Praktijkdag BewonersBedrijven Sociaal ondernemen in dienst van de wijk
5 november 2013
Ondernemerschap in een tijd van verandering
2
Ook bewoners zien waarde van ondernemerschap in - Stefan Panhuijsen
3
1. Verdienmodellen: het in de markt zetten van een BewonersBedrijf
5
Wat ben je in essentie aan het doen? – Pleuni Koopman
2. Veranderende relaties: samenwerken binnen en buiten het BewonersBedrijf
Veranderende relaties: samenwerken binnen en buiten het BewonersBedrijf – Dave de Bakker Veranderende relaties: samenwerken binnen en buiten het BewonersBedrijf – Caroline de Vlaam
3. Anders kijken naar de wijk: de markt van het BewonersBedrijf
Anders kijken naar de wijk: de markt van het BewonersBedrijf – Aukje IJpma Anders kijken naar de wijk – Germaine Sanders
4. Hoe maken we de maatschappelijke baten van een BewonersBedrijf meetbaar?
Het meten van de maatschappelijke baten van een BewonersBedrijf – Dave de Bakker Onderscheidt je van de wollige epistels – Pleuni Koopman
5. De relatie tussen burgers en overheid: een dialoog over sociaal ondernemerschap
De relatie tussen burgers en overheid: een dialoog over sociaal ondernemerschap – Caroline de Vlaam ‘Niet mee bemoeien en de ruimte geven’ – Agnes Verweij
6. Een eigen plek: BewonersBedrijven en het beheer van vastgoed Colofon
Een eigen plek: BewonersBedrijven en het beheer van vastgoed – Aukje IJpma Lessen uit de praktijk – Germaine Sanders
5 7
7 9 11 12 13
Ondernemerschap in een tijd van verandering Op 5 november 2013 organiseerde het experiment BewonersBedrijven van het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA) de praktijkdag BewonersBedrijven: Sociaal Ondernemerschap in Dienst van de Wijk. Het centrale thema van deze bijeenkomst luidde: ‘Ondernemerschap in een Tijd van Verandering.’ Na bijna twee jaar van experimenteren deelden we voor het eerst de behaalde successen en de nog te overwinnen obstakels in het project met een grote groep betrokkenen. Actieve bewoners en op andere wijze bij het experiment betrokken beroepskrachten ontmoetten elkaar en deelden hun kennis tijdens interactieve workshops, geleid door vertegenwoordigers van de BewonersBedrijven en frisdenkers die vanuit verschillende invalshoeken hun expertise inbrachten. De onderwerpen sloten aan op actuele vraagstukken waar de aan het experiment deelnemende BewonersBedrijven mee te maken hebben.
16
16 17
Ook nodigden we zes op afstand betrokken mensen uit om deel te nemen aan de workshops en hun ervaringen te delen in een essay. Het resultaat daarvan, twaalf persoonlijke weergaves van hun ervaringen tijdens de dag, zijn in deze bundel samengebracht. Als inleiding hierop schreef één van de bezoekers van de praktijkdag een blog.
19
20 21
Met de praktijkdag en deze essays hopen we een eerste aanzet te geven voor kennisdeling tussen BewonersBedrijven onderling en tussen deze bedrijven en andere belanghebbenden. In 2014 zal hierop zeker een vervolg komen.
24 25 26 28
Opmerkingen of vragen naar aanleiding van deze publicatie, de praktijkdag of het experiment zijn welkom op
[email protected] of via Twitter: @lsabewoners.
2
Ook bewoners zien waarde van ondernemerschap in Social enterprises zijn er in verschillende soorten en maten; van restaurants tot ICT-dienstverleners. Hier lijkt een nieuwe vorm bij te komen: het BewonersBedrijf. Een BewonersBedrijf, een begrip bedacht door het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA), is een bedrijf opgezet voor en door buurtbewoners. Het LSA definieert BewonersBedrijven als volgt: “BewonersBedrijven zijn organisaties van particuliere bewoners die in een bepaald gebied actief zijn en diensten en projecten ontwikkelen en uitvoeren, met als doel de inwoners van die gebieden vooruit te helpen op economisch en sociaal gebied. Belangrijk hierbij is dat BewonersBedrijven zijn ontstaan op initiatief van bewoners.” Inspiratiebron voor de BewonersBedrijven zijn de development trusts uit het Verenigd Koninkrijk waar al meer dan 500 van dit soort organisaties actief zijn. Het LSA is in 2012 gestart met het stimuleren van de ontwikkeling van BewonersBedrijven door startkapitaal - in totaal 1,7 miljoen euro, mogelijk gemaakt door De Nationale Postcodeloterij en het Fonds Werken aan Wonen beschikbaar te stellen. Startende BewonersBedrijven kunnen dit geld bijvoorbeeld inzetten om een zakelijk leider aan te stellen. De ervaring uit het Verenigd Koninkrijk leert dat dit soort zakelijke expertise cruciaal is voor het slagen van een BewonersBedrijf. Op 5 november vond in Arnhem de ‘Praktijkdag BewonersBedrijven’ plaats. Deze dag, georganiseerd door het LSA, stond geheel in het teken van BewonersBedrijven. Zeggenschap Zeggenschap, daar draait het allemaal om, zo bleek tijdens de praktijkdag. De belangrijkste motivatie voor bewoners om een bedrijf in hun eigen wijk te
3
beginnen is niet geld verdienen, maar om daadwerkelijk zeggenschap te hebben over wat er in een buurt gebeurt. “Wat weet zo’n ambtenaar van wat er echt speelt in mijn buurt”, klonk het veelvuldig. Door BewonersBedrijven op te richten kunnen bewoners zelf bepalen wat er in een wijk gebeurt. Bruishuis
Stefan Panhuijsen Stefan Panhuijsen studeerde Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam en Geschiedenis aan de Università di Bologna. Daarna werkte hij bij De Publieke Zaak aan diverse projecten, waaronder De Nationale Dialoog, 21 Dagen Debat en The Fact Club. Momenteel werkt Stefan bij Social Enterprise NL als onderzoeksmedewerker.
In de Arnhemse wijk ‘Malburgen’ is dit jaar het BewonersBedrijf Malburgen opgericht. Dit bedrijf heeft de zeggenschap over een complete voormalige seniorenflat gekregen en dit @spanhuijsen omgedoopt tot het ‘Bruishuis’. Het BewonersBedrijf is zelf verantwoordelijk voor de invulling van het pand. Zo worden er kamers aan studenten verhuurd die door het doen van vrijwilligerswerk een korting op de huurprijs krijgen. Ook wordt er een buurtrestaurant opgestart, maar er worden ook bedrijfsruimtes aan commerciële bedrijven verhuurd. Het Bruishuis levert dus op meerdere manieren een positieve bijdrage aan Malburgen: er is dankzij de activiteiten in het Bruishuis weer leven in de wijk, bewoners doen vrijwilligerswerk en de inkomsten uit de huur worden geïnvesteerd in de buurt. BewonersBedrijven en Social Enterprise NL Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat BewonersBedrijven veel potentie hebben. Ondernemerschap kan leiden tot een mooiere en initiatiefrijkere buurt en de lokale economie een impuls geven. Zoals bij alle nieuwe ontwikkelingen zijn er nog veel vragen te beantwoorden: Wat wordt het verdienmodel? Waar halen BewonersBedrijven startkapitaal vandaan? Wat is de relatie met de gemeente? Interessante vragen die wij met veel belangstelling zullen volgen. We hopen dan ook binnenkort een BewonersBedrijf als lid van Social Enterprise NL te mogen verwelkomen.
4
Wat ben je in essentie aan het doen?
1. Verdienmodellen: het in de markt zetten van een BewonersBedrijf In
deze
workshop
verkennen
we
de
mogelijkheden
om
een
BewonersBedrijf te financieren. Een goed verdienmodel opstellen begint bij de vraag wie de afnemers van een dienst of product zijn. Waar hebben zij behoefte aan en welke prijs zijn zij bereid om daarvoor te betalen? Maar ook: welke prijs is concurrerend en waarom moet je, al
“Wij van het BOSS park zijn nog niet zo ver met ons verdienmodel en Jos is met zijn bedrijf Eisvrij juist heel ver. Hij brengt zijn verdienmodel ook in de praktijk. Vandaar dat wij nu samen deze workshop mogen leiden,” trapt Astrid Verblakt van het BOSS park in Sittard de workshop af. Dan zet ze een film op ter introductie van het bijzondere BOSS park. De aanwezigen zijn onder de indruk. Van een braakliggend terrein is een prachtig sportveld gemaakt waar veel verschillende sporten mogelijk zijn. Van crossen tot jeu de boules en van atletiek tot basketbal.
werk je met vrijwilligers, niet ‘te laag insteken’?
Frustratie en droom
Met medewerking van:
Na dit filmpje neemt Jos Verveen het woord. Hij vertelt dat bij ondernemen en zeker bij sociaal ondernemen alles altijd draait om de vraag: “wat ben jij in essentie aan het doen?” Vaak kun je die vraag beantwoorden door te denken wat je frustratie is en/of wat je droom is. Als je die vraag goed kunt beantwoorden, volgen de drie volgende stappen:
Frisdenker: Jos Verveen (The BS Network) Jos Verveen is eigenaar van The BS Network. Hij richt zich met dit bedrijf op het in de markt zetten van organisaties, diensten en maatschappelijke thema's. Daarnaast is hij medeoprichter van stadslog.nl en oprichter van de alternatieve buitenschoolse opvang Eisvrij. Verder is Jos auteur van het boek Bullshit Management, een boek dat oproept om te stoppen met management en het heft in eigen hand te nemen. Kantelaar Astrid Verblakt (Het BOSS Park, Sittard) Astrid Verblakt is een actieve wijkbewoonster en ‘kartrekker’ in de Sittardse wijk Vrangendael waar een braakliggend grasveld veranderde in een centrum voor sport en beweging met landelijke allure. Volgend jaar zal alles rond het park, van exploitatie tot onderhoud, beheer en toezicht, door de buurt zelf worden gedaan. Astrid is naast haar werk voor het Wijkplatform Vrangendael ook werkzaam als adviseur/projectleider sociale domein bij de Gemeente Voerendaal.
Omschrijf alle belanghebbenden: wie heeft er belang bij? Zet je eerste antwoord om in een product of een dienst Bepaal je prijs
Jos legt uit waar zijn eigen bedrijf om draait: “Ik haal kinderen op uit school met een Landrover om ze nieuwe ervaringen op te laten doen. We gaan dan bijvoorbeeld fikkie stoken in het bos, of krijgen een rondleiding en helpen met vakkenvullen in een bouwwinkel. De kinderen gaan dat doen in plaats van naar de opvang te gaan waar ze na een lange dag school opnieuw met regels te maken hebben. Mijn droom was om die stadskinderen nieuwe ervaringen op te laten doen en daarmee nieuwe hersenverbindingen te laten leggen. Mijn frustratie was dat er zoveel kinderen lange dagen maken in instellingen waar ze niet lekker kunnen ravotten en waar ze te weinig nieuwe ervaringen opdoen.
5
Zeker voor jongetjes kan dat zeer frustrerend zijn en nadelig uitpakken.” Jos vertelt ons duidelijk hoe hij iedereen meekreeg met zijn verhaal. Hij geloofde er zelf in en hij vond een heleboel medestanders. Zo heeft hij een samenwerking met vele bedrijven die welwillend tegenover het initiatief staan. Van de directeur van Gamma tot de plaatselijke garage: veel mensen wilden meewerken. Goodwill van belanghebbenden
Pleuni Koopman Pleuni Koopman verzorgt de volledige communicatie voor het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA). Ze maakt onder meer het kwartaalblad LSA Bewoners-berichten, het vakblad voor actieve bewoners. Pleuni Koopman is vanaf het begin betrokken bij het experiment BewonersBedrijven.
Na het verhaal van Jos neemt Astrid het @lsabewoners over. We gaan terug naar het BOSS park. Hoe kunnen zij, een mooi sportveldjescomplex in zelfbeheer midden in een aandachtswijk, tot een verdienmodel komen? Alle aanwezigen denken hardop mee en al snel blijkt dat er heel veel mogelijk is voor dit BewonersBedrijf in oprichting. Er zijn zoveel belanghebbenden: van zorgverzekeraars tot ouders, kinderen, scholen, gemeente, woningcorporaties, buitenschoolse opvangcentra et cetera. Daar zou je geld mee kunnen verdienen! Bij sommige door sponsoring (met reclameborden), sommige door subsidiering, sommige door verhuur en sommige door activiteiten te organiseren als feestjes en triatlons. Dus hoewel het niet makkelijk is om te verdienen aan een sportveldje, is er wel veel mogelijk. Vooral als je goed je basisvraag kunt beantwoorden - wat ben je in essentie aan het doen? - en daar veel goodwill mee krijgt. Verschillende deelnemers aan de workshop hebben ook concrete verdienmodellen nodig voor hun BewonersBedrijf in spé. Wanneer zij moeten uitleggen wat hun plannen zijn blijkt heel duidelijk dat het helder beantwoorden van die eerste vraag - wat ben je in essentie aan het doen - helemaal nog niet zo makkelijk is. Al is het wellicht voor jezelf helder, je moet anderen met je verhaal in het hart raken. Want pas dan vind je een grote groep belanghebbenden.
6
Veranderende relaties: samenwerken binnen en buiten het BewonersBedrijf
2. Veranderende relaties: samenwerken binnen en buiten het BewonersBedrijf Als de stap naar het oprichten van een BewonersBedrijf wordt gemaakt, veranderen daarmee de rollen van de betrokkenen. De gemeente verandert bijvoorbeeld van subsidiegever in opdrachtgever. Het bestuur wordt daarmee opdrachtnemer. Dat bestuur moet op zijn beurt intern samenwerken
met
de
zakelijk
leider.
En
heeft
waarschijnlijk
ondersteuning en kennis nodig waarvoor actief een ander netwerk opgebouwd moet worden, binnen én buiten de wijk. Hoe ga je om met deze veranderende relaties?
Met medewerking van: Frisdenkers: Paul Guds (Bureau Paul Guds) en Ilhan Tuna (ILOCOM BV) Paul Guds en Ilhan Tuna houden zich bezig met het adviseren en verbinden van overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties op het gebied van buurtondernemingen en hebben nauw contact met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Kantelaars: Arie Visser en Chris Troost (Heechterp Schieringen, Leeuwarden) Arie Visser en Chris Troost werken voor het BewonersBedrijf Heechterp Schieringen; het eerste BewonersBedrijf dat actief is. Het heeft zich ten doel gesteld om de wijk om te vormen naar een moderne volkswijk, waarin de leefbaarheid permanent verbeterd wordt. Het richt zich op schoonmaak van de wijk, catering, inzameling en recycling van grof afval, groenonderhoud en wijktuinen, buurtpreventie en een wijkuitzendbureau.
Wanneer een BewonersBedrijf tot stand is gekomen veranderen de relaties van de bewoners binnen het bedrijf ten opzichte van zowel bewoners buiten het bedrijf, als ten opzichte van gemeenten en andere instanties. Ook veranderen de relaties van bewoners die binnen het bedrijf actief zijn ten opzichte van elkaar. De veranderende relaties zijn erg afhankelijk van de beweegredenen om een BewonersBedrijf op te zetten en vanuit welke situatie bewoners een BewonersBedrijf overwegen op te zetten. Zo’n bedrijf ontstaat doorgaans naar aanleiding van ergernissen van bewoners over het niet voldoen van publieke voorzieningen zoals afvalverwerking en groenvoorziening. Een groep van actieve bewoners vormt zich en organiseert zichzelf om oplossingen voor deze ergernissen te formuleren en uit te voeren. Vaak speelt de behoefte aan meer zeggenschap in de eigen omgeving mee om een BewonersBedrijf op te zetten. Voorbeelden van zulke beweegredenen zijn het opzetten van een BewonersBedrijf om een stuk vastgoed te exploiteren, zoals een buurthuis wat op de nominatie staat om gesloopt te worden. In dit geval is er vaak een plan maar moet er draagvlak gecreëerd worden in de buurt om meer vrijwilligers aan te trekken die zich willen inzetten. Een andere mogelijkheid is dat een bestaande groep bewoners al jaren vrijwillig bezig is en die samen wat inkomen willen verwerven, door bijvoorbeeld verkoop van goederen of het aanbieden van diensten en zo onafhankelijk willen worden van subsidies. In dit geval is er sprake van een sterke groepsbinding en is er vooral de vraag naar zakelijk inzicht. Dit inzicht is van belang in het zoeken van een juiste rechtsvorm en het ontwikkelen van de bedrijfsvoering. Kortom, de beginsituatie bepaalt welke vragen naar kennis en kunde er liggen.
7
Heechterp Schieringen BewonersBedrijf Heechterp Schieringen, het eerste actieve BewonersBedrijf, is een goed voorbeeld waarin de vraag naar zakelijk inzicht is beantwoord. In dit geval is er een zakelijk leider aangetrokken die verantwoordelijk is voor het opzetten van een ondernemingsplan, verdienmodel en de bedrijfsvoering. Dit BewonersBedrijf is in deze zin in een vergevorderd stadium; er is een structuur gebouwd waarin diensten, zoals catering, preventie, onderhoud en schoonmaak zijn ingedeeld. Daarnaast worden er sociale projecten ontwikkelt.
Dave de Bakker Dave de Bakker studeerde gezondheidszorgpsychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Daar werkt hij nog steeds: als studiebegeleider voor studenten met ADHD en ASS. Hij is daar tevens P&O assistent. Verder is Dave de Bakker betrokken bij twee sociale ondernemingen die de arbeidskansen voor pas afgestudeerden vergroten: Enactus UvA en starters4communities.
Binnen deze structuur voert de zakelijk leider de bedrijfsvoering in opdracht van het bestuur, dat bestaat uit bewoners. De zakelijk leider stuurt op zijn beurt teamleiders aan die verantwoordelijk zijn voor de projecten. De zakelijk leider is ingehuurd en is niet verantwoordelijk voor beslissingen. Hij is adviseur voor het bestuur en voert hun beslissingen uit. De zakelijk leider wil zijn vaardigheden overdragen aan het bestuur. Wanneer zij deze vaardigheden heeft eigen gemaakt zal de bedrijfsorganisatie veranderen. Dan zal een bewonersraad het bestuur adviseren en instrueren, waarop het bestuur de teamleiders aanstuurt die verantwoordelijk zijn voor de aangeboden diensten en projecten. De interne organisatie is zodanig vormgegeven dat vrijwilligers die zich melden bij het BewonersBedrijf in overleg met de teamleiders aan de slag gaan. Vrijwilligers tekenen een contract waarin voorwaarden voor de inzet zijn vastgelegd. Zoals bijvoorbeeld dat het contract verbroken wordt bij het voor de derde keer niet op komen dagen wanneer iemand is ingepland. Ook dienen vrijwilligers een werkbriefje in te leveren voordat ze uitbetaald krijgen. Ze zijn daarnaast vrijgesteld van sollicitatieplicht als ze gebruikmaken van sociale voorzieningen. Deze
vrijstelling is geregeld via de vereniging Bewonerscertificaat in samenwerking met de afdeling sociale zaken van de gemeente. Verdringing Deze regelingen roepen vragen op met betrekking tot de arbeidsmarkt en verdringing. BewonersBedrijven zouden private ondernemingen kunnen gaan verdringen, maar de situatie van mensen in achterstandswijken die niet uit sociale voorzieningen komen is zeer dringend. Deze mensen krijgen weer kans om aan het werk te komen wat op den duur zeer gezond is voor een buurt. Echter wordt aangeraden hierover in gesprek te blijven met alle belanghebbenden en niet ‘de kont tegen de krib te gooien’. Een BewonersBedrijf moet initiatief houden tot dialoog met partners, want alle partners hebben uiteindelijk belang bij de positie van de bewoners. Dit initiatief tot dialoog is erg belangrijk in de samenwerking met de overheid. Rechtsvorm Om als BewonersBedrijf publieke voorzieningen te kunnen uitvoeren is het essentieel om een adequate rechtsvorm te vinden. Een perfecte rechtsvorm bestaat op dit moment niet in Nederland (in het Verenigd Koninkrijk bestaat deze sinds kort wel, ter vergelijking). Een veel gehoorde klacht is dat wanneer actieve bewoners zich in een BewonersBedrijf hebben georganiseerd ze als commerciële partij worden gezien door de overheid en dus concurreren met andere commerciële partijen die niet gebonden zijn aan de lokale behoeften. Wanneer we BewonersBedrijven zien als een sociale innovatie is de worsteling met rechtsvormen vanzelfsprekend, echter worden ze op dit moment gedwongen om zich te voegen naar bestaande structuren (stichting, ANBI). Alle ontwikkelingen en mogelijkheden zijn voorbeelden hoe een BewonersBedrijf zich verhoudt tot bewoners en overheidsinstanties. Het BewonersBedrijf is als vorm volop in ontwikkeling en zodoende blijft de vraag naar de beste samenwerkingsvormen bestaan totdat het concept is uitgekristalliseerd. Het advies van Chris Troost, zakelijk leider van BewonersBedrijf Heechterp Schieringen, is dan
8
ook dat het BewonersBedrijf zich organisch moet ontwikkelen en het initiatief tot dialoog met alle stakeholders moet blijven nemen.
Veranderende relaties: samenwerken binnen en buiten het BewonersBedrijf In combinatie met workshop 5, over de relaties met de buitenwereld, gaf deze workshop met een iets meer naar binnen gekeerde blik een goed beeld van wat er speelt in de startfase van een BewonersBedrijf en van hoeveel markten je thuis moet zijn. De zakelijk leider moet wel een schaap met vijf poten zijn. Zakelijk leider Chris Troost, van BewonersBedrijf Heechterp Schieringen, loodste de grote groep aanwezigen langs twee organisatieschema's; het bestaande en het komende. De belangrijkste ontwikkeling hierin is dat de relatief compacte sturing door bestuur en zakelijk leider naar een wat bredere aansturing door een bewonersraad met een raad van advies en een dagelijks bestuur gaat. Heechterp Schieringen streeft namelijk naar een parapluconstructie, waarbij kleinere bedrijven of stichtingen initiatieven kunnen ontwikkelen met ondersteuning van het BewonersBedrijf. Deze initiatieven kunnen dan vertegenwoordigd worden in de bewonersraad. Impact op leefbaarheid Een BewonersBedrijf ontstaat vaak uit een lokale ergernis of wens. Bewoners gaan samen aan de slag en vragen zich na verloop van tijd soms af: “Kunnen we dit ook bedrijfsmatig doen?” De kiem van een bedrijf is gelegd. Zo'n bedrijf komt dus voort uit de wens maatschappelijke impact te creëren op de leefbaarheid van een wijk, met resultaten door doen, en pas daarna om zelfstandig te kunnen bestaan en zelfs winst te maken. Die doelstelling betekent ook dat er geen concurrentie gezocht wordt op projecten buiten de wijk, maar wel op (grote) contracten van derden in de wijk, bijvoorbeeld in projectschoonmaak. Het BewonersBedrijf is nadrukkelijk geen werkgelegenheidsproject en geen sociale werkplaats maar wil wel sociale projecten realiseren en participatie faciliteren tegen vrijwilligersvergoeding. Daarmee is het interessant voor andere partijen.
9
Verdienmodel Het woord verdienmodel is regelmatig gevallen op deze dag. Uit de reacties en uit andere praktijken is hoorbaar dat het BewonersBedrijf zoals ook andere initiatieven een nieuwe speler op het veld is. De initiatieven worden vaak positief ontvangen, maar als men gaat praten over realisatie en aangaan van werkrelaties en opdrachten dan is het ineens ‘gedoe’ voor de gesprekspartner. Die houdt graag vast aan het bestaande systeemdenken en de eigen positie daarin.
Caroline de Vlaam Caroline de Vlaam studeerde Landschapsarchitectuur aan het Van Hall instituut. Daarna werkte ze bij de gemeentes Amsterdam, Eindhoven en Rotterdam als ‘landschapsdesigner’. Momenteel werkt Caroline in Rotterdam voor Creatief Beheer aan de inrichting en het beheer met omwonenden van tijdelijke braak-bouwlocaties.
De droom levend houden Hulp is welkom: vooral op het gebied van actief kijken en handelen. Kantelen is bij uitstek lokaal geïnspireerd. Dit is bijvoorbeeld ook zichtbaar bij de stadslandbouw beweging en initiatieven in de thuiszorg. De zakelijk leider is de spin in het relatieweb en heeft kwaliteiten en mandaat om te handelen. Om de ziel, de droom levend te houden is voeding en ondersteuning vanuit het bestuur, de bewonersraad en alle deelnemende bewoners van levensbelang voor de onderneming.
Door het centraal stellen van het @A_Ondertussen maatschappelijke effect van de activiteiten van het BewonersBedrijf gaat het meer om een passende inkomstenstructuur dan een gangbaar verdienmodel. Die structuur moet namelijk in principe flexibel zijn en aan te passen naar wat er nodig is. Een strak verdienmodel conflicteert met het ontwikkelen van eigen talenten en het ritme van de wijk. Kansen en valkuilen Elke wijk heeft inkomensstromen, zinvol is om die in beeld te krijgen. Dit helpt belangrijke thema's zichtbaar te maken waar het BewonersBedrijf bij uitstek actief op zou kunnen zijn. Onder andere Platform 31 en Vakmanstad zijn hiermee bezig. Bij het (startende) BewonersBedrijf is het essentieel ruimte te nemen en te krijgen om het anders te doen met misschien andere, maar zeker niet mindere resultaten. Het proces en de zoektocht naar wat en hoe zijn interessant en spannend. Een actieve blik op de eigen omgeving en het oppakken van ideeën uit verrassende hoeken zijn noodzakelijk voor kantelaars en lokale ondernemers. Valkuilen zijn eenheidsdenken (te weinig kritisch) en neigen naar wat bekend is (zoals het denken in verdienmodellen).
10
3. Anders kijken naar de wijk: de markt van het BewonersBedrijf Wat is de markt van een BewonersBedrijf? Het antwoord lijkt simpel: de buurt of de wijk. Maar elke bewoner ervaart de grenzen hiervan anders. En misschien bied je diensten of producten aan die bewoners uit andere wijken aantrekken. Dat betekent dat ook een aanbieder uit een andere wijk kan concurreren met het BewonersBedrijf. Welke consequenties heeft de aanwezigheid van andere aanbieders voor jouw initiatief?
Met medewerking van: Frisdenker: Tom van Doveren Tom van Doveren is Initiator en projectleider van verschillende vernieuwende projecten, zoals PALAB: Wetenschap & Techniek voor kinderen uit Prins Alexander in Rotterdam. Daarnaast is hij als zelfstandige onderzoeker, ontwikkelaar en procesanalist. Hij richt zich daarbij niet op het opleveren van een rapport, maar op een onderbouwde bijdrage aan de verbetering of verwezenlijking van een (nieuw) product of dienst. Kantelaar: Frank Eekelder (Berflo Es, Hengelo) Frank Eekelder is zakelijk leider van het BewonersBedrijf Berflo Es. De wijk Berflo Es in Hengelo heeft een flinke bouwkundige vernieuwing ondergaan. Nu is het tijd om het sociale en het fysieke met elkaar te verbinden. Het BewonersBedrijf Berflo Es ontwikkelt buurtbeheer waarop bewoners een beroep kunnen doen voor allerlei klussen in en om het huis of bedrijf, een boodschappendienst en koerierswerkzaamheden. De Berflobalie is een rijdende bus die is ingericht als ontmoetingsruimte met allerlei voorzieningen.
11
Anders kijken naar de wijk: De markt van het BewonersBedrijf Wat is de markt van een BewonersBedrijf? Het antwoord lijkt eenvoudig: de buurt of de wijk. Maar in een buurt wonen verschillende groepen mensen. Denk aan jongeren, hoogopgeleiden, allochtonen, tweeverdieners, vrijwilligers et cetera. Moet een BewonersBedrijf er voor iedereen uit de buurt zijn? En is het er alleen voor buurtbewoners of mogen bewoners uit andere wijken ook van hun diensten gebruik maken? Hoe differentieer je de markt? En welke kanalen gebruik je om de bewoners te bereiken? In deze workshop zoeken we naar antwoorden op deze vragen. De wijk Berflo-Es in Hengelo heeft een bouwkundige vernieuwing ondergaan. Een BewonersBedrijf is gestart om het sociale en het fysieke met elkaar te verbinden. Een grote groep vrijwilligers is al actief om het tot een succes te brengen. De actieve bewoners zijn tot nog toe vooral autochtone hoogopgeleiden, maar de wijk Berflo-Es is multicultureel. De zakelijk leider van Berflo-Es vraagt zich af hoe hij de nu nog niet actieve bewoners kan bereiken. Het antwoord blijkt simpel: trek de wijk in en praat met mensen. Kom achter dat bureau vandaan en benader bewoners op straat, in het café en in winkels. Het is belangrijk om in contact te komen met een sleutelfiguur van een groep, die jou kan introduceren in zijn netwerk. Op die manier kun je in contact komen met andere partijen en instanties. Bewoners bereiken Daarnaast kun je door middel van activiteiten in de buurt, zoals schoffelen in een moestuin, buurtbewoners betrekken bij een BewonersBedrijf. Maar de grootste verbinder is mogelijk eten. Een succesvol voorbeeld is Resto VanHarte. De eettafel als ontmoetingsplek voor de hele buurt. Bewoners kunnen elkaar ontmoeten aan tafel en in gesprek met elkaar besluiten om iets te gaan ondernemen voor de wijk. Wil je als zakelijk leider bewoners bereiken, organiseer een etentje of schuif aan bij een buurtrestaurant.
Concurrentie Voordat een BewonersBedrijf hals over kop start adviseert Tom van Doveren om eerst behoeftes in kaart te brengen. Een markt moet al klaar zijn voor een dienst voordat het op de markt komt. Maar er zijn kapers op de kust: andere ondernemers kunnen het idee afpakken. Een BewonersBedrijf werkt echter vaak met vrijwilligers, zodat de kosten lager zijn. Zorgt dit voor oneerlijke concurrentie? Waarschijnlijk niet, want een BewonersBedrijf is een ander soort ondernemer. De baten vloeien terug naar de wijk.
Aukje IJpma Aukje IJpma studeerde stadsen cultuursociologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 2009 werkte ze zes maanden in Venezuela als projectmedewerker community development en participatie en in 2012 werkte ze vier maanden in India. Momenteel is Aukje onderwijsassistent bij de Amsterdamsche School en blogger voor Pakhuis De Zwijger.
Ter illustratie een voorbeeld: in een straat staan veel bomen en in de herfst is de hele straat bezaaid met blad dat opgeruimd moet worden. De gemeente kan er voor kiezen om een bedrijf in te huren, maar zij kan ook het BewonersBedrijf de opdracht geven. Vrijwilligers ruimen het blad op en de bespaarde kosten kunnen in de wijk gestopt worden om bijvoorbeeld een speeltoestel neer te zetten. Grenzen Het is voor een BewonersBedrijf noodzakelijk om na te denken over de reikwijdte van aangeboden diensten en producten. Zijn de diensten en producten alleen voor buurtbewoners of mogen bewoners uit andere wijken hier ook gebruik van maken? Een buurttheater kan zich alleen richten op buurtbewoners, maar het kan ook bewoners uit de rest van de stad aantrekken. Een voordeel van het aantrekken van zoveel mogelijk bezoekers is dat de vermoedelijk hogere baten in de wijk gestopt kunnen worden. Het is een onderneming met diensten voor de stad en baten voor de wijk.
12
Visie
Anders kijken naar de wijk
Er zijn geen eenduidige richtlijnen voor het in kaart brengen van de markt van BewonersBedrijven. Ieder uniek BewonersBedrijf dient een ander doel en heeft een andere markt. En bovendien kun je geen sjabloon leggen over een wijk. Voor een BewonersBedrijf vooral de raad om een duidelijke visie en missie te hebben.
In de workshop zijn verschillende mensen bij elkaar. Ze kijken vanuit eigen praktijkervaring met specifieke BewonersBedrijven in Leeuwarden, Hengelo en Amersfoort. Andere mensen zijn betrokken bij verschillende vormen van sociaal ondernemen in dienst van de wijk. Zij hebben bijvoorbeeld de rol van vertegenwoordiger van de gemeente Rotterdam, Stichting Doen, LSA of eigen experiment en expertise binnen stedelijke vernieuwing. Hoe mensen uit de wijk Heechterp-Schieringen in Leeuwarden zich inzetten om grof vuil te beheren of cateringdiensten leveren, wordt verteld door degenen die deze zaken zelf ter hand nemen. Het is een mooi verhaal over mensen die nu eens niet op hun beperking of zwakheid worden aangesproken maar juist op hun verlangen en op hun kunnen. Dit BewonersBedrijf slaagt erin mensen te motiveren om mee te werken aan projecten die tot zichtbare resultaten leiden, bijvoorbeeld een schonere wijk of lekker eten voor iedereen. De betrokken bewoners worden hier zelf ook beter van: ze ervaren gezelligheid en doen waardevolle sociale contacten op. In Leeuwarden kijkt men naar wat mensen motiveert. Daarna nemen ze mensen onder hun hoede om ze op gang te helpen zodat ze mee kunnen doen in hun eigen omgeving. De Baliebus In Hengelo, in de wijk Berflo-Es, rijdt een bus rond die als Baliebus dienst doet. Mensen komen in de bus met vragen over vergunningen, verzekeringen en andere administratieve zorgen, voor goede raad en hulp. Bij de bus komen ze buurtbewoners tegen of andere mensen om mee te praten en kennis te maken. Ook is in Hengelo een elektrische auto die koeriersdiensten koppelt aan korte taxiritten. De grote droom van dit BewonersBedrijf is om een boerderij te verbouwen en te gebruiken als dynamische plek in de buurt, waar mensen elkaar ontmoeten om met elkaar te werken en te profiteren. Om in kruidentuinen, groenteakkertjes en fruitboomgaarden samen te werken en te leren van elkaar. Waar voedselbereiding verbonden kan worden met aanbod van kant-en-klaar maaltijden op maat, voor mensen die zorg nodig hebben. En meer.
13
In Hengelo kijkt men naar wat mensen willen en wat ze nodig zeggen te hebben. Dan kijken ze hoe dat met gebruik van wat er is en van wat er mogelijk is, kan worden waargemaakt. De buurt beter maken
Germaine Sanders Germaine Sanders heeft een achtergrond in de architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij artiest en geeft ze tekenles aan haar eigen nomadische TEKENSCHOOL en nomad ACADEMY. Vanuit haar bedrijf 2FLUX stadsprojecten houdt ze zich bezig met plannen voor ruimte, huisvesting, water en gebouwen in de stad.
In Amersfoort Kruiskamp verandert een leegstaande school in een gebouw waar steeds meer mensen iets mee willen doen. De vraag die deze mensen krijgen voorgelegd door de initiatiefnemers uit de wijk luidt: “Mag het ook wat kosten?” Die vraagt moet goed worden begrepen en mag ruim worden opgevat. Volgens de @2flux initiatiefnemers dienen geld en moeite namelijk maar één doel: te voorzien in werkelijke behoeften van bewoners in de wijk. “Het BewonersBedrijf wil dat de buurt beter wordt. Dat is alles”.
Veranderende economie Wat gebeurt er met de BewonersBedrijven in een veranderende economie? Als subsidies stoppen bijvoorbeeld, of wanneer de waarde van het (goedkoop) beschikbaar gestelde vastgoed weer toeneemt? De BewonersBedrijven zijn het erover eens dat dit niet per definitie een bedreiging is. Zij stellen dat subsidies moeten worden gezien als startkapitaal dat gebruikt wordt om het BewonersBedrijf sterk te maken met de bedoeling uiteindelijk - duurzaam - als zelfstandige onderneming te functioneren. Onder beheer van het collectief, zoals een traditionele coöperatie bijvoorbeeld. Ook wordt opgemerkt dat er heel verschillend gedacht kan worden over kapitaal en bedrijfskapitaal. Wie deelt maatschappelijke verantwoordelijkheid? Wie draagt politieke verantwoordelijkheid? Wie doet wat? Voor BewonersBedrijven geldt dat mensen zelf het belangrijkste kapitaal vormen in hun bedrijf, ongeacht de geldstromen. Ze willen experimenteren! Vertegenwoordigers van gemeenten en dienstverleners benadrukken in reactie hierop dat politieke agenda’s en bestuurlijke orde nog altijd bepalend zullen zijn voor investeringen in de BewonersBedrijven. Of men elkaar wederzijds begrijpt blijft onduidelijk.
Er dreigt een valkuil nu bestaande welzijnsinstellingen al te gretig willen aanhaken op de toekomstige invulling van het lege schoolgebouw en bij de doortastende organisatie door de enthousiaste buurtbewoners zelf. Het BewonersBedrijf gaat daarom pragmatisch te werk. De bewoners bezinnen zich opnieuw op hun eigen drijfveer en vooral op antwoorden die daadwerkelijk voorzien in concrete bewonersbehoeften. Die norm moet ook gelden voor de belangstellende welzijnsinstellingen die in het gebouw trekken. Het BewonersBedrijf wil zich richten op initiatieven die nog niet commercieel aantrekkelijk lijken te zijn. Zodra er succes bereikt is kan een commerciële partij het overnemen en wil het BewonersBedrijf zich op nieuwe werkelijke behoeften kunnen richten. In Amersfoort kijkt men naar de feitelijke noodzaken die mensen in de wijk ondervinden in hun dagelijks leven. Daar worden praktische oplossingen voor gevonden die projectmatig worden gerealiseerd.
14
4. Hoe maken we de maatschappelijke baten van een BewonersBedrijf meetbaar? Als
BewonersBedrijf
is
het
belangrijk
om
aan
buitenstaanders
getalsmatig te kunnen laten zien op welk vlak men succesvol is. In deze workshop wordt duidelijk wat de BewonersBedrijven zelf kunnen doen om hun succes aantoonbaar te maken en welke informatie je daarvoor minimaal moet administreren. Ook zien we hoe deze gegevens bijdragen aan de kennisontwikkeling over het fenomeen BewonersBedrijven in het algemeen. Met medewerking van: Frisdenker: Floris Lazrak (RIGO) Floris Lazrak werkt als onderzoeker en adviseur bij RIGO Research en Advies. RIGO verricht markt- en beleidsonderzoek en ondersteunt bij het ontwikkelen van beleid en strategie op het gebied van de woon- en leefomgeving. Floris is gespecialiseerd in Maatschappelijke Kosten en Batenanalyses in brede zin. Hij legt momenteel de laatste hand aan zijn promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit. Dankzij zijn onderzoek is hij in het bijzonder geïnteresseerd in de economische waardering van vastgoed en de invloed die omgevingskenmerken hebben voor de waarde van dat vastgoed. Kantelaars: Jan Wassink en Fieneke Pieters (’t Geerdink, Hengelo) Jan Wassink en Fieneke zijn betrokken bij BewonersBedrijf 't Geerdink in de wijk Hengelose Es. Dit BewonersBedrijf maakt zich sterk voor een gezonde en vitale wijk met veel duurzaam groen. Naast een ponystal voert de stichting diverse werkervarings- en buurtprojecten uit voor de wijk. Op deze manier worden welzijn en werk met elkaar verbonden.
15
Het meten van de maatschappelijke baten van een BewonersBedrijf Om het BewonersBedrijf te legitimeren naar buiten toe - en zeker in relatie tot overheidsinstanties - is het belangrijk om het succes getalsmatig aan te kunnen tonen. Er is veel vraag naar methoden waarmee dit bereikt kan worden. Eén van deze methoden is de RIGO Leefbaarheid Barometer, waarin een connectie gemaakt wordt tussen leefbaarheid en vastgoedwaarde. Deze methode maakt indirect de leefbaarheid van een buurt meetbaar in geld. Door een nulmeting van de vastgoedwaarde te maken voor de introductie van een maatschappelijk initiatief zoals een BewonersBedrijf, en een meting enige tijd na de eerste projecten van dergelijke initiatieven is het verschil in vastgoedwaarde indirect een waardering in geld van de maatschappelijke baten. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken biedt hiervoor ondersteuning en tools (bijvoorbeeld de Effectenarena). MKBA Een andere methode om maatschappelijke baten meetbaar te maken is een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA). Daarbij wordt er met een algemene economische bril gekeken naar een project. Binnen een MKBA wordt er gekeken naar een case waarin uiteen wordt gezet wat er gebeurt er als er geen interventie zou plaatsvinden vergeleken met wanneer deze wel plaatsvindt. Als de relatie tussen interventie en vastgoedwaarde aantoonbaar is dan kan gezegd worden dat de interventie zoveel waard is als de vastgoedwaarde. Een voorbeeld is het dorpshuis in Marken. Er was geen geld meer voor de exploitatie door de gemeente, beroepskrachten werden ontslagen en het gebouw werd overgenomen door een woningcorporatie. De woningcorporatie doet de renovatie en uitbreiding en zorgt voor verhuur. In dit geval zou het voor een MKBA niet veel uitmaken of een bedrijf dit doet of een woningcorporatie.
MKBA op wijkniveau Binnen een MKBA wordt vastgesteld wat het doel is van het project, wat er bereikt gaat worden en met welke middelen. Ook wordt er gekeken naar positieve en negatieve effecten, hoe de kosten zich verhouden tot de baten, welke risico’s er zijn en wie er profiteert en wie er betaalt. Een MKBA is opgesteld met de vraag in het achterhoofd wat een initiatief of project oplevert voor de maatschappij als geheel, meestal op landsniveau. Dit maakt het problematisch voor het BewonersBedrijf aangezien het opereert op wijkniveau.
Dave de Bakker Dave de Bakker studeerde gezondheidszorgpsychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Daar werkt hij nog steeds: als studiebegeleider voor studenten met ADHD en ASS. Hij is daar tevens P&O assistent. Verder is Dave de Bakker betrokken bij twee sociale ondernemingen die de arbeidskansen voor pas afgestudeerden vergroten: Enactus UvA en starters4communities.
De vraag is of sociale baten te vatten zijn in MKBA terminologie; zachte indicatoren zijn waarschijnlijk meer geschikt. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van evidence based onderzoek om waarde aan te tonen. Voedselbankbezoek of het aantal geweldsdelicten kunnen zo bijvoorbeeld dienen als indicatoren voor leefbaarheid in de wijk. Quality of Life-meting Het is belangrijk om duidelijk verband aan te geven tussen de interventie en de effecten door middel van kwalitatieve (in plaats van kwantitatieve) indicatoren. Een alternatief zou een QUALY, ofwel een Quality of Life-meting, kunnen zijn. Een QUALY is een basis voor waarderingstudies. Op dit moment wordt er op deze manier onderzoek gedaan naar woningcorporaties, maar er is nog geen onderzoek naar BewonersBedrijven. Indicatoren In algemene zin is het belangrijk om de doelstelling van het BewonersBedrijf concreet te maken en indicatoren daarop vast te stellen. Een voorbeeld kan zijn
16
het schoonmaken van de wijk. Een indicator daarbij zou de hoeveelheid zwerfafval per m2 straat kunnen zijn, voor en na een project. Voor BewonersBedrijven is het belangrijk indicatoren vast te stellen samen met de buurt, aangezien bewoners het beste zicht hebben op wat er nodig is voor verbetering en hoe zij die verbetering zouden kunnen ervaren. Voor de zakelijke leiding is het, in het kader van het legitimeren van het bestaansrecht van het BewonersBedrijf, belangrijk om deze geformuleerde indicatoren te vertalen in beleidstaal, zodat overheidsinstanties snel zicht hebben op de maatschappelijke baten van projecten. Uiteraard blijven er waarden die moeilijk te kwantificeren zijn. Meedoen in een BewonersBedrijf kan voldoening geven en het resultaat kan bewoners een gevoel van trots over hun buurt en waardering voor hun inzet geven. Een mooie reportage en wekelijkse berichten over ervaringen van belanghebbenden zou kunnen bijdragen aan het meer zichtbaar maken van deze belangrijke waarden.
“Onderscheidt je van de wollige epistels” Fieneke Pieters opent de workshop door zich voor te stellen en een bevlogen en enthousiast verhaal te vertellen over haar sociale onderneming ’t Geerdink in Hengelo. Met haar prachtige accent vertelt ze over deze speeltuin/ponystal. Het is ontstaan in 1977 en door de jaren heen en dankzij de inzet van vooral vrijwilligers uitgegroeid tot een speelvoorziening met boortoren, stallen met pony's, opstallen en allerlei machines. ‘T Geerdink kreeg tot 2012 subsidie vanuit de gemeente en het verdient geld met verschillende projecten. Een voorbeeld is het zakgeldproject waar jongeren een zakcentje kunnen verdienen door klusjes te doen. Ze leren hierdoor onder meer te werken voor hun geld en met geld omgaan. Een ander groot project is het werkervaringsproject. Een project waar mensen vaardigheden ontwikkelen, leren omgaan met hun mogelijkheden en beperkingen en werkervaring opdoen. Daarnaast is het werk dat ze doen nuttig voor de buurt en zijn bewoners, zoals groenvoorziening, een boodschappendienst en helpen bij ‘t Geerdink. In 2012 hadden de onderneming en de gemeente problemen met het op één lijn komen over de voorwaarden van de subsidiëring. ’t Geerdink vond dat er te veel voorwaarden en regels gesteld werden. Daarom besloot de stichting even geen subsidie van de gemeente te willen ontvangen. Ze wilden het zelf doen. Sinds enige tijd hebben ze contacten met het LSA. Wellicht komen ze in aanmerking om een officieel BewonersBedrijf te worden en daarmee mee te doen aan het experiment BewonersBedrijven van het LSA. ’T Geerdink is door haar jarenlange ervaring al behoorlijk ver met het meetbaar maken van haar maatschappelijke baten. Fieneke vertelt er kort over dat zij in het jaarverslag al veel feitelijke informatie geven over hun maatschappelijke baten, van cijfers tot grafieken. In hun jaarverslag over 2012 vertellen ze bijvoorbeeld precies hoeveel jongeren bij het zakgeldproject speciaal onderwijs volgen.
17
Maatschappelijke kostenbatenanalyses
Pleuni Koopman
Die cijfers zijn heel belangrijk, zo vertelt ´frisdenker´ Floris Lazrak. Hij is als onderzoeker en adviseur bij RIGO Research en Advies en onderzoeker aan de Vrije Universiteit gespecialiseerd in maatschappelijke kosten-batenanalyses in ruime zin. Hij vertelt dat een BewonersBedrijf moet laten zien wat zijn extra waarde is ten opzichte van een commerciële onderneming.
Pleuni Koopman verzorgt de volledige communicatie voor het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA). Ze maakt onder meer het kwartaalblad LSA Bewoners-berichten, het vakblad voor actieve bewoners. Pleuni Koopman is vanaf het begin betrokken bij het experiment BewonersBedrijven.
Zelf, zo vertelt hij, staat hij kritisch @lsabewoners tegenover het hele idee van BewonersBedrijven. BewonersBedrijven zijn gekke instrumenten, zegt hij, want primaire kerntaken als zwerfvuilophaal of werklozen begeleiden horen bij de overheid te liggen. Daarmee krijgt hij de discussie lekker op gang. De gemeente besteedt deze taken toch sowieso uit, waarom dan niet aan een BewonersBedrijf, dat ook nog eens positieve plannen heeft voor de buurt? “Waarom wel?” pareert Floris deze vraag. Het antwoord op deze vraag moet je inzichtelijk maken om ervoor te zorgen dat de gemeente publieke taken aan jouw BewonersBedrijf ‘gunt’. Welke positieve effecten heeft het bedrijf op de buurt en hoe kun je deze effecten vertalen in monetaire waarden?
is, zal je veel minder snel geneigd zijn nonchalant een propje op straat te gooien, bijvoorbeeld. Beleidsmakers Allemaal mooi en aardig, volgens Floris, maar beleidsmakers denken economisch over menselijk rendement. Zij willen bijvoorbeeld weten met hoeveel procent de werkloosheid en de criminaliteit is gedaald sinds jouw BewonersBedrijf er is. Zij willen weten hoeveel procent mensen meer samen met hun kinderen ontbijten, hoeveel procent minder kinderen overgewicht hebben. Je hoeft niet al deze cijfers zelf te geven. Sommigen zullen beleidsmakers zelf concluderen. Als jij zoveel mensen aan een vrijwilligersbaan hebt geholpen, dan weten zij dat daarmee dus zoveel mensen weer een dag- en nachtritme hebben gekregen en dat levert zoveel mensen op die met hun kinderen ontbijten en dat levert op dat zoveel kinderen minder overgewicht hebben. Maar houdt zoveel mogelijk cijfers bij: bezoekersaantallen, het aantal geactiveerde bewoners, al je activiteiten et cetera. Een econoom en een beleidsmaker denkt: dit is de interventie, zoveel kost die en zoveel levert hij op. Hij zal de verschillende mogelijkheden, bijvoorbeeld een erkende commerciële organisatie en een BewonersBedrijf, met elkaar vergelijken en kiest voor degene die het meest oplevert in vergelijking tot de kosten. Dus wees zo concreet mogelijk, wees praktisch: geef cijfers en feiten. Maar, drukt Floris ons op het hart: trap niet in de valkuil van vele welzijns- en gemeentelijke organisaties: vermijd het wollige taalgebruik. Spreek gewoon duidelijk. “Dat is wat je als bewonersgroep goed kunt en waarin je je kunt onderscheiden van al die wollige epistels waar ik en vele met mij van gruwelen.”
De aanwezigen hebben hier veel steekhoudende antwoorden op. Een BewonersBedrijf kan als vliegwiel fungeren om een hele wijk economisch vooruit te helpen. Er is geen managementlaag, waardoor er veel minder onnodige kosten worden gemaakt. Geld dat uitgegeven wordt blijft in de wijk. Bewoners waarderen het zelf als bewoners aan het werk zijn in de wijk en zullen daar ook heel anders op reageren dan wanneer buitenstaanders het doen. Als de vuilprikker je buurman
18
5. De relatie tussen burgers en overheid: een dialoog over sociaal ondernemerschap Jeroen den Uyl (Twynstra Gudde) stelt dat BewonersBedrijven verslaafd zijn (geraakt) aan overheid (in de vorm van subsidies). De gemeente concentreert zich steeds meer op haar kerntaken, terwijl actieve bewoners zich verenigen om zelf aanbieder te worden van een voorheen gemeentelijk product of dienst. Dit vraagt om een andere manier van omgang tussen bewoners en overheid. Hoe maakt een BewonersBedrijf zich vrij van de afhankelijke relatie met de overheid en/of instituties? Met medewerking van: Frisdenker: Jeroen den Uyl (Twynstra Gudde) Jeroen den Uyl is managing partner bij Twynstra Gudde en werkt voor gemeenten en andere organisaties aan samenwerkingsvaardigheden en het bouwen van concrete netwerken en allianties. Door bruggen te slaan kunnen zij beter en waarschijnlijk ook goedkoper samenwerken aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Jeroen is tevens oprichter van APPPLe, een kennisnetwerk voor professionals die werken op het snijvlak van publieke en private vraagstukken. Kantelaar: Walter Klein Nienhuis (Bruishuis, Arnhem) Walter Klein Nienhuis werkt voor BewonersBedrijf het Bruishuis in de Arnhemse wijk Malburgen. Het Bruishuis is een enorm pand dat nu nog van woningcorporatie Volkshuisvesting is. Een bewonersgroep neemt het pand met ruim 130 eenheden over en gaat het zelf verhuren. In het komende jaar zullen bewoners stap voor stap de exploitatie van het Bruishuis voor hun rekening nemen. De huurders kunnen korting krijgen op de huur door een paar uur per maand aan maatschappelijke projecten in de wijk te werken.
19
De relatie tussen burgers en overheid, een dialoog over sociaal ondernemerschap
Er kwamen paar zaken aan de orde die dit bewustzijn en jezelf zijn en blijven goed in beeld brachten.
? Had dit vraagteken achter de titel moeten staan? In de uitgebreide toelichting over het Malburgse Bruishuis (Arnhem) door Walter Klein Nienhuis, de zakelijk leider van dit BewonersBedrijf, en de daarop volgende vragen en discussie klonk dit voor mij wel door. Is het al een echte dialoog of nog een verkenning van wederzijdse wensen, taakopvattingen, mogelijkheden en gevoeligheden die zich afspeelt rondom een concrete vraag vanuit een bewonersgroep? De noodzaak ertoe extra aangezet door de crisis en schuivende sociale verantwoordelijkheden bij de overheid.
Arbeidsintegratiebureaus
Friskijker Jeroen den Uyl schetste in een paar bruikbare trefwoorden de kernwaarden van de verschillende spelers en daarmee van het krachtenveld waarmee een BewonersBedrijf te maken heeft. Samengevat: het ideaal van de overheid is gelijkheid door uitvoeren van democratisch toegekende macht. Het ideaal van de markt is vrijheid van handelen door middel van transacties. Een gemeenschap leeft op basis van broederschap en uit dit in persoonlijke betrokkenheid en inzet. Dit zijn wezenlijk andere manieren van op waarde schatten van eigen en andermans handelen, die voor spanning in de onderlinge relaties kunnen zorgen. Voor een bewonersinitiatief of -bedrijf is het dan ook belangrijk om te bepalen waar het zich op een bepaald moment bevindt in dit krachtenveld en wat er nodig is om in de gewenste richting te bewegen. Uit de vragen en discussie bleek dit voor alle partijen een hele zoektocht te zijn met veel gezichten en valkuilen en ook met kansen en mijlpalen. Voor een BewonersBedrijf betekent het doorlopend kijken naar “wat kunnen wij aan”, “wat kan het pand aan” en “wat hebben we nodig”. Het gaat dan wel over kantelend kijken en fris denken in een zoektocht naar nieuwe samenwerkingsverbanden.
In het veranderende sociale speelveld wordt het BewonersBedrijf regelmatig benaderd door arbeidsintegratie bureaus. Het is dan zaak je te realiseren dat je bezig bent met een bedrijf voor en door de wijkbewoners, dus die moeten hierbij altijd in beeld zijn. En het is zaak je te realiseren dat zo'n bureau winst maakt op plaatsing en dat de benodigde begeleiding bij het BewonersBedrijf komt te liggen. Daar moet dan een, ook financiële, win-win situatie gecreëerd kunnen worden.
Caroline de Vlaam Caroline de Vlaam studeerde Landschapsarchitectuur aan het Van Hall instituut. Daarna werkte ze bij de gemeentes Amsterdam, Eindhoven en Rotterdam als ‘landschapsdesigner’. Momenteel werkt Caroline in Rotterdam voor Creatief Beheer aan de inrichting en het beheer met omwonenden van tijdelijke braak-bouwlocaties.
@A_Ondertussen
Groenbeheer Veel bewonersinitiatieven zijn groene initiatieven zoals buurttuinen. BewonersBedrijven doen daarom graag iets met groenbeheer. Bij grote aannemers is groenbeheer vaak een klein, niet erg rendabel onderdeel van de bedrijfsvoering. De inzet moet bij de BewonersBedrijven dan ook op de sociale investering en opbrengsten liggen, met prettig groen als middel en deelresultaat. Geldverstrekkers Wie betaald bepaalt. Vraag je af of geld ontvangen het inleveren van de ‘ziel’ van je bedrijf waard is. Een geldverstrekker heeft eigen motieven en een eigen bedrijfsvoering. De motivatie om een BewonersBedrijf te starten is gericht op het verbeteren van de eigen buurt en leefomgeving. Dit moet altijd voorop blijven staan.
20
Klimhal
‘Niet mee bemoeien en de ruimte geven’
De vragen en discussie leidden tot een mooi afsluitend voorbeeld van het Bruishuis in Arnhem. In plaats van verdringing op de markt juist een ander en eigenzinnig aanbod kunnen doen is een kwaliteit van een BewonersBedrijf. Het ramen wassen op de kopgevels van het Bruishuis zou een dure aanbesteding worden omdat dit met een hoogwerker moest gaan gebeuren. Voor de helft van het geld werd een samenwerking aangegaan met de naburige klimhal: een paar keer per jaar komen klimmers abseilen en wassen de ramen, terwijl beneden door vrijwilligers de barbecue wordt opgebouwd. Na afloop wordt er een gezamenlijk feestje gehouden.
Er zijn diverse redenen om een andere manier van omgang tussen bewoners en overheid te wensen. Maar dat geldt zeker als actieve bewoners zich verenigen om zelf aanbieder te worden van een voorheen gemeentelijk product of dienst. Hoe gaan BewonersBedrijven hiermee om? Frisdenker Jeroen den Uyl van Twynstra Gudde gaat dieper in op de theorie achter de omgangsvormen tussen bewoners en overheid. En Walter Klein Nienhuis, zakelijk leider van BewonersBedrijf Malburgen dat het Bruishuis gaat exploiteren, vertelt over zijn ervaringen in de praktijk. Eerst even de theorie. In de wereld van de theorieën zijn er drie domeinen in de wereld: de overheid, de markt en de gemeenschap. Elk heeft zijn eigen 'idealen', waarden, omgangsvormen, manieren van relaties en 'ruilmiddelen'. Zeker als je het in een mooi schema uiteenzet zoals Jeroen den Uyl, kunnen de verschillen niet groter zijn. De overheid heeft als ideaal gelijkheid, al functioneert hij op basis van hiërarchie. De volgende waarden domineren in het domein van de overheid: discipline, loyaliteit, publiek belang, niet onderhandelen, rule of law en representatie. Het 'ruilmiddel' van de overheid is het toebedelen van macht. De markt heeft als ideaal vrijheid, en functioneert op basis van transacties. De waarden van de markt zijn: gelijkwaardigheid, wees eerlijk, vrijwillige overeenkomsten, wees competitief, eigen belang is leidend, optimisme (dat kan anders). Het ruilmiddel van de markt is geld. De gemeenschap heeft als ideaal broederschap en functioneert op basis van netwerken. De waarden van de gemeenschap zijn: zelfontplooiing, wederkerigheid, reciprociteit, ongelijkheid en flexibiliteit. Het ruilmiddel is betrokkenheid, aandacht en liefde.
21
Het klinkt allemaal best aardig, deze Agnes Verweij ideaaltypen, maar in de realiteit zitten er natuurlijk wat haken en ogen aan elk Agnes Verweij is redacteur van domein. Zo lukt het de overheid niet goed de Nederlandse Woonbond. om zijn ideaal ‘gelijkheid’ te verwezenlijken Daar is ze verantwoordelijk omdat hij nogal verkokerd te werk gaat. De voor Huurwijzer, het tijdschrift markt zorgt niet goed voor ons en het is voor de leden van de onmogelijk om een bedrijf ter Woonbond en voor het verantwoording te roepen. En zowel maandblad Woonbondig, voor lidorganisaties van de overheid als markt vergeten nogal eens Woonbond. Ook is ze (corekening te houden met het derde domein: )auteur van diverse publicaties, de gemeenschap. Van die gemeenschap kan waaronder over huurdersje dan weer niet verwachten dat die alle organisaties en problemen op gaat lossen. In alle drie de wijkvernieuwing. domeinen leeft de wens om de omgangsvormen met elkaar te verbeteren. Maar het grootste probleem is dat zij dat allemaal vanuit hun eigen bestaande paradigma's proberen te doen. Vanuit de gemeenschap verwachten bewoners bijvoorbeeld een wederkerige relatie met een marktpartij of overheid, maar die zitten er heel anders in. Jeroen den Uyl geeft een aansprekend voorbeeld: zijn vader was een mandenmaker. Van zijn tien medewerkers had hij er altijd al één tussen zitten die wat minder arbeidsgeschikt was, of bijvoorbeeld gehandicapt. “Wat mijn vader deed was ‘gemeenschap’, daar stond hij nauwelijks bij stil, het hoorde er gewoon bij”, zegt Jeroen. “Het ging mis toen de sociale werkvoorziening kwam en de overheid regels ging treffen voor dit soort arbeidsrelaties. Toen ging het mijn vader geld kosten en moest hij ermee stoppen. Mijn stelling is dat we teruggaan naar de gemeenschapszin zoals die van mijn vader.” De anekdote leidt onmiddellijk tot een ingewikkelde discussie over de regels met betrekking tot de sociale werkvoorziening. Iemand in de zaal is op dat gebied lange tijd ambtenaar geweest. En de vertegenwoordigers van het eerste officiële BewonersBedrijf in Nederland: BewonersBedrijf Heechterp Schieringen, zitten momenteel met hun nek toe in dat onderwerp om er grip op te krijgen.
Terugkomend op de theorie: “In welk domein zit het Bruishuis?” vraagt Jeroen aan Walter. “De gemeenschap”, antwoordt hij resoluut. Al blijkt uit zijn verhaal dat woningcorporatie Volkshuisvesting vanaf dag één betrokken is geweest bij het initiatief om het Bruishuis, een voormalig bejaardenhuis, op een alternatieve manier te gaan exploiteren. Volkshuisvesting - als woningcorporatie een soort 'maatschappelijke onderneming' tussen markt en overheid in - wilde ook altijd al dat het initiatief overgenomen zou worden door bewoners. De actieve bewoners van Malburgen hadden daar wel oren naar, maar hebben erop gehamerd dat het tien verdiepingen tellende flatgebouw met ruim 130 verhuurbare eenheden, eerst helemaal in orde moest zijn. En dat heeft Volkshuisvesting met forse investeringen in onderhoud en CV-installaties geregeld. Walter en de bewoners van Malburgen werden enthousiast over een BewonersBedrijf op een conferentie van het LSA in Den Haag waar Philip Blom uit Engeland sprak. Toen zijn ze aan de slag gegaan. Op dinsdag 5 november is Malburgen nog een 'Kandidaat' BewonersBedrijf. “Maar de aanvraag voor de startsubsidie van het LSA gaat nog deze week de deur uit”, verzekert Walter. Dit omdat hij gisteren tot overeenstemming is gekomen met Volkshuisvesting over de huur en het beheer van het pand. “Wij hebben een normale huurrelatie met Volkshuisvesting. Wij gaan € 131.000,- per jaar aan huur inclusief servicekosten betalen. Daar zit geen korting in hoor. Met Volkshuisvesting hebben we afgesproken: als er een conflict is dan zien we elkaar voor de rechter.” Een echte marktrelatie dus, al zijn er ook afspraken over een vangnetconstructie voor in de beginfase. Een BewonersBedrijf dient zich wat Walter betreft dan ook in het domein van de markt te begeven: “Wij moeten financieel op eigen benen staan en over een paar jaar kostendekkend zijn. De aard van een BewonersBedrijf is dat de winst in de wijk wordt geïnvesteerd. Als we dat uit het oog verliezen dan is dit geen BewonersBedrijf meer en ga ik meteen naar de notaris om de statuten te wijzigen.” Over het domein van de overheid is Walter kort: “Wij doen zo min mogelijk met de overheid in dit stadium. Ik accepteer geen subsidies die beïnvloeding mogelijk maken. Evenmin willen we vrijwilligerswerk doen dat niet wordt betaald. De overheid zal moeten betalen voor onze diensten. Maar zover zijn ze nog niet. Over
22
een paar jaar misschien. In de tussentijd zullen wij ook het vertrouwen moeten winnen dat we een belangrijk bedrijf zijn hier.” Dat financieel op eigen benen staan gaat het BewonersBedrijf doen door woningen en bedrijfsruimtes in het Bruishuis commercieel te verhuren. Er wonen Poolse arbeidsmigranten en mensen met urgente woningnood in de flat. Als zij zich inzetten voor activiteiten in de wijk krijgen ze korting op de huurprijs. Die ligt met €350,- à €425,- per maand zelfs €100,- hoger dan de huurprijs die Volkshuisvesting voor de woningen vroeg. “Anders kunnen we dit niet financieren”, verklaart Walter. “In feite zijn wij huisjesmelkers. Maar op die manier heb ik wel een verdienmodel waar ik niet veel vrijwilligers voor nodig heb. De valkuil is: als je voor je inkomsten afhankelijk bent van veel arbeid maar in een wijk bent waar veel armoede is, dan kun je het wel op je buik schrijven dat je genoeg vrijwilligers vindt.”
ambtenaar aan de discussietafel doet nog een poging om te vragen 'wat hij dan beter kan doen'. Maar in de context van de BewonersBedrijven lijkt daar nog maar één antwoord op: niet mee bemoeien en de ruimte geven.
Walters' uitspraak ontlokt een reactie van BewonersBedrijf Heechterp Schieringen. In Leeuwarden proberen ze juist inkomsten te genereren door in te zetten op sociale projecten: het geld moet verdiend worden door mensen uit de wijk aan het werk te krijgen voor taken die anders door commerciële bedrijven gedaan zouden worden. De 'bewonersbonus' noemen ze dat in Leeuwarden: gemeenten en andere partijen met een maatschappelijke verantwoordelijkheid krijgen dan niet alleen die specifieke klus geleverd, maar dragen ook bij aan werkgelegenheid en maatschappelijke voorzieningen in een wijk waar die het hardste nodig zijn. In Leeuwarden verwachten ze meer geld te gaan verdienen uit reïntegratieprojecten. Walter neemt zijn petje af voor Leeuwarden, maar is sceptisch over de haalbaarheid van hun model. Hij gelooft meer in verhuur als voornaamste inkomstenbron. Maar hoe investeert het BewonersBedrijf Malburgen dan in de mensen in de wijk? “Daar gebruiken we onze inkomsten voor. Sociale projecten kosten geld, ze gaan ons niet voldoende opleveren. Daarnaast biedt het Bruishuis sociale initiatieven een plek. Maar wie de huur niet kan betalen, zet ik eruit.” Zo is de discussie over een andere omgang tussen bewoners en overheid volautomatisch overgegaan in een dialoog over sociaal ondernemerschap tussen actieve bewoners onderling. Zij staan midden op het knooppunt (of soms: 'de kluwen') tussen markt, gemeenschap en een beetje overheid. Een enkele
23
6. Een eigen plek: BewonersBedrijven en het beheer van vastgoed Veel BewonersBedrijven willen een eigen locatie in de wijk: een plek waar vrijwilligers actief kunnen zijn en waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Zo'n gebouw kan dan een spil in de wijk worden waar alles en iedereen samenkomt. Maar er is veel om over na te denken voordat je een eigen pand in beheer kan nemen. Bestemmingsplannen, overdracht van
economische
waarde,
kostendekkende
maar
realistische
huurprijzen… Wat komt er allemaal kijken bij het in (economisch) eigendom hebben van een gebouw?
Met medewerking van: Frisdenker: Erik Arkesteijn (Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij) Erik Arkesteijn is senior projectadviseur bij KNHM. KNHM begeleidt bewoners die zelf hun idee willen realiseren ter verbetering van hun buurt, wijk, dorp of stad. Dit doet KNHM met inzet van kennis, procesbegeleiding en uitgebreid netwerk. KNHM is een organisatie van circa 170 professionals en bestuurders die zich op een vrijwillige basis inzetten. Via KNHM Participaties BV investeert KNHM in maatschappelijke ondernemingen. Kantelaars: Bruin Bruinsma (Op Eigen Houtje, Emmen) Bruin Bruinsma en Liesbeth Westen werken beiden aan het BewonersBedrijf Op Eigen Houtje in Emmen. Op eigen houtje stimuleert ondernemerschap in de wijk Emmerhout door het aanbieden van goedkope werkruimtes aan startende ondernemers. Andere aandachtsgebieden zijn duurzame energie, gezonde voeding (door middel van het creëren van een eetbare tuin) en het aanbieden van activiteiten aan wijkbewoners om de samenhang in de buurt te verbeteren.
24
Een eigen plek: BewonersBedrijven en het beheer van vastgoed In steeds meer steden staan panden leeg. Ze vervallen en dat is geen mooie aanblik voor de stad. Een oplossing voor de leegstand is het aanbieden van deze panden aan BewonersBedrijven. Veel BewonersBedrijven willen een eigen locatie in de wijk. Zo’n gebouw kan dan een ontmoetingsplek worden voor bewoners. Maar er komt veel kijken bij het beheren van een pand. In deze workshop discussiëren we over de voor- en nadelen van het beheren van vastgoed. Het beheren van vastgoed geeft een BewonersBedrijf zekerheid omdat het zich er langdurig kan vestigen. Bovendien kan het onafhankelijk opereren door eigenaarschap van en zeggenschap over de locatie. Maar er is veel om over na te denken. Het pand moet bijvoorbeeld onderhouden worden en dat kost geld. De gemeente wil meer zelfbestuur naar de wijk en verantwoordelijkheden verleggen, maar loslaten is moeilijk want zij wil geen risico’s nemen. De gemeente wil de zekerheid dat een BewonersBedrijf rendabel is, ze wil bewijslast. Maar die bewijslast is er vaak niet. Als de rendabiliteit niet door cijfers aangetoond kan worden is het belangrijk om de waarde voor de wijk aan te tonen en het vertrouwen te winnen dat het BewonersBedrijf zelfredzaam is. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor de zakelijk leider. Lessen van krakers Maar de gemeente zou ook wat meer risico’s kunnen nemen, want juist door zelfredzaamheid worden panden in de lucht gehouden. Bewoners weten vaak wat wel en niet werkt in een buurt. Praktijkvoorbeelden uit de krakerswereld kunnen nieuwe inzichten bieden. Er zijn een hoop voorbeelden waarin krakers panden hebben weten te onderhouden en daarbij een ontmoetingsplek voor bewoners creëerden. Zij hanteren vaak een alternatief exploitatiemodel, zodat kosten voor een pand lager zijn dan normaal.
Wie krijgt het pand?
Aukje IJpma
Als een pand vergeven wordt, moet het wel Aukje IJpma studeerde stadsin juiste handen terecht komen. Weet de en cultuursociologie aan de gemeente wel wat er speelt in de buurt? Universiteit van Amsterdam. In Weet zij welke partijen en georganiseerde 2009 werkte ze zes maanden in bewoners er zijn? Het is belangrijk dat Venezuela als projectmedegespecialiseerde beleidsmedewerkers de werker community development wijk ingaan, praten met bewoners en en participatie en in 2012 werkte ze vier maanden in participeren in burgerinitiatieven. De India. Momenteel is Aukje bewoners weten wat goed is voor hun onderwijsassistent bij de buurt. Werken vanuit een community is Amsterdamsche School en een vruchtbare manier van zoeken naar blogger voor Pakhuis De verbinding en verantwoordelijkheid. De Zwijger. gemeente zou ten eerste een stap moeten maken in het vergeven van panden. En ten tweede moet de gemeente dit goed afstemmen met bewoners. Daar tegenover staat dat binnen de gemeente het gevaar voor bureaucratie op de loer ligt. En projectontwikkelaars ruiken kansen. Een pand beheren of ruimtes huren? Is het nodig dat een pand beheerd wordt door een BewonersBedrijf? Er zijn ook panden die al beheerd worden, maar waar ruimtes leeg staan. De ruimtes kunnen desgewenst gehuurd worden. Het BewonersBedrijf kan zich er vestigen zonder eigenaar te zijn van het vastgoed. Zo is er bijvoorbeeld verwarming en een conciërge. Een BewonersBedrijf heeft dan wel de baten maar niet de lasten. Adviezen Uit de workshop komen een aantal adviezen naar boven. Het gebruik van een nieuw exploitatiemodel, zodat kosten veel lager zijn dan normaal, kan een uitkomst bieden voor het beheren van panden door BewonersBedrijven. LSA kan een goede rol spelen in het bieden van informatie en cursussen. Het documenteren van ‘best cases’ uit de praktijk kan bijdragen aan een positief effect in het vertrouwen van
25
de gemeente in de zelfredzaamheid van BewonersBedrijven. Het is wenselijk om een tool te maken met een beschrijving van de best cases van de exploitatie van panden door bewoners en krakers. En aan BewonersBedrijven het advies om de voor- en nadelen van het beheren van vastgoed tegen elkaar af te wegen.
Lessen uit de praktijk In de workshop zijn verschillende mensen bij elkaar. Ze denken vanuit eigen praktijkervaring met specifieke BewonersBedrijven in Utrecht Lombok, Utrecht Nieuw Zuilen en Maastricht. Andere mensen zijn betrokken bij verschillende vormen van sociaal ondernemen in dienst van wijken. Zij denken vanuit LSA, als adviseur voor of investeerder in maatschappelijke ondernemingen, of met de ogen van een ontwikkelaar. In Utrecht Nieuw Zuilen moet een plek op de grens van twee wijken opbloeien, voor en door bewoners van die wijken. Het BewonersBedrijf wil zich inzetten om de drie-eenheid van buurthuis, theater en horeca te behouden en te versterken in de drie-eenheid van twee oude gebouwdelen en de nieuwste uitbreiding daartussenin. Doordat de gemeente bezuinigt op welzijnsvoorzieningen is er nu een tekort aan menskracht en verzwakt de invulling van de gebouwen. De huidige horecaondernemer, die succesvol is, bemoeilijkt een soepele samenwerking in exploitatie van sociaal maatschappelijke functies. Het lijkt erop dat vooral duidelijk moet worden gemaakt hoe de bewoners in de wijken deze gebouwen en hun functies eigenlijk waarderen. Waarom vinden bewoners het de moeite waard om in deze plek te investeren? Wat is het hun waard om hier een gemeenschapsplek van te maken en op welke manieren willen ze daaraan meedoen? Antwoord op deze vragen is er nog niet. De plek is er al wel in Nieuw Zuilen. Het BewonersBedrijf is bezig met de waarde van de gebouwde voorzieningen en kijkt naar alternatieve exploitatiemogelijkheden. Woningcomplex in eigen beheer In de Utrechtse wijk Lombok staat een monumentaal (Amsterdamse School) complex van 354 woningen. Het is eigendom van een toonaangevende Utrechtse woningcorporatie. Het BewonersBedrijf droomt ervan het complex in eigen beheer te verkrijgen maar weet nog niet hoe. De gedachte is dat een centrale plek voor en van de bewoners noodzakelijk is. Hoe eigendom en gebruik te onderscheiden? Welke eigendomsvorm en gebruiksmogelijkheden kunnen innovatief
26
gecombineerd worden? Wat wil de corporatie en wat willen de diverse bewoners? Veel vragen die niet nu, ter plekke beantwoord kunnen worden, zo wordt gesteld. Het lijkt erop dat niet alleen naar bewonerswaarde moet worden gekeken maar ook naar de kracht die bewoners hebben om te investeren in de toekomst van het complex en van de woningen. Dat kan helpen om een sterke vorm te vinden voor noodzakelijke samenwerking met de corporatie en andere belanghebbenden. In Lombok zoeken bewoners naar een eigen plek en naar eigen beheer van hun complex. Men kijkt naar de waarde van het geheel en van de woningen.
Germaine Sanders Germaine Sanders heeft een achtergrond in de architectuur en ruimtelijke ordening. Daarnaast is zij artiest en geeft ze tekenles aan haar eigen nomadische TEKENSCHOOL en nomad ACADEMY. Vanuit haar bedrijf 2FLUX stadsprojecten houdt ze zich bezig met plannen voor ruimte, huisvesting, water en gebouwen in de stad.
het verlangen dat deze mensen delen ten aanzien van dit pand en hoe maakt dat verbond hen sterk om succesvol aan de slag te gaan? De kunst lijkt hier om in kleine stapjes toe te werken naar een slimme aanpak van het pand. Met mensen die invullingen brengen die steeds sterker worden. In Maastricht staat een nu dichtgetimmerd pand dat kan worden herontdekt als prachtige plek in deze stadswijk. Hier wordt allereerst naar de culturele waarde van het pand gekeken. Vooralsnog verschilt deze van de blik van bestaande instanties die het pand hebben dichtgetimmerd.
@2flux
Werkhuis In Maastricht Noordoost, in de wijk Witte Vrouwenveld, is nog geen sprake van een BewonersBedrijf. Hier gaat het om het initiatief van een stadsbewoner om van een monumentaal leegstaand pand uit 1920 een plek van stadscultuur te maken. Het is een droom om hier een Werkhuis te laten ontstaan, een centrum voor ambachtelijke kunst. Er zijn veel vragen. Bijvoorbeeld: wie is het aanspreekpunt bij de gemeente? Waar hebben mensen die zich aangesproken voelen behoefte aan? Hoe ga je vrijwilligers belonen? En kan de alternatieve Maastrichtse munt daar een rol bij spelen? Het lijkt erop dat de culturele waarde van het pand gekoppeld moet worden aan een strategie van investeringen die logisch zijn om dit pand opnieuw commercieel te maken. Door mensen te vinden en te organiseren die op verschillende manieren bij gaan dragen aan de toekomstwaarde van het pand. Dus door uit te vinden wat deze belanghebbenden bij behoud en nieuwe invulling van het pand, bindt. Wat is
27
Het experiment BewonersBedrijven wordt mede mogelijk gemaakt door:
28
Disclaimer
De in deze publicatie gepresenteerde meningen komen geheel voor rekening van de auteur van het betreffende stuk en zijn niet noodzakelijk de meningen van LSA. Tevens kunnen aan de in dit verslag gepresenteerde meningen geen rechten worden ontleend.
Uitgave
LSA Oudkerkhof 13b 3512 GH UTRECHT
[email protected] www.bewonersbedrijven.nl www.lsabewoners.nl
Met dank aan
Dave de Bakker Pleuni Koopman Stefan Panhuijsen Germaine Sanders Agnes Verweij Caroline de Vlaam Aukje IJpma
Foto’s
Pleuni Koopman Thijs van Mierlo Rutger van Weeren Bezoekers Praktijkdag via Twitter
Redactie
Milja Kruijt Rutger van Weeren
Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken, december 2013
29