerkers kunnen de Serious Game gratis spelen, in overleg met hun leidinggevende. Meer informatie: www.ontploffingsgevaar.nl.
Pagina 6 Gastgerichtheid op het poliplein
Pagina 9 Astronaut André Kuipers bezoekt Radboud
radbod e 1 6 - 2 0 1 2
Verbeterd
En verder...
Alle medische dossiers digitaal
In Bedrijf, Duurzame lunch, Patiëntveiligheid, Parkeren fietsen, Rampenoefening Mensen, Ingezonden Column Buitenland, Opgelucht na een doodvonnis Rondvraag over griepprik
Bij Dermatologie zijn alle medische dossiers gedigitaliseerd. Het speurwerk naar papieren dossiers is verleden tijd. Maar vooral beschikt een arts altijd en overal over alle gegevens van de patiënt.
Verbeteren administratie. De afdeling Dermatologie heeft alle medische dossiers gedigitaliseerd. Hiermee is gestart in 2008. ‘We wilden de administratieve processen verbeteren’, vertelt Anja van der Cruijsen, hoofd administratie en secretariaat. ‘Bij papieren dossiers zijn de processen een stuk trager. Zo lag er bij de administratie altijd een stapel dossiers met patiëntenbrieven voor artsen om te ondertekenen. Nu gaat dat veel sneller. Een arts kan overal, vanachter zijn pc de patiëntenbrieven inzien en ondertekenen. Ook de uitslagen en brieven van de verwijzer zijn gedigitaliseerd. Dit alles is via het EPD te raadplegen. Een arts heeft daardoor altijd het volledige dossier op het spreekuur.’ Koek en ei. Het speuren naar papieren dossiers op de poli of in het archief is verleden tijd. De digitale dossiers besparen daarnaast een hoop papier(kosten). Vroeger lagen er bijvoorbeeld elke maand zo’n 1200 brieven klaar om te ondertekenen. Toch is het niet alleen maar koek en ei. Sommige artsen vinden het bijvoorbeeld veel prettiger om door papieren dossiers te bladeren dan alles in de computer te zoeken.
Oude archiefruimte bij Dermatologie. Alle medische dossiers zijn nu gedigi taliseerd.
Vierkante meters. Dermatologie heeft in vier jaar tijd alle medische dossiers van de afgelopen vijftien jaar gescand en gedigitaliseerd. Dat waren zo’n 65.000 dossiers. Met hulp van leerbedrijf Breed en de scanstraat van het UMC is deze immense klus geklaard. De oude papieren dossiers zijn opgeslagen in een loods. Van der Cruijsen: ‘Deze oude archiefruimtes kunnen we nu gebruiken als werkplek. Het digitaliseren heeft ons dus ook vierkante meters opgeleverd.’ GM
kunst Emmanuel F, de handen gevouwen van Damien Cabanes toont een ingetogen figuur dat zich bezint. Het beeld van gebakken klei integreert zich perfect in de omgeving: de hal van de nieuwe behuizing van het Universitair Gezondheidscentrum (UGC) Heyendael. Immers het brengt zowel de gevraagde als de geboden zorg tot uitdrukking. En dit gebeurt met een kracht teweeggebracht door de even directe als eenvoudige uitstraling van de sculptuur. Zonder enige overbodigheid zien we iemand, geconfronteerd met misère en lijden, teruggeworpen op zichzelf. Met een serene houding – door de gesuggereerde knielende beweging en het vouwen van de handen – zoekt hij een balans tussen kracht en acceptatie, tussen berusting en verweer. Hoewel hij in zijn situatie onmiskenbaar eenzaam is, slaagt hij erin niet alleen te zijn. Hij schaart zich immers in de grotere orde van het leven en overstijgt daarin een egocentrisch zelfbeklag. Tegelijk wordt wie naar het beeld kijkt, in deze beweging meegenomen.
Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Flip Franssen, Onno van de Laak, Frank Muller, Daan Van Speybroeck, Marc van Teeffelen en Marcel Wortel. E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3617261 Correspondentie: UMC St Radboud, 911 Productgroep Communicatie. Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof. dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023- 5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 9 november 2012.
AGENDA 30 oktober: Voorlichtingsavond Lymfklierkanker, Hodgkin en Non-Hodgkinlymfomen, Auditorium, 19.30-21.30 uur. Voor (ex-)patiënten, partners, familieleden en andere belangstellenden. Wendy Stevens, internist-hematoloog in het Radboud, geeft een lezing over de behandeling van Hogdkinen Non-Hodgkinlymfomen en over nieuwe ontwikkelingen in de behandeling. Felix Erinkveld zal in het kort iets zeggen over “Kanker en Werk”. De Lymfklierkanker Vereniging is er ook voor informatie en lotgenotencontact. Zaal open vanaf 19.15 uur. Entree gratis. Aanmelden via de website www. lymfklierkanker.nl/oost. Voor informatie: oost@ lymfklierkanker.nl, Henk de Vries: 06-81298866 2 november: Afscheidssymposium van 11.30-14.45 uur in de Vereeniging van prof.dr. Jacques Lenders en prof.dr. Anton Stalenhoef: Vasculaire geneeskunde: ‘Vet’ en onder ‘druk’. Om 15.30 uur houden beide hoogleraren hun afscheidsredes. Aansluitend is er van 17.15-18.30 uur een receptie. 14 november: Acute Zorgregio Oost organiseert een scholingsavond over ‘Airwaymanagement’. Deze scholing is interessant voor meldkamercentralisten, ambulancemedewerkers, MMT-medewerkers, SEH-artsen, traumatologen, verpleegkundigen SEH, IC- en kinderafdelingen. Aan bod komen casuïstiek- en ketenbespreking, airwaymanagement bij volwassenen. Voor meer informatie en inschrijving: www.azo.nl. 23 november: Op het kind af! Flexibiliteit in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Congres Karakter kinder- en jeugdpsychiatrie. Over ADHD en autisme, vernieuwing en efficiency in de zorg, en: hoe werkt empathie in kinder- en jeugdpsychiatrie? Meer info en inschrijving: www.karakter.com/ ophetkindaf.
PAO 2 november: COPD-netwerk: ‘Waar je ook gaat, daar adem je’, 9.30-17.00 uur, Dekkerswald, Groesbeek, inschrijven via www.paoheyendael.nl 23 november: ‘Haar pijn is de zijne niet, over gender en pijn’, 13.00-17.00 uur. Meer informatie: www.paoheyendael.nl/haarpijnisdezijneniet.
De weg opent zich naar het gesignaleerde niet-alleenzijn en de rollen worden als het ware omgedraaid: de figuur concentreert zich thans op de ander en wordt degene die zorg besteedt aan wie zijn hulp, steun en aandacht nodig heeft. Het beeld in de hal straalt een soort van niet opdringerig welkom uit voor wie het centrum bezoekt. Deze lezing van Emmanuel F, de handen gevouwen leunt aan bij een religieus discours – verwijzend naar de wortels van het UMC St Radboud. Intussen laat dit hedendaags kunstwerk zich daar niet toe herleiden. In onze geseculariseerde maatschappij is de houding van
Colofon
Oecumenische vieringen de man evengoed algemeen menselijk: een vorm van bezinning op het leven dat ons in een situatie brengt dat we soms zorg behoeven evenals dat we deze soms te bieden hebben. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator
2
Elke zondag om 10.00 uur in het Personeelsrestaurant. Zondag 28 oktober: voorganger Jacqueline van Meurs, koor Spiritual Singers. Zondag 4 november: voorganger Richart Huijzer, koor Parnassuskoor.
4 10 11 12
b radbod e l e id e 16 - 2012
Nieuw initiatief weefsel- en orgaandonatie Nederland blijft achter in het aantal orgaandonoren. Slechts één op de drie burgers registreert zich als donor. Met een vernieuwd donatieprogramma ondersteunt het UMC St Radboud artsen en verpleegkundigen bij het stellen van de donatievraag. ‘Internationaal onderzoek laat zien dat familieleden achteraf vaak spijt hebben van hun weigering.’
M ar j a n W ass e n aar
Meer dan 60 procent van de overleden patiënten op de intensive care (IC) staat niet geregistreerd in het Donorregister. Voor de familie komt de vraag of hun geliefde orgaandonor mag worden, als een schok. ‘Het overvalt de familie’, legt projectleider en transplantatiecoördinator Willem Hordijk uit. ‘Ze hebben net verschrikkelijk nieuws over hun geliefde te horen gekregen en zijn nog bezig dat te verwerken. Heel vaak zeggen familieleden dan nee. Twee op de drie mogelijke donoren gaan daardoor verloren.’ Samen met hoogleraar orgaantransplantatie Andries Hoitsma diende Hordijk een subsidieaanvraag in bij het Ministerie van VWS, met als doel de organisatie rondom orgaan- en weefseldonatie te verbeteren en zorgverleners te ondersteunen bij het herkennen van mogelijke donoren. Met succes: de subsidie van 3,8 miljoen euro is toegekend en de komende jaren kan het UMC St Radboud deze ambities realiseren.
Coördinerende rol Inmiddels heeft intensivist Farid Abdo deels het stokje overgenomen van Hoitsma. Sinds 1 juli is hij voorzitter van de Commissie Orgaan- en Weefseldonatie (COWD) en coördinerend donatie-intensivist. ‘Er zijn achttien ziekenhuizen in de regio die van de subsidie profiteren.
Het Radboud faciliteert deze ziekenhuizen bij orgaandonaties en gaat een meer coördinerende rol spelen in het donatiebeleid van de regio’, schetst Abdo. ‘Waar we naar toe willen, is dat artsen potentiële donoren herkennen, maar ook bewust worden van het belang van de gespreksvoering en techniek bij het stellen van de donatievraag, en het feit dat donorzorg een niet onbelangrijk deel van het stervensproces vormt.’
Donatiecursus Binnen het nieuwe donatieprogramma kunnen intensivisten, maar ook andere medisch specialisten, een donatiecursus volgen. Deze training helpt artsen om hun communicatie richting de familie te verbeteren, door bijvoorbeeld het herkennen van rouwreacties en het op de juiste manier stellen van de donatievraag. Een ander speerpunt is de vraagbaak. Het aanstellen van donatie-intensivisten zal er hopelijk toe leiden dat artsen onderling makkelijker met elkaar kunnen overleggen over medisch-inhoudelijke vragen.
‘Donorzorg vormt een niet onbelangrijk deel van het stervensproces' Spoedeisende hulp Op de IC wordt 100 procent van het donorpotentieel herkend. Op dit moment is het donorpotentieel op de Spoedeisende Hulp (SEH) van het Radboud en die van omringende ziekenhuizen onbekend. Ook daar besteden Hordijk en Abdo met het nieuwe donatieprogramma aandacht aan. ‘Een patiënt met bijvoorbeeld een ernstige hersenbloeding die op de SEH binnenkomt, gaat met name in de kleinere ziekenhuizen niet altijd door naar de IC’, legt Abdo uit. ‘Wanneer de neuroloog na overleg met de neurochirurg geen behandelopties meer ziet en verdere behandeling niet in het belang van de patiënt is, overlijdt de patiënt op de SEH of op de afdeling Neurologie. Met deze subsidie gaan we dossieronderzoek op de SEH doen. Bij bewezen donorpotentieel bieden we de donatiecursus ook aan SEH-artsen en neurologen aan, opdat men nog meer alert is op mogelijke orgaandonoren.’
Regioziekenhuizen ontlasten
Met een vernieuwd donatieprogramma hoopt het Radboud het donor potentieel beter te benutten. Foto: Frank Muller
Een belangrijke rol binnen het vernieuwde donatieprogramma is weggelegd voor de artsen en verpleegkundigen van het Zelfstandig Uitname Team (ZUT). Dit team, bestaande uit twee chirurgen, een anesthesist, twee OK-verpleegkundigen en een transplantatiecoördinator, verzorgt de uitname van donororganen binnen het Radboud en de ziekenhuizen in de donatieregio. De uitnamechirurgen zijn - als eerste team in Nederland volledig gecertificeerd in transplantatiechirurgie. Vanaf 1 november gaat het ZUT aan de slag. Zij zijn dan toegerust met een eigen bus met alle benodigde instrumentarium. Wanneer een donororgaan beschikbaar komt, voeren zij op locatie de uitnameprocedure uit. Daarmee ontlasten zij de regioziekenhuizen, want zo’n procedure kost gemiddeld vijf tot zes uur. Al die tijd ligt hun reguliere OK-programma stil. Het ZUT opereert zelfstandig en heeft alleen een OK-ruimte met anesthesieapparatuur nodig. De uitname vindt plaats volgens een uniforme werkwijze, waarbij de kwaliteit van de donororganen zo goed mogelijk in stand wordt gehouden. Donorregistratie mag dan in Nederland vrijblijvend zijn, met het nieuwe donatieprogramma hopen Hordijk en Abdo dat het bestaande donorpotentieel beter wordt benut. n
3
nieuwsladder Startsein voor Novio Tech Campus Op 2 oktober is het startsein gegeven voor de ontwikkeling van de Novio Tech Campus op het industrieterrein Winkelsteeg. Hier moeten ideeën van het UMC St Radboud samenkomen met business. Bedrijven op het terrein van medische technologie, life sciences en halfgeleiders zullen hier elkaar inspireren en samenwerken. SMB BV (Science Meets Business), een dochteronderneming van het UMC St Radboud, heeft een intentie ondertekend om state-of-the-art huisvesting te realiseren op de Novio Tech Campus bij NXP en FiftyTwoDegrees. SMB faciliteert en ondersteunt startende ondernemers en ondernemende onderzoekers in de sector life sciences. Zo komen er in de Novio Tech Campus onder meer laboratoria voor kleine innovatieve bedrijven en wordt een Flexlab gerealiseerd waar onderzoekers, onder meer van het Radboud, als gast kunnen werken. Ook neemt SMB de exploitatie ter hand van een ontmoetings- en vergaderruimte. Deze activiteiten passen in de doelstellingen van het UMC St Radboud om door middel van het concept Sience Meets Business bedrijvigheid te creëren en innovaties te stimuleren. De opening is in het voorjaar 2013.
Nieuwe directeur Concernstaf Financiën De Raad van Bestuur heeft Anne-Marie Jasper-van Nellen benoemd tot directeur van de Concernstaf Financiën van het UMC St Radboud. Anne-Marie (1965) heeft Beleid & Management Gezondheidszorg gestudeerd en heeft ruime ervaring in bedrijfsvoering en financiën bij zorginstellingen en zorgverzekeraars, onder andere bij DSW, Achmea, Stichting de Hoven en Revalidatiecentrum Heliomare. De concernstaf Financiën zal zich de komende jaren vooral richten op doelmatigheid en kwaliteit in de bedrijfsvoering, in nauwe samenwerking met afdelingen. Anne-Marie zal op dinsdag 16 oktober starten. De Raad van Bestuur wenst haar veel succes in deze functie.
Orgaandonatie: geschenk of offer? Op 16 november is er van 09:30-17:00 uur een conferentie en debat over orgaandonatie. Er blijkt een voortdurend tekort aan donororganen te bestaan. De wachtlijsten voor transplantatie zijn lang. Niet alle patiënten met orgaanfalen ontvangen hierdoor een optimale behandeling. Er is zelfs onnodige sterfte. De overheid wil orgaandonatie stimuleren. Hulpverleners zoeken naar kansen om het aanbod te verruimen. Er worden grenzen verlegd, maar is dit voldoende? Zijn de werkwijzen effectief of worden er onacceptabele risico’s genomen? En wat betekent dit voor de betrokkenen? Welke waarden zijn van belang bij orgaandonatie en hoe dwingend mag het beroep op solidariteit zijn bij de donorwerving? De Commissie Ethiek wil als adviesorgaan van de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud met deze conferentie het debat stimuleren over dringende morele kwesties rondom orgaandonaties. In de discussie wordt gezocht naar mogelijkheden om op verantwoorde wijze de zorg te verbeteren. Inschrijving via www.paoheyendael.nl.
i radbod n b e dri j f e 16 - 2012
Fout geparkeerde fietsen
Vrijwilligers gezocht
Beveiliging legt ze aan het slot
Groenste ziekenhuis
Duurzame ideeën bij een broodje ‘Onze ambitie is om het groenste ziekenhuis van Nederland te worden’, steekt bestuurslid Cathy van Beek van wal, als ze aanschuift bij een van de tafels bij de duurzame lunch die op 10 oktober is gehouden. Rondom het thema duurzaamheid komen er veel ideeën naar boven om het Radboud duurzamer te maken. Bijvoorbeeld het beperken van afval, alleen datgene inkopen wat je ook daadwerkelijk nodig hebt, of het aanbod van maaltijden in het ziekenhuis efficiënter en milieuvriendelijker te maken. Ongeveer zestig collega’s van het Radboud schuiven aan bij de Duurzame Lunch. ‘Het gaat eigenlijk niet zozeer om nieuwe ideeën’, zegt Mike van der Kolk aan een van de tafels. ‘Het gaat veel meer om de uitvoering ervan. Is er bijvoorbeeld een coördinator duurzaamheid die kleine en grote plannen in actie kan omzetten?’ Cathy antwoordt dat er al heel veel gebeurt en zo’n coördinator er bijvoorbeeld al is. Maar ook dat er wordt samengewerkt met Pluryn om mensen met een handicap aan het werk te helpen. ‘Maar dit zou nog veel zichtbaarder mogen worden in huis’, stelt Cathy. ‘Veel mensen weten niet wat we al doen. En we kunnen samen nog meer stappen zetten.’ Als tegen het einde van de lunch de medewerkers van Brood op de Plank de tafels afruimen, is een lange lijst met ideeën en opmerkingen over duurzaamheid opgehaald. ‘We gaan goed kijken naar de haalbaarheid van de ideeën. Hopelijk heeft deze lunch ook iedereen geïnspireerd om de dagelijkse werkzaamheden duurzamer uit te voeren’, zegt organisator Lars Backx, die terugkijkt op een goed bezochte duurzame lunch. MW
VOOR ’N PRIKKIE GEEN GRIEP! “Doe vooral ook mee om ervoor te zorgen dat patiënten en collega’s niet worden besmet!” Cathy van Beek, lid Raad van Bestuur
http://portal.umcn.nl/griep
Verstand van weerstand
Tijdens de rampenoefening vervoeren vracht wagens van Defensie de ‘patiënten’ naar het ziekenhuis. Op zaterdagochtend 10 november 2012 vindt de rampoefening ‘Bizon’ plaats in Nijmegen. Een grootschalige ramp met tientallen slachtoffers en familieleden. Misschien ben jij er wel één van. We zoeken nog vrijwilligers voor de rol van (lichtgewond) slachtoffer met snijwonden of een familielid dat wanhopig op zoek is. Meld je aan via een link naar een digitaal aanmeldformulier op intranet/nieuws. Dat kan vanaf elke pc met internetverbinding.
Vrijwilligers nodig Je krijgt een uniek kijkje achter de schermen van de rampoefening. Als slachtoffer word je geschminkt op de plaats van de ramp en word je in een militair voertuig vervoerd naar het ziekenhuis. Als familielid ga je op zoek naar het slachtoffer in het ziekenhuis. Meld je bij voorkeur aan in tweetallen. Dat kan met je partner zijn, kind (vanaf 12 jaar), of collega. Het kan zijn dat je tijdens de oefening van elkaar wordt gescheiden. Als je een andere taal dan Nederlands spreekt, ben je ook van harte welkom.
Op pagina 10 een ingezonden brief van een medewerker over het fietsen stallen.
Patiëntveiligheidsprijs 2012
De drie Nijmeegse ziekenhuizen, (CWZ, Sint Maartenskliniek en UMC St Radboud) oefenen tijdens deze ramp samen met het Ministerie van Defensie, de gemeente Nijmegen en de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Centraal staat de crisisbeheersing, het registeren en terugvinden van slachtoffers, de familieopvang en de samenwerking tussen alle betrokken partijen. Uiteraard blijven de ziekenhuizen ten tijde van de rampoefening ook gewoon in bedrijf voor de reguliere zorg.
Medewerkers kunnen publieksstem uitbrengen
Foto: Eric Scholten
Foto: Onno van de Laak
Doe mee met grootschalige rampoefening ‘Bizon’ in Nijmegen!
In de afgelopen weken vonden circa dertig fietsbezitters een hangslot om hun rijwiel, dat ze tegen betaling van tien euro door medewerkers van Beveiliging konden laten verwijderen. Het merendeel daarvan was student. Ruim daarvoor is iedereen met gele stickers gewaarschuwd. En er zijn op diverse plaatsen borden geplaatst: Hier geen fietsen stallen. ‘Natuurlijk krijgen we boze reacties, maar er zijn ook medewerkers die zeggen: “Goed, dat jullie dit doen”. Vanaf het moment dat de fietsenstallingen op het middenterrein van het Geert Grooteplein zijn verwijderd, staan fietsen overal verkeerd geparkeerd’, vertelt Will Graven, operationeel manager van de dienst Beveiliging. ‘Ze staan buiten fietsstallingen, voor ingangen van gebouwen, naast rekken en op trottoirs, met soms gevaarlijke situaties tot gevolg.’ De beveiliging heeft opdracht gekregen hiertegen op te treden. ‘We hebben fietsbezitters persoonlijk aangesproken, dat ze dáár hun fiets niet mogen stallen. We hebben borden geplaatst en gele waarschuwingsstickers aan fietsen bevestigd. En nu zijn we dus overgegaan tot “hardere” acties.’ Graven benadrukt dat er voldoende alternatieve stallingen zijn bijgekomen. ‘Naast de bewaakte stalling bij het Geert Grooteplein, is er een gekomen in de oude aanrijhal van de ambulances, naast de hoofdingang. Die wordt overigens goed gebruikt, vooral door bezoekers. En er is een stalling bijgekomen aan de Kapittelweg, achter het Studiecentrum. Studenten kunnen hier via een achteringang het gebouw in.’ Op zaterdag 13 oktober zijn er ook 45 fietswrakken verwijderd van het Radboudterrein. Rijwielen waar niet meer op te fietsen valt, bijvoorbeeld zonder ketting of banden. ‘Ook deze fietsen hebben we ruim daarvoor voorzien van een waarschuwingssticker. De fietsen bewaren we nog drie maanden, daarna worden ze afgevoerd. Wie zo’n fietst mist, kan contact opnemen met fietswinkel Jos van Hees via 024-3619009.’ JM
Ook dit jaar organiseert het Radboud in de landelijke Week van de Patiëntveiligheid weer een Patiëntveiligheidsprijs UMC St Radboud om allerlei projecten op het gebied van patiëntveiligheid onder de aandacht te brengen. De uitreiking van de prijzen door de Raad van Bestuur vindt plaats op 14 november op de desbetreffende afdelingen zelf. Alle afdelingen, ketens en projectorganisaties zijn door de RvB uitgenodigd voorstellen in te dienen, om mee te dingen naar de Patiëntveiligheidsprijs 2012. Er komt één prijs voor een afdelingsoverstijgend project en twee prijzen voor afdelingsgebonden patiëntveiligheidsprojecten. Medewerkers kunnen van dinsdag 6 november 09.00 tot maandag 12 november 11.00 uur een ‘publieksstem’ uitbrengen via het intranet. Dan sluit de stembus. Daarna beginnen namelijk de projectpresentaties aan de jury. Deze bijeenkomsten vinden plaats op maandag 12 en dinsdag 13 november. De jury bestaat uit een vertegenwoordiging van de PAR (Patiëntenadviesraad), het Stafconvent, de VAR, het IWKV, en IQ healthcare. De bijeenkomsten zijn voor iedereen vrij toegankelijk. Informatie over locatie en tijdstippen volgt op intranet. Jm
4
Meer informatie Zodra de inschrijving is gesloten, ontvangt u per e-mail nadere informatie over tijdstip en plaats van de oefening en wat er precies van u wordt verwacht. Deelname is op vrijwillige basis. De uren zijn niet te declareren als werkuren. Na afloop is er voor alle deelnemers een gezamenlijke lunch in elk ziekenhuis. Medewerkers van de afdelingen die professioneel betrokken zijn bij de oefening, krijgen informatie via hun leidinggevenden.
i radbod n t e rvi e w e 16 - 2012
Fitter met fans Schotse voetbalfans die samen en onder leiding van de coach van hun favoriete voetbalclub hun overgewicht te lijf gaan. Eén voorbeeld van de manier waarop prof. Sally Wyke (universiteit Glasgow) gezondheidsbevordering laat aansluiten bij de persoonlijke interesse van mensen. Dit jaar is zij benoemd voor de Valkhofleerstoel. M ar t e n D oop e r
Sally Wyke is “Interdisciplinary Professor of Health and Wellbeing” aan de universiteit van Glasgow en plaatsvervangend directeur van het Institute for Health and Wellbeing aan diezelfde universiteit. Van 2000 tot 2004 was zij directeur van de Scottish School of Primary Care en tussen 2005 en 2011 directeur van de Alliance for Self Care Research. Sally Wyke gebruikt inzichten uit de sociale wetenschap om mensen te helpen de verbetering van hun gezondheid zelf ter hand te nemen en/of hen te ondersteunen bij ziekte zelf de regie van de zorg te voeren. Wat vindt u van de benoeming voor de Valkhofleerstoel? ‘Ik vind het een eer en een fantastische mogelijkheid om nauw samen te kunnen werken met een aantal Nijmeegse onderzoekers. Het onderzoek van met name IQ healthcare staat wereldwijd hoog aangeschreven. Mijn eerste contact met het Radboud dateert al van 2000. Ik ben toen bij prof. Chris van Weel komen kijken hoe hier het onderzoek in de eerstelijnsgeneeskunde werd aangepakt. Later heb ik samengewerkt met prof. Theo van Achterberg in het kader van een promotieonderzoek van een van mijn promovendi. Ik ben verheugd dat ik in het kader van de Valkhofleerstoel de contacten met Nijmegen opnieuw kan aanhalen en verdiepen.’ Wat is het centrale thema van uw eigen onderzoek? ‘Ik ben vooral geïnteresseerd in de vraag wat mensen motiveert om hun gezondheid te behouden of te verbeteren. De wens gezond te zijn, die iedereen vaak uitspreekt, is niet voldoende om zelf actief aan de slag te gaan met je gezondheid. Als dat zo zou zijn, zouden er niet zoveel mensen met overgewicht, diabetes of hart- en vaataandoeningen zijn. Blijkbaar spelen andere factoren ook een rol. Ik concentreer me in mijn onderzoek vooral op de rol die de omgeving, bijvoorbeeld de familie en vriendenkring, speelt bij gezondheid. Vervolgens kijk ik hoe je die omgeving kunt gebruiken om mensen te helpen hun gezondheid te verbeteren.’ Kunt u een voorbeeld geven van dat laatste? ‘In Schotland is overgewicht bij mannen een groot probleem. Het is ontzettend moeilijk om hen over te halen deel te nemen aan een programma dat hun gezondheid verbetert. Ik heb daarom gekeken naar wat die mannen wel interesseert. Voetbal natuurlijk! In samenwerking met de Schotse Premier League hebben we vanuit Glasgow daarom het programma Football Fans in Training,
Prof. Sally Wyke: ‘De wens gezond te zijn, die iedereen uitspreekt, is vaak niet voldoende om óók actief aan je gezondheid te werken.’
kortweg FFIT, ontwikkeld. Daarbij gaan groepjes fans onder leiding van coaches van hun favoriete voetbalclub twaalf weken lang sporten. Ook krijgen zij tips hoe ze gezonder kunnen eten. Dat blijkt een perfecte manier om deze groep te bereiken. De deelnemers vallen af, worden fitter en vinden het bovendien erg gezellig. “Het is als een avondje met je maten in de pub, alleen zonder bier”, stelde een deelnemer.’
'Het is als een avondje in de pub, maar zonder bier' U onderzoekt ook hoe patiënten omgaan met hun ziekte. ‘In de huidige tijd van internet en sociale media kunnen mensen met een ziekte snel en gemakkelijk allerlei informatie verzamelen over hun aandoening. In een recente studie ben ik nagegaan naar welke informatie mensen vooral op zoek zijn. Dat blijkt vooral informatie te zijn die hen vertelt hoe het is om die bepaalde ziekte te hebben. Persoonlijke ervaringen van andere patiënten dus. Eigenlijk speelt hier hetzelfde als bij de voetbalsupporter met overgewicht. Die stemt zijn gedrag ook af op dat van zijn beste vrienden. Het is voor mensen, in wat voor situatie dan ook, belangrijk om te weten wat “somebody like me” doet in diezelfde situatie. Die persoonlijke verhalen op internet kunnen de patiënt echter zowel positief als negatief beïnvloeden. Ze kunnen zorgen voor sociale ondersteuning en de patiënt helpen bij het maken van keuzes. Maar ze kunnen de patiënt ook bang maken of foutieve informatie leveren.’
5
Hoe moeten zorgverleners hierop inspelen? ‘Veel zorgverleners hebben moeite met ervaringsverhalen. Het is immers anekdotisch bewijs. De ene patiënt ervaart dit, de andere dat. Toch moeten zorgverleners deze verhalen niet terzijde schuiven. Dat ze patiënten sterk beïnvloeden, blijkt uit ons onderzoek. Het is de kunst deze ervaringsverhalen als uitgangspunt te nemen voor verdere informatievoorziening aan de patiënt. Je moet als zorgverlener de informatie die de patiënt je voorlegt voor hem of haar in perspectief plaatsen. Uitleggen hoe waarschijnlijk of onwaarschijnlijk het is dat hij of zij dezelfde ervaring zal opdoen tijdens zijn ziekte. En tegenover foutieve informatie de juiste informatie zetten. Voor ons als onderzoekers is het daarnaast belangrijk verder uit te zoeken hoe de ervaring van andere patiënten het zorgproces precies beïnvloedt. We moeten deze informatiebron in ieder geval serieus nemen. Ze is er nu eenmaal en patiënten maken er gebruik van.’ n
Valkhofleerstoel De Valkhofleerstoel bestaat sinds 2002. Het UMC St Radboud heeft deze leerstoel in het leven geroepen om internationaal toonaangevende, bij voorkeur vrouwelijke, wetenschappers tijdelijk naar Nijmegen te halen. Vorige week vrijdag hield prof. Sally Wyke, de elfde leerstoelhouder, haar Valkhoflezing.
r radbod e por t ag e
‘Wij zijn te gast in het leven van Sinds januari werken medewerkers van negen specialismen samen op het poliplein van het R-gebouw. Om elkaar beter te leren kennen én om te onderzoeken hoe de afdelingen samen vorm kunnen geven aan het speerpunt ‘de patiënt als partner’ vonden op 28 september en 5 oktober inspiratiesessies plaats. Een verslag van 5 oktober.
F e mk e va n d e n B e rg Een patiënt is méér dan iemand die genezen moet worden. Dat betoogt gynaecoloog prof.dr. Jan Kremer, adviseur van de Raad van Bestuur, tijdens de inspiratiesessie. ‘Het is belangrijk om ook oog te hebben voor de persoon achter de ziekte.’ Hij vertelt hoe hij op een zondagmorgen zag hoe de portier bij de hoofdingang een kop koffie aanbood aan een gezin dat diep in de put leek te zitten. Het warme gebaar maakte indruk. ‘Zo’n portier hoeft dat immers niet te doen’, vertelt Kremer. ‘Sterker nog: hij kan er voor worden afgestraft’, denkt een deelnemer aan de inspiratiesessie. ‘Misschien zegt
Hetty Evrandir-Viëtor en José Theunissen: ‘Als je patiënten echte aandacht geeft, zijn ze tevredener en houd je zelf ook ee
zijn manager: bemoei je niet met patiënten; dat staat niet in je taakomschrijving.’ ‘Dat kan’, beaamt Kremer, ‘maar ik vind dit niet juist. Door de gezondheidszorg volledig te protocolleren, dehumaniseer je haar ook.’ Enthousiast haalt Kremer het gedachtegoed aan van de Amerikaanse kinderarts Don Berwick. ‘Hij stelt dat het niet voldoende is om als zorgverlener een goed gastheer te zijn. Uiteindelijk draait het erom dat wij te gast zijn in het leven van de patiënt om een bijdrage te leveren aan zijn gezondheid. Met medicijnen en behandelingen, maar ook door in stressituaties interesse te tonen en aandacht te geven.’
‘Aandacht is zó belangrijk’ ‘In mijn werk met patiënten probeer ik altijd in het hier en nu te zijn. Dat betekent: écht luisteren naar de patiënt, met open oog en oor voor zijn lichamelijke en psychosociale toestand, zonder in gedachten met iets anders bezig te zijn. Geduld, oprechtheid en kalmte zijn heel belangrijk. Als je gericht met een patiënt aan de gang gaat en veel aandacht geeft, is een patiënt zelden lastig of moeilijk. Een consult verloopt dan voorspoediger en bovendien ben je meestal sneller klaar. Als zo’n patiënt tevreden de deur uitgaat, houd ik zelf ook een goed gevoel over aan het contact. Zo ontstaat er een positieve wisselwerking. Een patiëntgerichte en gastvrije houding “kost” niets: je haalt het uit jezelf. Maar de fysieke omgeving en de afdeling zijn wél voorwaardenscheppend. Dat we op de nieuwe poli meer ramen en daglicht hebben dan voorheen, komt bijvoorbeeld de sfeer ten goede. Maar op dagen dat we te maken hebben met krapte in de personele bezetting, is het lastiger om voldoende tijd en aandacht te geven aan een patiënt en de rust in jezelf te bewaren.’ José Theunissen, senior verpleegkundige Urologie.
Het onmogelijke mogelijk maken Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat gastvrijheid bijdraagt aan een positieve herstelbeleving en daarmee aan gezondheid, vertelt Lucia Kilkens, manager hotelservices. ‘Maar wat is eigenlijk gastvrijheid? Wanneer voelde jij je echt te gast?’, vraagt Kilkens aan de circa veertig deelnemers. ‘Bij mijn ouders thuis’, reageert iemand, ‘want daar is het vertrouwd en veilig.’ ‘Tijdens een all inclusive vakantie’, zegt een ander. ‘Om datzelfde gevoel op te roepen bij patiënten, moeten wij als ziekenhuis veel brengen’, constateert Kilkens.
‘Bij de aanmeldzuilen op het poliplein begroet ik de mensen en kijk ik of ik kan helpen.’
6
radbod e 1 6 - 2 0 1 2
n de patiënt’
‘Kijken of je kunt helpen’ ‘Zelf heb ik met diverse kwalen te kampen en kom ik regelmatig als patiënt in een ziekenhuis. Ik weet dus uit ervaring hoe nerveus je je kunt voelen. Uit onzekerheid word je soms ook eerder kwaad. Dat herken ik wel bij sommige patiënten. Bij de aanmeldzuilen op het poliplein begroet ik iedereen. Ik kijk eerst of de patiënten zichzelf kunnen redden, of ze de aanmeldzuilen snappen. Is dat niet het geval, dan bied ik mijn hulp aan. Ook leg ik uit waar de toiletten en koffieautomaten zijn. Als patiënten slecht ter been zijn, pak ik een rolstoel en laat ik ze het bankje zien waar ze op de terugweg eventueel op de golfkar kunnen wachten. Daarnaast houd ik voordurend de mensen op het poliplein in de gaten, zeker de ouderen die alleen komen. Zij ogen soms zo “verloren”. Als ze al lang zitten te wachten, breng ik ze nog een bakje koffie of een tijdschrift. Die mensen kunnen zo dankbaar zijn; dat doet me wel wat. Sowieso vind ik het heerlijk om onder de mensen te zijn en hen te helpen. Als dat lukt, is mijn dag weer goed.’ Hetty Evrandir-Viëtor, vrijwilliger op het poliplein.
komen’, suggereert Marja Jillissen, die het traject namens PVI ondersteunt.
en goed gevoel over aan het contact.’
Foto’s: Frank Muller
‘Eigenlijk is het onze taak om het onmogelijke mogelijk maken. Letterlijk betekent gastvrijheid: liefde voor de vreemdeling. Het heeft ermee te maken dat je openstaat voor anderen en hen wilt ontmoeten. Dat gevoel stralen instellingen niet vanzelfsprekend uit. Uit de Nationale Ontvangst Barometer 2011 blijkt dat ruim de helft van de bevraagden zich regelmatig niet welkom voelt in instellingen uit de publieke sector en ziekenhuizen. Gastvrijheid heeft te maken met geven zonder er iets voor terug te krijgen. Kruip in de huid van de ander, lees diens lichaamstaal, speel in op zijn behoeften. Creëer een gastvrije zorgomgeving waar de patiënt rust en controle ervaart en vertrouwen vindt. Probeer service te verlenen met je hoofd en handen, maar ook vanuit je hart.’
Top 6 Hoe zo’n gastvrije omgang en dienstverlening er concreet uit kan zien, hebben medewerkers van het poliplein verwoord in een Top 6 van gedragsregels: oogcontact maken en vriendelijk zijn, bezoekers aanspreken met ‘u’, eigen naam en functie noemen, nagaan of je in contact bent met de juiste patiënt, telefoon binnen drie keer overgaan opnemen en doen wat je belooft. ‘Natuurlijk deden medewerkers dit ook al vóór de verhuizing naar het poliplein’, zegt Marijke Dijkstra, hoofdverpleegkundige Anesthesie. Samen met Jacco van Hulst, hoofdverpleegkundige Orthopedie, is zij projectleider van het klantgerichtheidstraject voor het poliplein (waarvan de inspiratiesessies deel uitmaken). ‘De medewerkers van Heelkunde, Orthopedie, Plastische Chirurgie en Neurochirurgie, Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Anesthesie, Longziekten en Urologie werken nu echter veel intensiever samen dan voorheen. Daarom is het goed op te frissen wat we verstaan onder een klantgerichte en gastvrije dienstverlening, zodat we onze patiënten op dezelfde manier kunnen bejegenen.’ Tijdens de inspiratiesessie wordt druk gepraat over dilemma’s die zich kunnen voordoen bij het uitvoeren van de Top 6. Zoals: wat doe je als de telefoon rinkelt, terwijl je in gesprek bent aan de balie? Of: hoe ga je ermee om als moslimvrouwen oogcontact vermijden? ‘Dit soort onderwerpen kunnen we in 2013 goed in de training over “de patiënt als partner” aan bod laten
Ervaringen van een veteraan Patiënten vinden dat medewerkers van het poliplein de Top 6 redelijk goed naleven, ontdekte oud-onderwijsman en hartpatiënt René Tabak, die een aantal patiënten op het poliplein vroeg naar hun indrukken. Wel droegen sommigen verbeterpunten aan. Zo signaleren zij een gebrek aan privacy (in de wachtrijen) en hebben ze soms moeite de persoon die hen oproept te verstaan ‘Het stemgeluid sterft weg in de ruimte.’ Ook blijkt dat veel patiënten geen weet hebben van MijnRadboud. ‘Het is zonde dat niet overal folders liggen op de balies om patiënten hierover te informeren. Ook is het jammer dat niet alle afdelingen een digitale poli hebben of heel trouw zijn in het beantwoorden van digitale patiëntvragen’, aldus Tabak. Zelf is hij sinds 2005 een regulier bezoeker van diverse poli’s. Hij is overwegend positief over de patiëntgerichtheid, al heeft hij ook vervelende ervaringen opgedaan. ‘Zo moest ik eens minutenlang
‘Ieder van u ís het Radboud en kan het verschil maken.’
7
aan een balie wachten, terwijl de medewerkster doorging met haar computerwerkzaamheden’, herinnert hij zich. ‘Ook lopen spreekuren van artsen soms fors uit, zonder dat ik te horen krijg waarom of hoelang ik moet wachten.’ Tabak is erg te spreken over de ruimte op het nieuwe poliplein. ‘Op de oude poli’s zat je dicht opeengepakt. Erg vervelend, vanwege besmettingsgevaar. Nu kun je een rustig plekje zoeken, een kop koffie pakken, wat lezen.’ De oud-onderwijsman merkte dat veel patiënten het leuk vonden dat hij met hen in gesprek ging. Hij heeft daarom nog een tip: ‘Gebruik de wachtruimte ook om lotgenotencontact tot stand te brengen.’ Tot slot houdt hij zijn gehoor voor: ‘Besef dat patiënten slechts met een beperkt aantal zorgverleners te maken hebben. Ieder van u ís het Radboud en kan het verschil maken.’ n
‘Meeleven en delen’ ‘Ons poliplein is een plek met een futuristische uitstraling, waar mensen zich welkom mogen voelen. Daar draag ik graag een steentje aan bij. Een oprecht belangstellende, positieve en vriendelijke houding is heel belangrijk in dit werk. Patiënten lopen soms over van emoties. Door even contact te maken, geef je ze de mogelijkheid om hun verhaal te doen. Niet alleen de patiënt, maar ook de partner toont vaak de behoefte om te willen “delen” in wat er gebeurt. Ik vind het fijn dat ik iets voor hen kan betekenen door op zo’n moeilijk moment een luisterend oor te bieden. Soms raken patiënten die al gespannen zijn, geïrriteerd, bijvoorbeeld door het uitlopen van spreekuren. Ze komen dan vaak verhaal halen aan de balie. Het kan best lastig zijn om daar op een goede manier mee om te gaan. Ik laat merken dat ik begrip heb voor hun reactie, zonder daarbij iemand af te vallen: niet de arts, niet de patiënt, niet mijn collega’s. Op het poliplein komen nu tv-schermen, waarop de wachttijd per arts in beeld gebracht kan worden. Een hele vooruitgang.’ Henrieke van der Burgt, secretaresse Plastische chirurgie en Neurochirurgie.
TE KOOP
Graafseweg 584 Wijchen
In de kern van Alverna en op zeer korte afstand van natuur- en recreatiegebied, golfbaan en skiberg gelegen. Fraai afgewerkt, modern 3-kamerappartement op de bovenste verdieping met ruim dakterras dat door het glazen windscherm veel te gebruiken is. Ruime woonkamer met lamelparket, open keuken met granieten aanrechtblad. 2 slaapkamers en moderne badkamer. Inhoud 205m3. Woonoppervlakte 70m2.
Kasteellaan 115 6603 BP Wijchen T 024-645 55 61 W www.roelderuwe.nl
Vraagprijs € 225.000,- k.k.
Taal verbindt.
Intensive Language Programmes
w w w. r a d b o u d i n t o l a n g u a g e s . n l
Expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen
! 15% korting ? r a ja it d t s et de keNriet geldig met andere acties. bedrijf m w u t e o d bij het hotel. t en a er W reserv Rechtstreeks
Kerstborrel | Lunch in Kerstsfeer | Diner of Eindejaarsfeest
Organiseer het op de berg!
Oude Holleweg 5, 6572 AA Berg en Dal
| 024-684 20 00 |
[email protected] | www.goldentulipvalmonte.nl
Dameskleding - Schoenen - Accessoires (op uw verzoek versturen wij ook artikelen!)
Marc O’Polo Nijmegen - Burchtstraat 51 - Tel. 024-348 2948 -
[email protected]
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
8
o radbod n d e rwi j s e 16 - 2012
wetenswaardig Prijzen onderzoekers metabole ziekten Saskia Wortmann, kinderarts en fellow metabole ziekten, ontving op 10 oktober tijdens de jaarvergadering van de Vereniging Erfelijke Stofwisselingsziekten Nederland, in Driebergen de prestigieuze Wadman-van Gennip prijs voor haar promotieonderzoek. Daarnaast kreeg Monique van Scherpenzeel, postdoc Laboratorium Genetische Endocriene en Metabole ziekten, een stimuleringsbeurs voor haar werk aan de glycosylering van eiwitten.
Tim olde Hartman wint CaRe award
Arts/astronaut André Kuipers: ‘Geneeskunde in het kader van ruimtevaart is omgekeerde geneeskunde.’
Foto: Flip Franssen
Arts in de ruimte: iedere zaterdag stofzuigen Het jaarlijkse symposium van OOR-ON CARS, de vereniging van arts-assistenten in de regio Nijmegen-Arnhem, had dit jaar als thema “Arts en extremen”. Gastspreker op het symposium was de beroemde arts en astronaut André Kuipers.
M ar t e n D oop e r
Een bomvol auditorium wacht vrijdagmiddag 12 oktober gespannen af. Dan klinkt het verlossende woord: “Hij komt er aan!” De lichten in de zaal doven, een korte promotiefilm van ESA over de vlucht van André Kuipers start. Als de lichten weer aangaan loopt de tweevoudig ruimtebezoeker onder luid applaus de zaal binnen. Moeiteloos boeit hij zijn gehoor vervolgens ruim een uur met een verhaal over zijn drijfveren om astronaut te worden, zijn carrière als arts en astronaut en zijn recente belevenissen in het International Space Station (ISS). ‘Al sinds de eerste science fictionboeken die ik van mijn oma kreeg, ben ik gefascineerd door ruimtevaart’, vertelt Kuipers. ‘Als jongen volgde ik de Amerikaanse maanlandingen op de voet. Astronaut worden, dat wilde ik dolgraag, net als zoveel jongens in die tijd. Maar ja, ruimtevaartprogramma’s waren er in Amerika en Rusland, niet in Nederland of zelfs maar Europa.’ Na zijn middelbare school kiest Kuipers (1958) voor een studie geneeskunde. Vanaf eind jaren zeventig gaat ook de Europese ruimtevaart organisatie ESA astronauten opleiden. Kuipers komt via een baan als keuringsarts bij de Nederlandse Luchtmacht in 1991 in dienst bij ESTEC in Noordwijk. In 1998 dringt hij door tot de Europese astronautenopleiding. Vanaf die tijd bestaat zijn leven voornamelijk uit trainingen en opleidingen, verspreid over de hele aardbol. ‘Toen duidelijk werd dat ik met de Russische Sojoez de ruimte in zou gaan, moest ik ook Russisch leren. Best lastig: in het Russisch klinken de woorden voor “aan” en “uit” aanvankelijk precies hetzelfde.’
Vals positief Op medisch gebied is Kuipers waarschijnlijk de meest onderzochte gezonde Nederlander, blijkt uit zijn relaas. ‘Je wordt als astronaut voortdurend onderzocht. Dan
zijn er natuurlijk altijd een paar vals positieve uitslagen. Zo testte ik in de aanloop naar mijn laatste missie een keer positief op een TBC-test in de VS. Gelukkig waren de testen in Rusland en Keulen negatief, dus kon ik doorgaan.’ Geneeskunde in het kader van ruimtevaart is omgekeerde geneeskunde, stelt Kuipers. ‘Normaal ben je in de geneeskunde bezig met zieke mensen in een gezonde omgeving. Ruimtevaartgeneeskunde gaat over gezonde mensen in een ziekmakende omgeving. Zo werkt als gevolg van de gewichtsloosheid je evenwichtsorgaan niet meer, waardoor je misselijk wordt. Bloed en weefselvocht zakken niet meer spontaan naar je benen. Je krijgt dunne beentjes en een opgeblazen hoofd. Ook hapert de darmperistaltiek, waardoor je een paar dagen niet naar de wc kunt’, somt Kuipers enkele ongemakken op. ‘Na een paar dagen heeft het lichaam zich aangepast, onder andere door veel vocht af te drijven. Daarnaast verlies je in de ruimte veel bot- en spiermassa. We proberen dat tegen te gaan door in het ISS te trainen op een loopband.’ Die aan een zijwand is bevestigd, blijkt uit de foto’s. ‘In de ruimte bestaat geen boven en onder, je kunt alle wanden overal voor gebruiken.’
Stofzuigen In zijn voordracht schetst Kuipers vooral het dagelijks leven in het ISS. ‘Stromend water is er niet. Wassen doe je met babydoekjes. Slapen doe je hangend. Je schrikt vaak wakker van het gevoel dat je valt. Wat ook klopt; het ISS valt als het ware voortdurend achter de horizon en draait daardoor om de aarde. Anderzijds word je na het slapen in de ruimte nooit wakker met een gevoelloze arm. Je lichaam drukt immers niet op je arm, ook al lig je er bovenop.’ Het leven in het ISS bestaat uit het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten, schoonmaken (“iedere zaterdag stofzuigen”), onderhoud plegen aan het ISS en een beetje vrije tijd. ‘Die vul je moeiteloos op met naar buiten kijken, foto’s maken en met het spelen met de gewichtsloosheid.’ Na een afsluitend filmpje met indrukwekkende nachtopnamen van de aarde, is er tijd voor vragen. Die variëren van ‘Waarom zijn er zo weinig vrouwen in de ruimte?’ – Kuipers: ‘Er solliciteren amper vrouwen’ – tot ‘Wanneer komt er een bemande missie naar Mars?’ – Kuipers: ‘Over 25 jaar, maar dat zei ik 25 jaar geleden ook al.’ Met een signeer- en fotosessie sluit Kuipers zijn komst naar Nijmegen af. n
9
Tim olde Hartman, huisartsonderzoeker bij Eerstelijnsgeneeskunde, schreef het beste proefschrift 2011, aldus onderzoekschool CaRe. Hij kreeg op 5 oktober hiervoor de CaRe award 2012. CaRe is een door de KNAW erkende onderzoeksschool. Olde Hartman deed onderzoek naar onverklaarde klachten. Belangrijkste boodschap: patiënten met onbegrepen klachten willen een arts die luistert! Nieuws, www.umcn.nl, 9 oktober.
Han Brunner lid Academia Europaea Hoogleraar Antropogenetica Han Brunner is toegetreden tot de Academia Europaea, de Europese academie van wetenschappen. Brunner onderzoekt oorzaken van verstandelijke handicaps en aangeboren afwijkingen. Nieuws, www.umcn.nl, 12 oktober
Radboudvrouwen in Opzij Top 100 RvB-lid Cathy van Beek, Angela Maas (hoogleraar Cardiologie voor vrouwen) en toezichthouder Lilian Gonçalves-Ho Kang You staan in de Opzij Top 100 van machtigste vrouwen van Nederland. Van Beek en Maas staan respectievelijk op plaats 3 en 4 in de categorie Gezondheidszorg, Gonçalves op nummer 6 in de categorie Openbaar bestuur. Nieuws, www.umcn.nl, 11 oktober.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie drs. Floor van de Watering, vrijdag 26 oktober, 13.00 uur. Titel: Bone regeneration using calcium phosphate based cement. Incorporation of additives and performance in osteoporotic conditions • Oratie prof. dr. Michel Willemsen, hoogleraar Kinderneurologie, vrijdag 26 oktober, 15.45 uur. Titel rede: Kinderneurologie: Kinderspel? • Dubbele afscheidsrede, prof. dr. Jacques Lenders, hoogleraar Vasculaire Geneeskunde, en prof. dr. Anton Stalenhoef, hoogleraar Atherogenese, vrijdag 2 november 15.30 uur. Locatie: De Vereeniging, Keizer Karelplein, Nijmegen. Titel rede: Van vaten, bloeddruk en vetten • Promotie drs. Monica Spruit-van Eijk, dinsdag 6 november, 10.30 uur. Titel: Determinants of outcome in geriatric rehabilitation. The GRAMPS study • Promotie Maria Tarala, dinsdag 6 november, 13.30 uur. Titel: Finite element advancements to improve performance of cementless hip implants • Promotie drs. Angelina Erceg, woensdag 7 november, 15.30 uur. Titel: Innovation of vascular laser for clinical practice. From vascular to inflammatory targets • Promotie drs. Martine van Schouwenburg, donderdag 8 november, 13.00 uur.Titel: Frontostriatal mechanisms of attentional control • Promotie drs. Michiel Kallenberg, vrijdag 9 november, 10.30 uur. Titel: Quantitative analysis of breast images * Locatie: RU, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, tenzij anders vermeld. Meer info: www.umcn. nl, Research, Science Agenda.
radbod mensen e 16 - 2012
mensen Bijdragen voor de rubriek Mensen (maximaal 150 woorden) kunt u tot uiterlijk donderdag 09.00 uur in de week vóór verschijnen mailen naar
[email protected], separaat voorzien van een scherpe digitale foto met een hoge resolutie.
Dick Lozekoot
Per 1 november zal Dick Lozekoot na een dienstverband van 43 jaar met FPU gaan en het UMC St Radboud verlaten. Na zijn opleiding tot chemisch analist is Dick in 1969 in dienst getreden bij de afdeling Farmacologie en vanaf 1972 bij de afdeling Endocrinologie. Dick heeft in zijn beginjaren bijgedragen aan promotieonderzoeken waaronder het meten van bijnierschorshormonen in bloed en urine van patiënten en het ontwikkelen van snellere meetmethode voor androgene hormonen in plasma. Later is hij met name in de patiëntendiagnostiek actief geweest. Hij is jarenlang zowel stralingsdeskundige als AMCP-er van onze afdeling geweest. Dick staat bekend om zijn kennis op deze gebieden en de nauwgezetheid waarmee hij invulling aan deze functies gegeven heeft. Onlangs heeft de afdeling bijvoorbeeld dankzij zijn inspanningen nog de BAS-taart verdiend. Wij bedanken Dick hartelijk voor zijn jarenlange inzet en wensen hem veel succes met het opbouwen van een nieuwe toekomst in Thailand waarheen hij zal emigreren. Op 31 oktober is van 10 tot 12 uur in de multifunctionele ruimte op NIG5 (M379, route 479) gelegenheid om persoonlijk afscheid van hem te nemen. Joop Göertz, hoofdanalist LGEM Prof. dr. Ron Wevers, hoofd LGEM
Anton Stalenhoef
Op 1 oktober 2012 is prof.dr. Anton Stalenhoef, Interne geneeskunde, met emeritaat gegaan. Na zijn specialisatie in de Interne Geneeskunde aan het UMC St Radboud promoveerde hij in 1982 op het proefschrift ‘Metabolic studies in various forms of hypertriglyceridemia in man’. Anton Stalenhoef is een pionier geweest in het onderzoek en de patiëntenzorg ten aanzien van vetstofwisselingsziekten in Nederland en daarbuiten, waarvan de sporen in vele publicaties zijn terug te vinden. Daarnaast heeft Anton Stalenhoef als opleider Vasculaire Geneeskunde veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de differentiatie Vasculaire Geneeskunde in de Interne Geneeskunde. De bestuurlijke kwaliteiten van Anton Stalenhoef en zijn maatschappelijke betrokkenheid hebben tot diverse belangrijke posities geleid, zowel binnen als buiten het UMC St Radboud. Ter gelegenheid van zijn afscheid vindt op vrijdag 2 november 2012 een afscheidssymposium getiteld: Vasculaire geneeskunde: ‘Vet’ en onder ‘druk’ plaats in De Vereeniging. Het symposium zal worden afgesloten met zijn afscheidsrede, met aansluitend een receptie van 17.15 tot 18.30 uur. Prof.dr. Jan Smit Hoofd Afdeling Algemeen Interne Geneeskunde
Jacques Lenders
Op 1 december 2012 zal prof.dr. Jacques Lenders, Interne geneeskunde, met emeritaat gaan. Na zijn specialisatie in de Interne Geneeskunde aan het UMC St Radboud promoveerde hij in 1988 op het proefschrift ‘Blood pressure and catecholamine reactivity to adrenergic stimulation in essential hypertension’. De carrière van Jacques Lenders wordt gekenmerkt door een grote passie voor patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs op het gebied van complexe vormen van hypertensie, in het bijzonder bijnierziekten. Hij heeft een bijdrage geleverd aan vele internationale richtlijncommissies op dit gebied. Zijn betrokkenheid bij zijn patiënten is legendarisch. Daarnaast heeft Jacques Lenders als plaatsvervangend afdelingshoofd van de Afdeling Algemeen Interne Geneeskunde een zeer belangrijke verbindende rol gespeeld. Ter gelegenheid van zijn afscheid vindt op vrijdag 2 november 2012 een afscheidssymposium ‘Vasculaire geneeskunde: Vet’ en onder ‘druk ‘ plaats in De Vereeniging. Het symposium zal worden afgesloten met zijn afscheidsrede, met aansluitend een receptie van 17.15 tot 18.30 uur. Prof.dr. Jan Smit Hoofd Afdeling Algemeen Interne Geneeskunde
Marian Elsenaar
In 1973 begon de loopbaan van Marian Elsenaar bij de Katholieke Universiteit Nijmegen, faculteit der Geneeskunde. Het zou het begin zijn van een lange en succesvolle verbintenis met het UMC St Radboud. Marian startte bij het secretariaat van het Begrotingsbureau en het secretariaat van de financieel economisch directeur (FED), waarna ze al snel de overstap maakte van financiën naar de afdeling Neurochirurgie. In 1976 kreeg ze de mogelijkheid te gaan werken voor het Stafbureau van het ziekenhuis. Vanuit het projectbureau stroomde Marian in 1993 door naar de afdeling Bouw & Techniek (nu Vastgoed & Infrastructuur), waar ze als secretaresse ging werken voor de Directie. Toen het Servicebedrijf in 2007 haar deuren opende was de functie van secretaresse van de nieuwe directeur aldaar een extra nieuwe uitdaging. Bijna aan het eind van haar loopbaan keerde Marian terug naar haar roots. Ze werd de rots in de branding van het Dagelijks Bestuur van de afdeling Neurologie. Na een bijna veertig jarig dienstverband heeft Marian besloten met ingang van 1 oktober 2012 de FPU-regeling te omarmen om zich te kunnen wijden aan haar vele hobby’s en
INGEZONDEN Fietsen stallen De afgelopen dagen (begin oktober) ben ik geconfronteerd met toegewijde medewerkers van de bewakingsdienst die uitvoering geven aan het nieuwe regime inzake het fietsenstallen. Het wrakkenruimbeleid, zoals via intranet aangekondigd, is een weldaad voor de omgeving. Bestrijding van het wildparkeren evenzeer. Maar nu lijkt het te ontsporen. Mijn fiets stond gisteren in de fietsenstalling naast het gebouw Valorisatie. Weliswaar hing het stuur niet in de haak van de stalling, maar hij stond wel keurig op zijn plaats. Niettemin vond ik aan het eind van de dag een felgele sticker met een waarschuwing. Is het per heden UMC-beleid dat fietsen worden afgevoerd die wel in een voor fietsen bedoelde ruimte/stalling staan, maar niet (om welke reden dan ook) aan het namens de werkgever opgestelde ophanghaakje hangen? Vanochtend al vóór half acht kwam een vriendelijke heer aan alle aankomende fietsers vragen of zij medewerkers waren, en of zij dat met hun personeelspas konden aantonen. Zo niet, dan was er voor hun fiets geen plaats in de stalling. Blijkbaar maakt men – zonder dat dat middels
interesses. Met haar vertrek hebben we afscheid genomen van een bijzonder gewaardeerd collega die met haar grote inzet, betrokkenheid en persoonlijkheid een onuitwisbare indruk in ons ziekenhuis heeft achtergelaten. Prof. dr. G.W.A.M. Padberg, afdelingshoofd Neurologie
Diny Rozendal
Na een dienstverband van meer dan 40 jaar bij het UMC St Radboud heeft Diny Rozendal afscheid genomen van de afdeling Genetica. In 1971 startte Diny Rozendal haar loopbaan als maatschappelijk werker voor Nierziekten en Gynaecologie/Obstetrie. In 1980 ging zij naar de Werkgroep Erfelijkheidsadviezen (tegenwoordig afdeling Genetica). Diny heeft op een bijzondere en uitstekende wijze de psychosociale hulpverlening bij Genetica vormgegeven en op haar vakgebied pionierswerk verricht. Patiënten en hun families bijstaan, helpen verwerken, helpen bij moeilijke beslissingen en leren omgaan met de gevolgen van hun erfelijke ziekte is haar core business geworden. Daarnaast was Diny mede-oprichter, lid en voorzitter van GLOBE(Georganiseerd Landelijk Overleg van Begeleiders bij Erfelijkheidsproblematiek), vice-voorzitter van de Ondernemingsraad, voorzitter van de Commissie Beeldende Kunst en voorzitter van het Hulpfonds voor Personeelsleden van RU en UMC St Radboud. Met een symposium over de betekenis van maatschappelijk werk binnen het vak Genetica en een receptie hebben we op 8 oktober Diny vaarwel gezegd. Prof dr. Han Brunner, afdelingshoofd Genetica
Giel Bosman
Sinds 1 oktober is Giel Bosman 25 jaar in dienst bij de afdeling Biochemie. Na zijn promotie op de afdeling Fysiologische Chemie te Utrecht en een verblijf aan Texas A&M University is hij in 1987 hier begonnen met onderzoek over neuronale veroudering in verband met de ziekte van Alzheimer,onder leiding van Wim de Grip. Zijn onderzoek richt zich nog steeds op cellulaire veroudering, met name op mechanismen van herkenning en verwijdering van rode bloedcellen bij gezondheid en ziekte. Dit doet hij in samenwerking met verschillende klinische afdelingen. Naast zijn onderzoek is Giel Bosman heel breed betrokken bij de planning, uitvoering en nationale vertegenwoordiging van het onderwijs in het UMC St Radboud. Onder andere is hij hoofd van het Praktisch Onderwijs Medische Wetenschappen binnen de afdeling Anatomie, voorzitter van de stuurgroep keuzeonderwijs en lid van de landelijke voortgangstoetscommissie. Wij wensen hem nog zeer veel plezier en succes met zijn werk in het onderwijs en het onderzoek. Namens de afdeling Biochemie, Roland Brock.
N o o r T h e u n i s s e n -N u i j t e n
Op 1 november is Noor Theunissen-Nuijten 25 jaar in dienst van het UMC St Radboud. Noor is in 1987 gestart als secretaresse bij de polikliniek Neurologie. In 1993 maakte zij de overstap naar het secretariaat van de afdelingen Ergotherapie en Fysiotherapie NSC. Vanaf 2003 kwamen daar voor Noor ook de werkzaamheden voor de afdeling Logopedie bij. Daarnaast is zij secretaresse van de stuurgroep EDOMAH (Ergotherapie bij Ouderen met Dementie en hun Mantelzorgers Aan Huis, is een evidence based ergotherapieprogramma). In 2010 is het secretariaat van de Paramedische secties en Revalidatiegeneeskunde verder gegaan als secretariaat Revalidatie. In die nieuwe setting en op een nieuwe locatie heeft Noor haar plek gevonden. Noor is een enthousiaste en sociaal ingestelde collega. Op
10
een bord of anderszins is aangekondigd – een onderscheid tussen fietsers naar functie. Deze verfijning dient mijns inziens nadere precisering. Het is te overwegen dat de Raad van Bestuur een goed onderbouwd systeem laat opzetten waarbij dames- en herenfietsen apart worden gestald, grote fietsen bij grote, en kleine bij de kleine frames. Een volgende stap zou moeten zijn dat naar functie en salarisschaal wordt gekeken. Het kan niet zo zijn dat een aio-fiets naast het rijwiel staat van een afdelingshoofd. De toewijding van de medewerkers van de bewakingsdienst gaat ver; dat is te prijzen. Nog meer te prijzen zou het zijn als degenen die hogerop in de organisatie het systeem van goed en fout beknutselen, hun gedachten en daaruit voortspruitende praktijkrichtlijnen openlijk aan het volk toonden. Zal hoon, gejubel, milde spot of lofprijzing hun deel worden? Een profeet in eigen land wordt zelden gehoord. En het leven is vol van risico’s. Martijn Bakker, teamleider Octrooien en Contracten (Valo risatie)
12 november wordt het jubileum op de afdeling gevierd. Namens alle collega’s van de afdeling. Prof. dr. Sander Geurts, hoofd afdeling Revalidatie. Joost Wagener, bedrijfsleider Revalidatie
Wil Lentjes
Op 1 november 2012 bereikt Wil Lentjes, medewerker dienst Beveiliging de pen sioengerechtigde leeftijd. Sinds februari 1988 is Wil verantwoordelijk geweest voor het geldtransport op de campus. Vanaf november gaat hij van zijn welverdiende rust genieten. Van zijn collega’s neemt hij afscheid tijdens een receptie bij Valdin. Wij danken Wil voor zijn inzet en betrokkenheid al die jaren en wensen hem veel geluk en gezondheid toe voor de toekomst. Will Graven, operationeel manager Beveiliging
I n m e moriam Els Hermsen Met grote verslagenheid ontvingen wij het bericht dat op 15 oktober onze voedingsassistente Els Hermsen op 62-jarige leeftijd plotseling is overleden. Els was ruim 12,5 jaar in vaste dienst bij het UMC St Radboud en heeft voornamelijk op de verpleegafdeling Gynaecologie/Urologie gewerkt, waar ook haar hart lag. Met haar uitstraling als gastvrouw en liefde voor de patiënten stal ze menig hart. Patiënten boden haar geregeld bloemen, kunstwerken en cadeaus aan als blijk van waardering voor haar inzet. Haar betrokkenheid bij de patiënten en bij de collega’s heeft dan ook diepe indruk op ons gemaakt. Sinds de verhuizing naar het R-gebouw was Els werkzaam op C5, waar zowel Heelkunde, Urologie en Gynaecologie gehuisvest zijn. Ook hier bleef zij het vaste gezicht van de door haar zo geliefde patiënten. Na de kleinschaligheid van A20 heeft Els enorm moeten wennen aan de nieuwe afdeling. Ze werkte veel en hard. Ook was ze een eigenzinnige collega, die de zaken graag op haar manier organiseerde. Desondanks heeft zij een plek veroverd in haar nieuwe team en werd haar persoonlijke betrokkenheid bij de collega’s zeer opvallend genoemd en gewaardeerd. Haar 12,5-jarig jubileum in april jl., was dan ook een waar feest op de afdeling, waardoor ze zelf werd verrast en verheugd over was. Wij verliezen in Els dan ook een opvallende, eigenzinnige en vooral persoonlijk betrokken collega. Els zal altijd in onze herinnering blijven. Wij wensen haar naasten en in het bijzonder haar dochter Angela veel sterkte en kracht toe in deze moeilijke tijd. Namens de collega’s van afdeling Voedingsassistenten, Maaike van Beek, operationeel manager
radbod e 1 6 - 2 0 1 2
buitenland
Opgelucht na een doodvonnis
Na zijn eerste bezoek aan het Trinity hospital in Muona (Malawi, Afrika) richtte Hans Baltussen, IC-verpleegkundige en docent Verpleegkunde ROC, de Stichting “Passion for People” op. De afgelopen jaren hebben afgedankte spullen van het Radboud er een “tweede leven” gekregen.
Wil je na mijn dood laten onderzoeken wat ik heb?, was de vraag van de 76-jarige patiënt Josephine Dubois aan haar familie. Artsen verklaarden haar kerngezond. De familie zag met lede ogen aan, hoe deze eens zo levendige vrouw niet serieus werd genomen. Hera Lichtenbeld is de schoondochter van de patiënt en vertelt namens de familie haar verhaal. N e ll e k e D i n n iss e n
‘In 2008 was ik voor het eerst in het Trinity Hospital, om er stageplaatsen te regelen voor studenten Verpleegkunde van het ROC Nijmegen. Het ziekenhuis telt 200 bedden. Het personeel werkte er met passie en enthousiasme, maar onder slechte omstandigheden. Afdelingen waren uitgerust met oude apparatuur, bedden hadden geen of flinterdunne matrassen! Bij mijn afscheid nam ik me voor iets te betekenen voor dit hospital. Hieruit is de Stichting “Passion for People” ontstaan.
‘Mijn schoonmoeder (76) was altijd in een superconditie. Tijdens een vakantie in 2010 zei familie: “Wat loop jij te hijgen en wat heb je dikke enkels. Ga eens naar de huisarts.” Die kon niets vinden en stuurde haar door naar de specialist. Mijn schoonmoeder was een slanke dame, maar haar buik was enorm opgezwollen. Ze kwam terecht bij een geriater. Die vond niets. Ze kreeg steeds meer rugpijn en uiteindelijk belandde ze bij de fysiotherapeut, die haar dikke buik opmerkelijk vond. “Het lijkt wel oedeem”, zei zij. Zij verwees haar naar een lymfoloog die alarm sloeg en haar via de EHBO weer bij de internist binnen wist te krijgen. Maar na allerlei onderzoeken, zei ook hij: “Mevrouw, er is niks te vinden.” Ongelooflijk. Haar buik, benen, voeten en zelfs haar tong waren op den duur enorm opgezwollen. Daarover werd doodleuk gezegd, dat zoiets hoorde bij de oude dag.’
later op Interne Geneeskunde opgenomen. Ik vind het een oneigenlijke weg, maar zij was me heel dierbaar. Het kon niet anders: we liepen tegen een muur van onvermogen op.’
Diagnose ‘Internist Frank van der Veerdonk was heel doortastend. Hij onderzocht haar en stelde vragen. Hij had een scherp oor. Toen mijn schoonmoeder zich verontschuldigde over haar dubbele tong triggerde hem dat meteen. Hij keek en in een split second vermoedde hij wat ze had. Na gericht onderzoek werd zijn veronderstelling bevestigd. Ze had amyloïdose. Dan denk je: waarom wisten die andere artsen dat niet? Waarom hebben ze haar een jaar laten lopen? Het is een ziekte die niet vaak voorkomt, maar wel in de opleiding geneeskunde wordt behandeld. Bij amyloïdose maakt het lichaam verkeerde eiwitten aan. Die gaan plakken aan organen. Met medicatie in een vroeg stadium kan iemand het nog een tijd met redelijke kwaliteit van leven uitzingen. Bij mijn schoonmoeder was al te veel schade aangericht.’
Opgelucht ‘De diagnose was haar doodvonnis. Symptoombestrijding was de enige optie. Ze was verdrietig, maar ook erg opgelucht. Niet meer horen: “Mevrouw, we kunnen niets vinden.” Daar werd ze gek van. Voordat een behandelplan werd opgesteld, ging de arts eerst het gesprek met haar aan. Hij vroeg: “Hoe voel je je nu?” Ze had er nog wel lol in, zei ze. “Is dit de kwaliteit waarvoor je wilt gaan”, vroeg de behandelend arts. “Ja”, zei ze. Die aanpak heeft ze enorm gewaardeerd. Ze kreeg een paardenmiddel, dat in een lage dosering niet afdoende
In een eerste container verscheepten we 240 matrassen van hier. Deze zijn met open armen ontvangen. Tijdens mijn laatste bezoek, mei 2012, heb ik de tweede container mee uitgeladen, met onder andere zes verlosbedden en een Ohio-bedje, dat is een open couveuse, afkomstig van onze IC. Dit bedje kwam op de afdeling Verloskunde terecht. Eenmaal thuis, hoorde ik dat ze dat bedje – ondanks mijn instructies - van de stroom hadden gehaald en als een gewoon bed gebruikten, omdat het telkens irritant alarm sloeg. Op een zondagmiddag dacht ik opeens aan dat bedje en besloot twee van mijn ROC-studenten daar te vragen ernaar te kijken, met tips via de telefoon! Ik vroeg ze de mode “skin” aan te zetten en de lead op de huid te plakken. Ze gaven me aan dat de temperatuur 31,5 was. “Dat is toch veel te koud voor daar” , was mijn reactie omdat het daar op dat moment meer dan 40 graden moest zijn! “Maar ze beweegt bijna ook niet meer en reageert nergens op”, was hun tegenreactie. Tot op dat moment dacht ik dat ze de lead op hun eigen arm hadden geplakt. Maar snel kreeg ik door, dat er een twee uur oude baby in de couveuse lag, die op dat moment dus als bedje werd gebruikt! “Zet het Ohio-bedje aan en pas de gewenste temperatuur aan, één graad boven de temp die je hebt”, was mijn advies. Eén uur later was de temp 32,2 en weer een uur later 33.0. Aan het einde van de middag was de temperatuur gestegen naar 34,8 en de baby begon weer te bewegen en reageerde op prikkels van buitenaf! Bij mijn telefoontje daags daarna, lag het meisje bij een hele blije moeder aan de borst en was het een en al leven! Het Ohio-bedje wordt nu volop gebruikt. Deze twee studenten, maar ook ik, hebben ondervonden dat leven en dood verschrikkelijk dicht bij elkaar liggen. Eén toevallig telefoontje op een zondagmiddag op een afstand van 8000 km, met grote gevolgen…’ JM Meer info: www.passionforpeople.eu.
Josephine Dubois kwam nooit bij de dokter. ‘Artsen namen niet de moeite om te achterhalen wie deze patiënt was.’
Niet geluisterd ‘Op een gegeven moment zei ze: “Ik ga het niet lang meer redden. Als ik dood ben, wil je dan laten onderzoeken wat ik mankeerde?” Dit kan niet waar zijn, dacht ik. Het is 2011 en een doodzieke patiënt wordt gewoon naar huis gestuurd. Zonder verder onderzoek of een verwijzing. Er werd ook niet naar haar geluisterd. Artsen namen niet de moeite om te achterhalen wie deze patiënt was. Ze kwam nooit bij de dokter. Dat geeft toch te denken. Ze was een intelligente vrouw, waar je een gesprek mee kon aangaan. Niets van dat alles. Eén arts zei: “Ik kan niets met u, ik weet niet waar ik moet beginnen.” Een leek kon zien dat er fysiek iets grondig mis was. Ze sprak zelfs met een dubbele tong.’
Lomp ‘Wij zagen haar als familie zienderogen achteruitgaan. Zoons en dochter hadden mij gevraagd: “Kun jij nog iets doen?” Ik vind het niet netjes om voor eigen familie mijn netwerk in te schakelen. Maar toen mijn schoonmoeder zei: “Wil je na mijn dood laten onderzoeken wat ik mankeer”, heb ik dat wel gedaan. Ik vond het lomp, maar belde na enige aarzeling een arts van het Radboud die ik goed kende. Ik vroeg hem om een goede internist voor mijn schoonmoeder. Zij is, dankzij hem, een dag
11
bleek. Ze wilde een hogere dosis. De arts waarschuwde dat haar lichaam hier tegen zou protesteren. Ze wist wat ze wilde: kwaliteit van leven en niet per se levensverlenging. Uiteindelijk kreeg ze een maagperforatie, waarvoor ze nog is geopereerd. Haar keuze! Vlak daarna riep ze ons bij zich en regelde de uitvaart. Een paar dagen later overleed ze.’
Wie is deze patiënt? ‘Wat mij erg getroffen heeft, is dat veel artsen niet luisteren naar de patiënt. Niet de interesse en de tijd nemen om een beeld van iemand te krijgen. En dat klachten worden afgeschoven onder het mom van ouderdom. Ook de eilandcultuur vond ik ontluisterend. Geen enkele arts keek naar de patiënt als geheel. Het totaalplaatje is zoek. Ik mis de integratie van verschillende disciplines, alsof de ene arts niet met de andere wenst te spreken. Heel jammer, want de medische kennis in Nederland is top.’
Steengoed ‘Tijdens de ziekteperiode van mijn schoonmoeder heb ik ook de Ambulancedienst, de Spoedeisende Hulp en de Intensive Care aan het werk gezien. Die afdelingen weten van aanpakken. Steengoed.’ n
radbod ac t u e e l e 16 - 2012
Voor een prikkie geen griep Ook dit jaar kunnen zorgverleners in het Radboud zich weer laten vaccineren tegen de griep. Enerzijds is er wetenschappelijk discussie of het vaccineren wel voldoende effect heeft, zo toonden de media. Anderzijds is er onder zorgverleners en infectiedeskundigen geen twijfel: laat je vaccineren, om te voorkomen dat je griep krijgt of overdraagt aan patiënten. Zo blijkt uit een rondvraag van Radbode. ‘Je doet er alles aan om patiënten niet zieker te maken.’
G i j s M u n n ichs
Helga de Bie, seniorverpleegkundige Orthopedie ‘Ik laat me elk jaar inenten tegen de griep, omdat ik niet wil dat mijn patiënten ziek kunnen worden omdat ik drager zou zijn van het griepvirus. Hoewel elke medewerker vrij is in zijn keuze om zich wel of niet te vaccineren, vind ik dat je als hulpverlener ook je verantwoordelijkheid hebt naar patiënten. Misschien twijfelen mensen, omdat er wetenschappelijk onvoldoende bewijs is van het effect van de griepprik. Maar er is ook geen bewijs dat niet inenten een positief effect heeft. Ik laat me dus gewoon vaccineren. Dat is overigens maar een kleine moeite. Het kan gewoon in de pauze, en vaak op de afdeling zelf.’
Arts-microbioloog Joost Hopman ‘Het effect van de griepprik zelf is wel wetenschappelijk aangetoond: het geeft je een verhoogde bescherming tegen het griepvirus. Het is wetenschappelijk echter nog niet voldoende bewezen of door het massaal inenten
Vaccineren tegen de griep Zorgverleners kunnen zich van 5 tot en met 15 november weer in het Radboud laten vaccineren tegen de griep. Het doel hiervan is dat zij hierdoor geen griep krijgen, er voldoende handen aan het bed blijven, maar vóóral dat zorgverleners niet het griepvirus overdragen op kwetsbare patiënten. Meer informatie over de griepvaccinatie en locaties, data en tijdstippen van vaccineren, vind je op het bedrijfsportaal.
ethiek
van ziekenhuispersoneel er uiteindelijk minder patiënten griep krijgen. Een dergelijke studie is zeer kostbaar en moeilijk uitvoerbaar. Het betekent dat je in delen van het ziekenhuis medewerkers wel moet inenten en in andere delen niet. Tegelijk moet wel bijvoorbeeld de patiëntenpopulatie vergelijkbaar zijn. In het Radboud volgen we het advies van de Gezondheidsraad, namelijk dat je als zorgverlener je laat vaccineren. Op deze manier zorg je dat besmetting van patiënten zoveel mogelijk wordt tegengehouden én blijven er tijdens een epidemie voldoende handen aan het bed.’
Elly Beeke, seniorverpleegkundige IC kinderen ‘Ik werk met kinderen op de IC, vaak oncologische patiënten. Deze kinderen zijn zeer kwetsbaar en kunnen door griep nog ernstiger ziek worden. Ik zie het daarom als mijn plicht dat ik de griepprik neem. Ik motiveer mijn collega’s om zich ook te vaccineren. Daar doe ik hard mijn best voor. Je laten inenten op een van de prikposten is maar een kleine moeite. Toch zijn er weleens collega’s hiertoe niet in de gelegenheid. Dan regel ik via de Arbo- en Milieudienst dat ik ze op de afdeling kan prikken. Soms hoor je kritiek op de griepprik. Bijvoorbeeld dat je niet zeker weet of het vaccin wel tegen de heersende griepsoort beschermt. Maar ja: als je jezelf níet inent, weet je sowieso zeker dat je niet beschermd bent. Daarom twijfel ik niet en laat ik me vaccineren, om zó optimaal de veiligheid voor mijn patiënten te garanderen.’
‘Geen twijfel over vaccinatie' Arts-microbioloog/viroloog Foekje Stelma ‘Er is veel discussie over waarom ziekenhuismedewerkers zich moeten laten vaccineren tegen seizoensinfluenza. Immers vele patiënten zijn zelf gevaccineerd, hoe effectief is het dan nog om ook verplegend personeel een prik te geven? Dat is
dig kunnen blijven wonen. Zorginstellingen kunnen hen inzetten ter ondersteuning en zelfs ter vervanging van zorgverleners. Want robots zijn nooit moe. Of boos. En zijn altijd beschikbaar om bijvoorbeeld een steunkous aan te trekken.
Robots en care gaan niet samen
We kampen met grote problemen in de zorg. Door de vergrijzing van de samenleving reizen de gezondheidskosten de pan uit. Er moeten meer handen aan het bed. En die zijn er niet. Gevolg: teveel patiënten ontvangen te weinig zorg. Maar daar lijkt nu een oplossing voor gevonden: de zorgrobot! Robots maken de zorg beter en betaalbaar. Robots waarborgen en beloven ook dat we langer zelfstan-
En toch zijn er enkele kanttekeningen te maken. Hoe goed zijn robots te verenigen met goede zorg? Een kenmerk van goede zorg is: aandacht en empathie voor de ander. Kunnen kille robots op sociaal en emotioneel vlak wel bieden wat patiënten nodig hebben? Robots
12
het zeker wél, blijkt uit een recente publicatie in BMC Infectious Diseases. Deze studie beschrijft dat het vaccineren van medewerkers in een Frans ziekenhuis bescherming biedt aan opgenomen patiënten tegen een influenzavirus-infectie. Het beschermende effect blijkt onafhankelijk te zijn van andere bronnen voor influenzavirus (lees: bezoekers, personeel en medepatiënten) op de afdelingen. Het resultaat van dit Franse onderzoek is in lijn met een studie uit 2009 waarin data uit verschillende Nederlandse verpleeghuizen zijn verwerkt. Beide onderzoeken laten zien dat naarmate er meer zorg medewerkers zich inenten, patiënten beter beschermd zijn tegen het oplopen van het influenzavirus tijdens een ziekenhuisopname. Vanuit wetenschappelijk oogpunt dus een goede reden om je als zorgverlener te laten vaccineren.’
Internist Chantal Bleeker ‘Ik vind dat we als zorgverleners er alles aan moeten doen om onze patiënten niet zieker te maken dan ze al zijn. Het laten vaccineren is daarom voor mij een vanzelfsprekendheid. Al jaren. Het argument dat kwetsbare patiënten zelf al gevaccineerd zijn en ik daarom mezelf niet zou hoeven te vaccineren, gaat niet op. Het is namelijk bewezen dat bij kwetsbare patiënten het griepvaccin minder effectief is. Zij kunnen dus ingeënt zijn, maar toch het griepvirus krijgen. Het is daarom wel degelijk van belang dat je als zorgverlener je ook laat inenten, zodat je niet het virus alsnog op ze overdraagt.’
Marc Sprenger, directeur van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) in Stockholm. Het ECDC geeft onafhankelijk, wetenschappelijk advies aan landen in Europa over infectieziektebestrijding. ‘Gedurende het griepseizoen adviseren wij als Europees orgaan om de preventieve maatregelen op te volgen die de nationale autoriteiten verstrekken. Dat houdt bijvoorbeeld in: persoonlijke hygiëne zoals frequente handdesinfectie, het opnemen van patiënten met luchtweginfecties in isolatie op aparte kamers, en het vaccineren van risicogroepen. Dit laatste is de meest effectieve maatregel om te voorkomen dat iemand griep krijgt. Dat blijkt al meer dan zestig jaar. Wij adviseren daarom dat risicogroepen zich laten inenten met het influenzavaccin. Ook adviseren we expliciet gezondheidswerkers om de vaccinatie te nemen, om zo te voorkomen dat zij in het ziekenhuis patiënten besmetten met het griepvirus.’ n
kunnen niet een menselijke ik-jij relatie onderhouden. Aandacht geven is een morele handeling. Onderzoekers zeggen wel dat robots in staat zijn emotionele en morele beslissingen te nemen. Maar welk soort morele beslissingen zijn dat dan? Iemand erop attent maken dat het tijd is voor zijn/haar medicijnen? Dat het tijd is om naar bed te gaan? Dat is ethiek op zijn smalst! Ethiek heeft te maken met vrije rationele beslissingen. Een voorgeprogrammeerde robot kan geen vrije beslissing nemen. Hij kan alleen zijn programma afdraaien. Robots zijn in opmars. Het is de taak van de ethiek te bepalen onder welke voorwaarden. Hooguit als aanvulling op de menselijke zorg. Niet meer. Maar waar het om de echte zorg, dus om de care gaat, daar is geen taak voor robots weggelegd. Echte care kunnen alleen mensen verlenen. Maar ja, de vraag blijft: wat heb je liever aan je bed? Een chagrijn van een zorgverlener of een kille maar volgzame robot? Elisa Garcia Gonzalez