Plan van Aanpak Integrale opdracht blok 1.4
Zena van de Poel (12073245) Ilse van Schaik (12037001) Trang Tran (12060879) Cecile de Vroomen (12055875)
Klas: VD1.A.2 Tutor: L. Couto-Gestal
8-5-2013 Den Haag
Team 3
2 De Projectopdracht Manier van werken tijdens de vergaderingen Tijdens de vergaderingen zal Cecile altijd notuleren. De overige groepsleden zullen roulerend voorzitter zijn.
Omschrijving van de opdrachtgever De opdrachtgevers van dit project zijn Sharida Imamdi en Natasja Gout, afgestudeerd als diëtist. Beide diëtisten werken voor diëtistenpraktijk 2GETHER IN BALANCE. De diëtistenpraktijk 2GETHER IN BALANCE wil Marokkaanse, Turkse en Hindoestaanse Hagenaars overtuigen om zich te laten testen op diabetes en ze begeleiden met leefstijladviezen.
Omschrijving van de opdracht De klachten bij diabetes mellitus type 2 ontstaan vaak heel geleidelijk. Mensen hebben nog geen last van de klachten en weten niet dat ze diabetes hebben. Om de preventieactiviteiten gericht op de diabetes uit te breiden, stelt de projectgroep een voorlichtingsplan op. Het voorlichtingsplan gaat om personen uit de Marokkaanse, Turkse of Hindoestaanse doelgroep die in een aandachtswijk wonen en een verhoogd risico hebben op diabetes type 2. Er wordt een creatieve interventie ontwikkeld om personen uit de doelgroepen te overtuigen om zich te laten testen op diabetes. Een creatieve interventie is een actieve, bewuste en geplande ingreep die gebruikt wordt om het gedrag van een persoon te veranderen. Hiermee is het doel van de projectgroep om de kwaliteit van het leven van een persoon te veranderen. Er wordt een interview gehouden met personen uit de doelgroepen. De wetenschappelijke bronnen en hulpmiddelen worden gebruikt om informatie te kunnen geven.
Analyse van de probleemstelling Binnen de Marokkaanse, Turke en Hindoestaanse bevolking, die grotendeels in de aandachtswijken van grote steden in Nederland wonen, is er onwetendheid over diabetes mellitus type 2, terwijl deze mensen een verhoogd risico hebben op het krijgen van diabetes mellitus type 2. Om antwoord te krijgen op de probleemstelling zijn de volgende centrale vraag en deelvragen opgesteld:
Centrale vraag: Hoe kunnen Marokkaanse vrouwen in de Schilderswijk, in de leeftijd van 30 jaar en ouder, die een verhoogd risico hebben op diabetes mellitus type 2, voor het begin van het offerfeest, opgespoord
en overtuigd worden om zich te laten testen op diabetes en worden geïnformeerd over de behandeling die een diëtist kan bieden?
Deelvragen: -
Hoe ziet de doelgroep er uit en waarom heeft de doelgroep een verhoogd risico?
-
Hoe kan de doelgroep opgespoord worden?
-
Hoe kan de doelgroep overtuigd worden om zich te laten testen op diabetes mellitus type 2?
-
Wat weet de doelgroep over diabetes type 2/suikerziekte?
-
Hoe kan de doelgroep geïnformeerd worden over de behandeling die een diëtist kan bieden?
-
Zijn er eerdere interventies geweest voor deze, of een vergelijkbare, doelgroep, en wat waren hier de bevindingen van?
Doelen en subdoelen Naar aanleiding van de centrale vraag en bijbehorende deelvragen is het volgende hoofddoel opgesteld: een nauwkeurig beeld krijgen van de manieren om de doelgroep te motiveren om zich te laten testen op diabetes mellitus type 2. Subdoelen zijn deze vrouwen op te sporen, ze te ondervragen over hun kennis en ze te informeren over de gevaren van diabetes mellitus type 2.
Omschrijving van de te leveren diensten, producten en deelproducten Het eerste product dat wordt gemaakt is het Plan van Aanpak. Het Plan van Aanpak is weer onderverdeeld in verschillende deelproducten: Een startdocument, een omschrijving van de opdracht, de voorgenomen werkwijze en samenwerkingsafspraken, de verhoudingen met de opdrachtgever en de verhouding met de begeleider. Het uiteindelijke voorlichtingsplan zal bestaan uit onderbouwing door middel van actueel wetenschappelijk onderzoek en gemaakt worden aan de hand van het model voor planmatige gezondheidsvoorlichting. Ook wordt er in belang van de projectgroep zelf een procesverslag en een individuele verantwoording gemaakt. Daarnaast zullen alle groepsleden het voorlichtingsplan verdedigen in een mondelinge toetsing.
3a Taakverdeling + Planning Week 1 2
Opdracht Lesvrij
Wie -
Vormen tutorgroep Schrijven en inleveren Plan van Aanpak
Iedereen + tutor Iedereen
3
Foto’s maken in gekozen wijk Interviewvragen + topics bepalen Doelgroep interviewen
Iedereen Ilse Iedereen
4
Literatuuronderzoek Interviewen expert doelgroep Schrijven conceptversie verslag
Zena Cecile Iedereen
5
Opdrachtgevers komen langs op school
Vertegenwoordiger van tutorgroep ” ”
Voorleggen conceptplan aan de diëtiste van 2GETHER IN BALANCE 6
Schrijven procesverslag Schrijven individuele verantwoording
Iedereen Iedereen
7
14 juni: uiterlijke inleverdatum integrale opdracht Maken van ondersteunende presentatie bij mondelinge toets
Iedereen Trang
8
Mondelinge toets
Iedereen
3b: Vermoeden van de te gebruiken bronnen en contacten Literatuur: -
Brug, Van Assema & Lechner. (2010).Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering (7e druk). Assen: Van Gorcum.
-
Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma Uitgevers.
-
Informatorium van Voeding en Dietetiek
-
Poortvliet, M.C., Schrijvers, C.T.M., & Baan, C.A. (2007). Diabetes in Nederland, Omvang, risicofactoren en gevolgen, nu en in de toekomst. RIVM Rapport 260322001. Bilthoven: RIVM.
-
De Weerdt, I., Kuipers, B., & Kok, G. (2007). 'Kijk op diabetes' met perspectief op de toekomst. Eindverslag van de eerste fase. Amersfoort: Nederlandse Diabetes Federatie.
-
Niemer, S. (2007). De proefprojecten van 'Kijk op Diabetes'. Een beschrijving en evaluatie. Amersfoort: Nederlandse Diabetes Federatie.
-
ZonMw (2004). Diabetes special. Mediator, 15(7), 1-36.
Websites (per onderwerp): Kijk op diabetes (www.kijkopdiabetes.nl) Centrum Gezond Leven (http://www.loketgezondleven.nl/interventies/zoeken-in-i-database/) Nationale atlas volksgezondheid (www.zorgatlas.nl ) Nationaal kompas volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl ) Kosten van ziekten (www.tellenenmeten.nl ) Nationale Monitor Volksgezondheid ( www.monitorgezondheid.nl ) GGD Den Haag (www.denhaag.nl/ggd) Epidemiologisch bulletin GGD Den Haag (http://www.denhaag.nl/home/bewoners/to/Epidemiologisch-bulletin.htm) Voor statistische informatie kun je de volgende websites bezoeken: www.cbs.nl www.statline.nl Het nationaal gezondheidsinstituut (www.nigz.nl) De Nederlandse Onderzoek Databank (NOD) (www.onderzoeksinformatie.nl)
Contacten: -
Docenten
-
Medestudenten
-
Tutor
3c: Vermoeden van benodigde middelen Hulpmiddelen die toegepast worden: De hulpmiddelen die de projectgroep zal gebruiken tijdens de integrale opdracht zullen zijn: -
Studiehandleiding blok 1.4
-
Ipad of Laptop, schriften en pennen, usb-stick
-
Internet voor informatie, illustraties, communicatie via internet
-
Mobiele telefoon, eventueel voor opnames, navigatie etc.
-
Printpapier; als er iets uitgeprint moet worden
-
Map voor het in elkaar zetten van een adviesrapport
Tijd: De benodigde tijd per persoon zal ongeveer 3 x 35= 105 uur zijn. Dit is een schatting na aanleiding van de planning en het aantal besteedde uren in de vorige integrale opdrachten.
Geld: Voor de integrale opdracht moeten er papieren worden uitgeprint. De kosten zullen verdeeld worden over de projectgroep.
4 Verhouding met opdrachtgever, inclusief frequentie van contact met de opdrachtgever Op vastgestelde tijden kan er langsgekomen worden bij het kantoor van Sharida Imamdi en Natasja Gout in Medisch Centrum Houtwijk. Ook komen de opdrachtgevers tussentijds op de Haagse Hogeschool langs voor nadere informatie en vragen. Dit bezoek zal in week vijf plaatsvinden. De precieze datum wordt nader bekend gemaakt op Blackboard.
5 Verhouding met begeleider, inclusief frequentie van contact met begeleider De verhouding tussen de projectgroep en de begeleider zal, net als met de contactpersoon, goed zijn. Er zal iedere week één contactuur worden ingelast. Hierin zal de voortgang van het project worden besproken en eventuele feedback worden gegeven. Buiten deze contacturen om zou er eventueel ook contact opgenomen kunnen worden met de begeleider via de mail of door middel van een extra afspraak om zaken te bespreken waar de projectgroep in de ingelaste tijd niet aan toe is gekomen. De frequentie van contact tussen de projectgroep en de begeleider zal acht uur zijn in de vorm van bijeenkomsten en daarnaast nog twee uur voor eventuele extra besprekingen.
Bijlage 1: Samenwerkingsovereenkomst De samenwerking bestaat onder andere uit de wekelijkse vergaderingen die de projectgroep heeft gepland. Iedere tutor-les wordt er door de projectgroep standaard vergaderd. Daarnaast zullen er vergaderingen gepland worden als dit tussentijds nog nodig is. Naast de samenwerkingsafspraken staat hier ook beschreven wat de gevolgen (sancties) zijn voor leden die zich niet aan de samenwerkingsafspraken houden. De projectgroep zal communiceren op school, en daarbuiten via de mail en eventueel telefonisch.
Samenwerkingsafspraken 1) De projectgroep heeft alles op tijd af. Sanctie: Als een groepslid haar werk niet op tijd af heeft, zal de projectgroep dat lid daarop aanspreken en kan het groepslid de opdracht binnen een opnieuw afgesproken tijd alsnog afmaken. Als het groepslid haar werk dan weer niet af heeft, zal de rest van de groep de taak op zich nemen en het probleem bespreken met de docent.
2) De projectgroep controleert elkaars werk op taal- en stijlfouten. Sanctie: Als er gevraagd is of een lid een stuk tekst op taal- en stijlfouten wil controleren, zal dit lid het op tijd moeten aangeven als dit niet lukt. Wordt dit niet tijdig aangegeven, moet het groepslid de afspraak zoals afgesproken nakomen. Als de persoon op tijd aangeeft dat zij de taak niet kan vervullen, moet er een andere oplossing gezocht worden. Het lid dat de opdracht geschreven heeft, zal haar eigen stuk op taal- en stijlfouten moeten controleren of indien mogelijk iemand anders het stuk laten nakijken.
3) In dit project is er een eerlijke taakverdeling. De projectgroep gaat er voor zorgen dat iedereen ongeveer evenveel werk verricht binnen het project, zodat er geen afwijkingen in gewerkte uren ontstaan. Sanctie: Wanneer een groepslid het gevoel heeft dat zij meer taken heeft dan de rest van de projectgroep, is zij verplicht dit ruim op tijd aan te geven. Naar aanleiding hiervan kan er wellicht nog wat veranderd worden in de taakverdeling. Wanneer zij dit niet binnen één week na het maken van de taakverdeling aangeeft, is het haar eigen verantwoordelijkheid en zal zij zoals eerder afgesproken haar taak moeten inleveren.
4) Er wordt goede feedback aan elkaar gegeven. We proberen elkaar te helpen door positieve kritiek te leveren. Sanctie: Als de feedback uitloopt op negatieve kritiek, moet het benadeelde groepslid dit aangeven richting de projectgroep. Hierin probeert het groepslid niet agressief maar assertief te reageren. Als een lid haar taak niet goed heeft uitgevoerd, geeft de rest van de projectgroep hier feedback op. Als de projectgroep niet vóór de volgende bijeenkomst feedback geeft, valt de fout de ander niet aan te rekenen.
5) De projectgroep werkt georganiseerd samen. De groep maakt een strakke planning en wanneer iedereen zich daar aan houdt, kan de groep alles ruim op tijd afhebben. Sanctie: In de planning is maar beperkte ruimte voor uitloop, daarom is het extra belangrijk om alles op tijd af te hebben. Als een groepslid zich niet aan de planning houdt, zullen de sancties van samenwerkingsafspraak 1 gelden.
6) Als er een conflict ontstaat, gaat de hele projectgroep rond de tafel zitten om het conflict uit te praten. Sanctie: Als een groepslid betrokken is bij een conflict, is zij verplicht dit uit te praten. Zondert zij zich af en is zij niet bereid het conflict op te lossen, dan zal de projectgroep dit ervaren als een passieve houding. Een gevolg hiervan kan zijn dat er, in overleg met de docent, een ander projectgroepje voor dit lid wordt gezocht. 7) De gehele projectgroep toont evenveel en goede inzet. Sanctie: Als een groepslid geen of weinig inzet toont, dan zal de rest van de projectgroep hier feedback op geven (positieve kritiek). Ook zal er gevraagd worden waarom er geen inzet wordt getoond; wellicht voelt het lid zich niet prettig in de projectgroep of zijn er andere redenen. Helpt de feedback niet en verandert de inzet van het groepslid niet, dan zal er een gesprek moeten komen met de begeleidende docent. Hierin wordt de werkhouding van het groepslid besproken.
8) De gehele projectgroep toont initiatief. Wanneer iedereen initiatief toont, is het gemakkelijker om van dit project een succes te maken. Sanctie: Als een groepslid geen initiatief toont, zal de projectgroep haar vragen of zij meer initiatief wil tonen. De projectgroep kan, bijvoorbeeld in een vergadering, dit lid vragen: “Heb jij nog goede ideeën?” of “Weet jij nog iets leuks voor het project?”. Hierdoor krijgt dit lid de kans om haar mening te geven.
9) De projectgroep helpt elkaar als iemand niet snapt wat de bedoeling is. We willen zorgen dat iedereen zich op zijn gemak voelt en nuttig is. Sanctie: Wanneer een groepslid niet weet wat zij moet doen, vraagt zij zelf om hulp. Wordt de hulp niet door de projectgroep geboden, kan het groepslid bij de docent om hulp vragen. Als de opdracht niet gelukt is, omdat de projectgroep een groepslid niet heeft geholpen, is het de verantwoordelijkheid van de gehele projectgroep en niet van een enkel groepslid.
10) In principe wordt absentie niet zomaar geoorloofd. Er zijn echter gevallen waarin absentie onvermijdelijk is. Wanneer een groepslid ziek is, een sterfgeval binnen de directe kring heeft of een afspraak heeft die niet te verzetten is (denk aan SLB’er, ziekenhuis etc.), wordt absentie getolereerd. In geval van absentie wordt het desbetreffende groepslid bijgepraat over wat er behandeld is en wat wanneer af moet zijn. Het groepslid dat absent is geweest, wordt wel geacht haar opdrachten/taken op tijd af te hebben en interesse te tonen in het project. Sanctie: Wanneer een groepslid voor lange tijd afwezig is, moet de groep verantwoording dragen voor het toch op tijd afronden van het project. Als het afwezige groepslid bij terugkomst op school geen interesse toont in het project, zullen de sancties van samenwerkingsafspraak 7 en 8 volgen. Bij ongeoorloofde absentie zal de groep in eerste instantie relatief mild reageren. Het afwezige lid wordt aangesproken op haar gedrag en zal moeten verklaren waar de absentie door komt. Zij zal moeten tonen dat haar gedrag verbetert. Bij een tweede ongeoorloofde afwezigheid, wordt er een sanctie opgelegd. De sanctie hiervoor zal hetzelfde zijn als bij samenwerkingsafspraak 7. Mocht dit niet werken en blijft het groepslid ongeoorloofd absent, treedt de sanctie van samenwerkingsafspraak 6 in werking.
11) In de projectgroep wordt gestemd via een consensusbeginsel (niemand mag bezwaar hebben tegen een beslissing). Dit zorgt ervoor dat we snel beslissingen kunnen maken. Sanctie: Houdt een groepslid zich niet aan deze afspraak, dan zal de projectgroep hier in eerste instantie feedback op moeten geven en dan zal wederom het consensusbeginsel gebruikt worden. Houdt het groepslid zich dan alsnog niet aan de samenwerkingsafspraak, dan zal de rest van de projectgroep haar eigen plan trekken en niet toegeven aan het groepslid dat individueel beslissingen neemt. Als de samenwerking te veel benadeeld wordt, zal de projectgroep moeten overleggen met de docent over hoe het project nu voortgezet moet worden. Hier kan bijvoorbeeld de sanctie van samenwerkingsafspraak 6 gebruikt worden.
Bijlage 2: Persoonlijke leerdoelen