Plan voor Schoolontwikkeling 2014 - 2017
Versie 2.1 maandag 18 augustus 2014
Voorwoord
In onze school wordt hard gewerkt om de kwaliteit van de dingen die we ondernemen te verhogen. Na het verslag van onze prestaties op basis van het Spoorboekje van 2012, na de intensieve verbouwing en renovatie van onze school, na het aantrekken van veel nieuwe, jonge leraren en na de spectaculaire groei van onze school is het nu tijd voor een bezinning op de vraag: wat is de volgende stap. Op 19 februari 2014 en voor de start van het schooljaar 2014-15 hebben de leidinggevenden van het Bindelmeer College een beleidsconferentie gehouden. De opbrengst daarvan vindt u in deze nota verwerkt. Het doel van deze nota is transparant naar medewerkers en bestuurders te communiceren waar we mee bezig zijn en wat het beleid van het Bindelmeer College inhoudt voor de komende jaren. Uit de voorafgaande projecten zijn nog enkele open eindjes over. Maar er dienen zich ook weer nieuwe thema’s aan. Algemeen geldt voor het Bindelmeer College dat we goed zijn in het bedenken van nieuwe oplossingen, maar dat we minder goed zijn in het bevestigen en verankeren van wat we hebben bedacht. In deze nota, die niet voor niets “The Next Step” heet, knopen we enerzijds aan op dat waar we de laatste jaren aan gewerkt hebben, anderzijds pakken we nieuwe uitdagingen op. Een van de grootste uitdagingen is wel: hoe gaat het profiel van deze school er uit zien in 2017 bij de introductie van de examens nieuwe stijl in het vmbo. Maar daarnaast moet onze kwaliteitszorg zo goed worden dat we worden opgemerkt in de stad als “DE” aanbieder van onderwijs voor kinderen die veel aandacht nodig hebben en die moeilijker dan andere kinderen kunnen leren. Tenslotte telt natuurlijk de klassieke uitdaging: hoe zorgen we voor voldoende aanmeldingen, zodat een stabiel voortbestaan van onze school is gegarandeerd. We moeten ophouden met te roepen dat iedereen een talent is, want dat is niet zo. Veel mensen zijn gemiddeld, sommige leerlingen van ons zijn iets meer gemiddeld dan de rest. Die leerling ís geen talent, maar hij of zij hééft een talent! Het is onze taak dat talent te ontdekken en samen met dat kind dat talent tot bloei te brengen. Dat geeft de leerling zelfvertrouwen, het draagt bij aan een positief zelfbeeld en het vergoot zijn maatschappelijke kansen. Als dat allemaal lukt, dan hebben wij het goed gedaan.
Bart van den Berg Directeur Bindelmeer College
2 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Inhoud
Voorwoord ............................................................................................................................................................. 2 Wat er aan voorafging … .................................................................................................................................... 5 SWOT analyse en wat daaruit voortvloeit … ................................................................................................... 6 Toelichting op de SWOT analyse: ................................................................................................................. 7 Kansen: .......................................................................................................................................................... 7 Bedreigingen ................................................................................................................................................. 8 Sterktes: ......................................................................................................................................................... 9 Zwaktes: ........................................................................................................................................................ 9 Passend onderwijs komt op ons af .................................................................................................................. 11 De betekenis van Passend Onderwijs voor Bindelmeer … ..................................................................... 11 Wat wordt wettelijk van de school verwacht? ............................................................................................ 11 Taakstelling Zorgcoördinatoren ................................................................................................................... 12 De projecten uit het spoorboekje ..................................................................................................................... 13 Inleiding ........................................................................................................................................................... 13 Projectorganisatie .......................................................................................................................................... 14 Portefeuille A: de kwaliteit van de docenten: Eric Dasburg ......................................................................... 15 Portefeuille B: de kwaliteit van het onderwijs en de school als geheel: Thomas v.d. Bos ...................... 21 Portefeuille C: achterblijvers halen we er weer bij: Marco Strang .............................................................. 25 De algemene beleidsagenda 2014 – 2016 ............................................................................................................ 29 Thema’s ............................................................................................................................................................. 29 Indeling ............................................................................................................................................................. 29
3 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Managementsamenvatting
extern
Het Bindelmeer College bestaat onder deze naam nu drie jaar. In die tijd is er veel gebeurd. Met steun van DMO Amsterdam zijn zeven projecten uitgevoerd. Daar bovenop is er nog veel meer gedaan om de school weer te laten groeien en het onderwijs te verbeteren. In deze notitie wordt beschreven wat de volgende stap-‐ pen zijn die we moeten zetten. Een aantal daarvan zijn vervat in projecten, de rest is voorlopig opgesomd in een beleidsagenda die bedoeld is als werkdocument voor de leidinggevenden in de school. De projecten zijn: 1. Collegiale intervisie intern, docenten kijken naar collega’s en geven feed back. 2. Collegiale intervisie extern: we kijken in de keuken bij een collega-‐school, deze kijkt bij ons. 3. Alles op een rij: studiewijzers, PTA’s e.d. alle op eenzelfde grafisch format, alle op de website ontsloten. 4. Naar een nieuw profiel met keuzedelen voor het vmbo in 2017. 5. Geen leerling ontglipt ons: naar een sterke MSI (Monitoring, Signalering en Interventie). 6. Rekenen en Taal: de lat moet omhoog. Voor de uitvoering van de projecten is een bescheiden projectorganisatie opgezet. Op 19 februari 2014 heeft een managementconferentie plaatsgevonden met de leidinggevenden. Daarbij is een SWOT analyse van de school gemaakt. De uitkomst is als volgt: Kansen
Bedreigingen
1. Inspelen op de belangen en motieven (vraag) van onze doelgroep (leerlingen en ouders) en daar ons aanbod op specificeren. Om nieuwe leerlingen te werven en bestaande te behouden.
1. de bereikte vooruitgang en de verbeterde positie van de school is fragiel. 2. Is ons aanpassingsvermogen wel genoeg? Doelmatig blijven handelen door je aan te passen aan een veranderende omgeving.
intern
2. de top down cultuur kantelen naar een cultuur waarin allen in de school verantwoording nemen en eigenaarschap voelen.
Sterkte
Zwakte
1. Ervaren docenten geven als buddy hun sterkte door aan de starters.
1. De aansluiting onderbouw-bovenbouw kan nog een stuk beter.
2. Jaaragenda zit goed in elkaar, studiedagen goed geprogrammeerd en hebben hoge waardering docenten.
2. Jonge docenten die net van de opleiding komen hebben veelal klassenmanagementproblemen en zijn didactisch vaak onzeker.
3. lesbezoeken, intervisie en strak functioneringsgesprekken voeren geeft goede impuls aan medewerkers.
3. Het is moeilijk leerlingen die met een grote leerachterstand binnenkomen toch nog op niveau 2F te krijgen.
positief
negatief
Mede op basis van deze SWOT is een groot aantal beleidspunten geformuleerd in een beleidsagenda die als werkdocument voor het MT en de school is bedoeld.
4 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Wat er aan voorafging … Er was eens het Augustinus College, dat werd het Bindelmeer College. In de periode 2007-2009 werden over het voortbestaan van de school harde noten gekraakt. Op basis van een uitvoerig onderzoek en daaruit voortvloeiende scherpe prognoses van de hand van EB Management te Driebergen werd door partijen besloten tot revitalisering van het Augustinuscollege in de vorm van een Beroepscollege dat zijn specialisatie zoekt in onderwijs aan kinderen met een lwoo- indicatie. Belangrijk onderdeel van de plannen vormde VM2, in 2008 nog een realistisch scenario. Inmiddels zijn de bakens verzet, VM2 is niet meer. Ondanks dat, of misschien wel dankzij, is het vmbo op het Bindelmeer College (voorheen Augustinus) tot grote bloei gebracht. Het College maakt een scherpe uitsnede uit de doelgroep LWOO leerlingen. Het biedt onderwijs en kans op een diploma aan leerlingen die op andere Prognose uit 2009 EB Management: 2010 Aantal leerlingen 357 Huidige werkelijke stand en prognoses: 1-8-2013 Aantal leerlingen 500
scholen in de stad minder kans zouden maken. Het format van de school, dat volgens de genoemde studie is gebaseerd op de leefwereld van de leerlingen in Zuidoost, heeft bewezen te werken. De prognoses, op basis waarvan in 2008-2009 is besloten, zijn meer dan waar gemaakt. Het marktaandeel is van 12,5% naar 21% gestegen.
2015 523
2020 572
1-8-2014 500
1-8-2015 550
Op basis van de besluitvorming in de jaren 2007 – 2010 is de school opnieuw vormgegeven. Het totaal verouderde gebouw is flink aangepakt. Alles is geschilderd, er is nieuwe vloerbedekking gelegd, er is ingrijpend verbouwd en gemoderniseerd. Ook de buitenzijde is fors opgeknapt, nieuwe kozijnen en beglazing nog onlangs afgesloten met de plaatsing van een moderne ingangspartij.
Met de kwaliteit van het pand steeg ook de kwaliteit van de onderwijsprestatie waarin ook met middelen van het DMO project Kwaliteitsimpuls VMBO grote stappen zijn gezet. Daarover is in november 2013 uitvoerig gerapporteerd. Aan een tweede tranche voor de projectorganisatie van een kwaliteitsprogramma wordt nu in deze notitie gewerkt onder de titel “Bindelmeer College, the next step”.
5 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
SWOT analyse en wat daaruit voortvloeit …
extern
Met een SWOT-analyse vergelijkt de school haar eigen capaciteiten met de externe omgeving. Zo kan men onderzoeken hoe toekomstige ontwikkelingen van buiten hun invloed op de organisatie kunnen uitoefenen en welke zakelijke uitdagingen daaruit zullen ontstaan. Door de leidinggevenden van de 1 school is gewerkt aan een SWOT-analyse van de school. Doel ervan is het vormen van een toekomstgericht beleidskader. Uit alle door de MT leden en coördinatoren ingebrachte SWOT’s is er een samengesteld met die punten waarover consensus bestond.
Kansen
Bedreigingen
1. Inspelen op de belangen en motieven (vraag) van onze doelgroep (leerlingen en ouders) en daar ons aanbod op specificeren. Om nieuwe leerlingen te werven en bestaande te behouden.
1. de bereikte vooruitgang en de verbeterde positie van de school is fragiel. 2. Is ons aanpassingsvermogen wel genoeg? Doelmatig blijven handelen door je aan te passen aan een veranderende omgeving.
intern
2. de top down cultuur kantelen naar een cultuur waarin allen in de school verantwoording nemen en eigenaarschap voelen.
Sterkte
Zwakte
1. Ervaren docenten geven als buddy hun sterkte door aan de starters.
1. De aansluiting onderbouw-bovenbouw kan nog een stuk beter.
2. Jaaragenda zit goed in elkaar, studiedagen goed geprogrammeerd en hebben hoge waardering docenten.
2. Jonge docenten die net van de opleiding komen hebben veelal klassenmanagementproblemen en zijn didactisch vaak onzeker.
3. lesbezoeken, intervisie en strak functioneringsgesprekken voeren geeft goede impuls aan medewerkers.
3. Het is moeilijk leerlingen die met een grote leerachterstand binnenkomen toch nog op niveau 2F te krijgen.
positief
negatief
1
De sterkte-zwakteanalyse is een bedrijfskundig model dat intern de sterktes en zwaktes en in de omgeving de kansen en
6 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Toelichting op de SWOT analyse: Kansen: De totstandkoming van een Urban Arts Mavo kan een goede impuls geven voor het aantrekken van leerlingen met een goed profiel. Succes van deze actie kan grote invloed hebben op de perceptie van de school.
1. Inspelen op de belangen en motieven (vraag) van onze doelgroep (leerlingen en ouders) De school heeft een veel beter imago, leerlingen komen in toenemende mate als positieve keuze naar ons toe, andere vmbo scholen in het stadsdeel zien ons als concurrent. Die basis geeft een kans op verdere groei. Wat we nog veel te weinig doen is communiceren wat we allemaal doen om een goede school te zijn. Dat betekent de blik naar buiten richten en de wereld om ons heen naar binnen halen. Meer activiteiten waarmee we de wijk naar binnen halen, zoek mogelijkheden dienstbaar te zijn aan groepen en instellingen in het stadsdeel. Zo kunnen we de mond op mond reclame voeden, immers, 80% van wat mensen over je zeggen is beeld, 20% is kennis. Te denken valt aan extra diploma’s halen als het bromfietscertificaat, een EHBO diploma, opruim- en snoei-acties in de wijk, verstrekken van maaltijden in de schoolkantine aan buurtbewoners, adviespoli, formulieren invul hulp, binnenhalen van buurtbewoners bij presentaties van leerlingen in het kader van leefwereld.
De belangrijkste aanpassing moet natuurlijk zijn onderwijs dat qua werkvormen (activerende, coöperatieve werkvormen) en qua programmering aantrekkelijk en relevant is. Dat wil zeggen versterken van de leefwerelden, vooral de projecten waarbij leerlingen zichtbare prestaties moeten leveren waar een zekere trots mee verbonden is, versterken van de carrousel in de onderbouw en inductie van leefwereldelementen in het programma van de onderbouw.
Acties: implementatie CLS(Coöperatieve Leerstrategieën) , voortgaande programma ontwikkeling met name voor leefwereld, projecten voor en in de wijk, oprichting Urban Arts Mavo.
2
2. de top down cultuur kantelen
ten de rollen een sterktes/zwaktes van het MT en de coördinatoren zichtbaar gemaakt. Daaruit komt naar voren dat vooral rollen die te maken hebben met borgen en verbinden aandacht behoeven binnen MT en team.
Er is afgelopen jaar al een flink begin gemaakt met het stapsgewijs, bottom-up ontwikkelen van nieuw beleid. Zo is het team eerst geconfronteerd met Marzano, vervolgens zijn er demonstraties en inleidingen gegeven over coöperatief leren. De mening van docenten is gevraagd en men heeft kunnen aangeven wat men belangrijk vindt. Vervolgens is in overleg met enkele docenten een opleider CLS gezocht en getest. Tenslotte is iedereen in de school getraind. Aan het einde verklaarde een grote meerderheid van de docenten tevreden te zijn met de training en met CLS aan de slag te willen. Voor de schoolleiding is het een belangrijke opdracht tijdig te communiceren, docenten van tijd tot tijd te betrekken bij de formulering van beleid zodat voorkomen wordt dat dingen voor hen zo maar uit de lucht komen vallen. Tijdens de managementconferentie zijn aan de hand van Belbintes-
Eigenaarschap kan wel goed verankerd worden door acties in de school in projectvorm te gieten, doelen goed concreet te maken en mensen taakgestuurd aan die projecten te laten werken. Het hele proces van taakuren uitgeven versus het toezien op het leveren van resultaat moet worden aangescherpt. Het zal zeker ook positieve effecten hebben op de wijze waarop een docent een positief beeld vormt van zijn opdracht en de wijze waarop hij/zij wordt gewaardeerd voor het leveren van een prestatie. 2
Meredith Belbin (Beckenham, 4 juni 1926) is een Britse wetenschapper die bekend is geworden door zijn onderzoek naar de effectiviteit van managementteams.
7 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Acties: nieuwe projecten stapsgewijs communiceren en implementeren, docenten betrekken bij de uitwerking van ideeën, aanscherpen van de projectorganisatie in de school door leidingge-
venden strakker aan te spreken op het behalen van meetbaar resultaat op projecten waarvoor ze verantwoordelijk zijn.
Bedreigingen voor onze leerlingen, voor een goede structuur en goede protocollen die ook worden nageleefd. Zorg voor een hoge leerlingsatisfactie door goede leraren en goed onderwijs. Leer kijken naar de leerlingen om spanningen te detecteren en te kunnen anticiperen. De deskundigheid in de omgang met “moeilijke leerlingen” zou aangescherpt moeten worden. Ook is het nodig dat docenten weten hoe ze professioneel moeten handelen in geval van crisis.
1. positie van de school is fragiel. De positie van elke school is fragiel, maar die van een school in terugvechtpositie is misschien fragieler. Eén incident kan een school terugwerpen: zie recent bijvoorbeeld het doodschoppen van een grensrechter, waarbij enkele leerlingen van het Huygens Amsterdam betrokken waren, het leidde tot het van school halen van tientallen leerlingen en een enorme daling in het aantal aanmeldingen. Een docent ergens in den lande heeft een seksuele relatie met een leerling, een gepeste leerling komt bij Pownews, een steekincident haalt de krant, examenfraude, een docent deelt een klap uit, drugshandel, lover boys, het komt allemaal voor in Nederland en vaak is er disproportionele schade aan de school. Veel is onze school tot nu toe bespaard gebleven. Een school hoort een veilige plek te zijn gericht op overdracht van kennis en normen. Dat is de basis van waaruit men een school beziet. Alles wat daar aan afbreuk doet, levert schade op. Kijkend naar de slechte naam van het Augustinus in zijn nadagen, dan kleeft daar nog een en ander aan het Bindelmeer. Het imago van een school is een product van beelden van de werkelijkheid vermengd met “hear say” en verdichtsels. Om het met een goede uitdrukking te stellen: een goed imago komt te voet, maar gaat te paard. Wat kun je er tegen doen? Zorg, zeker
Acties: de uitlijning van de protocollen op orde hebben, met docenten goed communiceren over het belang van professioneel reageren op incidenten en het evalueren van crises om de organisatie verder aan te scherpen. Werk voortdurend aan de kwaliteit van het onderwijs, meet de tevredenheid van leerlingen, vraag hen wat ze willen. Draag je successen ook uit, communiceer met je omgeving. Coach en begeleid jonge, startende docenten goed. Zorg voor afhechten en borgen van alles wat je tot stand brengt. Zie verder bij de acties Kansen 1.
2. Is ons aanpassingsvermogen wel genoeg? Doelmatig blijven handelen door je aan te passen aan een veranderende omgeving.
BMC geldt dat aanpassen aan de leerlingpopulatie van levensbelang is voor succesvol onderwijs aan deze kinderen.
Acties: kennis verwerven en vaardigheidstraining voor docenten op het domein van omgang met moeilijke leerlingen, lawaaierige klassen, leerlingen met lastig gedrag, etc.
Hoe beoordeel je of je aanpassingsvermogen niet genoeg is? Genoeg ten aanzien van wat? Het is inderdaad een bedreiging als je niet doelmatig handelt. Nog meer als je daarbij de aansluiting op de tijdgeest verliest. Voor het
8 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Sterktes: 1. Ervaren docenten geven als buddy hun sterkte door aan de starters.
Deze sterkte wordt in het team anders beoordeeld. Iedereen is voor een goede jaarplanning. Docenten storen zich aan het veelvuldig wijzigen van de jaarplanning. Voor de opzet van de jaarplanning, de volledigheid ervan, heeft men veel waardering.
Het Buddy systeem werkt, maar lijdt aan eenheid van visie en aanpak. Niet elke buddy pakt zijn taak stevig op. Er moet meer inhoud worden gegeven aan de buddy taak, dat wat er over wordt besloten moet ook goed worden belegd en geborgd. Bovendien is het nodig het geheel aan functioneringsgesprekken, ondersteuning, begeleiding, coaching en intervisie uit te lijnen in één samenhangend model.
3. lesbezoeken, intervisie en strak functioneringsgesprekken voeren geeft goede impuls aan medewerkers. Zie bij 1.
Acties: de gehele structuur van functioneringsgesprekken, coaching en begeleiding in één samenhangend model zetten.
2. Jaaragenda zit goed in elkaar, studiedagen zijn goed geprogrammeerd en hebben hoge waardering docenten.
Zwaktes: 1. De aansluiting onderbouw-bovenbouw kan nog een stuk beter. De aansluitingsproblematiek kent drie niveaus: 1) programmatisch en 2) pedagogisch/didactisch en 3) een managementniveau.
De bedoeling is dat in 2017 de eerste beroepsgerichte vmbo-examens nieuwe stijl worden afgelegd. Het spreekt voor zich dat het Bindelmeer College ten opzichte van de eerdere programmatische ambities nu gaat opschalen naar een operatie met externe ondersteuning door bureau Diephuis & van Kasteren. Deze operatie zal gevolgen hebben voor de inrichting van het gehele programma in de school, onderbouw en bovenbouw. Met Diephuis & van Kasteren wordt in een strak geregisseerd aantal sessies het pad uitgezet voor de keuze van het profiel, Z&W, Economie of Intersectoraal. Ook moet al snel bepaald worden welke keuzedelen de school gaat aanbieden. Als het eerste examen plaatsvindt in 2017, dan zullen leerlingen al in het komende schooljaar 2014/15 moeten weten hoe het examen er uit ziet, welke keuzes kunnen worden gemaakt en wat dat betekent voor inhoud, vorm en zwaarte van het programma. Aansluitend gaat het team de betreffende programma’s vormgeven. De gedachte bestaat dat veel van wat nu in het programma zit kan worden hergebruikt in de nieuwe structuur. De onderbouw zal in de programmering de bovenbouw moeten volgen.
De programmatische aansluiting moet worden verbeterd ten aanzien van de leefwerelden en ten aanzien van de vernieuwing van het eindexamenprogramma, gedicteerd door de gewijzigde regelgeving. De beroepsgerichte programma’s in het vmbo worden vereenvoudigd, verduidelijkt en geactualiseerd. November 2011 gaf de minister van OCW het startschot voor het project Vernieuwing beroepsgerichte programma’s in het vmbo. In de sectoren Economie, Techniek en Zorg & Welzijn werken deskundigen en docenten nauw samen aan de nieuwe examenprogramma’s. In deze programma’s wordt vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het eind van hun opleiding. De nieuwe programma’s zullen straks aansluiten op actuele ontwikkelingen in de (beroeps)werkelijkheid en de vervolgopleidingen in het mbo. Ze houden rekening met leerroutes van leerlingen en ze dragen bij aan een betere organiseerbaarheid van het onderwijs, ook bij dalende leerlingenaantallen.
9 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Programmatisch gezien, moet ook worden gekeken naar de problematiek van leerachterstand. Er zijn veel leerlingen die met een achterstand de school binnenkomen. Als die achterstand eigenlijk als een soort plooi steeds vooruit wordt geschoven, dan betaalt uiteindelijk de bovenbouw de rekening. Er moet in de onderbouw strakker worden gestuurd op de resultaten die leerlingen halen op extern gevalideerde toetsen, zoals CITO/VAS gecombineerd met stevige remedial inzet om uiteindelijk voldoende niveau te hebben om in te stromen in de bovenbouw op de juiste leerweg.
een kans te willen geven op KB niveau, goed voor het rendement van de onderbouw, maar werkt ontegenzeggelijk verlagend op het rendement van de bovenbouw. In samenwerking met Tijmen Bolk (B&T) wordt nu beleid geformuleerd om hierin verbetering te brengen. 2. Jonge docenten die net van de opleiding komen hebben soms klassenmanagementproblemen en zijn didactisch soms onzeker. Het is nodig het plaatsingsbeleid van docenten tegen het licht te houden. Oudere, ervaren docenten worden vaak automatisch in de bovenbouw gezet, jonge, onervaren docenten in de onderbouw. Dat mechanisme heeft nadelen, jongere docenten leren niet van oudere, oudere docenten krijgen geen vernieuwende prikkels van jongere. Een tweede beleidsvraag is: hoe krijgen we jong afgestudeerden die in hun opleiding reeds kennis hebben gemaakt met leerlingen als op het Bindelmeer College. Een idee is om eens met de lerarenopleiding te spreken over verrijking van het programma voor studenten die ambities hebben in het onderwijs aan kinderen met een LWOO beschikking.
De pedagogisch/didactische aansluiting onderbouw/bovenbouw moet gericht zijn op drie thema’s: 1. Het aanleren van didactische werkvormen (onder meer coöperatieve werkvormen) die zeker binnen het leefwereldenonderwijs in de bovenbouw niet gemist kunnen worden. De overgang van een overwegend frontaal werkende onderbouw naar een gedifferentieerde werkwijze in de bovenbouw is nu te groot. 2. Het hebben van consensus over algemeen gehanteerde pedagogische normen en regels. 3. Het hebben van consensus over de rol van taal en rekenen als centraal instrumenteel vak dat voor alle vakken bijdraagt aan het behalen van goed resultaat. Zwakte nr. 3: het is moeilijk leerlingen die met een grote leerachterstand binnenkomen toch nog op niveau 2F te krijgen. Deze problematiek is dermate veelomvattend dat er in aparte projectvorm aan gewerkt gaat worden.
3. Het is moeilijk leerlingen die met een grote leerachterstand binnenkomen toch nog op niveau 2F te krijgen. Zie hierboven bij punt 3.
Acties: sterk inzetten op uitrol van de nieuwe beroepsgerichte programma’s. Strakker sturen van de leerlingstromen. Een aanpak formuleren voor aansluitingsproblematiek onderbouw/bovenbouw. Beleidskeuzes maken en uitvoeren ten aanzien van de plaatsing en de mix van jongere en oudere docenten in onder- en bovenbouw. Hoog inzetten op taal- en rekenproblematiek van leerlingen met een leerachterstand.
De managementproblematiek van de aansluiting onderbouw/bovenbouw wordt bepaald door de vraag naar regie op het door-, op- en afstromen van leerlingen. Zo is bij voorbeeld de (integere) neiging van onderbouw docenten om zwakke leerlingen bij de keuze BB of KB toch
10 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Passend onderwijs komt op ons af De betekenis van Passend Onderwijs voor Bindelmeer … De essentie van de Wet Passend Onderwijs (WPO) is dat veel kinderen die voorheen naar speciaal onderwijs gingen, zich nu melden aan de deur van de reguliere school. We zien in het voortgezet onderwijs steeds meer leerlingen met aandachtsstoornis en onbegrensd gedrag. Voor het specifieke klassenmanagement en de voor de aangepaste didactiek worden docenten nu getraind.
Wat wordt wettelijk van de school verwacht? Met de invoering van passend onderwijs krijgen scholen een zorgplicht. Dat betekent dat ze de verantwoordelijkheid krijgen om alle leerlingen een passende onderwijsplek te bieden. Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze, en heeft de school de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden. Op de eigen school, of op een andere school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so.
betekent voor de (scholing van) leraren. Leraren en ouders hebben adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel via de medezeggenschapsraad van de school. De school plaatst het profiel in de schoolgids, zodat voor iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning. Het samenwerkingsverband legt alle profielen bij elkaar om te beoordelen of het daarmee een dekkend aanbod kan realiseren. Doel is immers dat alle leerlingen een passende plek krijgen. Het samenwerkingsverband mag alleen afwijken van het schoolondersteuningsprofiel wanneer dat profiel voor het samenwerkingsverband, met het oog op de beschikbare ondersteuningsmiddelen, een onevenredige belasting vormt.
De school waar een kind is aangemeld, is verplicht om eerst te kijken of het kind extra ondersteuning in de klas kan krijgen. Het schoolondersteuningsprofiel vormt hiervoor het uitgangspunt. Kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een andere reguliere school binnen het samenwerkingsverband die de juiste ondersteuning kan bieden of een plek in het (v)so.
Kijkend naar deze beschrijving tekent zich af dat we intern de zorg goed op de rails hebben, maar dat veel verplichtingen in het kader van de WPO nog aandacht behoeven van management en mentoren. Met name het geheel rond maken, bij het samenwerkingsverband neerleggen en in de organisatie verankeren van het schoolondersteuningsprofiel is nog niet rond en daarmee loopt het BMC achter nu achter de feiten aan. Een inhaalslag is nodig. Zorg wordt Core Business voor het Bindelmeer College. Er zijn vijf zorgdoelen te formuleren:
Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgesteld door leraren, schoolleiding en bestuur. In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat
1.
Communicatie
ten over leerlingen altijd actueel worden gedeeld met mentoren en Zorgco’s.
De planning en uitvoering van de zorg is onderhevig aan het nieuwe wettelijk kader van de WPO. Behalve de aanwezigheid van zorgcoördinatoren, dient er ook actief en regulier overleg MT/zorg in de school te zijn, opdat partijen gelijk optrekken. Alles wat met leerlingzorg te maken heeft dient te worden gedeeld in de driehoek Zorgco’s, management en mentoren. Zorg dient een integraal deel van het besluitvormings- en communicatieproces in de school te zijn.er dient een structuur te komen waarin beslui-
2. Facilitering van zorg trajecten De Zorgco’s maken een heldere planning van activiteiten die, na goedkeuring door de schoolleiding ook actief worden gefaciliteerd en geïmplementeerd. Trajecten zoals sova/faalangst trainingen, RT en andere interventies moeten regulier geplande voorziening in de school worden. Hierdoor kunnen we preventief werken en vermijden we te veel ad hoc acties.
11 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
3. Verantwoordelijkheid mentor 4. LWOO De mentoren moet zicht hebben op de ondersteuningsbehoeftes van een leerling. Alleen zo kan de zorg de mentoren ondersteunen. De mentor is de eerstelijns zorg in de school. De betrokkenheid en bekwaamheid van de mentoren als zorgverlener kan verbeterd worden. Contact met ouders, preventieve interventies en bereidheid/motivatie om op een andere manier met de leerling om te gaan, versterken de kwaliteit van de zorg in de school.
De functie van docent op een LWOO school is geen gemakkelijke. De indruk bestaat dat de lerarenopleiding op dit punt te kort schiet. Er is scholing nodig voor docenten om sterker te kunnen differentiëren, om handelingsplannen van zorgleerlingen te kunnen hanteren als bron voor de omgang met die leerling.
Taakstelling Zorgcoördinatoren Het ligt in de lijn der verwachting dat de zorgcoördinatoren op basis van bovenstaande vier punten een plan van aanpak ontwikkelen een voorleggen aan de directie. Uiteindelijk moeten de bijbehorende voornemens in een projectformat worden gezet, net als de projecten die voortkomen uit het spoorboekje.
12 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
De projecten uit het spoorboekje
Inleiding In het schooljaar 2010-2011 is een zevental projecten in de school in uitvoering genomen. Voor deze projecten is een projectorganisatie opgetuigd en er is geld beschikbaar gesteld door DMO Amsterdam in het kader van de gemeentelijke kwaliteitsimpuls VMBO. Deze projecten betroffen: 1. 2.
3.
4.
5.
6.
7.
grote tekorten vertonen op het domein van rekenen en taal. Het zijn eigenlijk instrumentele vakken: je hebt ze nodig als instrument om andere dingen te kunnen leren. Breng je de prestaties voor rekenen en taal omhoog, dan profiteren alle vakken daarvan.
Collegiale visitatie, docenten observeren lessen en bespreken elkaars prestaties. Satisfactie: we meten de tevredenheid van alle groepen in en rond de school. Tevredenheidsmetingen vormen de basis voor verbeterplannen. Deskundigheid: het accent ligt op activerende didactiek en de versterking van rekenen en taal in alle vakken. Programma-ontwikkeling: het is beslist nodig door te werken aan de onderwijsprogramma’s: zowel de onderbouw als de bovenbouw gaan daarmee aan de slag. De band met de omgeving: de school moet een sterker onderdeel gaan vormen van Zuidoost, ondernemers aan zich binden, een rol spelen in de wijk. MSI staat voor Monitoring, Signalering en Interventie. Uitval of terugval van leerlingen wordt vaak veroorzaakt, doordat we te laat ingrijpen. Dit project is er voor bedoeld om te voorkomen dat leerlingen ons ontglippen en achterstand oplopen die niet meer in te halen is. We starten ook met extra studielessen in leerjaar 4 voor leerlingen die in de gevarenzone dreigen te komen. Rekenen en Taal: we hebben de conclusie getrokken dat leerlingen in problemen vaak
In november 2013 is een verslag opgemaakt van deze projecten ten behoeve van de subsidiegever, maar ook voor alle betrokkenen bij het Bindelmeer College die zo geïnformeerd kunnen worden over de voortgang van de diverse innovaties in de school. Voor het resultaat van deze projecten tot nu toe, verwijzen we naar dit verslag. Het is nu tijd voor “the next step”. Behalve de taakstellingen die voortvloeien uit nieuw beleid, geformuleerd naar aanleiding van voorgaande SWOT analyse, moeten ook de lopende zeven project nog worden afgemaakt, afgehecht, geimplementeerd of wat dan ook. In dit tweede deel van deze notitie worden de zeven projecten opnieuw in kaart gebracht en van nieuwe doelomschrijvingen voorzien, waar dat gegeven de actualiteit nodig is. Anders dan in de vorige projectorganisatie, zijn de projecten nu geplaatst in de portefeuille van de leidinggevenden. Op deze wijze is de verbinding tussen de schoolleiding en het uitvoeren van de projecten versterkt. Doel ervan is een hoger niveau van resultaatverantwoordelijkheid te creëren.
13 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Projectorganisatie
De projecten kunnen worden uitgevoerd door teams van docenten, er kunnen pro forma projectleiders worden benoemd uit het team, als de formele verantwoording maar bij het betreffende lid van de schoolleiding ligt. Niet alle taken zijn overigens bijzondere projecttaken, maar taken die door hun inhoud gewoon gerekend kunnen worden tot de reguliere taak van een docent.
inzet van de projectleiders en de teams kunnen doelen nog scherper en concreter worden gemaakt. Deze bijstellingen en aanscherpingen moeten wel worden besproken in het projectleidersoverleg/MT. De directeur geeft leiding aan alle projectleiders. Hij is zelf geen projectleider, maar in dit plan zijn wel de punten van de beleidsagenda voor de schoolleider meegenomen.
Binnen de projecten wordt gestreefd naar heldere doelen, scherpe dead lines en een helder product. De hier volgende projectbeschrijvingen geven die doelen al waar mogelijk aan. Door de
Het projectleiderschap van MT-leden maakt deel uit van hun management portefeuille, die vanzelfsprekend breder is, dan alleen de projecten.
14 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Portefeuille A: de kwaliteit van de docenten: Eric Dasburg Project 1a: Collegiale visitatie intern, docenten observeren lessen en bespreken elkaars prestaties. Project 1b: Collegiale visitatie intern, docenten observeren lessen en bespreken elkaars prestaties. Project 2: Deskundigheidsbevordering coöperatieve werkvormen en de implementatie ervan.
Naam en nummer van het project: Projectleider Versie projectplan Project akkoord
Project nummer 1a: Collegiale intervisie intern Eric Dasburg Versie 1.0
donderdag 10 april 2014
MT: niet
Directie: niet
Centrale vraagstelling, achtergrond Aanleiding
Doelstelling Op te leveren resultaten/producten
Afbakening
Vereisten
Rapportage
De kwaliteit van de docentprestatie en het onderwijsprogramma moet omhoog. Een van de instrumenten die daarvoor is ontwikkeld is de collegiale intervisie: docenten bezoeken elkaars lessen en spreken met elkaar over de kwaliteit van wat ze gezien hebben. In het kader van het project Kwaliteitsimpuls VMBO 2011 is al afgesproken dat de docenten meer een gezamenlijke opvatting moeten ontwikkelen over didactiek, klassenmanagement en aanverwante zaken. De gedachte is dat door het “open breken” van het klaslokaal, door het naar elkaar kijken, men van elkaar leert en vooruitgang boekt. De kwaliteit van de docentprestatie en het onderwijsprogramma gaat omhoog. 1. Een bijgestelde kijkwijzer waarin met name de didactische paragraaf is aangepast aan de inzet van coöperatieve werkvormen. 2. Een bijgesteld lesmodel, dat is aangepast aan de inzet van coöperatieve werkvormen en andere recente inzichten. 3. Een goed gedocumenteerde procedurebeschrijving van de collegiale intervisie. 4. Een geheel afgeronde intervisieronde, alle verslagen in een map bij de directie, kopie in het personeelsdossier. 5. Afsluitende tevredenheidsmeting deelnemende docenten, verslag van de meting en aanbevelingen en verbeterpunten. 6. Presentatie van alle resultaten op een docenten-studiedag. 7. Planning en PvA voor volgend jaar. Docenten die voor het eerste jaar aan de school aan het werk zijn vallen onder de docentencoach voor nieuwe docenten. Zij nemen dat eerste jaar niet deel aan de generieke intervisieronde. Hun lessen worden immers al gescreend in het kader van hun eerstejaars coaching. De opgeleverde producten 1,2 en 3 dienen goed te zijn besproken met de docenten, uit de tevredenheidsmeting moet blijken dat voor deze producten draagvlak onder docenten bestaat. Product 5 is een openbaar document binnen de school. Projectleider vormt een projectgroep om zich heen van docenten. Projectleider rapporteert maandelijks over de voortgang op basis van de fasering en de planning aan het MT. In het mededelingenblad van de school wordt maandelijks een kort bericht geplaatst om docenten te informeren.
15 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Basisdocumenten met randvoorwaarden en context Fasering en planning
1. 2. 3. 4. Fase
Spoorboekje Verslag Kwaliteitsimpuls november 2013 Lesmodel Bindelmeer Kijkwijzer Bindelmeer activiteit
initiatie definitie
voorbereiding realisatie
implementatie evaluatie afronding
Vaststelling van het projectplan, akkoord van MT, vorming projectgroep(-je) Met projectgroep projectplan bespreken, duidelijkheid scheppen over de te leveren prestaties. Uitlijnen planning intervisiesessies, zorgen voor voldoende documenten 1. rondschrijven aan docenten over planning, etc,. 2. distributie lesmodel en kijkwijzer. Uitvoering van de intervisieronde Meting tevredenheid, opmaak verslag met verbeterpunten Studiedag presentatie, distributie verslag, planning en PvA voor volgend jaar
16 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Data Planning start einde
Naam en nummer van het project: Projectleider Versie projectplan Project akkoord
Project nummer 1b: Collegiale intervisie extern Eric Dasburg Versie 1.0
donderdag 10 april 2014
MT: niet
Directie: niet
Centrale vraagstelling, achtergrond Aanleiding Doelstelling Op te leveren resultaten/producten
Afbakening Vereisten
Rapportage
Basisdocumenten met randvoorwaarden en context Fasering en planning
De kwaliteit van de docentprestatie en het onderwijsprogramma moet omhoog. Een van de instrumenten die daarvoor is ontwikkeld is de collegiale visitatie door uitwisseling met een andere school In het kader van het project Kwaliteitsimpuls VMBO 2011 is al afgesproken dat de docenten hun blik kunnen verruimen door bij anderen in de keuken te kijken en die anderen toe te laten in de eigen klas. De kwaliteit van de docentprestatie en het onderwijsprogramma gaat omhoog. 8. Een plan van aanpak voor externe visitatie: uitwisseling van het brugklasteam met het brugklasteam van de Meer in Watergraafsmeer. 9. Een geheel afgeronde intervisieronde volgens plan van aanpak. 10. Afsluitende tevredenheidsmeting deelnemende docenten, verslag van de meting en aanbevelingen en verbeterpunten. 11. Presentatie van alle resultaten op een docenten-studiedag. 12. Planning en PvA voor volgend jaar. Beperking tot de brugklas om ervaring op te doen met externe collegiale intervisie. Het project dient absoluut te leiden tot een positief oordeel van de betrokken docenten over het nut van een dergelijke uitwisseling, er moet een aantoonbaar leereffect zijn. Projectleider vormt een projectgroep om zich heen van docenten. Projectleider rapporteert maandelijks over de voortgang op basis van de fasering en de planning aan het MT. In het mededelingenblad van de school wordt maandelijks een kort bericht geplaatst om docenten te informeren. 5. Spoorboekje 6. Verslag Kwaliteitsimpuls november 2013 7. Lesmodel Bindelmeer 8. Kijkwijzer Bindelmeer Fase activiteit Data Planning start einde initiatie Vaststelling van het projectplan, akkoord van MT, vorming projectgroep(-je) definitie Met projectgroep projectplan bespreken, duidelijkheid scheppen over de te leveren prestaties. voorbereiding Uitlijnen planning intervisiesessies, zorgen voor voldoende documenten realisatie 1. rondschrijven aan docenten over planning, etc,. 2. distributie lesmodel en kijkwijzer. implementatie Uitvoering van de intervisieronde
17 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
evaluatie afronding
Meting tevredenheid, opmaak verslag met verbeterpunten Studiedag presentatie, distributie verslag, planning en PvA voor volgend jaar
18 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Naam en nummer van het project: Projectleider Versie projectplan Project akkoord
Project nummer 2: Deskundigheidsbevordering coöperatieve werkvormen en de implementatie ervan. Eric Dasburg Versie 1.0
donderdag 10 april 2014
MT: niet
Directie: niet
Centrale vraagstelling, achtergrond Aanleiding Doelstelling
Op te leveren resultaten/producten
Afbakening Vereisten Rapportage
Basisdocumenten met randvoorwaarden en context Fasering en planning
De kwaliteit van de docentprestatie en het onderwijsprogramma moet omhoog. Een van de innovaties waaraan we gewerkt hebben is de introductie van coöperatieve werkvormen. Alle docenten zijn nu getraind en er is een team van interne coaches opgeleid. Nu is implementatie aan de orde. In het kader van het project Kwaliteitsimpuls VMBO 2011 is al afgesproken dat we meer activerende en coöperatieve werkvormen introduceren. 1. Coöperatieve werkvormen worden frequent door alle docenten toegepast. 2. Er is een structuur waarin de kennis en vaardigheid op het domein van coöperatieve werkvormen wordt onderhouden. 1. Een plan van aanpak dat interventies biedt voor leidinggevenden en docenten om de implementatie van coöperatieve werkvormen te verankeren in het onderwijs. 2. Een organisatiestructuur voor de inzet van de coaches die leidt tot onderhoud van kennis en vaardigheid en tot effectieve ondersteuning van docenten. 3. Een nulmeting van het gebruik van CLS plus een voortgangsmeting. 4. Alle docenten hanteren minimaal twee maal per week een coöperatieve werkvorm. 5. Selectie van drie tot vijf werkvormen waarvan we vinden dat elke docent die hier werkt, ze beheerst en gebruikt. 6. Afsluitende tevredenheidsmeting deelnemende docenten, verslag van de meting en aanbevelingen en verbeterpunten. 7. Presentatie van alle resultaten op een docenten-studiedag. 8. Planning en PvA voor volgend jaar. Beperking tot de leerjaren 1, 2 en 3. Het project dient absoluut te leiden tot een positief oordeel van de betrokken docenten over het nut van deze coöperatieve werkvormen. Projectleider vormt een projectgroep om zich heen van docenten. Projectleider rapporteert maandelijks over de voortgang op basis van de fasering en de planning aan het MT. In het mededelingenblad van de school wordt maandelijks een kort bericht geplaatst om docenten te informeren. 1. Spoorboekje 2. Verslag Kwaliteitsimpuls november 2013 3. Lesmodel Bindelmeer 4. Kijkwijzer Bindelmeer 5. Handboeken over coöperatieve werkvormen Fase activiteit Data Planning start einde initiatie Vaststelling van het projectplan, akkoord van MT, vorming projectgroep(-je) definitie Met projectgroep projectplan bespreken, duidelijkheid scheppen over de te leveren prestaties.
19 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
voorbereiding
realisatie
implementatie evaluatie
afronding
1. Uitlijnen planning interventies, 2. zorgen voor voldoende documenten. 3. Uitvoeren nulmeting. 1. rondschrijven aan docenten over planning, etc,. 2. distributie documenten. 3. Doen van interventies opdat CLS geïmplementeerd wordt. Meting over bereikte resultaat, eventueel bijstelling en versterking van interventies. Meting tevredenheid en effect van de inzet van het project, opmaak verslag met verbeterpunten Studiedag presentatie, distributie verslag, planning en PvA voor volgend jaar
20 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Portefeuille B: de kwaliteit van het onderwijs en de school als geheel: Thomas v.d. Bos Projecten 3 en 4 : Programma-ontwikkeling: het is beslist nodig door te werken aan de onderwijsprogramma’s: zowel de onderbouw als de bovenbouw gaan daarmee aan de slag.
Naam en nummer van het project: Projectleider Versie projectplan Project akkoord
Project nummer 3: Studiewijzers en studieplanners voor alle vakken op basis van eenzelfde format, digitaal beschikbaar via het schoolnetwerk voor docenten, leerlingen en hun ouders. Thomas v.d. Bos Versie 1.0
donderdag 10 april 2014
MT: niet
Directie: niet
Centrale vraagstelling, achtergrond Aanleiding Doelstelling Op te leveren resultaten/producten
Afbakening Vereisten Rapportage
Basisdocumenten met randvoorwaarden en context Fasering en planning
De kwaliteit van onze documentatie en de presentatie ervan naar buiten moet omhoog. De formele documentatie van ons onderwijs moet strak en publicabel zijn. Ook voor een adequate presentatie naar de inspectie is het nodig dat er een kloeke reeks documenten ligt. In het kader van het project Kwaliteitsimpuls VMBO 2011 is al afgesproken onze documentatie op een hoger aggregatieniveau te brengen Professionalisering van de school en de schooldocumentatie. 1. Ontwerp en vormgeving van een vast grafisch format voor alle betreffende documentatie. 2. Ontwerp van de vaste inhoudelijke structuur van de documenten. 3. Plannen van aanpak waarin alle interventies voor het realiseren van alle deelproducten: a. Studiewijzers, -planners, PTA’s, alle op eenzelfde format. b. Inrichting van intern netwerk en publicatie via website 4. Afsluitende tevredenheidsmeting deelnemende docenten, verslag van de meting en aanbevelingen en verbeterpunten. 5. Presentatie van alle resultaten op een docenten-studiedag. 6. Planning en PvA voor volgend jaar. Beperking tot die documenten die conform inspectierichtlijnen beschikbaar moeten zijn. Het project dient absoluut te leiden tot een positief oordeel van de betrokken docenten, leerlingen en ouders. Projectleider vormt een projectgroep om zich heen van docenten. Projectleider rapporteert maandelijks over de voortgang op basis van de fasering en de planning aan het MT. In het mededelingenblad van de school wordt maandelijks een kort bericht geplaatst om docenten te informeren. 1. Spoorboekje 2. Verslag Kwaliteitsimpuls november 2013 Fase
activiteit
initiatie
Vaststelling van het projectplan, akkoord van MT, vorming projectgroep(-je) Met projectgroep projectplan bespreken, duidelijkheid scheppen over de te leveren prestaties.
definitie
21 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Data Planning start einde
voorbereiding realisatie
implementatie
evaluatie
afronding
Grafisch ontwerp Inrichting van de website ontwerpen 1. rondschrijven aan docenten over planning, etc,. 2. distributie documenten. 3. Herschrijven en grafisch vormgeven documenten Bijeenkomsten met docenten over aanpak en planning. Produceren van alle documenten, afvullen website en intern netwerk. Meting tevredenheid en effect van de inzet van het project, opmaak verslag met verbeterpunten Studiedag presentatie, distributie verslag, planning en PvA voor volgend jaar
22 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Naam en nummer van het project: Projectleider Versie projectplan Project akkoord
Project nummer 4:
naar een vernieuwd VMBO
Thomas v.d. Bos Versie 1.0
donderdag 10 april 2014
MT: niet
Directie: niet
Centrale vraagstelling, achtergrond
In het project Vernieuwing beroepsgerichte programma’s vmbo werken docenten in vmbo en mbo hard aan nieuwe beroepsgerichte examenprogramma’s voor het vmbo. Ruim dertig afdelingsprogramma’s worden in 2016 vervangen door tien profielen bestaande uit een kern, profiel en keuzedelen. Deze profielen maken het mogelijk onderwijs op maat van de leerling aan te bieden en optimale leerlijnen naar het mbo vorm te geven. In 2016 moeten alle vmbo-scholen de nieuwe beroepsgerichte programma’s aan gaan bieden en in 2018 krijgen alle leerlingen een examen beroepsgericht nieuwe stijl voorgelegd
Aanleiding Doelstelling Op te leveren resultaten/producten
Afbakening Vereisten
Rapportage
Inmiddels maken bijna dertig pilotscholen van de examenprogramma’s onderwijs. In augustus 2014 gaan er nog eens twintig scholen van start. Vanaf dat moment lopen er voor elk profiel pilots waarbij meer dan drieduizend leerlingen zijn betrokken. Gezien de planning van deze ontwikkeling, dient het BMC nu keuzes te maken en aan de slag te gaan, zodat de tweede klas leerlingen van volgend jaar weten wat het aanbod is. Aansluiten op de landelijk verplichte innovatie van het examenprogramma, dit benutten als een kwaliteitsslag voor de programmering. Het concrete eindresultaat bestaat uit een onderwijskundig ontwerp voor het VMBO waarin antwoord wordt gegeven op de volgende kwesties: 1. Visie op loopbaanleren: wat heeft de leerling hier op school te kiezen? 2. Aanbod: welke profielen biedt de school aan? 3. Profilering: wat is het verhaal bij het aanbod aan profielen? 4. Keuzeroutes: welke profiel- en keuzedelen bieden we aan? 5. Onderwijsprogramma: wat zijn de contouren van het onderwijsprogramma? 6. Fysieke leeromgeving: wat betekent dit voor de fysieke leeromgeving? Het product is een ontwerp, geen uitgewerkt programma. • Het project dient absoluut te leiden tot een positief oordeel van de betrokken docenten, leerlingen en ouders. • Projectleider vormt een projectgroep om zich heen van docenten. • Er is externe ondersteuning nodig voor dit project. Projectleider rapporteert maandelijks over de voortgang op basis van de fasering en de planning aan het MT. In het mededelingenblad van de school wordt maandelijks een kort bericht geplaatst om docenten te informeren.
23 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Basisdocumenten met randvoorwaarden en context Fasering en planning
http://www.vernieuwingvmbo.nl/ Fase
activiteit
initiatie
1. Vastleggen werkafspraken met externe begeleider Diephuis en van Kasteren . 2. Besluitvorming in MT rondmaken. Met projectgroep projectplan bespreken, duidelijkheid scheppen over de te leveren prestaties. 1. Informeren docenten 2. Jaarplanning aanpassen met data bijeenkomsten Werkgroep sessies conform plan van aanpak 1. Informeren docenten over resultaten. 2. In kaart brengen van wat, wie, wanneer. 3. Bepalen van de onderdelen van het plan van aanpak. Meting tevredenheid en effect van de inzet van het project, opmaak verslag met verbeterpunten. Welke open staande punten liggen nog? Studiedag presentatie, distributie verslag, planning en PvA voor volgend jaar
definitie
voorbereiding realisatie implementatie
evaluatie
afronding
24 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Data Planning start einde
Portefeuille C: achterblijvers halen we er weer bij: Marco Strang MSI staat voor Monitoring, Signalering en Interventie. Uitval of terugval van leerlingen wordt vaak veroorzaakt, doordat we te laat ingrijpen. Dit project is er voor bedoeld om te voorkomen dat leerlingen ons ontglippen en achterstand oplopen die niet meer in te halen is.
Naam en nummer van het project: Projectleider Versie projectplan Project akkoord
Project nummer 5: Marco Strang Versie 1.0
donderdag 10 april 2014
MT: niet
Directie: niet
Centrale vraagstelling, achtergrond
Aanleiding Doelstelling
Op te leveren resultaten/producten
Afbakening
geen leerling ontglipt ons
In onze school lopen allerlei acties die er toe dienen dat leerlingen die achterop dreigen te raken worden gesignaleerd en geholpen. Het is tijd al die acties zinvol met elkaar te verbinden tot een samenhangend beleid. Er ontglippen ons nog steeds leerlingen door te laat signaleren en dus ook te laat interveniëren. Ondanks de inspanningen dreigen er nog te veel leerlingen de boot te missen door achterstand. 1. Aanzienlijke verbetering van de monitoring, signalering en interventietijd voor leerlingen die achterop dreigen te raken, met als resultaat minder uitval en minder onvoldoendes. 2. Creatie van een goede IT- en organisatie-infrastructuur voor succes van het RT programma. 3. Minder uitval en minder onvoldoendes 4. Aantoonbare groei van aantal acties richting leerlingen met een achterstand. 5. Inzicht in acties en effecten van interventies op zwakke leerlingen. 6. Aanscherpen van de rol van de mentor als het gaat om MSI. Een sluitende beschrijving, voorzien van afspraken en protocollen aangaande de problematiek van monitoren, signaleren en interveniëren. In de beschrijving zijn ook de interventies die we hanteren beschreven. Alles wat we nu al doen moet in één samenhangend beleidskader worden vervat. De in deze nota gedane voorstellen, dienen ook praktisch geïmplementeerd te zijn. Het product betreft de formele, geplande (infra-)structuur voor 1. Monitoren: welke middelen zetten we in om de resultaten van de leerlingen in beeld te hebben, hoe zorgen we ervoor dat ze actueel \9real time) zijn. Daarbij maken we gebruik van de bestaande systemen als Magister. 2. Signaleren: welke systemen hebben we om in de massa van data over leerlingen tijdig te signaleren dat iemand uit de rails loopt? 3. Interveniëren: wat is onze toolbox voor interventies die we standaard kunnen toepassen en waarvoor de middelen oo beschikbaar zijn?
25 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Vereisten
Rapportage
Basisdocumenten met randvoorwaarden en context Fasering en planning
Het project dient absoluut te leiden tot een positief oordeel van de betrokken docenten, leerlingen en ouders. • Projectleider vormt een projectgroep om zich heen van docenten. • Er is externe ondersteuning nodig voor de inzet van Magister. Projectleider rapporteert maandelijks over de voortgang op basis van de fasering en de planning aan het MT. In het mededelingenblad van de school wordt maandelijks een kort bericht geplaatst om docenten te informeren. 1. Spoorboekje 2. Verslag Kwaliteitsimpuls november 2013 •
Fase
activiteit
initiatie
Verzamelen alle stukken en gegevens over de huidige praktijk van MSI. 1. Met projectgroep projectplan bespreken, duidelijkheid scheppen over de te leveren prestaties. 2. Opstellen van de milestones voor een plan van aanpak. 3. Uitzetten van het tijdpad. 1. Informeren docenten, mogelijk bijstellen plan van aanpak. 2. Jaarplanning aanpassen Werkgroep sessies conform plan van aanpak 1. Informeren docenten over resultaten. 2. Formeel vastleggen procedures. 3. Aanpassen IT voorzieningen, o.a. Magister. Meting tevredenheid en effect van de inzet van het project, opmaak verslag met verbeterpunten. Welke open staande punten liggen nog? Studiedag presentatie, distributie verslag, planning en PvA voor volgend jaar
definitie
voorbereiding
realisatie implementatie
evaluatie
afronding
26 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Data Planning start einde
Naam en nummer van het project: Projectleider Versie projectplan Project akkoord
Project nummer 6:
Rekenen en Taal
Marco Strang Versie 1.0
donderdag 10 april 2014
MT: niet
Directie: niet
Centrale vraagstelling, achtergrond
Aanleiding Doelstelling
Rekenen en Taal: we hebben de conclusie getrokken dat leerlingen in problemen vaak grote tekorten vertonen op het domein van rekenen en taal. Het zijn eigenlijk instrumentele vakken: je hebt ze nodig als instrument om andere dingen te kunnen leren. Breng je de prestaties voor rekenen en taal omhoog, dan profiteren alle vakken daarvan en versterk rekenen en taal in alle vakken. Ondanks de inspanningen dreigen er nog te veel leerlingen de boot te missen door achterstand. R&T staat voor rekenen en taal. Algemeen doel: reductie van afstroom, zittenblijven en falen bij eindexamen als gevolg van een gebrekkige rekenen taalvaardigheid. 3
De reken- en taalprestaties moeten op een landelijk niveau 2F worden gebracht. Op te leveren resultaten/producten
Het product van dit project is een nieuwe praktijk in de school aangaande rekenen en taal: intensief onderwijs, iedereen heeft een taak, meetbare uitkomsten, scherpte en concreetheid oven de programmatische aspecten, de ingezette middelen en de afspraken die we teambreed maken. Die afspraken betreffen: 1.
Afbakening Vereisten
Rapportage
Materiaalinkoop en –aanmaak voor extra te plannen lessen voor alle leerlingen voor R&T. 2. Overleg met secties om te bevorderen dat in de context van diverse lessen Rekenen en Taal geïntegreerd wordt aangeboden. Afspraken maken over de rol van rekenen en taalgebruik in klassensituatie en bij toetsing. 3. Ontwikkeling en uitvoering van een RT programma, specifiek voor leerlingen met een T&R achterstand. 4. Meetbare vooruitgang van de leerlingprestaties na een jaar. Dus een nulmeting doen, deze na een jaar herhalen. Daarvoor kan CITO VAS worden gebruikt of een andere extern gelegitimeerde toets. 4. Het project mikt op een strak uitgelijnd en transparant programma voor rekenen en taal gedurende leerjaren 1 tot en met 3. • Het project dient absoluut te leiden tot een positief oordeel van de betrokken docenten, leerlingen en ouders. • Projectleider vormt een projectgroep om zich heen van docenten. Projectleider rapporteert maandelijks over de voortgang op basis van de fasering en de planning aan het MT. In het mededelingenblad van de school wordt maandelijks een kort bericht geplaatst om docenten te informeren.
3 Zie www.taalenrekenen.nl
27 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Basisdocumenten met randvoorwaarden en context Fasering en planning
3. Spoorboekje 4. Verslag Kwaliteitsimpuls november 2013 Fase
activiteit
initiatie
Verzamelen alle stukken en gegevens over de huidige praktijk. Nulmeting: een Cito toets als nulmeting aanduiden, c.q. zelf een nulmeting uitvoeren aan de hand van een gestandaardiseerde externe toetsen. 1. Met projectgroep projectplan bespreken, duidelijkheid scheppen over de te leveren prestaties. 2. Opstellen van de milestones voor een plan van aanpak. 3. Uitzetten van het tijdpad. 1. Informeren docenten, mogelijk bijstellen plan van aanpak. 2. Jaarplanning aanpassen Werkgroep sessies conform plan van aanpak 1. Informeren docenten over resultaten. 2. Formeel vastleggen procedures en afspraken. 3. Aanpassen IT voorzieningen, o.a. Magister. Herhaal meting van reken en taal prestaties. Meting tevredenheid en effect van de inzet van het project, opmaak verslag met verbeterpunten. Welke open staande punten liggen nog? Studiedag presentatie, distributie verslag, planning en PvA voor volgend jaar
definitie
voorbereiding
realisatie implementatie
evaluatie
afronding
28 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0
Data Planning start einde
De algemene beleidsagenda 2014 – 2016 Naast het uitvoeren van projecten die gericht zijn op duurzame kwaliteitsverbetering, zijn er veel punten te noemen die tot de algemene beleidsagenda behoren van directie en MTleden. Deze punten komen hier voornamelijk voort uit drie bronnen:
• • •
1. De veranderende werkelijkheid: de vernieuwing van het vmbo die op handen is. Behalve de projectmatige uitwerking van het profiel en de keuzedelen moet er door secties en leerjaren uitwerking gegeven worden aan de nieuwe programmering. Externe ontwikkelingen dicteren voor een deel wat een school moet doen. 2. Door het herhaaldelijk in onder verschillende stakeholders uitvoeren van satisfactiemetingen krijgen we zicht op verbeterpunten. 3. De management conferentie en de opbrengsten van de studiedagen geven ook aanknopingspunten voor beleid.
Sommige beleidspunten vallen in meer dan één thema, dan is gekozen voor het thema dat het meest in aanmerking komt. De thematische verdeling vergemakkelijkt de toewijzing van deze punten aan medewerkers. Ook kan er zo meer samenhang in de beleidsontwikkeling en – uitvoering worden gerealiseerd.
Indeling Alle beleidspunten zijn/worden voorzien van: 1. Een eigenaar van dit punt. De eigenaar wordt geacht te zorgen voor realisatie van dit beleidspunt. 2. De prioriteit die bepalend is voor het tijdstip en het tempo waarmee het punt wordt aangepakt. (1 = hoog, 2 = gemiddeld en 3 = laag). Een lage prioriteit wil niet per se zeggen een laag belang. De prioriteitsbepaling heeft ook te maken met de mate waarin het punt te managen valt en de tijdsdruk die er op staat. 3. De eerste, voorgenomen actie, c.q. de lopende actie 4. De status: N = niet in behandeling, B = is in behandeling en R = gerealiseerd.
Thema’s De beleidsagenda is thematisch ingedeeld. De thema’s zijn: •
•
E= Educatie. Alles over onderwijsontwikkeling. M= management. Alles wat met de besturing van de school te maken heeft. C= communicatie. Alles wat te maken heeft met in- en externe communicatie en PR.
P= professionaliseren. Alle zaken die te maken hebben met de professionalisering van de medewerkers of met de organisatie als geheel. O=organisatie. Alle zaken die van belang zijn voor de vergroting van de effectiviteit en de kwaliteit van de organisatie.
29 The Next Step Bindelmeer College Amsterdam versie 1.0