PLAN VAN AANPAK VANDALISME EN OVERLAST 2010-2011
1. Inleiding. Op 18 oktober 2007 heeft de gemeenteraad het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007/2008 vastgesteld. Dit plan geeft allereerst een weergave van de maatregelen die de gemeente sinds 2003 neemt om overlast en vandalisme te bestrijden. Daarnaast kondigde dit plan een aantal concrete maatregelen aan om overlast en vandalisme verder te bestrijden. Omdat het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007/2008 eind 2007 is opgesteld is er behoefte aan een evaluatie van de genomen maatregelen en is het wenselijk een nieuw kader en concrete maatregelen en acties vast te stellen waarmee we overlast en vandalisme in de komende jaren verder willen terugdringen. Om het plan van aanpak 2010/2011 overzichtelijk te houden treft u in de bijlage een evaluatie aan van de maatregelen die zijn uitgevoerd als gevolg van het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007/2008. De nu volgende tekst bevat met name een nieuw kader en de concrete maatregelen en acties waarmee we de komende jaren vandalisme en overlast verder willen bestrijden. 2. Probleemstelling. 2.1. Algemeen. In het algemeen kan worden gesteld dat het met het overgrote deel van de jeugd goed gaat. Het zijn in Sliedrecht momenten of een enkele groep of individu waarmee het soms mis gaat. In die situaties is er nog te vaak sprake van overlast of vandalisme. Ondanks dat er in de afgelopen jaren een duidelijke verbetering is opgetreden in de totale omvang van de overlast en vandalisme, hierover leest u verderop meer, is er nog steeds de ambitie om de overlast en het vandalisme verder te bestrijden. Recentelijk zijn de uitkomsten van een aantal onderzoeken verschenen waaronder de monitor leefbaarheid en veiligheid in de Drechtsteden en de Regionale Sociale monitor Drechtsteden. Uit deze onderzoeken komt duidelijk naar voren dat inwoners aan de veiligheid op straat en met name het bestrijden van vandalisme en het bestrijden van overlast een hoge prioriteit toekennen. Zij vragen om maatregelen die deze problematieken bestrijden. Op die vraagstelling vanuit de samenleving moet een passend antwoord worden gegeven. 2.2. Overlast. Gelet op de in den lande bekende en aanvaarde methodiek van het Arnhemse bureau Beke kan voor wat betreft overlast onderscheid worden gemaakt in groepen jongeren die hinderlijk zijn, groepen jongeren die overlast veroorzaken en groepen jongeren die crimineel zijn. Ook voor Sliedrecht is het van belang te weten welke categorie jeugdgroepen er voorkomen omdat de inzet op de diverse groepen verschillend is. Voor Sliedrecht geldt allereerst dat er zogenaamde aanvaardbare groepen zijn. Deze niet beschreven groep betreft jongeren die gebruik maken van de openbare ruimte zonder problemen te veroorzaken. Overeenkomstig de methodiek van het Arnhemse bureau Beke zijn er vervolgens een tien tot vijftiental groepen die zo nu en dan hinderlijk gedrag vertonen en is er één groep die een aantal kenmerken in zich heeft van een overlastveroorzakende groep. Criminele groepen zijn er in Sliedrecht niet. Dat jongeren op straat afspreken en elkaar daar ontmoeten is van alle tijden en net als ieder andere doelgroep heeft jeugd ook de vrijheid om de openbare ruimte te verkiezen als plaats om leeftijdsgenoten te ontmoeten. Het is vervolgens aan de gemeente om de regierol te nemen en tezamen met de ketenpartners ontstane overlast in goede banen te leiden. Vanuit het oogpunt van preventie is daarnaast het streven om een geheel van voorzieningen te creëren dat aansluit op de behoefte van de jongeren. Op dit laatste punt ligt een uitdaging in Sliedrecht. Hierop zal uitgebreider worden ingegaan bij de uiteenzetting over jongerenoverlast verderop in dit plan. 2.3. Vandalisme. Vandalisme is een maatschappelijk probleem en kan worden gezien als een mentaliteitsprobleem: vernielen is stoer, als je een prullenbak opblaast dan “kick je daar op”, het publieke domein behoort aan niemand toe, als je na een avond stappen één of meerdere vernielingen verricht dan “hoort dat er bij”. Heel vaak blijken deze vernielingen plaats te vinden onder invloed van alcohol en/of speelt groepsgedrag een rol bij het ontstaan van deze problemen. Ook op het gebied van vandalisme
2
neemt de gemeente de regiorol, hetgeen inhoud dat ze binnen haar mogelijkheden en met hulp van de ketenpartners de mogelijke invloed zal uitoefenen om het vandalisme te bestrijden. 2.4. Tot slot. Overlast en vandalisme zijn maatschappelijke problemen die de nodige complexiteit in zich hebben. Die complexiteit brengt ook met zich mee dat een (verdere) verbetering van de genoemde problematieken met name bewerkstelligd wordt als er een diversiteit aan maatregelen wordt ingezet op de genoemde problematieken. Dit houdt in dat er een beroep wordt gedaan en ook de nodige inspanning en daadkracht wordt gevraagd van externe ketenpartners als bijvoorbeeld politie, (ambulant) jongerenwerk, Openbaar Ministerie, Jeugd Preventieteam, Bureau Jeugdzorg, scholen, maar ook binnen de gemeente van flankerende beleidsterreinen zoals die van welzijn en (deels) plantsoenen en reiniging. Door middel van dit plan willen wij alle ketenpartners verder betrokken maken bij het bestrijden van overlast en vandalisme. De twee onderwerpen overlast en vandalisme zullen hierna apart aan de orde worden gesteld. Daarna treft u een lijst aan met daarin een samenvatting / overzicht van de voorgestelde maatregelen.
3
3. Overlast (jongeren). 3.1. Cijfers en ervaringen. Hieronder treft u een overzicht aan van de hoeveelheid meldingen van overlast van het jaar 2003 tot en met 2009. Uit het overzicht is af te leiden dat er door de jaren heen een afname heeft plaatsgevonden van het aantal meldingen van overlast. De daling in de cijfers komt ook overeen met het algemene beeld dat bij gemeente, jongerenwerk en politie bestaat dat er een verbetering is bewerkstelligd in de totale omvang van overlast in Sliedrecht. Op zich is de conclusie gerechtvaardigd dat we de goede weg zijn ingeslagen, maar de resultaten laten onverlet dat er nog steeds de ambitie en ons inziens ook de ruimte is om een verdere verbetering aan te brengen in het bestrijden van én in het voorkomen dat jeugdoverlast ontstaat. Overlast (meldingen) Jaar 2003 Jaar 2004 Jaar 2005 Jaar 2006 Jaar 2007 Jaar 2008 Jaar 2009
299 meldingen 215 meldingen 237 meldingen 141 meldingen 130 meldingen 96 meldingen 150 meldingen*
* de toename van het aantal meldingen overlast van hanggroepen is waarschijnlijk een gevolg van de invoering van het landelijk politiesysteem BHV. Dit nieuwe systeem heeft tot gevolg dat controles door de wijkagenten op jeugd nu onder “incident jeugdoverlast” wordt weggeschreven.
3.2. Voorgesteld aanvullend beleid op overlast in 2010/2011. Al eerder is het uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2010 vastgesteld. In dit plan zijn een drietal speerpunten bepaald waar gemeente, politie en Openbaar Ministerie in 2010 een gezamenlijke inzet op zullen leveren en tevens worden de hoofdlijnen van deze gezamenlijke inzet in dit plan beschreven. Twee van de vastgestelde speerpunten gaan over jeugd en volumecriminaliteit (waaronder vandalisme). Het plan van aanpak vandalisme en overlast 20102011 kan dan ook gezien worden als een verdere uitwerking van het uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2010. 3.2.1. Hanggroepenoverleg. In Sliedrecht is in 2004 gestart met een hanggroepenoverleg (COOS). Dit overleg heeft als doel om een platform te bieden voor een betere coördinatie tussen gemeente, jongerenwerk en politie om zodoende ontstane overlast beter te kunnen bestrijden. We hebben feitelijk gezien dat er door de jaren heen een betere samenwerking is ontstaan tussen de diverse partijen en dat er meer oog is ontstaan voor elkaars belangen en standpunten. Er is al sinds enige jaren sprake van een gezamenlijk optreden van de diverse ketenpartners en dat betekent dat het hanggroepenoverleg heeft voldaan aan de oorspronkelijke doelstelling. Het hanggroepenoverleg heeft de laatste twee jaren ook een functie in het afstemmen en het aanbrengen van prioriteiten in het onderhoud van speelvoorzieningen. De ambitie van het hanggroepenoverleg is om de komende jaren te groeien naar een platform dat ook gevraagd en ongevraagd advies kan uitbrengen over kwesties die het beleid betreffen. In deze nota zijn de signalen en kwesties die tijdens het hanggroepenoverleg aan de orde zijn geweest dan ook verwerkt. 3.2.2. Spanningsveld fysieke ruimte. Zeker de bestaande infrastructuur van Sliedrecht speelt ook een rol bij het ontstaan van overlast. Sliedrecht is compact gebouwd en juist deze compactheid draagt bij aan het ontstaan van overlast. De mogelijkheden voor jongeren om ergens ongestoord in de buitenruimte te verblijven zijn
4
beperkt. De compacte bouw heeft echter ook tot gevolg dat de mogelijkheden voor uitbreiding van voorzieningen niet eenvoudig te realiseren zijn. Er zijn binnen het hanggroepenoverleg gevallen geweest waarbij overlast die op een bepaalde plaats wordt bestreden na korte tijd weer opduikt op een andere plaats. De wijkagenten geven aan dat jeugd wordt “rondgepompt” door Sliedrecht omdat er geen betere alternatieve locatie voorhanden is. Op basis van zulke ervaringen en met de kennis en het inzicht van de ketenpartners wordt er op zulke momenten binnen het hanggroepenoverleg ook gesproken hoe dit probleem structureel kan worden opgelost. Die gesprekken komen er feitelijk op neer dat we omstandigheden of voorwaarden willen scheppen die overlast voorkomen. Om de overlast verder te kunnen bestrijden is het zaak om binnen de infrastructurele mogelijkheden die Sliedrecht biedt na te denken over structurele oplossingen die de oudere jeugd wel een alternatief kan bieden. Het hanggroepenoverleg zal een initiatiefvoorstel opstellen dat een handreiking zal bevatten over het voorzieningenniveau voor de oudere jeugd. Als een uitbreiding van voorzieningen gewenst is dan is een vervolgopdracht dat binnen de (beperkte) fysieke ruimte gezocht moet worden naar oplossingen. Dit is een opdracht die de gemeente zich tezamen met de ketenpartners zal moeten stellen. 3.3.3. Spanningsveld inwoners. In het bieden van een structurele oplossing ziet de gemeente zich zo nu en dan ook voor een dilemma geplaatst. Inwoners melden overlast hetzij via politie of de gemeente en terecht verwachten zij dat er op dat moment gehandeld wordt en de overlast door inzet van politie, gemeente of jongerenwerk wordt weggenomen of tot aanvaardbare proporties wordt teruggebracht. Echter op het moment dat inwoners geïnformeerd worden over een structurele oplossing in hun buurt, bijvoorbeeld een speelplek voor oudere jeugd, dan stuit de mogelijke realisatie daarvan bij inwoners vaak op problemen. Het betreft hier feitelijk een NIMBY (not in my back yard) gedachte en het is een taak van de gemeente en haar ketenpartners om dit proces in goede banen te leiden en het algemeen belang telkenmale te laten prevaleren. Er zijn de afgelopen jaren ook successen geboekt. Zo is onder het viaduct onder de Rijksweg A15 een prachtige skatevoorziening en een voetbalkooi gerealiseerd. We zien in de praktijk dat er van beide voorzieningen veel tot zeer veel door jongeren gebruik wordt gemaakt zowel om te spelen als om te hangen. Tegelijkertijd is deze locatie ook een plek waar jeugd zich niet in de onmiddellijke nabijheid van bewoners bevindt. Al met al kan deze ontwikkeling als voorbeeld dienen voor de rest van Sliedrecht. Temeer omdat uit gegevens van de opbouw van inwoners blijkt dat het aantal oudere jeugdigen in Sliedrecht in de komende jaren niet zal afnemen, er is eerder sprake van een stabilisatie of een lichte toename, is het voor Sliedrecht belangrijk om ook de voorzieningen voor met name de oudere jeugd op peil te houden en daar waar mogelijk geleidelijk tot een verdere uitbreiding over te gaan. De ontwikkeling zoals onder de A15 komt hieraan geheel tegemoet. 3.3.4. Inzet ambulant jongerenwerk, politie en suswachten. In de loop van 2009 is overlast ontstaan op het Merwedeplein/Hemaplein op de koopavonden. Met name de politie heeft op de koopavonden door middel van inzet van wijkagenten en het uitzetten van zogenaamde informatiegestuurde opdrachten bij de surveillancedienst frequent inzet geleverd op het plein. De laatste jaren heeft er ook een verruiming plaatsgevonden van de uren ambulant jongerenwerk, echter situaties zoals op dit plein tonen aan dat het aantal uren ambulant jongerenwerk nog beperkt is in omvang en dat een uitbreiding ervan een goede bijdrage zou leveren aan het verder preventief bestrijden van overlast. In het raadsprogramma van de gemeente Sliedrecht wordt de lijn om te komen tot meer ambulant jongerenwerk ook ingezet. Het betreft hier een welzijnsgerichte activiteit waarvan het wenselijk is die in verder overleg gestalte te laten krijgen. Op het Hemaplein werd na verloop van tijd duidelijk dat continue toezicht wenselijk was en de gemeenteraad heeft bij de begroting 2010 een budget beschikbaar gesteld voor een uitbreiding van de suswachten op de koopavonden. De kosten hiervan worden evenredig verdeeld tussen de
5
gemeenten en de winkeliers. In december 2009 is op een tweetal koopavonden ervaring opgedaan en het inzetten van suswachten leek daarbij een veelbelovende maatregel om de overlast op de winkelpromenade Kerkbuurt te voorkomen of tenminste te beperken. Tijdens het overleg van de werkgroep winkelpromenade Kerkbuurt dat op 3 maart 2010 plaatsvond zijn daarom verdere afspraken gemaakt over de inzet van de suswachten in 2010. Die afspraken houden in dat er in de periode april tot en met juni 2010, alsmede de periode half augustus tot en met oktober 2010 een uitgebreidere proef is gehouden waarbij afwisselend inzet van suswachten, politie en ambulant jongerenwerk plaatsvindt. De inzet van alle partijen is noodzakelijk om zodoende het gezamenlijke karakter van de aanpak te onderstrepen. De verdeling van de kosten van de suswachten zal plaatsvinden volgens een fifty-fifty principe tussen de winkeliers en de gemeente. Met de hierboven genoemde opzet/inzet blijven de kosten beheersbaar. Ten tijde van het opstellen van dit stuk blijkt uit ervaringen van winkeliers dat zich gedurende de eerst genoemde proefperiode geen noemenswaardige problematiek op de donderdagavond meer heeft voorgedaan. Hoewel een evaluatie nog moet plaatsvinden lijkt de aanpak in de praktijk vooralsnog vruchten af te werpen. Voor de inzet van de suswachten op de donderdagavond zijn vanaf 2011 geen structurele financiële middelen beschikbaar. Op basis van de (voornoemde gezamenlijke) inzet is een jaarlijks structureel budget noodzakelijk van € 2.500,-. Aandachtspunt is dat bij een positieve evaluatie in deze middelen zal moeten worden voorzien. 3.3.5. Wet voetbalvandalisme en ernstige overlast. De wet voetbalvandalisme en ernstige overlast is op 1 september 2010 in werking getreden. In de wet krijgt de burgemeester een nieuwe bevoegdheid om op te treden bij ernstige, herhaaldelijk voorkomende overlast. De nieuwe bevoegdheid bestaat onder andere uit het opleggen van een groepsverbod, een gebiedsverbod of een meldingsplicht. Ook bestaat de mogelijkheid dat een jongere die de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt een zogenaamde avondklok krijgt opgelegd, op het moment dat hij ernstige overlast veroorzaakt. De nieuwe bevoegdheid biedt een mogelijkheid om ernstige, telkenmale terugkerende overlast van jongeren een halt toe te roepen door middel van repressie. De nieuwe bevoegdheid zoals bedoeld in de wet voetbalvandalisme en ernstige overlast kent een sterk repressief karakter. In gevallen waar de burgemeester een dergelijke maatregel aan één of meerdere individuen zou kunnen opleggen zal hij altijd nagaan of er aanvullende welzijnsgerichte maatregelen wenselijk zijn zoals hulpverlening of het verkrijgen van een zinvolle dagbesteding. Het verbinden van repressie aan preventie/welzijnsgerichte maatregelen is een nadrukkelijke opdracht die gesteld wordt omdat in bepaalde gevallen alleen met die integrale werkwijze tot een oplossing van de problematiek kan worden gekomen. Tot slot biedt de nieuwe bevoegdheid ook een mogelijkheid om de vrijwilligheid die vaak aan interventies vastzit te doorbreken. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden door een groep jongeren een groepsverbod, gebiedsverbod of een meldingsplicht in het vooruitzicht te stellen als niet wordt meegewerkt aan een interventie die als noodzakelijk wordt gezien. 3.3.6. Verplichte opvoedingsondersteuning. In het SJS overleg worden individuele jongeren besproken (ouder dan 12 jaar) die op enigerlei wijze in problemen verkeren. Omwille van de vrijwilligheid die vaak aan interventies vast zit blijft het lastig om die invloed op jongeren uit te oefenen die ketenpartners vaak voor ogen hebben. Een nieuwe ontwikkeling is dat het kabinet voornemens is om de burgemeester bevoegd te maken om via de kinderrechter opvoedingsondersteuning af te dwingen. In augustus 2009 is hiervoor een wetsvoorstel Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen bij de tweede kamer ingediend. Het wetsvoorstel zal naar verwachting in 2011 in werking treden. Als opvoedingsondersteuning duidelijk gewenst is maar niet wordt geaccepteerd kan dit nieuwe middel een uitkomst bieden. De ontwikkelingen met betrekking tot het aannemen van dit wetsvoorstel zullen nauwlettend worden gevolgd.
6
3.3.7. Lokale interventies op jeugdigen vanuit preventie. Het is een gegeven dat interventies op het gebied van zorg en hulpverlening veelal moeten plaatsvinden op basis van vrijwilligheid. Juist daarom is het van belang om jongeren in een vroege leeftijdsfase te beïnvloeden en structuur te geven waarin zij nog beïnvloedbaar zijn. Gewenst gedrag kan dan wellicht nog worden bereikt. Enige jaren terug hebben er in gezamenlijkheid tussen de gemeente en de politie en onder voorzitterschap van een voormalig schooldirecteur gesprekken plaatsgevonden met jongeren rond de 13 en 14 jaar en hun ouders. De ervaringen met deze gesprekken waren positief en de ervaring was dat jongeren in deze leeftijdsfase nog beïnvloed kunnen worden. Dergelijke gesprekken zullen opnieuw worden gehouden op het moment dat een groep jongeren in beeld komt die hiervoor in aanmerking komt. Globaal gesteld dient het te gaan om jongeren in de eerdergenoemde leeftijdsfase die voor wat betreft overlast in beeld zijn en waarbij hooguit sprake is van vormen van lichte criminaliteit. Op dit moment oriënteren wij ons ook op een mogelijke aanpak van een groepje jongeren in de leeftijdsfase vanaf 15 jaar en ouder. Jongeren in deze leeftijdsfase zijn veelal minder makkelijk of niet beïnvloedbaar. Wij dienen daarom nieuwe methodieken te ontwikkelen voor een aanpak van groepen in deze leeftijdsfase. Een aanpak van jongeren in beide genoemde leeftijdsfases zal vanaf heden een vast onderdeel worden van beleid. Dit houdt kort gezegd in dat wij een aanpak toepassen op het moment dat een groep hiervoor in aanmerking komt. 3.3.8. Jeugdcentra. In het jeugdbeleid van de gemeente Sliedrecht is opgenomen dat jeugdwerk op wijkniveau baat heeft bij jeugdaccommodaties in de wijk. Dit hoeven niet noodzakelijkerwijze aparte of nieuwe accommodaties zijn. Wijkgebonden jeugdaccommodaties sluiten goed aan bij de wens van de jeugd zelf aan laagdrempelige wijkvoorzieningen om naar toe te gaan en ‘tijd stuk te slaan’. Op dit moment zijn er een tweetal centra waar jongeren terecht kunnen: Elektra en Pand 33. Beide panden voorzien duidelijk in een behoefte maar hebben anderzijds wel hun eigen doelgroep. Buurthuizen zijn in Sliedrecht niet aanwezig. Met behulp van het SOJS zijn er in de afgelopen jaren een aantal initiatieven geweest om jeugdwerk op wijkniveau te organiseren. Er zijn echter geen geschikte bestaande locaties gevonden binnen Sliedrecht. Een verdere aanpak op dit gebied zal moeten plaatsvinden in het kader van het jeugdbeleid. In het najaar van 2010 zal een evaluatie van het jeugdbeleid plaatsvinden waarbij verder op deze kwestie zal worden ingegaan. Tijdens de vele overleggen die plaatsvonden over het concept plan van aanpak vandalisme en overlast 20102011 zijn een aantal suggesties gedaan op het gebied van wijkgebonden jeugdwerk. Die suggesties zullen tijdens de evaluatie van het jeugdbeleid worden meegenomen. 3.3.9. Verzuip jij je toekomst. De bestrijding van (overmatig) alcoholgebruik onder met name jongeren is in de loop van 2009 gestart middels het project “verzuip jij je toekomst”. Tot en met 2012 zullen acties worden uitgevoerd om dit gebruik terug te dringen. De opzet is enerzijds om meer informatie te verzamelen over een aanpak zoals een attitudemeting onder jongeren en onderzoek naar de beste methodieken om het (overmatig) alcoholgebruik te bestrijden. Anderzijds worden vanaf de aanvang van het project gerichte acties uitgevoerd zoals een verkenningsactie in de horecabedrijven waarbij gecontroleerd wordt op het schenken van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 16 jaar en een actie in het kader van mysteryshopping bij de horeca, slijterijen, sportkantines, cafetaria’s en supermarkten. Alle genomen en nog te nemen acties vinden plaats vanuit de drie pijlers van het project: handhaving, beleid en regelgeving en tot slot preventie en educatie. Volledigheidshalve wordt nog vermeld dat het vast beleid is dat Bouman GGZ verslavingszorg leerkrachten op scholen traint zodat deze aan scholieren één of meerdere lessen kunnen verzorgen over onderwerpen als alcohol, maar waar ook roken en drugs aan de orde worden gesteld. 3.3.10. Ontwikkeling Centrum voor jeugd en gezin / veiligheidshuis. In januari 2011 wordt het centrum voor Jeugd en Gezin geopend. Onderdeel hiervan vormt een inlooppunt waar ouders, jeugdigen en professionals voor informatie, advies en lichte
7
opvoedingsondersteuning terecht kunnen. Ook wordt de structuur van de casusoverleggen aangepast aan de eisen van de wet door omvorming tot een zorgadviesteam. Verder worden sluitende schriftelijke afspraken gemaakt over taken en verantwoordelijkheden met de instellingen in het achterliggende netwerk en er wordt een strategisch overleg jeugdbeleid tot stand gebracht. Het is een onderdeel van het Rijksbeleid dat er in Nederland een landelijk dekkend netwerk moet komen van veiligheidshuizen. De veiligheidshuizen moeten een bijdrage leveren aan de doelstelling van het kabinet om de criminaliteit en overlast met 25 procent te reduceren en de recidive terug te dringen. Sinds 2007 wordt in Dordrecht in het veiligheidshuis samengewerkt aan een sluitende aanpak van veelplegers en jeugd met alle andere relevante ketenpartners. In 2008 is het werkgebied uitgebreid met het huiselijk geweld. Het veiligheidshuis werkt persoonsgericht en gebiedsgericht. Interventies die het veiligheidshuis inzet zijn gebaseerd op een combinatie van strafrecht, zorg, toezicht en bestuursrechtelijke handhaving. Het is de ambitie van het veiligheidshuis om door te ontwikkelen naar andere gemeenten in de regio en deze ontwikkeling zal in het jaar 2010 gestalte gaan krijgen. Ook de coördinatie van nazorg van jeugdige ex gedetineerden zal in het veiligheidshuis een plaats krijgen. De coördinatie voor volwassen ex gedetineerden zal binnen de Drechtsteden worden weggezet bij de Sociale Dienst Drechtsteden. De samenwerking met het veiligheidshuis wordt als een belangrijke ontwikkeling gezien. Voor wat betreft een sluitende aanpak van veelplegers en huiselijk geweld beschikt het veiligheidshuis vanuit de ervaringen van Dordrecht over de nodige professionaliteit. Vanwege de vele prioriteiten ontbreekt daarnaast lokaal de capaciteit om een sluitende aanpak op de genoemde gebieden vorm te kunnen geven. Voor wat betreft de sluitende aanpak van jeugd is het veiligheidshuis een belangrijke partner om een koppeling tot stand te brengen en te houden tussen strafrecht en zorg. 3.3.11. Buurtavonden van Hans Kaldenbach. De heer Hans Kaldenbach heeft in den lande bekendheid verworven met zijn bijeenkomsten voor zowel professionals als bewoners in het kader van jongerenoverlast. De heer Kaldenbach gaat daarbij op een enthousiasmerende manier in op de straatcultuur van jongeren en hoe je op de meest effectieve manier met de bestaande cultuurverschillen tussen jongeren en bewoners kunt omgaan. In maart 2010 hebben voor professionals een tweetal bijeenkomsten plaatsgevonden welke zijn georganiseerd door de veiligheidssociëteit. De ervaringen zijn dat de heer Kaldenbach deze bijeenkomst op een zeer inspirerende en toegankelijke wijze vorm geeft. De gemeente Papendrecht heeft er voor gekozen om de heer Kaldenbach ook buurtavonden “omgaan met hangjongeren” te laten verzorgen. Vanuit een aantal oogpunten is het gewenst deze buurtavonden (voor buurtbewoners) ook in Sliedrecht vorm te geven: 1. vanuit het werkveld (waaronder politie en jongerenwerk) wordt het bestaan van cultuurverschillen tussen bewoners enerzijds en de jongeren anderzijds doorgaans onderschreven. Anders omschreven bestaat er op bepaalde momenten een zichtbare kloof tussen de jongeren en de bewoners; 2. vanuit het wijkgericht werken, Welzijn en Openbare Orde en Veiligheid wordt het nut van het organiseren van buurtavonden onderschreven. Op het gebied van overlast van jongeren ligt de verantwoordelijkheid in de eerste plaats bij bewoners en jongeren om samen tot een leefbare oplossing te komen. Als het probleem daarna nog bestaat dan dient het onmiddellijk te worden overgedragen aan de professionals. Van contacten tussen bewoners en jongeren is nu nog niet altijd sprake, een probleem wordt in zo’n geval rechtstreeks aan professionals overgedragen. Het is goed om door middel van buurtavonden in te zetten op een verbetering van de zelfredzaamheid en cohesie van een buurt; 3. door middel van een buurtavond worden bewoners vaardigheden geleerd om in te kunnen springen op de cultuurverschillen zodat zij op de meest effectieve wijze met jongeren communiceren.
8
4. de inspirerende en toegankelijke wijze waarop de heer Hans Kaldenbach deze buurtavonden geeft leveren een aanvullende bijdrage in het bestrijden van overlast. Wij zullen in 2011 een proef / pilot houden in één van de wijken met de methodiek van de heer Hans Kaldenbach en nadien evalueren of een dergelijke methodiek over alle wijken dient te worden uitgerold. Wij zullen er naar streven om de proef / pilot binnen bestaande middelen uit te voeren. Op het moment dat deze middelen onvoldoende blijken, dan zullen wij om aanvullende middelen verzoeken.
9
4. Vandalisme. 4.1. Cijfers en ervaringen. Door middel van diverse maatregelen is er de laatste jaren door de gemeente en de ketenpartners ingezet op de bestrijding van vandalisme. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan: - blijvende contacten met de horeca bijvoorbeeld in de vorm van een horecaoverleg; - afspraken met de horeca die onder andere hebben geleid tot de inzet van suswachten tijdens horecanachten; - inzet van de politie tijdens horeca-nachten en op hanggroepen; - meer ambulant jongerenwerk op hanggroepen; - een drie maanden durende campagne tegen vandalisme; - het verhalen van schade aan gemeentelijke eigendommen op de daders; - contacten met jongeren in de vorm van bezoeken aan de basisscholen door de burgemeester. - aanvullend aan alle maatregelen de inzet van cameratoezicht; De maatregelen van de gemeente en de ketenpartners hebben invloed gehad op de hoeveelheid vernielingen. Hieronder treft u een overzicht aan van de ontwikkelingen in de aangiften van vandalisme vanaf het jaar 2003 tot en met 2009. Duidelijk is te zien dat er een afname heeft plaatsgevonden van het aantal aangiften van vernielingen. De daling in de cijfers komt ook overeen met het algemene beeld dat bij de gemeente en de ketenpartners bestaat dat er een verbetering is opgetreden in de omvang van het vandalisme in Sliedrecht. Op zich is de conclusie gerechtvaardigd dat we de goede weg zijn ingeslagen maar het laat onverlet dat er nog steeds de ambitie en ons inziens ook de ruimte is om het vandalisme verder te bestrijden. Vernielingen (aangiften) Jaar 2003 Jaar 2004 Jaar 2005 Jaar 2006 Jaar 2007 Jaar 2008 Jaar 2009
355 aangiften 284 aangiften 336 aangiften 219 aangiften 232 aangiften 208 aangiften 206 aangiften
4.2. Voorgesteld aanvullend beleid op vandalisme in 2010-2011. Al eerder is het uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2010 vastgesteld. In dit plan zijn een drietal speerpunten bepaald waar gemeente, politie en Openbaar Ministerie in 2010 een gezamenlijke inzet op zullen leveren en tevens worden de hoofdlijnen van deze gezamenlijke inzet in dit plan beschreven. Twee van de vastgestelde speerpunten gaan over jeugd en volumecriminaliteit (waaronder vandalisme). Het plan van aanpak vandalisme en overlast 20102011 kan dan ook gezien worden als een verdere uitwerking van het uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2010. 4.2.1. Uitbreiding cameratoezicht. Halverwege 2009 is een werkgroep winkelpromenade Kerkbuurt opgericht waarin een afvaardiging zit van winkeliers, bewoners, politie en gemeente. De werkgroep heeft zich ten doel gesteld om de leefbaarheid, veiligheid en het aanzien van de Kerkbuurt te vergroten. Het eerste wapenfeit van de werkgroep was in juni 2009 toen de zogenaamde gedragsregelborden tot stand zijn gekomen welke op een drietal locaties op de winkelpromenade zijn bevestigd. De werkgroep is gelijktijdig aan de slag gegaan met de uitkomsten van de enquête die begin 2009 onder winkeliers en bewoners van de winkelpromenade werd gehouden en verband hield met de onderwerpen vandalisme en overlast. Uit de enquête kwam naar voren dat het vandalisme op de Winkelpromenade Kerkbuurt verspreid is over de het hele tracé.
10
Een verder in het oogspringende uitkomst was dat 30 bedrijven in de laatste drie jaren één of meerdere keren ruitschade hebben opgelopen door vandalisme. De uitkomsten van de enquête en de gesprekken met de winkeliers hebben een realistischer beeld gegeven van de problematieken op de winkelpromenade Kerkbuurt en zijn een belangrijke aanleiding geweest om het cameratoezicht op de winkelpromenade Kerkbuurt uit te breiden op een drietal punten. Nadat het fysieke en juridische traject doorlopen was zijn de nieuwe camera’s begin mei 2010 in gebruik genomen. Juist doordat in een uitbreiding is voorzien op strategische locaties is na de uitbreiding het grootste deel van de winkelpromenade Kerkbuurt te overzien. Dit betekent een grote vooruitgang. Daarnaast is het ook een duidelijke verbetering dat camera’s op diverse manieren de Kerkbuurt in- en uitkijken. Op die manier neemt de kans toe dat een dader op een bepaalde locatie herkenbaar in beeld komt omdat deze een camera tegemoet loopt. Ook wordt verwacht dat er een preventieve werking uitgaat van meer gericht cameratoezicht, die werking werd tijdens een eerdere evaluatie van het Sliedrechtse cameratoezicht aangetoond. Vanwege bovengenoemde omstandigheden zijn er gespannen verwachtingen over de uitbreiding. 4.2.2. Kerkbuurt vrij van graffiti. De eerdergenoemde werkgroep winkelpromenade Kerkbuurt heeft een aanpak/initiatief ontwikkeld die ervoor kan zorgen dat de gehele winkelpromenade Kerkbuurt in het vervolg gevrijwaard zal blijven van graffiti. Tijdens het overleg van de werkgroep winkelpromenade Kerkbuurt dat op 3 maart 2010 plaatsvond zijn de volgende afspraken gemaakt over de aanpak van graffiti. 1. iedere winkelier uit de winkelpromenade Kerkbuurt zal een bescheiden bijdrage worden gevraagd om jaarlijks de graffiti te kunnen bestrijden in de winkelpromenade Kerkbuurt. De uiteindelijke deelname zal worden vastgelegd door middel van een kort contract; 2. op het moment dat blijkt dat de winkeliers zullen deelnemen dan dient er een nulsituatie gecreëerd te worden. Dit betekent dat in de winkelpromenade alle graffiti wordt verwijderd die op dit moment daar aanwezig is. De kosten voor het creëren van deze nulsituatie bedragen € 1.486,- exclusief BTW. In de regelingen die in den lande gangbaar zijn neemt de gemeente de kosten van de nulsituatie voor haar rekening. Deze kosten zullen worden gedekt uit het lopende veiligheidsbudget voor 2010; 3. als bijkomende aanpak zal er vanuit de politie een handhavingsactie plaatsvinden. Vanwege het risico om afbreuk te doen aan deze maatregel wordt hierover in deze beleidsnota geen verder inhoudelijke mededeling gedaan. Achteraf zal de aanpak en resultaten worden teruggekoppeld; 4. de politie zal een kort aangifteformulier maken en zal dit aan de winkeliers uitreiken. Op die wijze wordt het doen van aangifte vergemakkelijkt; 5. het jongerenwerk is desgevraagd bereid om een workshop graffiti te houden voor jongeren die behoefte hebben om op een legale manier graffiti te spuiten. De winkeliers hebben op 16 maart 2010 een voorstel ontvangen voor de hierboven omschreven aanpak. Met de bovenstaande aanpak van graffiti kan een belangrijke kwaliteitsslag worden gemaakt in de leefbaarheid en het aanzien van de winkelpromenade. In de vergadering van de werkgroep van 1 juli 2010 zijn de resultaten teruggekoppeld van het voorstel: 27 van de in totaal 64 bedrijven die gevestigd zijn aan de winkelpromenade nemen deel. In de tussentijd is ook een centrummanager aangesteld en zijn er op dit moment initiatieven die zullen leiden tot de oprichting van een nieuwe winkeliervereniging. Afgesproken is dat tijdens de eerste vergadering van de winkeliersvereniging, welke in het vierde kwartaal wordt verwacht, de onderwerpen graffiti en suswachten opnieuw wordt besproken en er om deelname van de bedrijven wordt gevraagd die gevestigd zijn op de winkelpromenade. Volledigheidshalve wordt vermeld dat het creëren van een (permanente) legale plaats voor het spuiten van graffiti in het openbaar gebied vooralsnog niet de voorkeur heeft. Er is in Sliedrecht vooral sprake van het spuiten van zogenaamde “tags” hetgeen een vorm van graffiti is die met name op illegale plaatsen plaatsvindt, er is geen grote behoefte bekend aan legale plaatsen om graffiti te kunnen spuiten en uit ervaringen van andere gemeenten (waaronder Delft) blijkt dat het creëren van legale plaatsen ook jongeren aantrekt van buitenaf en dat buiten de legale plaatsen nog steeds wordt gespoten. Bij de uitvoerende instanties van de gemeente, politie en het jongerenwerk
11
heerst de opvatting dat in Sliedrecht graffiti niet hoeft te worden gekanaliseerd door middel van voorzieningen. De graffiti kan nog goed worden bestreden. 4.2.3. Campagne meld misdaad anoniem. In de media zijn in de loop van 2009 berichten verschenen over de goede resultaten die diverse gemeente gehaald hebben in de bestrijding van criminaliteit naar aanleiding van een gehouden campagne van meld misdaad anoniem. Er zijn inmiddels contacten geweest met de organisatie van meld misdaad anoniem (Stichting M) om te komen tot een lokale uitwerking van een campagne op het gebied van vandalisme. Uiterlijk in het vierde kwartaal van 2010 zal een verdere uitwerking met daarin een eerste opzet op schrift worden gesteld. De kosten van dit project bedragen maximaal € 3.500,- en zullen uit het reguliere veiligheidsbudget worden bekostigd. 4.2.4. Burgemeester bezoekt scholen in het kader van veiligheid. In het algemeen wordt er belang gehecht aan contacten met jongeren. Dergelijke contacten geven de mogelijkheid om namens de gemeente signalen af te geven aan jongeren maar ook om informatie te ontvangen van de jongeren. In 2006 bezocht de burgemeester de uitgaansgelegenheden. In het schooljaar 2007-2008 heeft de burgemeester een bezoek gebracht aan alle scholen in Sliedrecht in het kader van veiligheid. De ervaringen van die pilot waren dat wanneer er contacten met jongeren in de kwetsbare leeftijd plaatsvinden dit een preventieve werking kan hebben. De bezoeken aan de scholen zijn in het schooljaar 2009-2010 daarom wederom voortgezet in de groepen 8 van het basisonderwijs. In de overleggen die hebben plaatsgevonden in het kader van het concept plan van aanpak vandalisme en overlast 2010-2011 werd de aanpak in het basisonderwijs van harte onderschreven. De suggestie werd gedaan om deze bezoeken op het voortgezet onderwijs te herhalen. De kracht van de aanpak moet ook zitten in de herhaling van het bezoek. Het is een goede suggestie die wordt overgenomen. Vanaf het schooljaar 2010-2011 zullen de bezoeken daarom jaarlijks plaatsvinden op alle basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs in Sliedrecht. 4.2.5. Aanpak oud en nieuw. Het is een bekend verschijnsel dat vandalisme toeneemt rondom de periode van oud en nieuw. Sinds het jaar 2003 worden er daarom maatregelen genomen om de oud en nieuw viering zo ordelijk mogelijk te laten verlopen. Door de jaren heen is deze aanpak ook uitgebreid en jaarlijks vindt afstemming plaats met ketenpartners als de horeca, politie, suswachten en bureau Halt. De jaarlijkse aanpak omvat onder andere: - het opstellen van een risicolijst met kwetsbare objecten of locaties; - de inzet van een koppel dat toezicht houdt op de kwetsbare objecten tijdens de nacht van oud en nieuw; - inzet van 3 koppels politie in het uitgaansleven; - de inzet van suswachten; - het aanstellen van portiers bij het jongerencentrum; - het maken van afspraken over de paraatheid van de gemeentelijke buitendienst in de nacht van oud en nieuw; - het opstellen van een telefooncirkel met alle ketenpartners; - een brief aan gebruikers van bedrijfsafvalcontainers ter voorkoming van containerbranden; - externe communicatie in verband met een zo rustig mogelijke oud en nieuw; - afstemming met bureau Halt over hun inzet op scholen (vuurwerk); - het op sommige plaatsen preventief verwijderen van prullenbakken; - het verspreiden van posters e.d. in verband met het opruimen van vuurwerkafval. Tot op heden vindt deze aanpak jaarlijks plaats maar was deze niet vastgelegd in beleid. Hierin wordt nu voorzien door opname ervan in het plan van aanpak vandalisme en overlast 2010-2011.
12
Maatregel
Wie
Wanneer
Kosten
Het opstellen van een initiatiefvoorstel met een handreiking voor het voorzieningenniveau voor oudere jeugd.
Hanggroepenoverleg.
Uiterlijk eind 2011 gereed.
Op dit moment geen aanvullende kosten.
Het in goede banen leiden van het NIMBY proces bij inwoners en het laten prevaleren van het algemeen belang op het moment dat het voorzieningen betreft voor de oudere jeugd.
Alle ketenpartners en bestuurders.
Doorlopend.
Geen kosten.
Uitbreiding van het aantal uren ambulant jongerenwerk.
Welzijn.
2010-2011.
Zal binnen initiatieven vanuit Welzijn worden meegenomen.
Financiële middelen voor de inzet suswachten op donderdagavond voor het jaar 2011 en volgende.
BV/burgemeester.
2010-2011.
Voor de inzet van de suswachten op donderdagavond is een bedrag noodzakelijk van € 2.500,-.
Het zo nodig toepassen van de nieuwe bevoegdheid zoals bedoeld in de wet voetbalvandalisme en ernstige overlast teneinde gevallen waarin sprake is van ernstige overlast een halt toe te roepen.
BV/burgemeester.
Doorlopend.
Geen kosten.
Monitoren van het wetsvoorstel Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen zoals dat naar verwachting in 2011 in werking zal treden.
BV/burgemeester.
2011..
Geen kosten.
Zo nodig interventies laten plaatsvinden op jeugdgroepen (bijvoorbeeld gesprekken met jongeren en ouders als de jongeren nog in een levensfase verkeren waarin zij beïnvloedbaar zijn).
Politie/SJS/Welzijn/BV/burgeme ester.
Doorlopend.
Eventuele zaalhuur e.d. vindt binnen bestaande budgetten plaats.
Maatregel
Wie
Wanneer
Kosten
Nadere oriëntatie op jeugdwerk op wijkniveau (binnen evaluatie jeugdbeleid).
Welzijn.
Najaar 2010.
Zal binnen initiatieven vanuit Welzijn worden meegenomen.
Acties in het kader van het project “Verzuip jij je toekomst?!”.
GGD/Welzijn/BV.
Tot en met 2012.
Geen aanvullende kosten.
Regionale ontwikkelingen volgen: Centrum Jeugd en gezin, Veiligheidshuis.
Welzijn/BV.
2010-2011.
Op dit moment geen aanvullende kosten.
Proef / pilot buurtavond Hans Kaldenbach in het kader van overlastbestrijding.
BV/wijkgericht werken.
2011.
In principe zal de proef worden uitgevoerd binnen de bestaande middelen. Op het moment dat deze onvoldoende blijken zal om aanvullende middelen worden gevraagd.
Uitbreiding cameratoezicht.
BV/burgemeester.
Gerealiseerd
Niet van toepassing.
Kerkbuurt graffitivrij (in samenwerking tussen gemeente, politie en winkeliers).
BV/centrummanager/burgemeester.
Eind 2010.
Kosten voor de eerste schoonmaak bedragen ongeveer € 1.500,-. Deze kosten zullen worden gedekt uit het reguliere veiligheidsbudget.
Campagne Meld Misdaad Anoniem.
BV/Stichting M/burgemeester.
2011.
De kosten bedragen maximaal € 3.500,-. Deze kosten zullen worden gedekt uit het reguliere veiligheidsbudget.
Aanpak voor een zo ordelijk mogelijk verloop van oud en nieuw.
BV/burgemeester.
Jaarlijks.
De kosten voor het inhuren van Alert Security bedragen omstreeks € 2.000,-. Deze kosten worden gedekt uit het reguliere budget voor oud en nieuw.
14
Bijlage. Evaluatie van de maatregelen die zijn uitgevoerd als gevolg van het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007/2008 1. Contacten met jongeren. In het algemeen wordt er belang gehecht aan contacten met jongeren. In 2006 bezocht de burgemeester de uitgaansgelegenheden. In het schooljaar 2007-2008 heeft de burgemeester een bezoek gebracht aan alle scholen in Sliedrecht. In het schooljaar 2009-2010 zijn alle basisscholen bezocht. De ervaringen zijn dat wanneer er contacten met jongeren plaatsvinden in de meest kwetsbare leeftijd dit een preventieve werking kan hebben. Daarnaast geven de contacten de mogelijkheid om namens de gemeente signalen af te geven maar ook om informatie te ontvangen van de jongeren. Vanwege de goede ervaringen en contacten met de scholen zullen de gesprekken vanaf heden ieder schooljaar plaatsvinden op alle basisscholen alsmede (om te herhalen) op de scholen voor het voortgezet onderwijs in Sliedrecht. Inhoud van de bezoeken in het kort: - de burgemeester bezoekt op alle basisscholen de groepen 8 van het basisonderwijs en groep 1 van het voortgezet onderwijs; - er worden stellingen en filmpjes gehanteerd aan de hand waarvan jongeren naar hun mening of indruk gevraagd wordt en een discussie op gang wordt gebracht; - In de aanpak tot op heden zijn tijdens de bezoeken de volgende onderwerpen aan de orde geweest: veiligheid en veiligheidsgevoel van jongeren, vandalisme, alcohol, roken en drugs, wat zou je willen veranderen in Sliedrecht? Winstpunten: - er vinden contacten plaats met jongeren in de kwetsbare leeftijd hetgeen een preventieve werking kan hebben; - er wordt gesproken over kwesties die lokaal spelen en waarmee jeugdigen in aanraking kunnen komen zoals vandalisme en alcohol; - de contacten geven de mogelijkheid om als gemeente bepaalde signalen af te geven aan jeugdigen; - de contacten geven de mogelijkheid om bepaalde signalen te ontvangen van jeugdigen; Hoe nu verder: Vanwege de goede ervaringen met de gesprekken zullen deze jaarlijks worden gehouden op de scholen voor basis- en voortgezet onderwijs in Sliedrecht.
2. Campagne “stop met vandalisme”. In het plan van aanpak 2007/2008 is het onderdeel opgenomen “zwaarder straffen op bepaalde gebieden”. Met het Openbaar Ministerie is herhaaldelijk contact geweest hierover. Ondanks de goede contacten is het uiteindelijk niet gelukt om overeenstemming te krijgen met het O.M. om in Sliedrecht op gerichte momenten zwaarder te straffen. Wel is op andere punten met het Openbaar Ministerie overeenstemming bereikt waaronder een zogenaamd lik-op-stuk beleid. Ook zijn andere punten aan dit onderdeel toegevoegd zoals toezicht door het targetteam van de politie. Van begin half september 2008 tot half december 2008 is uitvoering gegeven aan een campagne “stop met vandalisme”. Inhoud campagne in het kort: - opening van de campagne en aandacht in een aantal bladen (AD, Kompas, etc). - iedere week aandacht voor vandalisme op de gemeentepagina (halve pagina).
-
aandacht in het Kompas door middel van meerdere artikelen (bijvoorbeeld interview O.M.). vier keer de inzet van het politiepromotieteam in het uitgaansgebied die gadgets uitdeelden en gesprekken zijn aangegaan met jongeren. inzet van het targetteam (agenten in burger) in het uitgaansgebied (in principe iedere zaterdag geweest, tenzij er in de regio activiteiten waren). aandacht voor veilig en plezierig uitgaan op de locaties BW-plein, Dr. Langeveldplein en kop van de Kerkbuurt (grote vinyl stickers).
Winstpunten: - er is gedurende langere tijd aandacht geweest voor het probleem vandalisme en dat is een goede zaak; we moeten dit zeker in de toekomst herhalen als er aanleiding voor is. Alle artikelen die verschenen zijn in het kader van deze campagne zijn gebundeld in een bijlage. - de samenwerking tussen gemeente, politie en het O.M. is gedurende de campagne intensiever geweest. - lik-op-stuk beleid: het lik-op-stuk-beleid houdt in dat deze verdachten niet worden heengezonden zonder dat aan hen een transactie is aangeboden of een dagvaarding is uitgereikt. Hoe nu verder: Wellicht goed te vermelden dat, ook al is de campagne geëindigd, de gemeente, politie en het O.M. actief zullen blijven in de strijd tegen het vandalisme. Te denken valt aan de aanwezigheid van politie tijdens uitgaanstijdstippen en hun inzet ten aanzien van de diverse hanggroepen, de inzet van het lik-op-stuk beleid, de suswachten, het cameratoezicht, etc. Voor het vervolg op deze campagne wordt gedacht aan een campagne “meld misdaad anoniem”. In den lande zijn hiermee enkele goede resultaten bereikt. Inzet politiepromotieteam: De inzet van het politie promotieteam verdient speciale aandacht. Dit team wordt gevormd door leerlingen van het Zadkine College die een voorbereidend jaar volgen voor een opleiding aan de politieacademie. Dat deze jongeren van het politiepromotieteam jongeren in het uitgaansgebied hebben aangesproken en kleinigheden hebben uitgedeeld heeft goed gewerkt. Ten eerste doordat de ervaring leert dat jongeren door hun eigen doelgroep worden aangesproken. Maar niet in de laatste plaats door de betrokkenheid en inzet van de jongeren van het politiepromotieteam. Inzet targetteam: De inzet van dit team heeft niet geleid tot een succesvolle aanhouding. Dit hoewel er wel mensen/bekenden zijn gevolgd. Uit de inzet van dit team bleek met name dat in de weekeinden waar inzet plaatsvond het uitgaan rustig is verlopen. Aandachtspunten: - er zijn artikelen op de gemeentepagina verschenen die ook interessant zouden zijn geweest als redactioneel artikel voor het Kompas. Voor de toekomst zouden we kunnen kijken of we met het Kompas hierover afspraken kunnen maken. Voorbeelden waren het interview met de suswacht, de wijkagent en het politie promotieteam. - er is relatief veel op de gemeentepagina verschenen, maar dit aandachtspunt valt samen met het onder het eerste gedachtestrepen genoemde. - het viel niet mee om gedurende drie maanden doorlopende communicatie te verzorgen. Dit valt samen met de voorwaarde dat een te plaatsen tekst duidelijke nieuwswaarde moet hebben. Voor een vervolg zouden er nog meer ideeën moeten worden bedacht.
16
3. Samenwerking bevorderen tussen alle horeca Over het algemeen zijn de onderlinge contacten tussen de ketenpartners goed te noemen. Men kent elkaar en er zijn korte lijnen tussen horeca onderling, horeca en de ketenpartners, en de ketenpartners onderling. De onderlinge samenwerking blijkt verder uit een aantal zaken: - minstens eenmaal per jaar vindt er een overleg plaats met alle horecabedrijven in Sliedrecht. Tijdens dit overleg staat het gezamenlijk optrekken van de horeca, politie en gemeente centraal en worden actuele onderwerpen behandeld; - de horecabedrijven op het gebied Kerkbuurt nemen deel aan het project suswachten en ondersteunen dit ook financieel. Het aanstellen van suswachten is een vorm van samenwerking tussen de ketenpartners en de horeca erkent hiermee ook een (gedeelde) verantwoordelijkheid te hebben voor een ordelijk verloop van het uitgaan in het openbaar gebied; - rondom oud en nieuw vindt een aanpak tussen de ketenpartners plaats (waaronder de horeca) om oud en nieuw zo ordelijk mogelijk te laten verlopen. De laatste jaren blijkt die gezamenlijke aanpak effectief; - er is samenwerking ontstaan door middel van de stichting Sliedrechtse Horeca Ondernemers (SHO), bijvoorbeeld rondom het Baggerfestival; - er is samenwerking ontstaan tussen een tweetal horecabedrijven op de Kerkbuurt die daar een gezamenlijk terras exploiteren. In het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007-2008 is ook opgenomen dat wanneer een jeugdige die zich in één horecabedrijf heeft misdragen en voor korte of langere tijd tot het bedrijf de toegang wordt ontzegd, hij/zij ook in de andere bedrijven een ontzegging krijgt zodat deze jeugdige op andere plaatsen niet meer voor problemen kan zorgen. De horeca heeft op dit punt laten blijken geen voorstander te zijn van een dergelijke regeling. De horecabedrijven geven aan dat wanneer over een persoon in een bepaalde gelegenheid geen controle of zeggenschap is, dit niet per definitie betekent dat er over deze persoon in een andere gelegenheid ook geen controle of zeggenschap is. Vooropgesteld moet worden dat er zich tot op heden geen grootschalige problematieken hebben voorgedaan op het gebied van ontzeggingen waardoor er geen onmiddellijke prioriteit aan dit onderdeel is toegekend. Tot slot mag niet onvermeld blijven dat in februari 2010 in het kader van het project verzuip jij je toekomst zogenaamde mysteryshopping activiteiten zijn uitgevoerd in de gehele regio. Bij deze activiteiten werden 15 jarigen ook de horecabedrijven en cafetaria’s van Sliedrecht ingestuurd om alcohol te nuttigen/kopen. Bij de activiteiten heeft er geen enkele keer een overtreding plaatsgevonden. Zeker ten opzichte van de resultaten in de regio is dit resultaat opmerkelijk en de Sliedrechtse horecabedrijven verdienen in dit opzicht een pluim voor hun betrokkenheid en inzet.
4. Cameratoezicht In het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007/2008 werd vermeld dat onderzocht zal worden of cameratoezicht als aanvullende maatregel op bestaande maatregelen een bijdrage kan leveren aan het vergroten van de veiligheid in Sliedrecht. Vanaf eind december 2007 is een proef gehouden met cameratoezicht en daarna heeft er een evaluatie plaatsgevonden over deze proef. In eerdere stukken is al uitgebreid ingegaan op de proef en de evaluatie. Volstaan wordt met het vermelden dat cameratoezicht heeft bewezen een toegevoegde waarde te hebben als aanvulling op bestaande maatregelen in de bestrijding van met name vandalisme en overlast. Voor een meer gerichte aanpak van het cameratoezicht op de winkelpromenade Kerkbuurt wordt in het plan van aanpak vandalisme en overlast 2010/2011 uitgebreider ingegaan.
17
5. De veilige school Ten tijde van de totstandkoming van het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007/2008 was de aanpak voor de veilige school al in een ver gevorderd stadium zodat in dit plan al was aangegeven in welke aanpak dit heeft geresulteerd. Ook is er een boekje tot stand gekomen met een beschrijving van de maatregelen over de veilige school dat al eerder is aangeboden aan het gemeentebestuur. Vanwege deze omstandigheid wordt in dit onderdeel verwezen naar die stukken. Onderwerpen van de veilige school waren onder andere: bureau Halt en gemeente waren de scholen behulpzaam bij het opstellen van een schoolveiligheidsplan, het instellen van een Multi Disciplinair Team waarin individuele jongeren worden besproken (onder de 12 jaar) die op enigerlei wijze in problemen verkeren, scholen zouden door middel van een formulier registreren wanneer zich met een jongere een incident voordoet, etc.
6. Communicatie vandalisme en verhalen schade Overeenkomstig het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007-2008 wordt schade die aan gemeentelijke eigendommen ontstaat al enige jaren bijgehouden. In 2007 en 2008 bedroeg deze schade afgerond ongeveer € 40.000,-. In 2009 is de schade afgenomen naar een bedrag van afgerond ongeveer € 30.000,-. Communicatie over vandalisme in de media wordt op dit moment ingezet als er sprake is van activiteiten op het gebied van vandalisme. Deze richtlijn wordt ook op andere gebieden van criminaliteit gevolgd. Zo heeft communicatie bijvoorbeeld plaatsgevonden rondom de activiteiten van de werkgroep winkelpromenade Kerkbuurt. In de periode september 2008 tot en met december 2008 heeft een drie maanden durende campagne over vandalisme plaatsgevonden. Als onderdeel van het nieuwe plan van aanpak vandalisme en overlast 2010-2011 zal wederom communicatie plaatsvinden in het kader van de op te starten campagne over meld misdaad anoniem. Het verhalen van schade is in de afgelopen periode niet eenvoudig gebleken. In veel gevallen waarbij gemeentelijke eigendommen worden vernield is er geen sprake van een daderindicatie. Tot op heden hebben wij op drie personen schade verhaald. Dit heeft zich voorgedaan ten tijde van de overlast van graffiti waarbij een drietal personen zijn veroordeeld. Het verhalen van de schade blijkt een tijdrovende procedure die moet worden gecombineerd met de vele andere prioriteiten.
18