PLAN 2014 BELEIDSGESTUURDE CONTRACTFINANCIERING MEER WELZIJN WIJCHEN IN 2014

• • • • • • • • • BELEIDSGESTUURDE CONTRACTFINANCIERING • • • • • • •

PLAN 2014 • • • MEER WELZIJN WIJCHEN IN 2014

Beleidsgestuurde contractfinanciering 2014, gemeente W ijchen - MEER Welzijn W ijchen

Inhoud


Voorwoord

pag. 3

1. Bewonersparticipatie en leefbaarheid.

pag. 4

2. Ontmoeting, recreatie, activering.

pag. 6

3. Ondersteuning besturen van/in gemeenschapsaccommodaties.

pag. 8

4. Buurtbemiddeling.

pag. 10

5. Dienstverlening aan mensen met een ondersteuningsbehoefte.

pag. 12

6. Ondersteuning van mantelzorgers.

pag. 14

7. Preventieve ouderondersteuning en opvoeding.

pag. 16

8. Ambulant jongerenwerk.

pag. 18

9. Jongeren: preventief aanbod.

pag. 20

10. Bredescholen.

pag. 22

11. Maatschappelijke stage.

pag. 24


Voorwoord 2014 is het jaar waarin in Wijchen grote vernieuwingen plaats gaan vinden. De verschillenden transities krijgen vorm. Ook een jaar waarin we ons als betrouwbare partner willen presenteren. De afspraken vastgelegd in de BCF zijn hier de uitdrukking van. De beschreven BCF’s zijn coproducties tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Medewerkers van de gemeente Wijchen en van MEER Welzijn Wijchen hebben er veel tijd aan besteed. Al pratend en zoekend ontstonden er nieuwe invalshoeken en nieuwe aandachtsgebieden. De BCF’s geven aan hoe gemeentelijk beleid vertaald kan worden naar de uitvoering. Op de linkerbladzijden heeft de gemeente haar vraag geformuleerd. Op de rechterbladzijden, in ’het antwoord van MEER’, wordt beschreven wat MEER in 2014 gaat doen om aan de resultaatverwachtingen van de gemeente te voldoen of daar aan bij te dragen.

Separaat aan deze beschrijvingen wordt aan de gemeente aangeboden, een overzicht van de productieve uren en de daarbij horende kostprijs zoals we die per BCF voor 2014 hebben begroot.

Juni 2013 Wilma Aarntzen, Directeur MEER Welzijn Wijchen

2.



3.

• • • • • • BEWONERSPARTICIPATIE EN LEEFBAARHEID De vraag van de gemeente Wijchen

1. BEWONERSPARTICIPATIE

EN • • • • • • LEEFBAARHEID

Het antwoord van MEER Welzijn Wijchen

Beleidsmatige inbedding

1. Na evaluatie van het project ‘Wij doen MEE(R) in Wijchen (uit 2013), bekijkt MEER welke methodieken wel en

-

Coalitieakkoord: Paragraaf 2.5.: Wijkplannen meer themagericht en

niet werken. Deze vertaalt MEER naar andere wijken.

paragraaf 2.6: Wijkwethouder en leefbaarheidsgroepen.

•

-

Programmabegroting: Programma 2: Wonen en leefbaarheid: speerpunten 4 en 5.

te bepalen) wijk.

-

Wmo prestatieveld 1: Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

Daar waar nodig, zal MEER (in de pilotwijk) blijven ondersteunen (voor de duur van maximaal één jaar)

-

Wmo-beleidsplan 2012-2015: hoofdstuk 2 Burgerparticipatie en de Wmo in de wijk.

-

Integraal veiligheidsplan 2010-2014 paragraaf 5.2.: Kracht van de samenleving en 5.3.: Gebiedsgericht werken.

•

De succesvolle methodieken zet MEER in 2014 in bij een vervolg op deze pilot, in een volgende (nader

bij het leggen van onderlinge contacten en het organiseren van activiteiten. Ondersteuning is gericht op

het bevorderen van het zelforganiserend vermogen (van meegaan naar meedoen naar meewerken).

Bij de methodieken is activering door ontmoeting tussen bewoners het belangrijkste doel.

•

Beleidsprioriteiten

De ontmoetingen moeten leiden tot meer onderlinge contacten en verbindingen, met uiteindelijk meer

- Gebruik maken van de kracht van de samenleving: de eigen kracht van de burger staat centraal en de relatie tussen

onderlinge hulpvragen en – aanbiedingen, op het gebied van welzijn en zorg.

Uitgangspunten bij deze ontmoetingen zijn: in de buurt èn inzetten op (positieve) activiteiten, met

burger en gemeente is wederkerig.

- Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

Doelstelling gemeente 1. Burgers blijven langer meedoen in de samenleving (Zorg/ De Kanteling). 2. Leefbaarheidsgroepen voldoen 100% aan de eisen van de checklist. 3. Wijchen is een vitale samenleving, waarin zelfredzaamheid voorop staat en burgers samen redzaam zijn (participatie/

•

een accent op doen (met elkaar).

2. Daar waar MEER specifieke vragen van gemeente of leefbaarheidsgroepen krijgt, of waar bewoners willen

werken aan een gezamenlijk project, zal MEER bewonersgroepen (waar nodig) ondersteunen, in de vorm van

participatietrajecten. Ook deze ondersteuning is gericht op het bevorderen van het zelforganiserend

vermogen (van meegaan naar meedoen naar meewerken).

3. MEER heeft extra aandacht voor de ondersteuning van minder redzame mensen (vanwege bijvoorbeeld

burger voor burger).

4. Bewoners voelen zich voor 95% of meer veilig in de wijk (veiligheidsbeleid).

taalbarriere, arbeidsongeschiktheid, of anderszinse beperking) bij de bemiddeling in en begeleiding naar

5. Bewoners zijn gemiddeld genomen positief over de leefbaarheid van hun wijk (sociale cohesie).

vrijwilligerswerk en algemene participatie in de buurt.

Resultaatverwachting Wat willen we bereiken

4. Daar waar mogelijk zet MEER haar netwerkcontacten in (vanuit bijvoorbeeld Bredescholen, Accommodaties,

Veiliger Wijk Teams en Woonservicegebieden), om projecten elkaar te laten versterken. Vanzelfsprekend

zorgt MEER voor onderhoud van deze netwerkcontacten (o.a. door deelname aan overleggen).

1. Inzicht bij de burger, in de mogelijkheden van vormen van omgevingsondersteuning in de wijken, in het kader van

de Kanteling.

2. Inzet van MEER m.b.t. de leefbaarheidsgroepen, als niet (meer) wordt voldaan aan de eisen van de checklist. 3a. Wijken worden integraal benaderd en de leefwereld van de burger staat centraal. 3b. Bewonersinitiatieven en organisaties werken samen in de wijk/buurt in Brede Schoolverband, voor het woonservice

gebied en ter versterking van de draagkracht van de wijk.

3c. Daar waar nodig, is MEER inzetbaar ter ondersteuning van participatietrajecten van de gemeente Wijchen.

Zowel m.b.t. de begeleiding van burgers als het ontwikkelen van participatieplaatsen aanvullend op de taken van de

jobcoach van de gemeente en in de gesubsidieerde sector.

4. Bij problemen werken burgers samen aan oplossingen en het voorkomen van herhaling. 5a. Bewoners zijn steeds meer in staat (zich)zelf te organiseren. 5b. Bewoners zijn zich bewust van het belang van draagkracht en sociale cohesie in de wijk en gedragen zich er ook naar.

4.



5.

• • • • • ONTMOETING, RECREATIE, ACTIVERING De vraag van de gemeente Wijchen

2. ONTMOETING, RECREATIE, ACTIVERING

• • • •



De activiteiten zijn gericht op activering enparticipatie van vitale (zie ook BCF burgerparticipatie) en niet-redzame

- Wmo beleidsplan 2012-2015

burgers. Samen met vitale burgers, vrijwilligersorganisaties en wijkbewoners wordt invulling gegeven aan activitei-

ten, waarbij er specifieke aandacht geschonken wordt aan het erbij betrekken en participeren van bewoners met

Programmabegroting, Programma 5 Zorg en ondersteuning.

een ondersteuningsbehoefte.

Beleidsprioriteiten Goede voorzieningen voor mensen met beperkingen Eigen kracht centraal. Kracht van de samenleving. Welzijn vóór zorg.

Doelstelling gemeente - Bestrijden van eenzaamheid en bevorderen van sociale samenhang in de buurt/wijk. Voorkomen of uitstellen van het

aanspraak maken op zorg.

- De groep mensen die door beleidswijzigingen van de landelijke overheid niet meer voor AWBZ-functies in aanmerking

komen, moeten hun weg weten te vinden naar algemene WMO-voorzieningen die aansluiten bij hun behoeften.

- Het signaleren van trends en ontwikkelingen die van belang zijn voor beleidsontwikkeling en -bijsturing.

Resultaatverwachting Wat willen we bereiken. Er moeten plekken zijn waar mensen, in hun buurt, elkaar bij voorkeur dagelijks kunnen ontmoeten. Ontmoetingscentra zijn hierbij cruciaal, met name voor mensen met een beperking.

Organiseren en coördineren van activiteiten. - Het Kompas biedt een ontmoetingsplek voor ouderen en een locatie voor verenigingen.

Samen met een activiteitencommissie bestaande uit vrijwilligers ontwikkelt en organiseert MEER een divers en

eigentijds activiteitenaanbod in het Kompas. Dit doet zij in afstemming met de ZZGzorggroep.

- De twee activiteiten voor eten en ontmoeten voor alleenstaande zelfstandig wonende ouderen zullen in 2014

verzelfstandigd worden waardoor er weer mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van nieuwe activiteiten. - MEER ondersteunt het wekelijkse internetcafé in de Openbare Bibliotheek.

- Bewegingsactiviteiten: MEER organiseert, coördineert en voert een divers aanbod aan bewegingsactiviteiten

uit in de wijken. Daarnaast zijn er één of twee keer per jaar wisselende sportactiviteiten ter stimulering van

bewegen. In de werkgroep sportstimulering en met andere partners vindt hierover afstemming plaats.

Er wordt toegewerkt naar onderbrengen van sportactiviteiten voor niet-redzame ouderen bij sportscholen of

verzelfstandiging.

Activering - Uitvoeren project activiteitencontact “Meer Samen” voor mensen van alle leeftijden. Via een periodieke

uitgave met advertenties kunnen mensen met elkaar in contact worden gebracht en hun sociale netwerk

Algemene voorzieningen nog meer toegankelijk maken voor de mensen met een beperking (m.n. AWBZ/Wmo transitie doel-

uitbreiden. In 2014 zullen ook sociale media hierbij worden benut.

groep), het aanbod beter toespitsen op de behoefte en hen stimuleren tot ontmoeting en deelname aan activiteiten.

- Opzetten en implementeren van methodes ter versterking van het netwerk, zoals de training “Versterk je

1. Stimuleren van ontmoeting in de wijk, gericht op het vormen van een steunsysteem. In dit kader organiseren en coördineren van activiteiten die gericht zijn op ontmoeting, recreatie, educatie en activering van ouderen en van mensen met een

netwerk” voor vrijwilligers (netwerkcoach). Daarnaast richt het project “Met elkaar” zich op het opnieuw

leren participeren.

beperking, bij voorkeur in de wijken of bovenwijks al naar gelang de behoefte. Er is samenwerking met goed geïnformeerde

Eenzaamheid en zingeving

vrijwilligers en met andere organisaties.

- MEER coördineert het project eenzaamheid (voor alle leeftijden). Signalen kunnen worden gemeld bij het

Niet-redzame burgers zijn geïnformeerd over de mogelijkheden op het gebied van welzijn, met name gerelateerd aan wonen

meldpunt van MEER. Vervolgens wordt een plan van aanpak opgesteld in samenspraak met de cliënt en

en zorg.

uitgevoerd. De aanpak richt zich o.a. op versterking sociaal netwerk, ontwikkelen van vaardigheden en

talenten, aanpassing van verwachtingen en toeleiden naar vrijwilligerswerk, participatie.

2. Mensen met een ondersteuningsbehoefte kunnen deelnemen aan reguliere activiteiten die georganiseerd worden door

- Organiseren van zingevingactiviteiten (voor ouderen of vrijwilligers gericht op het train de trainer principe).

(georganiseerde) burgers in wijken. Hierin worden zij ondersteund door vitale burgers. Er is een verbinding gelegd tussen vrijwilligers en niet-redzame burgers. 3. Mensen maken meer gebruik van welzijnsvoorzieningen, in het kader van welzijn voor zorg. De welzijnsvoorzieningen sluiten aan bij de (zorg-)ondersteuningsbehoefte van mensen met een beperking of ondersteuningsbehoefte. Aansluiting zoeken bij eerstelijnszorgaanbieders en verbindingen leggen tussen organisaties.

Initiatieven - MEER zal nieuwe initiatieven nemen op het terrein van ontmoeting, recreatie en activering in de wijk en zal

initiatieven van burgers faciliteren en (kortdurend) ondersteunen.

- In 2013 onderzoekt MEER met lokale en regionale partners hoe de dagbesteding/dagopvang voor ver

schillende doelgroepen vorm gegeven kan worden in 2014 als gevolg van de transitie AWBZ.

MEER zal in de uitvoering/ondersteuning een rol spelen in de wijk.

Ondersteuningsstructuur In 2013 wordt gewerkt aan het vormgeven van een welzijns- en ondersteuningsstructuur in Wijchen. MEER zal in 2014 gaan samenwerken in wijknetwerken of sociale wijkteams. Kernwaarden zijn welzijn voor zorg, verbinden van informele en formele netwerken, verbinden welzijn-eerstelijns zorg, dichtbij de burger, inzet eigen kracht en van de omgeving.

6.



7.

• • • • • ONDERSTEUNING BESTUREN VAN / IN GEMEENSCHAPSACCOMMODATIES De vraag van de gemeente Wijchen

3. ONDERSTEUNING BESTUREN VAN / IN

• • • • • GEMEENSCHAPSACCOMMODATIES



1. MEER Welzijn zal een startdocument ‘WMO huis’ neerleggen, gericht op de wijkcentra en dorpshuizen,

- Programma 4 Onderwijs en ontplooiing.

waarbinnen de mogelijkheden en kansen gericht op de kanteling van de WMO en de transities in beeld

- Raadsbesluit 18-12-2008: rapport Accommodatiebeleid Wijchen.

gebracht worden waarbij ook gekeken wordt naar optimalisering van het gebruik van de gemeenschapsac-

- Raadsvoorstel 21-03-2013: overkoepelend stichting MFA’s.

commodaties.

Reeds bestaande WMO/AWBZ activiteiten binnen de wijkcentra en dorpshuizen zullen in kaart gebracht

worden en mogelijke verbindingen met andere BCF’s worden aangegeven.

Beleidsprioriteiten Kwaliteitsverbetering vrijwillige accommodatiebesturen en beheer. Verbinden accommodatiebeheer met inhoudelijke behoefte.

Doelstelling gemeente Zorgen dat elke accommodatie een vrijwillig bestuur heeft dat toegerust is voor het beheren en exploiteren en/of het organiseren van activiteiten in relatie tot actuele en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van WMO en transities.

Resultaatverwachting

2. MEER Welzijn zal in haar contacten met de besturen naast aandacht voor de diversiteit van het aanbod,

de kostenopzet, de afstemming van de samenwerkingmogelijkheden en de afstemming met de eventuele

centrale beheerder/exploitant speciaal aandacht hebben voor de eigenkracht van de besturen en de orga-

nisatie ten aanzien van de kwaliteiten die aansluiten bij de nieuwe werkwijze/functie van de gemeen-

schapsaccommodaties.

Daar waar nodig zal MEER eventuele benodigde deskundigheidsbevordering of werving van benodigde

bestuursleden op nemen in de werkplannen van de besturen.

3. Er worden twee platformavonden voorbereid, georganiseerd en ondersteund. Thema van de avonden

Wat willen we bereiken 1. De WMO en transitieontwikkeling vragen van vrijwillige accommodatiebesturen een andere rol. Wij willen proactief

wordt in overleg met de accommodatiebesturen bepaald.

inspelen op deze ontwikkelingen, zoals samenwerking met andere partijen en samenvoeging van functies. Vrijwillige

4. MEER Welzijn ontwikkelt een cursusaanbod gericht op coaching en begeleiding van vrijwilligers in de

besturen dienen nadrukkelijk in deze ontwikkeling te worden meegenomen. In 2014 wordt een nieuwe manier van

werken geïnitieerd, ontwikkeld en gemonitord. Hierbij wordt verbinding aangebracht met het activiteitenaanbod in BCF 1

‘Bewonersparticipatie en leefbaarheid’.

2. De vrijwillige besturen werken zoveel mogelijk uit eigen kracht, waarbij inzet van MEER is gericht op het versterken van

gemeenschapsaccommodaties.

5. MEER Welzijn beheert het Ontwikkelfonds en attendeert en inspireert de besturen om nieuwe aanvragen

in te dienen gericht op WMO activiteiten. MEER toetst de aanvragen aan de criteria en verspreidt de draai-

boeken van de uitgevoerde nieuwe activiteiten onder de besturen.

deze eigen kracht. In dit licht dienen de punten 3., 4. en 5. gelezen te worden.

3. De vrijwillige accommodatiebesturen worden, waar nodig, ondersteund bij:

a.

het uitvoeren en updaten van het inmiddels opgestelde toekomstplan, met aandacht voor de bestuurskracht, de diversiteit van het aanbod, de organisatie, de kostenopzet en de behoefte van de deelnemers.

4. Indien de vrijwillige besturen deel uitmaken van een multifunctionele accommodatie, worden zij waar nodig ondersteund

bij:

a.

de afstemming met de centrale beheerder/exploitant.

5. De besturen:

8.

a.

komen minimaal twee keer per jaar bijeen om kennis en kunde met elkaar te delen en thema’s te bespreken (plat-

form),

krijgen - samen met andere relevante medewerkers in de accommodatie - centraal deskundigheidsbevordering

b.

aangeboden, om de kwaliteit van hun taken te borgen en te verbeteren,

worden ondersteund bij het ontwikkelen van nieuwe activiteiten die invulling geven aan de WMO- en transitie-

c.

ontwikkelingen. MEER Welzijn beheert het jaarlijks subsidiebudget van € 3.000,-- dat de gemeente hiervoor

beschikbaar stelt en kent dit toe aan nieuwe initiatieven.



9.

• • • • • •

BUURTBEMIDDELING

4. BUURTBEMIDDELING

De vraag van de gemeente Wijchen


• • • • • •


Meer eigen verantwoordelijkheid bij de burger, ook in het kader van wijkontwikkeling, is het uitgangspunt.

-

Coalitieakkoord: paragraaf 2.3: Veiligheid is een eerste vereiste voor een prettige leefsfeer.

Hierbij past ook ondersteuning bij het leefbaarder, prettiger en veiliger maken van de eigen buurt en wijk in

-

Wmo prestatieveld 1: Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

de vorm van bemiddeling bij conflicten. Bewoners worden met elkaar in contact gebracht. Met ondersteuning

-

Beslisnota buurtbemiddeling 10/12267.

van buurtbemiddeling leren ze zelf conflicten aan te pakken. Gezamenlijk komen ze tot een duurzame oplossing en mogelijk een herstel van het contact.

Beleidsprioriteiten -

Gebruik maken van de kracht van de samenleving.

-

Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

Doelstelling gemeente -

Oplossen van conflicten tussen buren en zo bijdragen aan de leefbaarheid van de buurt en ontlasting van het

rechtssysteem.

-

Veilige leefomgeving.

-

Vergroting zelfsturing burgers.

-

Een goed functionerende omgevingsondersteuning waarin mensen bereid zijn elkaar te helpen.

- Werving en selectie medewerkers. - Training, begeleiding, coaching van vrijwilligers en intervisie. - Intake- en bemiddelingsgesprekken (activiteit vrijwilligers). - Coachingsgesprekken (activiteit vrijwilligers en projectleider). - Teamvorming van vrijwilligers. - PR voor het project.


- Opbouwen en onderhouden breed netwerk. - Onderzoeken of een melding geschikt is voor bemiddeling, intake projectleider. - Matchen, organiseren en nazorg van bemiddeling. - Registratie van bemiddelingen (aard, verwijzer, wijk, resultaten). - Opstellen van een voortgangsrapportage en jaarlijkse evaluatie. - Groepsbemiddeling.

- Buurtbemiddeling is structureel ingebed, voorin de keten van veiligheid en leefbaarheid. - Buurtbemiddeling is bekend bij het onderwijs, de kinderopvang, partners binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin en

Onze inzet omvat:

overige maatschappelijke organisaties in Wijchen.

De structurele inbedding in de keten veiligheid en leefbaarheid is onderdeel van het reguliere opbouwwerk zoals beschreven in BCF bewonersparticipatie en leefbaarheid.

- Buurtbemiddeling biedt als extra service coaching, om communicatie tussen burgers weer op gang te krijgen. - Buurtbemiddeling is een vast onderdeel van de besprekingen van het VWT (Veiliger Wijk Team). - Minimaal 35 aanmeldingen per jaar. - Minimaal 15 bemiddelingen per jaar waarvan 60% met positief resultaat worden opgelost. - 8-11 opgeleide vrijwilligers, met aandacht voor diversiteit. - Aanbod voor groepsbemiddelingen.

10.



11.

• • • • • DIENSTVERLENING AAN MENSEN MET EEN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE De vraag van de gemeente Wijchen

5. DIENSTVERLENING

AAN MENSEN • • • • • MET EEN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE



De interventies zijn gericht op het langer zelfstandig blijven wonen in de wijk van niet-redzame burgers die


ondersteuning nodig hebben. Inzet is versterking van eigen kracht en zelfoplossend vermogen, zodat burgers

Programmabegroting,

de regie op het leven houden.

Programma 5 Zorg en ondersteuning.

Een kleine groep burgers zal tijdelijk (ongeveer 10%) of blijvend aangewezen zijn (ongeveer 5 %) op begeleiding en ondersteuning op een aantal terreinen die het zelfstandig wonen mogelijk maken.

Beleidsprioriteiten Meer voorzieningen voor mensen met beperkingen Eigen kracht centraal. Kracht van de samenleving.

1. Activiteiten en interventies die zijn gericht op (tijdelijke) overname van de hulpvraag. Hierbij worden

vrijwilligers ingezet.

-

Doelstelling gemeente

MEER organiseert en coördineert het vervoersproject “opStap” Een vierde bus in 2013 maakt het mogelijk dat opStap vanaf 2014 zich kan richten op een bredere

Algemene welzijnsvoorzieningen in Wijchen behouden of realiseren, waardoor mensen niet vroegtijdig een beroep doen op

doelgroep. Te denken valt aan arbeidsgehandicapten en vervoer naar dagbesteding dichtbij huis voor

individuele voorzieningen.

mensen met een verstandelijke/lichamelijke beperking.

Transitie functies van AWBZ naar Wmo. De groep mensen die door beleidswijzigingen van de landelijke overheid niet meer voor AWBZ-functies in aanmerking komen, moeten hun weg weten te vinden naar algemene WMO-voorzieningen die aansluiten bij hun behoeften. We gaan algemene voorzieningen nog meer toegankelijk maken voor deze doelgroep, het aanbod beter toespitsen op de behoefte en stimuleren tot ontmoeting en deelname aan activiteiten.

-

De hulpdienst (bezoekwerk, vervoer naar ziekenhuis, tuinonderhoud, kluswerk, activiteit en bood-

schap doen) is een vangnet voor mensen van alle leeftijden die aangewezen zijn op ondersteuning

of hulp omdat men taken niet zelfstandig kan uitvoeren. MEER draagt er zorg voor dat dergelijke

ondersteuning geboden wordt.

2. Activiteiten en interventies die zijn gericht op het ondersteunen van burgers door burgers. De burger kan het zelf, met (tijdelijke) ondersteuning van een andere burger.

Resultaatverwachting Wat willen we bereiken Mensen ondersteunen die moeite hebben met hun zelfredzaamheid. Hierbij het aanbod toespitsen vanuit het standpunt dat

-

verlening, administratieve ondersteuning, budgetbegeleiding, hulp bij invullen van formulieren (dit

laatste niet voor ouderen).

-

welzijn vóór de zorg gaat. Hierbij ook aandacht voor mensen die vanwege hun beperking begeleiding ontvangen. De hulpvrager kan het niet helemaal zelf, i.t.t. BCF ontmoeten, recreatie, educatie, activering. 1. Concrete, noodzakelijke hulp wordt georganiseerd en gecoördineerd bij alledaagse activiteiten die mensen in staat stellen

regie te voeren over hun eigen leven en langer zelfstandig te blijven functioneren.

2. Activiteiten die gericht zijn op het ondersteunen van burgers door burgers. (Vitale burgers ondersteunen niet-redzame

3. Samenwerking met goed geïnformeerde vrijwilligers en andere organisaties. Aandacht voor vrijwilligersondersteuning.

2013 een start is gemaakt. MEER is op enkele terreinen tevens hoofduitvoerder.

4. Voor de uitvoering van bovengenoemde dienstverlening: vrijwilliger en personen met een ondersteuningsbehoefte (stimuleren van vrijwillige inzet, werving,

selectie, scholing, ondersteuning en matchen vraag en aanbod)

-


Vervult MEER een makelaarsfunctie (zowel in georganiseerd als in ongeorganiseerd verband) tussen

12.

MEER organiseert en coördineert de Boodschappen Begeleidingsdienst.

3. Voortzetting coördinatie van de uitvoering van het actieplan/samenwerkingsagenda dementie, waarmee in

-

burgers.)

MEER organiseert en coördineert op het brede terrein van administratieve ondersteuning (schuldhulp-

Onderhoudt MEER contact met georganiseerde burgers (o.a. KBO ouderenadviseurs) en (vrijwilligers-) organisaties die mensen in de wijk ondersteunen bij hun (welzijns)vraag.

-

Werkt MEER vanuit het principe dat haar inzet in principe kortdurend van aard is.

Daarom zal zij altijd streven naar verzelfstandiging (tenzij het niet anders kan) of inbedding van de

hulpverlening in de wijk of onderbrengen bij een andere organisatie of stichting. Ook coördinatie

door vrijwilligers is een aanpak die wordt gehanteerd.


13.

• • • • • • MANTELZORGERS

ONDERSTEUNING VAN De vraag van de gemeente Wijchen

6. ONDERSTEUNING

VAN

• • • • • • MANTELZORGERS



1.


- MEER participeert in het overleg mantelzorgwijzer. Hier vindt afstemming en samenwerking plaats t.a.v.

Programmabegroting

Programma 5 Zorg en ondersteuning.

- Voorbereiden en organiseren van twee ontmoetingscafés voor mantelzorgers met thema.

activiteiten op het terrein van mantelzorgondersteuning.

- Voorbereiden en organiseren van één of twee activiteiten in het kader van de Dag van de mantelzorg rond

Beleidsprioriteiten

Programma 5, Speerpunt Meer voorzieningen voor mensen met beperkingen.

- Initiëren en organiseren van lotgenotencontactgroep voor mantelzorgers. MEER biedt tijdelijke ondersteu-

Versterken eigen kracht.

10 november. ning.

- Een cursus/gespreksgroep per jaar op basis van behoefte van mantelzorgers.


- Behoeftesignalering op basis van mantelzorgpanel, algemene trends, signalen uit de Wijchense samenle-

Herkenning en erkenning van mantelzorgers.

Bereiken van mantelzorgers.

- Organiseren van een activiteit voor een nader te bepalen doelgroep.

Ondersteuning van mantelzorgers die overbelast zijn of dreigen te raken.

- Infoverstrekking en bekendheid geven aan mantelzorg.


ving, informatie van partners.

2. - Organiseren en coördineren van Bezoek- en Opvangservice voor mantelzorgers. - Organiseren en coördineren Incidentele en acute mantelzorgondersteuning.

1. Herkenning en erkenning mantelzorgers.

- Makelfunctie tussen vrijwilligers en mantelzorgers die ondersteuning nodig hebben.

- Organiseren van activiteiten met als doel mantelzorgers te bereiken, (h)erkenning van mantelzorgers te bewerkstelligen

Zie ook de BCF Dienstverlening aan mensen met een ondersteuningsbehoefte, punt 2: Activiteiten die

en hen voorlichting te geven over ondersteuningsmogelijkheden. Gericht op alle mantelzorgers, ongeacht de problema-

gericht zijn op het ondersteunen van burgers door burgers (vitale burgers ondersteunen kwetsbare

tiek van de zorgvrager.

burgers).

- Structureel informeren van eerstelijnszorgprofessionals over ondersteuningsmogelijkheden voor mantelzorgers. 2. Individuele ondersteuning van en dienstverlening aan mantelzorgers.

Aanbieden van een passend aanbod voor respijtzorg ten behoeve van mantelzorgers. De nadruk ligt op mantelzorgers die

overbelast zijn of dreigen te raken.

3. - Acties uitvoeren n.a.v. Quickscan Dementie 2012 gericht op mantelzorgers van dementerenden.

3. Ondersteuning mantelzorgers van een specifieke aandachtsgroep voor 2014 (te bepalen najaar 2013).

14.

De specifieke aandachtsgroep wordt geïnformeerd over het beschikbare ondersteuningsaanbod en er wordt zo nodig

nieuw, passend aanbod gezocht. Indien nodig worden verbindingen gelegd tussen organisaties die aanvullend aanbod

kunnen realiseren voor de aandachtsgroep.



15.

• • • • PREVENTIEVE OUDERONDERSTEUNING OPVOEDING De vraag van de gemeente Wijchen

7. PREVENTIEVE

OUDERONDERSTEUNING • • • OPVOEDING



Bij de opvoedingsondersteuning ligt het accent voor MEER bij de doelgroep van het jongerenwerk: door

- WMO beleidsplan 2012 – 2015

de gemeente omschreven als: de leeftijdsgroep tussen 10 en 23 met specifieke aandacht voor de 11 tot 17

Programma 5 Ondersteuning en zorg

jarigen.

(inclusief de WMO, prestatieveld 2: 5 taken specifiek preventief jeugdbeleid)

Onze inzet gaat met name naar de ouders van jongeren die de aansluiting dreigen te verliezen met onder-

- Transitie jeugdzorg en het Lokaal Coördinatiepunt.

wijs en reguliere organisaties en instellingen. We geven specifieke aandacht aan ouders van de Bolster, de Zonnegaard, ’t Palet en het Maaswaal college door ouders daar op te zoeken bij de vindplaatsen/scholen.

Beleidsprioriteiten Preventief informeren en adviseren van gezinnen, in Wijchen, waardoor zij zo goed en zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren en waarbij de eigen kracht versterkt wordt. We willen zo vlot, licht en dichtbij mogelijk inzetten en evt. doorgeleiden naar school, werk, zorg.

Doordat de opvoedingsondersteuning een onderdeel is van het jongerenwerk komt het regelmatig voor dat zowel ouders als hun jongeren contact met MEER onderhouden. Het jongeren- en welzijnswerk wordt meer en meer aan de voorkant (welzijn voor zorg) ingezet en is straks ook een belangrijke partner in het lokale coördinatiepunt en bij de sociale wijkteams.


Een deel van opvoedingsondersteuning hoort thuis bij professionele hulpverlening (NIM, GGD, bureau

Hoofddoelstelling: Opvoedingsondersteuning zo toegankelijk mogelijk maken voor de jeugdigen zelf en ouders/opvoeders/

Jeugdzorg, Lokaal Coördinatiepunt).

professionals van kinderen -9 maanden tot 23 jaar. Waarbij het accent voor MEER ligt op de groep tussen de 11 – 17 jaar.

Soms is er (nog) geen concrete hulpvraag of, als deze er al wel is, is de drempel naar hulpverleningsorgani-

Subdoelstelling 1: Kennis binnen MEER Welzijn over opvoedingsondersteuning inbrengen in het Lokaal Coördinatiepunt.

saties te groot. MEER wordt vaak als laagdrempelig ervaren. Wij wijzen ouders, indien nodig, de weg naar

Subdoelstelling 2: Cursussen en themabijeenkomsten aanbieden aan opvoeders.

andere organisaties. Door de vroegtijdige contacten tussen ouders en MEER, en het feit dat MEER deel uitmaakt van het sociaal wijkteam maken adequate inzet op het gebied van preventie mogelijk en kan al dan


niet intensievere hulpverlening worden voorkomen. MEER werkt dan ook bij uitstek preventief, vindplaats-

Wat willen we bereiken

gericht, integraal en werkt met generalisten

- Deelname aan diverse overleggen waaronder het casusoverleg het Lokaal Coördinatiepunt (spreekuurhoudersoverleg) en

De inzet van MEER valt uiteen in twee delen:

ZAT overleggen. Korte lijnen direct en pragmatisch handelen om zo tijdig mogelijk informatie en advies en evt. ondersteu-

1. We nemen actief deel aan het Lokaal Coördinatiepunt (LCp).

ning te kunnen bieden.

Het LCp richt zich op de jeugdigen zelf en ouders/opvoeders/professionals.

- Werkzaamheden binnen het Lokaal Coördinatiepunt zoals omschreven in het convenant van het CJG/LZN zoals deelname

We zijn spreekuurhouder; voeren gesprekken met ouders (1 tot 3 gesprekken per casus)

aan het spreekuurhoudersoverleg.

- Activiteiten in het kader van opvoeding gericht op preventie in afstemming en samenwerking met het onderwijs en

2. We nemen zelf initiatieven en organiseren activiteiten in het kader van opvoeding, gericht op preventie.

de GGD.

- Onderzoek tot in hoe verre jeugdigen in de overstap van PO naar VO begeleid kunnen worden door vrijwilligers.

16.

We nemen deel aan overleggen waar het gaat over jongeren en hun ouders die vallen binnen de


doelgroep.

-

Periodieke cursus(sen) voor ouders van pubers.

-

Themabijeenkomsten voor ouders waaronder de opvoedingscarrousel.

-

Individuele gesprekken met ouders.

-

Ondersteunen zelfhulpgroepen van ouders.

-

Sociale media inzetten bij opvoedingsondersteuning.


17.

• • • • • •

AMBULANT JONGERENWERK De vraag van de gemeente Wijchen

Beleidsmatige inbedding - WMO beleidsplan 2012 – 2015:

Prestatieveld 1: Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten;

Prestatieveld 2: preventieve ondersteuning jeugd

Prestatieveld 3. informatie, advies en cliëntondersteuning

- Kaderstellende notitie jeugd en jongerenbeleid december 2009. - Uitvoeringsprogramma jeugd- en jongerenbeleid december 2009. - Coalitieakkoord 2010 – 2014

8.

AMBULANT JONGERENWERK • • • • • •

Het antwoord van MEER Welzijn Wijchen Bij het ambulant jongerenwerk is preventie en ondersteuning ons uitgangspunt. - Contactlegging op straat en andere vindplaatsen zoals internet of de scholen. Door veel contact te

zal met zich meebrengen dat meer jongeren niet op voorhand al gebruik kunnen maken van reguliere

hulpverlening. Maatwerk en tijdige onderkenning door het jongerenwerk biedt voor deze groep een

uitkomst.

- Doordat de opvoedingsondersteuning ook een onderdeel van het jongerenwerk is kunnen jongeren en

Beleidsprioriteiten Inzet voor jongeren die door hun levensfase, eigen culturen, criminaliteit, hinderlijk gedrag en overlast het contact met de samenleving verliezen of dreigen te verliezen. In gezet wordt op jongeren die vallen onder de categorie crimineel, overlast gevend en hinderlijk of die mogelijk tot de groep niet of minder zelfredzaam zijn of het risico lopen tot deze groep te gaan behoren.

hun ouders tijdig geholpen worden om zelf hun problemen op te lossen.

- Jongeren zijn aangesproken op hun gedrag al voor dat er sprake is van escalatie. - Verbeteren van de relatie tussen jongeren en buurtbewoners waardoor overlast vaak niet uitloopt in een

groot conflict.

- Informeren en adviseren op voor jongeren belangrijke items. Jongeren kunnen hierdoor verantwoorde


hebben met jongeren kunnen problemen voegtijdig onderkend worden en kan erger worden voorkomen.

- Signaleren en ondersteunen en eventueel verwijzen individuele jongeren met vragen. De transitie jeugd

keuze maken.

- De mobiele JOP wordt ingezet om contact te leggen en te onderhouden met groepen jongeren.

Hoofddoelstelling:

- Als gevolg van transities in de jeugdzorg komen we een “ander type” jongere tegen in de wijken.

MEER werkt mee aan, of neemt initiatieven om, activiteiten te realiseren waarmee deze groep bereikt

Subdoelstellingen:

kan worden en/of de hiertoe nodige samenwerkingsverbanden te ontwikkelen. Vanuit de contacten met

- Vindplaatsgericht werken waardoor het ambulant jongerenwerk ingezet kan worden om vroegtijdig te signaleren en te

de jongeren kan ondersteuning worden geboden indien nodig/gewenst.

Voorkomen dat jongeren zorg nodig hebben door tijdig en integraal ondersteuning te bieden.

monitoren.

- De jongeren die aan de rand of buiten de samenleving staan (re-) integreren in onze maatschappij en een zelfstandige

positie in de maatschappij verwerven.

- Het signaleren van trends en ontwikkelingen die van belang zijn voor beleidsontwikkeling en -bijsturing.

- MEER neemt deel aan overleggen i.v.m. signalering en afstemming bij overlast door jongerengroepen. - De jongerenwerker neemt deel aan de ZAT overleggen waar jongeren uit de doelgroep van het jongeren

werk besproken worden en het CJG/Lokaal Zorg Netwerk/kernteam.

- MEER verzorgt 2 x per jaar een Trendrapportage. Een rapportage over activiteiten en bewegingen van


groepen jongeren: over mengen van groepen, aanwas of uiteenvallen van (soorten) groepen, locaties,


groepsgedrag etc.

- Zicht op de bovengenoemde doelgroep. - Het terugdringen van overlast. - Actieve inzet bij problemen en overlastsituaties die de hierboven beschreven doelgroep betreffen. - Toeleiding naar activiteiten, ondersteuning of zorg. - Specifieke aandacht voor jeugdigen die door de transitie jeugdzorg en AWBZ bij het jongerenwerk in beeld komen en

hen integreren in het activiteiten aanbod en in contact brengen met andere jongeren. Ook specifieke aandacht voor

meiden uit de genoemde doelgroep.

- Jongeren aanspreken op hun gedrag, zowel individueel als in groepsverband. - Samenwerken met andere partners op het terrein van zorg en onderwijs en vrijetijdsbesteding. - Mediation tussen jeugd en maatschappij. - Twee keer per jaar een trendrapportage waarin is opgenomen lokale trends en ontwikkelingen die van belang zijn voor

het opstellen, bijsturen, aanpassen van het beleid.

Specifiek voor de doelgroep van bovenbouw Bolster, bovenbouw Palet, Zonnegaard en Maaswaal College, vallend onder de eerder genoemde doelgroep.

18.



19.

• • • • • JONGEREN: PREVENTIEF AANBOD De vraag van de gemeente Wijchen

9.

JONGEREN: PREVENTIEF AANBOD • • • •



- Ons aanbod richt zich op de leeftijdsgroep tussen 10 en 23 met specifieke aandacht voor de 11 tot 17

- WMO beleidsplan 2012 - 2015

jarigen. Het aanbod sluit aan bij de beleving- en interessewereld van jongeren. Jongeren raken vertrouwd

prestatieveld 1: Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

met het jongerenwerk en voelen zich niet geremd om met hun vragen bij hen aan te kloppen.

Prestatieveld 2: preventieve ondersteuning jeugd.

Eventueel wordt vanuit het ambulante jongerenwerk de casus opgepakt en ondersteuning geboden daar

Prestatieveld 3. informatie, advies en cliëntondersteuning.

waar nodig. Daarbij maken we gebruik van bestaande samenwerkingsrelaties, zoals Bredescholen, Maas-

- Kaderstellende notitie jeugd en jongerenbeleid, december 2009.

waal College, de Zonnegaard etc.

- Uitvoeringsprogramma jeugd- en jongerenbeleid december 2009.

- Gebruik maken van diverse locaties: incidenteel gebruik van accommodatie in scholen en sportaccommo-

daties.

Beleidsprioriteiten

- Een (fysieke) ruimte bieden waar jongeren naar toe kunnen als ze eventuele ondersteuningsvragen

Preventief aanbod voor jongeren die mogelijkerwijs door hun levensfase, eigen culturen en gedrag het contact met de

hebben. Doordat het jongerenwerk jongeren opzoekt op de vindplaatsen is het een laagdrempelige voor-

samenleving verliezen of dreigen te verliezen. Vindplaatsen creëren waar jongeren bijeenkomen die mogelijk behoren tot de

ziening. In voorkomende gevallen creëren wij zelf de vindplaatsen en trekken daarmee de doelgroep aan.

groep jongeren die niet of minder zelfredzaam zijn of het risico lopen tot deze groep te gaan behoren.

- Het aanbod is doorlopend op tijden en locaties waar en wanneer vraag is van jongeren.

Preventief aanbod is gericht op de leeftijdsgroep tussen 10 en 23 met specifieke aandacht voor de 11 tot 17 jarigen.

- Specifieke aandacht voor meiden en meidengroepen.


1. Specifieke aandacht zal er zijn voor niet zelfredzame jongeren. Ingezet wordt op preventie waardoor zo

Jongeren laten opgroeien met zo min mogelijk gebruik van ondersteuning en zorg door vroegtijdig signaleren van mogelijke

mogelijke zwaardere of langdurige ondersteuning en/of zorg zoveel mogelijk kan worden voorkomen.

uitval. Een bijdrage leveren aan het zo zelfstandig en volwaardig mogelijk deelnemen aan de maatschappij.

Dit vanuit het principe welzijn voor zorg. Natuurlijk kan het ook zo zijn dat jongeren die bij de zorg-

partners bekend zijn, worden verwezen naar het jongerenwerk/welzijnswerk om daar waar mogelijk


weer af te schalen.


2. Samen met het onderwijs organiseren we voorlichtingscampagnes, - programma’s. Bijvoorbeeld op het

1. Aanbod is gericht op leerlingen van en in samenwerking met het Maaswaal College, De Zonnegaard, De Bolster en

’t Palet.

gebied van pesten, seksualiteit, middelen gebruik, sociale media etc. We zoeken hierbij aansluiting bij

andere projecten, zoals bijv. de GGD met ‘de gezonde scholen’.

2. Voorlichting, inhoudelijk gebaseerd op de uitkomsten van de kindermonitor en het E-MOVO.

De voorlichting moet preventief, ondersteunend en adviserend van aard zijn en indien mogelijk aansluiten bij voorlichting

in het PO en VO.

3. Contactleggen door middel van activiteiten met niet of mindere zelfredzame jongeren of zij die dreigen tot die groep te

20.

gaan behoren.



21.

• • • • • •

BREDESCHOLEN De vraag van de gemeente Wijchen

BREDESCHOLEN

10.

• • • • • •



a. MEER neemt deel aan het Beleidsteam bredescholen, en stimuleert de beleidsmatige ontwikkeling van de

- WMO beleidsplan 2012 - 2015

prestatieveld 1: Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

Prestatieveld 2. informatie en advies.

- Kaderstellende notitie jeugd en jongerenbeleid

b. Bij de bredescholen staat de ontwikkeling van het kind in zijn omgeving centraal. De bredeschool is één van de pijlers van de sociale infrastructuur op wijk/gebiedsniveau. Specifiek aan de inzet van MEER is het leggen van de verbinding met de wijk: contact tussen generaties,

pagina 6: De centrale doelstelling in het jeugd en jongerenbeleid is: het bieden van een samenhangend netwerk van

maatregelen en voorzieningen voor Wijchense jeugdigen en jongeren, dat hen de mogelijkheid biedt om zich te ontplooi-

en en te kunnen participeren in de maatschappij. Bijzondere aandacht is er voor kwetsbare jeugdigen en jongeren en zij

die in achterstandssituaties verkeren of dreigen te geraken. Zie ook pagina 13 en 25.

- Uitvoeringsprogramma jeugd- en jongerenbeleid december 2009

Pagina 5: De gemeente Wijchen kiest voor een impuls geven aan het ontplooiingsaanbod voor jongeren, door zich

primair te richten op het bereiken van brede groepen jongeren. Zie ook pagina 4, 9 en 13.

- Notitie evaluatie bredescholen voorjaar 2009 - Meerjaren beleidsvisie bredescholen najaar 2011 - Criteria activiteitenplannen bredescholen juni 2010 - Lokaal Educatieve Agenda winter 2011/2012

contact om een prettige leefomgeving te realiseren voor een ieder.

Gezien de gevraagde inzet van MEER in sociaal zwakkere wijken, neemt MEER deel aan stuurgroepen en

aan activiteitengroepen van de volgende bredescholen: bredeschool Zuiderpoort, bredeschool Noorderlicht

en bredeschool SamSam.

In de stuurgroepen en activiteitengroepen van deze bredescholen werkt MEER aan de samenwerking tussen

de partners binnen en rond deze bredescholen en de samenwerking met de wijk. Zowel met individuele

wijkbewoners als met georganiseerde bewoners in de wijk: verenigingen, accommodaties, leefbaarheids-

groepen, enz. (zie ook BCF’s ‘Accommodaties’ en ‘Bewonersparticipatie en leefbaarheid’).

c. Daarnaast zet MEER in op activiteiten voor jongeren, op de genoemde bredescholen en op de Bolster en

Beleidsprioriteiten De bredescholen vormen één van de belangrijkste prioriteiten binnen onze gemeente. De brede school geeft een wijk/kern een centrale plaats waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en elkaar kunnen versterken, jong en oud. De bredeschool is een laagdrempelige locatie waar dit alles relatief eenvoudig plaats kan vinden. Waarbij het met name van belang is dat kinderen/ jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen.

bredescholen, samen met de samenwerkingspartners binnen het Beleidsteam.

praktijkschool de Zonnegaard. Zie ook BCF ‘Activiteiten voor jongeren’.

d. MEER onderhoudt contacten met stuurgroepen van andere bredescholen om, indien gewenst of nodig,

op specifieke vragen incidenteel te kunnen ondersteunen. (Met in totaal een maximum van 3 ondersteu-

ningsvragen, waarbij we er van uitgaan dat een ondersteuningsvraag inzet van meerdere bijeenkomsten

vraagt. Incidenteel aansluiten is altijd mogelijk.)

Doelstelling gemeente De kracht van de samenleving versterken daar waar dit mogelijkheden biedt. In elke Wijchense wijk of dorp werken onderwijs, kinderopvang, welzijnswerk, verenigingen (op gebied van sport, kunst en cultuur, techniek en welzijn), wijkverenigingen/dorpshuizen en bewoners samen (aan een breed scala van activiteiten) afgestemd op de behoeften van de kinderen, jongeren en overige wijk/dorpsbewoners. Ze vormen in en rondom scholen, een pedagogische infrastructuur van hoge kwaliteit voor kinderen en versterken de sociale cohesie in de wijk ten behoeve van alle wijkbewoners.

Resultaatverwachting Wat willen we bereiken 1. In iedere wijk/kern vormt de bredeschool het middelpunt van de wijk/kern. Een plaats waar jong en oud elkaar kan ont

moeten, maar waar vooral kinderen de mogelijkheid hebben om talenten te ontwikkelen op het gebied van kunst,

cultuur, sport en techniek.

2. De partners in de bredescholen versterken hun samenwerking van face to face naar cheek to cheek. 3. De bredescholen ontwikkelen één gedeelde pedagogische visie. 4. De bredescholen werken toe naar dagarrangementen. 5. Inzet van MEER wordt verwacht op de bredescholen, in sociaal zwakkere wijken. 6. De combinatiefuncties worden ingezet op activiteiten voor de bredescholen en om de verbinder te zijn tussen de partners

22.

in de bredescholen en de wijk. Na evaluatie van de combinatiefuncties in 2013 kan dit nog wijzigen.



23.

• • • • • •

MAATSCHAPPELIJKE STAGE De vraag van de gemeente Wijchen

Beleidsmatige inbedding - Wet Maatschappelijke Stage: Alle scholieren in het voorgezet onderwijs moeten vanaf september 2011 minimaal 30 uur

maatschappelijke stage lopen.

De gemeente heeft een maatschappelijke makelaarsfunctie: een ondersteunings- en bemiddelingsinfrastructuur op ge-

meentelijk of regionaal niveau. De gemeente laat deze rol door MEER Welzijn uitvoeren.

De uitgangspunten van de makelaarsfunctie:

•

MAATSCHAPPELIJKE STAGE • • • • • •

11.

Het antwoord van MEER Welzijn Wijchen Ondersteuning maatschappelijke stage, rol van maatschappelijke makelaar. Doelgroepen:

-

Leerlingen van het voortgezet onderwijs en passend onderwijs in de gemeente Wijchen, met name

leerlingen van het Maaswaal College en de Zonnegaard.

Maatschappelijke organisaties in de gemeente Wijchen.

-

Versterken van het vrijwilligerswerk binnen de gemeente en zo nodig het verzorgen van een passend aanbod voor

1. Invulling makelaarsfunctie:

leerlingen die een maatschappelijke stage gaan lopen.

-

Het promoten van en informeren over de maatschappelijke stage.

Ondersteunen van vrijwilligersorganisaties bij het effectief plaatsen van vrijwilligers en maatschappelijke stage-

-

Leggen van blijvende contacten met stagebiedende organisaties.

leerlingen.

-

Het ondersteunen van organisaties bij het creëren en organiseren van stageplaatsen, het bemiddelen

Bevorderen dat de maatschappelijke stageleerling van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt.

van stagiaires en het evalueren van de stages met alle betrokkenen.

-

Netwerk van stagebieders en aanbod van stageplaatsen onderhouden en uitbreiden.

-

De inspanningsverplichting voldoende en gevarieerde stageplaatsen van minimaal 30 uur te realiseren.

-

Het in contact brengen van maatschappelijke stagiaires en organisaties.

-

Het, indien nodig, ondersteunen van stagiaires bij het verkrijgen van een stage.

- Beleidsprogramma 4 Onderwijs en ontplooiing

-

Intermediair tussen (contactpersoon) school en vrijwilligersorganisaties.

- Vrijwilligerswerk

-

Stagebieders en leerlingen bezoeken op de werkplek.

- WMO beleidsplan 2012 – 2015.

-

Inzetten op het behouden van de jongere als vrijwilliger.

- Uitvoeringsprogramma jeugd- en jongerenbeleid 2010-2013 (pagina 14) vastgesteld op 6 oktober 2010 door het College

-

Instandhouding en versterking van de ondersteuningsstructuur door:

•

Deelname aan de projectgroepen MaS van het Maaswaal College

•

Het bijhouden van een administratief systeem

Beleidsprioriteiten

•

Participeren in De Maatschappelijke Meerwaarde en NL Doet.

Werken aan de Kracht van de Samenleving: behoud van de jongere als vrijwilliger in de gemeente Wijchen.

-

Participeren in de regionale digitale stagebank.

Jongeren laten kennismaken met vrijwillige inzet en hen leren dat vrijwilligerswerk leuk kan zijn.

-

Participeren in het Regionaal Samenwerkingsverband Maatschappelijke Stages Zuid Oost Gelderland.

•

•

In het regeerakkoord van oktober 2012 staat het voornemen tot afschaffing van de verplichte maatschappelijke stage:

‘De wettelijke verplichte maatschappelijke stages worden per 2015 (voor scholen schooljaar 2015/16) afgeschaft. In het

voorjaar van 2013 zijn de details over de consequenties van dit voorgenomen besluit nog niet bekend.

van B&W.

Maatschappelijke organisaties ondersteunen bij een goede opvang van jonge vrijwilligers. Jongerenparticipatie.

Doelstelling gemeente - Organiseren en realiseren van maatschappelijke stages voor de leerlingen van het voortgezet onderwijs. - Ondersteuning bieden aan organisaties die de maatschappelijke stagiairs begeleiden (met de nadruk op vrijwilligers

organisaties).

2. Onderzoeksopdracht invulling MaS na 2014:

In 2014 gaat MEER onderzoeken hoe de opgedane kennis, ervaring en netwerken uit de MAS toepasbaar

en inzetbaar kunnen worden gemaakt binnen de kanteling van de WMO en de transities.

Er zullen verschillende kansen en mogelijkheden voor voortzetting in kaart worden gebracht, waarbij de

integraliteit van deze maatschappelijke participatie de sleutel vormt. De resultaten hiervan zullen worden

neergelegd in een Startnotitie.

- De bemiddeling tussen maatschappelijke stagiair en de stagebiedende organisatie (indien de leerling zelf niet tot een

match komt).

Resultaatverwachting Wat willen we bereiken 1. Het realiseren van voldoende gevarieerde stageplaatsen in Wijchen voor de maatschappelijke stage in 2014 voor onge

veer 400 leerlingen.

Onder ‘gevarieerd’ wordt verstaan dat de stageplaatsen zo breed mogelijk worden gerealiseerd bij diverse maatschappe-

lijke organisaties, o.a. op het terrein van zorg, welzijn, sport en recreatie.

2. Een uitwerking van reële toekomstscenario’s over de invulling van de Maatschappelijke Stage na 2014 om de samenwer-

24.

king tussen het onderwijs, de gemeente en het vrijwilligerswerk te continueren. De gemeente verstrekt hiertoe een on-

derzoeksopdracht aan MEER Welzijn Wijchen.



25.

NALP 4102 Beleidsgestuurde contractfinanciering 2014, gemeente W ijchen - MEER Welzijn W ijchen

PLAN 2014 BELEIDSGESTUURDE CONTRACTFINANCIERING MEER WELZIJN WIJCHEN IN 2014

Recommend Documents