Portfolioplan Duurzaamheid 2010-2014
Inhoudsopgave 1. Inleiding
pag.
2
2. De opgave
3
3. Visie op duurzaamheidsbeleid
3
4. Omgeving
4
5. De aanpak
4
6. Doelstellingen
6
7. Organisatie
6
8. De impuls-projecten in de portfolio
6
8.1. 8.2. 8.3. 8.4.
Duurzame Ontwikkelings- en Energiemaatschappij Restwarmtenet Nieuwe Dordtse Biesbosch Duurzaamheidsfabriek
9. De plus op de portfolio 9.1. Communicatie 9.2. Verduurzaming interne bedrijfsvoering 9.3. Sturing en monitoring overige projecten
7 7 8 9 9 9 11 11
10. Overige projecten en maatregelen
12
11. Middelen, capaciteit en dekking
13
12. Planning portfolio’plus’
14
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 1 van 14
Portfolioplan Duurzaamheid 2010-2014 1.
Inleiding
Het stadsbestuur van Dordrecht zet duurzaamheid hoog op de agenda. Het is een van de transformaties in beleid die het College van B&W in de huidige raadsperiode wil bereiken. In Dordrecht en de regio Drechtsteden is het goed wonen, werken, winkelen en recreëren, constateren we in het politiek akkoord. En dat willen we zo houden. We moeten ervoor zorgen dat huidige én toekomstige generaties in kwalitatief goede omstandigheden hier kunnen leven en blijven leven. Daarom werken we verder aan een duurzame samenleving. In Dordrecht loopt al een flink aantal initiatieven op het gebied van duurzaamheid. Denk bijvoorbeeld aan het restwarmte-initiatief waar HVC zich hard voor inzet, aan Energie op Maat, aan het educatieve programma over duurzaamheid van Weizigt NMC, aan de afvalscheiding etcetera. Ook heeft de gemeente in het Energiebeleidsplan aangegeven veel voornemens te hebben op het gebied van energiemaatregelen. Tegelijkertijd vinden we het belangrijk dat duurzaamheid nóg breder en nóg integraler op de agenda komt. En het accent verschuift steeds meer van de bewustwordingsfase naar de fase dat we het vooral gaan doen. Onder ‘we’ verstaan we: Dordtse bewoners van alle leeftijden, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen, waaronder ook de gemeentelijke organisatie zelf.
In het Politiek Akkoord is de focus met duurzaamheid gelegd op 4 domeinen: 1. Klimaatverandering: Uitvoering Waterbeleidsplan dat met klimaatverandering rekening houdt, Energiebeleidsplan en lobby voor uitvoering Deltaplan commissie Veerman. 2. Energieverbruik/energieopwekking: Door gemeente zelf; restwarmte, energieloket. We werken aan energiebesparing en opwekken van duurzame energie (minder fossiele brandstoffen). 3. Duurzame inrichting: Dit betreft gebouwen, bedrijventerreinen en buitengebied. We laten ons hierbij niet alleen leiden door onze behoeften van deze tijd, maar we kijken ook hoe een en ander past in onze toekomstige samenleving. 4. Flora & fauna: Nieuwe Dordtse Biesbosch, duurzame recreatie en toerisme in de Biesbosch, Weizigt NMC en behoud van de kwaliteit van de stadsparken. We willen voldoende en aantrekkelijke natuur in Dordrecht dat op een gezonde manier wordt gebruikt en een gezond leefmilieu t.a.v. geluid, veiligheid, bodem, water en lucht.
Om de focus extra te richten op het realiseren van enkele aansprekende resultaten, is voor de nieuwe collegeperiode 2010-2014 gekozen voor een aanpak met een projectenportfolio. Daarin worden 4 nieuwe en al lopende projecten opgenomen waarmee het college deze periode een transformatie op duurzaamheid specifiek zichtbaar wil maken. Daarnaast lopen vele andere projecten (in de lijnorganisatie) op het gebied van duurzaamheid. Deze projecten worden gemonitord zodat het college, waar nodig, tijdig kan bijsturen vanuit het oogpunt van realisatie van de duurzaamheidsdoelstellingen. De aanpak wordt aangevuld met communicatie-activiteiten zodat
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 2 van 14
kennisdeling via goede initiatieven en goede voorbeelden kan leiden tot bewustwording en duurzamer gedrag van burgers, bedrijven en instellingen, waaronder de gemeentelijke organisatie. In dit plan zijn achtereenvolgens onze opgave, de aanpak, de portfolioprojecten, de monitoring, de communicatie en tenslotte de benodigde middelen en financiering uitgewerkt.
2.
Voor welke opgave staan we?
Duurzaamheid betekent toekomstbestendig zijn. Een duurzame samenleving betekent dat de huidige generatie in haar noden voorziet, zonder de mogelijkheden daartoe voor de volgende generatie te beperken. Hier willen we aan gaan werken. Hiervoor is onder meer nodig dat we zorgen voor nieuwe, schonere energiebronnen en op den duur voor een sluitende kringloop van grondstoffen (ook wel in het Engels aangeduid als ‘cradle to cradle’). We sluiten ons aan bij afspraken en doelstellingen om daarin stappen te zetten. Bijvoorbeeld de ambitie van veel steden in Nederland, waaronder Dordrecht, om in 2050 klimaatneutraal of energieneutraal te zijn. De gemeenteraad heeft de ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn, uitgesproken op 16 februari 2010. Duurzaamheid krijgt momenteel veel aandacht, is innovatief en in de producttoepassing vaak energie- of materiaalzuinig en daarmee (uiteindelijk) goedkoper. Duurzaamheid kent 3 dimensies, te weten: people, planet, profit’. D.w.z. werken aan duurzaamheid doe je voor en met de mensen (people), voor natuur en milieu (planet) en economisch rendabel (profit).
3.
Onze visie op duurzaamheidsbeleid
De mensen zelf zijn de sleutel tot succes. Anders omgaan met energiegebruik, productie, consumptie en afval is een absolute voorwaarde. Het gemeentebestuur wil vooral als aanjager en bruggenbouwer in de stad impulsen aan verduurzaming geven. Tegelijkertijd beseffen we ook dat we vanuit de gemeentelijke organisatie een voorbeeldrol hebben te vervullen. Dat doen we dan ook. We willen investeren in de verduurzaming van onze bedrijfsvoering en in ons vastgoed. En tenslotte hebben we als overheid de zorg voor een duurzaam milieu en natuurbeheer. Binnen de activiteiten die we kiezen, onderscheiden we fysieke maatregelen die nodig zijn om duurzaam handelen mogelijk te maken en vervolgens de maatregelen die stimuleren dat er daadwerkelijk tot duurzaam gedrag wordt overgegaan. We willen bereiken dat Dordtse bewoners, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen bij hun ‘activiteiten’ in Dordrecht steeds duurzamer gedrag vertonen: t.a.v. wonen, ondernemen, mobiliteit, etc.. Kennis over duurzaamheid is een belangrijke randvoorwaarde voor bewustwording die noodzakelijk is om duurzaam handelen te realiseren. Het accent zal de komende jaren gaan verschuiven van de bewustwording dat duurzame ontwikkeling noodzakelijk is naar de fase van het daadwerkelijk doen (“Geen woorden, maar daden”). Het college wil vooral resultaten laten zien samen met partners (burgers, bedrijven etc.) en daarbij door communicatie ook eraan werken dat die navolging krijgen. Dordrecht stelt zich op in de voorste linie van gemeenten die aan duurzaamheid impulsen gaan geven. We realiseren ons dat er veel mogelijk is om duurzaamheid te bevorderen, vooral door innovatie te stimuleren. Met projecten als Duurzaamheidsfabriek, restwarmtenet en Duurzame ontwikkelings- en energiemaatschappij vervullen we hiermee een voorbeeldfunctie, ook buiten Dordrecht. Juist nu is de tijd rijp om met duurzaamheid
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 3 van 14
forse stappen te zetten. De visie op duurzaamheid voor Dordrecht zal in dialoog met diverse doelgroepen verder worden ontwikkeld (zie par.5).
4.
De omgeving waarbinnen we opereren en onze partners
Zeker zo belangrijk als de resultaten die we als gemeente zelf willen laten zien, zijn de initiatieven en projecten van onze partners en uiteraard onze gezamenlijke projecten. Behalve onze interne duurzaamheidsaanpak moeten alle resultaten die we beogen, worden gerealiseerd samen met partners, ondernemers en de burgers. Zoals het energieloket dat we willen instellen (zie par. 8). Dat gebeurt in nauwe samenwerking met HVC en het voornemen bestaat om gezamenlijk een Duurzame ontwikkelings- en energie maatschappij (DOE Dordrecht – voorlopige werktitel) op te richten. Het restwarmtenet is een project van HVC waaraan de gemeente Dordrecht medewerking verleent (collegebesluit juli 2009). HVC heeft daartoe een aanbieding gedaan en is in gesprek met de woningcorporaties en enkele projectontwikkelaars en gebouweigenaren. Ook bij onze ontwikkelingen in de Biesbosch zijn diverse partners betrokken zoals Waterschap en Staatsbosbeheer. Bij de ontwikkeling van de Duurzaamheidsfabriek op het Leerpark is Da Vinci onze partner, maar ook een aantal bedrijven uit onze regio zijn hierbij betrokken. HVC centrale Dordrecht
Daarnaast zijn we op sommige punten afhankelijk van andere overheden. Bij de Biesbosch spelen de Dienst Landelijke Ontwikkeling van het Rijk en de Provincie Zuid-Holland een belangrijke rol. En bij alle projecten is het van belang het maximale te onderzoeken en waar mogelijk te benutten wat betreft subsidiëring. Ook de Europese overheid mogen we niet vergeten: De EU zet immers in op een duurzame economische groeistrategie. De provincie is zelfs een duurzaamheidsoffensief gestart dat niet alleen is vertaald naar de structuurvisie, maar ook is vertaald in een provinciaal budget van €70 mln. Wat betreft rijkssubsidie is het ons niet gelukt de subsidieaanvraag bij het Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden te verzilveren, omdat voor dit subsidiepotje veel meer belangstelling was dan er subsidie beschikbaar was. Wat betreft Europese subsidie verkennen we momenteel de mogelijkheden om een EFRO-aanvraag m.b.t. restwarmte in te dienen. Er liggen kansen voor een nieuwe aanvraag op de Brede Doeluitkering voor gedragsbeïnvloeding bij verkeer en vervoer, t.b.v. activiteiten in het kader van de Europese Mobiliteitsweek in 2011 en volgende jaren. Het partnerschap zal verder gaan groeien, doordat duurzaamheid voor steeds meer bedrijven en organisaties een belangrijk thema is. Maar ook onder burgers zien we bewustwording en aandacht voor duurzaamheid groeien. Wijken en buurten die zich organiseren om gezamenlijk bijvoorbeeld zwerfafval in te zamelen, duurzame energie te gaan afnemen of gezamenlijk energiebesparende maatregelen te treffen in hun woningen, wat vanwege gebundelde inkoop per huishouden besparingen oplevert. De gemeente zal hierop inspelen en waar nodig ondersteunen middels Energie op Maat en DOE. Daarbij is het zaak om duidelijke spelregels vast te stellen, zodat er geen spanning ontstaat tussen het gemeentelijk beleid en de initiatieven van bedrijven en burgers.
5.
De aanpak
In het politiek akkoord heeft het college aangegeven er waarde aan te hechten om snel duidelijke resultaten te boeken die bovendien goed zichtbaar zijn. Verder is samenwerking met partners in de stad belangrijk in het kader van bestuurlijke vernieuwing. Deze uitgangspunten hanteren wij daarom ook bij de aanpak van de duurzaamheidsopgave.
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 4 van 14
Gekozen is voor een vorm van sturing op dit transformatiedossier onder de noemer ‘Projectenportfolio ‘plus’, gecombineerd met duurzaamheidsprojecten in de lijn. De plus staat voor de activiteiten die het effect van de portfolioprojecten en duurzaamheidsprojecten in de lijn moeten versterken zodat er gedragsverandering op gang komt en goede initiatieven navolging krijgen. In dit verband werken we aan een (beknopte) integrale visie op duurzaamheid én een bijbehorende overkoepelende communicatiestrategie. Hierin krijgt Weizigt NMC een centrale rol. Het is belangrijk dat inwoners, scholen, ondernemers en maatschappelijke instellingen in Dordrecht duidelijk merken dat het college inzet op duurzaamheid en dat de gemeente deze doelgroepen graag betrekt bij projecten om ze samen met hen tot een succes te maken. Die visie/strategie kan mede worden gebaseerd op bestaande beleidskaders (bijv. energiebeleidsplan, waterplan, milieubeleidsprogramma etc.). Daarnaast is van belang om aan te sluiten bij bestaande en toekomstige (stedelijke) netwerken op het gebied van duurzaamheid (o.a. Urgenda). De projectenportfolio is een set van een beperkt aantal impulsprojecten waarmee het College de transformatie in duurzaamheid heel specifiek zichtbaar wil maken in Dordrecht om navolging te creëren. Daarnaast lopen al veel verschillende projecten op het gebied van duurzaamheid. De projecten blijven in de lijnorganisatie, met extra aandacht – of als impulsproject in de projectenportfolio, of d.m.v. monitoring - voor tijdige realisatie en bereiken van beoogde effecten. Monitoring per project gebeurt primair door de verantwoordelijke projectleider en sectordirecteur of opdrachtgevend directeur. Vanuit de programmasturing vindt een integratieslag plaats op de monitoring (‘plus’ activiteit) zodat de voortgang van de stedelijke transformatie op duurzaamheid inzichtelijk kan worden gemaakt. Het sturingskader kan zodoende als volgt worden weergegeven: Plus:
- Visie & communicatiestrategie - Educatie en gedragsverandering (o.a. inzet Weizigt NMC) - Monitoring - Aanzet verduurzaming interne bedrijfsvoering
Projectenportfolio
Projecten en activiteiten in de lijn
4 impulsprojecten:
- Uitvoering Waterbeleidsplan - Uitvoering plan Veerman waterveiligheid - Uitvoering Energiebeleid - Duurzame gebiedsontwikkeling Stadswerven en Wielwijk - Projecten duurzame bedrijfsterreinen - Duurzaamheid in PALT afspraken - Stedelijke Ecologische Structuur - Projecten duurzame stedelijke mobiliteit - Uitvoering Afvalbeleid - Beheer stadsparken - Verduurzaming gebouwen verbonden partijen en scholen (IHP)
− Duurzame ontwikkelings- en Energiemaatschappij − Restwarmtenet − Duurzaamheidsfabriek − Nieuwe Dordtse Biesbosch (duurzaam recreatie en toerisme)
De dynamiek in het programma is gegarandeerd doordat er regelmatig vraag zal zijn naar het opstarten van nieuwe duurzame projecten. Eenmaal daartoe besloten, zullen deze in de lijn verder worden uitgewerkt. Tevens worden veel projecten gerealiseerd door of samen met externe partijen. Daarnaast zal vanuit de portfolio’plus’ op een stimulerende en creatieve wijze het thema duurzaamheid intern en extern worden bevorderd.
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 5 van 14
6.
Doelstellingen
Wat willen we bereiken op het gebied van duurzaamheid? 1. Energiebesparing: in 2015 is in Dordrecht 11% energiebesparing gerealiseerd. 2.
Duurzame energie: in 2015 wordt 3% van de energie in Dordrecht duurzaam geproduceerd.
3.
Water: het verbeteren van de waterkwaliteit (volgens de Kaderrichtlijn Water), waterkwantiteit (volgens de Nationaal Bestuursakkoord Water-Actueel) en verhogen van de waterveiligheid (volgens de Waterwet).
4.
Ontwikkelen en inrichten van 396 ha nieuw recreatiegebied en 788 ha nieuw natuurgebied, deels in de Sliedrechtse Biesbosch en bevorderen van duurzame recreatie met respect voor natuur en landschap.
5.
Behoud van de huidige kwaliteit van de stadsparken.
6.
Afvalinzameling en nuttig gebruik van afval (hergebruik): In 2015 voldoen aan doelstelling Landelijk Afvalbeheerplan: verhogen van het nuttig (her)gebruik van huishoudelijk afval naar 60%.
7.
Milieubewust gedrag en handelen bevorderen bij burgers, bedrijven instellingen en binnen de gemeentelijke organisatie.
7.
Organisatie
De portefeuillehouder duurzaamheid is bestuurlijk opdrachtgever voor de projectenportfolio’plus’ (inhoud en realisatie). Daarnaast stemt hij bestuurlijk af met andere leden van het college, die verantwoordelijk zijn voor onder hun portefeuille vallende duurzaamheidsbeleid en -projecten. De ambtelijke sturing van de projectenportfolio’ plus’ wordt belegd in de Directieraad bij Rein Meester (als programmadirecteur duurzaamheid). De programmadirecteur is ambtelijk opdrachtgever voor de projecten in de portfolio (m.u.v. Nieuwe Dordtse Biesbosch) en voor de ‘ plus’activiteiten en verantwoordelijk voor het stimuleren en waar nodig versnellen van duurzaamheidsmaatregelen in het algemeen. De programmadirecteur krijgt ondersteuning voor zijn sturingstaak vanuit het SBC (portfoliomanager). Daarnaast bestaat er een afzonderlijke organisatieopzet per project binnen de portfolio, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor partners, zoals HVC bij DOE resp. het restwarmtenet en Da Vinci bij de Duurzaamheidsfabriek. Hiervoor wordt verwezen naar de betreffende projectvoorstellen en projectrapportages. Zie ook par. 4 hierboven (omgeving en partners). De verantwoordelijken voor de portfolio’plus’ en de 4 impulsprojecten voeren regelmatig overleg over de voortgang en over de ‘plus’activiteiten. Daarnaast wordt elk kwartaal een breed duurzaamheidsoverleg gehouden met alle projectleiders, zodat de ontwikkelingen in duurzaamheid op alle verschillende terreinen met elkaar gedeeld worden en waar nodig afstemming kan plaatsvinden.
8.
De impuls-projecten in de portfolio
Onder de noemer ‘Wat gaan we daarvoor doen’ beschrijven we hieronder hetgeen we met onze impulsprojecten deze collegeperiode gaan realiseren.
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 6 van 14
8.1
Duurzame Ontwikkelings- en Energiemaatschappij
Onze doelstelling is dat in 2015 11% energie per jaar bespaard wordt en dat van de resterende energie 3% duurzaam wordt opgewekt. Het energieloket draagt daar fors aan bij, door in samenwerking met het locale bedrijfsleven effectieve en integrale energiemaatregelen aan te bieden aan burgers en ondernemers. Samen met HVC richten we daartoe een Duurzame ontwikkelings- en energiemaatschappij (DOE Dordrecht werktitel) op. Andere gemeenten (aandeelhouders van HVC), ook buiten deze regio, zullen kunnen aansluiten en schaalvergroting veroorzaken door de diensten aan te bieden aan hun inwoners en bedrijven. In de ontwikkelings- en energiemaatschappij worden energieloket en een aantal back-office activiteiten ondergebracht. Het energieloket draagt ook bij aan bewustwording dat een energietransitie een logische en economische stap is en de bewustwording dat allerlei andere vormen van energiebesparing lonend gemaakt kunnen worden. De gemeente helpt, begeleidt en schept voorwaarden. De uitvoering ligt bij bewoners, bedrijven, maatschappelijke instellingen en DOE. Door communicatieactiviteiten zullen de verschillende doelgroepen worden gestimuleerd tot gedragsverandering. DOE bouwt verder op ervaringen die de gemeente met interne duurzaamheid in de eigen organisatie opdoet. Het energieloket zal nauw samenwerken met Weizigt NMC t.a.v. communicatie-activiteiten. Het energieloket kan het project restwarmtenet (8.2) versterken door aansluiting van bestaande particuliere woningen op restwarmte te stimuleren. Momenteel wordt een businesscase voorbereid voor DOE. HVC levert kennis, expertise en inzet voor productontwikkeling en organiseert in elk geval de back-office. De gemeente schept randvoorwaarden en onderhoudt contact met de burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Het Da Vinci College faciliteert eenvoudige technische adviezen, zet Energie op Maat in als coproductie, en richt zich vooral op burgers en verwijst zo nodig door. Het bestaande energieadvies op gedrag zal daarom verbreed worden en aansluiten op het energieloket. We willen binnen deze collegeperiode op deze wijze 4000 energieadviezen (nulmeting in 2009) aan huishoudens in Dordrecht laten verstrekken. Financiën De kosten van DOE worden voor de gemeente Dordrecht over de komende 4 jaar geschat op 8 ton. Financiering kan voor een deel uit bestaande budgetten energiebeleid en bestaande formatie bij SO. Extra budget wordt voor de komende 4 jaren gevraagd van €90.000 per jaar. Daarnaast dient een investering van €310.000 te worden gedaan. Het college heeft de bekostiging van de extra exploitatielasten en genoemde investering als intensivering in de ontwerpbegroting 2011 opgenomen. 8.2.
Restwarmtenet
Dit betreft een project van HVC waarmee wordt beoogd, door een combinatie van bestaande bouw en nieuwbouw, voor 2020 minimaal 6000 woningen aan te sluiten op de restwarmte van de afvalverbranding van HVC en daarmee een aanzienlijke energiebesparing te realiseren. Bij woningen die worden aangesloten op deze restwarmte wordt ongeveer 50% CO2 reductie op het gebouwgebonden (exclusief apparaten) energiegebruik behaald. Doordat er minder CV-ketels nodig zijn verbetert bovendien de luchtkwaliteit in Dordrecht.
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 7 van 14
Het vorige college heeft in 2009 ingestemd met de uitgangspunten voor dit project en besloten aan dit project mee te werken en HVC groen licht te geven om contracten aan te gaan met wooncorporaties en projectontwikkelaars voor de in het voorstel opgenomen locaties. Het project is daarna door HVC opgesplitst in een basiscase met contracten voor aansluiting van 4500 woningen voor 2015, en een aanvullende case met contracten voor aansluiting van 1200 woningen. Bovendien worden, op verzoek van het bedrijfsleven, momenteel de mogelijkheden voor restwarmte Dordtse Kil onderzocht. Dordrecht is tevens leidend voor restwarmte in de Drechtsteden. In het Bouwbesluit is een aansluitplicht op restwarmte opgenomen; de aansluitplicht is gekoppeld aan aantal en grootte van de aansluitingen en aan de afstand tot het beoogde warmtenet. In de PALT-afspraken met de woningcorporaties is een paragraaf opgenomen over aansluiting van nieuwe en bestaande woningen op restwarmte. Voor de basiscase wordt in het najaar van 2010 besluitvorming verwacht bij de 3 betrokken vastgoedeigenaren. De eerste bouwaanvragen met restwarmte zijn ingediend. Financiën De medewerking van de gemeente wordt gedekt uit bestaand budget voor het project restwarmte. Dit omvat beleidsinzet en in een volgend stadium ook inzet van juridische expertise. 8.3
Nieuwe Dordtse Biesbosch (NDB)
We willen door het creëren van nieuwe natuur- en recreatiegebieden voldoen aan de behoeften tot recreatie in de Dordtse Biesbosch en streven daarbij naar duurzame recreatie met respect voor de aanwezige en beoogde natuur- en landschapswaarden. Naast een stevige impuls voor de realisering en versterking van de ecologische structuren van Dordrecht biedt de Nieuwe Dordtse Biesbosch kansen om tot duurzame inrichting en gebruik te komen van dit natuur- en recreatiegebied. Deze ontwikkelingskans past geheel in het project ‘Ondergedompeld in de Biesbosch’, Biesbosch als proeftuin van duurzaam toerisme en recreatie. In de portfolio duurzaamheid zal worden ingezet op: • Onderzoek/businesscase met betrekking tot duurzaam vervoer binnen de Nieuwe Dordtse Biesbosch: ‘een wit vervoersplan’ (wandelen, fietsen, kanoën en elektrisch varen), incl. eenvoudige duurzame voorzieningen onderweg, maar ook GPS-faciliteiten. • Ontwerp van een duurzaam bezoekerscentrum, niet alleen qua gebouw en omgeving, maar ook qua informatie, educatie, producten, horeca en het aanbod van duurzame arrangementen. Dit wordt in samenspraak met duurzame ondernemers en onderwijs ontwikkeld. Een dergelijk centrumontwerp is ook onderdeel van het EU-project Sustainable Tourisme in Estuary Parcs (STEP).
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 8 van 14
Financiën Over het algemeen zijn middelen beschikbaar voor bovenomschreven impuls. Voor cofinanciering is eenmalig nog €100.000 nodig wat is opgenomen in de ontwerpbegroting 2011. 8.4
Duurzaamheidsfabriek
Op het Leerpark Dordrecht is de Duurzaamheidsfabriek in ontwikkeling op een prominente plek, de entree van het Leerpark. Oplevering van de fabriek is gepland in juni 2012; start bouw begin 2011. De Duurzaamheidsfabriek levert het Leerpark de gewenste samenwerking tussen technologische bedrijven en het onderwijs. De Duurzaamheidsfabriek wordt ontwikkeld door het bedrijfsleven, Da Vinci College en de gemeente (Coöperatie Leerpark U.A.). De fabriek krijgt een aantrekkelijke en inspirerende werk- en leeromgeving voor studenten (vmbo, havo, vwo, mbo, hbo en wo) en nascholende werknemers in duurzame en innovatieve technologie. Het bedrijfsleven gaat in de werkplaatsen en labs van het centrum producten ontwikkelen en testen en een deel van de onderwijstaak vervullen. Daarnaast is de Duurzaamheidsfabriek een kenniscentrum voor duurzame ontwikkeling (energietransitie, machinebouw en besturingstechniek, duurzaam ontwerpen/ materiaalontwikkeling en duurzame mobiliteit), gericht op regionale en landelijke netwerken en ontwerpers, startende ondernemers, adviseurs (marketing, financiën) en studenten. Met veel partijen zijn verkenningen voor vestiging gaande. Van de volgende partijen is bekend dat ze zich vestigen: de Xcalibur van Krohne en NMI (meterologie en calibratie/ prototyping & testing), Installatiewerk Zuid-Holland (bedrijfsschool van bedrijven in elektrotechniek, installatiebouw en werktuigbouw), Sublean (duurzame daken en gevels), HVC (afvalverwerking en energie), Priva (meeten regeltechniek), Da Vinci (opleidingen Technologie) en ook de metaalsector gaat programmeren in de fabriek. Mede in relatie met de Duurzaamheidsfabriek heeft de stichting Urgenda het Leerpark omarmd als nationaal icoon voor duurzaamheid en sociale innovatie (unieke combinatie van wonen, werken en leren) en het Leerpark met de Duurzaamheidsfabriek is “associate member” van de International Association of Science Parks. Met bovengenoemde ontwikkelingen zal de ontwikkeling van het Leerpark op korte termijn met grote stappen weer dichter bij de realisatie van de beoogde visie komen: een nieuw stadsdeel waarin leren, wonen en werken op innovatieve wijze zijn verbonden. Een gebied waarin (beroeps-) onderwijs en (regionaal) bedrijfsleven samenwerken aan het bieden van kansen voor jonge mensen die invulling geven aan een duurzame toekomst van de economie en samenleving. Financiën De benodigde middelen voor het realiseren van de Duurzaamheidsfabriek zijn door de raad beschikbaar gesteld op 19 januari 2010.
9.
De plus op de portfolio
9.1
Communicatie
Communicatie, educatie en participatie zijn belangrijke instrumenten om de inspanningen binnen de projectenportfolio’plus’ zichtbaar te maken voor verschillende doelgroepen, zoals inwoners, ondernemers, scholen en maatschappelijke instellingen. Hiermee krijgt het duurzaamheidsbeleid van de gemeente en samenwerkende partijen “smoel” en het versterkt het duurzaamheidsimago van gemeente en partners. Vooral door geplande en
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 9 van 14
frequente communicatieactiviteiten en de juiste boodschap op het juiste moment kan tot duurzamer gedrag geïnspireerd worden. Essentieel in onze visie op duurzaamheidsbeleid is dat de gemeente er van uitgaat dat duurzame ontwikkeling van de stad niet door de lokale overheid alleen gerealiseerd kan worden. Daarom willen we ook doelgroepen faciliteren om de bij hen aanwezige creativiteit en ambitie om te zetten in duurzame initiatieven. Ontmoeting organiseren van mensen die elkaar inspireren levert meer op dan goedbedoelde boodschappen die de overheid communiceert over de eigen projecten. Het gaat om echte bewustwording en betrokkenheid. Samen met de diverse partijen zullen we daarnaast verder werken aan het profiel van ons duurzaamheidsbeleid. Wat willen we bereiken met onze communicatie: 1. Bewustzijn en (blijvend) draagvlak bij de doelgroepen; 2. Kennisuitwisseling en duurzaam gedrag; 3. Zichtbaarheid van doelstelling, resultaten en voortgang van projectenportfolio duurzaamheid.
Stadsboerderij
Wat gaan we daarvoor doen: - minimaal 2 maal per jaar een dialoog organiseren samen met het burgerinitiatief Duurzaamheidsplatform (zgn. Duurzaamheidscafé’s); - 4 kennis- en netwerkbijeenkomsten voor het bedrijfsleven organiseren; - educatieve programma’s op het terrein van duurzaamheid uitvoeren voor jaarlijks 20.000 leerlingen van Dordtse scholen; - communicatiecampagne opzetten; middelen die hierbij ingezet worden variëren van websites, elektronische nieuwsbrieven (bijvoorbeeld Dordt Duurzaam), sociale media, free publicity, persberichten, kennis- en netwerkbijeenkomsten en diverse educatieve activiteiten; - communicatie, kennis- en netwerkbijeenkomsten ook intern binnen gemeentelijke organisatie (wat we naar buiten willen uitdragen, moeten we ook binnen waar maken). Communicatie over duurzaamheid is momenteel binnen Dordrecht verspreid over verschillende (duurzaamheids)projecten. Inventarisatie, stroomlijning en bundeling van deze communicatie zullen voor efficiëntere en krachtigere communicatie zorgen. Alle partijen die zich met communicatie, educatie en participatie rond duurzaamheid bezig houden, hanteren dan dezelfde agenda. Het accent ligt voorlopig op de 4 impulsprojecten. Maar ook in andere duurzaamheidsprojecten of activiteiten kunnen resultaten worden bereikt die nuttig zijn om extra naar buiten te brengen. Qua uitwerking en timing wordt waar mogelijk aangesloten op andere initiatieven zoals het energieloket.
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 10 van 14
Financiën Voor een groot deel (0,5 fte) zal capaciteit worden benut en samengebracht die reeds in verschillende duurzaamheidsprojecten is opgenomen. Voor een integrale vertaalslag naar duurzaamheid is 0,5 fte extra nodig aan communicatieadvies (€30.000 per jaar). Daarnaast is €25.000 per jaar nodig voor het bekostigen van campagnemiddelen. De benodigde middelen zijn opgenomen in de ontwerpbegroting 2011. 9.2
Verduurzaming van de interne bedrijfsvoering
We willen ook binnen de gemeentelijke organisatie duurzame maatregelen doorvoeren die maatschappelijk wenselijk én financieel voordelig zijn. De gemeente wil haar verantwoordelijkheid voor verduurzaming van Dordrecht oppakken. Dit vraagt eenmalige investeringen die leiden tot duurzamere bedrijfsvoering en ook structureel lagere rekeningen voor energie, water, inkoop, transport en afvalverwerking bij gemeentelijke gebouwen, voorzieningen, ICT, wagenpark en inkoop. Er zijn een aantal ontwikkelingen in gang gezet die van invloed zijn op de uitvoering van ons intern duurzaamheidsbeleid: • • • • • • •
Energiebeleid tranche 2009-2013 (2009) e Energieprogramma Drechtsteden (1 kwartaal 2010) Dordrecht Fair Trade gemeente (2009) Inkoopbeleid Drechtsteden Regionaal programma Luchtkwaliteit (i.v.m. wagenpark) Uitgevoerde energieonderzoeken van ca 30 van de gemeentelijke gebouwen (Builddesk 2007) Uitgevoerde benchmark en onderzoek naar duurzaamheid stadskantoor
Een eerste stap ten aanzien van interne duurzaamheid is gezet in het traject van de brede doorlichting. In kaart is gebracht welke energiemaatregelen getroffen kunnen worden voor gebouwen waarvan we eigenaar en gebruiker zijn. Dit is inmiddels als project overgedragen aan het Vastgoedbedrijf. Vastgoedbedrijf maakt tevens een voorstel voor interne duurzaamheid bij gebouwen waarvan we eigenaar zijn, maar met externe gebruikers. We starten nog voor 1 december met een aanzet en vervolgens structurele coördinatie van interne duurzaamheid voor het gemeentelijk wagenpark en de inkoop. Ook komt er een voorstel voor verduurzaming van bedrijfsvoering bij verbonden partijen en bij gesubsidieerde instellingen. De aanzet voor deze onderwerpen zal worden gegeven vanuit de portfolio’plus’. Financiën Voor een aanzet tot structurele verduurzaming van de bedrijfsvoering en vervolgens de coördinatie daarvan is in 2011 eenmalig €30.000 nodig. Deze investering (opgenomen in de ontwerpbegroting 2011) wordt geacht via de uiteindelijk door te voeren maatregelen vanaf 2014 te worden terugverdiend. 9.3
Sturing en monitoring overige projecten en activiteiten duurzaamheid
In paragraaf 6 is aangegeven dat we naast de portfolio nog veel meer projecten, maatregelen en activiteiten kennen die zich richten op duurzaamheid. Zie de lijst op pagina 4 (rechterkolom) en par.10. Omdat we streven naar een integrale aanpak op duurzaamheid, mede om nog effectiever te kunnen zijn in verduurzaming van de samenleving, worden ook de projecten die via de lijnorganisatie worden uitgevoerd in het sturingsproces op duurzaamheid betrokken. We volgen de voortgang, resultaten en effecten van deze projecten nauwlettend. In de eerste plaats benutten we de jaarrapportages, zoals het milieujaarverslag. Elke twee jaar maken we daarnaast een duurzaamheidsmonitor, waarin we nog dieper ingaan op de effecten en op andere ontwikkelingen die van belang kunnen zijn. We betrekken hierbij ook de in de tussentijd verworven innovatieve ideeën voor duurzaamheid vanuit burgerij, bedrijfsleven, wetenschap en andere organisaties.
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 11 van 14
De projecten in de lijn zijn primair een verantwoordelijkheid van de betreffende (sector)directeuren. De programmadirecteur maakt een integrale sturing vanuit het college mogelijk. De sturing op de lijn geschiedt op basis van vertrouwen en de uitvoering moet transparant zijn en duidelijkheid geven wat betreft de verdeling van de verantwoordelijkheden intern en extern. Interventies door de programmadirecteur kunnen nodig zijn om projecten die moeizaam verlopen of waar kansen worden gemist, vlot te trekken of een extra zet te geven. Daarnaast maken we binnen de gemeentelijke organisatie de afspraak dat we bij alle projecten en voorstellen die we voorbereiden de afweging maken in hoeverre zaken duurzaam zullen zijn. We willen dat niet gaan bureaucratiseren door bijvoorbeeld een aparte duurzaamheidsparagraaf verplicht te stellen, maar verwachten dat het op vergelijkbare wijze wordt meegenomen als bijvoorbeeld de afweging of een oplossing ook efficiënt genoeg is. In onze communicatie-aanpak zal daarom ook de interne communicatie voldoende aandacht moeten krijgen en daarnaast zullen vanuit de portfolio activiteiten worden geïnitieerd die ertoe leiden dat op het gebied van duurzaamheid binnen de gemeentelijke organisatie zoveel mogelijk kennis en informatie wordt gedeeld en de actiegerichtheid hierin fors zal toenemen.
10. Overige projecten en maatregelen Hierna volgt een beknopt overzicht van de output in 2011 van de overige projecten die specifiek bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen: Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoering Afvalprogramma 20052010 en actualiseren afvalprogramma Uitvoering Energieprogramma 2009-2013 (deels in samenwerking met de Drechtsteden)
Actualiseren huidig afvalbeleid, onder meer aan de hand van het Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021.
Uitvoering Waterplan Dordrecht 2009-2015 Participatie project MARE (2012)
Om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water/Nationaal Bestuursakkoord Water uitvoering geven aan het maatregelplan. Uitvoering jaarschijf 2011. Project leidt tot een strategie om Dordrecht waterveilig te maken volgens het meerlaagsveiligheidsprincipe (MARE-Stad in het Water); in 2011 worden scenario’s doorgerekend die uiteindelijk leiden tot een strategie voor waterveiligheid. Project leidt ook tot een strategie om wateroverlast te voorkomen (MAREWater in de Stad) Wielwijk klimaatbestendig; in 2011 worden scenario’s doorgerekend die uiteindelijk leiden tot een strategie om wateroverlast te voorkomen. Een van de aspecten die een rol speelt binnen deze strategie is de aanleg van groene daken.
Uitvoeringsprogramma Stedelijke Ecologische Structuur (20092013)
Realisatie van in totaal 56 projecten tot 2013, gericht op versterking van de stedelijke ecologische structuur en het oplossen van knelpunten.
De corporaties realiseren 2 % energiebesparing per jaar; voor 2011 betekent dit het controleren van gemaakte afspraken. In 2011 afspraken maken met de Milieudienst over de manier waarop energie wordt meegenomen bij vergunningverlening en handhaving. Realiseren kansen voor verduurzaming Westelijke Dordtse Oever. In 2011 worden kansen voor verduurzaming samen met de betrokken partijen geïnventariseerd. In 2011 worden afspraken gemaakt met de Milieudienst over energie in vergunningverlening en toezicht.
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
pag. 12 van 14
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoering delen van Actieplan Geluid 2010-2013/ Plan van aanpak luchtkwaliteit 2006-2015
Stedelijke voorzieningen voor duurzame mobiliteit: Vergroening (gemeentelijk) wagenpark (schoon en stiller); in 2011 voorbereiding aanleg oplaadpunten elektrische auto’s; stimulering realisatie aardgasvulpunten en rijden op aardgas; aanschaf schone voertuigen gemeentelijke organisatie.
Realisatie walstroomvoorzieningen inclusief aankoop groene stroom
Duurzame locatie-ontwikkelingen (ook opgenomen in energieprogramma en waterplan)
Stadswerven: energie en water. Wielwijk: water, energie, pilot groene daken. Dordtse Kil IV de komende jaren energieneutraal ontwikkelen; In 2011 wordt hieraan uitwerking gegeven in projectdocumenten.
Verduurzaming gebouwen
Behalve de panden van de gemeente (int.duurzaamheid) bevorderen van verduurzaamheid gebouwen verbonden partijen (waaronder scholen, IHP)
Financiën Voor de kosten van onderzoek en het opstellen van een 2-jaarlijkse monitor is een budget van in totaal €60.000 nodig. Dit is opgenomen in de ontwerpbegroting 2011.
10.
1 2 3 4
5.
Benodigde middelen, capaciteit en dekking Omschrijving
Formatie
Extra kosten Jaarlijks (€)
Portfoliomanager Kosten onderzoek en monitoring Aanzet interne duurzaamheid Communicatie
0,44 fte n.v.t.
30.000
0,5 fte
0
0,5 fte n.v.t p.m.
30.000 25.000 0
n.v.t. n.v.t.
90.000
p.m.
0
0 0
DOE Dordrecht
Extra kosten Eenmalig (€) 60.000 30.000
310.000
6.
Restwarmtenet
7.
Duurzaamheidsfabriek
0
8.
Nieuwe Dordtse Biesbosch
0
Dekking ---Bestaande formatie lopende projecten --Formatie SO --p.m: bijdragen partners en andere gemeenten die aansluiten Formatie SO Bestaand budget Bestaand budget Bestaande budgetten --
100.000 Totaal
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
175.000
500.000
pag. 13 van 14
In totaliteit is voor de transformatie op duurzaamheid voor de komende 4 jaar een intensivering nodig van €1.200.000.
11.
Planning portfolio’plus’
Voor de planning in de portfolioprojecten zie paragraaf 8. Planning voor de ‘plus’activiteiten: ‘Plus’activiteit Portfolioplan Communicatieplan Projectplan interne duurzaamheid
Gereed 1-9-2010 31-12-2010 1-12-2010
Eerste voorlopige visie op duurzaamheidsbeleid
1-5-2011
1e monitor duurzaamheid
1-9-2011
Overdracht interne duurzaamheidsaanpak aan lijnorganisatie
Portfolioplan duurzaamheid 2010-2014
1-12-2011
pag. 14 van 14