24-1-2015
Passend bewegingsonderwijs voor autisten.
Andy van den Berg. Vakleerkracht bewegingsonderwijs op: De Meerpaal school voor z.m.l.k. De Pijler Praktijkschool.
DSM V
De aanleiding.
7 jaar geleden de opleiding Master Special Educational Needs afgerond. Het bijbehorende onderzoek had als titel “Autigym of….een auti in de gym”. Dit onderzoek was één van de tien onderzoeken die waren ingebracht voor de Fontys onderzoeksprijs.
Autisme spectrum stoornis.
• Beperking van de wederzijdse sociale interacties. • Beperking van de wederzijdse (verbale en nonverbale) communicatie • Beperkte, repetitive en stereotiepe activiteiten, interesses en gedragspatronen • McDD nieuwe loot onder de paraplu van ASS
1
24-1-2015
Niets is wat het lijkt! Autisme Spectrum Stoornis Het kind met autisme bestaat niet!
Savant autisme. Richard Wawro
Autisme (cognitief)
Kim Peek
• • • •
Neurologische stoornis Het is een informatieverwerkingsstoornis Er is sprake van een “foutje” in de bedrading De hersenhelften werken niet op de juiste manier samen • 40-90 personen per 10.000, erfelijk • 4x vaker bij jongens • 70% heeft ook cognitieve problemen
2
24-1-2015
Centrale Coherentie. Drie theorieën: - Denken vanuit details
* Centrale Coherentie (C.C.) * Executieve Functioning Theory(E.F.T.) * Theory of Mind (TOM)
Executive Functioning Theory
naar geheel. - Moeite met de betekenis van aangeboden informatie. - Hoofd- en bijzaken lopen door elkaar.
Starre denk en handdelingspatronen.
- Moeite met zich iets voorstellen. - Starre denk en handelingspatronen. - Problemen met plannen en/of organiseren van een taak.
3
24-1-2015
Theory of Mind De onderzoeksvraag. - Lastig zich in te leven in wat een ander denkt of voelt. - Moeite met passend reageren op bedoelingen en plannen van anderen.
Welke specifieke maatregelen op het gebied van Tijd, Ruimte, Activiteit en Communicatie moet ik toepassen om leerlingen met a.s.s. taakgerichter te laten deelnemen aan de groepsles bewegingsonderwijs?bewegingsonderw
ijs?
De bewegingsarrangementen tijdens de toestel les. Doel van het bewegingsonderwijs op “de Meerpaal”. Leerlingen een passie voor bewegen bij brengen. -
-
- leerlingen zoveel mogelijk succeservaringen laten opdoen. - uit gaan van mogelijkheden en geen onmogelijkheden.
één arrangement voor alle niveaus. voor alle leerlingen toegankelijk. spectaculair/uitdagend daardoor uitnodigend. veilig. ontwikkeling komt vanuit de opstelling.
4
24-1-2015
Bewegings arrangementen
De STRUCTUUR tijdens de lessen bewegingsonderwijs moest nog meer worden toegespitst op de leerlingen met A.S.S!
touwverhuizen, schommelen en balanceren
Formulier tijdsteek proef
1.Gebruikt voor de 1e observatie de 0-meting. 2. Gebruikt voor 2e observatie om te kijken gewenste effect hadden.
5
24-1-2015
1e observatie gedurende 20 min. De tijdsteekproef (0 meting).
Conclusie. naam ll.
taakgericht
S.
10%
R.
22%
P.
30%
J.
30%
L.
30%
C.
27%
kijken
52% 17% 48% 40% 37% 65%
storen
8% 60% 13% 17% 1.5% 1.5%
lopen
17% 1.5% 15% 12% 30% 7%
anders
13% 0% 3% 1.5% 0% 0%
Voor deze 6 leerlingen met de diagnose a.s.s. was de les niet intensief. * ze waren gemiddeld 5 minuten van de 20 minuten actief (taakgericht). * bewegingsaanbod werd niet goed benut * minder bewegingservaringen
Visualisatie. Informatieverwerking. Mensen met a.s.s krijgen alle informatie binnen als losse puzzelstukjes. De samenhang is daardoor zoek.
Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen met ASS een goed ontwikkeld visueel geheugen hebben. Daarom is het voor de informatieverwerking van belang dat er zoveel mogelijk visuele ondersteuning wordt gegeven. Woorden zijn op het moment dat ze worden uitgesproken al weer vervaagd.
6
24-1-2015
T.R.A.C. Structuur bieden op de volgende gebieden: Tijd Ruimte Activiteit (auti)Communicatie
De oplossing. Gebruik foto’s van bewegings arrangementen. - Voor de leerling altijd de “actuele” situatie. - Opstelling van de lesgever. - Foto’s van de beweegopstellingen vormen een jaarprogramma
Probleem! Visualiseren door picto’s (zoals gebruikt bij autigym) was onmogelijk. De bewegingsarrangementen zijn niet weer te geven in een picto.
Structuur in tijd. Gebruik van een time-timer voor het visualiseren van de lestijd. Gebruik van lintjes voor het visueel maken van het aantal keer dat een onderdeel gedaan moet worden Gebruik zandloper om duidelijk te maken hoe lang iets mag duren (30 sec. zandloper).
7
24-1-2015
Structuur in de ruimte.
Loopwegen van het einde van het arrangement naar het begin zijn aangegeven door gekleurde stroken en voetjes op de grond.
Structuur in activiteit.
Structuur in activiteit. Onder de foto van de leerling foto’s van de arrangementen in de volgorde van de les op het planbord
Foto van het bewegingsarrangement op A4 formaat bij het arrangement
Visuele ondersteuning kan ook d.m.v.:
Videofilmpjes maken van bewegingssituaties om de structuur in activiteit duidelijk te maken maar ook om de bewegingsvormen te laten zien. Tegenwoordig kun je tijdens de gymles makkelijk gebruik maken van: • I-pad • laptop
8
24-1-2015
(Auti)communicatie Aangepaste communicatie gezien van wat het kind nodig heeft. Denk aan o.a. aan:
* concrete heldere taal * spreek rustig * korte kernachtige zinnen * kernachtig verhaal
(Auti)communicatie moet een attitude worden van de lesgever!!!!
* vermijdt ontkenningen * geen figuurlijk taalgebruik
De 2e meting: tijdsteekproef. naam ll.
S. R. P. J. L. C.
taakgericht
82% 83% 83% 78% 87% 77%
kijken
17% 15% 17% 13% 13% 18%
storen
0% 2% 0% 2% 0% 0%
lopen
0% 0% 0% 0% 0% 5%
anders
2% 0% 0% 7% 0% 0%
Werken met de TRAC methode nu. - Lintjes zijn niet meer nodig (voor de leerlingen die meededen met het onderzoek). - Loopwegen hoeven niet meer aangegeven te worden - Leerlingen bewegen nog steeds intensief. - Gebruik het ook voor angstige kinderen (met de lintjes) en voor leerlingen die moeite hebben met het werken in meerdere vakken. - Gebruik time-timer en foto’s is ook een structuur voor de leerlingen zonder a.s.s. Onbedoeld neveneffect: - Leerling met a.s.s. is de “leider“ van het groepje.
9
24-1-2015
Sensorische integratie.
Een echt mens - Gunilla Gerland. Autobiografie van een autist.
“Op een bepaalde leeftijd moest je een koprol kunnen maken, dat moest gewoon en ik was de enige die het niet kon. Als ik op handen en voeten ging staan met mijn hoofd omlaag verloor ik alle gevoel voor ruimte, richting en lichaam.” “Ik was een onmogelijk kind in de gymnastiekles. Ik kon niet in het klimrek klauteren omdat ik geweldig duizelig werd. Ik kon de regels van het balspel maar niet begrijpen en kon de vaart van de bal niet berekenen zodat ik hem nooit kon vangen. Ik kon niet begrijpen waarom ik jaar in jaar uit gedwongen was om mee naar gymnastiek te gaan als het me zo kwelde.”
Werken met leerlingen met a.s.s. vraagt om maatwerk!
En nu jullie!!!!!
denk o.a. aan: Vaste plek in de kleedkamer/omkleden in de klas. Vooraf de gymzaal bekijken Gymkleding Moeite met fysieke aanrakingen Overgevoelig voor prikkels; visueel, geluid, geur, smaak, gevoel. …………………. ………………….
10
24-1-2015
Uitgangspunten spel.
Spel. Alle kinderen, los van hun mogelijkheden, hebben recht op spel!
Leerling moet zoveel mogelijk succeservaringen krijgen. Uitgaan van mogelijkheden en geen onmogelijkheden. Spel is middel, geen doel
Uitleg en spelregels. Problemen bij spel. * Spelregels * Speelveld * Structuur * Tempo/snelheid * Emoties * Materiaal * enz.
Alleen de belangrijkste regel(s). Uitleg kort en bondig Voordoen.
11
24-1-2015
Zorg voor vaste structuren.
Speelveld. -
Gescheiden speelveld. Cyclische spelen o.a. leeuwenkooi, Chinese muur. In deze spelvormen zit meer structuur.
O.a.: - Tikker (jager) altijd herkenbaar aan een geel tiklint. - Getikt dan zitten op de bank. - Gebruik time-timer - Gebruik het planbord
Leerlingen met a.s.s. moeten scripts ontwikkelen.
Visualisatie. Een script is een “interne bibliotheek” van dagelijkse routines. Bij spel is een script een “interne bibliotheek” van spel routines.
Voor het ontwikkelen van de “spel scripts” bij de leerlingen met a.s.s. is visuele ondersteuning nodig.
12
24-1-2015
Drijfbal.
Drijfbal speel je in 2 groepen. 1 groep heeft groene lintjes.
doel van het spel de regels de ballenophaler tactische tips
De andere groep heeft blauwe lintjes.
Probeer met een bal de grote bal zo te raken dat de grote bal gaat rollen.
13
24-1-2015
Als de grote bal tegen de bank van de andere groep rolt dan is dit een doelpunt.
Van elke groep heeft er één ook nog een rood lint om.
Dit is de ballenophaler die de ballen terug brengt naar de groep.
Dan hebben ze altijd genoeg ballen om te gooien.
14
24-1-2015
Je mag als gooier niet over de bank stappen. Niemand mag de grote bal aanraken.
De ballenophaler.
De ballen ophaler herken je aan het rode lint.
Ballen die tussen de banken blijven liggen zijn voor de ballenophaler.
15
24-1-2015
Breng de ballen zo snel mogelijk naar je eigen groep.
Leg de bal achter de bank.
Of geef de bal aan iemand van je groep.
Dan hebben ze weer ballen genoeg om tegen de grote bal te gooien.
16
24-1-2015
De tactiek.
Na het gooien.
Zo snel mogelijk weer een bal pakken.
Kijk naar de grote bal en sta klaar om te gooien.
17
24-1-2015
Het is makkelijker om een bal dichtbij te raken dan ver weg. Wacht tot de grote bal dichtbij is!
Als je goed gooit, rolt de grote bal weg en komt je bal weer terug.
Probeer recht achter de bal te staan als je gooit.
Als je schuin achter de grote bal gooit rolt de bal naar de zijkant.
18
24-1-2015
Probeer met de bovenhandse worp te gooien dan gooi je het hardst.
Kijk maar!
Eenvoudig tikspel.
Dit is de tikker dat kun je zien aan het gele lint.
19
24-1-2015
De tikker telt 1….
2….
3….
En gaat dan tikken.
20
24-1-2015
Ren weg van de tikker.
Getikt. Dan ga je zitten op de bank.
Als de tikker iedereen getikt heeft of stop zegt dan kiest hij de nieuwe tikker.
Verder uitbouwen.
De tactiek van de tikker: - eerst de langzamere lopers dan de snellere - probeer ze in de hoeken te drijven De tactiek van de loper: - Uit de buurt blijven van de tikker - Als de tikker achter je aan zit maakt schijnbewegingen
21
24-1-2015
Vragen?
22