Position paper universiteiten Noordoost Nederland De universiteiten in Noordoost Nederland werken op verschillende gebieden (onderwijs en onderzoek) samen teneinde kansen in onderzoek, onderwijs en valorisatie beter te kunnen benutten. Een aantal ontwikkelingen in onze omgeving noopt tot verdere samenwerking. Wetenschappelijk onderzoek wordt steeds internationaler en de concurrentie neemt verder toe. Door samenwerking kan via complementaire sterkten synergie worden gecreëerd. Om zich op Europees niveau te kwalificeren voor financiering is multidisciplinair onderwijs en onderzoek dat inspeelt op complexe “Grand Societal Challenges” en structuurfondsen een belangrijke voorwaarde. Ook het in Nederland ingezette Topsectorenbeleid vereist verdere samenwerking tussen de universiteiten. Ook het ministerie van OCW onderkent het belang van een sterkere (inter)nationale profilering van Nederlandse kennisinstellingen, onder meer via onderlinge samenwerking. In de strategische agenda komt dit duidelijk naar voren. Via samenwerking kan invulling worden gegeven aan individuele profilering door afstemming van speerpunten van onderzoek. Daarnaast kan door samenwerking op efficiënte wijze een breed onderwijsaanbod op regionaal niveau blijvend worden aangeboden. Universiteiten worden daarom uitgenodigd om in hun prestatieafspraken strategische samenwerking een belangrijke plaats te geven. De vier universiteiten in Noordoost Nederland zijn in belangrijke mate complementair aan elkaar: twee brede algemene universiteiten (RUG en RU), een universiteit met focus op gezonde voeding en leefomgeving (WUR) en een op toepassing gerichte universiteit waar technologie en menswetenschappen samenkomen (UT). Hierdoor is het geheel meer dan de som der delen en ontstaat een krachtige partij. Door de samenstelling is zowel het cluster als het geheel onderscheidend maar zijn de individuele instellingen ook in staat om zich te profileren op hun speerpunten in het onderzoek en, hiervan afgeleid, het onderwijs. Dit vertaalt zich naar het onderwijs in gespecialiseerde masters die aansluiten bij deze speerpunten. Door slimme uitwisseling van (onderdelen van) bacheloropleidingen wordt een breed aanbod aan academische basisopleidingen in de regio gerealiseerd. Doordat de samenwerkingspartners reeds nauwe banden hebben met Duitse universiteiten kan de samenwerking op termijn ook worden uitgebreid met Duitse partners. Naast nog meer onderscheidend vermogen biedt dit ook een betere uitgangspositie bij het verkrijgen van Europese middelen op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie. Door ook samen te werken met het bedrijfsleven draagt de ontwikkelde kennis ook bij aan verdere vergroting van de innovatiekracht van Noordoost Nederland. De regionale overheden spelen, zeker in Noordoost Nederland, van oudsher een belangrijke rol in de samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven. In de provincies Gelderland en Overijssel zijn in het verleden de krachten van overheid, universiteiten en bedrijfsleven gebundeld in Triangle verband met focus op versterking van de ontwikkeling en toepassing van de drie sterke kennisgebieden van de regio: Food, Health en Technology. In de provincies Groningen, Friesland en Drenthe wordt in SNN verband samengewerkt door overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven op de clusters energie (Energy Valley, Energy Academy
Europe), watertechnologie (Wetsus), sensortechnologie (Sensor Universe, INCAS3), agribusiness (CCC) en Healthy Ageing (LifeLines, ERIBA, HANNN). Kennisinstellingen kunnen een belangrijk bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelen van provincies, zoals bijvoorbeeld:
Stimuleren van de kenniseconomie, Innovatie, Verduurzaming en Groei (hoogwaardige) werkgelegenheid.
Daarom investeren provincies in samenwerkingsverbanden van kennisinstellingen en bedrijfsleven. Niet als ‘afstandelijke’ subsidieverstrekker maar als volwaardig partner in een samenwerking die de provincie helpt bij het realiseren van haar beleidsdoelen. In mei organiseren de vier universiteiten een symposium voor de besturen van de provincies in Noordoost Nederland met als doel het creëren van een gezamenlijke agenda voor innovatie en kenniseconomie en het identificeren van het gemeenschappelijke belang van provincies en universiteiten als motoren voor innovatie. Als uitgangspunt dienen reeds bestaande initiatieven op het gebied van onder andere ‘Technologie & Gezondheid’, Nanotechnologie en Groene Energie. De betrokkenheid van de vier universiteiten bij de samenwerking verschilt, partijen weten elkaar altijd te vinden op afzonderlijke inhoudelijke dossiers. De kerngroep van de samenwerking wordt gevormd door de RUG en de UT. Zij werken op een breed gebied samen. De andere universiteiten zijn meer betrokken op specifieke onderwerpen. Voor de WUR betreft dat met name voeding en energie en voor de RU water en gezondheid. De RUG en de UT vormen dus de spil in de samenwerking in Noordoost Nederland. Op terreinen waar meerwaarde te creëren is zijn WUR en RU natuurlijke samenwerkingspartners. Met de samenwerking wordt de volgende doelstelling nagestreefd: Door een bundeling van krachten tot een sterkere profilering (zowel nationaal als internationaal) van de betrokken instellingen en een grotere bijdrage aan de economie (in termen van verduurzaming, innovatieve kenniseconomie en hoogwaardige werkgelegenheid) in ons landsdeel te komen. De samenwerking wordt vorm gegeven vanuit de inhoud, waarbij het streven naar wetenschappelijke excellentie en de toepassing daarvan in de maatschappij voorop staat. Op de volgende thema’s zijn initiatieven voor samenwerking geformuleerd.
Technologie & Gezondheid, Nanotechnologie, Groene Energie, Water, zowel governance als technologie (Wetsus), Onderwijs, Ondernemerschap.
Technologie en gezondheid De Universiteit Twente, Universitair Medisch Centrum Groningen/Universiteit Groningen en Radboud Universiteit Nijmegen/UMC St. Radboud werken al meerdere jaren succesvol samen rond het thema Technologie en Gezondheid. Het belang van een sterkere samenwerking is evident. Wereldwijde sociaaleconomische trends, zoals de vergrijzing en veranderende levensomstandigheden, zorgen voor een stijgende vraag naar kwalitatief hoogwaardige zorg. Innovaties in de gezondheidszorg moeten medische behandelingen effectiever en beter betaalbaar maken en de kwaliteit van leven van de patiënt aanzienlijk verhogen. De westerse wereld investeert dan ook krachtig in deze groeiende markt. Klinische behandelingen in de gezondheidzorg gaan mede door innovatieve medische technologieën in de toekomst een grote transformatie doormaken. Dit wordt bevestigd door recent verschenen publicaties van o.a. de WHO en de Gezondheidsraad over het belang van medical devices. Zo zijn innovatieve beeldvormingstechnieken essentiële hulpmiddelen die bijdragen aan snellere en effectievere diagnoses en behandelingen. De patiënt zal sneller genezen, lijdt daarbij minder pijn, is korter in het ziekenhuis en keert beter hersteld terug op de arbeidsmarkt. Innovaties op dit gebied zullen daardoor een grote impact hebben op kosten van de gezondheidszorg en, indirect, productiviteit op de arbeidsmarkt. De drie universiteiten zien een grote kans voor Oost-Nederland om hier effectief op in te spelen en om daarnaast de in de regio aanwezige hoogwaardige bedrijvigheid, kennis en internationale contacten op het gebied van medische technologie te versterken en commercieel te gaan benutten. Om aan te sluiten bij deze trends en om het potentieel volledig te benutten is het van belang om de samenwerking over de gehele keten van fundamenteel onderzoek naar medische technologie tot toepassing in de kliniek te versterken. De drie universiteiten vormen tezamen deze keten, maar afstemming en een heldere focus zijn vereist om onderscheidend te zijn en te blijven. Daarnaast vraagt een succesvolle implementatie om intensieve samenwerking in de driehoek technologie, kliniek en industrie. De ontwikkeling van innovatieve technologie is alleen zinvol als duidelijk is wat de klinische vraag is en hoe de technologie tot een succesvol, praktisch product kan worden getransformeerd.
De samenwerking speelt goed in op recente politiek-bestuurlijke discussies. Zo zijn Sprint en het Center for Medical Imaging North-East Netherlands integraal onderdeel van het Innovative Medical Devices Initiative (IMDI.nl). IMDI.nl is opgenomen in de voorgenomen investeringsagenda van NWO voor zowel de topsector High-Tech Systems and Materials als de topsector Life Sciences and Health. Nanotechnologie Op het gebied van nanotechnologie zijn er verschillende samenwerkingen tussen Groningen, Twente, Radboud en Wageningen. Bij de start van NanoNed waren Groningen en Twente mede-initiatiefnemers, naast Delft. In het vervolgprogramma
NanoNextNL, met UT als penvoerder, is de samenwerking met Radboud en Wageningen verder geïntensiveerd. Tussen individuele groepen bestaat er samenwerking op het raakvlak van inorganic materials science en fotonica (Zernike en IMM), moleculaire chemie (IMM) en bionanotechnology (Wageningen). Vanuit de instellingen worden op de middellange termijn grote mogelijkheden gezien in gezamenlijke onderwerpen op het gebied van sensoren voor (vroegtijdige en snelle) diagnose voor toepassingen in gezondheid en voeding. Binnen de samenwerking universiteiten NO-NL zijn de benodigde sterktes aanwezig en wordt samengewerkt met INCAS3 en Sensor Universe in Drenthe. Naast de nanotechnologische onderzoeksinstituten bieden het Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen en Universitair Medisch Centrum Groningen topkenniscentra voor academische geneeskunde en gezondheidszorg, terwijl de WUR bekend staat als een internationaal toonaangevende universiteit met opleidingen en onderzoek op het gebied van gezonde voeding en leefomgeving. Een samenwerking op gebied van sensoren, waarin de genoemde sterktes zijn vertegenwoordigd, is uniek voor Nederland. Groene Energie WUR, RUG en UT inventariseren momenteel hoe zij hun krachten verder kunnen bundelen in onderzoek naar de productie en verwerking van groene grondstoffen. Academisch onderzoek aan groene grondstoffen gerelateerde disciplines, zoals landbouw, veeteelt, biologie, biotechnologie, biochemie, procestechnologie, duurzaamheid en energie, is in Noord Oost Nederland met de WUR, RUG en UT van hoog niveau en wereldwijd erkend. Tevens biedt de regio Noord Oost Nederland veel kansen voor het opzetten van een “Biobased Economy”: De 6 provincies in Noordoost Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Flevoland) hebben een omvangrijke agro-industrie, met een scala aan bedrijven dat actief is in de landbouw en veeteelt. Deze bedrijven produceren op grote schaal groene grondstoffen, namelijk biomassa in de vorm van planten, dieren en afgeleide producten zoals melk. Vanwege diverse (inter)nationale ontwikkelingen, de sterk stijgende olie- en gasprijzen, en veranderende subsidiestromen vanuit de EU, worden deze 6 provincies in de eerste helft van de 21e eeuw uitgedaagd om hun landgebruik te herdefiniëren voor een economisch gezonde en duurzame toekomst. Idealiter bundelen de universiteiten en provincies in Noordoost Nederland in deze overgangsfase hun krachten in een historisch initiatief door gezamenlijk te kiezen voor de ontwikkeling van een “Biobased Economy”, d.w.z. voor het stimuleren van onderzoek en bedrijvigheid naar de productie en verwerking van groene grondstoffen tot tussen- en eindproducten met toegevoegde maatschappelijke en economische waarde. Valorisatie van de resultaten van bovengenoemd onderzoek kan een belangrijke motor van de Noordoost Nederlandse economie worden.
Onderwijs Op het gebied van onderwijs vindt reeds de nodige samenwerking plaats tussen de vier universiteiten in Noordoost Nederland. Zo kennen de UT en de RUG beide een opleiding Biomedische Technologie. Er zijn meerdere RUG-studenten, die hun Bachelor- of Masteropdracht bij de UT uitvoeren en omgekeerd. Studenten Technische Geneeskunde volgen practica bij de RU. Daarnaast voeren bijvoorbeeld studenten van de Twentse opleidingen Werktuigbouwkunde, Chemische Technologie en Industrieel Ontwerpen in Groningen hun stage-, Bachelor- of Master-opdracht uit. Groningse studenten Bewegingswetenschappen voeren onderzoeksprojecten aan de UT uit. Daarnaast geven docenten over en weer gastcolleges. Via het watertechnologisch instituut Wetsus in Leeuwarden wordt een gezamenlijke master watertechnologie (van de RUG, WUR en UT) aangeboden. In de toekomst willen de vier universiteiten gerichter gaan samenwerken op onderwijsgebied. Zoals reeds eerder opgemerkt heeft elke universiteit zijn eigen profiel in termen van speerpunten van excellent onderzoek. Hierbij horen profilerende masters die dus onderscheidend zijn voor de verschillende instellingen. Coördinatie van het aanbieden van gespecialiseerde masters leidt ertoe dat er in Noordoost Nederland meer gefocuste masters zullen ontstaan die min of meer uniek zijn voor de aanbiedende instellingen. Teneinde te zorgen dat het masteraanbod in Noordoost Nederland toegankelijk is voor zoveel mogelijk studenten worden de mogelijkheden van doorstroom verder vergroot. Een doorstroommatrix voor de studenten van de vier universiteiten kan ons met elkaar verbinden. Daar waar een universiteit de specialistische kennis zelf niet in huis heeft kan de student eenvoudig naar een van de andere universiteiten doorstromen. Het bacheloraanbod heeft anders dan het masteraanbod een regionaal karakter. De vier universiteiten streven ernaar om een zo breed mogelijke bacheloraanbod aan te bieden tegen acceptabele kosten. Dit kan worden bereikt door uitwisseling van elkaars onderwijsexpertise, bijvoorbeeld in de vorm van docenten. Hierbij kan worden gedacht aan het aanbieden van biologieonderwijs vanuit de WUR aan UT-studenten Technische Geneeskunde. Een ander voorbeeld betreft de vele ervaring van de UT met ondernemerschap. Dit kan ook door de andere instellingen worden benut in hun onderwijs. Een concreet plan dat op de korte termijn wordt uitgewerkt betreft het door UT en RUG aanbieden van een gezamenlijk opleidingstraject dat studenten de mogelijkheid biedt om zowel een master Geneeskunde (MD) als een master Technische Geneeskunde (Ir) te halen. Dit kan worden gerealiseerd door binnen de bestaande masteropleidingen Geneeskunde en Technische Geneeskunde varianten mogelijk te maken waarbij de opleidingen zoveel mogelijk in elkaar te worden geschoven. Dat betekent dat masterstages geneeskundige technologie en co-schappen Geneeskunde alsmede de wetenschappelijke stages zoveel mogelijk voor beide opleidingen rechtsgeldig zijn. Inhoudelijke overlap wordt dus optimaal benut.
Ook op het gebied van Technische Bedrijfskunde en Systems & Control wordt een dergelijke samenwerking overwogen. Ondernemerschap De strategie van de Universiteit Twente is gebaseerd op het principe van ondernemende universiteiten. Vanuit een decennialange traditie werkt de UT aan de volgende fase van ontwikkeling, waarin vaardigheden in onderzoek, ontwerpen en organiseren (3 O’s) centraal staan in het onderwijs van de UT. Organiseren staat voor het organiseren van waardecreatie, ofwel: ondernemen. Er wordt gewerkt aan het enerzijds mogelijk maken van het geven van een basis set van competenties aan alle studenten op het gebied van het organiseren en ondernemerschap tot en met de specialisatie mogelijkheden hierin. Een nieuwe onderwijskundige aanpak van het bachelor onderwijs staat hoog op de agenda. Ook vinden verschillende vernieuwingen op master niveau plaats, gekoppeld aan een integraal graduate programma tot en met een PhD. Twente Graduate School (TGS) is daartoe een relatief nieuw organisatie element waarin ook op het terrein van de 3e O (Organiseren van waarde/ondernemen) aan een reeks innovaties wordt gewerkt. De koppeling naar valorisatie maakt de Universiteit Twente naar de regio via de paraplu organisatie Kennispark in het programma Koploper A1. Daarbinnen werkt het kenniscentrum NIKOS (Nederlands Instituut voor Kennisintensief Ondernemerschap) aan de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen in ondernemerschap en past dit toe in ondernemerschap onderwijs en valorisatie methoden en technieken. Daarin wordt o.a. de verbinding tussen het UT onderzoek, ondernemerschap onderwijs en de waardecreatie in de economie in Venturelab Twente gelegd. Via training opbouw in het VentureLab Twente worden ook na-ervaringsonderwijs modules verder versterkt en vernieuwd. Er zijn stappen gezet tot zeer nauwe samenwerking op dit gebied tussen NIKOS en de pendant hiervan bij de RUG, zodanig dat het ondernemerschap ecosysteem aan elkaar verbonden wordt o.a. voor valorisatie van nano-, medische- en energietechnologie. Concreet gaat het daarbij om samenwerken in het centrum voor ondernemerschap, strategische alliantie op gebied onderzoek, onderwijs en valorisatie via o.a. het uitwerken van het Venturelab concept voor medische business met UMCG, energie business met Energy Academy, tot en met mogelijk dubbelposities voor hoogleraren bedrijfskunde op terrein innoveren en ondernemen. Conclusie De afgelopen jaren heeft de samenwerking tussen de vier universiteiten onderling en tussen de individuele universiteiten en provincie en bedrijfsleven zich krachtig ontwikkeld, waarmee de realisatie van ambities van betrokken partijen was gediend. Door de complementariteit vullen de universiteiten elkaar aan en is het geheel meer dan de som der delen. Via aansluiting van provincies en bedrijfsleven kan ontwikkelde kennis maatschappelijk en economisch worden gevaloriseerd.