PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag vierde bijeenkomst, 11 juni 2014 Aanwezige deelnemers: F. Tolman , A.H. Luten, H. Holland met echtgenote, B. & A. Dunnewind, G. Nijhoving met echtgenote, W. Pastoor met echtgenote, J.N. Huisman, C.W. van Dijk en L. van Wageningen, J. Trip. Afwezig met afmelding: Rieks. Aanwezige begeleiders: B. Swart, A. Oosterbaan, P. Stouten. Het ochtendgedeelte van de vierde veldbijeenkomst vindt plaats in het bos van Jan Trip Te Nieuw Buinen. Het betreft ca. 40 ha Populierenbos op zandgrond. Voorafgaand aan het veldbezoek zijn tijdens de koffie enkele zaken behandeld. Boudewijn Swart deelt mee, dat er voor 1 november een verslag over het eerste jaar moet worden gemaakt. Dit is een voorwaarde van de subsidiegever. Het verslag van de derde bijeenkomst wordt goedgekeurd. Holland vraagt of alsnog een luchtfoto van het bezochte bedrijf kan worden verstuurd. Er wordt toegezegd dat een setje luchtfoto’s van alle bedrijven zal worden gemaakt en verspreid. Het formeel machtigen van de Bosgroep voor de administratie is nog niet rond. Er kunnen al wel facturen voor eigen werk worden gestuurd. Daarbij de volgende adressering aanhouden: Praktijknetwerk Boerenbos Noord-Oost Nederland T.a.v. J.N. Huisman P/a Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7738 PB Witharen.
1
Een factuur kan de volgende simpele opzet hebben. Uitsplitsen per dag kan ook. BTW alleen als het bedrijf een BTW boekhouding voert. Maatschap Tolman Ommerweg 61 7921 TB Zuidwolde banknr xx.xx.xx.xxx
Factuur Praktijknetwerk Boerenbos Noord-Oost Nederland Factuur voor werk in eigen beheer
Factuurdatum: 10-7-2014
Datum
Beschrijving
Week 24
Voorbeeld beheerswerzaamheden Markeren en vrijstellen Toekomstbomen Berk, 24 uur à € 40,-
€ 960,-
€ 57,60
BTW 6% Totaal
€ 1.017,60
Met het Praktijknetwerk hebben we uitvoerig in Het Vakblad Natuur, Bos en Landschap gestaan. In de eerste plaats met een verslag van een geslaagde excursie van de KNBV bij maatschap Tolman. In de tweede plaats met een artikel van de begeleiders over het Praktijknetwerk zelf.
2
In het bos van Jan Trip zijn in 1995 de volgende populierenklonen geplant:
Robusta
Spijk
Agathe F.
Florence Biondi
Ghoy
Dorskamp
Anne Oosterbaan heeft een notitie gemaakt, waarin hij per kloon informatie geeft over groei, gebruik en groeiplaatseisen. Die notitie is een bijlage van dit verslag. In het veld blijken de verschillende klonen niet makkelijk te herkennen. Subtiele verschillen als horizontale of meer verticale stand van de takken maken het verschil. De groei van de gebruikte klonen is goed. De stamvormen zijn matig. Er is één negatieve uitschieter: Dorschkamp. Daarvan is destijds twee hectare aangelegd, maar van die aanplant is slechts een troosteloos restant overgebleven. Door de deelnemers is een oefening gedaan in het bepalen van stamtal, voorraad en bijgroei. Daarbij blijkt, dat voorraad, maar met name de bijgroei door de deelnemers wordt onderschat. Er zijn verschillende apps voor metingen in bos. Een handige voor bepalen van volume van een boom en procentuele bijgroei is Bosbot. Die is te vinden op de volgende website: Metdik.bosbot.nl Voor het berekenen van de bijgroei wordt de formule van Schneider gebruikt. De vereenvoudigde versie daarvan is: Pv = 400/ M*D Daarin is: Pv
Procentuele toename van het volume, dus het bijgroeipercentage van de bemeten
boom. M
Aantal jaarringen in de laatste centimeter.
D
Diameter op borsthoogte van de bemeten boom in centimeters.
Om deze berekening te kunnen maken is een aanwasboor onontbeerlijk.
3
Er wordt gediscussieerd over de wenselijkheid om geleidelijk aan meer variatie en duurzame soorten in het bos te krijgen. Daarbij spelen twee problemen een rol. Zonder rasteren is aanplant van het gebruikelijke bosplantsoen gedoemd te mislukken. De reeën zullen geslaagde verjonging frustreren. Een tweede probleem is, dat de opbrengst uit houtverkoop de kosten van de verjonging niet zullen dekken. Het hout zal naar verwachting niet meer dan €20,-/m3 op stam opbrengen. Er is berekend dat het volume 175 m3/ha is. Opbrengst €3.500,- /ha. De kosten van verjonging met bosplantsoen bedraagt ca €4.500,-/ha, exclusief rasteren. Voor rasteren komt daar nog eens ca €3.000,- bij. Het is aan te bevelen om op kleine schaal te experimenteren met verschillende vormen van verjonging. Daarbij is het mede van belang tenminste zaadbronnen van andere soorten (Beuk, Esdoorn, Zomereik) in het bos te krijgen. Planten van groepen grotere maten plantsoen (veren) is een mogelijkheid. Een andere mogelijkheid is, om door het verwijderen van de dichte vegetatie (Brandnetel, Kleefkruid) de omstandigheden voor natuurlijke verjonging te verbeteren. Zelfs wanneer er alleen verjonging van Berk zou komen, zou dat al winst zijn. De praktijkopdracht voor Trip is, om in ieder geval de twee hectare met restanten van Populus Dorschkamp te ruimen en om te vormen naar meer duurzaam bos. Het gebruik van naaldboomsoorten als Fijnspar of Lariks, met name voor de productiefunctie, hoeft daarbij niet te worden uitgesloten. Populus Dorschkamp
4
In de middagpauze geeft Anne Oosterbaan een toelichting op de handleiding over de teelt van kwaliteitshout van zomereik. Lunch onder aangename omstandigheden
Het middaggedeelte heeft plaatsgevonden bij Cees van Dijk en Luud van Wageningen in hun bos bij Ter Apel. Ongeveer 60 hectare gemengd bos op zandgrond. Kenmerkend voor dit bos is de rijgewijze menging die is gebruikt bij aanleg. Fijnspar, Zomereik en Beuk beslaan ieder een derde van de oppervlakte. Daarnaast is in een zeer laag percentage nog Ruwe berk geplant in de stroken met Zomereik en Beuk. Van de drie hoofdboomsoorten zijn telkens 5 rijen geplant. De vorige eigenaar was van plan Fijnspar als vooropbrengst te gebruiken. Na ongeveer 40 jaar zou alle Fijnspar worden geoogst en zou zich verder een inheems, gemengd loofbos ontwikkelen. Dat inzicht is veranderd. Fijnspar levert een goede bijdrage aan de productiefunctie en tevens aan de beleving. Er is eigenlijk geen goede reden te bedenken, waarom de Fijnspar niet gedurende een aanzienlijk langere tijd een rol blijft spelen in het bos. De stamkwaliteit van Zomereik en Beuk is matig. Het kost enige moeite om ca. 60 toekomstbomen per hectare te vinden. Het loofbos is nog niet aan een eerste dunning toe. Naar verwachting kan dit nog wel 5 jaar wachten. Het is wel van de belang om de toekomstbomen op te snoeien. Daartoe zijn snoeiladders op de markt, die uit verschillende elementen bestaan. In de regel kan worden volstaan met twee elementen. Omdat zowel de ladder als de snoeier wordt gezekerd, kan er veilig worden
5
gewerkt. De ladders zijn zeker niet goedkoop, maar wanneer verschillende deelnemers belangstelling hebben, kan er een korting worden bedongen.
In de stroken Fijnspar kunnen eerste, rendabele dunningen worden uitgevoerd. Het ligt voor de hand om te beginnen met een rijendunning, om daarna over te gaan op selectieve dunning gericht op kwaliteit en vitaliteit. Door de deelnemers wordt de gewenste aanpak besproken: alleen de middelste rij eruit, opdat een dunningspad ontstaat van waaruit later de hele strook Fijnspar kan worden gedund OF beide buitenste rijen eruit ten gunste van het aangrenzende loofbos? Vooralsnog wordt de conclusie getrokken, dat de beste aanpak is om
6
één van de buitenste rijen te oogsten. Vanaf het dunningspad dat daarmee ontstaat, kan zowel in de Fijnspar als in het aangrenzende loofbos selectief worden gedund. Van Dijk is
7
van plan om door een aannemer met een kleine oogstmachine verschillende varianten van rijendunning uit te laten voeren, opdat de verschillen kunnen worden beoordeeld. Die aanpak wordt tevens beschouwd als zijn praktijkopdracht. Volgende bijeenkomst bij Pastoor en Nijhoving: woensdag 24 september.
P.B. Stouten, Witharen, juni 2014
8