Informatiebrochure
Post-hbo leergang Bewegingsonderwijs via Pabo
2011 – 2013 Bestemd voor: - Kandidaat-cursisten voor de leergang - Stagescholen en betreffende begeleiders
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
Inhoudsopgave
pagina
1 Inleiding
1
2 Korte karakteristiek van leergang (inhoud) - Studielast - Programma - Typering van de blokken - Contacttijden - Stages - Over veiligheid en aansprakelijkheid - Bevoegde begeleiding - Multi mediale middelen - Toetsing
2 2 2 2 3 3 3 4 4 5
3 Instroomprocedure voor de leergang aan de CHE-PABO (inschrijving) - startprofielen - EVC‟s
5 5 6
4 Doorstroom/ uitstroomprocedure (maatwerk) - Deelcertificering- eindcertificering
6 6
5 Bijlagen Bijlage 1: Betekenis van de leergang bewegingsonderwijs Bijlage 2: De certificeringeisen van de leergang blokken 1 t/m 3 Bijlage 3: Voorbeeld lesvoorbereidingsformulier BO Bijlage 4: Voorbeeld lesevaluatieformulier blok 1 Bijlage 5: Materiaallijst gymzaal (indicatief) Bijlage 6: Onderwijsleerpakket BO Bijlage 7: Lijst ondersteunend materiaal (handboeken/methoden/websites) Bijlage 8: Inschrijfformulier
7 9 15 16 18 20 21 22
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
1
1 Inleiding Vanaf 2001 is de wet bevoegdheidsregeling rond het bewegingsonderwijs op de basisschool veranderd. Studenten die vanaf 2004 regulier afstuderen op een Pabo zijn niet meer automatisch bevoegd voor het geven van bewegingsonderwijs aan de groepen 3 t/m 8. De wetswijziging voorziet in een kwaliteitsimpuls voor het vak bewegingsonderwijs in het primair onderwijs (inclusief speciaal onderwijs) waarbij die bevoegde groepsleraren die ook de leergang bewegingsonderwijs via Pabo hebben gevolgd (als Post hbo-opleiding) de lessen bewegingsonderwijs voor de betreffende groepen kunnen gaan verzorgen, naast de mogelijkheid om hiertoe ALOafgestudeerden in te zetten. Voor de nabije toekomst ligt het in de bedoeling dat elke basisschool, naast groepsleraren, ook één à twee vakleraren in dienst heeft, die de lessen bewegingsonderwijs gaan verzorgen. Aldus opgeleide vakleraren kunnen ook in het speciaal onderwijs het vak bewegingsonderwijs gaan verzorgen. De opleidingen die door de diverse Pabo‟s worden verzorgd vallen onder de regelgeving van het ministerie OC & W en in het bijzonder onder de kwaliteitszorg van de Stichting Post HBO. Pabo‟s mogen niet anders dan rechtsgeldige certificaten uitgeven, indien de opleiding voor vakleraar bewegingsonderwijs gecertificeerd is en aldus erkend door de Stichting Post HBO. De CHE ontving haar certificaat voor het verzorgen van de opleiding in december 2007.
De aan de opleiding verbonden deelcertificaten, die cursisten na elk succesvol blok krijgen uitgereikt, zijn landelijk onderling uitwisselbaar; een cursist die in Ede certificaat I gehaald heeft, kan elders in het land de opleiding op een passende manier vervolgen. Pabo‟s hebben de mogelijkheid om delen van het curriculum op te nemen in het initiële deel van de opleiding. Dat betekent dat naast afgestudeerde vakleraren via CHE-Transfer, ook reguliere studenten delen van de leergang kunnen volgen. De CHE-Pabo heeft gekozen om vanaf schooljaar „10/‟11 één van de drie blokken van de leergang op te nemen in het keuzemenu van de studenten in hun vierde studiejaar. De informatie in deze brochure is gebaseerd op de inhoud en vormgeving van de opleiding, zoals deze tot nu toe is ontwikkeld. De voormalige staatssecretaris van onderwijs, mevrouw Dijksma, heeft op grond van de evaluatierapporten van 2007 de leergang in het voorjaar van 2008 bijgesteld. Deze bijstellingen zijn in deze brochure meegenomen.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
2
2 Korte karakteristiek van de leergang (inhoud) Studielast De leergang kent vanaf 1 september 2008 een landelijk vastgestelde studielast van 600 uren, als volgt verdeeld over de diverse opleidingsgebieden: - Contacturen: 150 uren - Zelfstudie: 300 uren - Stage: 150 uren De CHE kiest ervoor om elk blok van de opleiding in een periode van 8 maanden aan te bieden en af te ronden. Dit betekent dat de gehele opleiding in 2 jaar afgerond kan worden, waarbij de gemiddelde studielast ongeveer 8 uur per week bedraagt. Vanuit de overheid is vastgelegd dat de opleiding niet langer mag duren dan twee jaar. Wij menen via de door ons gekozen constructie voldoende garantie te kunnen bieden dat de cursist de opleiding binnen 2 jaar kan afronden. Programma Het curriculum is verdeeld in drie gelijke blokken van 200 studie-uren. Elk blok dat voldoende wordt afgerond levert een deelcertificaat op. Drie opeenvolgende deelcertificaten van alle blokken leveren de bevoegdheid voor vakleraar bewegingsonderwijs op. Elk blok kent een aantal modules, waarin een centraal thema wordt uitgewerkt. Typering van de blokken Hieronder worden de drie blokken weergegeven zoals ze ontwikkeld en afgeleid zijn van de leergang zoals opgesteld door het Ministerie van OC & W in samenwerking met de SLO (leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo, 2003), en de wijzigingen van de leergang per 1 september 2008. Blok I: Aanbieden van activiteiten 1. Inrichten, instrueren en organiseren van bewegingsactiviteiten die lukken 2. Inrichten, instrueren en organiseren van lessen bewegingsonderwijs (met als optiek dat iedereen mee kan doen) 3. Volgordes binnen leerlijnen 4. Differentiatie 5. Volgorde en differentiatie Blok II: Begeleiding en leerhulp 1. Reguleren van bewegingssituaties 2. Observeren, leerdoelen en leerhulp 3. Observeren, leerdoelen en leerhulp 4. Ongevallen en veiligheid 5. Stage 2 Blok III: Maatwerk en visie 1. Vak)onderwijsconcepten en planning (40) 2. Ontwerpen van bewegingssituaties (40) 3. Brede zorg (60) 4. Stage 3 (60)
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
3
Contacttijden Elk blok kent 11 contactmiddagen waarbij de colleges plaatsvinden in de sportzaal of op het sportveld. De CHE-opleiding kent een presentieplicht van minimaal 80% en de cursist dient geschikte sportkleding te dragen tijdens de praktijkcolleges. Bij langdurige blessures of andere fysieke beperkingen zoals een voortschrijdende zwangerschap zal middels een voortgangsgesprek overlegd worden of voortzetting van de opleiding verantwoord is. Zonder afbreuk te doen aan de kwaliteitseisen van de opleiding zal dan gekeken worden naar een passend vervolg voor de cursist. Stages Gedurende de opleiding wordt er van cursisten verwacht dat zij 150 uren besteden aan stageactiviteiten, verdeeld over de diverse groepen van de basisschool, met uitzondering van de groepen 1 en 2. Per blok krijgen de cursisten de opdracht mee een eigen basisschool te zoeken die hen de mogelijkheden kan en wil verschaffen om de benodigde lessen te geven. Voor Transfer-cursisten is dit in de regel de school waar men werkt. In de blokken 1 en 2 dient men 25 lessen bewegingsonderwijs te geven, in blok 3 15 lessen. Voor scholen heeft het “in huis hebben” van een leergang cursist ook gevolgen; de stageopdrachten strekken zich uit van de groepen 3 t/m 8; waarbij verschillende soorten opdrachten uitgevoerd dienen te worden. De begeleiding van cursisten is van groot belang om het leerproces t.b.v. de leergang te ondersteunen. Gezien de diverse statusvarianten van de cursisten en de onderhavige bevoegdheidsthematiek wordt hieronder kort uiteengezet welke soort begeleiding nodig is voor welk type cursist. Over veiligheid en aansprakelijkheid Bij het begeleiden van voltijd/deeltijd/duale cursisten is de begeleidende leerkracht eindverantwoordelijke in de les en dus ook aansprakelijk voor eventuele schade. De keuze voor activiteiten door de student moet passen op de beginsituatie van de kinderen en op de eigen stand van zaken rondom de leergang. Wij houden onze cursisten eraan slechts die activiteiten te kiezen die behandeld zijn in de colleges op de CHE. In het geval dat het gaat om een cursist (post-hbo) van de leergang die als bevoegd groepsleraar werkt op een basisschool kan de leerkracht/student zelf verantwoordelijk en aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade. Ten aanzien van activiteitenkeuze houden wij deze studenten hetzelfde voor als bij de andere genoemde typen studenten. Het gebruik van de minitrampoline: Voor toestemming tot het gebruik van de minitrampoline in de lessen bewegingsonderwijs is uitspraak nodig van het bevoegd gezag van de school. Er zijn scholen waarvan het bestuur het gebruik van de minitrampoline heeft verboden. Voor stagiaires van de leergang die op een dergelijke school stage lopen is zo‟n uitspraak bindend ondanks het feit dat deze cursisten opgeleid worden om dit toestel te gebruiken in hun lessen. Het is aan te bevelen om de regels rondom het verbod of gebruik van de minitrampoline aan te passen in het licht van cursisten die op school stageopdrachten voor de leergang moeten uitvoeren. Gelet op het bovenstaande en de aan- of afwezigheid van een voldoende veilig geoutilleerde gymzaal met voldoende materialen kan de vraag rijzen in hoeverre een stageschool geschikt is als stageschool m.b.t. de leergang bewegingsonderwijs. Het is aan de student om te bepalen in hoeverre een stageschool tegemoet kan komen aan de gevraagde kwaliteitseisen t.b.v. zijn leerproces in de leergang. Aspecten die in de afweging hierin een rol kunnen spelen zijn: - Aanwezigheid van een voldoende geoutilleerde gymzaal (bijlage 2) - Afstand gymzaal – school i.v.m. reistijd en netto lestijd. - Stand van zaken van bewegingsonderwijs op de school (methodisch doorlopende lijn groep 3 t/m 8) - Professionaliteit begeleider. - Mogelijkheden om in verschillende groepen bewegingslessen te mogen geven.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
4
Bevoegde begeleiding: Vanwege de verschillende instroommogelijkheden is het belangrijk om aan te geven op welke wijze een student begeleid dient te worden: A. Voltijdstudent jaar 4 (incl. LIO): Student moet begeleid worden door een voor gymnastiek bevoegde leerkracht die ook daadwerkelijk bij de les aanwezig is. B. Deeltijd en duale student: idem. C. Groepsleraar die de leergang volgt: onder invloed van de tijdelijk verleende bevoegdheid mag deze student zelfstandig lesgeven in bewegingsonderwijs. Het strekt tot aanbeveling een collega (liefst vakleraar) te vragen de betreffende cursist te coachen. In elk geval zullen deze cursisten 1 keer per blok bezocht worden op de stageschool door een leergangdocent van de CHE. Elk blok van de leergang heeft eigen lesvoorbereidings- en lesevaluatieformulieren, die aansluiten bij de certificeringeisen en inhouden van het betreffende blok. Cursisten van de leergang worden geacht hun begeleiders op de hoogte te brengen van de inhoud en aard van de stages van de leergang. Voor voorbeeld lesevaluatieformulier Blok I: zie bijlage 2. Multimediale middelen Regelmatig zal studenten gevraagd worden om video-opnames te maken van hun eigen lesgedrag of van bewegende kinderen in hun lessen. Op diverse scholen bestaat hiervoor een aparte regeling. De cursist wordt geacht toestemming te vragen aan de directie van de school om tijdens de lessen bewegingsonderwijs filmopnames te mogen maken. De opnames hebben geen ander doel dan de ondersteuning van het leerproces van de studenten of zijn/haar medestudenten. Buiten de CHE wordt het filmmateriaal niet gebruikt. Toetsing Gedurende de opleiding zullen de cursisten op verschillende wijzen getoetst worden. De landelijk vastgestelde certificeringeisen zijn hierbij leidend voor wat betreft de inrichting en uitvoering van toetsen. Cursisten worden in elk blok van de leergang getoetst op kennis, praktijk in de stage en in de lessen, eigen vaardigheid en didactiek in verschillend vormgegeven toetsen, van assessment tot vaardigheidsproef. De laatste vorm verdient in dit kader zeker enige aandacht: Van cursisten wordt verwacht dat zij op het gebied van eigen vaardigheid met betrekking tot ten minste vier van de twaalf leerlijnen op het niveau van groep 8 kunnen deelnemen aan bewegingssituaties. Dit vraagt van cursisten die willen deelnemen aan de leergang een zeker talent op het gebied van bewegen en fysieke draagkracht. Het toetsplan van de opleiding in schema: Schr. tentamen
Lespresen tatie
Portfolio + POP
Logboekopdracht en
Blok I
X
X
X
X
Blok II
X
X
X
X
X
X
X
Toetsvorm Blok
Blok III
Ontw. gesprek
X
Eigen vaardig heid
Stage verslag /video
PraktijkAssessment
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Eind Verslag+ gesprek
X
Het algehele toetsplan van de leergang valt onder het examenreglement van de CHE-Pabo (ook als het gaat om herkansingen en klachtenregeling).
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
5
3 Instroomprocedure voor de leergang aan de CHE-Pabo (inschrijving) Startprofielen Verschillende typen cursisten kunnen instromen in de leergang bewegingsonderwijs: 1: De voltijdstudent L4 (vanaf 2008/2009): Deze student kan als “minor” blok I van de leergang kiezen. Hiermee kan deze student maximaal 1 deelcertificaat voor de leergang behalen voordat het Pabo–diploma gehaald wordt. Een half jaar voor aanvang van de leergang worden studenten geïnformeerd omtrent de mogelijkheden van de leergang aan de CHE. Er vindt inschrijving plaats en vervolgens selectie en eventueel loting bij een te groot aanbod van studenten. 2: De deeltijd/duale student: Ook deze student heeft de mogelijkheid deel te nemen aan de leergang. Vanaf studiejaar 2008-2009 is er voor de deeltijd/duaal L4 student de mogelijkheid om 7,5 credit te besteden aan het volgen van een deel van de leergang. De student mag ook een tweede deel van de leergang doen, maar deze studielast komt dan bovenop de studielast van het gewone curriculum. Ook zal, voor zover mogelijk, bij de inroostering rekening gehouden worden met de betreffende studentgroepen. Een half jaar voor aanvang van de leergang worden studenten geïnformeerd omtrent de mogelijkheden van de leergang aan de CHE. Inschrijving en plaatsing als onder 1. 3: De cursist via CHE-Transfer Deze cursist is in principe als groepsleraar werkzaam in het onderwijs en verbindt zich als cursist op contractbasis aan de leergang. Deze cursist krijgt de beschikking over een schoolpas, zodat gebruik gemaakt kan worden van de voorzieningen op de CHE. Omdat deze cursist al werkt op een school geeft dit ook in de regel goede stagemogelijkheden t.b.v. de leergang. Inschrijving verloopt via Transfer Educatie, plaatsing na goedkeuring door betrokken vakdocenten (zie bijgevoegde katern „Intakeformulieren Leergang bewegingsonderwijs via Pabo‟). De kosten voor de leergangblokken is voor cursusjaar 2011-2012 gesteld op € 950,00 per leergangblok. Voor de gehele opleiding betaalt de cursist € 2.850,00. De contactmoment worden zoveel mogelijk op woensdagmiddag gepland, van 13.30- 18.00 uur; een semester heeft in principe 11 contactwoensdagen, in principe elke veertien dagen. 4: EVC’s Mogelijk hebben cursisten al eerder kennis en kunde opgedaan op het gebied van bewegingsonderwijs op de basisschool. Het is mogelijk deze aantoonbare EVC‟s in te zetten voor het verkrijgen van gehelen of gedeelten van de programma‟s uit de blokken van de leergang. Te denken valt aan:
Erkend deelcertificaat blokken I, II (ten hoogste vijf jaar oud), doorstroom in het volgende blok. Propedeuse ALO: vrijstelling Blok I van de leergang. Getuigschrift mbo–sport & bewegen: vrijstelling Blok I van de leergang (mits recente aantoonbare werkervaring in het basisonderwijs kan worden overlegd). Vrijstellingen op grond van verenigings-/bondsactiviteiten worden in principe niet verleend.
Vrijstellingen worden op de gebruikelijke wijze, via de examencommissie van de Pabo, vastgesteld en toegekend, eventueel in samenhang met een uit te voeren EVC procedure. Instroomprocedure De cursist die zich aanmeldt voor de leergang dient alvorens hij wordt toegelaten de instroomprocedure volgens de bijgevoegde katern „Intakeformulieren leergang bewegingsonderwijs via Pabo‟ te doorlopen. Vakdocenten kunnen op grond van de verstrekte informatie een gesprek of instap-assessment overwegen, alvorens zij een positief instroomadvies afgeven. Doel hiervan is niet anders dan vast te kunnen stellen of een kandidaat-student opleidbaar is voor de leergang vakleraar bewegingsonderwijs.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
6
4 Doorstroom- en uitstroomprocedures (maatwerk) Deel- en eindcertificering Bij de opzet van de leergang in 2003 is ervoor gekozen om bij het doorlopen van de leergang uit te gaan van een „stapeling van bekwaamheden‟ 1. Hierbij onderscheidt zich elk blok door de ontwikkeling van daarbij passende bekwaamheden door de cursist, die hij verzilvert door het verkrijgen van een certificaat aan het einde van elk blok. Om toegang te krijgen tot een volgend blok is het overleggen van een behaald certificaat van een vorig blok noodzakelijk. Blokcertificaten geven het recht om elders in het land de leergang te vervolgen. Wanneer een cursist alle drie achtereenvolgende certificaten heeft behaald, wordt aan hem de bevoegdheid voor “vakleraar Bewegingsonderwijs via Pabo” via de Stichting Post-HBO toegewezen.
1
Landelijk Document : “leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via Pabo”, Marco van Berkel e.a. jan. 2003. landelijk Overleg lerarenopleidingen Basisonderwijs, Utrecht, blz. 18.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
7
5 Bijlagen Bijlage 1: Betekenis van de leergang bewegingsonderwijs Voor cursisten: - Perspectieven: Cursisten die de leergang afgerond hebben ontvangen een officiële extra bevoegdheid, naast hun eerder verworven bevoegdheid als groepsleraar. Als erkend vakleraar kan men toegang krijgen tot het lidmaatschap van de Koninklijke Vereniging voor leraren in de Lichamelijke Opvoeding (www.KVLO.nl ) en ook een landelijke registratie als vakleraar. Dit is onder meer belangrijk in het kader van kwaliteitsborging en verzekering/bemiddeling in geval van ongevallen tijdens lessen. Voorts kunnen vakleraren, naast hun primaire taak, een scala aan ondersteunende activiteiten ontwikkelen ten behoeve van hun basisschool; te denken valt aan teamontwikkeling, zorgbreedte, MRT, vakleerplanontwikkeling, sport/speldagen, toernooien, relatiebeheer met sport/buurtverenigingen, survivalactiviteiten met het team of de kinderen, etc. Vanuit de geest van de wetswijziging uit 2001 wordt verwacht dat groepsleraren die ook vakleraar zijn in de toekomst een combibaan zullen vervullen. Gedurende bijvoorbeeld drie dagen staan zij voor de klas als groepsleraar, de overige dagen in de gymzaal als vakleraar voor alle groepen vanaf groep 3. Ook ziet men vaak dat vakleraren alleen hun eigen klas gedurende het schooljaar bewegingsonderwijs geven. Gezien de ambachtelijke complexiteit van het vak en daardoor de noodzaak tot voortdurende praktijkervaring is deze variant niet aan te bevelen. Voor basisscholen: - Perspectieven: Was het in het verleden mogelijk om een vakleraar bewegingsonderwijs aan te stellen via een ALObevoegdheid, nu komt daar de mogelijkheid van een Post-hbo afgestudeerde vakleraar bij die ook groepleraar is. Temeer daar op langere termijn de automatische volledig bevoegde groepsleraren zullen uitstromen, is de bovengeschetste mogelijkheid een kans om: - De kwaliteit van het bewegingsonderwijs op de basisschool de vergroten (het werkelijk waarmaken van de kerndoelen met bijbehorende leerlijnen en tussendoelen)2. - De kwaliteit van de zorgbreedteontwikkeling op de basisschool te vergroten. - Als school het bewegen actief te stimuleren in relatie tot toenemende vetzucht en bewegingsarmoede onder kinderen. - Kinderen beter te oriënteren op bewegingsmogelijkheden in de buurt of plaats. - Onder leiding van een vakleraar een team meer planmatig en doordacht met het bewegen voor kinderen bezig te laten zijn. - Personele inzet en bekostiging:3 Regelmatig worden ons vragen gesteld over de bekostiging en personele inzet van een vakleraar bewegingsonderwijs. Graag bevelen wij de lezer de aangehaalde brochure aan, blz. 22 e.v..
2
Internetsite WWW.TULE.SLO.NL -bewegingsonderwijs- leerlijnen en tussendoelen Uit: “bewegingsonderwijs in het primair onderwijs”, uitgave Jan Luitingfonds nr. 90 2008; Marco v. Berkel (SLO), Baukje Zandstra ( KVLO) e.a. ISBN 978 90 72335 48 7 3
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
8
Citaat van Cees van de Ham, directie Bureau Voorlichting, Advisering en Scholing van de onderwijsbonden CMHF: “De bodem voor vakonderwijs mag dan weg zijn, er is ook geen plafond! In feite is het onderscheid tussen vakonderwijs en groepsonderwijs allang verdwenen.” Vanaf 2001 beschikken schoolbesturen over het zogenaamde “Budget voor personeelsbeleid”. Dit budget is in 2004 nog fors uitgebreid en daarna structureel ter beschikking gekomen. Het is in principe vrij te besteden voor personele doeleinden en wordt uitgekeerd in geld. Het budget kan aangewend worden voor onderwijsassistenten, voor functiedifferentiatie (bijvoorbeeld vakleraren met bovenschoolse taken) en ook voor nascholing (bijvoorbeeld het volgen van de leergang bewegingsonderwijs). Bij de kamerbehandeling van het wetsvoorstel in 2001 achtte de minister het mogelijk dat iedere school in Nederland de mogelijkheid heeft om voor vakonderwijs te kiezen (Haalbaarheidstoets Cfi in opdracht van Ministerie van OC en W). Voorts zijn er dikwijls nog gemeentelijke of provinciale regelingen. Mogelijkheden -
om een vakleraar in te zetten kunnen zich aandienen in de volgende situaties: Vacature: andere inzet van formatie, ontdubbelen van formatie; Uitbreiding: inzet van extra formatie voor vakonderwijs; Klassenvergroting: andere inzet van bestaande formatie.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
9
Bijlage 2: De certificeringseisen van de leergang blokken 1 t/m 3 Bron: publicatie LOBO januari 2003; Marco van Berkel e.a. “Leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs via PABO.
Certficeringseisen blok 1:
Vindplaats; Stage / werkplek. I: Uit de lesvoorbereiding blijkt dat de student: 1. Concrete lesdoelen kan formuleren in relatie tot de gekozen bewegingsactiviteiten. 2. Uit een door de opleiding voorgesteld aanbod bewegingsactiviteiten kan selecteren die aansluiten bij het gemiddeld niveau van de groep. 3. Die bewegingsactiviteiten kan vertalen naar de specifieke omstandigheden van stageschool en bewegingsruimte. 4. De activiteiten veilig en efficiënt in de ruimte weet te plaatsen. 5. De te nemen veiligheidsmaatregelen kan inschatten. 6. Persoonlijke leerdoelen op het gebied van organisatie en op het gebied van noodzakelijke situatiewijziging weet te formuleren met betrekking tot het eigen lesgeefgedrag. II:Tijdens de uitvoering blijkt vanuit het perspectief van organisatie dat de student: 7. Aan het begin van de les de hele groep zo instructie kan geven dat de kinderen snel en veilig “ aan het werk” zijn. 8. Tijdens de les klassikale en/of groepsinstructie kan geven zodat de kinderen daarna de activiteit weer zelfstandig kunnen onderhouden. 9. Efficiënt de wisseling van activiteiten kan regelen. 10. De werkvormen “ werken in groepen”.” vrij werken” in groep 3/4/5 en “ klassikaal werken” in groep 6/7/8 kan toepassen. 11. De les kan afsluiten door samen met de kinderen de materialen snel en doelmatig op te ruimen. 12. De te voorziene veiligheidsmaatregelen adequaat kan toepassen. III:Tijdens de uitvoering blijkt vanuit het perspectief van begeleiden dat de student: 13. Indien nodig bewegingssituaties zo kan wijzigen dat iedereen mee kan blijven doen. 14. Indien nodig activiteiten op verschillende niveaus kan voordoen. 15. Hulp kan verlenen aan kinderen in situaties die in hun ogen risicovol zijn. 16. Eenvoudig storend en/of ongewenst gedrag van kinderen zo kan hanteren dat de les gewoon door kan gaan. 17. Af kan zien van voornemens indien het lesgebeuren hiertoe aanleiding geeft. 18. Op momenten weet te observeren in relatie tot de lesdoelen. IV:Op basis van een persoonlijke evaluatie blijkt dat de student: 19. Kan beoordelen of de activiteiten aansluiten bij het niveau van de kinderen. 20. Kan beoordelen of er nog voldoende uitdagende leerkansen zijn als de activiteiten een volgende keer opnieuw zouden worden aangeboden. 21. Een passend vervolg als nieuwe beginsituatie weet te kiezen in relatie tot het getoonde bewegingsgedrag van de kinderen, ook vanuit het perspectief van veiligheid. 22. Uitspraken kan doen over persoonlijke ervaringen en overwegingen tijdens de les met behulp van een reflectiemodel. 23. Persoonlijke leerdoelen kan formuleren voor een volgende stageles.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
10
Vindplaats: contacturen en zelfstudie V: Met betrekking tot de vakinhoud, de leerlijnen is de student: 24. In staat de bewegingsproblemen van de twaalf leerlijnen te typeren en te herkennen bij bewegende kinderen. 25. Op basis van eigen bewegingservaring bekend met 4 kernactiviteiten binnen de respectievelijke leerlijnen balanceren, springen, doelspelen en tikspelen, 3 kernactiviteiten binnen de leerlijnen zwaaien en bewegen op muziek, 2 kernactiviteiten binnen jongleren en mikken en 1 kernactiviteit binnen de leerlijn klimmen, over de kop gaan, hardlopen en stoeispelen (dat zijn dus 30 kernactiviteiten) en kan dus een voorbeeld geven. 26. Bekend met de wijze waarop in 6 leerlijnen ( balanceren, springen, doelspelen, tikspelen, zwaaien en bewegen op muziek) opeenvolgende complexiteit is te onderscheiden. VI: Met betrekking tot de didactiek is de student: 27. Bekend met de belangrijkste elementaire handelingen die zich voordoen bij het opbouwen, aanbieden, organiseren, hulpverlenen, beveiligen van 30 kernactiviteiten. 28. Bekend met de voor- en nadelen van klassikale- en groepjesorganisatie. 29. Bekend met verschillende vormen van groeperen en de betekenis hiervan. 30. Bekend met de opzet van een formele lesvoorbereiding en evaluatie. 31. In staat onderwijskundige aspecten (interactie, spanningsboog, moeilijkheidsgraad, leereffect en dergelijke) te onderkennen in de terugblik op een activiteit en hier consequenties aan te verbinden.
VII: Met betrekking tot de theoretische vorming is de student: 32. Bekend met een begrippenkader uit de literatuur rond activiteiten en leerlijnen. 33. Bekend met methodische volgordes op basis van vakliteratuur ( 1 of 2 publicaties) 34. In staat om relaties te leggen tussen verschillende onderwijskundige aspecten uit onderwijssituaties en om tot alternatieve afwegingen te komen.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
11
Certficeringseisen blok 2:
Vindplaats; Stage / werkplek. I: Uit de lesvoorbereiding blijkt dat de student: 1. Haalbare leerdoelen kan formuleren voor verschillende niveaus van deelnemen. 2. Haalbare reguleringsdoelen kan formuleren 3. Een lessituatie kan beschrijven met een gediffirentieerd leeraanbod in verschillende bewegingsarrangementen. 4. De aan een gediffirentieerde bewegingssituatie verwante ( spel) regelstructuur kan overzien. 5. Relevante leerhulp kan overzien en dit ook kan formuleren. 6. Voldoende kennis heeft van het beschikbare materiaal, de toestellen en het gebruik daarvan. II: Tijdens de uitvoering blijkt vanuit het perspectief van organisatie dat de student: 7. De kinderen op een affectieve wijze betrekt bij het opbouwen, afbreken en aanpassen van arrangementen. 8. Komt tot adequate vormen van groeperen en ook in staat is de groepen indien nodig te wijzigen (zo mogelijk) in communicatie met de kinderen 9. De vereiste (spel)regelstructuur snel weet uit te leggen en voor de kinderen aannemelijk weet te maken. 10. Aangepaste arrangementen weet te realiseren als kinderen dreigen af te haken mede in samenspraak met de leerlingen. III:Tijdens de uitvoering blijkt vanuit het perspectief van begeleiden dat de student: 11. Voldoende tijd neemt om het bewegingsgedrag te observeren en zodoende een afweging kan maken met betrekking tot de leerdoelen die in deze les relevant zijn. 12. Zelf in uitvoerende zin bewegingsvoorbeelden kan geven op niveau 1 en 2 13. Hulp kan verlenen ( manuele sturing of vanghulp) bij risicovolle activiteiten. 14. Aan een subgroep kan duidelijk maken welk leerdoel voor hen op dat moment relevant is en welke leerhulp kinderen elkaar kunnen geven, terwijl leeractiviteiten van andere kinderen niet worden onderbroken. 15. Voldoende tijd en ruimte biedt om de kinderen tot leren te laten komen. IV:Op basis van een persoonlijke evaluatie blijkt dat de student: 16. Kan beoordelen welke niveauverschillen er tussen kinderen zijn 17. Samen met een kind het leerproces van dat kind kan bespreken. 18. Kan beoordelen welke leerdoelen wel of nog niet voldoende aan de orde zijn geweest en /of herhaling behoeven 19. Kan aangeven welke leerhulp wel en welke niet effectief is geweest. 20. Zich bewust is van valkuilen bij observeren ( men denke bv. aan stigmatisering, te ideaaltypische bewegingskennis) 21. Leerresultaten kan vastleggen in een leerlingvolgsysteem.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
12
Vindplaats: contacturen en zelfstudie V: Met betrekking tot de vakinhoud, de leerlijnen is de student: 22. Op ervaringsniveau bekend met complexe beleggingsactiviteiten met accent op toepassing in groep 7 en 8 23. Bekend met de bewegingsproblemen van alle bewegingsthema‟s 24. Bekend met verschillende differentiatiemogelijkheden van 25 kernactiviteiten verdeeld over de complexere kernactiviteiten. 25. Bekend met de algemene niveauaanduidingen binnen een activiteit van de 12 leerlijnen. 26. In staat om de kennis opgedaan op basis van ervaringsleren te transformeren naar andere bewegingsthema‟s VI: Met betrekking tot de didactiek is de student: 27. Bekend met de voor- en nadelen van de vrije werklessen in de bovenbouwgroepen. 28. In staat de kennis opgedaan via de eigen motorische ervaring om te zetten naar een leersituatie voor kinderen. 29. In staat verschillende soorten leerhulp te relateren aan de bewegingsactiviteiten en de mogelijke effectiviteit van de leerhulp in te schatten. 30. In staat te onderkennen waar bewegingsverhinderingen voor kinderen liggen en daar in pedagogische adequaat mee om te gaan. VII: Met betrekking tot de theoretische vorming is de student: 31. Kennis genomen van de verschillende gerichtheden die het begrip differentiatie (tempo, niveau, interesse) voor het bewegingsonderwijs inhoudt en hoe dat de sfeer van de les kan beïnvloeden. 32. Kennis genomen van minstens 2 leerlingvolgsystemen en kan de dominante benadering daarbinnen plaatsen. 33. Zich op de hoogte gesteld van eisen omtrent veiligheid van toestellen, materialen en het gebruik daarvan in gymzalen en op buitenspeelplaatsen. 34. Kennis van veel voorkomende typische bewegingsblessures en de eerste hulpverlening daaromtrent. 35. Kennis van de inspanningsfysiologische en ( sport) trainingsprincipes die bij een bewegingsles voor basisschoolkinderen van belang zijn, mede in relatie tot belasting en balastbaarheid.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
13
Certificeringeisen voor blok 3:
Vindplaats: werkplek: I: Uit de lesvoorbereiding blijkt dat de student: 1. lange termijndoelen kan hanteren 2. een lesvoorbereiding kan plaatsen in het grotere geheel van een institutioneel leerproces 3. bij de planning niet gebonden is aan uitsluitend één vakconcept. 4. zich qua lesontwerp vrij voelt ten opzichte van de gangbare methodes voor bewegingsonderwijs 5. flexibiliteit heeft om uitgaande van het feit dat verschillende bewegingsruimten verschillende (on)mogelijkheden bieden te komen tot verschillende bewegingsarrangementen 6. zorgverbredende maatregelen in de les weet in te bouwen zonder dat dit andere leerlingen inperkt 7. een bewegingsles kan samenstellen waarin grote niveaudifferentiatie mogelijk is. II: Tijdens de uitvoering blijkt vanuit het perspectief van de organisatie dat de student: 8. grote niveauverschillen kan toepassen in een les 9. complexe bewegingsactiviteiten weet te hanteren 10. bewegingsarrangementen kan wijzigen ten dienste van de verschillende niveaus van bewegen van de kinderen 11. verschil in reguleringsdoelen weet in te bouwen voor goede en minder goede bewegers 12. de aandacht zo weet te verdelen dat tijdens de les ook observatie-instrumenten kunnen worden aangewend 13. een eenvoudig observatie-instrument kan hanteren zonder dat de les daardoor gestoord wordt. III:Tijdens de uitvoering blijkt vanuit het perspectief van begeleiden dat de student: 14. bij het geven van leerhulp ook steun weet te vinden bij andere vakconcepten 15. individuele bewegingshulp kan toepassen terwijl de andere kinderen daardoor niet worden gestoord 16. bewegingshulp kan geven door directe sturing bij complexere activiteiten ('vangen') 17. over een breed arsenaal van leeraanpakken beschikt 18. verschillende reguleringsdoelen weet te hanteren voor verschillende leerlingen. IV: Op basis van persoonlijke evaluatie blijkt dat de student: 19. het lesresultaat weet te plaatsen in een longitudinale planning 20. uitspraken kan doen over het eigen leerproces tijdens het lesgeven 21. eigen leerhulp voor het verbeteren van eigen lesgeefgedrag kan formuleren 22. kan beoordelen of de toegepaste ontwerpregels adequaat waren en indien ze verbetering behoeven de richting daarvan weet te bepalen 23. kan beoordelen of de ontwerpregels door de lesgever op de juiste manier zijn geïntroduceerd 24. kan beoordelen of bepaalde leerlingen voor bepaalde bewegingsactiviteiten toe zijn aan speciale hulplessen 25. in zijn redeneringen getuigt van een persoonlijk realistisch vakconcept met het vermogen afstand te nemen van de subjectieve ervaringen op de werkplek.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
14
Vindplaats: contacturen en zelfstudie V: Met betrekking tot de leerlijnen, de leerinhoud is de student: 26. in staat de leerlijnen te hanteren als een invalshoek voor methodisch/didactische ordening 27. in staat bewegingsthema‟s in een periode- en in een jaarplanning te plaatsen 28. in staat bij kernactiviteiten de vereiste voorgaande en de hiernavolgende bewegingskwaliteit te definiëren 29. bekend met tenminste 6 toepassingen van bewegingsthema‟s voor de betere bewegers uit groep 8 30. in staat tenminste 4 bewegingsthema‟s op niveau 3 van groep 8 zelf uit te voeren 31. in staat tussendoelen te formuleren per bewegingsthema 32. in staat onderscheidend per leerlijn niveauverschillen te typeren op basis van bewegingsprincipes, daarbij rekening houdend met het feit dat er ook kinesiologische basiskennis en principes van belasting en belastbaarheid van toepassing kunnen zijn. VI: Met 33. 34. 35. 36.
betrekking tot de didactiek is de student: in staat kernactiviteiten te analyseren vanuit het perspectief van niveauverschillen in staat bewegingsverhinderingen van leerlingen te duiden in relatie tot leerlijnen. op de hoogte van de verschillende leerstrategieën van kinderen in staat op basis van bewegingsobservatie (wel of niet gerelateerd aan het lesgeefgedrag van de leraar) verschillen te beschrijven los van daarvoor beschikbare instrumenten 37. in staat bewegingssituaties te ontwerpen waarbij bewegingsgedrag op kwaliteit kan worden beoordeeld 38. in staat zodanig leerhulp te geven aan de betere bewegers dat zij ook komen tot niveaudoorbraken 39. in staat grote niveauverschillen in een groep zodanig naast elkaar te laten functioneren dat de kinderen daar onderling geen last van hebben.
VII: Met betrekking tot de theoretische vorming heeft de student: 40. zicht op stromingen in het basisonderwijs en het mogelijke effect op het vakconcept bewegingsonderwijs 41. globale kennis omtrent de relatie tussen gezondheid en bewegen 42. kennis van minstens drie vakconcepten, waaronder sportoriëntatie 43. de bekwaamheid methoden te kunnen beoordelen op het onderliggende bewegingsconcept 44. de bekwaamheid om een helder onderscheid te kunnen maken tussen bewegingsonderwijs en sport 45. de bekwaamheid om jaar- en periodeplannen op te stellen 46. het inzicht om realistische keuzes te maken tussen de onderwijskundige inzichten rond adaptief onderwijs en de sportcultuur 47. het vermogen een gidsfunctie naar kinderen te vervullen met betrekking tot de sportcultuur 48. zicht op verwijzingsmogelijkheden naar andere instanties met betrekking tot houdingsafwijkingen, stoornissen van senso-motorische aard of gedragsproblemen.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
15
Bijlage 3: Blok I: Voorbeeld: Lesvoorbereidingsformulier Pabo Naam student
Groep:
Datum
Lesnr.
Beschrijving beginsituatie:
AANBIEDEN Arrangement: Materiaal; Opstelling; Deelnemers
Stageschool:
Lesgroepen
Aandachtspunt eigen competentie(s):
Activiteit en leerdoel: Inleiding Kern Afsluiting
BEGELEIDEN Algemene aandachtspunten: Als de activiteit te eenvoudig is:
Als de activiteit te moeilijk is: Een tekening van alle arrangementen in de zaal:
Regelingen:
Wat laat ik in mijn voorbeeld zien (plaatje): Wat vertel ik in mijn voorbeeld (praatje): Evaluatie en suggesties m.b.t. deze activiteit voor een volgende keer:
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
16
Bijlage 4: Voorbeeld: Lesevaluatieformulier Blok I (a.d.h.v. de certificeringeisen van de leergang bewegingsonderwijs blok 1 (reguleren, observeren, leerdoelen, leerhulp, veiligheid) Naam cursist: Week nr. ….. Datum:…….. 1:…………………… Leerlijnen/activiteiten 1;…………….. 2;…………….. 3;………….. 4;…………….. Naam observant: Thema module: ……. 1:……………………2:……………….. Aantal l.l.n.: Betekenis O V RV G Beoordelingsschaal: Door de cursist ONVOLDOENDE Voldoende Ruim voldoende Goed Laat gedrag niet Laat gedrag af Laat gedrag Laat meer dan het aangevinkte en toe zien voortdurend zien beschreven gedrag zien. beoordelingscriteria zien Omschrijf dit gedrag kort
Cert.
Cert.
Uit de lesvoorbereiding blijkt dat de cursist: Inrichten Haalbare lesdoelen kan formuleren voor verschillende niveaus van deelnemen Haalbare reguleringsdoelen kan formuleren Een lessituatie kan beschrijven met een gedifferentieerd leeraanbod in versch. bew. arrangementen Relevante leerhulp kan voorzien en ook kan formuleren Voldoende kennis heeft van het beschikbare materiaal/toestellen en het gebruik daarvan.
0
v
rv
g
Opm.
Tijdens de uitvoering blijkt uit het perspectief van de organisatie dat de cursist: Organiseren 0 v rv g Opm. De kinderen effectief kan betrekken bij het opbouwen, afbreken en aanpassen van de arrangementen Komt tot het adequaat organiseren van groepen en deze ook kan wijzigen tijdens de les. De vereiste spelregelstructuur snel en aannemelijk weet uit te leggen. In samenspraak met kinderen een arrangement weet aan te passen als kinderen dreigen af te haken.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
Cert.
17
Tijdens de uitvoering blijkt uit het perspectief van de begeleiding dat de cursist: Begeleiden 0 v rv g Opm. Voldoende tijd neemt om bew. gedrag te observeren en een afweging kan maken m.b.t. de leerdoelen die relevant zijn. Zelf in uitvoerende zin bewegingsvoorbeelden kan geven op niveau 1 en 2. Hulp kan verlenen (manuale sturing of vanghulp) bij risicovolle activiteiten. Zonder het onderbreken van andere bewegingsactiviteiten aan een subgroep duidelijk kan maken welk leerdoel en welke leerhulp voor hen op dat moment relevant is. Voldoende tijd en ruimte biedt om de kinderen tot leren te laten komen.
Cert.
Op basis van een persoonlijke evaluatie blijkt dat de student Persoonlijke evaluatie 0 v rv Welke niveauverschillen er tussen kinderen zijn.
g
Opm.
Samen met een kind het leerproces kan bespreken. Kan beoordelen welke leerdoelen wel of nog niet voldoende aan de orde zijn geweest en/of herhaling behoeven. Kan aangeven welke leerhulp wel en welke niet effectief is geweest. Zich bewust is van valkuilen bij observeren. Resultaten kan vastleggen in een leerlingvolgsysteem Totaal beoordeling: Beoordeling docent/observant Tips begeleider:
o
v
rv
g
Betekenis feedback en tips voor eigen leerproces/POP: (door student in te vullen)
Ruimte voor aantekeningen:
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
Bijlage 5: Materiaallijst gymzaal (indicatief): Plaatsbepaalde installaties met toebehoren. Aantal Omschrijving 1 12 Turnringen 3 Trapezestokken 1 Dubbele trapezestok (tevens bruikbaar voor schommelplank) 2 Metalen frame voor horizontaal/verticaal vlak 4 Verlengkoorden/hijsbanden. Bv.Systeem BOSAN. 1
Klimrek: dwars op de wand te plaatsen verankeren, in combinatie met verrolbare steunen en elektromotor naar 2 kanten traploos verstelbaar in elke hoek en op elke hoogte tussen verticaal en horizontaal en evt. zelfs verder. (Schelde, BOSAN)
4
Vaste ophangpunten: 2 in relatie tot het wandrek, twee dwars op de lengterichting, excentrisch in het laatste derde deel van de zaal. Duikel/Rekstokcombinatie, bevestiging muur-paal-paal ( 2 grondpotten). Basketbalinstallaties op kopse muur in hoogte verstelbaar Basketbalborden aan zijmuur, in zalen met nieuwe maatvoering in hoogte verstelbaar. Schuifprofielen aan kopse- en zijmuur, voorzien van kunststof glijders en klemsysteem (type BOSAN). Palen met grondpotten symmetrisch op 1/3 en 2/3 van de lengte van de zaal, met kunststof glijders en klemsysteem (type BOSAN). Ringhaakstok met opberging Kettingbakken
2 2 2 4 2 1 2
Verplaatsbare toestellen Spring-, steun- en balanceertoestellen Aantal 2 1 2 1 4 1
Omschrijving Afzettoestellen (BO-afzetplankjes) op schroefveren. Minitramp 8 combiframes, inclusief 4 dekplanken, 3 bankbladen, 6 bokjes. 16 klittenbandbanden, 6 balkhaken Ladder/glijplank/rijbaan/3 evenwichtsbalken 6 cm. breed Turnbok (makkelijk verplaatsbaar) Turnbanken met evenwichtslatten in diverse breedtes. Set balanceermateriaal (balanceertonnen, stelten, skateboards, wielassen)
18
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
19
Landingsvlakken Aantal 8 1
Omschrijving Turnmatten, 1m x 1.20m, rondom klittenband in twee kleuren, uitwasbare hoes, juiste hardheid, goede antislip onderlaag, brede klittenband opbergstrook op achterkant, met bijbehorende muurstrips. Landingsmat: Hoogwaardige dubbele combinatiemat, uitgeklapt, enkel, dubbel of als twee losse half-dikke matten te gebruiken, voorzien van (elk) 8 bevestigingslussen met bijbehorende klittenband banden.
Spelmaterialen Aantal Omschrijving 1 Set korfbal/springstandaards, incl. 2 korfbalmanden, 2 doelringen en 2 lijnhouders 2 Netten (voor volleybal / badminton) of brede elastische banden Berging- en transportmateriaal Aantal 1 1 1
Omschrijving Transportwagen voor turnmatten Transport-opbergkar/berging voor landingsmat, afzetplanken en minitramp evenals diverse materialen Ballenwagen met wegklapbare voorkleppen, i.c.m. schoolbord. (BOSAN) Stelling / planken aan de muur en twee afsluitbare kasten
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
20
Bijlage 6: Onderwijsleerpakket Leerlijnen: jongleren, mikken, doelspelen, tikspelen, bewegen op muziek Aantal 6 4
Omschrijving Basketballen mini Volleyballen, licht,
30 2
Kunststof spelblokken Springtouw 10 m. lang
2
groot formaat Zaalvoetballen, zacht
20
1
Buitenvoetbal
1
2
Handballen mini
20
10
Speelballen
1
6
Foamballen, diverse maten
6
5
Ballonballen
1
30
Tennisballen
7
20
Foamtennisballen
1
20
Pittenzakken
1
5
Werpringen
1
Muziekinstallatie met voldoende vermogen Verbandtrommel A
50
Ballonnen
2
Oprolbare lijnen
5
Hockeyballen no bounce, zacht
12
10
Zaalhockeysticks
1
Jongleermateriaal: balletjes, doekjes, diabolo‟s, chinese bordjes Kistje voor sieraden
6
Stokken
4
Stelten (2 paar)
8
Tafeltennisbats
1
Tafeltennistafel
2
Zitschotels
20
Vloermarkeringen
16
Badmintonrackets in twee
Springtouwtjes, diverse lengtes Trektouw 15 m Hoepels Hoogspringkoord Estafettestokjes Ballenpomp met nippels Opbergboxen Berging hoepels
maten: 24 3 3 2 6 2 2 1 8 8 32 2
zonder steel en halve steel. Shuttles (4 kokers) Beachballsets Scoopsets Zaalfrisbees, zacht Tennisrackets junior Slag-/peanutbal knuppel Slagplanken Set indoor honken/tegels Pilonnen groot Pilonnen klein Partijlintjes in 4 kleuren Toversnoer
Digitale videocamera laptop
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
21
Bijlage 7: Ondersteunend materiaal: Handboeken/methoden: 1: “Basisdocument bewegingsonderwijs”, Jan Luitingfonds, SLO in samenwerking met KVLO, ISBN 90 72335 36 8 2: “Werkboek bewegingsonderwijs voor de Basisschool”, uitgave stg. ‟t WEB( niet meer leverbaar) 3: “Zorg voor beweging in de PABO”, Esstede 2007, Wim van Gelder, Marian Berg, Elise van Weene ISBN 978 90 75142 76 1 4: “Bewegingsonderwijs in het speellokaal”, uitgave stg. „t WEB 5: “Perspectieven op bewegen” een didactiek bewegingsonderwijs voor de basisschool, uitgave stg. „t WEB. 6: “praktijk onder- en bovenbouw”, bewegen en didactiek, werkgroep Groels, Wolters- Noordhoff, ISBN. 90 01 34960 9 7: “Basislessen bewegingsonderwijs 1 en 2”, Van Gelder & Stroes. De tijdstroom ISBN 90 352 1478 1 8: “Bewegen samen regelen” , uitgave Hogeschool Windesheim. www.bewegensamenregelen.nl Websites: 1: www. KVLO.nl 2: www. Hetweb.nl 3: www.paboweb.nl 4: http://www.slo.nl/primair/leergebieden/bewegen/00004/ 5: www.CHE.nl Intranet- digitale kennisomgeving-sharepoint pagina EDU- vaklokalenbewegingsonderwijs
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
22
Bijlage:8
Inschrijfformulier ( + EVC instap)
Leergang bewegingsonderwijs via Pabo
Aanmeldingsformulier Overzicht werkervaring Ingeschatte beginsituatie Conclusie intakeprocedure
2011 – 2013
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
1
Aanmeldingsformulier leergang bewegingsonderwijs via CHE- PABO (invullen van deze pagina volstaat indien men in het bezit is van deelcertificaten van voorgaande blokken of voor de eerste keer aan de leergang gaat deelnemen)
Ik meld mij aan voor:
0 0 0
de gehele leergang (blok 1 t/m 3) de leergang vanaf blok 2 leergangblok 3
Persoonlijke gegevens Achternaam ............................................................................................................... Voornamen (doopnamen) .............................................................................................. roepnaam ........................................................................................................... M/V* Adres....................................................................................................................... Postcode en woonplaats ................................................................................................ Telefoonnummer ............................................. e-mailadres……………………………………………………… Geboortedatum .............................................. geboorteplaats……...…………………………………………… Gegevens m.b.t. toelatingsvoorwaarden Beroep/huidige functie ................................................................................................. Relevante vooropleidingen/deelcertificaten ........................................................................ Gegevens werkgever/stageschool Naam bedrijf, school of instelling .................................................................................... Postadres.................................................................................................................. Postcode en woonplaats ................................................................................................ Telefoonnummer ........................................................................................................ Bovengenoemde persoon wenst - overeenkomstig de toegezonden informatie en voorwaarden4 - deel te nemen aan de hierboven vermelde cursus. Datum ..................................................................................................................... Handtekening cursist(e) ................................................................................................ Betalingsgegevens (alleen voor cursisten via CHE-Transfer) Betaling geschiedt middels de mij toe te zenden factuur, die binnen veertien dagen na ontvangst wordt voldaan. De factuur wordt gestuurd naar mijn privé-adres naar het adres van mijn werkgever. ik/mijn werkgever* verleen(t) een eenmalige machtiging om het bedrag van de hier onder vermelde rekening af te schrijven. (Op verzoek kan dit ook in termijnen.) Giro/bankrekeningnummer* ....................................................................................... t.n.v. (naam cursist of werkgever) Indien voor rekening van de werkgever of instelling graag een stempel van de instelling en een handtekening van de betreffende opdrachtgever. Datum ................................................................................................................. Handtekening cursist of werkgever * Doorhalen wat niet van toepassing is. 4
Dit betekent ook dat de cursist voor zover bekend geen fysieke bewegingsbelemmeringen heeft die een risico kunnen vormen tijdens de contacttijden op de CHE of in de stage.
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
2
NB: Onderstaande gegevens alleen in te vullen indien men gebruik wenst te maken van een EVC procedure, anders dan de standaard instroom via geldige5 deelcertificaten.
Overzicht werkervaring (stages, vrijwilligerswerk, sportvereniging, hobby’s): 1
Beroep en functie Naam / beschrijving van de werkgever Taken en activiteiten Zelfstandig / met hulp Uren per week Periode van/tot Diploma/Referenties
2
Beroep en functie Naam / beschrijving van de werkgever Taken en activiteiten Zelfstandig / met hulp Uren per week Periode van/tot Diploma/Referenties
5
Geldig deelcertificaat: 1: uitgegeven door een gecertificeerde opleiding en niet ouder dan 5 jaar!
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
3
Beroep en functie Naam / beschrijving van de werkgever Taken en activiteiten Zelfstandig / met hulp Uren per week Periode van/tot Diploma/Referenties
4
Beroep en functie Naam / beschrijving van de werkgever Taken en activiteiten Zelfstandig / met hulp Uren per week Periode van/tot Diploma/Referenties
S.v.p. kopie van diploma’s meesturen met aanvraagformulier
3
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
4
2: Ingeschatte beginsituatie ten aanzien van de opleiding: Voor het bepalen van de eigen beginsituatie ten aanzien van de opleidingseisen, is het van belang dat de deelnemer zelf aangeeft waarin hij competent is / wat hij beheerst per certificeringgebied (inclusief bewijslast). De vakdocent zal van hieruit bepalen of de toekomstige student in aanmerking komt voor eventuele vrijstellingen of extra aandachtsgebieden. 2A. De eigen ingeschatte beginsituatie Inschatting beheersingsgraad certificeringgebieden: Hoe schat je jezelf in ten aanzien van de beheersing van de certificeringeisen van het beroep waarvoor je wordt opgeleid? De certificeringseisen beheers ik voor: Vindplaats certificering Blok I en/of 2 1. Stage/werkplek: -
lesvoorbereiding
-
perspectief van organisatie perspectief van
-
begeleiden persoonlijke
-
evaluatie 2. Contacturen en zelfstudie -
Vakinhoud (leerlijnen)
-
didactiek
volledig
gedeeltelijk onvolledig
geen beheersing
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
-
5
theoretische vorming
Profiel:
Als bewijsmateriaal heb ik de volgende documenten bijgevoegd: 1:…………………………………………………. 2:…………………………………………………. 3:………………………………………………… 4:………………………………………………… 5:…………………………………………………
Inschatting studievaardigheden: Hoe schat je jouw eigen beginsituatie ten aanzien van Leren leren – werken met POP en portfolio in? Ervaren
Toelichting:
Gevorderd
Experimenteel
Onervaren
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
6
Hoe schat je jouw eigen beginsituatie in ten aanzien van eigen vaardigheid (gerelateerd aan het vaardigheidsniveau van groep 8)? Waar liggen je sterke en zwakke kanten? Onderdeel eigen vaardigheid
Sterk
Meer
Meer
zwak
sterk dan zwak dan zwak
sterk
1 Turnen 2 Spel 3 Atletiek 4 Bewegen op muziek 5 fysieke draagkracht 6 blessuregevoeligheid Toelichting: Inschatting motivatie en inspanning: Wat is je leer-werkmotivatie om met deze opleiding te starten? Welke inspanning ben je concreet bereid hiervoor te leveren? Leer- werkmotivatie/inspanningsbereidheid:
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
7
2A:Resultaten intakegesprek n.a.v. bovenstaande analyse:
2 B: Conclusie intake procedure van : ___________________________________ Samenvatting beginsituatie: zwak Sterk/zwak:
matig
voldoende
goed
Opleidingsdeel Certificeringsgebieden Studievaardigheden Fysieke mogelijkheden Motivatie Mee te wegen EVC‟s Kleutermodules gereed (voor zover van toepassing) Aanvullend praktijkassessment nodig:
Ja/Nee
Aanbeveling deelname leergang bewegingsonderwijs: Voor zover uit deze analyse valt op te maken is deelname aan de leergang bewegingsonderwijs via PABO aanbevelenswaardig: Ja/Nee Korte toelichting: Te overwegen vrijstellingen:………………………. Te overwegen extra inspanningen:………………… Datum:______________ De student:
Handtekeningen:
________________________
De vakdocent: ________________________ Namens Transfer:
________________________
Post-hbo leergang bewegingsonderwijs via Pabo
8