Deelnemersrichtlijnen: Experiment BewonersBedrijven
LSA / Henk Cornelissen & Kristel Jeuring Januari 2014
Inhoudsopgave
Deelnemersrichtlijnen Experiment BewonersBedrijven ....................................................... 2 De principes ............................................................................................................... 2 De rechtsvorm ............................................................................................................ 2 De zakelijk leider ......................................................................................................... 2 Beoordelingstraject ..................................................................................................... 2 De notaris en accountant ............................................................................................. 3 Onderzoek OTB Delft ................................................................................................... 3 Modelstatuten BewonersBedrijf........................................................................................ 4 De Zakelijk Leider ......................................................................................................... 17 De zakelijk leider in de organisatie .............................................................................. 17 De zakelijk leider in Nederland ................................................................................... 17 Werving & Selectieprocedure ..................................................................................... 18 Beoordelings- en toekenningstraject startkapitaal ............................................................ 23
1
Deelnemersrichtlijnen Experiment BewonersBedrijven In het Experiment BewonersBedrijven ondersteunt het LSA 10 tot 15 groepen bewoners met begeleiding en startkapitaal om te komen tot een BewonersBedrijf. De principes in dit experiment zijn ontleend aan de Engelse Community Enterprises en Development Trusts. Om er zorg voor te dragen dat deze principes in de kern van elk BewonersBedrijf terug te vinden zijn en dat het startkapitaal nauwkeurig wordt toegekend, is er een aantal deelnemersvoorwaarden opgesteld. Deze worden hieronder kort toegelicht en een aantal zijn verder uitgewerkt in een apart document. De principes Elk BewonersBedrijf functioneert op basis van de 4 basisprincipes:
Werkt aan economische, fysieke en sociale ontwikkeling van een gebied waarin bewoners zich herkennen; Is onafhankelijk, zelfvoorzienend en de winst vloeit terug naar de wijk en komt niet terecht bij private personen; Is ontstaan op initiatief van bewoners, is in bezit van bewoners en wordt bestuurd door en voor bewoners; Is gericht op samenwerking met bewonersverenigingen, lokale overheid, instellingen en bedrijven.
De rechtsvorm Idealiter zou er een aparte rechtsvorm beschikbaar zijn voor BewonersBedrijven die aansluit bij de kernwaarden van het BewonersBedrijf; de maatschappelijke onderneming. Die is er momenteel niet en BewonersBedrijven gaan van start. Daarom heeft het LSA in overleg met een notaris voorbeeldstatuten opgesteld voor een stichting die zoveel mogelijk recht doen aan de doelstellingen van het BewonersBedrijf. Elk BewonersBedrijf gebruikt deze statuten als basis en gelden als de minimale vereisten. Deze kunnen uiteraard in overleg met specifieke elementen aangevuld worden. De zakelijk leider Uit de voorbeelden in Engeland wordt duidelijk dat het succes van Community Enterprises in grote mate bepaald wordt door de zakelijk leider. Iemand die gedreven, in opdracht van het bestuur en in samenhang met de buurt, kansen omzet in een verdienmodel en deze ook weet uit te voeren. Daarom moet er voor het aanvragen van het startkapitaal een beoogd zakelijk leider aanwezig zijn. Om elk BewonersBedrijf de kans te geven een goed zakelijk leider te vinden en aan te nemen is er een wervings- en selectieprocedure opgezet. Beoordelingstraject Het LSA heeft beschikking gekregen over 1,7 miljoen van de Nationale Postcodeloterij en het Fonds Werken aan Wonen als startkapitaal voor startende BewonersBedrijven. Het LSA besluit over de toekenning van het startkapitaal. Omdat zij de initiatieven ook begeleiden is er een beoordelingscommissie ingesteld. Deze beoordelingscommissie adviseert het LSA over de haalbaarheid en het maatschappelijk rendement van het BewonersBedrijf op basis van een ondernemingsplan en een interview met de zakelijk leider en het oprichtingsbestuur.
2
De notaris en accountant Elk initiatief kan zijn eigen notaris uitkiezen om het BewonersBedrijf op te richten. De voorbeeldstatuten zijn hierbij leidend. Als er geen geschikte notaris gevonden kan worden, helpt het LSA hierbij. Ook kan elk initiatief zelf een accountant uitkiezen om het BewonersBedrijf te helpen bij de financiën. Werkzaamheden van een accountant kunnen in de opstartfase onder andere zijn: Controleren van het ondernemingsplan op financiële onderbouwing (bij voorkeur vóór het aanbieden aan de beoordelingscommissie); De fiscale mogelijkheden met de groep bespreken om een ANBI status te verkrijgen en de aanvraag hiervan verzorgen; Ondersteunen bij het opstellen van de baten en lasten. Na toekenning zal elk BewonersBedrijf boekhoudprogramma voor tenminste twee jaar.
gebruik
maken
van
een
gangbaar
De kosten van zowel notaris als accountant moeten terugkomen op de begroting voor het eerste jaar, en wat betreft de accountant voor tenminste twee jaar. Onderzoek OTB Delft Het experiment BewonersBedrijven wordt gedurende de drie experimentjaren gevolgd door een onderzoeksteam van de Technische Universiteit Delft (OTB). Dit onderzoek wordt gefinancierd door het ministerie van Binnenlandse Zaken, OTB en LSA. Het doel is te onderzoeken of de principes waarop Community Enterprises in Engeland gebaseerd zijn en de manier waarop ze georganiseerd zijn en werken, toepasbaar zijn in de Nederlandse situatie. Daarom zullen onderzoekers zowel tijdens de aanloopfase als de operationele fase een beroep doen op de (kandidaat-)BewonersBedrijven voor informatie over de voortgang. Dit kan middels interviews, schriftelijke vragen of het bijwonen van bijeenkomsten door onderzoekers.
3
Modelstatuten BewonersBedrijf AKTE NOTARIS VAN MOURIK, 2013 ontwerp Voorbereid door mr. R.H.Y. van Mourik 24 januari 2013 Dossier: 2013.*/01 RvM OPRICHTING VAN EEN STICHTING (Stichting BewonersBedrijf *) Aantal bijlagen gehecht aan de originele akte: * Vandaag, *, verschijnen voor mij, ….: 1. Verschijnende personen; de comparanten 1.1. *; 1.2. *; 1.3. *; 2. Hoedanigheid verschijnende personen; de partijen bij de akte De comparanten handelen allen VOOR ZICHZELF, hierna tezamen ook te noemen: de oprichters. 3. Vooraf 3.1. De bij deze akte op te richten stichting is als rechtsvorm dienstbaar aan het opzetten en uitvoeren van een 'BewonersBedrijf'. 3.2. Het 'BewonersBedrijf' is een landelijk experiment ondersteund vanuit het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA). 3.3. Een 'BewonersBedrijf' kent vier kernwaarden waaraan zij dient te (blijven) voldoen: 1. werken aan economische, fysieke en sociale ontwikkeling van een gebied waarin bewoners zich herkennen; 2. onafhankelijk zijn, zelfvoorzienend en dat winst terugvloeit naar de wijk en niet bij private personen terecht komt; 3. initiatieven genomen door/komt voort uit bewoners, in bezit van bewoners en bestuurd door en voor bewoners;
4
4. gericht op samenwerking met bewonersverenigingen, lokale overheid, instellingen en bedrijven. 4. Oprichting stichting De comparanten verklaren een stichting op te richten, waarvoor de volgende statuten worden vastgesteld: STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1.1. De stichting draagt de naam: Stichting BewonersBedrijf *. 1.2. De verkorte naam luidt: *. 1.3. Zij heeft haar zetel in de gemeente *. Doel Artikel 2 2.1. De stichting heeft ten doel het op basis van de geldende kernwaarden van het 'BewonersBedrijf': a. verbeteren en bevorderen van de sociale ,economische en fysieke leefbaarheid in de wijk * te *, zijnde het navolgende postcode gebied: *, (hierna te noemen: de wijk), van, voor en met bewoners van de wijk; b. *; c. ontwikkelen van (wijkgerelateerde) initiatieven van bewoners van de wijk die leiden tot maatschappelijk verantwoorde verdienmodellen die leiden tot het generen van inkomsten, die worden aangewend ten behoeve van de wijk alsmede de duurzame uitvoering daarvan; 2.2. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door: a. het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van projecten met inzet van wijkbewoners met een winstoogmerk; b. samen te werken met andere organisaties en instellingen; c. het organiseren van (periodieke) bijeenkomsten voor wijkbewoners. Vermogen Artikel 3
5
3.1. Het vermogen van de stichting kan worden gevormd door: - subsidies; - opbrengsten van activiteiten van de stichting; - bijdragen van hen, die met het doel van de stichting sympathiseren; - bijdragen van hen in wier belang de stichting werkzaam is; - erfrechtelijke verkrijgingen en schenkingen; - alle andere baten. 3.2. Het vermogen van de stichting kan enkel aangewend worden binnen het kader van de doelstellingen van de stichting. 3.3. Nalatenschappen worden door de stichting slechts aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Organen e.d. Artikel 4 4.1. De stichting kent de volgende organen: a. een bestuur (artikel 5); b. het platform van certificaathouders (artikel 10). 4.2. De stichting kan een raad van advies instellen (artikel 11). Bestuur (samenstelling, benoeming, schorsing en defungeren) Artikel 5 5.1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf leden en ten hoogste negen leden. 5.2. Het bestuur bestaat uit bewoners van het werkgebied van de stichting en kan aangevuld worden met bestuursleden met een specifieke expertise. Bewoners uit het werkgebied zullen altijd de meerderheid van het bestuur uitmaken. 5.3 Het bestuur stelt een profielschets op voor de omvang van en de samenstelling van het bestuur, rekening houdend met de aard van de stichting, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid van de bestuursleden. 5.4. De bestuursleden worden, met inachtneming van de profielschets als bedoeld in 5.2, door de het bestuur benoemd, geschorst en ontslagen. 5.5. Een schorsing die niet binnen tien dagen is gevolgd door ontslag vervalt na verloop van die termijn.
6
5.6. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld. 5.7. Een bestuurslid wordt benoemd voor een periode van maximaal *vier jaar. Het bestuur kan een rooster van aftreden opstellen. Bestuursleden kunnen twee maal voor een aansluitende periode worden herbenoemd. 5.8. Na het ontstaan van een vacature dient daarin zo spoedig mogelijk te worden voorzien overeenkomstig het bepaalde in dit artikel. 5.9. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook een of meer leden ontbreken, dan vormen de, tenminste 3, overblijvende bestuursleden niettemin een geldig bestuur. 5.10. De leden van het bestuur hebben recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte en door het bestuur goedgekeurde kosten mits die kosten ook zijn opgenomen in de voor dat jaar vastgestelde en door het bestuur goedgekeurde begroting. 5.11. Een bestuurslid defungeert: 1. door overlijden; 2. door verstrijken van de mogelijkerwijze vastgestelde duur der benoeming; 3. door aftreden volgens rooster; 4. door schriftelijke ontslagneming met inachtneming van een redelijke termijn; 5. door zijn ontslag verleend door het bestuur; 6. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van `zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld. Taken en bevoegdheden van het bestuur Artikel 6 6.1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 6.2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. 6.3. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij daartoe besloten is met een meerderheid van drie/vierde der stemmen in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
7
6.4. Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal, niet eerder dan twee weken en niet later dan zes weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp kan worden besloten met een meerderheid van drie/vierde der stemmen mits ter vergadering ten minste de helft van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. 6.5. Bestuursleden kunnen - behoudens ontheffing door het bestuur – geen bestuurslid zijn van of het lidmaatschap van een toezichthoudend orgaan bekleden van een instelling die eenzelfde of gelijksoortig doel heeft als de stichting. 6.6. De leden van het bestuur doen opgave van hun nevenfuncties, waaronder -maar niet beperkt tot - bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Indien en voor zover hier sprake van is, dient een bestuurslid melding te doen van de zakelijke banden tussen de stichting en een andere rechtspersoon of onderneming waarmee het betreffende lid - direct danwel indirect - persoonlijk betrokken is. 6.7. Het bestuur stelt een bestuursreglement vast waarin de besluitvorming en de werkwijze van het bestuur is vastgelegd. In het reglement wordt bepaald met welke taak ieder bestuurslid meer in het bijzonder zal zijn belast. 6.8. Besluiten van het bestuur kunnen te allen tijde buiten vergadering schriftelijk worden genomen, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde bestuursleden is voorgelegd en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle in functie zijnde bestuursleden. Schriftelijk betekent bij brief, telefax of email, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen. 6.9. Het bestuur stelt, *indien zij daartoe besluit, de volgende plannen op en herziet zo nodig: - een jaarlijks activiteitenplan met de daarbij behorende begroting; - een voortschrijdend meerjaren ondernemingsplan; - een plan inzake adequaat risicobeheersing- en controlesysteem; - eventuele andere plannen als van tijd tot tijd door het bestuur te bepalen. 6.10. Het bestuur kan zich door deskundigen laten bijstaan in het kader van haar bestuurstaken. Vertegenwoordiging Artikel 7
8
7.1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur of door twee gezamenlijk handelende bestuursleden. 7.2. Aan een derde de titel '*' worden toegekend aan wie beperkte of algehele volmacht wordt verleend. 7.3. Aan derden kan door het bestuur beperkte of algehele volmacht worden gegeven voor zover het de uitoefening van diens taak betreft. 7.4. De beperking van de bestuursbevoegdheid in 6.3 geldt mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging. 7.5. De in het vorige lid vermelde beperking kan slechts door de stichting worden ingeroepen. 7.6. In alle gevallen waarin de stichting een tegenstrijdig belang heeft met één of meer bestuursleden, wordt de stichting vertegenwoordigd door een door overige bestuursleden aangewezen persoon. Verzwaarde besluitvorming Artikel 8 8.1. Onverminderd het elders in deze statuten bepaalde, kunnen de navolgende besluiten van het bestuur slechts met *unanimiteit van stemmen worden genomen: a. het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen; b. het aangaan van financieringen en/of investeringen die meer bedragen dan een bij *unaniem besluit van het bestuur bepaalde limiet binnen een bepaalde periode; c. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden boven een bij unaniem besluit van het bestuur bepaalde limiet binnen een bepaalde periode, waaronder niet is begrepen het gebruik maken van een aan de stichting verleend bankkrediet; d. duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met een andere organisatie of instelling en het verbreken van zodanige samenwerking; e. het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt; f. het aanstellen van functionarissen (derden) als bedoeld in artikel 7.2 en 7.3 en het vaststellen van hun bevoegdheid en titulatuur; g. het optreden in rechte, met uitzondering van het nemen van die rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden;
9
h. het vaststellen of het ingrijpend wijzigen van de hoofdlijnen van he arbeidsvoorwaardenbeleid voor de medewerkers en van het vrijwilligersbeleid; i. het sluiten, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten; j. het treffen van pensioenregelingen en het toekennen van pensioenrechten boven die, welke uit bestaande regelingen voortvloeien. 8.2. Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal, niet eerder dan twee weken en niet later dan zes weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp kan worden besloten met unanimiteit van de uitgebrachte stemmen mits ter vergadering ten minste drie/vierde van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. 8.3. Het ontbreken van een unaniem genomen besluit als hiervoor bedoeld tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de het bestuur of de bestuursleden niet aan, onverminderd het in artikel 7.4 bepaalde. Vergadering en besluitvorming bestuur Artikel 9 9.1. Het bestuur vergadert ten minste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of twee leden het nodig achten. De oproepingen tot de vergaderingen geschieden door de voorzitter of de secretaris van het bestuur met inachtneming van een termijn van tenminste zeven dagen. In spoedeisende gevallen kan met een kortere termijn worden volstaan, zulks ter beoordeling van de voorzitter. Bij de oproeping worden behalve plaats en tijdstip van vergadering de te behandelen onderwerpen vermeld. 9.2. Jaarlijks uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden, houdt het bestuur een jaarvergadering. In die vergadering komen tenminste de jaarrekening en het maatschappelijk jaarverslag als bedoeld in artikel 12.3 aan de orde. 9.3. De vergaderingen van het bestuur worden geleid door de voorzitter en bij diens afwezigheid door de vicevoorzitter. Ontbreken deze, dan voorziet de vergadering zelf in het voorzitterschap. 9.4. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van uitgebrachte stemmen. 9.5. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Zij tellen wel mee voor het vaststellen van het quorum. 9.6. Het bestuur kan alleen geldige besluiten nemen indien tenminste de helft van de in functie zijnde leden van het bestuur ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een lid van het bestuur kan zich slechts door één ander lid door middel van een schriftelijke volmacht laten vertegenwoordigen. 10
9.7. Stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij een van de leden van het bestuur schriftelijke stemming wenst. Bij staking van stemmen wordt binnen twee weken opnieuw een vergadering belegd. Indien de stemmen dan opnieuw staken, is het voorstel verworpen. 9.8. Is in de betreffende vergadering het vereiste aantal leden niet aanwezig, dan kan in een volgende vergadering, welke tussen twee en zes weken na die eerste vergadering moet worden gehouden, hierover rechtsgeldig een besluit worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden van het bestuur. 9.9. Besluiten van het bestuur kunnen te allen tijde buiten vergadering schriftelijk worden genomen, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde leden van het bestuur is voorgelegd en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle in functie zijnde leden van het bestuur. 9.10. Indien ter vergadering alle in functie zijnde leden van het bestuur aanwezig zijn kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen behoudens wijziging van de statuten en ontbinding van de stichting -, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en het houden van vergaderingen niet in acht genomen. 9.11. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door een der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden in de volgende vergadering door het bestuur vastgesteld en ten bewijze daarvan getekend door degenen die in de vorige vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd. 9.12. Het bestuur organiseert ten minste één maal per jaar een plenaire vergadering met het platform van certificaathouders. Platform van certificaathouders Artikel 10 10.1. De stichting realiseert binnen een jaar na oprichting een platform van certificaathouders. 10.2. De stichting geeft op hun verzoek aan bewoners uit het postcodegebied van de stichting certificaten uit indien en voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden voor het houderschap van een certificaat. 10.3. Het bestuur stelt nadere regels op in een reglement waarin onder meer worden vastgelegd: - de voorwaarden gesteld aan het worden en zijn van certificaathouder; - de toe- en uittredingsprocedure;
11
- het platform van certificaathouders; - het recht om een bestuurder af te vaardigen vanuit het platform van certificaathouders - de verdere rechten en plichten van de certificaathouders. 10.4. Het verkrijgen van een certificaat dient te allen tijde laagdrempelig te zijn. 10.5. Het bestuur houdt een certificaathoudersregister bij. 10.6. Voor besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement is een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen binnen het bestuur vereist. Raad van advies Artikel 11 11.1. Het bestuur kan besluiten tot het instellen van een raad van advies en wel door het nemen van het daartoe strekkende besluit. 11.2. De raad van advies dient het bestuur ter ondersteuning gevraagd en ongevraagd van advies. 11.3. De leden van de raad van advies genieten als zodanig geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte en door het bestuur goedgekeurde kosten mits die kosten ook zijn opgenomen in de voor dat jaar vastgestelde en door het bestuur goedgekeurde begroting. 11.4. Het bestuur stelt nadere regels op in een reglement omtrent de samenstelling, werkwijze, uitvoering van de taken en bevoegdheden van de raad van advies. 11.5. Voor besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement is een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen binnen het bestuur vereist. Boekjaar, jaarrekening, maatschappelijk jaarverslag, begroting, wijkbijeenkomst Artikel 12 12.1. Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar. 12.2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de rechtspersoon en alles betreffende de werkzaamheden van de rechtspersoon, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend. 12.3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door het nemen van een bestuursbesluit, na afloop van het boekjaar een jaarrekening van de stichting op te maken en legt zij deze over aan de
12
individuele bestuursleden. Binnen deze termijn legt het bestuur ook een maatschappelijk jaarverslag, en indien het bestuur daartoe overeenkomstig artikel 14.5 heeft besloten, de verklaring van de (register-)accountant houdende bevindingen, alsmede het door de accountant opgestelde accountantsverslag, ter vaststelling over aan de individuele bestuursleden. 12.4. De jaarrekening bestaat uit een balans, een staat van baten en lasten en een toelichting. 12.5. In het maatschappelijk jaarverslag wordt ten minste vermeld: a. hoe de gemeenschap (de wijk) heeft geprofiteerd van de activiteiten van de stichting; b. welke stappen zijn genomen om belanghebbenden te raadplegen en wat de uitkomst van die consultatie was; c. welke betalingen zijn gedaan aan bestuurders; d. welke activa anders dan tegen marktwaarde zijn overgedragen. Het bestuur dient het maatschappelijk jaarverslag na de vaststelling daarvan door het bestuur openbaar te maken, ten minste via haar website. 12.6. Het bestuur kan besluiten aan de accountant opdracht te verlenen tot onderzoek van de jaarrekening en formuleert alsdan de opdracht daartoe. Het bepaalde in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek is in dat geval zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. 12.7. De jaarrekening als in het vorige lid bedoeld worden door het bestuur vastgesteld en ten bewijze daarvan door alle bestuursleden ondertekend. Indien een handtekening ontbreekt wordt de reden daarvan op het desbetreffende stuk vermeld. De vaststelling door het bestuur vindt niet plaats zolang het bestuur niet met de sub 12.6 vermelde accountant (indien van toepassing) over diens bevindingen van gedachten heeft gewisseld. 12.8. Na goedkeuring van de jaarrekening besluit het bestuur omtrent het verlenen van kwijting aan de penningmeester voor de uitoefening van diens taak, voor zover de taakuitoefening blijkt uit de jaarrekening of uit informatie die anderszins voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening aan de individuele bestuursleden is verstrekt. De reikwijdte van een verleende kwijting is onderworpen aan beperkingen op grond van de wet. 12.9. Het bestuur is verplicht de in 12.2 en 12.3 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers zeven jaren te bewaren. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt. 12.10. Indien zulks als voorwaarde voor subsidieverlening gesteld wordt, worden de jaarrekening en het maatschappelijk jaarverslag ter kennisneming toegezonden aan de subsidiërende organisatie of instelling. 13
12.11. Jaarlijks, zo mogelijk vóór de afloop van het lopende boekjaar doch uiterlijk een maand na het begin van het nieuwe boekjaar stelt het bestuur de begroting met betrekking tot het nieuwe boekjaar vast. 12.12. Indien de stichting één of meer ondernemingen als bedoeld in artikel 2:360 lid 3 Burgerlijk Wetboek in stand houdt en voldoet aan de andere in die wetsbepaling genoemde criteria is op haar jaarrekening voorts van toepassing het bepaalde in de artikelen 2:299a en 2:300 Burgerlijk Wetboek, alsmede het bepaalde in Boek 2, Titel 9, Burgerlijk Wetboek. 12.13. Het bestuur is verplicht binnen * maanden na de vaststelling van jaarrekening als bedoeld in 12.7 een jaarlijkse wijkbijeenkomst te beleggen waarvoor alle bewoners van de wijk worden uitgenodigd middels de website van de stichting én door *twee aankondiging*en daarvan in een wekelijks verspreide huis-aan-huis krant ten minste *twee weken voordat de bijeenkomst zal plaatsvinden. Op deze wijkbijeenkomst dient het bestuur een toelichting te geven op het maatschappelijk jaarverslag * en de jaarrekening. Wijkbewoners zijn gerechtigd tijdens de bijeenkomst het woord te voeren. Het bestuur kan*moet in een reglement nadere regels opstellen en vastleggen aangaande de wijkbijeenkomst. Voor besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement is een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen binnen het bestuur vereist. Reglement Artikel 13 13.1. Het bestuur is bevoegd een of meer reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat danwel op grond van artikel 6.7 zijn opgesteld. 13.2. Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. 13.3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd een vastgesteld reglement te wijzigen of in te trekken. 13.4. Voor besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement is een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen vereist. Statutenwijziging, fusie, splitsing en omzetting Artikel 14 14.1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe, alsmede het besluit tot fusie, splitsing en omzetting, moet worden genomen met een meerderheid van drie/vierde der stemmen in een vergadering waarin alle leden van het bestuur aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat. 14.2. Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld het vereiste aantal leden van het bestuur niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan na twee weken maar uiterlijk binnen zes weken na de eerste vergadering een tweede vergadering worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp met drie/vierde der stemmen kan worden besloten mits ter 14
vergadering ten minste de helft van de leden van het bestuur als in 16.1 bedoeld, aanwezig of vertegenwoordigd is. 14.3. Een besluit tot wijziging van artikel 2 en/of artikel 3.2 alsmede dit artikel, kunnen slechts genomen worden met unanimiteit van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle leden van het bestuur aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Artikel 14.2 is in dat geval niet van toepassing. 14.4. Wijziging van de statuten, fusie, splitsing en omzetting moeten op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Ieder bestuurslid is bevoegd die akte te ondertekenen. 14.5. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging, fusie, splitsing of omzetting alsmede zo nodig de doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister. Ontbinding en vereffening Artikel 15 15.1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 14.1 en 14.2 van overeenkomstige toepassing. 15.2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit ter vereffening van haar vermogen nodig is. 15.3. De vereffening geschiedt door het bestuur; het bestuur is echter bevoegd een of meer vereffenaars te benoemen. 15.4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat de ontbinding van de stichting wordt ingeschreven in het handelsregister. 15.5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten en de eventuele reglementen van kracht. 15.6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting, derhalve ten behoeve van de wijk * te *, te bepalen door het bestuur, en dient, indien de stichting alsdan wordt aangemerkt als 'Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)', te worden besteed ten behoeve van een Algemeen Nut Beogende Instelling met een gelijksoortige doelstelling. 15.7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken gedurende zeven jaren berusten onder de jongste vereffenaar. Slotbepaling Artikel 18 In alle gevallen, waarin noch de wet noch de statuten of verdere reglementen voorzien, beslist het bestuur. 15
(einde statuten) 5. Slotverklaringen De comparanten verklaren tenslotte: 5.1. Voor de eerste maal worden tot bestuurders van de stichting benoemd: - tot voorzitter: *; - tot secretaris/penningmeester: *; - tot gewoon bestuurslid: *. 5.2. Tot * als bedoeld in artikel 7.2 van de statuten wordt benoemd *, geboren te * op *. Diens bevoegdheden zullen bij afzonderlijke volmacht worden toegekend. 5.3. Het eerste boekjaar van de stichting loopt van haar aanvang af tot en met éénendertig december tweeduizend dertien. 5.4. Het adres, tevens correspondentieadres, van de stichting is *. 6. Slot akte De comparanten zijn mij, notaris, bekend. De identiteit van de comparanten is, voor zover nog nodig, door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor (eventueel) vermelde documenten vastgesteld. Deze akte is opgemaakt te Nijmegen op de datum als aan het begin van deze akte vermeld. De comparanten hebben verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en een toelichting daarop is deze akte na beperkte voorlezing door de comparanten ondertekend. Onmiddellijk daarna is deze akte door mij, notaris, ondertekend om……(tijd) te …….(plaats)
16
De Zakelijk Leider Het LSA heeft het experiment BewonersBedrijven opgezet naar voorbeeld van de Engelse Community Enterprises en Development Trusts. Naast de principes die nu ten grondslag liggen aan elk BewonersBedrijf, is het ook duidelijk dat het succes van Community Enterprises in grote mate bepaald wordt door de zakelijk leider. Een persoon die, in opdracht van het bestuur en in samenhang met de buurt, kansen omzet in een verdienmodel en deze ook weet uit te voeren. Dit zijn vaak echte ondernemers, die passie voor de buurt of het maatschappelijke thema hebben en in staat zijn om met allerlei soorten mensen en instanties relaties op te bouwen. De zakelijk leider in de organisatie De zakelijk leider is in dienst van het BewonersBedrijf en krijgt zijn of haar opdracht van het bestuur van het BewonersBedrijf. Het bestuur en de zakelijk leider inventariseren wat er in het werkgebied (één specifiek afgebakende regio) speelt, waar behoefte aan is en welke kansen er liggen. Op basis daarvan bepaalt het bestuur welke koers het BewonersBedrijf gaat varen. Voor deze koers ontwikkelt de zakelijk leider gezonde verdienmodellen met concrete activiteiten die maatschappelijk rendement opleveren, financieel haalbaar zijn en waar bewoners in geloven. De uitvoering van de activiteiten gebeurt eigenlijk altijd door een combinatie van vrijwilligers en beroepskrachten. De zakelijk leider draagt zorg voor de dagelijkse leiding van het BewonersBedrijf en faciliteert de vrijwilligers. Als er meer beroepskrachten zijn, is dit ook de persoon die hen selecteert, aanstuurt en indien nodig ontslaat, in opdracht van het bestuur. Het bestuur kan hier overigens ook een rol in hebben, afhankelijk van de grootte van de organisatie en de taakopvatting van het bestuur. Hoe groter de organisatie, hoe meer het bestuur bestuurt op de grote lijnen van de organisatie. Dan is er bijvoorbeeld een bestuurslid die het thema personeelsbeleid in zijn of haar portefeuille heeft, maar het wordt uitgevoerd door de zakelijk leider. De zakelijk leider in Nederland In Engeland bestaan Community Enterprises al langer, en is het concept van een zakelijk leider een bekend fenomeen. Voor Nederlandse begrippen is dit een nieuwe functie die lastig te vergelijken is met bestaande functies. De combinatie van ondernemerschap, maatschappelijke gedrevenheid en de vaardigheden om op verschillende niveaus relaties op te bouwen met een redelijk maar proportioneel loon is niet typisch voor maatschappelijke instellingen zoals in het welzijn, kinderopvang, zorg, wonen of recreatie en horeca. Daarom wil het LSA er zorg voor dragen dat elk BewonersBedrijf de kans heeft om een zakelijk leider aan te trekken die wel aan alle eisen voldoet om het BewonersBedrijf tot een succes te maken.
17
Werving & Selectieprocedure zakelijk leiders Het LSA ziet een goede zakelijk leider (kunnen er ook twee zijn) als één van de succesfactoren voor het succes van een BewonersBedrijf. Daarom is het werven en selecteren van een zakelijk leider ook onderdeel van het experiment BewonersBedrijven. Elk BewonersBedrijf is anders. Dat betekent ook dat er, afhankelijk van de buurt en de activiteiten, andere specifieke eisen aan de zakelijk leider gesteld worden. Maar ongeacht de specifieke invulling zal elke zakelijk leider moeten voldoen aan een aantal voorwaarden die passen binnen het concept van BewonersBedrijven. Om dat te waarborgen heeft het LSA een werving & selectieprocedure opgesteld. Werving & Selectieprocedure De zakelijk leider moet bekend zijn op het moment dat het ondernemingsplan wordt voorgelegd aan de Beoordelingscommissie. Idealiter loopt de Zakelijk Leider al een paar weken mee met het oprichtingsbestuur. Daarom moet het wervings- en selectieproces vroegtijdig ingezet worden. Vanaf het moment van werven tot de daadwerkelijke indiensttreding kan het zo drie maanden in beslag nemen wanneer er nog geen potentieel zakelijk leider aanwezig is. Een manier om voor deze functie te werven is op een ‘no cure no pay basis’ wat er op neer komt dat de inzet vrijwillig is tot op het moment van goedkeuring van het ondernemingsplan door de beoordelingscommissie. Komt die goedkeuring er niet dan is er geen geld om de inzet van de beoogd zakelijk leider te betalen en heeft de initiatiefgroep geen verplichtingen jegens de beoogd zakelijk leider. Blijkt het plan haalbaar, dan wordt de functie van zakelijk leider aangeboden.
Elke potentieel zakelijk leider wordt aangenomen aan de hand van een sollicitatieprocedure, ongeacht of deze persoon al betrokken is bij het (opzetten) van het BewonersBedrijf. Een sollicitatieprocedure zorgt ervoor dat je goed nadenkt over de eisen aan een zakelijk leider en stelt je in staat om te testen of de sollicitanten voldoen aan die eisen. Wanneer je iemand al kent, omdat hij of zij deel uitmaakt van de initiatiefgroep van het BewonersBedrijf heb je het voordeel dat je al beter weet hoe iemand functioneert, maar is het tegelijkertijd ook lastig om nog objectief te beoordelen of iemand geschikt is. Juist daarom is het goed om van te voren een sollicitatieprocedure vast te leggen. Je kunt dan ook overwegen om er een externe persoon met expertise op het gebied van personeelszaken bij te betrekken.
Het oprichtingsbestuur en het LSA zullen hun netwerk aanspreken om mogelijke kandidaten voor zakelijk leider te werven. Als hier niet genoeg kandidaten uit voortkomen kan er een vacature (middels advertenties en dergelijke) uitgezet worden. De zakelijk leider woont bij voorkeur in de regio. Het LSA zal ondersteuning bieden op het gebied van teksten en het selecteren van de juiste kanalen. De kosten voor de werving zullen uiteindelijk op de begroting van het BewonersBedrijf komen.
18
Vanuit het LSA kan er iemand onderdeel uitmaken van de sollicitatiecommissie ter ondersteuning van het oprichtingsbestuur. Deze sollicitatiecommissie formuleert een selectieprocedure en werkt een methode uit. Het LSA draagt methodes (vragenlijsten, assessments, etc.) aan.
19
Algemeen functieprofiel zakelijk leider Hieronder is een algemeen functieprofiel voor een zakelijk leider uitgewerkt. Afhankelijk van de buurt, en de activiteiten en omvang van het BewonersBedrijf zal dit verder gedetailleerd moeten worden. Titel Zakelijk leider BewonersBedrijf Het BewonersBedrijf Het BewonersBedrijf is een organisatievorm naar voorbeeld van de Engelse Community Enterprises en Development Trusts. Er liggen 4 principes ten grondslag aan elk BewonersBedrijf, het:
werkt aan economische, fysieke en sociale ontwikkeling van een gebied waarin bewoners zich herkennen; is onafhankelijk, zelfvoorzienend en de winst vloeit terug naar de wijk en komt niet terecht bij private personen; is ontstaan op initiatief van bewoners, is in bezit van bewoners en wordt bestuurd door en voor bewoners; is gericht op samenwerking met bewonersverenigingen, lokale overheid, instellingen en bedrijven.
In feite wordt in een BewonersBedrijf maatschappelijk rendement behaald, met bewoners aan het stuur, aan de hand van een financieel gezond verdienmodel.
Doel van de functie De zakelijk leider is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding, opbouw en doorontwikkeling van het BewonersBedrijf in opdracht van en in samenwerking met het bestuur. Plaats in de organisatie De zakelijk leider is in dienst van het BewonersBedrijf en krijgt zijn of haar opdracht van het bestuur van het BewonersBedrijf. Het bestuur en de zakelijk leider inventariseren wat er in de buurt speelt, waar behoefte aan is en welke kansen er liggen. Op basis daarvan bepaalt het bestuur welke koers het BewonersBedrijf gaat varen. Voor deze koers ontwikkelt de zakelijk leider gezonde verdienmodellen met concrete activiteiten die maatschappelijk rendement opleveren, financieel haalbaar zijn en waar bewoners in geloven. De uitvoering van de activiteiten gebeurt in samenwerking met vrijwilligers en het bestuur. De zakelijk leider is samen met het bestuur verantwoordelijk voor de werving en selectie van vrijwilligers en/of personeel en is in opdracht van het bestuur verantwoordelijk voor de aansturing van vrijwilligers en/of personeel.
20
Contacten De zakelijk leider onderhoudt uit hoofde van zijn functie vele contacten zowel binnen als buiten het werkgebied. Binnen het werkgebied: Bewoners; zowel individueel als georganiseerd in bewonersorganisaties, verenigingen stichtingen etc. Uitvoerende functionarissen van, in het gebied werkzame, organisaties en instanties zoals scholen, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk, woningcorporaties, politie, gemeente etc. Bedrijven in het werkgebied zowel detailhandel als overige bedrijven. Buiten het werkgebied: Gemeente, bestuurlijk zowel als ambtelijk. Directie, management en andere leidinggevenden van organisaties die in de wijk actief zijn. LSA en eventueel andere landelijke instellingen. Samenvatting werkzaamheden In opdracht van en in samenwerking met het bestuur:
verdienmodellen (door)ontwikkelen een jaarplan opstellen en uitvoeren de organisatie inrichten personeels-/vrijwilligersbeleid uitvoeren bewoners consulteren relaties met bewoners, gemeente en instellingen onderhouden
Opleidingsniveau, kennis HBO niveau Kennis van bedrijfsvoering Persoonlijke eigenschappen Grote mate van zelfstandigheid, zeer goede contactuele eigenschappen, kunnen omgaan met mensen uit alle lagen van de maatschappij, creativiteit en doorzettingsvermogen zijn belangrijke persoonseigenschappen voor deze functie. Daarnaast zijn betrouwbaarheid en leidinggevende capaciteiten belangrijk. Samengevat gaat het om iemand die ondernemend en sociaal vaardig is met een passie voor de missie van het BewonersBedrijf
21
Ervaring Het gaat om een nieuwe functie waarin aantoonbare ervaring in functies die raakvlekken hebben met deze functie zoals ondernemer, leidinggevende, sales en marketing, burgerzeggenschap tot aanbeveling strekken.
22
Beoordelings- en toekenningstraject startkapitaal Op basis van de ervaringen die het LSA, de beoordelingscommissie en de initiatieven in het eerste jaar hebben opgedaan zijn de beoordeling- en toekenningsprocedure verder uitgewerkt. Het LSA heeft beschikking over een totaalbedrag van 1,7 miljoen vanuit de Nationale Postcodeloterij en het Fonds Werken aan Wonen. Initiatieven die opgenomen worden in het Experiment BewonersBedrijven kunnen een aanvraag van maximaal € 200.000,- als startkapitaal voor de periode van 2 jaar aanvragen. Tot 1 juni 2014 worden er geen nieuwe initiatieven meer opgenomen in het experiment tenzij projecten afvallen of eerder duidelijk is wat de financieringsbehoefte is van die initiatieven die al onderdeel uitmaken van het experiment. Het LSA is de organisatie die uiteindelijk bepaalt of er startkapitaal wordt toegekend aan een kandidaat-BewonersBedrijf, maar omdat het LSA de groepen zelf ook begeleidt is het niet verstandig ‘je eigen vlees te keuren’. Daarom heeft het LSA een beoordelingscommissie ingesteld die de haalbaarheid en het potentiele maatschappelijke rendement van de ondernemingsplannen beoordeelt. Het LSA neemt het advies van de beoordelingscommissie als leidraad voor de toekenning van startkapitaal. Met deze uitgangspunten ziet het beoordelings- en toekenningstraject er als volgt uit:
Wanneer het kandidaat-BewonersBedrijf aangeeft klaar te zijn om te starten met een BewonersBedrijf gaat het LSA na of zij zich daarin kan vinden. Dit betekent dat er tenminste een ondernemingsplan met een gezond verdienmodel uitgewerkt moet zijn, waar zowel de financiën en het maatschappelijk rendement helder beschreven staan en dit - bij voorkeur - ook gecontroleerd is door een accountant. Daarnaast moeten er een oprichtingsbestuur en een zakelijk leider klaarstaan.
In overleg met het kandidaat-BewonersBedrijf en de beoordelingscommissie wordt een datum geprikt voor een beoordelingsinterview. Idealiter worden er twee beoordelingen op één dag gepland op een neutrale (goed bereikbare) locatie.
De commissie ontvangt twee weken voor de beoordeling het ondernemingsplan.
Bij het beoordelingsinterview is tenminste de beoogd zakelijk leider en de beoogd voorzitter aanwezig. Idealiter het gehele oprichtingsbestuur. In de uitnodiging wordt vermeld hoeveel afgevaardigden u mee mag brengen.
Het beoordelingsinterview duurt circa een uur tot maximaal anderhalf uur. Het heeft vooral de vorm van een vraaggesprek tussen de bestuurders, zakelijk leider en commissieleden. Het staat de groep vrij om hun plan te presenteren zoals ze dat zelf willen. Het LSA kan de groep daarbij ondersteunen.
Op basis van het interview en het ondernemingsplan beoordelingscommissie een advies uit aan het LSA. 23
brengt
de
Het LSA neemt vervolgens maximaal een week de tijd om zich te beraden op het advies en een besluit te nemen over het toekennen van het startkapitaal.
Afhankelijk van de hoogte en de besteding van het startkapitaal wordt het in twee fases beschikbaar gesteld. De eerste bij aanvang op basis van het benodigde startkapitaal voor het eerste jaar. Als na een jaar de (omzet)doelstellingen zijn gehaald die zijn gesteld voor het eerste jaar, wordt de tweede fase ook overgemaakt. Als deze doelstellingen niet gehaald zijn volgt er een gesprek met de beoordelingscommissie om de haalbaarheid van het tweede jaar te beoordelen. Op basis hiervan besluit het LSA of en op welke manier de tweede fase overgemaakt wordt.
Het LSA kent geen startkapitaal toe als het hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de bouw, aankoop of het opknappen van vastgoed.
24