Populair jaarverslag 2011 voor de deelnemers

Populair jaarverslag 2011 voor de deelnemers

2 Inhoudsopgave

Blz.

INLEIDING

3

DE ORGANISATIE VAN SPA 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Het bestuur Het verantwoordingsorgaan Intern toezicht Beroepscommissie Compliance Externe ondersteuning en deskundigen

4 4 5 5 5 5

ONTWIKKELINGEN IN 2011

6

OVERZICHT INDEXATIE EN DEKKINGSGRADEN AFGELOPEN JAREN

7

FINANCIEEL VERSLAG 2011 1. 2. 2.1 2.2 3.

Balans 2011 en 2010 Toelichting op de balans

10

Pensioenreserves Indexatiefonds (Algemene Reserve Fonds)

11 11

Staat van baten en lasten over 2011 en 2010

12

OVERZICHT VERLOOP VAN HET AANTAL DEELNEMERS VAN SPA

13

VERKORT VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN

14

Disclaimer: Het Bestuur en het Verantwoordingsorgaan hebben getracht op een zo kort, waarheidsgetrouwe en duidelijk mogelijke manier een samenvatting te geven van het officiële jaarverslag en de overige rapportage. Aan deze samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend en voor een volledig beeld verwijzen we naar de jaarstukken, die u kunt opvragen bij het secretariaat van SPA.

3 Inleiding Het bestuur van de Stichting Pensionfonds Albemarle (SPA) geeft elk jaar een populaire versie van het jaarverslag uit. De officiële stukken zijn te complex en te uitgebreid om voor een ieder een duidelijke inzage te geven in gang van zaken binnen het fonds en de financiële situatie van het fonds over het boekjaar 2011. In dit populaire verslag wordt zo goed mogelijk geprobeerd een beeld te schetsen van de situatie. De basis voor dit populaire verslag zijn de officiële stukken van SPA zijnde: • het depotverslag Delta Lloyd; • de jaarverslagen van Delta Lloyd Asset Management en Bank Ten Cate; • de rapportage van Triple A (de waarmerkend Actuaris); • het jaarverslag opgesteld en goedgekeurd door de BDO (de accountant van SPA); • het verslag voor De Nederlandsche Bank (de DNB). Het bestuur van SPA wenst u veel plezier met het lezen van dit verslag!


4 De organisatie van SPA Het bestuur Het bestuur van SPA bestaat per 31 december 2011 uit de volgende zeven leden: Namens de onderneming: 1. De heer F.L. Plantenga (secretaris) 2. De heer J. Cornel 3. Mevrouw A. Minnesma Namens de deelnemers, op voordracht van OR: 4. De heer J.L. de Booys (voorzitter) 5. De heer Y.J. Duhoux 6. De heer J. Borm (plaatsvervangend secretaris, extern lid na aanbeveling van de bonden) Namens de gepensioneerden 7. De heer K. van der Wiele (plaatsvervangend voorzitter) De bestuursleden die de deelnemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigen hebben een stem van 0,75 waardoor de pariteit werkgever en deelnemers gehandhaafd blijft. SPA heeft alle pensioenverplichtingen herverzekerd middels een garantiecontract bij Delta Levensverzekering NV. Daarmee zijn de opgebouwde pensioenen gegarandeerd. Als er goed wordt belegd met een rendement boven de 4,0% dan heeft SPA recht op overrente. Die overrente kan onder andere worden gebruikt voor de indexatie (toeslagverlening) van de pensioenen. Als de beleggingsresultaten tegenvallen dan is dat voor risico van Delta Lloyd. De pensioenen zijn namelijk gegarandeerd en kunnen niet worden verlaagd. Daarnaast beschikt het pensioenfonds over andere financiële middelen (indexatiefonds) om zelf, indien de beleggingen bij Delta Lloyd tegenvallen, de opgebouwde en ingegane pensioenen te kunnen verhogen. Bij de opzet van het pensioenfonds is afgesproken dat als leidraad voor de indexatie voor de actieve deelnemers de algemene salarisronde, zoals afgesproken in de CAO, zal worden gehanteerd. Voor de inactieve deelnemers (pensioengerechtigden en slapers) geldt de prijsinflatie. De prijsinflatie wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (www.cbs.nl) over de periode september – september van enig jaar. Sinds de oprichting van het pensioenfonds is uw pensioen nog elk jaar verhoogd. Helaas kunnen wij niet garanderen dat dit in de toekomst ook elk jaar het geval is. Het verantwoordingsorgaan Het reglement voor het verantwoordingsorgaan (VO) is op 1 juli 2007 in werking getreden. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit vijf leden: twee vertegenwoordigers uit de kring van actieve deelnemers, één vertegenwoordiger uit de kring van pensioengerechtigden en/of deelnemers met premievrije aanspraken en twee vertegenwoordigers van de werkgever. De personele samenstelling van het VO is in 2011 niet gewijzigd. De samenstelling en het rooster van aftreden van het VO is als volgt: De heer A. de Bruijn Namens de pensioengerechtigden De heer F.W. van Houtert Namens de onderneming De heer M. Koch Namens de onderneming De heer F.E. van Rooijen Namens de actieve deelnemers De heer P. Vroonland Namens de actieve deelnemers

2012 2011 2014 2012 2013

In 2012 heeft de heer H. Hallie de heer A. de Bruin opgevolgd als aspirant-lid van het VO.


5 Het verantwoordingsorgaan is bevoegd jaarlijks een algemeen oordeel te geven over: • het jaarverslag van het Fonds • het handelen van het bestuur in algemene zin; • het door het bestuur uitgevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar; • beleidskeuzes die op de toekomst betrekking hebben; • de naleving van de Principes Pension Fund Governance door het bestuur. Op pagina 14 vindt u een verkort verslag van het verantwoordingsorgaan. Intern Toezicht Doel van intern toezicht is het kritisch bezien van het functioneren van fonds door “onafhankelijke” deskundigen. Voor het intern toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie die eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances (de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het pensioenfonds) beoordeelt. Een eerste visitatie is verricht in april 2010. Dit betrof de periode 2007 t/m 2009. In het populair jaarverslag van 2010 stond een samenvatting van het rapport van deze commissie. In het eerste kwartaal van 2013 wordt een tweede visitatie uitgevoerd over de periode 2010 t/m 2012. Beroepscommissie Het reglement beroepscommissie van Stichting Pensioenfonds Albemarle is 1 juli 2007 in werking getreden. Indien een deelnemer of gewezen deelnemer een zaak, de uitvoering van het pensioenreglement betreffende, heeft voorgelegd bij het bestuur van het pensioenfonds, en daarbij op een voor hem of haar onbevredigende wijze, dan wel naar zijn of haar mening onjuiste wijze, is behandeld, kan daarover een beroep worden ingediend bij de beroepscommissie. De klachtencommissie bestaat per 31 december 2011 uit de 3 volgende leden: Namens de onderneming: De heer P.P Langerak Namens de deelnemers, op voordracht van OR: De heer R. Staadegaard Namens beide: De heer G. Elout In 2011 zijn er geen beroepszaken voor deze commissie geweest. Compliance Met compliance beoogt SPA de integriteit van het bestuur te waarborgen en bij te dragen aan een goede reputatie en betrouwbaarheid. Vanaf mei 2011 is de heer G.E. Meijer benoemd als compliance officer. De compliance officer ziet toe op de naleving van wet- en regelgeving van het bestuur m.b.t. compliance. Externe deskundigen en ondersteuning Het bestuur van SPA wordt bijgestaan door een externe pensioendeskundige, de heer Kiffen van Kiffen IPA BV. Daarnaast heeft SPA BDO CampsObers Audit & Assurance B.V. als externe accountant aangesteld en Triple-A Risk Finance Certification B.V. als externe actuaris. Mevrouw Minnesma is per 1 augustus 2012 opgevolgd door de heer S. Thiel als ambtelijk secretaris van SPA.


6 Ontwikkelingen in 2011 Op pensioengebied zijn er in 2011 weer volop ontwikkelingen geweest. In dit hoofdstuk treft u een beknopte weergave van de ontwikkelingen die zich in 2011 hebben voorgedaan. Ook wordt er aandacht besteed aan te verwachten ontwikkelingen in 2012. Het herstel dat in 2010 werd ingezet werd in 2011 helaas niet doorgezet. Het jaar 2011 is een onstuimig jaar geweest. De onrust is vooral terug te voeren op de Europese schuldencrisis. Binnen de eurozone zijn de ontwikkelingen op drie terreinen kritiek geworden: de overheidsfinanciën, het concurrentievermogen en de kredietverlening. De oplossingen voor de Europese schuldencrisis zijn in 2011 moeizaam tot stand gekomen. Er waren vele besprekingen met de Eurotop voor nodig. Uiteindelijk zijn er in 2011 op Europees niveau afspraken gemaakt waardoor de landen met een tekort aanpassingsprogramma’s hebben doorgevoerd en de uitleencapaciteit van het IMF is verhoogd. De financiële markt reageerde in het vierde kwartaal positief op deze afspraken. Ook het onderwerp pensioen bleef in 2011 onderwerp van discussie. De dekkingsgraad van pensioenfondsen staat al jaren onder druk door elkaar opvolgende gebeurtenissen: ten eerste de financiële crises die in 2008 begon, de blijvende lage rente en de toegenomen levensverwachting. Er moeten maatregelen genomen worden om het pensioencontract op de lange termijn gezond te houden. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in het pensioenakkoord. Het concept pensioenakkoord van juni 2011 bevat een aantal voorstellen tot aanpassing van het pensioencontact in zowel de eerste als de tweede peiler van ons pensioenstelsel. In de eerste peiler wordt de AOW aangepast aan de stijgende levensverwachting. Het eerste pensioenakkoord voorziet in een verhoging van de AOW-leeftijd van 66 jaar in 2020 en waarschijnlijk van 67 jaar in 2025. In de tweede peiler (het aanvullend pensioen) wordt de pensioenleeftijd per 1 januari 2013 verhoogd naar 66 jaar en per 1 januari 2015 naar 67 jaar. Deze leeftijdsverhoging wordt verwerkt door wijziging in het zogenoemde Witteveenkader. Tijdens een spoeddebat in september 2011 gaf de Tweede Kamer goedkeuring aan het pensioenakkoord. Ook de vakbonden hebben, na veel discussie, formeel ingestemd. Een wetsvoorstel, gericht op de verhoging van de pensioenleeftijd, heeft de minister op 12 oktober 2011 ingediend bij de Tweede Kamer, en op 7 februari 2012 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met de voorstellen, waarbij het Witteveenkader is aangepast aan een stijging per 1-1-2014 van 65 jaar naar 67 jaar. Het voorstel is daarna doorgestuurd naar de Eerste Kamer. Ondertussen viel het kabinet en moesten de ministers demissionair door. In de Tweede Kamer werd het “Lenteakkoord” uitgewerkt, waarbij de AOW leeftijd per 1-1-2013 met 1 maand wordt verhoogd. Jaarlijks wordt de AOW leeftijd daarna verhoogd tot het op 1-1-2019 66 jaar zal bedragen om vervolgens geleidelijk te worden verhoogd naar 67 jaar in 2024. Inmiddels is er een nieuw kabinet waarbij in het regeerakkoord weer nieuwe plannen zijn opgenomen die betrekking hebben op de pensioenen. Het bestuur van SPA volgt de landelijke pensioendiscussie op de voet. Indien de voorstellen worden omgezet in wetgeving vereist dit aanpassing van het pensioenreglement van SPA. De nieuwe regels zullen gelden voor de toekomstige pensioenopbouw vanaf de dag van wijziging. De opgebouwde pensioenrechten over het verleden blijven behouden en worden bepaald door regels uit het “oude” pensioenreglement. Dit is het gevolg van de harde bepaling in de Pensioenwet dat bij een wijziging van de pensioenregeling de tot dan opgebouwde pensioenaanspraken behouden moeten blijven.


7 Overzicht indexatie en dekkingsgraden over de afgelopen jaren SPA is in augustus 2005 opgericht. In het reglement van SPA is vastgelegd dat de indexatie (ook wel toeslagverlening genoemd) voorwaardelijk is. Dat betekent dat het bestuur jaarlijks beslist in hoeverre de pensioenaanspraken worden aangepast. Voor de indexatie is een apart indexatiefonds beschikbaar. Op de pensioenaanspraken van actieve deelnemers wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de algemene loonsverhoging in het voorgaande jaar, zoals overeengekomen tussen de bonden en Albemarle in de CAO. Op de pensioenaanspraken na beëindiging van het dienstverband en op de pensioenrechten wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de ontwikkeling van de consumentenprijsindex alle huishoudens. De consumentenprijsindex wordt bekeken over de periode september - september en wordt gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De aanpassing van de ingegane pensioenen is niet hoger dan de aanpassing van de pensioenen van degenen die nog in dienst zijn van Albemarle Catalysts Company B.V.

Jaarlijkse indexatie actieven vanaf 2005

4.00% 3.00% 2.00% loonstijging

1.00%

Indexatie 0.00% 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

loonstijging-/-indexatie

-1.00% -2.00% -3.00%

Excluding incidental payment

Het bestuur heeft tot 2008 conform het indexatieprotocol volledig geïndexeerd (de ambitie is dat de indexatie gelijk is aan de jaarlijkse loonsomstijging). In 2008 en 2009 is niet volledig geïndexeerd en in 2010 is een naast de volledige indexatie ook deel aan inhaalindexatie uitgekeerd. Het jaar 2011 was een moeizaam jaar. Door tegenvallende beleggingsresultaten heeft het indexatiefonds in het derde kwartaal van 2011 een verlies geleden van een half miljoen euro. Desondanks heeft het bestuur besloten om vast te houden aan de uitkomsten van de continuïteitsanalyse door 70% van de ambitie te indexeren.


8

Cummulatieve indexatie actieven vanaf 2005 t.o.v. loonstijging (=ambitie) en inflatie 18.00% 16.00% 14.00% 12.00% Ambitie

10.00%

Indexatie

8.00%

Inflatie

6.00% 4.00% 2.00% 0.00% 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Hoewel de indexatie achterloopt op de ambitie, is de toegekende indexatie voor de actieve deelnemers wel gelijk en vaak ook hoger dan de inflatie geweest over de afgelopen jaren. Hierdoor is de reële koopkracht van het pensioen gestegen.

Jaarlijkse indexatie inactieven vanaf 2005 4.00% 3.00% 2.00% inflatie

1.00%

indexatie 0.00%

indexatie-/-inflatie 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

-1.00% -2.00% -3.00%


9

Cummulatieve indexatie inactieven vanaf 2005 t.o.v. inflatie (=ambitie) 18.00% 16.00% 14.00% 12.00% 10.00%

Inflatie/Ambitie Indexatie

8.00% 6.00% 4.00% 2.00% 0.00% 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Ook de indexatie voor inactieve deelnemers loopt achter op de indexatie ambitie van het fonds (ambitie is indexatie gelijk aan inflatie). De toegekende indexatie voor inactieve deelnemers is gelijk en soms ook lager dan de inflatie geweest over de afgelopen jaren.

FTK dekkinsgraad 120 9.7

100

6.1

7.7

7

7.1

%

80 dekking uit indexatiefonds

60 100

100

100

100

100

2007

2008

2009

2010

2011

dekking uit depot DL

40 20 0 2006

De dekkingsgraad van het pensioenfonds is een graadmeter voor de vermogenspositie van het pensioenfonds. Een dekkingsgraad van 100% betekent dat het pensioenfonds precies genoeg vermogen heeft om de verplichtingen na te komen, boven de 100% beschikt het fonds over buffers. Bij een lager percentage dan 100% is er sprake van onderdekking. Voor de bepaling van het vermogen van een pensioenfonds wordt vanaf 2006 de rentetermijnstructuur (RTS) gehanteerd (dit is een set van rentes met verschillende looptijden). De dekkingsgraad van SPA is over de afgelopen jaren niet onder de 100% geweest, waardoor de pensioenaanspraken en -uitkeringen ongemoeid blijven. Ook hoeft hierdoor de premiebijdrage niet verhoogd te worden. Disclaimer: Het Bestuur en het Verantwoordingsorgaan hebben getracht op een zo kort, waarheidsgetrouwe en duidelijk mogelijke manier een samenvatting te geven van het officiële jaarverslag en de overige rapportage. Aan deze samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend en voor een volledig beeld verwijzen we naar de jaarstukken, die u kunt opvragen bij het secretariaat van SPA.

10 Financieel verslag 2011 De financiële verslaggeving bestaat uit een balans en een staat van baten en lasten. De balans is een momentopname waarin de bezittingen en de verplichtingen staan van het pensioenfonds aan het eind van ieder kalenderjaar. In de staat van baten en lasten staat wat er in enig jaar aan geld is ontvangen en is betaald. Het verschil tussen de baten en de lasten (het saldo) resulteert in een winst of een verlies. Balans 2011 en 2010 In duizend euro’s Activa (bezittingen) in duizend euro’s

31-12-2011

31-12-2010

9.454 142.418

9.078 114.435

Vaste Activa Beleggingen Herverzekeringscontract DL Vlottende activa Vorderingen (te goed op) Albemarle Catalysts Company B.V. Overige vorderingen en Overlopende activa

151.872

552

441

88

640

Liquide middelen Totaal Passiva (verplichtingen) In duizend euro’s

Stichtingsvermogen Bestemmingsreserve indexatie Bestemmingsreserve beheersKostenfonds Bestemmingsreserve calamiteit

Kortlopende schulden Rekening-courant Delta Lloyd Levensverzekeringen N.V. Overige schulden en overlopende passiva Totaal

97

1.262

154.459

125.313 31-12-2010

10.077

7.968

-140 180

-78 150

10.117 142.418

1.827 97

538

1.947

31-12-2011

Technische voorzieningen Herverzekerde aanspraken DL

125.513

8.040 114.435

2.764 1.924 154.459

74

2.838 125.313


11 Toelichting op de Balans Pensioenreserves De pensioenreserves bij Delta Lloyd bedroegen per 31-12-2011 op basis van marktwaarde 112,19 miljoen i.p.v. de in de Balans vermelde 142,42 miljoen. De 142,42 miljoen zijn de verplichtingen berekend met een door de DNB voorschreven rentetarief (RTS). De voorschriften van de DNB eisen dat “reserves” van de verzekeringsmaatschappij en de pensioenverplichtingen exact gelijk zijn. De DNB vereist dat SPA minimaal 1% van de verplichtingen als reserve aanhoudt. De pensioenreserves bij Delta Lloyd waren als volgt verdeeld: Belegd vermogen GS In Euro x 1.000 Aandelenfondsen Vastgoedfondsen Vastrentende waardefondsen Swaps Liquide middelen Totaal

Marktwaarde 31-12-2010 20.420 4.937 70.258

Marktwaarde 31-12-2011 18.971 3.677 77.784

Percentage 31-12-2011 16,9% 3,3% 69,3%

3.744 0.089 99.448

8.141 3.620 112.194

7,3% 3,2% 100,0%

Het beleggingsresultaat bedroeg over 2011 2,8% (benchmark 1,9 %) Volgens de voorschriften van de DNB dient bij een garantiecontract in een balans van een pensioenfonds de waarde van de reserves bij een verzekeringsmaatschappij gelijk te worden gesteld aan de waarde van de pensioenverplichtingen naar marktwaarde. De pensioenverplichtingen bedroegen ultimo 2011 zonder afslag volgens marktwaarde 142,42 miljoen. Indexatiefonds (Algemene Reserve Fonds) De reserves in het indexatiefonds bedroegen naar marktwaarde in 1.000 Euro. Belegd vermogen Marktwaarde Marktwaarde In EUR x 1.000 31-12-2010 31-12-2011 Aandelenfondsen 4.852 4.969 Vastgoedfondsen --Obligatiefondsen 4.227 4.486 Liquide middelen 377 768 Deposito 92 87 Totaal 9.548 10.310 Het beleggingsresultaat bedroeg over 2011 2,01% (benchmark -1,5%)

Percentage 31-12-2011 482% 0% 43,5% 7,5% 0,8% 100,0%

De middelen in het indexatiefonds vormen naast de bestemming tot indexatie van de pensioenrechten ook een kostenreserve. Daarom zou een benaming Algemeen Reserve Fonds passender zijn.


12 Staat van baten en lasten over 2011 en 2010 in duizend euro’s

Baten Ontvangen premies en koopsommen (Beleggings)opbrengsten

2011 9.841 859

Totale Baten Lasten Premie Jaarlijkse inkoop + indexatie indexatie 2010 Bijzondere waardevermindering Overige lasten

2010 9.183 1.087 10.700

7.882

10.271 8.646

0* 740

-8.800 689

Totale Lasten

8.623

535

Saldo Baten en Lasten

2.077

9.736

Bestemming Saldo Baten en Lasten Onttrekking Alg. reserves Onttrekking/Toevoeging aan Indexatiedepot Onttrekking/Toevoeging aan Beheerskosten reserve Toevoeging calamiteiten bestemmingsreserve Totaal

0

8.800

2.062

930

-15

-24

30

30 2.077

9.736

* tot 2011 moesten pensioenfondsen een buffer aanhouden voor het kredietrisico op de herverzekeraar. In het derde kwartaal van 2010 heeft toenmalig minister Donner deze regels aangepast. Hierdoor hoefde SPA in 2011 geen buffer meer aan te houden. Financiering van de pensioenen De pensioenen worden gefinancierd door: 1. premiebetalingen van de werkgever. 2. de eigenbijdrage van de deelnemers. Zij betalen 5% van de pensioengrondslag (pensioengevend salaris minus de franchise). 3% wordt gebruikt ter financiering van de pensioenen en 2,5% per 1 april 2012 3,0%wordt gestort in het indexatiefonds. Financiering toeslagen (indexatie) De jaarlijkse verhoging van de pensioenaanspraken wordt betaald vanuit het indexatiefonds. Ook worden vanuit dit fonds de kosten betaald die het pensioenfonds maakt (bijv. de accountantskosten). Voor deze kosten betaalt Albemarle een extra bijdrage zodat dit niet ten koste gaat van de indexatiecapaciteit. Het indexatiefonds ontvangt jaarlijks een bijdrage van zowel Albemarle als de deelnemers. De bijdrage van Albemarle is voor de komende jaren vastgelegd in een tabel welke te vinden is in het pensioenreglement. De werknemers betalen jaarlijks 2,5% van hun pensioengrondslag aan het indexatiefonds. Deze bijdrage wordt met ingang van 1 april 2012 verhoogd naar 3%. Naast de storting door Albemarle en de werknemers ontvangt het indexatiefonds ook het op pagina 4 genoemde overrendement van Delta Lloyd en een deel van het positieve technische resultaat.


13 Overzicht verloop van het aantal deelnemers van SPA Deelnemers

Actieven Slapers Gepensioneerden waarvan: TOP OP Arbeidsongeschiktspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Totaal:

Aantal Ultimo 2010 501 96 15

2011 Bij

2011 Af

Aantal Ultimo 2011

13 11 23

30 3 0

484 104 38

41* 13 0 2 0 613

24* 19 0 2 2 47

21* 0 0 0 0 33

44* 32 0 4 2 626

* In de staten (J701) zijn de TOP-gepensioneerden opgenomen als actieven daar zij nog conform de overgangsregeling bepaald in de CAO van Albemarle Catalysts Company B.V. nog 2,5 jaar pensioen opbouwen (als zijnde actief). Er is in 2011 2,617 miljoen euro aan pensioenen en niets aan waardeoverdrachten uitgekeerd. In 2010 was dit bedrag 2,435 miljoen Euro en 0,171 miljoen aan waardeoverdracht. De stijging is vooral toe te schrijven aan de toename van de deelnemers aan de prepensioenregeling (met een 80% garantieregeling uitkering tussen 62-65 jaar voor medewerkers geboren voor 1950). Het bestuur heeft besloten om de indexatie over 2011 vast te stellen op 70% van de ambitie. Vorig jaar is nog besloten tot een gedeeltelijke indexatie in verband met een met mogelijk een afslag door de verlaging van de rating van Delta Lloyd. Door de veranderde wetgeving is deze afslag van de baan. De indexatie over 2011 is voor actieven en voor inactieven op 1,20% vastgesteld. Deze indexatie is per 1 januari 2012 doorgevoerd (70% ambitie).


14 Verkort verslag van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan (VO) van het fonds is op 1 juli 2007 ingesteld. Het VO heeft als taak een oordeel te geven over het handelen van het SPA bestuur door bestudering van jaarverslagen, jaarrekeningen en andere relevante informatie, maar ook over beleidskeuzes voor de toekomst. De huidige samenstelling is als volgt: Dhr. H. Hallie Dhr. F.W. van Houtert Dhr. M. Koch Dhr. F.E. van Rooijen Dhr. P. Vroonland

Kandidaat lid namens de inactieve deelnemers Namens de onderneming Namens de onderneming Namens de actieve deelnemers (voorzitter) Namens de actieve deelnemers (secretaris)

Het jaar 2011 was wederom een enerverend jaar voor de pensioenen in Nederland en dus ook voor het SPA bestuur. Na de korte economische opleving eind 2010 is er in 2011 geen rust ontstaan in de financiële wereld, waardoor dekkingsgraden van een groot aantal pensioenfondsen in 2011 wederom ontoereikend bleken om indexatie te kunnen verlenen. Het SPA bestuur heeft in 2011 een indexatie studie /continuïteitsanalyse uit laten voeren. Uit deze studie volgt de verwachting dat aan de minimumeis van DNB kan worden voldaan voor wat betreft de toeslagambitie. Gezien de goede uitkomsten van de studies en de gegeven marktomstandigheden is er naar het oordeel van het VO een weloverwogen besluit genomen ten aanzien van de gedeeltelijke indexatie over 2011. Op initiatief van het bestuur is met goed gevolg een audit uitgevoerd over het doorvoeren van wijzigingen in het deelnemersbestand bij Delta Lloyd. Het VO waardeert dergelijke (zelf) kritische initiatieven van het bestuur positief. Er hebben in 2011 een aantal wisselingen in het bestuur plaatsgevonden. De ambtelijk secretaris werd per augustus tevens als werkgeververtegenwoordiger benoemd in het bestuur van SPA. Vanwege de personeelsstop kon geen nieuwe ambtelijk secretaris benoemd worden. Het VO kijkt kritisch naar de combinatie van deze functies en beschouwt deze combinatie als onwenselijk. Om alle schijn van belangenverstrengeling te vermijden is een onafhankelijke positie van de ambtelijk secretaris gewenst. Zoals in het verslag van het VO over 2010 is aangegeven hebben de sociale partners in 2010 een werkgroep opgericht, bestaande uit afvaardigingen van de werkgever, de vakverenigingen en de ondernemingsraad. De werkgroep heeft een advies opgesteld over een nieuwe financieringsovereenkomst voor SPA. Dit advies is door de sociale partners tijdens het CAO overleg integraal overgenomen en neergelegd in het principeakkoord van 31 maart 2011. Het behaalde resultaat is mede te danken aan de goede communicatie en inzet van het bestuur richting de sociale partners. Het bestuur heeft de suggestie van het VO om in het populair jaarverslag van 2010 meer aandacht te besteden aan een populair technische beschrijving van de dekkingsgraad en het toeslagbeleid naar tevredenheid opgevolgd. Op de website ontbreken echter nog de presentaties van de jaarvergadering of concept verslagen alsmede een historisch overzicht van de indexatie en de percentuele verhouding tot de indexatie ambitie. Ook de dekkingsgraad van het fonds over de jaren heen is niet in een oogopslag te zien. De SPA website wordt in 2011 naar de mening van het VO nog onvoldoende geactualiseerd. Het jaar 2011 stond, en ook nog 2012, in het teken van onzekerheid over de invoering van de verhoging van pensioenleeftijd en over toegestane fiscale opbouwpercentages. Het SPA bestuur heeft aangegeven na realisatie van deze wetswijziging een werkgroep in te stellen die mogelijke scenario’s in kaart gaat brengen. Het VO vindt dit een verstandig besluit. Amsterdam, november 2012 Stichting Pensioenfonds Albemarle Het Verantwoordingsorgaan Disclaimer: Het Bestuur en het Verantwoordingsorgaan hebben getracht op een zo kort, waarheidsgetrouwe en duidelijk mogelijke manier een samenvatting te geven van het officiële jaarverslag en de overige rapportage. Aan deze samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend en voor een volledig beeld verwijzen we naar de jaarstukken, die u kunt opvragen bij het secretariaat van SPA.

Populair jaarverslag 2011 voor de deelnemers

Recommend Documents