Plan van Aanpak thematisch toezicht 2013

Plan van Aanpak thematisch toezicht 2013 Inventarisatie van pseudo horeca-activiteiten in de gemeente Molenwaard en de ruimtelijke inpassing daarvan in de woonomgeving

Afdeling KlantContact team Vergunningen ©2013 gemeente Molenwaard

versie 2.0

Plan van Aanpak thematisch toezicht 2013

INHOUDSOPGAVE Managementsamenvatting

3

Introductie

5

Projectopdracht

7

Aanpak

11

Projectinrichting

15

Planning

18

Bijlagen

19

Versie C1 C2 C3 1.0 2.0

Datum 14.03.13 05.04.13 25.04.13 06.05.13 24.06.13

Wijzigingen Concept versie 1 Aanpassingen naar aanleiding van opmerkingen. Aanpassingen naar aanleiding van bespreking in pfo Definitieve versie 1 Aanpassingen naar aanleiding van aanhouding door college

2 versie 2.0 – 24.06.13


1

MANAGEMENTSAMENVATTING

Opdracht Bij locaties die opereren op het gebied van recreatie, educatie en/of (zaal)verhuur, kan het feitelijke gebruik uit de pas (gaan) lopen met de regels van het bestemmingsplan, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en/of de Drank- en Horecawet (DHW). De gemeenteraad van Graafstroom (bij extensie Molenwaard) heeft bij motie verzocht om te inventariseren welke uitspanningen er zijn die horeca-achtige activiteiten ondernemen en om, waar nodig en mogelijk, een bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid. De opdracht uit de motie zal worden opgepakt in het kader van het thematisch toezicht op de leefomgeving voor 2013. Dit Plan van Aanpak is daarvan de start en leidraad. Er wordt alleen gekeken naar locaties die grofweg uiteenvallen in twee categorieën; de zogenaamde paracommercie en de illegale ‘horeca’. We vatten deze samen onder de noemer pseudo-horeca activiteiten. De opdracht klinkt dan als volgt: Inventariseer alle pseudo-horeca locaties in de gemeente Molenwaard, ontwikkel per locatie een visie met betrekking tot de wenselijkheid en ga in overleg met de uitbaters om een passende oplossing te vinden voor strijdigheden. Waar legalisatie niet mogelijk is, moet overgegaan worden tot handhaving.

Procedureel Het thematisch toezicht 2013 en dit Plan van Aanpak vormen geen nieuw beleid; het betreft een proces dat slechts uitvoerend is. Bestaande regelgeving en beleid worden gebruikt om tot een oplossing te komen voor geconstateerde knelpunten. Veranderingen in die regelgeving of dat beleid zullen tot een andere invulling of andere oplossingen kunnen leiden, maar hebben in principe geen invloed op de procedure. Voor het thematisch toezicht 2013 wordt dit jaar in het team Vergunningen een deel van de voor gebiedstoezicht geraamde uren gebruikt. Dit deel van het gebiedstoezicht komt hiermee niet te vervallen, maar zal meer algemeen, ongericht, plaatsvinden tijdens de reguliere werkzaamheden buiten. De overige geplande uren voor gebiedstoezicht worden volgens plan benut. Omdat het thematisch toezicht 2013 binnen de bestaande begroting en plannen wordt uitgevoerd, is er geen noodzaak voor aparte of extra financiering. Indien er een BOA ingeschakeld moet worden, zullen hier kosten voor zijn.

Proces Het project bestaat uit 2 fasen; Inventarisatie en Behandeling. Fase 1 - Inventarisatie: • Tijdens de activiteit inventarisatie wordt een lijst gemaakt van te beschouwen locaties. Dit gebeurt door zo breed mogelijk informatie in te winnen. • Tijdens de activiteit onderzoek strijdigheden worden de te onderzoeken locaties getoetst aan de regels van het vigerend bestemmingsplan, de voorschriften uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de voorschriften vanuit de ‘natte’ vergunningen (dranken horecavergunning en exploitatievergunning).

3 versie 2.0 – 24.06.13


Fase 2 - Behandeling: • Tijdens de activiteiten aanvraag APV/DHW of bestemmingswijziging en toets Wabo wordt er intern een mening gevormd over de wenselijkheid van een bepaalde locatie en wordt er contact opgenomen met de uitbater over de (on)mogelijkheden van een legalisatietraject en de door de uitbater gewenste exploitatievorm en aanpassingen op het gebied van RO. • Tijdens de activiteit legaliseren met vergunning worden de ‘natte’ vergunningen, waarvan bij toetsing bleek dat die ontbraken, in orde gemaakt. Dit wordt per locatie bekeken en elke uitbater moet voldoen aan de reguliere voorwaarden, voordat tot verlening wordt overgegaan. • Tijdens de activiteit legaliseren met RO-wijziging worden strijdigheden opgeheven door de afdeling Vergunningen. Bij strijdigheden die niet met een eenvoudige procedure kunnen worden opgeheven, wordt opgeschaald naar de afdeling Regelingen. • Tijdens de activiteit legaliseren met RO-wijziging worden strijdigheden opgeheven door de afdeling Vergunningen. Bij strijdigheden die niet met een eenvoudige procedure kunnen worden opgeheven, wordt opgeschaald naar de afdeling Regelingen.

Organisatie Aangezien de bestaande processen en infrastructuur gebruikt worden, ligt het voor de hand om ook de bestaande organisatie te gebruiken. De relevante teams van Ontwikkeling (Regelingen), Middelen (Juridische Kwaliteit) en KlantContact (Vergunningen) zullen daarom integraal gebruikt worden. De opdrachtgever is de vertegenwoordiger vanuit het college; de wethouder. De rol van projectleider is vooral een ontzorgende; beslissen bij geschillen en voortgang bewaken. • Dirk Heijkoop (wethouder) – Opdrachtgever • Kees Putters – Projectleider

Communicatie Intern Informatie betreffende het verloop van het thematisch toezicht 2013 zal worden teruggekoppeld aan de opdrachtgever en het college (en via het college aan de gemeenteraad). Dit gebeurt:  elke vier weken o schriftelijk per e-mail ter voorbereiding op het pfo Handhaving o naar wens mondeling in het pfo Handhaving  aan het einde van het thematisch toezicht 2013 o schriftelijk aan het college en de gemeenteraad met een eindrapport. Extern Op het moment dat de locaties, waar legalisering dan wel handhaving aan de orde is, bekend zijn, worden de betrokkenen telefonisch benaderd om een afspraak te maken. Tijdens het bezoek worden ze geïnformeerd over het thematisch toezicht en de vervolgstappen en worden hun wensen en intenties gevraagd. Naar aanleiding van het bezoek wordt de verdere behandeling ingezet.

4 versie 2.0 – 24.06.13


2

INTRODUCTIE

In deze introductie wordt kort ingegaan op de bestaansreden van dit Plan van Aanpak, de wijze waarop het plan gedurende de looptijd wordt gebruikt en de samenstelling ervan.

Aanleiding Bij het realiseren, uitbreiden of wijzigen van locaties die opereren op het gebied van recreatie, educatie en/of (zaal)verhuur, is niet altijd duidelijk wat de precieze omvang van de bedrijvigheden wordt. Als gevolg hiervan zijn situaties ontstaan waarbij de bouwvergunning en dergelijke wel in orde waren, maar het feitelijke gebruik uit de pas ging lopen met de regels van het bestemmingsplan, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en/of de Drank- en Horecawet (DHW). De feitelijke exploitatie heeft zich in sommige gevallen zo (snel) uitgebreid, dat kritische belanghebbenden navraag begonnen te doen naar de activiteiten en de reikwijdte van verleende vergunningen. In reactie hierop is de gemeente toezicht-en-handhavingstrajecten begonnen om strijdigheden op te heffen. Waar mogelijk resulteerde dat in het indienen (door de uitbaters) van een principeverzoek tot het wijzigen van het bestemmingsplan. In het kader van gelijke kansen hechtten de inwoners en de gemeenteraad van Graafstroom hierbij wel aan het bieden van een gelijke behandeling van gelijksoortige uitbatingen.

Motie

(Toezegging 5)

Onderwerp: bestemmingsplanwijziging Schaapskooi A89 Ottoland De gemeenteraad van de gemeente Graafstroom bijeen op maandag 15 oktober 2012; constateert dat:  Het college voorstelt in te stemmen met een verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan van 'maatschappelijk naar recreatie' in Ottoland;  Er meerdere bedrijven, stichtingen, instellingen en personen in Ottoland zijn die uitspanningen exploiteren met activiteiten, die niet passen in het bestemmingsplan;  Er met o.a. De Buitenschuur, De Zwarte Schuur, De Notenhoeve, Het Regthuis, Het Dorpshuis, De Arend, Het Wellant college (aula) in m.n. Ottoland, en in de rest van Graafstroom zich een groot aantal gebouwen en gebouwtjes bevinden van waaruit veelal horeca-achtige activiteiten ondernomen worden; is van mening dat:  Voor alle bedrijven, stichtingen, instellingen en personen, die uitspanningen exploiteren, de wettelijke RO- regels gelden en de veiligheids- en hygiënische voorschriften moeten worden nageleefd;  Er naar oplossingen gezocht moet worden, die passen bij de betreffende woonomgevingen;  Een aantal instellingen, stichtingen en verenigingen een redelijke tijd nodig zullen hebben als eventuele RO- wijzigingen bij een integrale aanpak in Graafstroom grote verschuivingen zullen plaatsvinden; draagt het college op:  Alle activiteiten van bedoelde uitspanningen in Graafstroom te inventariseren;  In overleg te gaan met de uitbaters en net als voor De Schaapskooi in Ottoland RO- oplossingen te vinden, die passend zijn in de woonomgevingen van Graafstroom;  Hiervoor de nodige bestemmingsplanwijzigingen voor te stellen;  Deze motie over te dragen aan het college van Molenwaard en de zaak Molenwaard-breed aan te pakken; en gaat over tot de orde van de dag. PvdA fractie Graafstroom

5 versie 2.0 – 24.06.13


In oktober 2012 resulteerde dit, bij de behandeling van één van de aangevraagde bestemmingswijzigingen, in een motie van de PvdA fractie Graafstroom (zie tekstblok). In deze motie wordt gevraagd om te inventariseren welke andere uitspanningen er zijn die horeca-achtige activiteiten ondernemen en om, waar nodig en mogelijk, een bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid. In verband met de naderende herindeling van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland tot de gemeente Molenwaard, werd in de motie ook opgeroepen om deze gelijk Molenwaard-breed uit te voeren. Nu de gemeente Molenwaard een feit is, is besloten om de opdracht uit de motie op te pakken. Omdat er voor het jaar 2013 nog geen thema was gekozen voor het thematisch toezicht op de leefomgeving, is in het portefeuillehouderoverleg (pfo) RO besloten de motie daarin gestalte te geven. Dit Plan van Aanpak is daarvan de start en leidraad.

Accordering en bijstelling Aangezien de werking van dit Plan van Aanpak meerdere beleidslijnen (horeca, recreatie, economie etc.) doorkruist, moet het worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard. Na goedkeuring treedt het plan in werking. Voortgang en bijstelling van het plan worden vastgesteld middels de voortgangsrapportage. De voortgangsrapportage is een kort schrijven dat elke vier weken voor het pfo Handhaving beschikbaar wordt gesteld en kan worden besproken. Nadat eventueel voorgestelde wijzigingen zijn goedgekeurd, is impliciet het Plan van Aanpak bijgesteld. Wijzigingen kunnen in het pfo worden geaccordeerd. Indien de deelnemers daar van mening zijn dat een wijziging de goedkeuring van het college behoeft, wordt de wijziging aan het college voorgelegd. Het actuele Plan van Aanpak wordt op deze wijze gevormd door het oorspronkelijke Plan van Aanpak en de voortgangsrapportages.

6 versie 2.0 – 24.06.13


3

PROJECTOPDRACHT

Projectomgeving Dit project beperkt zich logischerwijze tot de gemeente Molenwaard. Daarbinnen moet een heldere afbakening gemaakt worden. De motie spreekt over “meerdere bedrijven, stichtingen, instellingen en personen […] die uitspanningen exploiteren met [horeca-achtige] activiteiten, die niet passen in het bestemmingsplan”. Daarmee vallen gevestigde en vergunde horeca-locaties buiten het beschouwingsgebied van het thematisch toezicht 20131. Horeca-achtige activiteiten Wat overblijft zijn locaties die grofweg uiteenvallen in twee categorieën; de zogenaamde paracommercie en de illegale ‘horeca’. Onder paracommercie wordt verstaan: het ontplooien van (semi) commerciële activiteiten door een stichting of vereniging buiten de statutaire doelstelling van de stichting of vereniging om, bestaande uit het aanbieden van horecadiensten aan het publiek2. Voorbeelden van paracommercie zijn buurt- en dorpshuizen, educatiecentra, sport- en ijsverenigingen en zorgcentra die dus ook buiten hun reguliere doelstelling horecaactiviteiten ontplooien. Deze instanties zijn in het bezit van een dranken horecavergunning, maar opereren soms buiten de voorwaarden. Het eigenlijk gebruik zal naar verwachting in de meeste gevallen al in het bestemmingsplan geregeld zijn. Onder illegale ‘horeca’ wordt verstaan elke vorm van uitbating die zonder de daarvoor benodigde vergunningen plaatsvindt3. Voorbeelden van mogelijk illegale ‘horeca’ zijn particuliere theetuinen, trouwlocaties, tuincentra en bierketen. Deze locaties zijn niet in bezit van de benodigde vergunningen en/of voldoen niet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van deze vergunningen. Gezien de illegaliteit van deze locaties, zal het gebruik, voor wat betreft de horecaachtige activiteiten, naar verwachting in de meeste gevallen niet in het bestemmingsplan geregeld zijn. Deze twee categorieën samen worden in dit plan pseudo-horeca activiteiten genoemd. Uit deze term blijkt zowel het onderscheid met volwaardige horeca-locaties als de Pseudo-horeca activiteiten: oneigenlijkheid van de exploitatie.

≡ paracommercie

Passen in het bestemmingsplan ≡ illegale ‘horeca’ In de motie wordt verder specifiek gesproken over de vraag of een locatie wel of niet past binnen het bestemmingsplan. Aangezien er bij niet-strijdig gebruik nog wel sprake kan zijn van een illegale situatie, wordt het bestemmingsplan op zich niet gebruikt om de projectomgeving af te bakenen. Hieronder staat een overzicht van mogelijk voorkomende combinaties van (il)legaliteit. In de laatste kolom wordt vermeld of die combinatie wel of niet in beschouwing genomen zal worden.

1 2 3

Voor de volledigheid zullen deze locaties wel geïnventariseerd worden. Definitie van Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) In bijlage 2 leest u hoe gemeente Dordrecht probeert ‘grijs gebied’ te legaliseren.

7 versie 2.0 – 24.06.13


dranken horecavergunning

exploitatievergunning

bestemmingsplan

van toepassing?

√ √ x x √ x √ x

√ x √ x √ √ x x

√ √ √ √ x x x x

Nee JA JA JA JA JA JA JA

Doelstelling project Met het aannemen van de motie heeft de gemeenteraad van Graafstroom (en bij extensie Molenwaard) voor ogen gehad er voor te zorgen dat er geen ongelijke behandeling gaat bestaan van gelijksoortige locaties. Dit betekent dat andere uitbaters, die op dit moment op een semi-illegale of illegale manier hun activiteiten ontplooien, ook beoordeeld zullen moeten worden door de gemeente en, daar waar wenselijk, een traject tot (mogelijke) legalisatie zullen moeten doorlopen. De raad zelf spreekt hierbij duidelijk van inpassing in de woonomgeving, waaruit opgemaakt kan worden dat er geen sprake kan zijn van automatische legalisatie. Dit is in wezen niet anders bij nieuw ingediende plannen van burgers of bedrijven. Waar de motie niets over zegt, is de mogelijkheid dat er locaties zijn die niet gelegaliseerd kunnen worden. Het is mogelijk dat er wettelijke regels zijn die dit verhinderen of dat inpassing door de onwenselijkheid hiervan niet haalbaar is. Ook kan het voorkomen dat ‘legalisatie’ van een locatie niet afhangt van RO-regels, maar van bijvoorbeeld een vergunningverlening.

Opdrachtformulering Met de bovenstaande paragraaf in gedachten wordt de opdracht aan het ambtelijk apparaat voor het thematisch toezicht 2013:  Inventariseer alle pseudo-horeca locaties in de gemeente Molenwaard, ontwikkel per locatie een visie met betrekking tot de wenselijkheid en ga in overleg met de uitbaters om een passende oplossing te vinden voor strijdigheden. Waar legalisatie niet mogelijk is, moet overgegaan worden tot handhaving.

Inventariseer alle pseudo-horeca locaties in de gemeente Molenwaard, ontwikkel per locatie een visie met betrekking tot de wenselijkheid en ga in overleg met de uitbaters om een passende oplossing te vinden voor strijdigheden. Waar legalisatie niet mogelijk is, moet overgegaan worden tot handhaving.

8 versie 2.0 – 24.06.13


Relatie tot regelgeving en beleid Het thematisch toezicht 2013 en dit Plan van Aanpak vormen geen nieuw beleid; het betreft een proces dat slechts uitvoerend is. Bestaande regelgeving en beleid worden gebruikt om tot een oplossing te komen voor geconstateerde knelpunten. Veranderingen in die regelgeving of dat beleid zullen tot een andere invulling of andere oplossingen kunnen leiden, maar hebben in principe geen invloed op de procedure. Drank en horeca De wetgeving en de uitvoering daarvan rondom drank en horeca zijn in beweging. Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. Toezicht en handhaving van de wet zijn nu de verantwoordelijkheid van de burgemeester. De uitvoering van de wet is bij de gemeente neergelegd en stelt die beter in staat om lokaal beleid te ontwikkelen en uit te voeren dat aansluit op de lokale situatie en problematiek van drankverstrekking en -gebruik. De ontwikkeling van dit beleid is nog gaande. De invulling ervan voor de gemeente Molenwaard is nog niet geheel rond. Het samenvallen van het thematisch toezicht 2013 met een nog niet volledig geduid nieuw dranken horecabeleid lijkt misschien wat problematisch. Maar de lijst met geïnventariseerde locaties kan daarentegen juist bijdragen aan meer inzicht voor de invulling van het beleid. Op die manier kan (de eerste fase van) het thematisch toezicht 2013 helpen bij het vormen van beleid, maar zal de behandeling van gevonden pseudo-horeca activiteiten altijd het dan geldende beleid volgen. Let wel; het thematisch toezicht 2013 betreft niet toezicht in het kader van de Dranken Horecawet. Ruimtelijke ordening Het thematisch toezicht 2013 valt onder bestaande ruimtelijke weten regelgeving en beleid als vastgelegd in de Uitvoeringsnota bouwbeleid en de bestemmingsplannen van de gemeente Molenwaard.

Op te leveren producten en diensten Voor de voortgang en afronding van het thematisch toezicht 2013 is een aantal stukken noodzakelijk. Niet alle stukken kunnen echter zomaar geproduceerd worden; de gemeente is gebonden aan de wettelijke procedures. Het is daarom theoretisch mogelijk dat er geen enkele bestemmingsplanwijziging optreedt naar aanleiding van het thematisch toezicht 2013. Op te leveren product  lijst van geïnventariseerde locaties waar pseudo-horeca activiteiten worden ondernomen  lijst met per geïnventariseerde locatie een advies aan het college Mogelijk op te leveren producten  gewijzigde bestemmingsplannen  handhavingszaken  vergunningen  gedoogbeschikkingen

9 versie 2.0 – 24.06.13


Aandachtspunten Het is verstandig van te voren te inventariseren welke punten van het proces belangrijk zijn voor het behalen van het gewenste resultaat. Werkdruk Omdat de zaken die volgen uit het thematisch toezicht 2013 bovenop de reguliere productie komen, is het belangrijk om de werkdruk op de verschillende afdelingen in de gaten te houden en waar nodig duidelijke prioriteiten te stellen. Ter nuancering moet hierbij vermeld worden dat er wel minder zaken uit het gebiedstoezicht worden verwacht. ‘Toezicht & Handhaving’ mist bovendien 1 van de voorheen 4 fte. Aangezien ook het dossier met betrekking tot dubbele bewoning ruim tijd zal vragen, is het zaak op te letten dat er niets (mens of productie) in het gedrang komt. Tijdsduur Het is bekend dat een wijziging in/van een bestemmingsplan, door onder andere inspraak en rechtsbescherming, een langdurige kwestie kan zijn. Er valt daarom weinig te zeggen over een richtdatum ter beëindiging van het thematisch toezicht 2013, nog afgezien van het feit dat het niet zeker is dat zo’n wijziging aan de orde is. Maar we spreken niet zomaar van thematisch toezicht 2013; het streven is wel om de hoofdmoot aan zaken in 2013 af te handelen. Dit betekent dat er voortvarend gehandeld moet (kunnen) worden. Door het project pragmatisch op te delen in twee fasen, namelijk Inventarisatie en Behandeling, valt er iets meer over te zeggen. We kunnen dan stellen dat de eerste fase zeker in 2013 afgehandeld kan worden. Bij de planning in hoofdstuk 6 wordt hier verder invulling aan gegeven. Gebiedstoezicht Voor het thematisch toezicht 2013 wordt dit jaar in het team Vergunningen een deel van de voor gebiedstoezicht geraamde uren gebruikt. Dit deel van het gebiedstoezicht komt hiermee niet te vervallen, maar zal meer algemeen, ongericht, plaatsvinden tijdens de reguliere werkzaamheden buiten. De overige geplande uren voor gebiedstoezicht worden volgens plan benut.

10 versie 2.0 – 24.06.13


4

AANPAK

In dit hoofdstuk wordt de praktische invulling van het thematisch toezicht 2013 beschreven. Per procesfase wordt aangegeven welke activiteiten zullen worden uitgevoerd en eventueel welke tussenresultaten worden opgeleverd. Ter illustratie volgt hieronder een globaal stroomschema van het hele traject.

Opdracht Plan van Aanpak

FASE 1 - INVENTARISATIE

Inventarisatie: desk- en veldonderzoek

onderzoek strijdigheden Toets APV /

Toets RO

DHW

Lijst inventaris

nee

Strijdig?

legaal

ja

FASE 2 - BEHANDELING

afweging Aanvraag

Aanvraag

vergunning

bestemmings-

APV / DHW

wijziging

Toets Wabo

nee

Wenselijk?

handhaven

ja

Vergunning

ja Gewijzigd

exploitatie /

bestemmings-

DHW

plan

Omgevings vergunning

gelegaliseerd

11 versie 2.0 – 24.06.13


De werkzaamheden die volgen uit het thematisch toezicht 2013 zijn procesmatig niet anders dan andere toezichts- en handhavingszaken. Dit wil zeggen dat de gebruikelijke procedures van toezicht, onderzoek, en legalisering of handhaving worden gevolgd.

Fasering Het hele traject wordt in twee fasen ingedeeld; Inventarisatie en Behandeling, die ieder hun eigen activiteiten kennen. Dit levert niet alleen wat meer grip op de planning op, maar creëert ook een duidelijk punt in het proces. Op dit punt kan een afweging worden gemaakt met betrekking tot de mogelijkheden en wenselijkheid van individuele locaties ten opzichte van het geheel.

Fase 1 - Inventarisatie Inventarisatie Tijdens de activiteit inventarisatie wordt een lijst gemaakt van te beschouwen locaties. Dit gebeurt door zo breed mogelijk informatie in te winnen4.  Navraag bij collega’s die horeca-gerelateerde vergunningen verlenen.  Navraag bij collega’s die in de gemeente wonen (vrijwillige basis).  Navraag bij bezochte locaties.  Deskresearch (internet, oude dossiers en andere stukken).  Eigen constateringen.  Constateringen door de politie. Resultaat / document: Lijst locaties met horeca activiteiten Beslismoment: -

Onderzoek strijdigheden (toets APV/DHW en toets RO) Tijdens de activiteit onderzoek strijdigheden worden de te onderzoeken locaties getoetst aan:  De regels van het vigerend bestemmingsplan.  De voorschriften uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).  De voorschriften vanuit de ‘natte’ vergunningen5. Met deze activiteit wordt de inventarisatiefase afgerond. Aan de hand van de uitkomsten van de verschillende toetsen kan een definitieve scheiding en indeling gemaakt worden en worden alleen de relevante locaties meegenomen naar de volgende fase.

Onder ‘natte’ vergunningen wordt in dit Plan van Aanpak verstaan de dranken horecavergunning en de exploitatievergunning

Resultaat / document: Lijst geïnventariseerde locaties met pseudo-horeca activiteiten Beslismoment: -

4

Na overweging kiest de gemeente Molenwaard er voor hierin niet het Bureau Eerlijke Mededinging te betrekken. Afstemming later in het proces blijft mogelijk. 5 Onder ‘natte’ vergunningen wordt in dit Plan van Aanpak verstaan de dranken horecavergunning en de exploitatievergunning

12 versie 2.0 – 24.06.13


Fase 2 - Behandeling Afweging (aanvraag APV/DHW of bestemmingswijziging en toets Wabo) Vanaf het moment dat een locatie niet aan alle regelgeving blijkt te voldoen, is het noodzakelijk de volgende twee processen op te starten: 1. Er moet intern een mening gevormd worden over de wenselijkheid van de betreffende locatie aan de hand van de gebruikelijke afwegingscriteria (zie kader). 2. Er moet contact met de uitbater opgenomen worden over de (on)mogelijkheden van een legalisatietraject en de door de uitbater gewenste exploitatievorm en aanpassingen op het gebied van RO. Resultaat / document: Ter beoordeling door de gemeente:  Omgevingsvergunningaanvraag op basis van afwijking, en/of  doorzetten naar collega drank- & horecavergunning / exploitatievergunning, en/of  doorzetten naar afdeling Regelingen. Beslismoment: Interactieve meningsvorming resulterend in een besluit tot legalisering of handhaving.

Afwegingscriteria Bij het bepalen van de wenselijkheid van geconstateerde activiteiten op een locatie, worden de afwegingskaders gehanteerd die gebruikelijk zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen dan wel een legalisatie-onderzoek. Het betreft de volgende afwegingskaders:     

hoe verdraagt de ontwikkeling zich in zijn omgeving? is het milieuhygiënisch inpasbaar en toelaatbaar? is er parkeergelegenheid op eigen terrein dan wel (met ontheffing) in de directe omgeving? hoe groot is de verkeersaantrekkende werking? hoe verhoudt het zich tot geldend (ruimtelijk) beleid op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau?

Bij de afwegingen wordt niet alleen gekeken naar het vigerend bestemmingsplan, maar ook naar de langetermijn(structuur)visie. Het is immers goed mogelijk dat de toekomstige mogelijkheden, die in ontwikkeling zijn, meer toelaten of wenselijk achten.

Legaliseren met vergunning (vergunning exploitatie/DHW) Tijdens de activiteit legaliseren met vergunning worden de ‘natte’ vergunningen, waarvan bij toetsing bleek dat die ontbraken, in orde gemaakt. Dit wordt per locatie bekeken en elke uitbater moet voldoen aan de reguliere voorwaarden, voordat tot verlening wordt overgegaan.

13 versie 2.0 – 24.06.13


Vanuit de Drank- en Horecawet is er vergunningplicht bij het schenken van alcoholhoudende dranken. Vanuit de Algemene Plaatselijke Verordening is er vergunningplicht bij het exploiteren van horeca-inrichtingen. In de APV is ook opgenomen dat horeca-inrichtingen ontheffing kunnen krijgen van de plicht tot het hebben van een exploitatievergunning6. Resultaat / document: ‘Natte’ vergunningaanvraag Beslismoment: College neemt een besluit over verlening vergunning.

Legaliseren met RO-wijziging (gewijzigd bestemmingsplan) Tijdens de activiteit legaliseren met RO-wijziging worden strijdigheden opgeheven door de afdeling Vergunningen. Bij strijdigheden die niet met een eenvoudige procedure kunnen worden opgeheven, wordt opgeschaald naar de afdeling Regelingen. In overleg met de uitbater wordt gekeken welke aanpassingen er nodig en wenselijk zijn. In deze fase worden bestemmingsplannen gemaakt of aangepast. Resultaat / document: Omgevingsvergunningaanvraag op basis van ontheffing of aanpassing RO Beslismoment: College of Raad neemt een besluit over ontheffing of aanpassing.

Handhaven Tijdens de activiteit handhaven wordt via een dwangsom of via bestuurlijke handhaving de opheffing van een niet-legaliseerbare strijdigheid of overtreding afgedwongen. Resultaat / document: Opheffing strijdigheid of overtreding Beslismoment: College neemt een besluit over handhaven. Indien een overtreding de APV of de Drank- en Horecawet betreft, kan er strafrechtelijk gehandhaafd worden door de politie of een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). Dit kan met een bestuurlijke boete gebeuren.

Gedogen Hoewel geen procesactiviteit, wordt voor de volledigheid ook het gedogen van overtredingen besproken. Conform de Uitvoeringsnota bouwbeleid bestaat er in principe geen ruimte voor gedogen, behalve:  ter overbrugging van een tijdelijke (ontstane) situatie, of  wanneer handhavend optreden onevenredig is. Van het gedogen van tijdelijke (ontstane) situaties zal in dit verband geen sprake zijn. Situaties waarin handhavend optreden onevenredig is, zijn situaties die wel in strijd zijn met weten regelgeving, maar geen inbreuk maken op enig publiek belang. Gezien het thema kan er van uit worden gegaan, dat er altijd een publiek belang is en gedogen uit onevenredigheid daarom niet van toepassing is.

6

Zie Bijlage 1

14 versie 2.0 – 24.06.13


5

PROJECTINRICHTING

Het doel van projectinrichting is het zichtbaar maken van de wijze waarop de organisatie is ingericht om de opdracht uit te voeren volgens de voorgestelde aanpak.

Organisatie Hieronder volgt een opsomming van de medewerkers binnen de gemeente Molenwaard die onderdeel zijn van het proces en hun rol en taken. Aangezien de bestaande structuur gebruikt wordt, ligt het voor de hand om de leiding op een punt boven de verschillende teams te leggen. Naam

Rol

Taken

Dirk Heijkoop

Opdrachtgever

Aanspreekpunt namens college, rapporteren aan college,

(wethouder)

politieke kaders stellen

Kees Putters

Projectleider

Voortgang bewaken, geschillen beslechten

Kicky Daoud

Lid

Adviseren/verzorgen communicatie

Marien Jongkind

Lid

Adviseren veiligheid, coördineren politie

Agnes Broer

Lid

Uitzoeken/verzorgen exploitatievergunning en dranken

Pleuni Hol

Lid

horecavergunning Uitzoeken/verzorgen exploitatievergunning en dranken horecavergunning Erik van Heijgen

Lid

Inventariseren locaties, opstarten onderzoeken

Paul Vissers

Lid


Jasper Mels

Lid


Bram Verzijl

Lid

Toetsen accommodaties

Monique Voorbergen

Lid

Toetsen accommodaties

Jenneke Wagenmakers

Lid

Toetsen bestemming, afhandelen/opschalen RO

Henk Ruitenberg

Lid

Toetsen bestemming, afhandelen/opschalen RO

John Küpers

Lid

Realiseren RO-oplossingen

Wendy Roelen

Lid


Robbert Kip

Lid


Folkert Both

Lid


Ronald van Oosterbos

Lid

Adviseren exploitatievergunning, dranken

Piet Hugense

Lid

Juridische handhaving

Jaap Jeroen Kreeft

Lid

Juridische handhaving

BOA’s

Inhuur

Constateren/handhaven

Politie

Extern

Constateren/handhaven

horecavergunning en Bibob

Administratieve procedures Het project gebruikt de reguliere procedures en afspraken, zoals die bestaan binnen de organisatie, voor het (mogelijk) legaliseren van strijdigheden , het opheffen van overtredingen en het afdwingen daarvan via handhaving. Dit geldt zowel voor aspecten op het gebied van de Wabo en RO-wetgeving, als voor aspecten op horeca-gebied.

15 versie 2.0 – 24.06.13


Capaciteit vanuit Toezicht & Handhaving Urenraming Toezicht & Handhaving thematisch toezicht 2013 [schatting: 50 horeca-locaties, waarvan 30 (semi-)illegaal]

gepland

norm

totaal

Coördinerende werkzaamheden Plan van Aanpak maken

4

4

16

Voorbereiden en terugkoppelen richting pho en derden

10

1

10

Inventariseren en strijdigheid controleren

50

1

50

Op locatie constateren (let op! dit gebeurt met 2 man, norm is hier op gebaseerd) Constateringsrapport maken + dossiervorming voor legalisatieonderzoek

30

3

90

30

0,5

15

overleggen intern (vergunningen + regelingen) overleggen extern (overtreder)

30 30

1 1

30 30

Indien nodig (bij strijd best. plan) schriftelijk advies van Regelingen in 80% van de zaken

24

1,5

36

Uitnodiging om alsnog een vergunningaanvraag in te dienen (mogelijkheid 1)

5

2

10

Vooraanschrijving waarin advies regelingen is verwerkt (mogelijkheid 2)

25

3

75

Hoorzitting zienswijzen

15

2

30

Dwangsom Constatering maken incl. rapport (let op! dit gebeurt met 2 man, norm is hier op gebaseerd)

3

3

9

3

3

9

Uitvoeren handhavingstaak bij (semi-)strijdigheid

dwangsom bezorgen incl. uitleg inhoud (let op! dit gebeurt met 2 man, norm is hier op gebaseerd) Totaal uren handhaving

410

Financiering Omdat het thematisch toezicht 2013 binnen de bestaande begroting en plannen wordt uitgevoerd, is er geen noodzaak voor aparte of extra financiering. Indien er een BOA ingeschakeld moet worden, zullen hier kosten voor zijn. Op dit moment loopt er een proef met twee ingehuurde BOA’s, die hier wellicht voor gebruikt kunnen worden.

Informatie Beheersing Alle locaties waarvan, na inventarisatie, besloten is om deze te behandelen, zullen als reguliere handhavingszaken ingevoerd worden in Mozard. Binnen Mozard wordt de gebruikelijke routing van zaaktypes gevolgd.

16 versie 2.0 – 24.06.13


Coördinatie Als gebruikelijk weten de verschillende medewerkers elkaar te vinden voor ad-hoc overleg. Ook hierin verschillen thematisch toezicht zaken niet van de reguliere productie.

Communicatie Intern Informatie betreffende het verloop van het thematisch toezicht 2013 zal worden teruggekoppeld aan de opdrachtgever en het college (en via het college aan de gemeenteraad). Dit gebeurt:  elke vier weken o schriftelijk per e-mail ter voorbereiding op het pfo Handhaving o naar wens mondeling in het pfo Handhaving  aan het einde van het thematisch toezicht 2013 o schriftelijk aan het college en de gemeenteraad met een eindrapport. Extern Op het moment dat de locaties, waar legalisering dan wel handhaving aan de orde is, bekend zijn, worden de betrokkenen telefonisch benaderd om een afspraak te maken. Tijdens het bezoek worden ze geïnformeerd over het thematisch toezicht en de vervolgstappen en worden hun wensen en intenties gevraagd. Naar aanleiding van het bezoek wordt de verdere behandeling ingezet.

17 versie 2.0 – 24.06.13


6

PLANNING

In het hoofdstuk planning wordt het verloop van het thematisch toezicht 2013, voor zover mogelijk, vastgelegd. Met name later in het proces is het nauwelijks mogelijk data te hanteren en wordt er een inschatting gedaan. Daarom wordt na afloop van de eerste fase Inventarisatie (hieronder in blauw) de planning opnieuw bekeken en ingevuld voor de tweede fase Behandeling (in oranje).

Tijdlijn richtdatum

FASE 1 – INVENTARISATIE

14.03.13

- Eerste concept Plan van Aanpak

08.04.13 06.05.13

- Voorziene goedkeuring Plan van Aanpak - Eerste opzet Lijst inventaris - terugkoppeling

03.06.13

- terugkoppeling

01.07.13

-

29.07.13 26.08.13 richtdatum

(Definitieve goedkeuring Plan van Aanpak) terugkoppeling Alle rapportages constateringen gedaan terugkoppeling Lijst inventaris gereed Planning voor 2e fase invullen

FASE 2 – BEHANDELING

23.09.13

- terugkoppeling

21.10.13

- terugkoppeling

18.11.13

- terugkoppeling

16.12.13

- terugkoppeling

18 versie 2.0 – 24.06.13


7

BIJLAGEN

Bijlage 1 EXPLOITATIEVERGUNNINGEN In de recent vastgestelde APV is de mogelijkheid opgenomen dat horeca-inrichtingen ontheffing kunnen krijgen van de plicht tot het hebben van een exploitatievergunning. Voorgesteld wordt om de volgende criteria te hanteren:  Ontheffing exploitatievergunning voor bestaande horeca-inrichtingen als er de afgelopen twee jaar geen overlast* (o.a. overlast door bezoekers in nabije omgeving en geluidsoverlast) is veroorzaakt door de inrichting (norm hierbij: geen gegronde klachten of meldingen bij politie en of gemeente over overlast).  Nieuwe horeca-inrichtingen hebben in beginsel ontheffing van de plicht tot het hebben van een exploitatievergunning.  Indien de criteria worden overtreden, vervalt automatisch de ontheffing en is een exploitatievergunning verplicht.  Het college kan, indien daar aanleiding toe is, afwijken van bovenstaande criteria. Hieronder is een lijst bijgevoegd van inrichtingen die vallen onder de criteria en daarmee ontheffing krijgen. Hieruit blijkt dat 48 van de 59 horeca-inrichtingen vallen onder de ontheffing. Dit is een belangrijke winst in het kader van de deregulering / het omlaag brengen van de administratieve lasten voor burgers en ondernemers. * de VNG spreek over ernstige overlast Voor de gemeente Molenwaard is een model exploitatievergunning opgesteld. De voorwaarden die in het model zijn beschreven dienen als uitgangspunt. Daarnaast is er ruimte voor inrichtingspecifieke eisen. Dit is maatwerk en zal bij de uitgifte van de vergunningen worden bepaald. Veelal gaat het hier om afspraken die in het verleden zijn gemaakt, bijvoorbeeld bij de kantine van voetbalvereniging Nieuw-Lekkerland. De inhoud van het model wijkt niet wezenlijk af van de bestaande exploitatievergunning; overbodige en niet handhaafbare zaken zijn er uitgehaald, evenals zaken die in andere vergunningen en wetten zijn geregeld. Belangrijk om te weten is dat de exploitatievergunning een vergunning is om overlast tegen te gaan. Belangrijk om te weten; indien er een vermoeden bestaat dat er criminele activiteiten gaande zijn of ontplooit gaan worden, kan er op basis van de recent vastgestelde BIBOB-beleidslijn een BIBOB onderzoek gedaan worden. Als sluitstuk kan dan de dranken horecavergunning worden ingetrokken of geen ontheffing worden verleend van de plicht tot het hebben van de exploitatievergunning, zodat daarmee voorkomen wordt dat de horeca-inrichting kan gaan draaien. (vervolgd)

19 versie 2.0 – 24.06.13


Lijst van horeca-inrichtingen met ontheffing exploitatievergunning De volgende inrichtingen vallen onder de criteria voor ontheffing van de plicht tot het hebben van een exploitatievergunning en daarmee kunnen de vergunningen worden ingetrokken: Kinderdijk Eetcafe Buena Vista Kantine Molenhoek Nieuw-Lekkerland Camping De Landhoeve Grilroom / Pizzeria Il Veliero * Nieuw-Lekkerlandse Tennisclub Sportfondsen Nieuw-Lekkerland Chinees Indisch Restaurant Blue Lotus IJsclub Nieuw-Lekkerland Bleskensgraaf IJsclub De Vooruitgang Cafetaria ’t Vogelhuisje Brandwijk Cafe de Boerenklaas Primavera Goudriaan Het Raadhuis IJsclub De Goudriaan Molenaarsgraaf Speeltuinvereniging De Schommel IJsclub De Graafstroom Ottoland VVAC Kantine Putzicht IJsclub Wilhelmina Oud-Alblas IJsclub Oud-Alblas De Krom De Kat in de Wilg Voetbalvereniging De Alblas Streefkerk De Vijf Lelies Het Wapen van Streefkerk Postduivenvereniging “De Gevleugelde Bode” De Limonadefabriek Tennisvereniging Streveland Voetbalvereniging Streefkerk Café / restaurant ’t Centrum Cafetaria ’t Geveltje IJsclub Willem Barendts (vervolgd)

20 versie 2.0 – 24.06.13


Nieuwpoort Café De Dam Café De Poort Het Arsenaal Tafeltennisvereniging Talanie (tijdelijk Groot-Ammers) IJsclub Langerak / Nieuwpoort Groot-Ammers Tennisvereniging TC’73 Café Sluis Voetbalvereniging Groot-Ammers Eetcafé Dikke Maatjes Sporthal De Reiger Hof van Ammers Glace Superieure De Ooievaar IJsclub De Telegraaf Wijngaarden De Haveling IJsclub Nooit Gedacht De volgende partijen vallen niet onder de criteria en krijgen dan ook geen ontheffing: Kinderdijk Kinderdijkse voetbalvereniging De Zwerver Cafe De Klok Nieuw-Lekkerland Voetbalvereniging Nieuw-Lekkerland Cafe snackbar ’t Fust Cafe snackbar Den Houten Gert Pizzeria Ali Bleskensgraaf Dorpshuis De Spil Goudriaan De Multistee Molenaarsgraaf Cafe West Ottoland Het Dorpshuis Oud-Alblas Trefpunt

21 versie 2.0 – 24.06.13


Bijlage 2 BELEIDSREGEL ONDERGESCHIKTE HORECA OP LOCATIES ZONDER HORECABESTEMMING Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT besluit vast te stellen de Beleidsregel ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming Toelichting In deze beleidsregel ligt de vraag voor op welke wijze de gemeente Dordrecht wil omgaan met ondersteunende horeca gerelateerde activiteiten op locaties die geen horeca bestemming hebben en/of locaties waarvoor door het college geen horecaontheffing is verleend. Denk bijvoorbeeld aan vergaderlocaties, ateliers, galeries, maatschappelijke en culturele voorzieningen maar ook aan winkels waar een kleine hoek wordt ingericht om producten ter plaatse te kunnen consumeren. Deze beleidslijn schets een kader waarbinnen de (on)mogelijkheden van ondergeschikte horeca ten behoeve van een andere hoofdfunctie kunnen worden getoetst. Het doel daarbij is om zowel recht te doen aan veranderende consumentenwensen, het geven van ruimte aan ondernemerschap en mogelijkheden van versterking van de hoofdfunctie om oneerlijke concurrentie met bestaande horeca te voorkomen. De beleidsregels zijn genummerd. De overige tekst geeft een toelichting op de beleidsregels. Achtergrond Voor het behoud van de aantrekkingskracht op bezoekers van winkelcentra in het algemeen en de binnenstad van Dordrecht in het bijzonder, is het van belang om rekening te houden met nieuwe trends en ontwikkelingen in consumentengedrag. Daarbij is de mix van detailhandel, horeca en (culturele) voorzieningen voor de hedendaagse (en toekomstige) consument een belangrijk motief voor een bezoek aan de binnenstad. In het licht van het veranderende consumentengedrag is er sprake van een ontwikkeling die er toe leidt dat er steeds meer vervlechting plaatsvindt tussen detailhandel, horeca en cultuur. De winkel wordt hiermee meer en meer een belevingsconcept, waar de consument producten kan uitproberen en vervolgens kan kopen: het zogenaamde "try en buy". In het licht van bovenstaande ontwikkeling zijn bij de gemeente meerdere ontheffingsaanvragen ingediend om ondergeschikte horeca-activiteiten op locaties zonder horecabestemming binnen randvoorwaarden toe te staan, waaronder ook de detailhandels- en dienstverleningszaken. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verkrijgen van een kop koffie indien de gekochte producten ter plaatsen (inpandig) geconsumeerd wordt. Tot nu toe is hier vanuit het beleid nog geen eenduidig antwoord op geformuleerd. Onze doelstelling is om een eenduidige beleidslijn op te stellen die handhaafbaar is en die kaders aangeeft waarbinnen het college zal handelen met betrekking tot ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming. Definitie "horeca" in het bestemmingsplan: "Onder horeca wordt verstaan het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of spijzen, voor gebruik ter plaatse en/of nachtverblijf; onder horeca wordt mede verstaan een afhaalwinkel/-centrum." Definitie "detailhandel" in het bestemmingsplan: "Onder detailhandel wordt verstaan het bedrijfsmatig te koop aanbieden - hieronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen - aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van een afhaalwinkel/-centrum." Definitie “dienstverlening” in het bestemmingsplan: "Dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak een winkelkarakter heeft en daarbinnen passende diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, makelaars, videotheken, banken, reis- en uitzendbureaus e.d." (vervolgd)

22 versie 2.0 – 24.06.13


Beleidsregels Het college handhaaft het uitgangspunt dat horeca op locaties zonder horecabestemming niet is toegestaan. De gemeente Dordrecht wil het echter het exploiteren van ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming onder voorwaarden wel mogelijk maken, zonder dat sprake is van strijdigheid met het bestemmingsplan (onderdeel A). Ook is onder voorwaarden geen exploitatievergunning (onderdeel B) of dranken horecavergunning (onderdeel C) benodigd. Met de beleidsregels onder A wordt ten dele een nadere invulling gegeven aan de bestemmingen met een publieke functie, niet zijnde de bestemming horeca, zoals opgenomen in de bestemmingsplannen van de gemeente Dordrecht, die op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening door de gemeenteraad zijn en worden vastgesteld. A. Van ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming is sprake indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. De horeca-activiteit moet ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie en moet de hoofdfunctie ondersteunen. Ondergeschikt wil zeggen dat deze vorm van de horeca de kwaliteit van de hoofdfunctie vergroot of completeert en dat er duidelijk sprake moet zijn van een waarneembare ondergeschiktheid van de horecafunctie. Dit betekent dat de hoofdactiviteit van de locatie (atelier, galerie, vergaderruimte, winkel, etc.) voor bezoekers duidelijk waarneembaar is en dus niet sprake kan zijn van een volledig ingerichte of zelfstandig uitgevoerd horeca-etablissement. 2. De horeca-activiteiten moet passen binnen het "regime" van de hoofdfunctie. Passend betekent dat deze horeca-activiteit complementair is aan de hoofdfunctie en open is tijdens de openingstijden van de hoofdfunctie. De openingstijden van de ondergeschikte horeca in detailhandel zijn dus gelijk aan de openingstijden van de detailhandel (de winkeltijden). 3. Het horecagedeelte mag uitsluitend bereikbaar zijn via de entree van de hoofdfunctie, om te voorkomen dat het horecagedeelte een zelfstandige stroom bezoekers trekt. Wanneer er sprake is van zelfstandige toegankelijkheid of van uitoefening los van de hoofdfunctie is er geen directe relatie meer met de hoofdfunctie, maar gaat het om zelfstandige horeca-activiteiten. Deze vallen dan onder één van de horecacategorieën zoals opgenomen in de geldende bestemmingsplannen en in het horecabeleid. 4. Bij panden die in gebruik zijn als vergaderlocatie, atelier, galerie, maatschappelijke en culturele voorzieningen is het niet toegestaan dat de ruimte wordt verhuurd of anderszins in gebruik wordt gegeven aan derden ten behoeve van feesten en andere partijen. 5. Voor de ondergeschikte horeca mag geen specifieke aandacht worden gevraagd (geen afzonderlijke reclames, openingstijden) via welk medium dan ook (internetsites, brochures, etc.). Voor locaties met een detailhandelsbestemming of dienstverleningsbestemming geldt daarnaast: 6. Het horecagedeelte van locaties met een detailhandelsbestemming of dienstverleningsbestemming mag niet door een derde, niet zijnde de exploitant van de hoofdfunctie, worden geëxploiteerd. 7. De ondergeschikte horeca in locaties met een detailhandelsbestemming of een dienstverleningsbestemming mag maximaal 25% van het bruto verkoopvloeroppervlak van de inrichting beslaan met een maximum van 35 vierkante meter. Onder bruto verkoopvloeroppervlak wordt verstaan het voor publiek toegankelijke gedeelte plus de ruimte achter de kassa. Opslagruimten en personeelsruimten worden hier niet toe gerekend. Het maximum van 35 vierkante meter betreft de oppervlakte van de ondersteunende horeca binnen in het pand waarin de detailhandel of dienstverlening is gevestigd (dus niet terrassen). Wanneer de initiatiefnemer een aanvraag doet tot plaatsing van een terras is geen sprake meer van ondergeschiktheid van horeca, maar wordt dit beschouwd als horecagelegenheid. (vervolgd)

23 versie 2.0 – 24.06.13


8. Indien op een locatie met een detailhandelsbestemming of dienstverleningsbestemming alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt is geen sprake meer van ondergeschikte horeca. Reden is dat de verkrijgbaarheid van voor directe consumptie geschikte alcoholische dranken beperkt te dient te blijven tot de zogenaamde "natte" horeca, ofwel de cafés, bars en restaurants. Daarnaast is het ondersteunende karakter van de horeca in het geding op het moment dat er verstrekking van alcoholhoudende dranken wordt toegestaan. De kans is dan aanwezig dat de ondergeschikte horeca het karakter gaat krijgen van bar of kroeg. Dit is een ontwikkeling die niet gewenst is. Bovendien wordt het in het licht van het alcoholmatigingsbeleid niet wenselijk geacht dat in een winkel op een laagdrempelige wijze alcohol te verkrijgen is. 9. Op locaties die in gebruik zijn als belhuis of internetcafé is het niet toegestaan gelegenheid te bieden om ter plaatse dranken en/of spijzen te nuttigen. Reden voor het uitsluiten van deze zaken is dat door het karakter en de openingstijden nauwelijks onderscheid is te maken tussen de functie belhuis/ internetcafé en de horecafunctie. Relatie met de APV-exploitatievergunning en Drank- en Horecawet Voor de exploitatie van een (horeca)inrichting zijn in de regel ook een exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en, indien er alcoholische dranken worden verstrekt voor consumptie ter plaatse, een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet vereist. Hierop worden echter, zowel in de APV als in de Drank- en Horecawet, uitzonderingen gemaakt die in de praktijk vaak samengaan met het vraagstuk van ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming. Deze uitzonderingen zijn voor nadere invulling door middel van een beleidsregel vatbaar. Het gaat om artikel 2:28, tweede lid, van de APV en artikel 3 juncto artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. Artikel 2:28, tweede lid, APV Een inrichting is in artikel 2:27, eerste lid, gedefinieerd als: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, niet zijnde een seksinrichting als bedoeld in artikel 3:1, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet dranken, rookwaren of spijzen voor gebruik ter plaatse worden verstrekt. Onder een inrichting wordt in ieder geval verstaan: een restaurant, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, kantine of clubhuis. Onder inrichting wordt tevens verstaan een hierbij behorend terras en andere aanhorigheden. In artikel 2:28, eerste lid, van de APV is bepaald dat het zonder vergunning van de burgemeester niet is toegestaan een inrichting te exploiteren. Het tweede en derde lid van artikel 2:28 APV formuleren uitzonderingen op deze verbodsbepaling. Artikel 2:28, tweede lid, formuleert een uitzondering voor winkels (detailhandel): Het eerste lid geldt niet voor een inrichting in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de exploitatie van deze inrichting ondergeschikt is aan de winkelactiviteit. B. Met deze beleidsregel wordt invulling gegeven aan de term ondergeschikt uit artikel 2:28, tweede lid, APV. 10. Van ondergeschikt als bedoeld in artikel 2:28, tweede lid, van de APV is sprake indien wordt voldaan aan de hiervoor, onder de nummers 1 tot en met 3 en 5 tot en met 8 gestelde voorwaarden voor ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming. In dat geval is er geen exploitatievergunning nodig als bedoeld in artikel 2:28, eerste lid, van de APV. Artikel 3 juncto artikel 1, eerste lid, Drank- en Horecawet In artikel 3 van de Drank- en Horecawet is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning van burgemeester en wethouders een horecabedrijf uit te oefenen. Artikel 1, eerste lid, definieert het horecabedrijf als volgt: De activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse. (vervolgd)

24 versie 2.0 – 24.06.13


C. Met deze beleidsregel wordt ten dele invulling gegeven aan de term bedrijfsmatig uit de definitiebepaling van het begrip horecabedrijf in artikel 1, eerste lid, Drank- en Horecawet. 11. Van bedrijfsmatig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet is in ieder geval sprake indien in een locatie meer dan zes keer per kalenderjaar alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, al dan niet met gebruikmaking van een partijen-cateringbedrijf. Uiteraard blijft, ongeacht het aantal malen dat wordt verstrekt, de vergunningplicht bestaan indien de verstrekking niet anders dan om niet, dus tegen (directe of indirecte) betaling, geschiedt. Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 juni 2011. Het college van Burgemeester en Wethouders

25 versie 2.0 – 24.06.13

Plan van Aanpak thematisch toezicht 2013

Recommend Documents