Landbouw Centraal KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Voortgangsrapportage 2009
Samenstelling Bert Pijpers 31 jan 2010
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
1 Inleiding De uitvoering van de projecten ‘KRW-landbouw ZONnetje, Kringlopen regiomodule Zuidoost Nederland’ en ‘Een KRW-gebiedspilot in agrarisch Noordoost Nederland, Kringlopen regiomodule 2 Noordoost Nederland’ vindt sinds mei 2009 plaats in het ‘geïntegreerde’ project Landbouw Centraal KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland. Beide projecten hebben per 28 april 2009 subsidie toegekend gekregen uit de Subsidieregeling Innovatieprogramma KRW. Er is toestemming verleend projectkosten tot en met 31 december 2011 te kunnen declareren. Het Werkplan December 2009 Landbouw Centraal KRW gebiedspilots beschrijft de organisatie, de aanpak, het eind 2011 beoogde resultaat, de wijze hoe partijen samenwerken, de begroting, de wijze van financiering en de voorwaarden die subsidiegevers en samenwerkende partijen stellen. Deze voortgangsrapportage, opgesteld onder verantwoordelijkheid van de projectleiding, vat samen wat er in 2009 is gebeurd, wat de (tussentijdse) resultaten zijn en hoe de voortgang zich verhoudt tot planning en beschikbaar budget. Het gaat om informatie over de voortgang voor de projectleiding (aandachtspunten / bijsturing), voor subsidiegevers en financiers (tempo / wordt beoogd doel bereikt met beschikbaar gestelde middelen) en voor de twee begeleidingscommissies (afstemming in gebied / draagvlak voor wat met het project wordt nagestreefd). Hoofdstuk 2 beschrijft chronologisch de belangrijkste wapenfeiten en relateert de voortgang aan de beoogde planning. Hoofdstuk 3 beschrijft de eerste resultaten. Hoofdstuk 4 verantwoordt de stand van zaken in contractuele en financiële zin. In hoofdstuk 5 geeft de projectleiding de visie op stand van zaken en aandachtspunten voor de komende twee jaren.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
2
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
2 Wat is er in 2009 gebeurd? 2009 stond in het teken van ‘projectorganisatie’ en het opstarten van de deelactiviteiten binnen het project. Een projectvoorstel is één. Twee projectvoorstellen omzetten naar opdrachten aan medewerkers van uitvoerende organisaties is een ander verhaal. Dan blijkt dat concreet maken automatisch nog tot vele vragen leidt. Hoe bereik je het resultaat binnen wat aan financiering en tijd beschikbaar is? Hoe ga je om de afstemming in en tussen zeven deelgebieden en haast 30 samenwerkende en uitvoerende partijen (binnen Wageningen UR bijvoorbeeld al 5 uitvoerende partijen (6 overeenkomsten / opdrachten)? In bijlage I is een chronologisch overzicht opgenomen van de organisatie en opstart van het project. Hieronder een korte samenvatting van de voortgang Projectstructuur en gebiedsaanpak In de periode mei – juli staat de vraag centraal hoe de primaire organisatiestructuur in te richten. Hoe wordt de integratie van de twee projecten georganiseerd? Wat doet de projectleiding van de Wageningen UR? Hoe wordt de coördinatie in de gebieden geregeld? Wie heeft welke verantwoordelijkheid? Wat is het beoogde resultaat? Wat is essentieel om dat te bereiken? Hoe staat resultaat in verhouding tot beschikbare financiering? Hoe ga ik om met verschillen tussen Noordoost en Zuidoost? Hoe worden de afspraken vastgelegd met degenen die een deel van de werkzaamheden verrichten? Hoe wordt het risico op kostenoverschrijding beperkt wetende dat de subsidietoekenning een maximaal te declareren bedrag omvat? Hoe ga ik om met het gegeven dat in financiële zin het voornaamste risico bij de Wageningen UR ligt? De beantwoording van deze vragen gaat niet zonder slag of stoot en blijft op onderdelen tot en met december 2009 aandacht vragen. Tijd is nodig om samen vertrouwen op te bouwen over de aanpak en het gevoel te hebben een balans te hebben tussen inhoud, betrokkenheid en zakelijke afspraken. Van structuur naar inhoud In augustus en september zijn de afspraken over de gebiedscoördinatie geregeld. Daarmee wordt de inhoudelijke uitvoering in de gebieden georganiseerd voor de periode september – december 2009. Het gaat om de (planmatige) organisatie van de werving, van het gericht analyseren van de context per gebied en van de afstemming met uitvoerende en belanghebbenden. In Noordoost is direct gestart met de organisatie van het gebiedsteam en zijn concrete acties uitgezet. Er wordt voortgeborduurd op bestaande contacten en lopende projecten. In Zuidoost komt het werkproces in november en december op stoom. Er is tijd nodig om draagvlak te krijgen voor wat nodig is. Augustus en september is verder intensief gesproken over hoe de inzet van de Wageningen UR te concretiseren en de beschikbare uren over verschillende deelactiviteiten te verdelen. Het gaat om: De inbreng van kennis en ervaring in het werkproces in de zeven gebieden De zorg dat via de ‘praktijkexperimenten’ op adequate wijze het onderzoeksdoel tot zijn recht komt. Wat zijn de onderzoeksvragen? Hoe wordt de gegevensinventarisatie, de monitoring, de evaluatie en de analyse aangepakt? De praktische ondersteuning van de bedrijfsadviseurs bij het opstellen van bedrijfsplannen met de agrariërs en de begeleiding van agrariërs. De rol van de projectleiding in samenspraak met uitwisseling en afstemming met projectpartijen. Het blijkt eind september lastig om een adequaat organisatie- en financieringsplaatje voor inzet van de Wageningen UR op te stellen. Het risico werd benoemd dat veel tijd gaat zitten in samenwerken en afstemmen. Tegelijkertijd blijkt het concreet maken van de inhoudelijk aanpak zoals beschreven in de projectvoorstellen minder eenvoudig dan gedacht. Er was meer tijd nodig om in relatie tot de financiële risicobeheersing beter vat te krijgen op ‘het projectdeel Wageningen UR’. Dit leidde op dat moment tot onzekerheid bij het werk in de gebieden.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
3
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Onderzoeksprotocol De opstelling van het onderzoeksprotocol ‘Pilots als ontwikkelomgeving voor een systematiek om de Kaderrichtlijn Water in agrarische gebieden kosteneffectief te implementeren’ maakte het mogelijk eind oktober knopen door te hakken. Het is opgesteld door Inhoudelijk Projectleider Frans Aarts en vormt de rode draad voor de onderzoeksdoelen en voor de aansturing van de werkzaamheden via de WUR Werkgroepen (zie Werkplan). Dit werkte structurerend en versnellend in de ondersteuning van en samenwerking met gebiedscoördinatoren en bedrijfsadviseurs. Vanuit het perspectief van de voortgang in Noordoost kwam de helderheid echter later dan gewenst en is het wervingsproces daardoor in tempo ongunstig beïnvloed. Dit geldt in mindere mate voor Zuidoost. Met het onderzoeksprotocol als kapstok is voor beide projecten een gelijke begrotingstructuur opgezet en heeft de projectleiding vastgelegd welk budget en hoeveel uren per begrotingspost maximaal beschikbaar zijn. Dit maakte het in november het mogelijk om de opdrachten met uitvoerende partijen binnen en buiten Wageningen UR te regelen.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
4
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Bedrijfsadviseurs Begin september is afgesproken wie per gebied en sector de bedrijfsadviseur wordt. Ervaring en (gebieds)kennis waren belangrijke criteria. Nadien is gestart met het maken van de contractafspraken voor hun inzet en zijn bedrijfsadviseurs met hun activiteiten gestart. De afstemming kende de volgende aandachtspunten: Vooraf is onduidelijk hoeveel agrariërs gaan deelnemen en welke verdeling aan te houden tussen melkveehouderij en akker- en tuinbouw. Dat vraagt contractueel flexibiliteit. Het gemiddelde per agrariër beschikbare budget voor werving/intake, voor bedrijfsplan opstellen en begeleiding is ‘beperkt’ en verschilt tussen Noordoost en Zuidoost. Bij voorkeur is voor 1 februari 2010 samen met agrariër een bedrijfsplan opgesteld. Daarna start teeltseizoen (bemesting). Welk budget te reserveren voor begeleiding vanaf februari 2010 terwijl binnen het project de wijze waarop begeleiding gaat plaatsvinden nog vrijheidsgraden kent? In hoeverre is het wenselijk budget te reserveren voor nieuwe werving van agrariërs voor het teeltseizoen 2011? Inhoudelijk en waterschappen In het najaar is de werving voorbereid en in gang gezet en zijn de gebiedsteams gaan functioneren. Per gebied is de analyse van wat er speelt opgestart. In die analyse hebben de waterschappen een belangrijke bijdrage geleverd. Daarbij is mede besproken wat de rol en inbreng van de waterschappen in het project gaat worden. In december is per waterschap is de inbreng per waterschap besproken. Afstemming en communicatie Het project is te zien als één groot praktijkexperiment. Afstemming vraagt de nodige tijd. Het ProjectKernTeam (projectleiding, gebiedscoördinatoren en trekkers WUR) kwam dit jaar zes keer bij elkaar. December 2009 zijn gezamenlijke overleggen gestart tussen bedrijfsadviseurs. Trekkers van WUR-werkgroepen participeren in overleg dat in de gebieden plaatsvindt. Een startbijeenkomst voor alle bij het project betrokken medewerkers is op 8 oktober 2009 georganiseerd. Het project kent een eigen uitstraling (logo, website) die ook in de gebieden wordt gehanteerd. Begin september is een kort artikel in Oogst opgenomen over de start van het project.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
5
www.landbouwcentraal.wur.nl
3
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Resultaten 2009
Noordoost Er is een gebiedscoördinator voor de twee gebieden (met ondersteuning). Het gebiedsteam komt gemiddeld 1 maal per 6 weken bij elkaar en is ‘in operationele zin’ voor en in beide gebieden aan de slag is. Er is gericht gekeken naar bestaande kennis en gebiedsplannen. De activiteiten zijn planmatig georganiseerd. Direct na de zomer 2009 is de aandacht gericht op afstemming tussen uitvoerende partijen. Belanghebbenden zijn in 2009 zijdelings betrokken. Daarbij speelt dat deze partijen bij de voorbereiding en de vaststelling van KRW-doelen en maatregelen al zijn geraadpleegd. Ook is het waterschap al actief in Zeegser Loopje (project Duurzaam Boer Blijven). Voor het Hondshalstermeer vindt in 2010, zoals voorzien, onderzoek plaats naar de bronnen van de nutriëntenconcentraties. Eind december is het volgende bereikt: In gebied Zeegser Loopje gaat het gewenste aantal agrarische ondernemingen deelnemen; In gebied Hondshalstermeer is de deelname nog onduidelijk. Op 14 januari 2010 wordt een voorlichtingsavond georganiseerd. Het beeld is dat er voldoende belangstelling is. Het waterschap heeft de kennis over het gebied samengevat en toegelicht in het gebiedsteam. In de bijeenkomsten van het gebiedsteam is gesproken over de rol en verantwoordelijkheid van belanghebbenden en wat dat inhoudt voor de te ondernemen activiteiten. Er is vastgesteld dat contacten worden gelegd op moment dat ‘er wat te bespreken valt’. Een werkplan voor te ondernemen activiteiten met planning is beschikbaar. Concretisering per fase via gebiedsteamoverleg en via notulen van gebiedsteamoverleg vastgelegd. Het vastleggen van de informatie en de opstelling van een gebiedsactieplan is gestart. Er is besloten dit na of samen met de opstelling van de bedrijfsplannen af te ronden. Een deel van de intakegesprekken is gevoerd en met ongeveer 10 agrariërs is de eerste stap genomen tot het samen opstellen van een bedrijfsplan. In januari en februari 2010 lukt het om met alle deelnemende agrariërs het bedrijfsplan op te stellen. Zuidoost, Limburg Voor de gebieden Castenrayse Vennen en Middenloop Tungelroyse Beek is per gebied een gebiedscoördinator aangesteld. Sinds oktober 2009 functioneert een (gebiedsteam)overleg gezamenlijk voor beide gebieden. De activiteiten zijn planmatig georganiseerd en de aandacht is gericht op afstemming met de uitvoerende partijen. Belanghebbenden zijn in 2009 zijdelings betrokken (vergelijkbaar Noordoost en Noord-Brabant).Eind december is het volgende bereikt: De gebiedsbegrenzingen zijn in overleg met de provincie en waterschap voorjaar 2009 vastgesteld. Specifiek is gekeken naar de agrarische situatie hoe veranderingen te kunnen observeren uitgaande van de huidige inrichting en monitoring van het oppervlaktewaterstelsel. Voor beide gebieden is de verwachting dat het gewenste aantal agrarische ondernemingen gaat deelnemen. De contacten van bedrijfsadviseurs en landbouworganisaties vormen een adequaat vertrekpunt voor werving. Het aantal melkveehouderijbedrijven in gebied Middenloop Tungelroyse Beek is gering. Mogelijk leidt dit tot wijziging in verhouding van 10 : 10 per gebied. Een deel van de intakegesprekken is gevoerd en met ongeveer 10 agrariërs is de eerste stap genomen tot het samen opstellen van een bedrijfsplan. In januari en februari 2010 lukt het om met alle deelnemende agrariërs het bedrijfsplan op te stellen. Het waterschap heeft de kennis over het gebied samengevat en gepresenteerd in het gebiedsteam. Met deze kennis is per gebied een gebiedsanalyse opgesteld. Deze wordt besproken in een workshop op 9 februari 2010 (brede deelname). Een werkplan voor te ondernemen activiteiten met planning is beschikbaar. In gebiedsteam is vastgesteld dat er raadpleging van belanghebbenden is zodra ‘er wat te bespreken valt’.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
6
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Het vastleggen van de informatie en de opstelling van een gebiedsactieplan is gestart. Er is besloten dit na of samen met de opstelling van de bedrijfsplannen af te ronden. Doel is te voorkomen dat het werk zoals gedaan bij de opstelling van het Reconstructieplan, bij de opstelling van het Gewenste Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR) en bij de voorbereiding en vaststelling van de KRW-doelen en maatregelen, wordt overgedaan. Het gaat om het zoeken van toegevoegde waarde aanvullend op die plannen.
Zuidoost Noord Brabant Er is één gebiedscoördinator (met ondersteuning) voor de drie gebieden. In november heeft met de betrokken bedrijfsadviseurs en met de waterschappen afstemming plaatsgevonden. Dit heeft vervolg gekregen in werkafspraken. Er is (nog) geen gezamenlijk gebiedsteamoverleg opgestart. Het deelproject Maïscasus is begin 2009 van start gegaan en verloopt overeenkomstig de beoogde planning. De projectleiding wordt verzorgd door DLV Plant. Er vindt regelmatig afstemming plaats tussen betrokken (uitvoerende) partijen. Het waterschap verzorgt de bemonstering. Eind december is het volgende bereikt: Voor de drie gebieden is in november de gebiedsbegrenzing met de waterschappen bepaald. Voor de drie gebieden is de verwachting dat het gewenste aantal agrarische ondernemingen gaat deelnemen. De werving is de 2de helft van november opgestart. Van belang zijn de contacten via het project Maïscasus (Hooge Raam en Lage Raam), ZLTO en de DLV’s. Een deel van de intakegesprekken is gevoerd. In januari en februari 2010 lukt het om met alle deelnemende agrariërs het bedrijfsplan op te stellen. Per gebied is een concept gebiedsanalyse opgesteld. Daarin is de informatie van de waterschappen verwerkt. Peelrijt heeft in dezen – door het naastliggende gebied Strabrechtse Heide – een duidelijk andere context qua belangen en actoren (inclusief geruime voorgeschiedenis). De gebiedscoördinator heeft een werkplan voor te ondernemen activiteiten (inclusief planning). Het vastleggen van de informatie en de opstelling van een gebiedsactieplan is gestart. Dit plan wordt opgesteld na of samen met de opstelling van de bedrijfsplannen. Daarmee wordt voorkomen dat het werk wordt overgedaan dat heeft plaatsgevonden bij de opstelling van het Reconstructieplan, bij de opstelling van het Gewenste Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR) en bij de voorbereiding en vaststelling van de KRW-doelen en maatregelen. Wageningen UR Een belangrijk leerpunt betreft het proces rond de projectorganisatie (zie hoofdstuk 2). De ervaring leert dat duidelijk sprake is van een praktijkexperiment. Eind december 2009 is het volgende bereikt: De verwachtingen zijn zo goed mogelijk omgezet naar een projectorganisatie waardoor er voldoende perspectief is om eind 2011 de beoogde resultaten te boeken. Er vindt tussen de medewerkers van verschillende uitvoerende organisaties interactie plaats om ervaringen in de verschillende gebieden te delen (zie hoofdstuk 2 Afstemming en communicatie). Er is vastgelegd hoe de monitoring en evaluatie van gebiedsprocessen gaat plaatsvinden en waar de aandacht zich op richt. Er is een formulier opgesteld voor de inventarisatie van gegevens bij het intakegesprek van de bedrijfsadviseur met een deelnemende agrariër. Er is informatie aangereikt aan de bedrijfsadviseurs om systematisch samen met de agrariër te werken aan de bedrijfsplannen en tegelijkertijd zorgen dat relevante informatie voor het onderzoeksdoel adequaat wordt vastgelegd.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
7
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Aandachtspunten: o Wat is de gewenste technisch-inhoudelijke focus? o Wat leg je vast qua informatie voorafgaande aan veranderingen op bedrijfsniveau? o Welk detailniveau is gewenst in relatie tot beoogd projectresultaat? o Hoe registreer veranderingen ten opzichte van de ‘vertreksituatie’? Dit heeft er onder meer toe geleid dat er naar wordt gestreefd dat bij ongeveer 20 melkveehouderijbedrijven de systematiek van de ‘duurzaamheidsscore’ (DMS) wordt ingezet. DMS wordt onder meer binnen het project Duurzaam Blijven Boeren uitgetest (Zeegser Loopje). Daarvoor wordt de organisatie Boerenverstand als derde organisatie ingehuurd. Er is een (voorlopige) checklist voor het opstellen van de gebiedsanalyse en gebiedsplannen. Er worden door Alterra, uitgaande van de digitale bestanden met informatie over fysieke omstandigheden in de gebieden, kaarten per gebied opgesteld waarin wordt geduid welke delen van en gebied / welke percelen vanuit oogpunt van waterkwaliteit meer of minder risicovol zijn en waarom.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
8
www.landbouwcentraal.wur.nl
4
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Organisatie en financiën
Financiering en begroting De gevraagde financiering om de projecten te realiseren is toegekend. De belangrijkste wijziging betreft de aanpassing van de bij de WUR te hanteren tarieven (lager). Het aantal beschikbare uren voor de inzet van de WUR is niet veranderd. Met deze financiering is de uitvoering van de Projectvoorstellen 2008 mogelijk. Ten opzichte van de voorziene aanpak zijn in het Werkplan inmiddels de volgende aanpassingen doorgevoerd: De gebiedscoördinatie vraagt in Noordoost een ruimer budget (gelijk aan Zuidoost). Dit is opgenomen in de begroting. In 2010 wordt gekeken in hoeverre aanvullende financiering mogelijk is (€ 60.000,- aanvullende financieringsbehoefte). De organisatie van het project wordt in Zuidoost ingeschat – ook de komende jaren - meer tijd in beslag te nemen. Er is nodig geacht om in de relatief complexe omgeving afstemming en organisatie zorgvuldig te organiseren. Er is uit de beschikbare financiering een ruimer budget toegekend aan de begrotingspost ‘projectorganisatie en rapportage’. Er is in Zuidoost € 100.000,- uit de beschikbare financiering toegevoegd aan de begrotingspost ‘Demonstraties’ (wordt totaal € 250.000,-). Daarmee ontstaan in Zuidoost meer mogelijkheden om samen met agrariërs ‘maatregelen’ uit te testen. Contracten en besteding Tabel 4.1 geeft een overzicht van de contracten, opdrachten en afspraken die de Wageningen UR met partijen is aangegaan. Daarmee is per december 2009 een aanzienlijk deel van de begroting ‘contractueel bestemd’: 65 % in Noordoost en 52 % in Zuidoost (zie tabel 4.2). Per 31 december 2009 hebben partijen respectievelijk 18 % en 12,5 % bij projectleiding gefactureerd of gedeclareerd. Het gaat om een indicatief beeld. Zo zijn nog niet alle gemaakte kosten gedeclareerd. Dit heeft te maken met tijd die nodig is om onderling duidelijk te krijgen wat in administratieve zin wordt verwacht. Op basis van deze ‘kosten’ is bij SenterNovem (Subsidieregeling KRW Innovatieprogramma) een voorschotbetaling aangevraagd. De genoemde budgetten in de tabellen zijn exclusief BTW. Tabel 4.2. Overzicht begroot, bestemd en gefactureerd per project Begroting Bestemd Gefactureerd Totaal Budget % begr. % financ Budget % begr. % financ Noordoost 735.943 478.675 65 % 72 % 134.917 18,3 % 20,2 % Zuidoost 1.934.638 1.006.560 52 % 52 % 240.395 12,5 % 12,5 %
De tabellen 4.3 en 4.4. bieden per type organisatie het beeld van de voortgang van contractueel bestemd en in rekening gestelde kosten. Het onderzoek naar de waterkwaliteit in het Hondshalstermeer door Waterschap Hunze en Aa’s wordt in 2010 uitgevoerd. Daarom is de besteding relatief laag ten opzichte van beschikbaar budget. Tabel 4.3 Noordoost 31 december 2009 Gefactureerd, bestemd en begroot per organisatietype Totaal begroot Urenbudget Materiaal
Totaal
Bestemd Bedrag (€) % begr
Wageningen-UR
217.314
66.000
283.314
177.446
63 %
Waterschappen
17.629
174.000
191.629
191.629
100 %
125.000 100.000
8.000
125.000 108.000
60.000 49.600
48 % 46 %
28.000
28.000
LTO-projectbureau Bedrijfsadviesorganisaties Reserve / onvoorzien Totaal
459.943
276.000
735.943
Gefactureerd Bedrag (€) % begr
64.987 15.091 49.910 9.236
23 % 8% 40 % 9%
478.675
65 %
-
139.224
19 %
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
9
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Tabel 4.4 Zuidoost 31 december 2009 Gefactureerd, bestemd en begroot per organisatietype Urenbudget
Totaal begroot Materiaal
Totaal
Bestemd Bedrag (€) % begr
Gefactureerd Bedrag (€) % begr
Wageningen-UR
577.588
366.750
944.338
506.610
54 %
104.582
11 %
Waterschappen
81.850
80.000
161.850
161.850
100 %
14.186
9%
334.150
145.000
43 %
104.413
31 %
-
454.300
193.100
43 %
17.200
4%
40.000
40.000
486.750
1.934.638
LTO-projectbureau
334.150
Bedrijfsadviesorganisaties
454.300
Reserve / onvoorzien Totaal
1.447.888
1.006.560
52 %
240.381
12 %
Besteding en voortgang Tabel 4.5 geeft voor Zuidoost aan welk % per begrotingspost is gefactureerd. Dit geeft enig zicht op de voortgang van de werkzaamheden en in relatie tot beschikbaar budget. De posten Bedrijf, M&E gebiedsproces en Projectorganisatie geven een realistisch beeld. Voor de jaren 2009 en 2010 is voor projectorganisatie nog 73 % van het begrote budget beschikbaar. In najaar 2011 betreft dit ook de aansturing en productie van de rapportages. Op het thema ‘gebied’ is meer voortgang dan de financiële besteding doet verwachten. Tevens is de maïscasus volop in uitvoering. De facturering van de verrichte werkzaamheden en gemaakte kosten heeft echter niet plaatsgevonden. Er worden geen risico’s op kostenoverschrijding verwacht in Zuidoost. Tabel 4.5 Besteding Zuidoost per begrotingspost begroot bestemd Totaal bedrag % begr. Gebied 113.247 113.247 100 % Bedrijf 434.622 298.000 69 % Demonstraties 278.550 M&E Gebiedsproces 72.727 60.000 83 % Projectorganisatie 494.587 262.621 53 % Int/Ext communicatie 179.378 47.518 26 % Maiscasus 221.494 221.494 100 % totaal 1.934.638 1.006.560 52 %
Gefactureerd bedrag % begr. 32.794 29 % 43.091 10 % 5.680 137.607 23.008
8% 27 % 10 % 12 %
Tabel 4.6 geeft de situatie voor Noordoost. Hier zien we een vergelijkbaar beeld qua besteding. Een aandachtspunt vormt de post Projectorganisatie. In de fase van ‘bestemmen’ (toekennen uren WUR) blijkt hier het risico op kostenoverschrijding. Het beschikbare budget is relatief krap en risicovol is op overschrijding. Ten aanzien van de facturering dient opgemerkt dat nog ongeveer € 10.000,- moet worden overgeboekt naar Zuidoost. Tabel 4.6 Besteding Noordoost per begrotingspost begroot bestemd Totaal bedrag % begr. Gebied 213.471 213.484 100 % Bedrijf 143.377 89.600 62 % Demonstraties 52.181 M&E Gebiedsproces 26.843 24.000 89 % Projectorganisatie 102.097 109.921 108 % Int/Ext communicatie 113.064 41.679 37 % totaal 65 %
Gefactureerd bedrag % begr. 24.564 12 % 17.458 12 % 3.307 65.914 27.683
12 % 65 % 25 % 19 %
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
10
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Tabel 4.1 Overzicht overeenkomsten, opdrachten en interne afspraken WUR Intern Wageningen UR WUR PPO – WUR PRI WUR PPO - Alterra WUR PPO – WUR ASG WUR PPO intern WUR PPO intern WUR PPO – Communication Services WUR PPO – Duo Advies
Gebiedscoördinatie WUR PPO – Arvalis
Memo Managementafspraak Opdrachtbrief met bijlage Opdrachtbrief met bijlage Opdrachtbrief met bijlage Opdrachtbrief met bijlage Mondelinge afspraken / notulen ProjectKernTeam Overeenkomsten Interim Projectmanagement
Onderwerp / theam
Datum
Bestemming Budget
Projectleiding / financieel
22 dec
€ 205.000,
WG Gebied en waterkwaliteit WG Melkveehouderij WG Akker- en Tuinbouw WG Monitoring & Evaluatie Gebiedsprocessen Activiteiten interne en externe communicatie
Nov Nov Nov Nov Jul
Per activiteit
Jun Jul
€ 6.800 € 26.500
Sept
€ 60.000
Opstartfase tot 15 juli Augustus – december 2009
€ 60.000, € 90.000, € 90.000, € 84.000,
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 jan 2010
WUR PPO - ZLTO
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 jan 2010
Sept
€ 85.000
WUR PRI - Projecten LTOnoord
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 jan 2010
Sept
€ 60.000
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 feb 2010
Inzet Zuidoost 50 bedrijven Opdracht werving / bedrijfsplan
Okt
€ 61.500
WUR PRI – DLV Plant
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 feb 2010
Inzet Noordoost 20 bedrijven Opdracht werving / bedrijfsplan
Okt
€ 24.600
WUR PPO - DLV Rundvee Advies
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 feb 2010
Inzet Zuidoost 26 bedrijven Brab Opdracht werving / bedrijfsplan
Nov
€ 31.980
WUR PRI – DLV Rundvee Advies
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 feb 2010
Inzet Noordoost 14 bedrijven Opdracht werving / bedrijfsplan
Nov
€ 17.220
WUR PPO - Arvalis
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 feb 2010 Opdracht tot 1 feb 2010
Inzet Zuidoost 20 bedrijven Limb Opdracht werving / bedrijfsplan
Nov
€ 24.600
Zuidoost 4 melkveebedrijven Opdracht werving / bedrijfsplan Noordoost 6 bedrijven. Wordt in januari omgezet naar inzet DMS
Nov
€ 6.120
Nov
€ 7.380
Projectleiding Deelproject Maïscasus in 2009 en 2010
Dec
€ 69.300
Bedrijfsadviseurs WUR PPO - DLV Plant
WUR PPO - Middelaar
Gebiedscoordinatie 2011 Werving, gebiedsanalyse, coodinatie
WUR PRI - Boerenverstand
Raamovereenkomst 2011 Opdracht tot 1 feb 2010
WUR PPO – DLV Plant
Overeenkomst 2009 / 10
Waterschappen WUR PPO – Waterschappen Zuidoost
Samenwerkingsovereenkomst Zuidoost
Projectleiding door WUR Penvoerderschap / contacten subsidiegever
WUR PPO – WS De Dommel
Brief namens PPO met afspraken
Te declareren inzet WS bij KRW Financiële bijdrage WS
Dec
€ 14.596
WUR PPO – WAM
Brief namens PPO met afspraken
Te declareren inzet WS bij KRW Financiële bijdrage WS Deelproject Maïscasus
Dec
€115.155
WUR PPO – WPM
Brief namens PPO met afspraken
Te declareren inzet WS bij KRW Financiële bijdrage WS
Dec
€ 32.100
WUR PRI – Waterschap Hunze en Aa’s WUR PRI – Hunze en Aa’s
Samenwerkingsovereenkomst Noordoost Brief namens PRI met afspraken. Opstellen projectpan.
Projectleiding door WUR Penvoerderschap / cont subsidiegever
Jun
Dec
Te declareren inzet WS bij KRW Financiële bijdrage WS
€191.629
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
11
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
5 Aandachtspunten en doorkijk Het Project Landbouw Centraal KRW gebiedspilots staat op de rails. Er kan gewerkt worden om beoogde ambities waar te maken. Inmiddels ligt de focus op de inhoud. We weten welke vragen we willen beantwoorden. We zien dat het goed mogelijk is om agrariërs voor deelname te interesseren. We zien wat van belang is om praktisch in een gebied aan de slag te gaan. We zien welke inhoudelijke discussies inmiddels gevoerd zijn. We zien wat het aan tijd en inspanning kost om een gerichte aanpak voor elkaar te krijgen. Het was daarbij in 2009 balanceren tussen wat praktisch mogelijk was en wat je bij voorkeur graag zou realiseren. Dat dit soms tot stevige gesprekken leidt moge duidelijk zijn. Ook dat dit ten opzichte van de in september 2009 voorgenomen planning tot temporisering van heeft geleid. Zo: kon het Werkplan uiteindelijk pas eind november afgerond gaan worden (i.p.v. september 2009); gaan de 1ste bijeenkomsten voor de begeleidingscommissie in februari 2010 plaatsvinden (i.p.v. oktober / november 2009); vindt de workshop over de gebiedsaanpak 8 april 2010 plaats (i.p.v. oktober 2009) en wordt thematisch gecombineerd met de opstelling van gebiedsanalyse / -plan (zie hierna); was de organisatie en uitvoering van de werving van agrariërs niet 1 december 2009 gereed; lopen de gebiedsanalyses nog zeker door tot en met maart 2010 (i.p.v. tot december 2009). De temporisering heeft alles te maken met wat in hoofdstuk 2 is toegelicht over het organiseren van het project. Op een aantal onderdelen is besloten de activiteit naar later te verplaatsen. De voornaamste reden: effectiviteit en efficiency in relatie tot tussentijdse ervaring. Zo zien we in alle gebieden het gericht afstemmen van activiteiten van uitvoerende medewerkers van verschillende partijen. Belanghebbende partijen zijn in deze fase nog niet betrokken. Zodra duidelijk is wat er door de agrariërs opgepakt kan worden, wordt de samenhang tussen belanghebbende en gebiedscontext belangrijker. Dit zijn belangwekkende constateringen in relatie tot het ‘onderzoeksprotocol’. De maanden januari – april 2010 vormen een essentiële fase voor het project. Dan ontstaat binnen het project duidelijkheid over wat technisch-inhoudelijk wordt bekeken. Het wordt een fase van veel overleg en afstemming. Daarna ligt het project weer op schema. Mede omdat inmiddels duidelijk is dat het gewenste aantal agrariërs gaat deelnemen (relatief snelle ontwikkeling). Na april volgt een periode van redelijke rust. Het organiseren van activiteiten kan goed worden voorbereid. Het komt neer op het begeleiden van agrariërs en het adequaat registreren van informatie. Tegelijkertijd blijft er de mogelijkheid om in de gebieden meer te doen dan voor het project noodzakelijk. Dat vraagt van projectmanagement en gebiedscoördinatoren eenduidige afspraken in april over welke tijdsbesteding wel en niet tot het project behoord. Dit kan opgenomen worden in de opdracht voor de gebiedscoördinatie tot en met december 2011. Na de zomer van 2011 gaat de focus zich richten op wat het project heeft opgeleverd. Deze periode zal de nodige afstemming tussen partijen vragen. Dit vraagt de nodige alertheid om ook voor deze periode voldoende tijd te reserveren. Een plan de campagne in een vroeg stadium lijkt verstandig. Het ziet ernaar uit dat via het project belangwekkende constateringen zijn te doen. De eerste interessante ontwikkelingen dienen zich al aan. Zo spreken we niet meer over gebiedsplannen (er zij er al veel geschreven). Het gaat meer om operationaliseren van bijvoorbeeld het Reconstructieplan, van Gewenst Grond en Oppervlaktewater en Kaderrichtlijn Waterplannen. Bij de opstelling van die plannen is vaak als sprake geweest van een gebiedsproces of raadpleging. Dat betekent dat je meer praat over Gebiedsuitvoeringsplan of Gebiedsactieplan. Daarbij blijkt dat dit pas kan worden opgesteld als meer zicht is op wat er zich aan mogelijkheden bij de agrarische bedrijven voordoet. Interessant is dan tevens wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor zo’n concreter uitvoeringsplan. Zo zie je steeds de vraag terugkeren wie nu welke verantwoordelijkheid heeft.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
12
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
Bijlage I Chronologisch overzicht belangrijkste wapenfeiten binnen Landbouw Centraal Periode Jan – april 2009
Activiteiten op hoofdlijnen
Formaliseren subsidietoezeggingen provincies Afspraken over inzet en medefinanciering ZLTO Aanvullende informatie voor SenterNovem om tot subsidieverlening te komen. Overleg met waterschappen Zuidoost over de begrenzing van de pilotgebieden
Mei 2009
Besprekingen over de geïntegreerde aanpak van de twee projecten. Meerwaarde in uitstraling, effectieve inzet organisatie- en ontwikkelkosten, bredere basis om gezamenlijk conclusies te trekken. Besluit dat WUR PPO de algemeen projectleider beschikbaar stelt (Janjo de Haan) en de projectorganisatie regelt en PRI de inhoudelijk projectleider (Frans Aarts). Janjo is eindverantwoordelijk voor Zuidoost en Frans voor Noordoost. Afstemming met LTO-organisaties over hun rol en inzet Start bijeenkomsten ProjectKernTeam (afstemming gebiedscoördinatie en projectleiding Wageningen UR). Belangrijkste thema: rolverdeling tussen wat gebeurd in het gebied en wat doet Wageningen UR) in samenhang met urenramingen en maken van afspraken voor projectperiode. Instemming met verzoek tot verlenging project tot en met 2011 door SenterNovem (uitvoerder subsidieregeling Innovatieprogramma KRW). Maiscasus is opgestart. Projectplan gemaakt. Afsrpraken over aanpak door projectleider DLV Plant, samen met Waterschap Aa en Maas.
Juni 2009
Juli 2009
Augustus 2009
2 juni 2009 startbijeenkomst Noordoost. Inhuur externe ondersteuning bij WUR bij organiseren project. Projectleiders hebben onvoldoende tijd beschikbaar. De complexe context (zeven gebieden, veel uitvoerende actoren) vraagt deze fase relatief veel tijd. ProjectKernTeam komt 2x maal bij elkaar en bespreekt de beoogde werkwijze, de aanpak bij gebiedsanalyse / gebiedsplan, de wijze waarop de werving in te richten en de stap naar bedrijfsplannen te maken. Interim projectmanager (Bert Pijpers, Duo-Advies) start met opstellen Werkplan ‘geïntegreerd’ project. Ingegaan wordt op de projectcontext, de beheersingsrisico’s, het financiële risico dat WUR is aangegaan, formuleren uitgangspunten voor projectaanpak en -beheersing. Administratief twee projecten met eigen boekhouding. Strakke opdrachtverlening om kostenoverschrijding te voorkomen. Het wordt gewenst geacht de aanpak in alle zeven gebied ‘gelijkwaardig’ te organiseren. Daarbij is de constatering dat het budget binnen de begroting van Noordoost onvoldoende is voor de financiering van Projecten LTO-noord voor de beoogde gebiedscoördinatie tot en met 2011 (gelijkwaardig aan Zuidoost). Interim projectmanager start met het regelen van (raam)overeenkomsten en opdrachten met respectievelijk ARVALIS, ZLTO en Project LTO-noord voor de inzet bij gebiedscoördinatie in de zeven gebieden. Het gaat om het vinden van een vorm die recht doet aan samenwerking en tegelijkertijd zakelijk regelt welke prestatie wordt geleverd. Begin juli kort voortgangsverslag naar SenterNovem. Van de projectleiding van deelproject Maiscasus, april 2009 gestart als deelproject, rapportage ontvangen over voortgang. Projectleiding besluit in overleg op 7 juli om te blijven uitgaan van gelijke aanpak in Noordoost en Zuidoost. De integratie wordt definitief ingezet en Eddy Teenstra (WUR Communication Services) wordt gevraagd voorstellen te doen voor ‘projectnaam’, ‘logo’ en ‘website’. Dit leidt 2de week van juli tot vaststelling van de naam ‘Landbouw Centraal KRW gebiedspilots’. Besluit om te starten met opdrachtverlening gebiedscoördinatie tot en met 31 december 2009 en uit te gaan van een vaste vergoeding van € 25.000,- per gebied. Aandachtspunt is hoe de prestatie te formuleren die van de gebiedscoördinator wordt verwacht. Het gaat om organiseren gebiedsteam, afstemming met actoren, gebiedsanalyse, organiseren van de werving, afstemming met WUR-projectleiding. Besluit 2de week juli tot continuering inzet interim projectmanagement voor periode augustus - december 2009. Start voorbereiding ProjectKernTeam 18 augustus. Onder meer overleg met Jorieke Potters (beeld bij M&E gebiedsprocessen) en met projectleiders WUR over de taak van de WUR en hoe de beschikbare uren in te zetten. 2de week: bespreking met Frans Aarts over aanpak bedrijfsanalyse / bedrijfsplan. Doel opstellen Projectplan Aanpak en Monitoring Techniek en Onderzoek. ProjectKernTeam op 18 augustus. Agendapunten: o uitwisselen verwachtingen over gebiedsproces (wat is taak / verantwoordelijkheid gebiedscoordinator). o bespreken aanpak Monitoring & Evaluatie Gebiedsprocessen (voorbereiding en presentatie door Jorieke Potters, trekker Werkgroep M&E gebiedsprocessen). o publiekssamenvatting Landbouw Centraal. o structuur / checklist gebiedanalyse / gebiedsplan. o voorbereiding Startbijeenkomst Landbouw Centraal op 8 oktober met doel ‘betrokken medewerkers van alle uitvoerende organisaties te informeren over projectaanpak (i.p.v. 31 augustus). o Stimuleren planmatig werken / afspraken over rapporteren (samenhang met M&E gebiedsprocessen). Opstellen van de raamovereenkomsten en opdrachtbrieven voor gebiedscoördinatie. Afstemming met de drie organisaties (context voor deze besluiten: onzeker waar je je toe bindt en of dat zakelijk verantwoord is) en intern binnen Wageningen UR met verantwoordelijke juristen (noodzaak tot toepassen van WUR-format voor overeenkomsten). Onder meer communicatie over rechten op publiciteit. 26-8 overleg WUR-projectleiding gericht op:
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
13
www.landbouwcentraal.wur.nl
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
o o
September 2009
voorbereiding ProjectKernTeam op 17 september interne afspraken over inzet van WUR in relatie tot ‘toedeling’ uren aan in te zetten medewerkers. Wat is nodig? Wie doet het? Het gaat om afstemming tussen ‘onderzoeksambitie’ en ‘beschikbaarheid aan uren’. Binnen projectleiding discussie over ‘budgetteren met globale opdracht’ en ‘specifiek benoemen wat van in te zetten uren verwacht wordt’. Projectvoorstellen van 2008 bieden met name voor laatste benadering in augustus onvoldoende houvast. o Verschillen in begrotingsruimte tussen Noordoost en Zuidoost. Met name vraag hoe om te gaan met de beschikbare uren voor de WUR. Hoe uren van Zuidoost naar Noordoost effectief in te zetten met vertrekpunt beschikte uren per project ook in respectievelijk Zuidoost en Noordoost besteden. Overleg op 28-8 met Arja Doornbos (Projecten LTO-noord) over aanpak project in samenhang met komen tot overeenkomst. Aandachtspunt onduidelijkheid over wat van de inzet van WUR te verwachten is en de onzekerheid met betrekking tot financiering (tekort op budget gebiedscoordinatie). Voorbereiden logo / uitstraling. Website 2de helft september beschikbaar. Opstellen versie Werkplan 17 september 2009. Nodig als bijlage bij de Raamovereenkomsten met ARVALIS, ZLTO en Projecten LTO-noord. Aandachtspunten zijn de budgettering voor de gehele projectperiode voor gebiedscoördinatie en voor de inzet van de WUR-capaciteit. Definitief vaststellen van de bedrijfsadviseurs die in de verschillende gebieden worden ingezet. Gebiedsteam Noordoost op 3 sept Artikel in Oogst over het project begin september. ProjectKernTeam op 17 september 2009 met als belangrijkste agendapunten: o Organisatie van verkrijgen informatie voor M&E gebiedsprocessen (onder meer logboek gebiedscoördinatoren, vragen bij intakegesprek met agrariërs). o Hoe interne en externe communicatie te organiseren? Wat is de beoogde uitstraling? Centraal uitgangspunt wordt: ‘communiceren’ als er concreet iets is. Gelijke uitstraling landelijk en in gebieden. Projectlogo gebruiken. Formats voor brieven en dergelijke. o Bespreken Werkplan 17 september 2009. Akkoord met opzet. Aandachtspunten: financiering gebiedscoördinatie Noordoost, inzet WUR (beeld bij gebiedscoördinatoren te diffuus). Commitment uitgesproken. 8 oktober startbijeenkomst doorzetten. Overleg WUR-projectleiding op 23/9 over organiseren inzet WUR. Geen overstemming tussen beide projectleiders. Afspraak dat overleg wordt geregeld met management om patstelling te bespreken. Daarbij geen bemoeienis interim projectmanager. Afspraak om te komen tot gelijke begrotingsstructuur voor beide projecten en een toedeling te maken overeenkomstig oorspronkelijke begroting in projectvoorstel 2008. Overleg 30 september van projectmanager met DLV Plant om te komen tot contractvorming. Aandachtspunten: o nog onduidelijk hoeveel agrariërs gaan deelnemen (dus flexibel contract nodig) o wat is verdeling tussen melkveehouderij en akker- en tuinbouw o het gemiddelde budget voor opstellen voor werving/intake, voor bedrijfsplan opstellen en begeleiding van agrariërs is beperkt (Noordoost € 2.500,-, Zuidoost € 3.750,- ) o voor 1 februari 2010 liefst opstellen bedrijfsplan. Daarna start teeltseizoen (bemesting). o onduidelijk in welke vorm de begeleiding vanaf februari 2010 gaat plaatsvinden o in hoeverre wil je budget reserveren voor nieuwe werving van agrariërs voor 2011? In zelfde overleg afstemming met Projectleider Harm Brinks van DLV Plant over uitvoering van Deelproject Maiscasus. Voortgang doorgenomen en gesproken over formaliseren van de mondelinge afspraken. In overleg met WUR algemeen projectleider besluit tot raamovereenkomst met DLV’s en opdracht tot 1 februari 2010 voor intakegesprek en opstellen bedrijfsplan. Vaste prijs van € 2000,- per gebied voor deelname aan gebiedsteam / overleg. Na raadpleging met gebiedscoördinatoren besloten om in alle gebieden te streven naar verhouding 10 deelnemende melkveehouderijbedrijven en 10 akker- en tuinbouwbedrijven. De verdeling over partijen is als volgt: o DLV Plant: 50 bedrijven akker- en tuinbouw in Zuidoost en 20 in Noordoost o DLV Rundvee Advies: 26 melkveebedrijven in Brabant en 14 in Noordoost (inmiddels afspraak om 20 te doen) o ARVALIS: 20 melkveebedrijven in Limburg o Jan van den Middelaar: 4 melkveebedrijven in Peelrijt o Boerenverstand: 6 melkveebedrijven in Zeegser Loopje (inmiddels januari 2010 naar DLV Rundvee Advies) Contractvorming met DLV Plant voor Zuidoost en Noordoost. Opstarten contacten met waterschappen om de afspraken over inzet uren en financiële bijdrage te bevestigen. 8 oktober Startbijeenkomst op de Eemlandhoeve in Bunschoten. Ruim 40 ‘uitvoerenden’ aanwezig: bedrijfsadviseurs, waterschappers, gebiedscoördinatoren, leden begeleidingscommissies, medewerkers WUR, projectleiding. Begroting Noordoost 2008 respectievelijk Zuidoost 2008 omgezet naar ‘beschikte tarieven’ (lager dan aangevraagd) en budget toegedeeld naar ‘uitvoerende partijen’. Projectleiders hebben twee maal overlegd om deze informatie om te zetten naar een gelijke begrotingsstructuur voor beide projecten. 12 oktober overleg in Den Haag door Projectleiding bij SenterNovem. Afspraken over gelijkschakeling van halfjaarlijkse voortgangsrapportage, over tussentijdse informatievoorziening, over wijze van indiening voorschotaanvragen en ‘regels’ bij wijzigingen in het project (toezending Werkplan en begroting). 2de / 3de week oktober stelt Frans Aarts Het KRW Onderzoeksprotocol op. Dit projectplan vormt de kapstok om inzet van de WUR te regelen. De Werkgroepen Gebied en Waterkwaliteit (trekker Alterra), Melkveehouderij (trekker ASG) en Akker- en Tuinbouw (trekker PPO) worden ingesteld met de taak het gebiedsteam bij te staan en te bewaken dat de vragen, die in het onderzoeksprotocol zijn benoemd, tijdens het project worden beantwoord.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
14
www.landbouwcentraal.wur.nl
November 2009
December 2009
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland
2de helft oktober samenstelling projectfolder. In te zetten bij werving in de gebieden. Ook algemene informatievoorziening. Aandachtspunt: algemeen versus meer gericht op agrariër. 16 oktober overleg projectleiding met coördinatie / waterschap in Limburg. Hoe verloopt organisatie? Wat is van belang? Hoe gebiedsanalyse te doen? Eind oktober contracten met ARVALIS voor bedrijfsbegeleiding melkveehouderij Limburg en met DLV Rundvee Advies voor Noordoost en Zuidoost. Begin november wordt de kostenbegroting voor Noordoost en Zuidoost definitief vastgelegd binnen de projectleiding (met name inzet WUR). 1ste helft november regelen contracten met Boerenverstand en Jan van Middelaar. Contact projectleiding met Guus van Laarhoven over aanpak in Brabant op 12 november. Wat is er per gebied aan de hand? Wat is stand van de werving? Er blijkt onduidelijkheid over wat zelfstandig te doen en wat rol van projectleiding en inzet WUR is. De onderlinge verwachtingen zijn benoemd. Met de waterschappen is intensiever contact gezocht en zijn de gebiedsbegrenzingen afgestemd. 16 november Conceptopdracht naar Alterra om trekkerschap Werkgroep Gebied en Waterkwaliteit te regelen. Vanuit het onderzoeksprotocol is de te verwachten prestatie zo specifiek mogelijk benoemd. Opdracht houdt in dat een maximum van € 60.000,- beschikbaar is voor inzet van uren van Alterra voor de jaren 2009 – 2011. Dit budget was beperkter dan de eerder ontstane verwachting. 17 november afstemming over inzet van Projectsecretariaat. Spin in web functie vraagt nodige tijd. Sprake van overbelasting. 18 november overleg bedrijfsadviseurs Noord Brabant. Aanpak werving, welke informatie te geven, wat is het beeld. 20 november Conceptopdracht naar Idse Hoving (ASG) als trekker Werkgroep Melkveehouderij en gelijke opdracht naar Romke Wustman van Werkgroep Akker- en tuinbouw. Het onderzoeksprotocol is vertaald naar opdrachten. Beiden hebben een maximaal budget toegekend gekregen van € 90.000,- voor periode 2009 – 2011. 23 november gesprekken met Hoving en Wustman om toe te lichten en te komen tot eindversie voor opdrachten. 2de helft november is gewerkt aan voorbereiding document met interne afspraken WUR tussen PPO en PRI over taken en verantwoordelijkheden. Algemene projectleider neemt ook voor Noordoost verantwoordelijkheid met partijen tot financieel organisatorische afspraken te komen. Eindverantwoordelijkheid wordt in uitvoering bij 1 persoon gelegd. 24 november: gesprek interim manager met Arja Doornbos, gebiedscoördinatie Noordoost. Onderwerp ‘onvrede over rol en inzet Wageningen UR’. Verslag aan projectleiding. Nieuwsbrief van projectleiding naar alle ‘uitvoerenden’ binnen het project Laatste week november: contract met DLV Plant over deelproject Maiscasus en opdrachtomschrijving voor Jorieke Potters, trekker Werkgroep Monitoring & Evaluatie Gebiedsprocessen (intern PPO). 2 december gebiedsteam Limburg. Uitleg namens projectleiding over inzet WUR. Doorspreken van werving en aanpak met bedrijfsadviseurs. Eerste analyse waterkwaliteit in relatie tot gebied door waterschap. 2 december: telefonische afstemming van projectleiding met Eddy Teenstra over inzet Communication Services: op afroep. Actoromgeving is bekend. Steeds inspelen op situatie. Projectleiding stuurt pro-actief tot uitstraling. 10 december ProjectKernTeam met agendapunten: o De organisatiestructuur binnen project / inzet WUR na besprekingen in periode oktober / november 2009. Aandacht voor belangrijkste wijzigingen in taken en verantwoordelijkheden. o De voortgang in de gebieden (korte verslagen vooraf waren beschikbaar). Dit ondersteunde een inhoudelijke discussie over wat er per gebied speelt en waar in project op te richten. o Het registreren van informatie voor M&E gebiedsproces. Dit vraagt nog de nodige aandacht. o Afspraak voor workshop/ProjectKernTeam op 8 april. Doel uitwisseling van ervaringen bij gebiedsanalyse en gebiedsplan. Eerste proeve van inzet ‘learning history’ instrument voor M&E. Afronding Werkplan December 2009 Landbouw Centraal. 22 december overleg Projectleiding met management PRI en PPO. Bevestigen afspraken en inzet projectleiding. Per mail in januari 2010 bevestigd. Nieuwe medewerker bij PPO, John Verhoeven, gaat vanaf 1 mei 2010 de algemene projectleiding overnemen. Hij start 18 januari 2010 met inwerken. Bert Pijpers (Duo Advies) wordt gevraagd tot 1 maart 2010 het projectmanagement te blijven verzorgen en John in te werken. Voorbereidende werkzaamheden voor (financiële) voortgangsrapportage. Inzichtelijk is gemaakt wat de contractuele verplichtingen in financiële zin aan claim doen op de begroting. Ook wat inmiddels is gefactureerd c.q. aan uren is gedeclareerd. Ook is inzichtelijk gemaakt welke partij welke deel van de begroting (mede) financiert.
KRW gebiedspilots Noordoost en Zuidoost Nederland in Landbouw Centraal worden gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Provincies Groningen, Drenthe, Noord Brabant en Limburg, Waterschappen Hunze en Aa’s, Aa en Maas, de Dommel, en Peel en Maasvallei, LTO Noord, ZLTO en LLTB. Uitvoering is in handen van Wageningen UR in samenwerking met de participanten.
15