Plan van aanpak huisvesting (extra) vergunninghouders Inhoud: 1. Inleiding
Pag. 2
2. Opzet aanpak extra taakstelling huisvesting vergunninghouders.
Pag. 4
3. Tijdelijke invulling extra taakstelling huisvesting vergunninghouders.
Pag. 5
4. Definitieve invulling extra taakstelling huisvesting vergunninghouders.
Pag. 6
5. Reguliere taakstelling huisvesting vergunninghouders.
Pag. 9
6. Integratie
Pag. 10
7. Financiële paragraaf
Pag. 12
8. Communicatie
Pag. 15
Bijlagen 1. Overzicht tijdelijke locaties algemeen 2. Communicatie uitgangspunten
Versie: 19 mei 2016
Pagina 1
1. Inleiding. Op 18 februari 2016 nam de raad een motie aan waarin het college werd verzocht de mogelijkheden te onderzoeken voor een extra taakstelling tot huisvesting van vergunninghouders. De motie van 18 februari 2016 bevat de volgende inhoudelijke elementen: - huisvesting vergunninghouders; - verdeeld over kernen; - omvang: 1,5 – 2 maal de formele taakstelling; - ook extra capaciteit overige woningzoekenden; - tijdelijke huisvesting vergunninghouders; - geen drempels op financieel en bestuurlijk gebied; en procedureel: - in overleg met stakeholders; - binnen twee maanden voorstel aan raad. Deze motie volgde op de afwijzing van het collegevoorstel tot medewerking aan de vestiging van een asielzoekerscentrum. De raad koos dus voor een extra taakstelling tot huisvesting van vergunninghouders in plaats van de opvang van asielzoekers. Op 31 maart deed de Commissaris van de Koning een fors beroep op alle gemeenten om te komen tot een (extra) opvang van 7.200 vluchtelingen in deze provincie, naar rato verdeeld over de gemeenten. Deze taakstelling zou (sub-)regionaal ingevuld moeten worden. Voor deze regio (As50+) betekent dit een taakstelling voor 690 asielzoekers; specifiek voor Bernheze 118. Op 21 april besprak de gemeenteraad aan de hand van een aantal voorgelegde, richtinggevende vragen deze oproep van de CdK, met name in relatie tot de eerdere motie. De conclusie van deze bespreking in essentie: - Bernheze geeft gehoor aan de oproep van de CdK, in samenwerking in de regio As50+ - Bereidheid tot noodopvang wanneer dit uit regio-overleg nodig blijkt, met een voorkeur voor kortdurende opvang - De eerdere motie over de extra taakstelling tot huisvesting van vergunninghouders blijft in stand, maar kan afhankelijk van het resultaat vanuit het regionaal overleg flexibel benaderd worden. Daarmee blijft dit plan van aanpak volledig gericht op de extra-taakstelling tot huisvesting van vergunninghouders. Afhankelijk van hetgeen in regionaal verband tot stand komt voor wat betreft de opvang van asielzoekers en meer specifiek van wat dit voor Bernheze betekent, kan de mate van de extra-taakstelling voor vergunninghouders mogelijk bijgesteld worden. Het plan van aanpak is een dynamisch stuk.
Dit is vertaald in een opgaaf voor de huisvesting van 225 extra vergunninghouders. Hiervoor zijn 150 extra sociale woningen/wooneenheden nodig voor de jaren 2016 t/m 2020.
Pagina 2
Samenvatting acties:
De realisatie van de locatie in de Abdij van Berne; De realisatie van tijdelijke woonunits in de kern Heesch; Onderzoek naar de mogelijkheden voor tijdelijke huisvesting in de eigen panden; Onderzoek naar eigen gronden voor tijdelijke huisvesting; Overleg met corporaties voor de extra woningbouwopgaaf Overleg met particuliere (bouw)partijen voor de extra woningbouwopgaaf Uitrollen integratieaanpak met de stakeholders
Pagina 3
2. Opzet aanpak extra taakstelling huisvesting vergunninghouders Wij richten ons gelijktijdig op zowel de mogelijkheden van snelle, tijdelijke huisvesting (quickwins) als de mogelijkheden van definitieve huisvesting. In de commissie Ruimtelijke zaken van 7 april 2016 zijn deze uitgangspunten met een notitie ter informatie (809735) getoetst. De fracties ondersteunen in grote lijn de aanpak. Tijdelijke en definitieve huisvesting Beide sporen worden gelijktijdig bewandeld en gemotiveerd afwijken is mogelijk.
Pagina 4
3. Tijdelijke invulling extra taakstelling huisvesting vergunninghouders (maximaal 5 jaar) Stap 1: onderzoeken of bestaande panden van particulieren of gemeente geschikt zijn (te maken). Globale financiële consequenties van aanpassingen en beheer en onderhoud verder inzichtelijk maken (incl. mogelijke subsidies); Randvoorwaarden voor (verhuur) particuliere panden formuleren; Mogelijkheden corporaties afstemmen (bijv. Abdij); Afstemming maatschappelijke organisaties ivm integratie / begeleiding.
Richting: 1. Verder onderzoek naar huisvesting in burger- en bedrijfswoningen, zowel binnen bebouwde kom als in buitengebied (in aanvulling wat al mag op grond van het bestemmingsplan). 2. De gemeente is facilitator en gaat zelf deze panden niet verhuren. 3. Iedere kern vult een gedeelte van de taakstelling in. Daarbij gaan we niet per definitie uit van een evenredige verdeling per kern, maar wordt gekeken naar de mogelijkheden per kern met een zo goed mogelijke spreiding. 4. Maximaal 4 alleenreizende vergunninghouders in 1 woning. 5. Kamergewijze verhuur overleggen met de woningbouwcorporaties. 6. De gemeente gaat voorlopig niet actief op zoek naar particuliere panden voor de tijdelijke huisvesting van vergunninghouders. We kaarten dit bij een tekort aan via de makelaars. Stap 2: onderzoeken welke overige gronden van particulieren of gemeente geschikt zijn voor het realiseren van tijdelijke huisvesting Globale financiële consequenties van voorzieningen en beheer en onderhoud inzichtelijk maken (incl. mogelijke subsidies); Mogelijkheden corporaties afstemmen; Randvoorwaarden meegeven aan private partijen; Afstemming maatschappelijke organisaties ivm integratie / begeleiding. Richting: 1. Het plaatsen van tijdelijke woningen op paardenweitjes mag als dat nodig is. 2. Per kern wordt een aantal locaties hier voor aangewezen Stap 3: onderzoeken welke strategische gronden (niet aangekocht voor woningbouw) van de gemeente geschikt zijn voor het realiseren van tijdelijke huisvesting. Uitzoeken / onderzoeken: Bestaande panden: rechten/plichten/verantwoordelijkheden eigenaar, vergunninghouder, gemeente, COA, zowel financieel als maatschappelijk; Overige gronden: aanvullend: idem met als extra component de vraag wie de tijdelijke huisvesting bouwt en exploiteert; Verdeling over de kernen.
Pagina 5
4. Definitieve invulling extra taakstelling huisvesting vergunninghouders. Algemeen (maximaal) 30% sociale huurwoningen (van het totaal aantal woningen in een plan). Dit in verband met leefbaarheid en toekomstbestendigheid . Met een versnelde taakstelling zal dit uitgangspunt wellicht onder druk staan en is een evenwichtige spreiding in de wijk niet meer mogelijk. Overmatige clustering van de sociale huur kan optreden, maar ook een overschrijding van het maximaal gewenste percentage sociale huur in de wijk. Gemotiveerd kan hier van worden afgeweken.; Inzetten vooral op gezinswoningen met een flexibele indeling waardoor ze zowel geschikt zijn voor gezinnen als voor (4) alleenstaanden. Onderscheid maken tussen: Bestaande tekort 200 huurwoningen die al in onze plannen zitten. In principe hiervoor geen afwijkende afspraken maken; extra taakstelling van 150 huurwoningen. Indien nodig hiervoor afwijken van bestaande uitgangspunten / beleid; Stap 1: onderzoek naar bouwmogelijkheden voor sociale huurwoningen binnen bestaande woningbouwprojecten. Op basis van de huidige planning kunnen/worden binnen lopende plannen 183 huurwoningen gerealiseerd worden in de komende 5 jaar Binnen deze plannen kunnen in de periode daarna nog 117 huurwoningen gerealiseerd worden. Totaal dus circa 300 woningen. Voor het overgrote deel van deze woningen moet de ruimtelijke procedure nog doorlopen worden en moeten nog afspraken gemaakt worden over wie gaat bouwen – exploiteren. Dit betekent dat het merendeel van de definitieve huisvesting pas in 2018, 2019 en 2020 gerealiseerd kan worden.
Richting: 1. Vooralsnog niet afwijken van bestaand beleid. 2. Een wijkverdeling met maximaal 30% sociale huurwoningen en 70% koopwoningen is uitgangspunt. 3. Het college mag gemotiveerd afwijken en maatwerk leveren, met verantwoording achteraf bij de raad. Stap 2: als er binnen de bestaande woningbouwlocaties niet voldoende huurwoningen gerealiseerd kunnen worden: onderzoeken van bouwmogelijkheden voor sociale huurwoningen binnen de gemeentelijke strategische voorraad. Deze gronden zijn in het verleden aangekocht voor woningbouw. Vanwege de aangescherpte boekhoud- en begrotingsvoorschriften zijn deze gronden tijdens de crisis afgeboekt tot landbouwwaarde. Het is (nog) steeds de intentie om deze gronden te ontwikkeling als de mogelijkheid zich voordoet. Op basis van de provinciale verordening Ruimte kan woningbouw op deze locaties mogelijk gemaakt worden. Binnen de lopende projecten komen we 50 huurwoningen tekort. Deze kunnen gerealiseerd worden op “strategische gronden”. Daarvoor dienen aanvullende projecten opgestart te worden (Heesch: De Erven-vervolg, Nistelrode: Weijen, Heeswijk-Dinther: Herpersteeg)
Pagina 6
Stap 3: als er na stap 2 nog onvoldoende huurwoningen gebouwd kunnen worden: onderzoeken welke gronden van derden geschikt zijn voor het realiseren van sociale huurwoningen. Deze stap is voorlopig niet nodig. Uitzoeken / onderzoeken: Wie gaat de woningen bouwen en exploiteren? Bijv.: prijsvraag uitschrijven om marktwerking / concurrentie uit te dagen. Zowel corporaties als (andere) marktpartijen kunnen hieraan meedoen; Randvoorwaarden definiëren: grondprijs – beschikbaarheid voor doelgroep - garantstellingen – doorstroming – etc. In onderstaande grafiek de eerste bevindingen m.b.t. de definitieve huisvesting:
capaciteitsstudie sociale huurwoningen 200 180 160 140 taakstelling huurwoningen
120 100
huurwoningen in lopende woningbouwprojecten
80 60
extra benodigde capaciteit
40 20
capaciteit op strategische gronden
0 -20
In aantallen: SAMENVATTING HUURWONINGEN IN AANTALLEN: taakstelling huurwoningen* Heesch Nistelrode HeeswijkDinther Loosbroek Vorstenbosch totaal
extra benodigde capaciteit
175 70 70
Huurwoningen in lopende woningbouwprojecten 149 66 51
saldo
26 4 19
capaciteit op strategische gronden 41 35 6
18 18 351
15 22 303
3 -4 48
0 0 82
3 -4 -34
*De taakstelling is per kern ingedeeld aan de hand van een procentuele verdeling naar rato van grootte van de kern. Hierbij is uitgegaan van een reguliere opgaaf aan nieuwbouw van 200 woningen en de extra taakstelling van 150 woningen. Aan de hand van het uiteindelijke uitvoeringsprogramma van de woonvisie zullen de aantallen nog aangepast worden in overeenstemming met de meest actuele behoefte per kern.
Pagina 7
-15 -31 13
Conclusie: binnen de bestaande woningbouwlocaties en strategische gronden is voldoende ruimte om de (extra) taakstelling te realiseren. Rol corporaties Bestuurlijk overleg 25-3-2016: Gemaakte afspraken: Alle partijen spreken uit dat er bereidheid is tot het zoeken naar oplossingen. Alle partijen onderstrepen de noodzaak van goede en tijdige communicatie met de omgeving waar vergunninghouders worden gehuisvest. Dit is primair de taak en rol van de gemeente. De corporaties zijn bereid te kijken of dat ze de verhuur van gemeentelijke panden op zich kunnen nemen, niet van particuliere panden! De gemeente zal de lijst met bestaande panden op korte termijn aanreiken. De corporaties zijn bereid om zich in te spannen voor de extra taakstelling voor de realisatie van 150 extra woningen tot en met 2020. De gemeente zal hiervoor een lijst aanreiken met locaties. De corporaties zullen hier op korte termijn op reageren. Spreiding van woningbouw en doorstroming wordt maximaal nagestreefd. De corporaties zijn bereid om ook in Bernheze kamergewijze verhuur toe te passen.
Pagina 8
5. Reguliere taakstelling huisvesting vergunninghouders. Rol corporaties: De corporaties verkopen geen woningen meer op dit moment en zette de woningen maximaal in voor de huisvesting van vergunninghouders; De corporaties gaan inzetten op kamergewijze verhuur. Ook in Bernheze. Kleine Meierij realiseert in een deel van de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther 14 kamers. De gemeente en Mooiland realiseren 10 tot 12 tijdelijke woonunits op een locatie in de kern Heesch. Actuele stand huisvesting. Week 19 geplaatst
6 personen, 3 woningen in Heesch 4 personen, 1 woning in Heeswijk-Dinther
Woning toegewezen en wachten op de sleutel
10 personen, 3 woningen in Heesch 3 personen, 1 woning in Nistelrode 1 persoon, 1 woning in Heeswijk-Dinther
Aangeboden woningen door corporaties
1 woning, max. 1 persoon in Heesch 1 woning, max. 2 personen in Heesch 1 woning, max. 2 personen in Heesch
Nog te plaatsen*
16 personen
* het aantal kan hoger zijn dan de halfjaarlijkse taakstelling i.v.m. overlap in de taakstellingen.Deze worden doorlopend door het COA geactualiseerd en gemuteerd.
Abdij van Berne. Gemaakte afspraken: Abdij is eigenaar van het woongebouw; Kleine Meierij verhuurt 16 eenheden inclusief de algemene ruimten aan vergunninghouders en andere doelgroepen; De gemeente faciliteert het initiatief op het gebied van vergunningen (gebruiksvergunning/bestemmingsplan/huisnummering) en de samenwerking richting COA en vluchtelingenwerk;
Pagina 9
6. Integratie Taakverdeling: Peter van Boekel: Dorpsraden, professionals woningbouw. Jan Glastra van Loon: Ons Welzijn, vluchtelingenwerk, maatschappelijk werk, GGD. Rein van Moorselaar: Optimisd, Onderwijs. Wij vinden contact tussen onze nieuwe en huidige inwoners vanaf dag één de belangrijkste voorwaarde voor succesvolle en snelle integratie. Daar willen wij afspraken over maken met het COA, vluchtelingen werk, Ons Welzijn en andere maatschappelijke partners. We gaan niet het wiel zelf uitvinden en werken samen in de As-50+ regio. Leren van de Nederlandse taal, kennisnemen van onze essentiële waarden en normen, uitwisselen van culturele aspecten, deelnemen aan onze lokale maatschappij en het vergroten van kansen op de arbeidsmarkt vormen de belangrijkste thema's. Dorpsraden. Gesprek 24 maart 2016. Er is bereidheid tot inzet en aanpak. Gedachten / richting: Beleggen van een informatiebijeenkomst met de inwoners van de kernen. Bij de integratie, "het laten landen van de vergunninghouders in de gemeenschappen" zal dit samen met organisaties als Vluchtelingenwerk en Ons Welzijn moeten gebeuren. Wel behoefte aan duidelijke informatie van de gemeente over bijvoorbeeld aantallen vergunninghouders, locaties en termijnen. Delen van goede resultaten, het gaat nu ook goed. Ons Welzijn en vluchtelingenwerk Gesprek 5 april 2016 Op 5 april vond een eerste overleg plaats met Vluchtelingenwerk en ONS Welzijn, ter bespreking van de vraag hoe de integratie van de (grotere groep) van vergunninghouders ingevuld kan worden. Het voorstel kan als volgt kort worden samengevat. Huidige taakverdeling kernpartners Vluchtelingenwerk: begeleiding vergunninghouder(s) bij integratie, participatie en praktische zaken, informeren en betrekken buren en buurt. ONS welzijn: ondersteuning bieden bij participatie vergunninghouders, psychosociale hulpverlening
Vormgeven aan de sociale integratie en participatie Organiseren van bijeenkomsten met burgers Leren van huidige vergunninghouders Sociale integratie en kinderen/jongeren Ontmoetingsplekken bij groepsgewijs wonen Samsam Bernheze digitale burenhulpservice Versterken van het vrijwilligersnetwerk Wat is er al en kan ook ingezet worden voor sociale integratie/participatie van nieuwe vergunninghouders Maatschappelijke begeleiding door Vluchtelingenwerk Inburgering Taalhuis Individuele vragen / hulp Draagvlak creëren onder huidige inwoners TalentCentraal
Pagina 10
Vrijwilligerspunt
Een integraal plan van aanpak gaan we verder uitwerken in overleg met partners ONS Welzijn en Vluchtelingenwerk.
Wat betreft de regionale aanpak (as50 plus) zitten Oss en Bernheze op één lijn: de organisaties faciliteren om integratie integraal op te pakken. Wij stemmen af met Oss. De portefeuillehouders hebben afgesproken in het reguliere WMO overleg ONS Welzijn uit te nodigen om te bezien hoe de inzet in Oss en Bernheze gaat en of er op termijn wel een gezamenlijke regionale aanpak nodig is.
Pagina 11
7. Financiële paragraaf In de motie wordt hiervoor als uitgangspunt meegegeven: “ Als gemeente dit proces dusdanig te faciliteren op financieel en bestuurlijk gebied dat er geen drempels worden opgeworpen om serieus in deze behoefte te kunnen voorzien.” In zijn algemeenheid geldt dat de opvang van asielzoekers voor rekening van het COA komt; de huisvesting van vergunninghouders voor de gemeente. Het laat zich op voorhand lastig ramen welke kosten gemoeid zullen zijn met de invulling van de extra-taakstelling; dit is immers sterk afhankelijk van de mogelijkheden en de te maken keuze’s qua locaties, omvang e.d. Voor het opstellen van de financiële paragraaf hebben wij een aantal uitgangspunten geformuleerd. Op basis van deze uitgangspunten hebben we een globale raming gemaakt van de te verwachten kosten. Maar het is duidelijk dat het om aanzienlijke kosten gaat. Kosten huisvesting Te denken valt aan de volgende kostenposten:
Grondinbreng en kosten exploitatie tijdelijke huisvesting Voor de inbreng van gemeentelijke gronden zal bezien moeten worden voor welke prijs deze worden ingebracht. Het is op voorhand duidelijk dat het uitgangspunt van marktgerichte uitgifte niet bijdraagt aan snelle oplossingen. De kavelprijs voor huurwoningen kan aangepast worden van € 24.500 naar de ondergrens van € 17.500.
(Bijdragen aan) investeringen voor noodzakelijke aanpassingen bestaande panden. Voor zover bestaande panden worden ingezet, zullen ongetwijfeld kosten gemaakt moeten worden om deze voor bewoning door deze doelgroep (bijvoorbeeld bij kamergewijze verhuur) geschikt te maken.
Kosten integratie Voor de maatschappelijke begeleiding van vergunninghouders verkrijgt de gemeente van het rijk nu een vergoeding van € 1.000 per persoon op jaarbasis, welke vergoeding nu beschikbaar wordt gesteld aan Vluchtelingenwerk. Inmiddels is duidelijk dat deze vergoeding structureel wordt verhoogd naar € 2.370. De voorwaarden en bepalingen voor verkrijging moeten nog verder bepaald worden. Dit geldt ook voor de besteding daarvan.
Plankosten en kosten begeleiding en (extra-)inzet organisatie. Het is duidelijk dat de extra taakstelling, zeker met een verdeling over de kernen, tot verschillende plannen zal leiden die alleen hun eigen procedure zullen moeten doorlopen.
Gehanteerde uitganspunten. Aanpassingskosten van gemeentelijke panden nemen we voor onze rekening. Beheer en exploitatie (van gemeentelijke panden) gaan we niet zelf doen, maar besteden we uit aan derden (bijvoorbeeld corporaties); Indien derden bereid zijn tijdelijke huisvesting te organiseren zullen we dit maximaal faciliteren. De (extra) inkomsten vanuit het Rijk worden in ieder geval ingezet voor de (naar verwachting hiermee kostenneutrale) maatschappelijke begeleiding; Alle kosten van taakstelling vergunninghouders zijn eenmalig. Incidenteel budget, niet structureel ten laste van begroting;
Pagina 12
In het plan van aanpak zit qua huisvesting een drietal hoofdlijnen. 1. Reguliere taakstelling huisvesting (76 personen in 2016) Om de reguliere taakstelling voor 2016 te kunnen halen zijn aanvullende maatregelen nodig. In eerste instantie wordt hierbij gedacht aan de tijdelijke bewoning in de Abdij. Een eerste kostenindicatie hiervan bedraagt € 200.000. Hierbij gaat het om inbrengwaarde van gronden, vergoeding van kosten en bouwrijp maken. Deze investering vinden wij verantwoord. 2. Tijdelijke extra taakstelling huisvesting (max. 225 pers) Hierbij is het van belang een goede balans te vinden tussen snelheid, zorgvuldigheid en een maatschappelijk / financieel verantwoorde investering. Getracht wordt om een ‘buffer’ te creëren als wachtkamer voor de definitieve huisvesting. Willen wij op korte termijn de maximale omvang aan vergunninghouders huisvesten dan zal de gemeente zelf moeten investeren in tijdelijke woonunits. Samen met alle andere maatregelen van inzet van bestaande woningen zijn de eenmalige kosten dan geraamd op € 3,5 tot € 3,8 miljoen. Wij vinden met name de gemeentelijke investering in tijdelijke woonunits niet verantwoord. Wij vinden het wel verantwoord om de tijdelijke opvang van 150 vergunninghouders (buffer van twee jaar) te organiseren. Wij verwachten dat hiermee eenmalige kosten van € 100.000 zijn gemoeid. 3. Definitieve extra taakstelling huisvesting (150 woningen) Normaal hanteren we voor sociale huurwoningen een grondprijs van € 24.500 per kavel. Om de snellere bouw van kleine huurwoningen te stimuleren zal de onrendabele top van d huurwoning moeten worden beperkt. De gemeente kan hier een bijdrage in leveren door de grondprijs te verlagen. Bij een volledig programma worden de eenmalige kosten geraamd op termijn op € 1 miljoen eenmalig. Kosten integratie. In het eerdere bestuursakkoord tussen het Rijk en de VNG is al afgesproken dat de vergoeding voor de maatschappelijke begeleiding van vergunninghouders wordt verhoogd van € 1.000 per persoon op jaarbasis, naar € 2.370. In eerste instantie voor de jaren 2016 en 2017. In het tweede bestuursakkoord (op dit moment onderdeel van de ledenraadpleging) wordt dit structureel gemaakt. We gaan er van uit dat deze inkomsten toereikend zijn om alle maatschappelijk kosten (integratie, uitkeringen, onderwijs etc.) te dekken. Daarnaast zal de gemeente aan de lat staan voor mogelijk meer sociale uitkeringen. In het tweede bestuursakkoord wordt hiervoor de bijdrage aan het gemeentefonds verhoogd. Ook hier gaan wij er van uit dat dit kostenneutraal verloopt. Kosten personeel. De extra taakstelling zal leiden tot een verhoogde personele inzet. Hierbij is te denken aan projectleiding, begeleiding van het maatschappelijk traject, communicatie, burgerzaken en extra plankosten voor het realiseren van extra woningen. Voor het restant van 2016 verwachten we 3,5 fte extra nodig te hebben, aflopend naar 2 fte in 2018. De kosten hiervoor ramen we op € 500.000 eenmalig.
Pagina 13
Samenvatting kosten Reguliere huisvesting (76 pers.): Tijdelijke huisvesting (225 pers.): Definitieve huisvesting(150 won.): Integratie Personele kosten Totaal
€ 200.000 € 100.000 € 1.050.000 budgettair neutraal € 500.000 € 1.850.000
Zoals gezegd zijn het grove ramingen en is het erg lastig om de kosten vooraf te ramen. Toch zal er per direct financiële ruimte moeten zijn om te kunnen handelen. Wij stellen daarom voor een werkbudget ter beschikking te stellen van € 1 miljoen. Wij stellen voor deze kosten te dekken uit de reserve “nog nader te bestemmen”.
Pagina 14
8.
Communicatie
De gemeenteraad heeft bij het aannemen van de motie over het huisvesten van extra vergunninghouders inzicht gevraagd in het proces na besluitvorming: hoe gaat de gemeente inwoners en andere stakeholders betrekken en informeren? Welke stappen kent het proces om het draagvlak en het vertrouwen in het proces en de gemeente te vergroten. Hieronder beschrijven we de randvoorwaarden en bijbehorende communicatiestrategie. Randvoorwaarden Locatiegebonden en situationele communicatie Het plan van aanpak van het college bestaat uit drie pijlers; huisvesting, integratie en communicatie. Voorwaarde is dat stakeholders, waaronder inwoners en omwonenden, betrokken worden bij de komst en huisvesting van vluchtelingen. Dit doen we door met elkaar in gesprek te gaan (communicatie) en stakeholders die dat willen te betrekken bij de integratie van vluchtelingen in onze kernen. Hoe we dit concreet vormgeven bekijken we nadrukkelijk per locatie en situatie én samen met onze stakeholders. Daarbij bepalen we aan de hand van de Visie burgerparticipatie Bernheze 2012 per situatie welke trede van de participatieladder we toepassen. Voorkomen van overexposure In de vergadering van de raad van 21 april 2016 werd reeds opgemerkt dat waar het communicatie over de huisvesting van vluchtelingen betreft gewaakt moet worden voor overexposure. Hierbij gaat het zowel om het belang van de (directe) omwonenden als ook de toekomstige nieuwe inwoner van onze gemeente. Met name wat betreft deze laatste groep geeft ook Vluchtelingenwerk zeer nadrukkelijk dit signaal. Het gaat vaak om kwetsbare en beschadigde mensen die er niet bij gebaat zijn in de schijnwerpers te staan. Mede door de communicatie locatiegebonden en situationeel vorm te geven kun je overexposure vormkomen. Communicatiestrategie: Samen vormgeven aan gerichte communicatie Bovenstaande randvoorwaarden leiden tot de volgende communicatiestrategie. Om goede communicatie vorm te geven is het van belang om dit zo intensief mogelijk sámen te doen; samen met omwonenden, samen met organisaties en instanties en samen met betrokken Bernhezenaren. We willen betrokkenheid vergroten, informatie geven, communicatie afstemmen op de actuele behoeften en dit vooral ook in nauw contact mét betrokkenen en omwonenden vormgeven. De gemeente heeft geen draaiboeken klaarliggen, maar wil juist samen met haar stakeholders per situatie en per locatie bekijken wat nodig is om te komen tot een gesprek en samenwerking over de komst van deze mensen. Daarom geeft dit document vooral richting en beschrijft randvoorwaarden. De daadwerkelijke communicatiekalender gaan we samen met onze partners en inwoners vormgeven. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat in samenwerking met betrokkenen verschillende andere (betere) ideeën naar voren zullen komen. De afweging welke activiteiten we oppakken en uitwerken is het resultaat van deze samenwerking. We gaan vervolgens actief met betrokken partijen om tafel om af te spreken welke rol men in het communicatieproces op zich wil nemen en wie graag een bijdrage wil en kan leveren. De lijst met stakeholders is dynamisch en zal aangevuld worden met partijen die zich aandienen gedurende het proces.
Pagina 15
Participatieladder Op het moment dat het college overgaat tot andere manieren van huisvesten, bijvoorbeeld door het realiseren van tijdelijke woningen, raadpleegt hij direct betrokkenen en anderen volgens trede 2/3 (informeren/adviseren) van de participatieladder. Concreet betekent dit dat in elke kern de komende maanden één avond wordt georganiseerd. Tijdens deze avond kunnen belangstellenden meedenken over mogelijke locaties. De opbrengsten van deze avonden worden betrokken bij definitieve keuzes door college en raad. Doel communicatiestrategie: Informeren en werken aan draagvlak Door deze communicatiestrategie te volgen willen we de volgende doelstellingen behalen. 1. stakeholders hebben inzicht in het proces De gemeente doet er alles aan om betrokkenen zo veel mogelijk te informeren over het proces en de overwegingen die ten grondslag liggen aan de keuzes die gemaakt worden. 2. Maatschappelijk onrust en wantrouwen voorkomen De gemeente communiceert op een zorgvuldig manier en met respect voor de mening van alle stakeholders. Dat betekent onder meer dat we altijd eerst met de direct betrokkenen in gesprek gaan. 3. Betrokkenheid stakeholders bevorderen De buurt en Bernheze vroegtijdig kennis laten maken met zowel de locatie(s) als haar (nieuwe) bewoners. Dit zal actief vormgegeven worden door omwonenden/inwoners en de nieuwe bewoners proactief met elkaar in contact te brengen. 4. Herstellen vertrouwen inwoners We zien de protesten die we hebben gehoord als een signaal dat de samenwerking met onze stakeholders verbeterd moet worden. Zodra inwoners ervaren dat de gemeente er is voor alle Bernhezenaren en zij erop vertrouwen dat de gemeente een zorgvuldige afweging maakt, die rekening houdt met alle belangen, zal er meer begrip ontstaan voor de keuzes. De bijlage beschrijft de concrete uitgangspunten voor de communicatie. Conclusie Het hier beschreven communicatieproces is een dynamisch proces waar we continue inspelen op de actualiteit en steeds met de vinger aan de pols van de samenleving. We doen dit samen, samen met bewoners en andere betrokkenen. Door deze gezamenlijke aanpak creëer je ruimte voor draagvlak en begrip door het bottom-up op te bouwen, waarbij we heel nadrukkelijk uitgaan van de input van omwonenden en de kracht van de samenleving.
Pagina 16