nummer
POLITIEACADEMIE
MAGAZINE Politieacademie
PA
Leren op Lowlands
29 092011
MAANDBLAD VOOR STUDENTEN EN MEDEWERKERS
<< INHOUDSOPGAVE >>
2
Inhoudsopgave
2
Even bijpraten met…
4
Landelijke opruimdag plankzaken
4
‘Eigenlijk zitten álle agenten bij de
dierenpolitie’ 6 8
Nieuwe training Voertuigherkenning Vakmanschap telt voor student én
Even bijpraten met… De studentenraad van de Politieacademie floreerde ooit op centraal en decentraal niveau. In de loop der jaren is de raad echter verwaterd. Studenten in
docent
Apeldoorn aan de Seminarielaan probe-
10
ren er echter nieuw leven in te blazen.
Otto Adang spreekt op seminar
Brazilië
Na hun vergadering stapt de redactie
11
Kort
even binnen om te peilen wat de plan-
12
Verdachte gesignaleerd: in heel
nen zijn.
Nederland, op hetzelfde moment
14
Leren op Lowlands
16
Wijkagent twittert #succesvol in
praktijk 18 Column 18
Opening Politieacademisch Jaar 2011
19 Column 20
Strip, Beeld van de maand
PAmagazine
S
arah Ketelaar en Frank Kuijpers, beiden lid van het ‘dagelijks bestuur’ van de studentenraad in Apeldoorn, beantwoorden wat vragen, waarbij ze elkaar naadloos aanvullen. Een impressie van het gesprek… Frank: ‘Het landelijk platform lag op z’n gat. We hopen er weer nieuw leven in te blazen.’ Sarah: ‘Onderwerpen genoeg namelijk. Vanochtend hebben we vergaderd over het IOOV-rapport. We hebben info verzameld onder medestudenten.’ Frank: ‘Er zijn aardig wat reacties binnengekomen.’ Sarah: ‘Er was veel herkenning onder onze medestudenten van wat er in het rapport stond. Onder andere: te veel vrijblijvendheid. Ook kon de studietijd korter. Nu wordt daar invulling aan gegeven.’ Frank: ‘Het nieuwe onderwijs verlangt meer van de student zelf. Een beetje sturing is echter gewenst.’
Arnhemseweg 348 7334 AC Apeldoorn T (055) 539 20 00 F (055) 539 26 25 E
[email protected] P Postbus 834 7301 BB Apeldoorn Redactie: Communicatie & Marketing, Taalent Communicatie Vormgeving: Mixed Media, Bussum Druk: Artoos, Rijswijk Oplage: 13.000 Fotografie: Hollandse-hoogte, Koen Verheijden, Felix Kalkman, Fons Sluiter, Mikhail Kokhanchikov, Els Kroon, Gafri video producties, Joris van Bennekom, Claudia Kamergorodski Wilt u het Politieacademiemagazine ook ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Mail dan uw naam, adres (en eventuele wijzigingen) naar:
[email protected] onder vermelding van Politieacademiemagazine. www.politieacademie.nl
2
Oproep Sarah en Frank zouden graag weer een nieuw landelijk platform voor studenten organiseren. Doel is elkaar op de hoogte te houden van ontwikkelingen in onderwijs en praktijk. Daarnaast levert de netwerkfunctie ook een positieve bijdrage aan je carrière. Wil je ook meepraten of in ieder geval in contact komen? Mail dan je reactie naar studentenraad.
[email protected]. In een latere editie van het Politieacademie-magazine zullen we terugkomen op de resultaten van deze oproep.
Sarah: ‘Wat we hiermee doen? Als raad hebben we een adviserende rol richting het management van de opleiding. Bij het IOOV mochten we meedenken, dat vinden we echt een groot goed.’ Frank: ‘Maar we doen meer. Zo is er een introdag voor nieuwe studenten.’ Sarah: ‘In augustus komen er weer acht nieuwe klassen bij.’ Frank: ‘Die ontvangen we hier op locatie met koffie en cake. Een hartelijke welkom, zeg maar. We willen nieuwe mensen het gevoel geven dat ze op een mooie plek terechtkomen. Ook gaan we echt met ze aan de slag. Er is een fysiek onderdeel – sport – we oefenen bekeuringsituaties, en er is een vragenuurtje. Alles komt dan aan bod. Voorbeeldvragen? Ehm.. hoe komt geweld aan bod in de opleiding? Ben je wel eens bang in de praktijk? Heb je nachtdiensten? Schieten, wanneer doe je dat voor het eerst? Daar zijn beginnende studenten benieuwd naar.’ Sarah: ‘Maar we richten ons niet alleen op studenten. Ook korpsmedewerkers en gemandateerden praten we bij en vice versa. Op de korpscontactdag sluiten leden van de raad ook aan. Op 16 november houden we weer een nieuwe dag. We mengen ons in serieuze gesprekken, hoor. We weten ook waar we over praten. Recentelijk hebben we nog de kwaliteit van het onderwijs getoetst middels een evaluatieformulier. Het MT pakt dit direct op. Dat is het mooie, we kunnen direct met het management om de tafel om verbeterpunten te bespreken. We hebben elke maand een overleg, inclusief het MT.’ Frank: ‘Daarnaast fungeren we zelfs af en toe als feestcommissie. Zo houden we elk jaar een kerstgala voor studenten. Altijd erg populair.’ Sarah: ‘De studentenraad is eigenlijk ook een feestje. Voor ons heeft het echt meerwaarde. Van het MT mogen we cursussen volgen om onszelf sterker te maken. Die kansen grijpen we.’ n
Frank en Sarah. Frank heeft zijn pols gebroken en mag met een blessure geen uniform dragen.
3
Landelijke opruimdag plankzaken
‘Doe jij al mee met je klas?’ Dit najaar vindt op één nog vast te stellen dag in alle korpsen de landelijke opruimactie plankzaken plaats. De Politieacademie steunt dit initiatief van harte en roept studenten en docenten op om actief deel te nemen aan dit mooie initiatief. Ook andere medewerkers van de Politieacademie kunnen die dag een belangrijke bijdrage leveren.
A
ls voorloper op de landelijke dag zullen collega’s van de Politieacademie op 5 november alle plankzaken in Friesland opruimen met Friese collega´s en collega´s van andere korpsen. Locatie Drachten helpt Friesland. Locatie Rotterdam helpt later Rotterdam. Zo breidt de inktvlek zich uit. Plankzaken zijn een groot collectief probleem van de Nederlandse politie en niet alleen een zaak van opsporing. Het raakt ook de basispolitiezorg, de collega’s van de intake, de openbare orde. Achter een plankzaak schuilt vaak de emotie van de aangever. Iedere zaak die op de plank blijft liggen, is de politie dan ook een doorn in het oog. In enkele maanden van intensieve voorbereiding heeft een groep enthousiastelingen, afkomstig uit alle geledingen van de politiewereld en de Politieacademie, een methode ontwikkeld waarmee zij op één dag alle plankzaken te lijf wil gaan. De methode focust op welke vervolgstappen nodig zijn om een zaak juist af te handelen. Naast zorgvuldig is de methode ook efficiënt; men wil zo snel en makkelijk mogelijk de zaken opruimen. De initiatiefnemers benadrukken dat ze de ‘plankzaken niet oplossen, maar opruimen’. Dat betekent dat aan het eind van de dag voor alle zaken geldt dat men weet wat de status is en dat de aangever die dag terugkoppeling krijgt daaromtrent. ‘Alleen met de inzet van velen is succes gegarandeerd. Een succes dat de Nederlandse politie en het vertouwen van burgers een enorme boost kan geven’, aldus de initiatiefnemers. ‘De opruimdag betekent ook een prachtige leerervaring voor iedereen die meehelpt en voor de politie als geheel; ongetwijfeld komen er inzichten op die bijdragen aan een efficiëntere toekomstige afhandeling van zaken. Kijk op www.plankzakenopgeruimd.nl (gebruikersnaam: plankzaken, wachtwoord: welkom) voor meer info en doe mee!’ n
‘Wie hebben we waarvoor nodig?’
De opruimdag is niet alleen papierwerk, maar het gaat ook echt om verdachten horen en praten met aangevers. Met meer mensen zijn er meer zaken op te lossen en af te handelen. De initiatiefnemers zoeken mensen die willen helpen met de voorbereiding, politiemensen die opsporingshandelingen mogen doen, mensen die aangevers te woord willen staan, politiemensen die willen helpen met zoekvragen en mensen die willen helpen met de organisatie en het werven van nog meer hulp.
‘Eigenlijk zitten álle agenten bij de dierenpolitie’ Al een tijdlang is er veel te doen rondom de ‘dierenpolitie’, die in opdracht van het kabinet-Rutte wordt ingesteld. Inmiddels zijn de eerste studenten begonnen aan de opleiding. Hoe ziet die opleiding eruit? Wat voor onderwerpen komen aan bod en wat zijn de ervaringen tot nu toe?
E
igenlijk is ‘dierenpolitie’ een nogal ongelukkige term, vinden Rien van Burg, manager onderwijs aan de School voor Handhaving en kwartiermaker voor de nieuwe opleiding, en Freek Rohn, docent aan die school. Rien: ‘Het gaat eigenlijk niet om een geheel nieuwe functie. En anders dan veel mensen lijken te denken hield de politie zich altijd al wel bezig met dierenwelzijn. In die zin zijn eigenlijk alle politieagenten bij de dierenpolitie. Er komt nu alleen wat meer nadruk op te liggen en er is een speciale opleiding voor ontwikkeld: de zesdaagse cursus ‘Opsporing en handhaving in het kader van dierenwelzijn’.’
De opleiding op zich wordt positief beoordeeld 4
Wetgeving en bevoegdheden Freek is op dit moment een van de twee docenten van de opleiding, die hij mede heeft ontwikkeld. ‘De cursus bestaat uit zes dagen les op de Politieacademie, vier dagen binnen het eigen korps en een schriftelijke proeve. Het spreekt voor zich dat je in zo’n beperkte tijd niet de diepte in kunt. Wel leren de deelnemers wat dierenwelzijn is en vooral: wat niet, welke wetgeving er is en wat de bevoegdheden van de politie zijn. Wanneer schrijf je een PV uit, wanneer kun je het met een bestuurlijke boete afhandelen en wanneer ga je over tot inbeslagname.’
Universiteit Utrecht, is een eye-opener.’ Nog vóór het einde van het jaar zullen 125 mensen de opleiding gevolgd hebben. Freek: ‘Eigenlijk zou de opleiding in september zijn gestart, maar toen werd dat opeens mei. Natuurlijk zijn er wel dingen die we bij volgende lichtingen anders gaan doen – we gaan bijvoorbeeld de gastdocenten in de ochtend plannen, zodat iedereen nog fris is – maar ik vind dat we in korte tijd een goed product hebben neergezet.’ n
Partners Een belangrijke rol is weggelegd voor de partners met wie de politie samenwerkt bij het tegengaan van dierenleed. Rien: ‘Dat zijn met name de Landelijke InspectieDienst, waar ook de Dierenbescherming onder valt, en de handhavers van de nVWA, de Nieuwe Voedsel- en Waren Autoriteit. Vroeger vielen die handhavers onder de AID. Mensen van die organisaties geven gastcolleges tijdens de opleiding en we merken nu al dat de samenwerking tussen de korpsen en bijvoorbeeld de LID beter gaat. Dat is al meteen winst.’ Gematigd positief De 48 cursisten die in mei aan de opleiding begonnen, doen op 16 september hun proeve van bekwaamheid. Rien ervaart dat de cursisten ‘gematigd positief’ zijn. ‘Ze vinden dierenwelzijn belangrijk en zeker een taak voor de politie. De opleiding op zich wordt positief beoordeeld. Vooral het gastcollege over de verbanden tussen geweld tegen dieren en huiselijk geweld van Marie-José Enders, socioloog aan de
5
Nieuwe training Voertuigherkenning:
‘Ze maken altijd ergens een foutje’ er heel snel achterkomen of een voertuig mogelijk gestolen is of niet. Je moet het alleen even weten!’
Autodiefstallen in Europa
In Europa zijn in 2008 in totaal 768.994 voertuigen gestolen (Duitsland niet meegerekend), waarvan er uiteindelijk 363.317 weer zijn teruggevonden. In Nederland werd bijna de helft van de in totaal 15.625 gestolen auto’s weer teruggevonden. Grootste slachtoffers van de diefstallen waren Italië (167.689), Groot-Brittannië (142.321) en Frankrijk (127.850).
Aanwijzingen dat een bepaalde auto gestolen is, zijn niet altijd even duidelijk. Maar ze zijn er wel! Om alle agenten de kneepjes van voertuigherkenning bij te brengen, heeft de School voor Handhaving een nieuwe training opgezet. Daarin leer je in één dag waaraan je een gestolen voertuig zou kunnen herkennen.
‘B Vaak draait het bij het aanhouden van voertuigen om een gevoel dat er iets niet klopt. 6
ij de korpsen ligt de prioriteit vaak niet bij verkeer’, weet Cor de Kleine, docent van de School voor Handhaving. ‘Dat is ook begrijpelijk. Maar ondertussen worden en er te vaak voertuigen doorgelaten die niet helemaal pluis zijn. En dat is ernstig. Vooral omdat een gestolen voertuig meestal niet alleen een gestolen voertuig is, maar dat het vaak gelinkt is aan een andere vorm van criminaliteit, bijvoorbeeld drugshandel, het witwassen van geld, of vrouwenhandel. Bovendien is er binnen Europa elk jaar
bij voertuigcriminaliteit. Het gaat erom dat agenten na deze training wat verder gaan dan het checken van het kentekenbewijs en het VIN (Voertuig Identificatie Nummer, voorheen chassisnummer, red.)’, vertelt Cor. ‘Want met een aantal handvatten kun je
Vervalsen Dat gebeurt in de Training Voertuigidentificatie. In september wordt er gestart met een workshop voor de initiële opleidingen van de Politieacademie op de locaties Rotterdam, Eindhoven en Amsterdam. Hierin gaan agenten in de dop leren waar ze naar moeten kijken bij het aanhouden en controleren van een voertuig. ‘Meestal gaat het om het vergelijken van verschillende gegevens, aldus Cor. ‘Natuurlijk weten criminelen vaak heel goed dingen te vervalsen, maar er is altijd wel iets wat ze over het hoofd zien; ze maken altijd wel een foutje. In de training geven we de studenten verschillende handvatten om dat foutje te ontdekken. Het enige dat er op straat vervolgens moet gebeuren, is dat agenten wat meer tijd nemen voor het controleren van voertuigen.’
Een gestolen auto in gestripte vorm
Try-out In juni is er een try-out van de training geweest, waaraan een deel van de mensen van de Dienst Verkeerspolitie en van het KLPD Flexibele Teams - een samenwerkingsverband tussen water-, spoorweg- en verkeerspolitie - heeft deelgenomen (zie kader). Andere geïnteresseerde korpsen kunnen een verzoek indienen bij de Politieacademie. n Al nieuwsgierig geworden naar de inhoud van de training voertuigidentificatie? Neem dan alvast een voorproefje op PKN, waar in het programma Euvid de kenmerken van alle automerken op een rijtje staan.
Maurice Luxembourg, kwartiermaker/hoofd KLPD Flexibele Teams: voor 15 miljard euro schade door gestolen voertuigen.’ Reden genoeg om je als agent te verdiepen in het herkennen van een voertuig. Politie-instinct Vaak draait het bij het aanhouden van voertuigen om een gevoel dat er iets niet klopt. De voelsprieten van de agent gaan omhoog als het gedrag van de bestuurder opvallend is, het type voertuig waarin hij rijdt niet bij hem past, of als er bepaalde voorwerpen in de auto liggen die gebruikt kunnen worden
‘Onze medewerkers hebben deze training als zeer waardevol ervaren. Je leert waar je bij het aanhouden van een voertuig extra op moet letten. Het zit echt in de details die voor een leek bijna niet zichtbaar zijn. Door deze kennis vergroot je de “Kunst van het Controleren”, en daarmee de pakkans. De training wierp ook gelijk zijn vruchten af, want kort erna paste één van de medewerkers zijn opgedane kennis toe en bracht een duplo VW Golf aan het licht. Bij het toerusten van de mensen bij hun taak, het toezicht op de verkeersstromen, is dit een waardevolle training waar wij zeker mee door zullen gaan.’
7
Vakmanschap telt voor student én docent Docent Wilfried Hendriksen ging met collegelid Alice Vellinga in gesprek over wat het docentschap voor hem betekent. Wat blijkt: hij stelt hoge eisen aan zichzelf en aan zijn collega’s. Hij roept het bestuur op om juist te investeren op het individuele talent in de academie, met bijkomende eisen en verplichtingen.
‘I
k geef lessen in verkeer, recht, op dit moment bijvoorbeeld de opiumwet, veel vakken binnen handhaving’, aldus Wilfried. ‘Nadeel van de breedte is dat mij de tijd ontbreekt voor een goede voorbereiding. Bij mijn leidinggevenden heb ik ook geroepen: eigenlijk moeten we een vakkenpakket maken waar ik me op kan concentreren. Zes kernopgaven. Dan kan ik wetswijzigingen goed bijhouden. Maar ik begrijp de waan van de dag, de planning telt ook mee.’ In 2000 is Wifried gedetacheerd geweest in Lochem, en na een jaar weg te zijn geweest, kwam hij in 2005 bij de huidige Politieacademie. Daarvoor is hij sinds 1980 in de politiepraktijk actief geweest. Heeft hij na tien jaar docentschap een beeld van de ideale docent? Motiveren om te leren ‘Dat heb ik mezelf ook vaak afgevraagd’, geeft hij terug. ‘Een goede docent is iemand
Wens Wilfried verwacht dat de Politieacademie investeert op vakbekwaamheid van de individuele docent en dat daaraan eisen gesteld mogen worden. ‘Als we zwaardere eisen aan studenten stellen’, vindt hij, ‘dan moeten we minstens zo zware eisen aan docenten stellen. We kunnen onze plannen op briefpapier neerschrijven, maar laten we consequent durven te zijn. Als organisatie zijn verantwoordelijk, en als individuele docent zijn we verantwoordelijk.’
8
die mensen kan motiveren om te gaan leren, iemand die de menselijke kant niet uit het oog verliest en die dicht bij de praktijk staat. De eerste vind ik het belangrijkst. Het gaat niet om mooie verhalen of mooie powerpoints…. als ik iemand kan bewegen om iets uit te zoeken, dan is mijn doel bereikt.’ Studenten nemen dus niet alleen kennis tot zich, maar doen er ook iets mee. Maar hoe bereik je dat? ‘Fingerspitzengefühl’, meent Wilfried. ‘Iedere student is verschillend. Sommigen gaan er zelf mee aan de slag. Anderen moet je aansporen. Ik toets, geef opdrachten en koppel terug. Een paar mensen moeten even hun hoofd stoten om verder te komen. Voordat er kennistoetsen kwamen, had ik al als stelregel dat je bij mij een eindtoets moet maken. Ik vind: als je met mij drie maanden met een onderwerp bezig bent geweest, dan kun je daarna niet zomaar de klas uitlopen en pas vier maanden later een eindtoets doen. Je hebt ook nog salaris dat je tussen neus en lippen door verdient…. Daar hoort wat tegenover te staan. Ik bereik daarmee in mijn ogen 80 tot 90 procent van de mensen.’ Nu, bij enkele verscherpingen in het onderwijs, is het halen van de eindtoets verplicht. Haalt een student die niet, dan kan hij of zij niet verder. Die maatregel hanteerde Wilfried in feite al: ‘In een klas had ik er drie waarvan ik durfde te stellen, die zijn het boek niet in geweest. Ze haalden mijn eindtoets dan ook niet. Drie dagen later liet ik ze het overdoen en toen haalden ze wel een voldoende. Ik publiceer de cijfers op blackboard. De trajectbegeleiders en leerprocesbegeleiders stel ik op de hoogte: jullie studenten hebben die prestatie. Een goede begeleider leest de leerplannen en
spreekt de student aan waar nodig. Ik merk: de controle werkt. Ze moeten weten dat ze niet kunnen wegwandelen zonder iets gedaan te hebben.’ Staat Wilfried dus positief tegenover een betere controle of ziet hij ook nadelen? De docent reageert: ‘Zolang we er maar op een zelfde manier mee omgaan. De ene docent vindt aanwezigheid voldoende, de andere, waaronder ik, geeft pas groen licht als de eindtoets voldoende is. Een derde docent kijkt naar aanwezigheid én resultaat.’ Eenheid Maar dat is ook eigen integriteit: sta je voor kwaliteit van de student of niet? ‘Klopt’, erkent hij, ‘maar ik ben voor gemeenschappelijk beleid. Studenten weten ook niet meer waar ze aan toe zijn. Bij die docent krijg ik dit, bij de andere dat.’ Maar is het geen vakmanschap van docenten? Een docent is zelf toch deskundig genoeg om te beoordelen? We hebben ook nog een onafhankelijk bureau Examinering. ‘Dat is waar. Maar het is de taak van de docent om te weten wie wat doet in zijn klas. Ik snap
het beleid: docenten die zelf ruimte willen pakken, worden gestraft met nog meer regeltjes. Dat is ook niet de bedoeling. We moeten er als docenten, als onderwijsteam, meer over praten.’ Is daar ruimte voor? ‘Het is druk. En helaas zit toch altijd dezelfde club bij elkaar. Sommige mensen willen daar wel tijd in investeren, andere niet. Verschil van inzicht is er sowieso. Ik houd van open-vragentoetsen. Dat geeft mij kwalitatieve informatie over de student. Nakijken duurt echter drie uur per klas. Andere docenten zeggen: ik ga daar niet zo veel tijd in steken, ik kies voor multiple choice.’ Wilfried is gericht op de ontwikkeling van zijn studenten. ‘Bij wet wapens en munitie behandelen we verdachtenverhoor. Daarbij laat ik altijd studenten een oefening doen. Ooit had ik een jongen die er niets van bakte, hij ging als verhoorder namelijk het gevecht aan. We hebben één op één geoefend en enkele oefeningen later in de les begon hij in de juiste rol te groeien. Hij kreeg complimenten van zijn studiegenoten. Bij zijn diploma-uitreiking kwam hij er nog op terug. Daar doe ik het voor.’ n
Persoonlijk Wilfried Hendriksen, docent aan de Politieacademie, is met enthousiasme gericht op zijn werk. Motorrijden is zijn hobby, hij rijdt een Yamaha FJR 1300 en ‘in de helm’ verzint hij regelmatig nieuwe werkvormen voor zijn lessen. Wilfried beschrijft zichzelf als perfectionist. ‘Soms bereid ik thuis een les verdachtenverhoor voor. Alles wat ik daarvoor deed, deugt niet in mijn ogen. Dat heeft als valkuil dat ik er juist niet uitkom. Op de motor naar de les toe verzin ik geregeld toch nog nieuwe dingen.’
9
<< KORT >> Otto Adang spreekt op seminar Brazilië
‘Het is aan hen om de juiste beslissingen te nemen’ Half juli toog Otto Adang naar Brazilië om daar – als enige buitenlandse spreker – een lezing te houden over zijn ervaringen met public order management rondom internationale voetbaltoernooien, een onderwerp dat de onderzoeker op het lijf geschreven is. ‘Het is boeiend om je weer eens te verdiepen in een heel ander land. En van Brazilië wist ik nog niet zoveel.’
A
l jaren doet het lectoraat Openbare Orde & Gevaarbeheersing onderzoek naar dreiging rondom grote voetbalevenementen in binnen- en buitenland. Dat is ook de politie van Rio de Janeiro ter ore gekomen. Zij is gestart met de voorbereidingen van het WK voetbal in 2014 en nodigde Otto Adang uit om op een seminar te komen vertellen over zijn ervaringen met dit soort toernooien. Daarnaast sloot hij het drie dagen durende seminar af met aanbevelingen voor de Braziliaanse politie. Hooligans ‘Ik heb geprobeerd te schetsen wat er op hen afkomt met de organisatie van zo’n evenement en waar ze rekening mee moeten houden’, vat Adang kort samen. ‘Daar zaten wel wat eyeopeners voor hen bij. Zo is de politie vaak gefocust op hooligans, omdat er voorafgaand aan een wedstrijd veel verhalen worden verteld over confrontaties tussen hooligans onderling. Maar bij de meeste opstootjes blijken niet supporters, maar juist de lokale bevolking betrokken te zijn. De oorzaak van opstootjes rondom voetbalwedstrijden heeft vaak ook niets met de wedstrijd zelf te maken. Die ligt meer bij het feit dat er veel mensen op een plek samenzijn en dat het te druk is. In zulke gevallen loop je altijd risico. Dat is bij de vierdaagse in Nijmegen of het Zomercarnaval in Rotterdam niet anders.’ Bejegening ‘Het belangrijkste op straat is het gedrag van de politie’,
10
vervolgt Adang. ‘Uit onze ervaring blijkt dat de inzet van de politie het meest effectief is als zij zich in een vroegtijdig stadium al met een laag profiel in contact met het publiek opstelt. Dit betekent dat zij zich enerzijds actief en vriendelijk communicerend een gezagspositie verwerft, om zodoende ook duidelijke spelregels qua gedrag te kunnen handhaven of effectief te kunnen interveniëren. Dit wordt low profile policing genoemd, hetgeen veel vraagt van het vakmanschap van de politie. Agenten kunnen het best als koppel worden ingezet. Wel in uniform, maar ook de interactie met fans zoekend. De ME moet liefst niet zichtbaar zijn tot het echt nodig is om hen in te zetten. Mensen komen voor een feest. Als je iedereen als hooligan behandelt, roep je problemen over jezelf af. Daar moet je je als agent van bewust zijn.’ Eervol De toehoorders op het seminar, mensen van de politie, gemeenten en uit de sportwereld, toonden zich erg geïnteresseerd in Adangs verhaal en aanbevelingen. ‘Het is nu aan hen om de juiste beslissingen te nemen. Natuurlijk mogen ze mij daar best nog eens voor benaderen. Het is leuk en eervol om bij zoiets betrokken te zijn. Maar voor ons is belangrijk, dat er daadwerkelijk iets met de kennis wordt gedaan. Het lectoraat moet hiervoor dan een opdracht krijgen, maar mijn hoofdtaak blijft natuurlijk wel in Nederland liggen!’ n
‘Geef je op voor Professioneel Fit’ Alle studenten en medewerkers van de Politieacademie zijn donderdag 22 september welkom op de eerste ‘Professioneel Fit’. Een dag vol met sport spel en aandacht voor fitheid en gezondheid, aldus het congresbureau. ‘Mis het niet!’ Op Professioneel Fit kun je kennismaken met veel verschillende vormen van sport, zowel in competitieve vorm als in de vorm van een clinic of workshop. Daarnaast is er een ProfFit Fair met veel informatie over gezond leven en gezond eten. Medewerkers die er niet de hele dag bij kunnen zijn, mogen ook een gedeelte van de dag bijwonen. ‘Opgeven dus, alleen of met je collega’s!’ Op intranet en Blackboard vind je meer informatie over Professioneel Fit en de ProfFit Fair met een aanmeldformulier. ‘Ook kunnen we nog steeds studenten en medewerkers gebruiken die graag een workshop of clinic willen geven tijdens deze dag.’ Voor meer informatie kun je contact opnemen met het congresbureau van de Politieacademie:
[email protected].
Politieacademie in samenwerkingsverband
Politieopleiding op de BES-eilanden Twintig aspirant-politieagenten uit Sint Maarten en Bonaire zijn op 9 augustus op Curacao gestart met een geheel nieuwe politieopleiding. In samenwerking met het ministerie V&J heeft de Politieacademie deze initiële opleiding opgezet voor jongeren op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), en Sint Maarten. ‘Sinds 10 oktober 2010 zijn de BES-eilanden een Nederlandse gemeente, daarom wil de overheid dat de jongeren daar een politieopleiding kunnen volgen zoals hier in Nederland’, legt Ruud Schwartz, Beleidsadviseur School voor Politiekunde uit. ‘Omdat de manier van opleiden, competentiegericht en duaal ook de wens is van de korpsleiding op Bonaire en Sint Maarten, hebben we onze eigen initiële opleiding als vertrekpunt genomen en deze samen met lokale mensen herontwikkeld met in achtneming van de plaatselijke wetgeving en cultuur.’ De opleiding op niveau 4 duurt drie jaar, waar in acht weken theorie telkens worden afgewisseld met vier weken praktijk bij de plaatselijke korpsen. De theoretische lessen worden nu nog gegeven door docenten van de Politieacademie, de LOK-Kmar en de Kustwacht in Nederland, die per module worden ingevlogen. Lokale docenten geven lessen zoals Nederlands, Engels, EHBO, schieten en sporten. Uiteindelijk zullen zo veel mogelijk plaatselijke docenten de gehele politieopleiding verzorgen. Het voordeel voor de Politieacademie is ‘dat we beroepsmatig kennis maken met de cultuur en het korps op de BES en St. Maarten’.
Geïnteresseerde docenten kunnen zich nog steeds aanmelden voor een periode van acht weken lesgeven op St. Maarten. Hiervoor zal geregeld een belangstellingvraag op intranet worden gepubliceerd. Voor inhoudelijke vragen kunt u terecht bij Rob Appelhof, Projectleider C Cop.Nederland 06-23066480
Mediatheek 13.000 titels rijker Op zoek naar een monografie over justitiële samenwerking in Europa de 19e eeuw? Grote kans dat je het in de mediatheek van de Politieacademie kunt vinden. Afgelopen zomer werd deze uitgebreid met maar liefst 13.000 titels. Al deze titels zijn afkomstig uit de privéverzameling van Cyrille Fijnaut, hoogleraar internationaal en vergelijkend strafrecht aan de Universiteit van Tilburg. In veertig jaar tijd verzamelde Fijnaut duizenden monografieën en boekwerken op het gebied van strafrecht, criminologie, justitie, politie, georganiseerde criminaliteit, terrorisme en internationale politiële samenwerking. Zo bevat de collectie talloze monografieën, bijvoorbeeld op het gebied van de politie in Nederland en België sinds 1815, de politie- en justitiesamenwerking in Europa, en over de georganiseerde misdaad (en sociale onveiligheid) in Nederland, Europa en de Verenigde Staten sinds 1880. Met deze overdracht behoort de mediatheek van de Politieacademie in één klap tot de meest vooraanstaande mediatheken in het Europese politieonderwijs. De collectie is ondergebracht op de concernlocatie in Apeldoorn en is via de online catalogus van de mediatheek via internet te bereiken (http://politieacademie.nl/ mediatheek).
11
Jelmer, Tinka en Christiaan
Verdachte gesignaleerd: in heel Nederland, op hetzelfde moment
Studenten Recherchekunde (Reku) Jelmer, Tinka en Christiaan, namen 28 juni 2011 deel aan het telefoonpanel van het tv-programma Opsporing Verzocht. Geregeld vallen studenten in om meldingen van kijkers op te vangen. Tijd om studenten eens te bevragen, over hun ‘tv-optreden’ en de eigen opleiding.
12
‘I
k had een zaak waarbij een man een vrouw wilde aanvallen in haar slaapkamer’, reproduceert Christiaan. ‘De beller herkende de portretfoto van de man. “Ik herken hem als Adje”, zei hij. De beller was blijkbaar een oud-politieman die een van zijn ‘oude klanten’ weer zag.’ Tinka knikt. ‘Het valt me op dat er inderdaad veel politiemensen bellen’, sluit ze aan. Sommige items zijn ook tactisch, weet Christiaan. ‘Dan wordt het in de uitzending gebracht om de criminelen uit de tent te lokken. Na zo’n uitzending bellen daders vaak met elkaar en bij een telefoontap geeft dit veel extra info.’ De drie studenten recherchekunde Christiaan, Tinka en Jelmer reflecteren op de uitzending van Opsporing Verzocht en op hun eigen studie. De uitzending Christiaan geeft aan dat sommige bellers hem op de lachspieren werkten. ‘Een vrouw vertelde naar aanleiding van een reconstructie: “Ik wilde jullie even tippen – die man in het filmpje is niet echt kaal, hij had een strakke badmuts op!” Een collega kreeg een astroloog aan de lijn. Hij kreeg “informatie van boven”, zei hij en dit wilde hij graag delen. Het is echter niet altijd even humoristisch. Ik ben ook uitgescholden. Waar hebt u info over, vroeg ik. “Over je kankermoeder”, antwoordde de man en hij hing op. Dit gebeurt kennelijk regelmatig.’ Vooral recherchemensen zitten aan de telefoon, weet Christiaan. ‘Die weten ook precies wat ze moeten vragen. Het is trouwens niet altijd zo dat je hele gesprekken van begin tot eind voert. Geregeld schakel je bellers gewoon door naar de regioteams. Dat weet je als toeschouwer vaak niet. Ook het feit dat we in uniform zitten, strookt niet met ons dagelijkse werk. We zijn in feite figuranten voor de tv.’ Over de voorbereiding was Tinka tevreden. ‘Van tevoren bekeken we de filmpjes die in de uitzending aan bod kwamen’, zegt ze. ‘Je moet immers weten waar het over gaat. Ook standaardzaken werden besproken: elk telefoonnummer opschrijven, namen volledig noteren, enzovoort. Voorbereiding is ook nodig, je krijgt in twintig minuten heel veel informatie binnen.’ Toch vond ze veel zaken nog verrassend. ‘Naar aanleiding van een liquidatiezaak in Rotterdam belde een man, hij was hevig geschokt. “De man die dood is, hij is als een broer voor me”, zei hij. Hij wist het totdat hij het op tv zag nog niet.’ Ook luchtiger en soms ironische gesprekken komen gelukkig voor: ‘Zo wilde er iemand bij een collega naast me aangifte doen van een persoonlijke zaak, die helemaal niets met de opsporingsberichten van doen had.’ Aan bellers geen gebrek, reflecteert Jelmer. ‘Een verdachte
‘...ik blijf hier lang werken. Intern kun je namelijk ook prima wisselen van afdelingen. Na tien jaar hoef je absoluut niet uitgekeken te zijn bij de politie’
werd in heel Nederland gezien, op hetzelfde moment. Vaak komt er dan ook nog een heel verhaal bij. Dat ze hem bij de boekhandel hadden gezien en wat ze er zelf nog gekocht hadden. Mensen leven zo mee. Ik merk zelf dat de tv-uitzending behoorlijk populair blijft. Mensen willen het tijdstip van de uitzending graag vervroegen, ze vragen er ook echt om, aan de telefoon.’ De opleiding ‘De aandacht voor Reku’s veschilt per korps’, geeft Christiaan aan. ‘Sommige mensen vertrekken na hun opleiding weer omdat ze niet vinden wat ze verwacht hadden. Dat is zonde voor de politie. Binnen Zuid-Holland Zuid wordt in elk TGO een Reku toegevoegd, dit is echt nuttig voor de dossiervorming. Het mooie aan de politie vind ik dat we gezamenlijk bezig zijn voor één doel: veiligheid. Wat wel wennen is: mensen zien aan onze schouder de salarisschaal waar we in zitten. Dat is wel eens zuur. Vroeger telde senioriteit vooral, tegenwoordig gaat het om vaardigheid. Ik merk dat dit kan bijten met bestaande culturen.’ Op dit moment zit Christiaan in de uniformdienst en dat vindt hij ‘heel veelzijdig’. De politie ziet hij niet als werkgever voor het leven. ‘Na een aantal jaren politie ga ik misschien wel weer terug naar het bedrijfsleven. En kom ik nogmaals terug in het blauw.’ Tinka: ‘Mijn praktijkervaring is prima. Ik heb een goede trajectbegeleider, die regelt alles perfect. Ik weet dat dit uitzonderlijk is. Veel medestudenten moeten alles zelf uitvogelen. Hoe ik bij de politie terechtkwam? Mijn vader werkt bij de politie, daardoor kriebelde het altijd al een beetje. Ik ben eerst gaan studeren. Daar hebben mijn ouders me ook bij aangespoord. Uiteindelijk kwam ik toch nog bij de politie uit. Ik heb er absoluut geen spijt van. Alle collega’s willen je helpen. Ik heb een vooropleiding met jongeren gedaan, dat helpt me in het verhoor bij die doelgroep. Mijn vader vindt het geweldig, hoor. Vanuit zijn eigen werkzaamheden was hij er al voor om Reku’s binnen de politie te krijgen. “Je doet het niet om mij, hè?” vroeg hij nog wel. Ik zie mezelf niet gauw naar andere beroepsgroepen vertrekken, ik blijf hier lang werken. Intern kun je namelijk ook prima wisselen van afdelingen. Na tien jaar hoef je absoluut niet uitgekeken te zijn bij de politie.’ Jelmer gaat in een ‘landingsbaantraject’ ervaring opdoen. ‘Ze laten me niet “zwemmen” hoor. Het gaat echt goed. Ik ben zelf juridisch onderlegd. Het voordeel is dat veel Reku’s jong en enthousiast zijn. Ze zijn ook gewend om inhoudelijk kritisch te zijn. De politie is een aantrekkelijke werkgever omdat er ongelooflijk veel disciplines zijn. En er is nog genoeg te ontwikkelen. Bij de recherche zijn we op zoek naar nieuwe vormen om bewijzen te vinden.’ Het vakgebied biedt volgens hem veel ruimte. ‘En iedere persoon krijgt de kans om te studeren. Het is voor een deel anders dan bedrijfsleven, ja. Ik doe het niet in de eerste plaats voor het geld. Het werk is leuk, want iedere dag dienen zich onverwachte dingen aan. Je hebt ook regie over je eigen werk. Je kunt de straat op als je wilt. Je mag veel, als je maar kenbaar maakt waar je interesses liggen.’ n
13
Leren op Lowlands Muziek, theater, een heleboel tenten en – als het meezit – geen regen en modder: Lowlands in een notendop. Maar Lowlands betekent ook: 55.000 mensen drie dagen op een kluitje en drank- en druggebruik. Ook studenten van de Politieacademie worden ingezet op het festival.
K
laas Bakker, inspecteur en politiechef Lowlands bij het korps Flevoland, coördineert de politie-inzet op Lowlands. ‘Van donderdag tot en met maandag is de politie met ongeveer 1.200 manuren present. Daarnaast zetten we studenten in. Daarvan proberen we zo veel mogelijk een win-winsituatie te maken: de studenten moeten er iets aan hebben voor hun opleiding, maar het mag ons natuurlijk ook niet teveel energie en capaciteit kosten. Meestal lukt dat prima. Dit jaar hebben we zo’n 25 studenten aan het werk op Lowlands, met voor iedere twee studenten één trajectbegeleider. We zetten de studenten veel in om dossiers te maken en verdachten te horen. Ze leren zo om snel dossiers op te bouwen en feiten in het systeem te zetten. Maar ook in de surveillance worden studenten ingezet, uiteraard samen met een ervaren collega.’
‘We richtten ons voornamelijk op mensen die drugs gebruikt hadden’ 14
Studentenpool Marlies van Amelsvoort volgt de opleiding op niveau 3 op de locatie Almere stad-oost en werkt tijdens de korpskwartielen bij het korps Flevoland. Tijdens haar zesde kwartiel liep ze twee dagen mee op Lowlands. ‘Ik zat in de studentenpool en daaruit wil het korps graag studenten hebben, als er grote evenementen aankomen. Iedereen in de pool kreeg een mail: ben je geïnteresseerd om tijdens Lowlands te werken? Nou, dat leek me wel wat. Bovendien kon ik van die ervaring ook meteen mijn drieluikverslag maken, dus voor mijn opleiding had ik er ook iets aan.’ Leuk om mee te maken Het was voor Marlies het eerste grote evenement en ook meteen de eerste keer Lowlands. ‘Ik was er nog nooit als bezoeker geweest, maar ik moet wel zeggen dat ik erachter kwam dat het ook niets voor mij is. Ik vond het wel heel leuk om een keer mee te maken. Ik werkte van 10.00 uur ’s ochtends tot 20.00 uur ’s avonds. Soms sprong ik bij bij de recherche, als het druk was. Maar het grootste deel van de tijd liep ik in burger met mijn ervaren collega
over het terrein en de camping. We richtten ons voornamelijk op mensen die drugs gebruikt hadden of van wie we vermoedden dat ze drugs bij zich hadden. We moesten zo iemand dan apart nemen en fouilleren. Afhankelijk van de hoeveelheid drugs, konden we de zaak vervolgens zelf afhandelen of iemand overdragen aan de recherche.’
Lowlands Biddingshuizen 19-08-2011
Samenwerking met security Op Lowlands loopt, naast politie, ook security rond. Klaas: ‘De openbare orde op het festival is de verantwoordelijkheid van de 600 securitymedewerkers die op het festival rondlopen. Pas als zij grote problemen met de openbare orde zouden hebben, komen wij in actie. Met de security hebben wij overigens meerdere malen per dag overleg, waarbij dan ook de festivaldirectie en bijvoorbeeld de GHOR en de persvoorlichter aanwezig is.’ Marlies: ‘De politiepost zit naast het kantoor van de security, dus als er iets is – agressief gedrag bijvoorbeeld – kun je meteen schakelen.’ Leerzame ervaring Marlies vond werken op Lowlands een leerzame ervaring. ‘Ik had tijdens de opleiding nog niets over drugs geleerd, dus ik vond het jammer dat ik dat stukje achtergrond miste. Eigenlijk heb je dat wel nodig. Maar ik vond het wel heel bijzonder dat je in burger rondloopt en je eigenlijk opgaat tussen de festivalgangers. Mijn jonge leeftijd hielp daar natuurlijk ook aan mee. Ik vond het ook leuk om zelf iemand aan te houden en het helemaal af te handelen, en om te zien hoe drugs worden getest. Verder vond ik de sfeer van het festival heel bijzonder. In al die dagen Lowlands was er niet één vechtpartij, het ging heel gemoedelijk.’ Dat er weinig geweld en agressie is, beaamt Klaas. ‘De politie-inzet op Lowlands is met name gericht op drugs; vorig jaar waren er 280 aanhoudingen en 90% daarvan was drugsgerelateerd. Slechts een klein deel ging om geweld en bijvoorbeeld inbraak in tenten of zakkenrollerij.’ n
‘In al die dagen Lowlands was er niet één vechtpartij’ 15
D
Wijkagent twittert #succesvol in praktijk
RT ‘Ladies & gentlemen, we hebben ’m!’ In de scriptie die hij voor zijn hbostudie Integrale Veiligheidskunde schreef, brak hoofdagent Bas Slutter (31) van korps Hollands Midden een lans voor sociale media in de dagelijkse politiepraktijk. Als wijkagent in Sassenheim (gemeente Teylingen) voegt hij de daad bij het woord. We gingen een avond met hem op pad.
16
e afspraak in Sassenheim is om zeven uur ’s avonds. In de loop van de middag wordt al een deel van het avondprogramma duidelijk. ‘Wil vanavond nog wat hangplekken langs #keuzesmaken’, kunnen de 1300 volgers van Twitter-account Wijkagentsassem lezen. ‘Ik heb al wat suggesties doorgekregen van plekken die we kunnen bezoeken’, vertelt Bas. ‘En een verzoekje om even te zwaaien bij de bloemenzaak.’ Dat het avondprogramma enige vertraging oploopt, wordt ’s middags op twitter al duidelijk; ‘Bezig met een ernstige zaak. Meer info en verzoek tot hulp van de burger volgt snel’, meldt een tweet van Bas. Het blijkt om een zedenzaak te gaan waarin een achtjarig meisje op straat is betast door een onbekende man. ‘Omdat dezelfde man hier vrijwel zeker twee weken geleden ook al actief is geweest, hebben we een goed signalement. Dat wilde ik op Twitter zetten, maar na overleg met de afdeling zedenzaken van Hollands Midden is dat afgeblazen omdat we twijfelden over het vervoermiddel dat hij gebruikte.’ Op pad We gaan op pad. Eerst een bloemetje brengen bij een hulpverleenster die is lastig gevallen door een cliënt. ‘Hij heeft spijt maar mag even niet in haar buurt komen. Dus vroeg hij of ik het wilde doen. Nadat de bloemen zijn afgegeven, meldt Bas ook dit klusje even op Twitter. Dan langs de bloemenzaak. Even zwaaien. ‘Het is de wijkagent’, roept een medewerkster naar achteren. ‘Die bloemen die je net hebt overhandigd, die zijn toch wel hier gekocht?’, reageert de eigenaresse op de zojuist verstuurde tweet. ‘Ik ben bang van niet, het leek me
een bosje van de benzinepomp’, is het antwoord van de wijkagent. ‘Schande, terwijl wij de beste bloemenzaak van Sassenheim zijn’, vindt de bloemiste. Op de hangplekken blijkt weinig te beleven. Vrijwel nergens is zelfs maar een jongere te vinden, laat staan een overlastgevende. Drie meisjes die op een schoolplein een dansje oefenen, is het meest ‘schokkende’ feit. Bas maakt een foto van de hangplek waarover hij een suggestie heeft ontvangen en hangt het plaatje meteen aan een tweet ‘Weinig hangjeugd in de dorpen’. Soms gebruikt hij de app
je doel voorbij. Ik retweet berichten die ik leuk of nuttig vind. Deze week nog een bericht over stokjes die inbrekers in vakantietijd tegen de voordeur van een huis zetten om te zien of de bewoners op vakantie zijn. Dat bericht heeft zelfs de krant gehaald.’ Bas schakelt zijn volgers graag in. Onlangs nog voor een teamdag. ‘Het korps wilde als onderdeel daarvan een avondactiviteit in de wijken. Dus had ik ineens 35 tot 40 collega’s tot mijn beschikking voor een avondklus in Sassenheim. Ik heb via Twitter gevraagd wat we zouden kunnen
Everytrail: ‘Daarmee kun je op Google Maps precies de route volgen. Dat zet ik dan na afloop van mijn dienst in een tweet zodat mensen kunnen zien waar ik die avond ben geweest. Bij een stuk of wat hangplekken bijvoorbeeld.’
doen met al die agenten. Dat leverde zeker zeventig reacties van burgers op, de meeste over verkeer: ‘Controleer daar eens op snelheid, op die smalle weg rijden fietsers toch met zijn drieën naast elkaar’. We hebben een paar van die klusjes uitgekozen en zijn in groepen aan de slag gegaan. We hadden hier die avond zo’n 35 collega’s en 15 burgers op pad. Was een groot succes. Bij de snelheidscontroles lieten we buurtbewoners aan de overtreder uitleggen waarom hij of zij daar niet te hard zou moeten rijden.’
Beter begrip Zijn tweets dragen volgens Bas absoluut bij tot een beter begrip voor wat een wijkagent precies doet. ‘Doe je dat ook allemaal?, vragen ze dan. Niet alleen burgers, maar ook collega’s. Ik geef er ook wel eens een presentatie over. Tenslotte was ik twee jaar geleden de eerste twitterende wijkagent van Nederland. Of ik nog tips heb? Houd het simpel, gebruik vooral geen jargon en niet te veel afkortingen. Als je een bericht schrijft dat niemand begrijpt, schiet je
Facebook Bas zou het liefst ook een Facebookpagina aanmaken. ‘Dat laat het computersysteem op dit moment nog niet toe. Maar ik vind dat je als politie moet zijn, waar
de burgers zijn. Als half Nederland op Facebook zit, mogen wij daar niet ontbreken.’ Wel heeft hij zich aangemeld voor het forum van de plaatselijke nieuwswebsite De Teyding. ‘Daar schrijft maar een man of dertig op, voor een deel van die notoire zeikerds. Maar die discussies worden soms wel door 3000 mensen gelezen. Dus leg ik daar tegenwoordig uit waarom wij snelheidscontroles houden. Je ziet dat daardoor de discussie van toon verandert.’ 160 km/u ‘Een rustig avondje’, concludeert Bas. ‘We pakken nog even een stukje A44 en dan terug.’ Amper zijn we op de snelweg of een Golfje komt voorbijrazen. De achtervolging wordt ingezet en de auto wordt bij de volgende afslag aan de kant gezet. ‘Jongeman op A44 reed ruim boven 160 km/u, stevig gesprek en bekeuring voor hem. Bedankje voor mij omdat hij zijn rijbewijs mocht houden’, twittert Bas voordat hij verder gaat. En dan telefoon uit Noordwijk. Of Bas nog even langs wil komen op het bureau. Twee vrijwillige surveillanten hebben vrijwel zeker de pleger van het zedenmisdrijf te pakken. De man is na overleg nog niet aangehouden, maar wel onopvallend op de foto gezet. ‘Fantastisch werk’, complimenteert Bas de twee collega’s die de man hebben herkend. Het is een mooi besluit van de dienst, al komt de echte afronding pas een dag later als de man is aangehouden. Een opgetogen tweet: ‘Ladies en gentlemen, we hebben hem! --> Sassenheim Amstelvener aangehouden op verdenking van zedendelict’. n
Houd het simpel... 17
<< column >>
Vergelijken Velen zullen dit herkennen: tijdens vakantiereizen doe je inspiratie op en zie je ‘hoe het ook kan’. Deze zomer waren we met de kinderen in Portugal en Spanje. De zon was daar overtuigender aanwezig dan hier in Nederland deze zomer. Maar er zijn meer verschillen. De positie van de Spaanse en Portugese politie ten opzichte van haar samenleving is anders dan de onze in Nederland. Een Europese vergelijking kan ons helpen met nieuwe ideeën, maar ook bevestigen in de dingen waar we goed in zijn. De rellen in Engeland gaven recent ook weer aanleiding tot vergelijking. In Nederland zijn die rellen minder waarschijnlijk, aangezien onze politie meer verweven is in de wijk, zo stelde onze lector Edward van der Torre in dagblad Trouw vorige maand. Onze maatschappelijk inbedding biedt dus voordelen. Maar ook nadelen. Door onze nabijheid worden we in de publieke opinie nogal eens getypeerd als wetshandhavers met een zwakke gezagspositie. Het thema ‘gezag’ is daarom al tijden een landelijk speerpunt, zonder ons contact met de burger te verliezen. Maar het zou niet werken als de Engelse politie simpelweg onze werkwijze zou kopiëren. De nationale context is van belang. In Spanje en Portugal wekt de politie een andere indruk: ze is afstandelijker, maar straalt ook iets uit dat je gezag zou kunnen noemen (hoewel vreemde ogen altijd dwingender zijn). Of die hardere uitstraling gezag is, daar zijn deskundigen in onze eigen organisatie ongetwijfeld niet zeker van. Wat de positie van de diender op straat ook is, de oorsprong ervan zit in het onderwijs. Door meer internationale samenwerking, trekken ook de onderwijssystemen in Europees verband meer naar elkaar toe. Het Europees Kwalificatieraamwerk (of kwalificatiekader) stelt de opleidingsniveaus in de landen van de Europese Unie zo veel mogelijk op één lijn. De niveaus middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs staan daarbij in een logische verbinding. Als Politieacademie gaan we ook over naar het Europese kwalificatiesysteem. De samenhang tussen ons mbo-, hbo- en wo-onderwijs kreeg in de afgelopen tien jaar – en nu nog – al een forse investering. Tijdens mijn reis door Portugal en Spanje, herinnerde ik mezelf aan ons uniforme Nederlandse systeem, waar we internationaal gezien nog steeds trots op mogen zijn. We blijven innoveren en we blijven daarbij juist inspirerend voor andere Europese landen. Ook al is het zomerweer in Nederland van mindere kwaliteit, ons politieonderwijs heeft de toekomst. n Alice Vellinga Plv voorzitter College van Bestuur
18
<< column >> Opening Politieacademisch Jaar 2011
het ministerie – komen tijdens een openingsdag samen.
een financieel gezondere situatie teweeg gebracht. Waar bedrijfsvoering en onderwijsuitvoering elkaar raken, maakte het IOOV-rapport duidelijk. In de inrichting van het onderwijs kon niet duidelijk genoeg gemaakt worden of afgestudeerde studenten de vereiste competenties hadden. Daarnaast werd de opleiding op sommige vlakken te ‘licht’ bevonden en was er een te grote vrijblijvendheid voor leeropdrachten. Nu zijn examens voor 75% dekkend, is er meer en beter contact tussen docent en student en zijn veel leeropdrachten niet meer vrijblijvend. Zoals de politiepraktijk zou moeten zijn (effectief), zo zou ook het onderwijs ingericht moeten zijn. Zoals het onderwijs moet functioneren, zo moet ook de totale Politieacademie functioneren. Vakmanschap zit dus bij de docent die dit overbrengt aan de student, maar ook bij alle ondersteunende medewerkers van de academie.
Organisatie In het afgelopen jaar heeft de Politieacademie veel geïnvesteerd in haar bedrijfsvoering. Begrotingen en jaarrekeningen zijn onder de loep genomen en bijgesteld. Dit heeft
Blauw Vakmanschap Vakmanschap zit in kennis, houding en gedrag. Om hierop maximaal te anticiperen, zet de Politieacademie haar docenten centraal in het onderwijs. De docent is
Effectiviteit vanuit ieder individu Effectiviteit op straat, daar draait Blauw Vakmanschap om. De opening van het academisch jaar begin deze maand stond in het teken van het talent en de kracht van de individuele politiemedewerker. In het volgende magazine een korte terugblik op de openingsdag, maar nu een blik op het thema.
B
lauw Vakmanschap – in het landelijke beleid van politie Nederland ‘politievakmanschap’ genoemd – richt zich op de effectiviteit van de individuele politiemedewerker. Direct op de veiligheid van de maatschappij gericht, dus een ambitieuze insteek die al eerder duidelijk werd in de titel van het beleidsstuk ‘Burgers Eisen Beter Blauw’ uit 2009. Die effectiviteit kan de Politieacademie behalen met krachtig onderwijs via haar docenten die, zo is dit jaar betoogd, hun vak ‘terug moeten krijgen’ voor zover ze het kwijt waren. Goed onderwijs is echter gebouw op een solide organisatie met een gedegen bedrijfsvoering. Daarnaast heeft ook het ministerie van Veiligheid en Justitie haar strategische verwachtingen van de Politieacademie. Die drie pijlers – de organisatie, haar kennis- en onderwijsuitvoering en de visie van
verantwoordelijk voor ons nieuwe politietalent, de student vandaag de dag. Ging het eerst nog om ‘gezag’ bij de totale politie, nu gaat het die individuele politiemedewerker in de maatschappij, die in de frontlinie excelleert doordat hij inspirerend onderwijs op de Politieacademie heeft genoten. De term ‘leiderschap op straat’ komt niet uit de lucht vallen. Hiertoe leidt elke docent namelijk op: elke student kan zelf een regierol pakken in zijn beroepspraktijk. Deze student heeft vorming nodig en dat krijgt hij of zij door persoonlijke aandacht in een doeltreffende organisatie. Vandaar dat er bij deze opening is aangegeven dat politieprofessionals in de frontlinie vertrouwen verdienen, dus dat de eigen mensen van de Politieacademie het vertrouwen verdienen. Politieke wensen Strandrellen Hoek van Holland. Alphen aan den Rijn. Breivik: ook mogelijk in Nederland? Zo maar enkele kreten die veelvuldig in het nieuws te vinden waren. De politiek verwacht een antwoord van de politie op veiligheidsissues. Naast subjectieve veiligheid (veiligheidsgevoel) gaat het ook om absolute veiligheid: hoe voorkomen we schoolshootings of hoe grijpen we in ieder geval zo adequaat mogelijk in? De Politieacademie werd opgeroepen om te investeren in de kracht van elke politiemedewerker. Een effectieve politieprofessional in de frontlinie is – zo werd tijdens de openingsdag duidelijk – alleen mogelijk met een eenvoudiger politieorganisatie én Politieacademieorganisatie. Een van de beleidsslogans uit het verleden, ‘Vereenvoudigen met ambitie’, blijft hiermee levend. n
Burger ‘Goedenavond, ik wil graag twee patat en een vanillemilkshake.’ Ik ben aan het werk. Echt waar. Op jacht naar een milieubon ben ik onderdeel van een grootschalige undercoveractie ‘Big Mac’. O, nee, om de openbare orde en het milieu te waarborgen ben ik onderdeel van een grootschalige undercoveractie ‘Big Mac’. De bruine papieren zakken staan als dekking op het dashboard van de burgerauto. We staan strategisch geparkeerd bij de plaatselijke drive-in. Het opsporen van mensen die te lui zijn om een prullenbak op te zoeken vergt hart voor de zaak, dus ik probeer zo min mogelijk op te vallen door mij ongans te eten aan fastfood. Om de boel te laten slagen zijn we in privékleding. Wapen, boeien, wapenstok en portofoon zijn onder mijn jas gepropt, mijn steekwerend vest als Sauna-belt® aan, het is vijfentwintig graden. Opereren in burger klinkt handig. Sommige mensen krabben zich achter hun oren als ze die rare bobbels onder je jas zien maar het grootste deel kijkt niet op wanneer er pepperspray uit je mouw piept. Nadelen: dat het je eigen kleren zijn die vies worden van de frietsaus en je laat een deel van jezelf zien. Het deel waaraan je in je vrije tijd ook aan herkend kan worden. Ik heb even moeten wennen aan mijn uniform, maar juist het feit dat je er allemaal hetzelfde uitziet maakt ook dat je sterker staat bij optreden. Ook creëer je een gepaste afstand tot de burger. Bijkomend voordeel is dat niemand zich afvraagt wat jij met een pistool aan je riem doet. Eind goed, al goed. De milieubonnen zijn binnen en de openbare orde is gered. Ik heb nieuwe burgerkleding nodig want na al die Big Macs pas ik niet meer in mijn oude kloffie. n Jan Martijn Stout (31) November 2009 begonnen met de opleiding tot politiemedewerker (niveau 3) en werkzaam bij korps Noord Holland Noord
<
>
11-140
Het academisch jaar is eind augustus alweer begonnen: aanhoudingstechnieken in de openlucht