Populair jaarverslag 2011
1
Downloads Deze uitgave is een verkorte, vereenvoudigde en toelichtende versie van het formele jaarverslag 2011. U kunt het volledige jaarverslag opvragen via het bestuursbureau of downloaden op www.uwvpensioen.nl/downloads.
2
De vijf belangrijke ontwikkelingen van 2011 1
Meer vermogen dan ooit. Maar dat is niet voldoende
2
2011 begon hoopgevend. Totdat de rente sterk daalde…
goede beleggingsresultaten en de keuze het 3 Onze renterisico grotendeels af te dekken hebben een maatschappelijk verantwoord 4 We beleggingsbeleid ingevoerd
5
Het pensioenakkoord en de mogelijke gevolgen voor u
3
Voorwoord Het gaat in zijn algemeenheid goed met de gezondheidszorg in Nederland. We worden steeds ouder. Absoluut fijn voor ons allen, maar wel duur voor de pensioenfondsen. Dit gecombineerd met een slechte economie, maakt dat het niet goed gaat met de pensioenfondsen. Dat geldt ook voor Pensioenfonds UWV. Gelukkig hoeven wij – in tegenstelling tot ruim 100 andere pensioenfondsen – vooralsnog niet aan te kondigen dat de pensioenen moeten worden verlaagd. Maar onze financiële positie was eind 2011 met een dekkingsgraad van 100,4% onvoldoende. U bent daarover in februari dit jaar per brief geïnformeerd. Intussen heeft UWV eind maart jl. een CAO afgesloten, waarin de afspraak is opgenomen dat vanaf 2013 de opbouw van het pensioen (normaal 2,1% per jaar) lager kan worden vastgesteld als de financiële positie van het fonds dat noodzakelijk maakt. Een belangrijk resultaat en een moedige stap op weg naar een nieuw pensioenakkoord. Dat kan ook voor de rest van Nederland tot voorbeeld dienen. Deze CAO afspraak is door
4
een meerderheid van het Bestuur van Pensioenfonds UWV gehonoreerd met het besluit de opbouw voor de werknemers in 2012 niet te verlagen. Maar het vaste opbouwpercentage is in de CAO wel losgelaten en afhankelijk gesteld van de financiële omstandigheden. Dit maakt eens te meer duidelijk dat de medewerker van UWV nog meer dan in het verleden ook een eigen verantwoordelijkheid heeft waar het gaat om het opbouwen van zijn pensioen. Die eigen verantwoordelijkheid is ook aan de orde bij de leeftijd waarop u van plan bent om te stoppen met werken. Dat de leeftijd van 65 zal worden losgelaten staat vast. U zult hier zelf meer bepalend in worden. Dit is niet alleen een pensioenvraagstuk, maar ook een loopbaanvraagstuk. Welke opleidingen gaat u wanneer volgen en welke carrière stappen blijft u maken? Medewerkers van UWV kunnen via Pensioenfonds UWV een goed pensioen opbouwen. Maar het eindresultaat op de pensioendatum is verschillend, afhankelijk van de eigen loopbaan en de privésituatie. Iedereen die nu en in de toekomst bij ons pensioenfonds pensioen opbouwt, moedig ik daarom aan tijd te maken voor het regelmatig bezien van de eigen pensioensituatie. Het gaat daarbij vooral om de vraag: wat kunt u straks verwachten aan pensioen en wat heeft u straks nodig? mr. drs. Jacques J.A. Hylkema Voorzitter Pensioenfonds UWV
5
Ontwikkeling 1
Meer vermogen dan ooit. Maar dat is niet voldoende Ruim 9.000 mensen ontvangen op dit moment een pensioenuitkering via ons pensioenfonds. Nog eens ruim 40.000 (oud) UWV-ers zullen in de toekomst een pensioenuitkering ontvangen. Als u daarbij in gedachte neemt dat een pensioen van iemand die nu 65 jaar is, gemiddeld zo’n 23 jaar moet worden uitgekeerd, mag het duidelijk zijn dat het pensioenfonds een enorm vermogen moet bezitten om deze pensioenen dan te kunnen betalen.
Gelukkig is er voor uw pensioen daadwerkelijk gespaard. Daarvoor leggen werknemers en werkgever immers iedere maand premie in, zoals de gepensioneerden dat gedurende hun loopbaan bij UWV ook deden. Pensioenfonds UWV heeft een vermogen opgebouwd dat bestaat uit de pensioenpremies die door de jaren heen ontvangen zijn plus het behaalde rendement op dat vermogen. Eind 2011 bedroeg ons vermogen ruim € 4,7 miljard. Dankzij de goede resultaten op onze beleggingen over 2011 bezitten we nu meer vermogen dan ooit tevoren. Maar toch is dat niet voldoende.
6
Van het pensioenvermogen moeten immers alle pensioenen worden betaald. Dus niet alleen de pensioenen van onze gepensioneerden. Maar ook de pensioenen die de huidige generatie werkenden al hebben opgebouwd. Het bedrag dat nodig is om alle pensioenen – nu en in de toekomst – te kunnen uitkeren, is in 2011 groter geworden dan ooit. Dat wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de sterke daling van de rente. Meer hierover in ontwikkeling nummer 2.
“In 2011 ontvingen 820 mensen voor de eerste keer hun ouderdomspensioen via Pensioenfonds UWV. In totaal ontvingen 9.317 mensen het afgelopen jaar een uitkering via ons pensioenfonds.”
7
Langer leven De afgelopen jaren was het bedrag dat nodig is om alle pensioenen te kunnen uitkeren al sterk gestegen. Dat werd veroorzaakt door de structurele ontwikkeling dat we gemiddeld steeds langer leven. Pensioenfondsen hielden uiteraard al wel rekening met het feit dat mensen steeds ouder worden, maar de nationale expertgroep die voor alle pensioenfondsen de levensverwachting berekent, heeft - kijkend naar de toekomst - een onverwacht sterke stijging gepubliceerd. Dat heeft grote gevolgen voor pensioenfondsen, omdat langer leven ook betekent dat we langer genieten van een pensioenuitkering. De invloed van langer leven is groot. In de afgelopen jaren heeft de gestegen levensverwachting de dekkingsgraad met zo’n 8% doen dalen.
8
Oplossing Voor onze gestegen levensverwachting zal een oplossing moeten worden gevonden. Een daarvan zal ongetwijfeld zijn dat we tot op hogere leeftijd zullen moeten doorwerken. Maar met langer doorwerken alleen zijn we er nog niet. Feit is namelijk ook dat geen premie is betaald voor de jaren die we nu langer van ons pensioen zullen genieten. ‘Voor hetzelfde geld, langer met pensioen’ is niet mogelijk. Overheid, sociale partners, werkgevers en pensioenfondsen zullen zich over dit dilemma moeten buigen. Eén ding is zeker. De oplossing moet uit de lengte of uit de breedte komen. En zal voor vrijwel iedereen pijnlijke gevolgen hebben.
“Iedereen die in dienst is van UWV bouwt ouderdomspensioen op. In 2011 bouwden 22.333 mensen ouderdomspensioen op bij Pensioenfonds UWV. Dat zijn alle werknemers, inclusief arbeidsongeschikten (arbeidsongeschikten zijn via het pensioenfonds verzekerd voor doorbetaling van de pensioenpremies).”
9
“In 2011 is door werknemers en werkgever bij elkaar bijna € 193 miljoen aan pensioenpremie betaald.”
10
Ontwikkeling 2
2011 begon hoopgevend. Totdat de rente sterk daalde… In de loop van 2011 steeg de dekkingsgraad tot 107,6% per eind juni. Daarmee lag de dekkingsgraad boven de minimaal vereiste waarde. Formeel was ons pensioenfonds dus de eerste helft van 2011 even uit de gevarenzone. Halverwege het jaar daalde de rente echter scherp. Onze dekkingsgraad kelderde vervolgens onder de minimaal vereiste waarde. En in oktober zelfs naar 96,5%, het dieptepunt van 2011. Omdat de dekkingsgraad onder de 104,3% raakte (het minimaal vereiste niveau) heeft Pensioenfonds UWV een nieuw herstelplan (zie kader op pagina 14) moeten indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB).
Waarom daalt de dekkingsgraad als de rente daalt? Om te berekenen hoeveel geld een pensioenfonds nu in kas moet hebben om tot in de verre toekomst alle pensioenen te kunnen uitkeren, moet het pensioenfonds weten welk rendement op het vermogen het in de toekomst kan verwachten. Ben je optimistisch dan reken je je te rijk, ben je pessimistisch dan reken je je te arm. DNB treedt als scheidsrechter op en heeft bepaald dat pensioenfondsen voor deze berekening moeten uitgaan van de huidige marktrente. Een lage rente betekent dat pensioenfondsen moeten rekenen met een laag verwacht rendement naar de toekomst toe. Met als gevolg dat pensioenfondsen bij een lage rente meer geld in kas moeten hebben (zie kader op pagina 12). Daarmee heeft een lage rente een nadelig effect op de dekkingsgraad. Eind 2011 bedroeg de rente 2,93%. Een jaar daarvoor was dat nog 3,79%.
11
De invloed van de rente op de dekkingsgraad Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om de pensioenverplichtingen (de huidige waarde van alle – nu en in de toekomst – uit te keren pensioenen) te waarderen tegen marktrente. Als de rente daalt, stijgen de pensioenverplichtingen. Dat heeft de volgende gevolgen: Stel, de rente bedraagt 4%. Als je over 1 jaar € 100 pensioen moet uitkeren, zou je nu € 96 in kas moeten hebben omdat dit na 1 jaar, inclusief 4% rente, € 100 is (bij benadering). Zou de rente nu 3% zijn, dan heb je volgens dezelfde redenatie € 97 in kas nodig. Bij pensioen gelden echter lange termijn beleggingen. Bij een beleggingshorizon van 30 jaar is het verschil tussen 4% en 3% rente bij een pensioenverplichting van € 100 enorm toegenomen. Voor een pensioenverplichting van € 100 die over 30 jaar moet worden uitgekeerd heeft een pensioenfonds bij een rente van 3% nu € 41,20 in kas nodig. Bij een rente van 4% nog maar € 30,83!
12
De gevolgen… Deze daling van de rente heeft een enorm negatief effect gehad op de dekkingsgraad. De financiële positie van ons pensioenfonds per 31 december 2011 was gelukkig net niet van dien aard dat we hebben moeten aankondigen de pensioenen te zullen verlagen. Maar dat was met de hakken over de sloot. Onvermijdelijk was helaas wel dat we voor het derde jaar op rij de ingegane pensioenen van gepensioneerden niet hebben kunnen verhogen (indexeren). De pensioenen zijn dus niet meegestegen met de prijsontwikkeling (inflatie). Ook de opgebouwde pensioenen van werknemers zijn trouwens niet verhoogd.
Wat is de dekkingsgraad ook alweer? De dekkingsgraad is een graadmeter voor de gezondheid van een pensioenfonds. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen en de pensioenverplichtingen. Bij een dekkingsgraad van 100% heeft het pensioenfonds precies evenveel vermogen ‘in kas’ als het aan pensioenverplichtingen heeft. Omdat de dekkingsgraad schommelt, en we schokken op de financiële markten moeten kunnen opvangen, zijn we verplicht reserves aan te houden. De minimale reserve is ongeveer 5% van de verplichtingen. In dat geval bedraagt de dekkingsgraad 105% (voor Pensioenfonds UWV is het exacte minimaal vereist niveau 104,3%). Eind 2011 bedroeg de dekkingsgraad van Pensioenfonds UWV 100,4%.
Dekkingsgraad Pensioenfonds UWV door de jaren (stand per einde jaar) 2011
2010
2009
2008
2007
100,4%
105,2%
109,1%
99,5%
136,4%
Op www.uwvpensioen.nl wordt de dekkingsgraad maandelijks geactualiseerd. 120%
110%
100% Dekkingsgraad
90%
Verwacht herstelpad
80% jan 2011
feb 2011
mrt 2011
apr 2011
mei 2011
jun 2011
jul 2011
aug 2011
sep 2011
okt 2011
nov 2011
dec 2011
In de grafiek is de ontwikkeling van de dekkingsgraad van het pensioenfonds afgezet tegen de ontwikkeling van de dekkingsgraad zoals die volgens het herstelplan naar verwachting zou moeten verlopen. 13
Herstelplan Zodra de dekkingsgraad van een pensioenfonds onder de 105% zakt, moet een (nieuw of aangepast) herstelplan worden ingediend bij De Nederlandsche Bank. In een herstelplan staat via welke maatregelen en door welke marktontwikkelingen een pensioenfonds verwacht dat de dekkingsgraad weer stijgt tot boven de 105%. In het nieuwe herstelplan dat Pensioenfonds UWV in oktober 2011 indiende, staat dat het fonds zich ten doel stelt eind 2015 weer een gezonde dekkingsgraad te hebben. Ook bevat het plan verschillende maatregelen, die moeten voorkomen dat het pensioenfonds uiteindelijk de pensioenen moet verlagen (ook wel ‘korten’ of ‘afstempelen’ genoemd). De belangrijkste punten van het herstelplan: • In het nieuwe herstelplan is met de werkgever een premie afgesproken van 20% van de salarissom. Dit was 19,1% in het oude herstelplan; • Zolang de dekkingsgraad onder de 105% ligt en de daadwerkelijke (op 20% gemaximeerde) premie lager ligt dan de premie die feitelijk nodig is, is de opbouw door medewerkers van UWV vanaf 2013 lager dan 2,1% van de pensioengrondslag (zoals nu in het pensioenreglement wordt genoemd); • Er vindt geen toeslagverlening (indexatie) plaats op de pensioenen die worden opgebouwd en uitgekeerd, zolang de dekkingsgraad onder de 105% ligt; • Er wordt niet méér risico genomen in de beleggingsportefeuille; • In het nieuwe herstelplan wordt gerekend met een meer voorzichtig rendement op de beleggingen van 4,9% (was 5,9% in het oude herstelplan); • Verloopt het herstel niet volgens plan, dan kan het pensioenfonds niet anders dan de pensioenen (van medewerkers, voormalig medewerkers en gepensioneerden) verlagen.
14
“In 2011 ontvingen 2.203 mensen partnerpensioen via Pensioenfonds UWV. 146 kinderen ontvingen een wezenpensioen.”
15
“In totaal heeft Pensioenfonds UWV in 2011 meer dan € 105 miljoen aan pensioen uitgekeerd.”
16
Ontwikkeling 3
Onze goede beleggingsresultaten en de keuze het renterisico grotendeels af te dekken Pensioenfonds UWV heeft het jaar 2011 afgesloten met een dekkingsgraad van 100,4%. Eind 2010 bedroeg de dekkingsgraad nog 105,2%. We staan er dus minder goed voor dan een jaar geleden. De dekkingsgraad is in 2011 hoofdzakelijk beïnvloed door twee ontwikkelingen: de positieve beleggingsresultaten en de negatieve gevolgen van de gedaalde rente. Beleggingsresultaten De financiële problemen van pensioenfondsen hebben geleid tot het publieke misverstand dat pensioenfondsen het vermogen slecht en risicovol zouden beleggen. De resultaten laten echter zien dat de beleggingen van Pensioenfonds UWV niet het probleem zijn. In het crisisjaar 2008 was het rendement weliswaar sterk negatief (-8,3%), maar in de jaren daarna is die schade meer dan ingehaald. In 2009 bedroeg het rendement 10,9%, in 2010 10,6%, in 2011 werd zelfs 11,6% rendement behaald. Dankzij het goede beleggingsresultaat groeide het vermogen van ons pensioenfonds eind 2011 naar ruim € 4,7 miljard. Nog nooit was het vermogen van ons pensioenfonds zo groot (€ 4,4
miljard per eind 2010). De afgelopen vijf jaar bedroeg het rendement gemiddeld 5,3%. Sinds de oprichting van het pensioenfonds in 2003 bedraagt het gemiddelde rendement 7,1%. Afdekken van de rente Het effect van de rente op de dekkingsgraad (zie ontwikkeling 2) had nog veel groter kunnen zijn. Om de negatieve effecten van een dalende rente tegen te gaan, heeft Pensioenfonds UWV in 2011 het renterisico grotendeels afgedekt. De invloed van de dalende rente op de dekkingsgraad is daarmee beperkt. Als dat niet was gebeurd, was de dekkingsgraad nog veel verder gedaald.
17
Wat heeft de dekkingsgraad in 2011 beïnvloed? Onderstaand overzicht illustreert de enorme invloed van de rentestand en de beleggingsresultaten op de dekkingsgraad. Ook wordt duidelijk dat de ingelegde premies de ontwikkeling van de dekkingsgraad in een jaar slechts in geringe mate beïnvloeden.
Dekkingsgraad eind 2010 105,2% Daling van de rente: 14,6% Beleggingsresultaten: 10,5% Ingelegde premies: 0,4% Pensioenuitkeringen: 0,2% Overig: 1,3% Dekkingsgraad eind 2011 100,4%
18
Waarin belegt het pensioenfonds? Als we onze premies en het reeds opgebouwde vermogen op een spaarrekening zouden zetten, zouden we lang niet genoeg rendement ontvangen. Niet genoeg om alle toegezegde pensioenen te kunnen uitkeren. En zeker niet genoeg om de pensioenen periodiek te kunnen verhogen (indexeren). Dat betekent dat het vermogen van het pensioenfonds moet worden belegd. Omdat we ons ten doel hebben gesteld alle toegezegde pensioenen ‘met een grote mate van zekerheid’ te kunnen uitkeren, wordt gespreid en overwegend behoudend belegd om risico’s te beperken. Dat doen we voornamelijk in vastrentende waarden, zoals staatsobligaties van bijvoorbeeld Nederland, Duitsland en Frankrijk. Om extra rendement te genereren waardoor periodiek kan worden geïndexeerd, belegt het pensioenfonds een relatief klein gedeelte van haar vermogen in aandelen. Beleggen in aandelen brengt meer risico met zich mee, maar daar staat tegenover dat op langere termijn de te verwachte rendementen hoger zijn.
Beleggingsmix per 31 december 2011 1,0% 1,0% 1,8% 1,8% Vastrentende waarden (waaronder staatsobligaties) Vastrentende waarden (waaronder staatsobligaties)
6,2% 6,8% 6,2% 6,8%
Aandelen Aandelen Vastgoed Vastgoed
16,5% 16,5% 67,7% 67,7%
Liquide middelen Liquide middelen Grondstoffen Grondstoffen Converteerbare obligaties Converteerbare obligaties
19
Ontwikkeling 4
We hebben een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid ingevoerd
Allianz Global Investors en Pensioenfonds UWV Pensioenfonds UWV heeft Allianz Global Investors (Allianz GI) de opdracht gegeven het door het pensioenfonds ontwikkelde beleggingsbeleid uit te voeren.
20
Interview met David Diamond
“Verantwoord beleggen en een goed rendement gaan hand in hand.” Om alle toegezegde pensioenen te kunnen uitkeren en voor inflatie te kunnen corrigeren, is het noodzakelijk dat het pensioenfonds een deel van het opgebouwde pensioenvermogen belegt in aandelen. Alleen dan kan voldoende rendement worden gerealiseerd. Pensioenfonds UWV hecht vanuit haar maatschappelijke rol ook grote waarde aan verantwoord beleggen. Hoe brengt Pensioenfonds UWV beide doelstellingen tegelijkertijd in praktijk? Een gesprek met David Diamond, Hoofd Duurzaam en Verantwoord beleggen bij Allianz Global Investors. En verbonden aan Pensioenfonds UWV voor de uitvoering van het verantwoord beleggingsbeleid.
Wat doet Pensioenfonds UWV met betrekking tot maatschappelijk verantwoord beleggen? “Het maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid van Pensioenfonds UWV kent twee strategieën. Allereerst wil Pensioenfonds UWV voorkomen dat wordt belegd in organisaties die onethisch handelen. Er is daarom een lijst aangelegd met bedrijven en landen waarin niet belegd mag worden. Dit is de zogeheten ‘uitsluitingen-lijst’. Je moet dan denken aan organisaties die controversiële wapens maken zoals clusterbommen en chemische wapens. Maar ook aan bedrijven of zelfs hele landen waar mensenrechten of fundamentele arbeidsrechten worden geschonden. Of bijvoorbeeld landen waar elke vorm van democratie ontbreekt. De uitsluitingen-lijst geldt overigens zowel voor beleggingen in aandelen als voor beleggingen in obligaties die bedrijven of landen uitgeven.”
Interview David Diamond
21
En de tweede strategie? “De tweede strategie is een stuk subtieler en ingewikkelder en geldt alleen voor beleggingen in aandelen. In tegenstelling tot de bedrijven die op de uitsluitingen-lijst staan, is het bij de tweede strategie niet de doelstelling bedrijven te negeren voor hun onverantwoorde beleid. Maar juist om positieve invloed uit te oefenen. Hiervoor zijn ongeveer 100 bedrijven geselecteerd waarin Pensioenfonds UWV belegt en waar we goede mogelijkheden zien tot verbetering op het gebied van duurzaamheid. Om deze ondernemingen aan te sporen tot een meer duurzaam, sociaal en verantwoord beleid maken we gebruik van ons stemrecht tijdens aandeelhoudersvergaderingen. We stemmen dan bijvoorbeeld over het beloningsbeleid binnen het bedrijf. Of tegen bepaalde investeringsvoornemens waarbij het milieu onnodig negatief wordt belast. Naast gebruikmaken van ons stemrecht, voeren we met een aantal bedrijven een structurele dialoog. We bespreken daarbij hoe ze nog duurzamer, socialer en meer verantwoord zouden kunnen ondernemen. Denk aan aandacht voor het terugdringen van energieverbruik en CO2-uitstoot. Maar bijvoorbeeld ook aan meer aandacht voor veiligheid op de werkvloer of een beter diversiteitsbeleid. Stap voor stap bouwen we in dit soort trajecten een business case voor het management van de betreffende organisatie. Vanwege het arbeidsintensieve karakter van dit werk, voeren we deze strategie maar voor een beperkt aantal ondernemingen. Voor 27 stuks om precies te zijn.”
22
Interview David Diamond
Waarom zou je zoveel aandacht schenken aan het beleid van 27 ondernemingen? “We doen dit bij bedrijven waarin we relatief veel vermogen hebben belegd. Bovendien: beleggen voor je pensioen is beleggen voor de lange termijn. Het is dus de intentie om de aandelen van deze bedrijven voor lange tijd aan te houden. Gedurende die lange periode kun je als aandeelhouder uitstekend invloed uitoefenen op verduurzaming van het beleid.”
Dan nog zou je als UWV-er kunnen denken: waarom moet het pensioenfonds de wereld verbeteren? “Het gaat niet alleen daarom. Hieraan gekoppeld zit de overtuiging dat organisaties die veel aandacht besteden aan duurzaam, sociaal en verantwoord beleid op lange termijn stabieler zijn en beter groeien. En waarvan de aandelen over een langere periode minstens even goed of zelfs beter renderen dan van andere bedrijven. Ook om die reden voeren we campagne voor beter zogeheten ESG-beleid. ESG staat voor Environmental, Social en Corporate Governance. Het gaat daarbij om milieu-, sociale en bestuurlijke aspecten.”
Interview David Diamond
23
Is het hard te maken dat organisaties met een goed ESG-beleid ook goed renderen? “Als ik puur kijk naar Pensioenfonds UWV moet ik voorzichtig zijn met het trekken van conclusies. We voeren dit ESG-beleid pas sinds kort. Maar we monitoren onze beleggingsresultaten uiteraard nauwgezet. We zetten ze ook af tegen een zogeheten benchmark. In de benchmark zitten vergelijkbare bedrijven waarbij niet is gekeken of zij een ESG-beleid voeren. Zo ontstaat een objectieve maatstaf voor de prestatie van onze ESG-beleggingsportefeuille. Uit deze benchmark blijkt dat deze beleggingen van Pensioenfonds UWV niet slechter presteren. In het verleden zijn uiteraard ook grotere studies gedaan naar de effecten van ESG-beleid op de beleggingsresultaten. Een onderzoek genaamd Demistifying Responsible Investment Performance herinner ik me daarbij. Het is uitgevoerd door Mercer, een onafhankelijke specialist. De conclusie was dat 17 van de 20 onderzochte bedrijven met een actief ESG-beleid even goed tot beter rendeerden dan bedrijven zonder focus op duurzaam, sociaal en verantwoord beleid.”
24
Interview David Diamond
Wat kunt u zeggen over de beleggingsrisico’s bij het gevoerde ESG-beleid? “De belangstelling voor ESG onder beleggers neemt toe. Hierdoor wordt op steeds grotere schaal invloed uitgeoefend op de ondernemingen om hun beleid aan te passen. Als je, zoals wij voor Pensioenfonds UWV doen, invloed uitoefent voor een beter ESG-beleid van bedrijven, kunnen bijvoorbeeld milieurampen worden voorkomen. Zeker als veel beleggers daar intensief met organisaties over praten. Milieurampen hebben naast effect op de leefomgeving ook altijd grote negatieve gevolgen voor de koers van de aandelen. BP is een goed voorbeeld. Wie herinnert zich niet de ramp in de Golf van Mexico. Daarbij gaat het om claims van tientallen miljarden euro’s. Door continu met veel beleggers tegelijkertijd te hameren op de aandacht voor veiligheid en milieu kunnen dit soort rampen in de toekomst worden voorkomen. En worden beleggingsrisico’s verminderd.”
Interview David Diamond
25
Ontwikkeling 5
Het pensioenakkoord en de mogelijke gevolgen voor u Dat we steeds langer leven, weten we natuurlijk al langer. Pensioenfondsen houden hier ook rekening mee. Maar in 2010 zijn alle Nederlandse pensioenfondsen geconfronteerd met een publicatie van de expertgroep die daarover gaat. Hieruit bleek dat de levensverwachting vooral door grote medische vooruitgang onverwacht sterk is gestegen, sterker dan waar tot dan toe rekening mee werd gehouden. Dat is op zich natuurlijk mooi nieuws. Maar langer leven betekent ook dat de pensioenuitkering langer moet worden doorbetaald.
Groot effect De effecten van de nieuwe inzichten zijn groot. Zo werd tot de nieuwe cijfers bekend waren verondersteld dat een vrouw van 65 jaar gemiddeld nog 21,3 jaar zou leven. Dat blijkt nu 23,8 jaar te zijn! Dit betekent dat het pensioen van een vrouw van 65 jaar gemiddeld 2,5 jaar langer moet worden uitgekeerd dan was verondersteld. En dat terwijl er bij de vroegere premiebetaling nooit rekening was gehouden met die flink langere uitkeringsduur. De financiële positie van ons pensioenfonds heeft hierdoor een flinke tik gekregen.
26
Langer doorwerken Pensioenfondsen hebben het sinds de financiële crisis in 2008 de kop opstak al zwaar. Door de structureel gestegen levensverwachting zijn ze nog verder in de ‘rode cijfers’ beland. Reden voor de politiek om het pensioensysteem te herzien. Daartoe is in juni 2011 het veelbesproken pensioenakkoord gesloten. Het pensioenakkoord wordt in 2012 verder uitgewerkt. Vast staat al wel dat het akkoord een structurele oplossing moet bieden voor de situatie waarin fondsen zich nu bevinden. In ieder geval is in het akkoord opgenomen dat we langer – tot 67 jaar – zullen moeten doorwerken. Pensioenen omhoog en omlaag Daarnaast is het idee dat de hoogte van de pensioenen gaat ‘mee-ademen’ met de financiële positie van het pensioenfonds. De pensioenen gaan dan omhoog in goede tijden en omlaag in slechte tijden. Wat de exacte gevolgen van het pensioenakkoord zijn voor Pensioenfonds UWV, is nog niet te zeggen. Eerst moet het pensioenakkoord nog worden uitgewerkt en daarna wordt het akkoord vertaald naar nieuwe
wetgeving. Vervolgens zal de werkgever aan de CAO-tafel tot een nieuwe pensioenregeling moeten komen. Het pensioenfonds komt pas in beeld als deze nieuwe pensioenregeling moet worden uitgevoerd.
Maatregelen UWV Vooruitlopend op het pensioenakkoord, heeft UWV al de eerste maatregelen genomen. Dit om te voorkomen dat ook in de toekomst minder premie wordt ingelegd dan nodig is. In de nieuwe CAO is daarom al vastgelegd dat het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen vanaf 2013 flexibel wordt. Er wordt dan ieder jaar berekend hoeveel pensioen kan worden opgebouwd voor de premie die wordt ingelegd (gegeven de maximale premie van 20% van de salarissom). Nu nog wordt verondersteld dat je ieder jaar een vast percentage opbouwt aan ouderdomspensioen.
27
Kerncijfers en kengetallen per 31 december Pensioenbeheer Bedragen x € 1.000
2011
2010
2009
2008
Aantal verzekerden (per eind van het jaar) Deelnemers, actief en voortgezet 22.333 24.206 23.681 18.753 Gewezen deelnemers 19.795 18.754 18.224 19.563 Ingegane pensioenen 9.317 8.680 8.403 8.132 Totaal aantal verzekerden 51.445 51.640 50.308 46.448 Pensioenen Kostendekkende premie 193.421 167.411 156.487 102.907 Gedempte kostendekkende premie 139.411 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Feitelijke premie (incl. IPB) 192.993 185.668 173.631 135.362 Uitvoeringskosten pensioenbeheer 4.478 4.282 4.288 3.912 Uitvoeringskosten pensioenbeheer per deelnemer (actief en uitkerend) bedrag x € 1,00 € 141,48 € 130,20 € 133,65 € 145,51 Uitkeringen 105.859 99.156 96.224 88.373 Reguliere toeslagverlening Actieven 0,00% 0,20% 0,00% 3,22% Niet-actieven 0,00% 0,00% 0,00% 1,19% Ex-Cadans 1,35% 0,07% 2,82% 1,19% 28
2007
19.515 19.803 7.818 47.136
104.631 n.v.t. 142.954 3.026 € 110,71 82.134
1,50% 1,43% 1,43%
Beleggingen Bedragen x € 1.000 2011 2010 2009 2008 Beleggingen voor risico pensioenfonds Balanswaarde (inclusief liquide middelen ING en derivaten) 4.588.449 4.040.004 3.583.481 3.131.293 Beleggingsopbrengsten 464.648 367.255 332.463 -293.627 Beleggingsportefeuille voor risico pensioenfonds Aandelen 16,5% 23,5% 23,9% 18,5% Grondstoffen 1,8% 1,8% 1,8% 0,7% Converteerbare obligaties 1,0% 2,4% 2,4% 2,1% Vastrentende waarden 67,7% 61,3% 58,2% 64,2% Vastgoed 6,8% 8,1% 10,8% 13,0% Liquide middelen 6,2% 2,9% 2,9% 1,5% Beleggingsrendement (total return) voor risico pensioenfonds Jaarrendement portefeuille 11,6% 10,6% 10,9% -8,3% Gemiddeld afgelopen vijf jaar 5,3% 4,4% 4,7% 4,1% Gemiddeld afgelopen jaren vanaf 2003 7,1% 6,6% 6,0% 5,2% Uitvoeringskosten vermogensbeheer 14.721 11.482 9.181 9.012
2007
3.391.730 43.176
32,2% 0,9% 2,4% 47,7% 12,8% 4,0%
1,6% 7,9% 7,9% 9.462
29
Uitgegeven door: Stichting Pensioenfonds UWV Postbus 501 9700 AM Groningen (050) 582 79 77 www.uwvpensioen.nl Mei 2012
30