Experiment TS-4 Brunssum (beleidsregels en uitvoeringsafspraken)
Brandweer Parkstad-Limburg
Versie 4.0 12 april 2007 Stafsectie Projecten & Beleid Ing. R.E. van der Valk MCDm
1
Inleiding/aanleiding Als gevolg van landelijke en regionale ontwikkelingen is vanuit de projectgroep “Innovatie” het idee geopperd om de (on)mogelijkheden van een tankautospuit met een vierpersoonsbemanning, de zogenoemde TS-4, te onderzoeken. Gezien de complexiteit inzake operaties, inzet- en alarmeringsprocedures, veiligheid bij repressief optreden en technologische ontwikkelingen is een weloverwogen uitwerking noodzakelijk alvorens met een dergelijke werkwijze aan te vangen. Om te voorkomen dat het geheel slechts in theorie uitgewerkt zal worden is gekozen voor een experiment waarbij op empirische wijze de (on)mogelijkheden van een TS-4, worden verkend. Deze notitie bevat hiertoe de uitwerkingsafspraken omtrent de uitvoering van een experiment met een vierpersoonsbemanning. Werkwijze Om te komen tot een goede voorbereiding van het experiment heeft een werkgroep “TS-4, bestaande uit bevelvoerders, manschappen en officieren zich bezig gehouden met voorbereiding van dit experiment. Hiertoe zijn een viertal bijeenkomsten van deze werkgroep geweest. De werkgroep heeft zich hierbij gericht op de operationele, technische, organisatorische en personele aspecten van een dergelijk experiment. Hierbij is gebruik gemaakt van diverse beschikbare notities en theoretische studies van korpsen die zich met soortgelijke materie hebben beziggehouden. Vanuit de medezeggenschap (OR) heeft ook een vertegenwoordiger in de werkgroep plaatsgenomen. Besluitvorming 22-03-2007 26-03-2007 27-03-2007 27-03-2007 28-03-2007 12-04-2007 12-04-2007 16-04-2007
Afronding uitwerking werkgroep MT C-besluit Aanbieding OR (ter info) Bespreking bestuurlijke aspecten in DB Bespreking OR (ter info) Uitgaan van dienstmededeling Start experiment
Uitgangspunten De uitgangspunten voor de praktijktest “TS-4” zijn: -
het experiment dient lang genoeg te zijn om voldoende praktijkervaring op te doen; het experiment dient te passen in de huidige bedrijfsvoering; het experiment dient van voldoende veiligheidswaarborgen te zijn voorzien; het experiment wordt maandelijks gemonitored en na 3, 6 en 12 maanden geëvalueerd; het experiment dient zo veel mogelijk te passen in de huidige procedures en werkwijzen;. gedurende het experiment wordt de TS–4 niet als een incomplete TS beschouwd.
Financiële aspecten Budgetneutraliteit De uitvoering van het experiment verloopt budgetneutraal, met dien verstande dat enige technische maatregelen aan de TS voorrang hebben gekregen. Deze voorzieningen zijn bekostigd uit de reguliere budgetten van materieel en innovatie. Informatieve en communicatieve aspecten Teneinde het experiment, alsmede de uitvoeringsregels, bij eenieder bekend te maken zal het volgende communicatietraject worden doorlopen: -
2
Tussentijds besprekingen in werkoverleg Het bespreken met de Ondernemingsraad van de brandweer Parkstad-Limburg; Het doen uitgaan van een dienstmededeling;
Het experiment periodiek in het werkoverleg aan de orde te stellen; De eenheden voorzien van een inkijkexemplaar van deze notitie; Bespreking en toelichting met omliggende korpsen (Schinnen, Onderbanken, WM).
-
Reden en doelstelling van het experiment De redenen om een experiment uit te voeren zijn: -
Aftasten van mogelijkheden tot een betere afstemming van potentieel op de klus, (flexibele slagkracht); Verkenning naar efficiëntie in de bedrijfsvoering.
De doelstellingen van het experiment -
Het experiment richt zich op de operationele mogelijkheden van een TS met een vierpersoonsbezetting, zowel ten behoeve van de eerste als de daaropvolgende uitruk. Het experiment moet duidelijk maken voor welke taken een TS met vierpersoonsbezetting toepasbaar is. Het experiment dient duidelijkheid te scheppen in de balans tussen belasting en belastbaarheid van uitrukpersoneel.
Duur van het experiment Het experiment start op 16 april 2006 en wordt gedurende 1 jaar uitgevoerd. De keuze om gedurende 1 jaar dit experiment uit te voeren is gebaseerd op de wens om voldoende gegevens te verkrijgen, het kunnen bekijken van seizoensinvloeden en de invloed van de belasting van specifieke periodes gedurende het jaar zoals vakantieperiode en de periode rondom Oud en Nieuw. Operaties Brand In principe zou, ten behoeve van het experiment en het genereren van zo veel mogelijk vergelijkingsmateriaal, alle inzetten en werkzaamheden die normaal met een TS-6 uitgevoerd worden, door een TS-4 dienen te worden uitgevoerd. Een quick scan door de Tabel Inzetbehoeftes/meldingsclassificaties leert dat het theoretisch ook mogelijk is. Echter, gezien het ontbreken van praktische ervaringen en ten behoeve en het wegnemen van onveiligheidsgevoelens bij de manschappen van met name de inzetten bij binnenbrand wordt voor dit type inzetten een aangepast inzetvoorstel voorgesteld. Hierbij wordt standaard (en voorgeprogrammeerd) een tweede TS gealarmeerd. Dit inzetvoorstel geldt alleen voor het vak waarvoor Brunssum als eerste TS staat geprogrammeerd. De tweede TS kan dan, afhankelijk van de locatie in het genoemde vak, uit Heerlen, Hulsberg, Onderbanken of Schinnen komen. De bijlage 1 bevat, ter indicatie, een overzicht van de opkomsttijden van beide TS-en voor een aantal (willekeurig gekozen) locaties alsmede een indicatie van het aantal inzetten waarbij een tweede TS uitrukt. Beleidslijn:
Voor alle inzetten, met uitzondering van binnenbrand, gelden de standaard inzetvoorstellen zoals die in maart 2006 zijn geïntroduceerd.
Afhankelijk van opgedane ervaringen gedurende het eerste half jaar van het experiment wordt afgewogen of het operationeel mogelijk en/of verantwoord is om de alarmering van een tweede TS al dan niet te continueren. Hulpverlening Voor hulpverleningen wordt, gezien de beperkte risico’s voor het uitrukpersoneel, met een TS-4 en een HV-I/II uitgerukt. Met name voor dit soort inzetten kan het experiment inzicht bieden in de (on)mogelijkheden van een viermansbezetting (aangevuld met een tweemansbezetting van de HV). Beleidslijn:
3
Voor hulpverleningen gelden de standaard inzetvoorstellen zoals die in maart 2006 zijn geïntroduceerd.
OGS Voor OGS is overwogen om het inzetvoorstel hiervoor aan te passen. Echter, het merendeel (95%) van de OGS-incidenten betreft kleinere incidenten (aardgaslekkages, lekkages voertuigen). Het verzwaren van de inzetbehoefte zou een te zware wissel trekken op de organisatie en het effect van het experiment nader verzwakken. De bevelvoerder en OvD spelen hierbij een cruciale rol ten aanzien van de keuze om op te schalen om backup-ploegen beschikbaar te hebben. Beleidslijn:
Voor ongevallen met gevaarlijke stoffen gelden de standaard inzetvoorstellen zoals die in maart 2006 zijn geïntroduceerd.
Dienstverlening Voor dienstverlening is overwogen om het inzetvoorstel hiervoor aan te passen. Echter, de diversiteit en dientengevolge de zwaarte van inzetten maakt het niet haalbaar om hiervoor standaard inzetvoorstellen te ontwikkelen. Ook is hier geen sprake van spoedeisend karakter en van zwaarwegende veiligheidsaspecten voor het personeel. Het verzwaren van de inzetbehoefte zou een te zware wissel trekken op de organisatie en het effect van het experiment nader verzwakken. De bevelvoerder en OvD spelen hierbij een cruciale rol ten aanzien van de keuze om hiervoor assistentie op te roepen. Beleidslijn:
Voor dienstverleningen gelden de standaard inzetvoorstellen zoals die in maart 2006 zijn geïntroduceerd alsmede de gangbare procedures voor de afhandeling van dergelijke inzetten.
Grootschalig optreden Ten aanzien van het grootschalig optreden is overwogen om het inzetvoorstel hiervoor aan te passen. Echter, de diversiteit van taken en de momenten waarop en waar de inzet plaatsvindt is het niet wenselijk om hiervoor het standaard inzetvoorstel aan te passen. Daarnaast zou een aanpassing leiden tot een verzwakking van het experiment om te ontdekken of het toepassen van een TS-4 bij grootschalig optreden mogelijk is. De bevelvoerder en OvD spelen hierbij een cruciale rol ten aanzien van de keuze om te bepalen of er met 6 dan wel met 4 man uitgerukt wordt. Beleidslijn:
Voor grootschalige inzetten gelden de standaard inzetvoorstellen zoals die in regionaal verband zijn vastgesteld.
Herbezetting De bemanning voor de tweede TS van Brunssum, (herbezetting, tweede uitruk) bestaat uit 6 mensen. (bevelvoerder, chauffeur pompbediende en vier manschappen) Oefening Het uitrukpersoneel van de kazerne Brunssum zal zich, in samenhang met de Leidraad oefenen, nader bekwamen in de (on)-mogelijkheden van de TS-4. Personeel en Organisatie Bezetting op kazerne De bezetting ten behoeve van de eerste uitruk vanuit de kazerne Brunssum is gesteld op: -
1
1 bevelvoerder 5 manschappen waarvan: 1 chauffeur TS 2 manschappen TS 2 manschappen RV Totaal 6 mensen (afhankelijk van dag en tijdstip zijn dit of beroeps- of vrijwillig personeel) Boventallig personeel wordt, conform afspraken omtrent roostering en verlofregeling, op andere
1
In de praktijk zijn er situaties denkbaar waarbij er twee bevelvoerders op dienst zijn: Eén van de twee bevelvoerders vervult dan een manschappentaak.
4
eenheden geplaatst of er wordt verlof opgenomen, met dien verstande dat, indien dit voor de normale bedrijfsvoering nodig is, hier maatwerk geleverd kan worden. In dergelijke gevallen beslist de eenheidschef en/of het OO. Samenstelling ploeg Bij de samenstelling van de dagstaat en bij de indeling van de ploeg houden zowel de verantwoordelijke (plv.) chef als de bevelvoerder rekening met ervaring, vaardigheden en kennis van manschappen (M/V). Incentive na experiment Omdat er aanspraak op het personeel wordt gedaan om een gewijzigde uitvoering van het werk en hogere mate van flexibiliteit van het betrokken personeel wordt verwacht is een incentive bespreekbaar. De hoogte, uitvoering en verdeelsleutel kunnen echter pas achteraf bepaald worden. Nadere afspraken hierover worden na de tweede evaluatie (na een half jaar) gemaakt.
Technische maatregelen Aan de eerste TS van Brunssum wordt, om met name tijdens de fase van het rijden vanuit de kazerne naar een incident het aantal handelingen en verrichtingen van de bevelvoerder en manschappen te verminderen, een aantal technische zaken uitgevoerd. Hierbij dient er voor gewaakt te worden dat voorkomen moet worden dat, onverlet de prima ideeën, er allerlei technische maatregelen worden genomen om mogelijke problemen af te dekken. Enerzijds wordt hiermee een stuk schijnveiligheid gecreëerd en anderzijds wordt ook een vergelijking met de conventionele methode (TS met 6 personen) troebel. Daarnaast kan het, zij het incidenteel, voorkomen dat een andere, niet met allerlei ondersteunende technische voorzieningen uitgeruste, TS in plaats van de aangepaste TS als eerstelijns-voertuig wordt ingezet. VDO-paging Teneinde het tijdrovende intoetsen van het uitrukadres in het rijroutesysteem te stroomlijnen wordt via de aging het uitrukadres rechtstreeks naar het rijroutesysteem gezonden. De bevindingen zullen als input dienen voor de keuze of deze technologie ook voor alle andere voertuigen zal worden geïmplementeerd. Tweede scherm VDO Ten behoeve van het bedieningsgemak voor de manschappen wordt een tweede scherm van het VDO-systeem in het manschappengedeelte gepropageerd. De bevindingen zullen als input dienen voor de keuze of deze werkwijze ook voor alle andere voertuigen zal worden geïmplementeerd. Moditech Het reeds bekende Moditech systeem (digitale aanvalskaarten, bluswatervoorziening en crashrecovery system) wordt in de TS Brunssum versneld ingevoerd. Het handmatige en tijdrovende opzoeken van de juiste aanvalskaart, bluswatervoorzieningen en het voertuigtype (bij HV) door manschappen wordt hiermee weggenomen. Portofoons De portofoons zijn op een gebruiksvriendelijkere locatie in het voertuig geplaatst. Afbakening Technische voorzieningen die op korte termijn vanuit technisch, operationeel of financieel oogpunt niet haalbaar zijn, worden niet geïmplementeerd. Deze zaken worden in een later stadium dan in andere projecten verwerkt (Additieven voor bluswater, schuimluchtblussing, automatische pompdrukregulatie, warmtebeeldcamera’s of hotspotinstrumenten). e
2 TS Brunssum en TS-en van andere eenheden De technische maatregelen zullen ook voor de tweede TS van Brunssum binnen 4 maanden en op termijn voor de andere TS-en worden geïmplementeerd. Indien de eerste TS onverhoopt mocht uitvallen wordt, zoals gebruikelijk de tweede TS gebruikt als eerste uitrukvoertuig. Zolang de technische voorzieningen in dit voertuig niet getroffen zijn wordt uitgerukt met een TS-6 en wordt de RV/HV buiten dienst gesteld.
5
Bestuurlijke aspecten Het bestuurlijk vastgestelde beleidsplan brandweer biedt mogelijkheden om een dergelijk experiment uit te voeren. In de bestuursvergadering van het dagelijks bestuur (28-03) van Brandweer ParkstadLimburg is de start van dit experiment aangekondigd. Communicatie Interne communicatie Bevelvoerders De bevelvoerders, zowel beroeps als vrijwillig, van Brandweer Parkstad-Limburg worden allen geïnstrueerd over de werkwijze met de TS-4. Door middel van oefeningen en instructies zijn handvatten geformuleerd door en voor de bevelvoerders zelf. Deze handvatten dienen er toe om weloverwogen een inzet te plegen en zijn weergegeven in bijlage 3. De coördinatie ligt in handen van de chef eenheid Brunssum. Manschappen De manschappen, zowel beroeps als vrijwillig, worden in de reguliere oefenblokken door de bevelvoerders/instructeurs geïnstrueerd over werkwijze het gebruik van technologische voorzieningen en de afdekking van mogelijke onveilige situaties (inschatting van de bevelvoerder en de aankomst van tweede TS). Deze instructies vinden plaats in de weken 14 en 15. Aanvullend personeel krijgen de instructies bij de aanvang van de dienst die zij in Brunssum dienen te vervullen. (Hoofd)Officieren Officieren en hoofdofficieren worden geïnstrueerd en geïnformeerd via het MT (26 maart) via het OO (3 april), en het (H)OvD-overleg (7 mei) en in specifieke situaties vinden bilateraal. (Vrijwillige officieren en officieren bij PP & V) De chef eenheid Brunssum en chef stafsectie dragen zorg voor deze informatievoorziening. De informatievoorziening vindt plaats in week 14. Dienstmededeling Na bespreking met de OR en afronding van het besluitvormingstraject wordt er een dienstmededeling opgemaakt. Externe communicatie Brandweer Schinnen De commandant en het korps van de gemeente Schinnen worden, nadat de interne communicatie is afgerond, zowel mondeling als per brief geïnformeerd. De liaison van de Westelijke Mijnstreek alsmede projectleider van de projectgroep zullen dit uitvoeren. Deze informatievoorziening vindt plaats in week 14. Brandweer Onderbanken De commandant en het korps van de gemeente Onderbanken worden nadat de interne communicatie is afgerond, zowel mondeling als per brief geïnformeerd. De liaison van de Westelijke Mijnstreek alsmede projectleider van de projectgroep zullen dit uitvoeren. . Deze informatievoorziening vindt plaats in week 14. Brandweer Westelijke Mijnstreek De liaison van de Westelijke Mijnstreek rapporteert aan de commandant Westelijke mijnstreek. Regionale brandweer Zuid Limburg De commandant van de Regionale Brandweer Zuid-Limburg, zal per brief worden geïnformeerd. Een afschrift zal hiervan naar de chef van de Regionale Alarmcentrale worden gezonden. NVBR Een afschrift van deze notitie wordt, na vaststelling en ter informatie, aangeboden aan de NVBR, via de liaison van het netwerk Repressie.
6
Bestuur Brandweer Parkstad-Limburg Het Dagelijks bestuur van de brandweer Parkstad-Limburg wordt geïnformeerd over en gevraagd akkoord te gaan met de start van het experiment (DB-vergadering 28-03).
Monitoring en evaluatie Monitoring Gedurende het experiment wordt continu gemonitored hoe het experiment verloopt en of er sprake is van onoorbare situaties ten aanzien van veiligheid, belasting en belastbaarheid en de bedrijfsvoering. Van alle betrokkenen (manschappen, bevelvoerders, officieren) wordt een actieve en constructieve rol verwacht om het experiment verantwoorde uit te voeren. Ter ondersteuning is een monitoringsformulier beschikbaar. (Zie bijlage 2) Logboek Gedurende het experiment wordt een logboek bijgehouden over aantallen en typen inzetten en de praktijkervaringen van het operationeel optreden. Dit logboek dient als input voor de evaluaties. Evaluaties Na 3, 6 en 12 maanden vinden er tussentijdse evaluaties plaats, waarbij manschappen, bevelvoeders en officieren actief betrokken worden.De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de stafsectie Projecten en Beleid. De rapportages zullen ter informatie naar de medezeggenschap (OR) gaan en ter beschikking worden gesteld aan betrokkenen.
Voorstel Voorgesteld wordt om akkoord te gaan met de in deze notitie weergegeven beleids- en uitvoeringsregels alsmede met het interne en externe communicatietraject. Literatuur P. Huls, brandweer Delft-Rijswijk, “Van 6 naar 4”, (2004) Save/Oranjewoud, De invloed van de bezetting van de tweede tankautospuit….” (2006) Save, “Uitgewerkte resultaten van de proefnemingen met AL-bemanning A’dam” (1993) Hazeleger, J. et al, concept projectvoorstel 4 persoonstankautospuit gemeente Utrecht, (2006)
7
Bijlage 1 Overzicht tijden TS-1 en TS –2 in Vak Brunssum Met behulp van het dekkingsprogramma “Care” zijn een tiental locaties in het inzetvak van TS1 van Brunssum bekeken. In onderstaande tabel weergegeven. Opm: Dit zijn theoretische berekende tijden en zijn derhalve indicatief. Locatie Dorpstraat, Brunssum Trichterweg, Brunssum Pijler, Brunssum Peerdendries, Brunssum Heerenweg, Heerlen Prins Hendrikstraat, Hoensbroek De Ping, Nuth Clouserweg, Schinnen Grachtstraat, Schinnen
Tijd TS-1 Brunssum 05:44 04:23 02:03 07:37 07:16 08:13 09:07 09:44 07:13
Tijd TS 2 TS-2 vanuit 08:26 11:19 10:30 08:01 07:22 08:47 10:11 12:28 08:59
Onderbanken Heerlen Heerlen Onderbanken Heerlen Heerlen Hulsberg Schinnen Schinnen
Tijdsverschil 02:42 06:56 08:27 00:24 00:06 00:34 01:04 02:44 01:46
De resultaten van de opkomsttijd TS-2 dienen ter beeldvorming. Daarnaast dient bij de interpretatie de onderstaande overwegingen meegenomen te worden. -
Ingeval TS-1 een lagere opkomsttijd heeft (dichtbij de kazerne) , en dientengevolge de TS-2 later ter plaatse is, de TS-1 een brand te bestrijden heeft die zich minder ontwikkeld heeft. In geval TS-1 een hogere opkomsttijd heeft (verder van de kazerne), de TS-2 sneller ter plaatse is, beide eenheden samen een brand bestrijden die zich meer ontwikkeld heeft. De opkomsttijden theoretisch bepaalde waarden zijn. Eventuele verkeersituaties (drukte, spitsuur, omleidingen etc.) kunnen leiden tot behoorlijke afwijkingen in de praktijk.
-
Brandfrequentie en belasting2 Aantal keer binnenbrand: Waarvan TS 2:
2
Op basis van uitrukgegevens van 2006
8
66 50 keer uit Heerlen zou komen 08 keer uit Onderbanken zou komen 06 keer uit Schinnen zou komen 02 keer uit Hulsberg zou komen
Bijlage 2 Formulier3 Monitoring inzetten TS-4 Brunssum Datum incident:
……………………………………………………………
Aard incident:
……………………………………………………………
Naam medewerker(s):
…………………………………………………………….
Bevindingen inzet: …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
3
Dit formulier zenden naar stafsectie Projecten en Beleid, Brandweer Parkstad-Limburg.
9
Bijlage 3 HANDVATTEN VOOR DE BEVELVOERDER Inzet met binnenaanval De meest cruciale inzet ten aanzien van veilig en effectief optreden is het plegen van een binnenaanval in gebouwen. Deze inzettactiek wordt gekozen bij grofweg een drietal scenario’s. Deze zijn: 1 2 3
Brandhaard(en) opsporen en onder controle houden Slachtoffer(s) opsporen en redden Brandhaard(en) opsporen en onder controle houden/Slachtoffer(s) opsporen/redden
Hierbij dient men zich bewust te zijn van het feit dat een inzet met één TS zich beperkt tot één brandcompartiment. Indien zich daarbuiten nog zaken voordoen is al snel sprake van middelbrandsituatie. Standaardaflegsysteem met 6 man (TS-6 versus TS-4 + AL) De standaard (landelijk geüniformeerde) aflegsystemen voor brand en HV zijn allen gebaseerd op 6 personen. De opleidingen en oefeningen van manschappen en bevelvoerders zijn hierop gebaseerd. Omdat bij de inzetten die het er toe doen (binnenbrand, HV) sprake is van het uitrukken van zowel een TS als een RV of HV is zijn er altijd 6 personen ter plaatse, hetgeen er toe leidt dat er, vooralsnog geen aanpassingen in het aflegsysteem plaats hoeven te vinden. Het experiment dient er mede toe om aflegsystemen voor een 4 mans TS te ontwikkelen. Aanvalsploeg Hoewel het verleidelijk kan zijn om als bevelvoerder en nummer 1 de binnenaanval in te zetten en hiermee nr. 2 als straalpijpvoerder te gebruiken dient men er zich van te vergewissen dat het alleen laten opereren van manschappen risico’s met zich meebrengt. Alleen als er sprake is van zichtcontact is een dergelijke werkwijze verantwoord. Echter gezien de mogelijkheid van zich snel veranderende omstandigheden (rookontwikkeling, stoom, hitte) wordt afgeraden om personeelsleden alleenstaand in te zetten. Tweede TS De tweede TS is, bij binnenbrand, aanrijdend. Het is belangrijk om deze eenheid zo snel mogelijk van informatie over de situatie te voorzien zodat deze nadere maatregelen kan treffen. Bemanning RV De bemanning van het redvoertuig is niet uitsluitend gebonden aan taken met het redvoertuig. Deze e manschappen zijn ook inzetbaar als waterploeg, 2 aanvalsploeg of als back-up. De bevelvoerder bepaalt de werkzaamheden van deze manschappen. Uitvoerende rol bevelvoerder Omdat de bevelvoerder waarschijnlijk meer uitvoerende taken krijgt dient het experiment er mede toe inzicht te verschaffen om zijn taken zo ergonomisch mogelijk in te richten. Aandachtspunten hierbij zijn: -
-
10
Bediening van één portofoon in plaats van twee. (TMO voor pompbediende) Helmlampen ten behoeve van “hands free” werken