Pit Groeihuis
VVE Werkplan
Inhoudsopgave Inleiding VVE............................................................................................................................................ 3 1.
Pedagogisch beleid .......................................................................................................................... 3 Pedagogische basisdoelen:.................................................................................................................. 3 ad 1. Emotionele veiligheid ............................................................................................................. 4 ad 2. Sociale competentie ............................................................................................................... 4 ad 3. Persoonlijke competentie ....................................................................................................... 4 ad 4. Lichamelijke ontwikkeling ...................................................................................................... 4 ad 5. Normen en waarden............................................................................................................... 5 Pedagogische doelstelling: .................................................................................................................. 5
2.
Het aanbod ...................................................................................................................................... 6 2.1 Extra begeleiding VVE kinderen .................................................................................................... 6 2.2 Spelen, sociale ontwikkeling en spelbegeleiding .......................................................................... 7 2.3 Taal en taalbegeleiding.................................................................................................................. 8 2.4 Motoriek en begeleiding ............................................................................................................... 8 2.5 Rekenprikkels ................................................................................................................................ 9
3.
Organisatie ...................................................................................................................................... 9 3.1 Groepsindeling en personeel ........................................................................................................ 9 3.2 Intake ............................................................................................................................................. 9 3.2. Wennen ...................................................................................................................................... 10 3.3. Brengen en halen ....................................................................................................................... 10 3.4. Dagindeling ................................................................................................................................. 10 3.6 Opleiding personeel .................................................................................................................... 11
4.
Zorgstructuur ................................................................................................................................. 11
5.
Ouderbetrokkenheid ..................................................................................................................... 12
Pit Groeihuis
2
Inleiding VVE
Vanaf 2000 zijn er in Nederland belangrijke impulsen gegeven aan de voor- en vroegschoolse educatie. Voor- en vroegschoolse educatie houdt in dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan educatieve programma’s. De VVE aanpak begint in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf en loopt door in de eerste twee groepen van de basisschool. De doelstelling van het VVE beleid is om de ontwikkeling van kinderen uit autochtone en allochtone achterstandsgroepen zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. Een VVE programma kent een gestructureerde pedagogische didactische aanpak en neemt een aantal dagdelen per week in beslag. Het VVE werkplan is een onderdeel van het pedagogisch beleid van Pit, Groeihuis voor peuters. Instellingen die VVE aanbieden hebben een VVE werkplan waarin uitgewerkt het Pedagogisch beleid, het VVE aanbod, de organisatie van VVE, de zorgstructuur en de ouderbetrokkenheid.
1. Pedagogisch beleid
Kindbeeld: Wij zien een kind als een uniek en competent wezen met zijn eigen talenten, mogelijkheden, “eigenaardigheden” en emoties. De ontwikkeling van het kind wordt gestimuleerd door deze eigen mogelijkheden en de prikkels uit de omgeving. Elk kind is zelf in staat zich te ontwikkelen. Elk kind doet dat in zijn eigen tempo en ieder kind kent bepaalde gebieden waarop het zich meer of minder ver heeft ontwikkeld. Een kind doet ervaringen op in zijn omgeving. Welke ervaringen en in welk tempo zijn afhankelijk van de situatie waarin het kind opgroeit en de mogelijkheden die het kind omringen. Een stimulerende omgeving bevordert de gezonde en veelzijdige ontwikkeling van het kind. Theoretisch zijn de ontwikkelingsgebieden onder te verdelen in de lichamelijke ontwikkeling, de emotionele veiligheid, de sociale competentie en de persoonlijke competentie. De ontwikkelingsgebieden zijn echter onlosmakelijk met elkaar verbonden en oefenen invloed op elkaar uit. De ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd door het periodiek invullen van observatielijsten Kijk. Door de (warme) overdracht van de observatie naar de basisschool kan deze gezien worden als een doorlopende ontwikkelingslijn.
Pedagogische basisdoelen: 1. 2. 3. 4. 5.
Het bieden van emotionele veiligheid. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de persoonlijke competentie Kinderen de kans geven om zich de aangeboden normen en waarden eigen te maken. Lichamelijke ontwikkeling
Pit Groeihuis
3
ad 1. Emotionele veiligheid Kinderen mogen mee doen, maar hoeven niet. Ze worden wel gestimuleerd om mee te doen. Als kinderen zich niet veilig voelen worden kinderen niet gedwongen, maar wordt gekeken naar een manier om het kind zich wel veilig te laten voelen. We lezen tijdens de ochtend boekjes en zingen liedjes met de kinderen over onderwerpen die aansluiten bij hun belevingswereld in het kader van het actuele thema. We nemen alle emoties van kinderen serieus en spelen hier op in. Dit kan zijn door even te knuffelen maar ook door een activiteit aan te bieden zodat het kind zijn emoties kan uiten. Bijvoorbeeld door het kind te laten tekenen of zingen omdat we blij zijn of heel hard juichen omdat er iets gelukt is, of flink op de grond stampen omdat het boos is. Het activiteitenaanbod is afhankelijk van de groep kinderen en de situatie van die ochtend. Hierbij maken we gebruik van de thema's. Bij spel en oefeningen laten we kinderen zelf hun grens ervaren, als het niet lukt kunnen ze dit aan geven en op hulp van de pedagogisch medewerker rekenen. ad 2. Sociale competentie Kinderen worden tijdens het spelen gestimuleerd om te delen en samen te doen (bijvoorbeeld, samen doen met een lijmpotje), samen spelen, wachten op elkaar, plezier maken, praten, luisteren en samen opruimen. De groepssamenstelling bepaalt hoeveel peuters gaan knutselen. Een grote groep kan in groepjes verdeeld worden. Knutselen, puzzelen en kleien wordt aan tafel gedaan. We zorgen voor niet te veel vaste activiteiten, zodat de kinderen in vrije situaties leren hun eigen keuze te maken, met wat ga ik nu spelen en met wie . We zorgen dat er groepsactiviteiten worden aangeboden zoals bewegingsspelletjes of kringmomenten waarbij de hele groep betrokken wordt, maar ook activiteiten in kleine groepjes of individueel bv. een spelletje of tekenen. Ook bij het spelen van een spelletje leren kinderen wachten op hun beurt. ad 3. Persoonlijke competentie Kinderen worden gestimuleerd om zelfstandig dingen te ondernemen. Dit kunnen hele praktische dingen zijn zoals het zelf aan doen van de jas of de handen wassen. Maar ook tijdens het spelen bv. zélf een puzzel af maken. Kinderen mogen zelf speelgoed pakken uit de open kasten en ook weer opruimen. Kinderen worden gestimuleerd om met gevarieerd speelgoed te spelen. Dit doen we door het speelgoed in de open kasten regelmatig te verwisselen. Er worden activiteiten aangeboden om kinderen hun wereld te laten vergroten. ad 4. Lichamelijke ontwikkeling De grote motoriek wordt gestimuleerd door activiteiten zoals dans en bewegingsspelletjes. De kinderen krijgen de gelegenheid om te klauteren , te rennen en te springen zowel buiten als binnen. De kleine motoriek stimuleren we door te kleuren, kleien , kralen rijgen etc.
Pit Groeihuis
4
We bieden activiteiten aan ter bevordering van het lichaamsbesef. Dit doen we door middel van bewegingsspelletjes en met versjes, liedjes en verhaaltjes. ad 5. Normen en waarden. Beleefdheidsvormen worden de kinderen spelenderwijs geleerd. Zoals bij aankomst groeten en afscheid nemen, bedanken als zij iets hebben gekregen of als er iets voor hen is gedaan en dingen netjes te vragen. Dit doen we tijdens het kringmoment door samen een liedje te zingen waarin je elkaar goede morgen wenst en op het eind van de dag een afscheidsliedje. De pedagogisch medewerker geeft hierin zelf het voorbeeld., zodat de peuter zich hiermee kan identificeren .Goed voorbeeld doet volgen. Kinderen leren zich tijdens het spelen aan de regels te houden .In spelsituaties wordt peuters geleerd wat wel kan/ mag. Wat goed is en wat fout. Daar wordt samen over gepraat of een voorbeeld gegeven. We stimuleren kinderen om netjes te eten en te drinken. We proberen kinderen te leren dat ze anderen niet pesten of pijn doen of dat ze geen dingen afpakken. Plagen mag wel, maar wel binnen grenzen, want als anderen er verdrietig van worden of last van hebben moeten kinderen leren dat ze moeten stoppen met plagen. Dit moet wel aan de plager worden uitgelegd. Kinderen wordt dan ook gestimuleerd het weer goed te maken door sorry te zeggen of een handje te geven. We houden rekening met de grenzen van het kind door de manier van aanspreken af te stemmen op het kind. Bijvoorbeeld het ene kind heeft behoefte aan een waarschuwing waarbij je direct een consequentie benoemt terwijl een ander kind genoeg heeft aan een waarschuwende blik.
Pedagogische doelstelling: Pit Groeihuis stelt zich tot doel: In een stimulerende prikkelende omgeving een kind de kans bieden in zijn eigen tempo met zijn eigen mogelijkheden op te groeien tot een evenwichtig zelfstandig persoon die positief in de maatschappij staat en sociaal vaardig is. Pedagogische uitgangspunten: Pit Groeihuis kiest ervoor om niet maar één specifieke pedagoog of stroming te volgen, maar te kiezen voor pedagogische uitgangspunten die de sterke kanten uit verschillende theorieën belicht. Iedereen is uniek en iedere pedagoog is dat ook, net als ieder kind en elke opvoedsituatie. De pedagogische uitgangspunten van Pit Groeihuis zijn respect, reflectie, ruimte en rust. Aan de hand van deze uitgangspunten denken wij de basisdoelen en pedagogische doelstelling het beste te kunnen bereiken. Onze pedagogische uitgangspunten zijn: Respect: Respect voor het kind, ouders en collega. Maar ook kinderen leren zichzelf te respecteren en met respect om te gaan met de ander en de omgeving waarin hij opgroeit. Ruimte: We vinden het belangrijk om het kind de ruimte te bieden om zich optimaal te ontwikkelen in zijn eigen tempo en zich de waarden en normen van zijn omgeving eigen te kunnen maken.
Pit Groeihuis
5
Reflectie: Door steeds de dialoog met elkaar aan te gaan, evalueren we elk aspect in dit pedagogisch beleid en stellen het waar nodig bij. Biedt deze manier van werken daadwerkelijk de beste mogelijkheden om de doelstelling en de basisdoelen te bereiken en doen we wat we zeggen dat we doen. Rust: We scheppen een zo ideaal mogelijke omgeving zodat het kind zich zo optmaal mogelijk kan ontwikkelen. Dit doen we door situaties te creëren waarin we prikkels naar behoefte van het kind kunnen toevoegen of wegnemen.
2. Het aanbod
Bij Pit Groeihuis krijgen alle kinderen afwisselend specifieke begeleide activiteiten en de mogelijkheid om vrij te spelen. Begeleide en vrije spelsituaties zijn belangrijk voor de sociale ontwikkeling van kinderen. Door gezamenlijke activiteiten ontdekken kinderen hoe leuk het is om samen te spelen. Daarnaast worden kinderen gestimuleerd om nieuwe dingen te ontdekken / te leren. De activiteiten bestaan onder andere uit samen zingen en bewegen, voorlezen en gesprekjes, begeleid spel, creatieve activiteiten, (kring)spelletjes. Thema’s vormen de leidraad voor de verschillende activiteiten. Wij werken bij Pit Groeihuis met thema's die we zelf hebben uitgewerkt, vaak aan de hand van een goed prentenboek en/of met themakisten die we hebben samengesteld in de loop van onze carrière
2.1 Extra begeleiding VVE kinderen Uit onderzoek blijkt dat er kinderen zijn die een ontwikkelingsachterstand hebben op het moment dat zij een peutergroep bezoeken. In veel gevallen blijken de kinderen deze achterstand nauwelijks in te kunnen lopen. Dit kan tot gevolg hebben dat ze later minder kansen hebben bij het kiezen van een vervolgopleiding en een baan. Door extra begeleiding biedt Pit Groeihuis de VVE kinderen een basis van waaruit een goede start voor verdere ontwikkeling wordt geven. Dit wordt geboden door Vooren Vroegschoolse Educatie (VVE). Binnen Pit Groeihuis nemen alle kinderen deel aan de activiteiten rondom het thema dat op dat moment behandeld wordt en waarbij het leren van de Nederlandse taal heel belangrijk is. De onderwerpen van de themakisten sluiten aan bij wat jonge kinderen leuk vinden en bij wat zij dagelijks meemaken. Thema’s staan centraal in het programma bij Pit Groehuis. Bij elk thema hebben we een verteltafel. Daar staan voorwerpen van het thema op. Er wordt dagelijks voorgelezen uit goede prentenboeken. Zo leren de kinderen taal te begrijpen (door te luisteren en te kijken) en te spreken. We gebruiken woorden bij alles wat we doen met en
Pit Groeihuis
6
voor de kinderen waardoor er de hele dag door veel taal geoefend wordt. Op de verteltafel staan voorwerpen uit de boeken waarmee het verhaal naverteld kan worden. Naast taal leren de kinderen omgangsvormen, hoe ga je met elkaar om in een groep. Ook leren ze luisteren naar andere volwassenen dan de ouders. Dit is een belangrijk onderdeel in de voorbereiding op de basisschool. Er is aandacht voor het kind in de groep, maar ook voor ieder kind apart. Onder de deskundige begeleiding van de pedagogisch medewerkers doen de kinderen activiteiten waar ze van leren maar vooral ook plezier aan beleven. De VVE kinderen worden iedere week op minimaal twee momenten extra begeleid. Hierbij werken we met een klein groepje en bereiden de kinderen voor op groepsactiviteiten: -
Woorden uitleggen behorend bij het thema en/of prentenboek. Prentenboeken extra uitleggen waarbij goed aangesloten wordt bij de betekenisverlening van de kinderen. Spelbegeleiding in de themahoek die voor het thema is ingericht.
In een weekrooster is geregeld op welke momenten VVE kinderen worden begeleid. Per week worden de activiteiten op een VVE lijst ingevuld. Per periode wordt een werkplan/handelingsplan voor het individuele VVE kind (planning speciale aandacht) opgesteld en na 2 maanden geëvalueerd met het VVE team. Wij zijn ook op andere momenten bewust bezig met de VVE kinderen: -
Extra gesprekjes bij spel, binnen en buiten. Taal koppelen aan de dagelijkse bezigheden en routines
2.2 Spelen, sociale ontwikkeling en spelbegeleiding Spelen en de sociale ontwikkeling horen bij elkaar. Bij vrij spelen leren kinderen rekening te houden met elkaar en voor zichzelf op te komen. Ontspannen bezig zijn in een veilige omgeving is heel belangrijk. Kinderen leren bij het spelen vertrouwen te krijgen in wat ze kunnen en oefenen zo ook hun vaardigheden. Bij de thema’s worden spelhoeken en spelsituaties gecreëerd waarbij kinderen spelenderwijs leren hoe de echte wereld eruit ziet. Indien mogelijk gaan we ook die “echte” wereld in , in het kader van een thema (bijvoorbeeld: appels plukken bij het thema “Herfst”) Kinderen worden begeleid in hoe er gespeeld kan worden. Het ontwikkelingsniveau van het spelen wordt geobserveerd en daar wordt het aanbod op aangepast.
Pit Groeihuis
7
VVE kinderen worden extra begeleid en uitgenodigd om mee te spelen. Spelen is een leidende activiteit waarin gewerkt wordt aan de brede ontwikkeling. De onderwerpen van de themakisten zijn de leidraad voor de spelsituaties.
2.3 Taal en taalbegeleiding Ieder dagdeel wordt op de peuterspeelzaal voorgelezen in de grote of de kleine kring. Voorlezen stimuleert de taalontwikkeling, de spel- en denkontwikkeling van kinderen. Bij de thema’s worden woordenlijsten gebruikt aangevuld met specifieke woorden die in de activiteiten nadrukkelijk gebruikt worden. Woordjes die kinderen zelf aangeven bij hun beleving van het thema kunnen toegevoegd worden. Bij Pit Groeihuis stimuleren we de kinderen om veel te vertellen en actief bezig te zijn met taal. Aan VVE kinderen worden extra taalactiviteiten aangeboden. In een klein groepje of individueel worden (nieuwe) woorden aangeleerd vanuit de principes: -
oriënteren demonstreren verbreden verdiepen
2.4 Motoriek en begeleiding Buitenspelen is een onmisbaar onderdeel tijdens het peuterprogramma. In de Pit Groeihuis tuin krijgen kinderen ruimte om te klauteren, te rennen en te oefenen met rijdend materieel en met water en zand te experimenteren. We stimuleren de VVE kinderen om mee te doen. Samen plezier beleven aan motorisch activiteiten staat voorop. We streven ernaar om elke dag, ongeacht het weer, even naar buiten te gaan om kinderen de verschillende weersomstandigheden duidelijk te maken met taal. Ook als we binnen zijn bieden we activiteiten aan om de grote en de kleine motoriek te stimuleren. We laten kinderen daarbij veel zelf doen.
Pit Groeihuis
8
2.5 Rekenprikkels Spelenderwijs worden kinderen geconfronteerd met vaardigheden zoals beginnende rekenontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie. Als we naar buiten gaan wordt er samen met de kinderen geteld wie er allemaal aan de evacuatieringen staan. Is iedereen aanwezig of is er een kindje niet. Verder worden er diverse spelactiviteiten en materialen aangeboden om de kinderen te prikkelen, toren bouwen en blokjes tellen, is deze hoog of laag etc. De kinderen met een VVE indicatie stimuleren we extra hieraan mee te doen.
3. Organisatie
3.1 Groepsindeling en personeel Pit Groeihuis is elke ochtend van 8.30 uur tot 12.00 uur geopend voor het peuterprogramma. In de groep waar max. 13 kinderen zitten werken 2 vaste pedagogisch medewerkers met ondersteuning van een vrijwilliger en/of stagiaire. De pedagogisch medewerkers zijn Karen en Willeke. De stagiaire wordt begeleid door Willeke in haar functie van pedagoog. Over alle pedagogische handelingen heeft Willeke de supervisie. Om het VVE programma zo optimaal mogelijk te laten werken dienen ouders minimaal 3 ochtenden per week af te nemen. Doelgroepkinderen dienen conform wettelijke regelgeving vanaf de leeftijd van 2 jaar minimaal 10 uur geplaatst te worden.
3.2 Intake Voor de startdatum is er een intakegesprek met de nieuwe ouders. Tijdens dit gesprek wordt er uitleg gegeven over de dagelijkse gang van zaken en worden er afspraken met de ouders gemaakt over bijvoorbeeld wennen, spelen, eten, halen en brengen, het VVE programma en de ouderbetrokkenheid. De ouders ontvangen informatie over algemene en specifieke zaken betreffende Pit Groeihuis: zoals het pedagogisch beleid, de huisregels en de klachtenprocedure. Dit kunnen ze ook op de site www.pitgroeihuis.nl nalezen.
Pit Groeihuis
9
3.2. Wennen Bij het intakegesprek spreken we een tijd af waarop het kind de eerste keer kan komen. We plannen dit op een tijdstip waarop het kind rustig kennis kan maken met de kinderen. Ook spreken we op dat moment af hoe lang het kind de eerste keer blijft. Ouders en kind mogen even samen rondkijken en samen spelen. Daarna nemen de ouders duidelijk afscheid van het kind. Aan het kind wordt duidelijk gemaakt dat het altijd weer opgehaald wordt. Er mag altijd iets vertrouwds van thuis meegenomen worden als het kind daar behoefte aan heeft. Ouders kunnen altijd bellen om te vragen hoe het gaat. Ook proberen we tijdens de gewenning foto’s te maken om de ouders te laten zien hoe het kind zich voelt. Deze foto’s zijn te zien op de site bij de ouder- login.
3.3. Brengen en halen De tijden van het peuterprogramma zijn van 8.30 uur tot 12.00 uur. Ouders mogen de kinderen brengen tussen 8.30 en 8.45 uur. Dit inloopkwartier kunnen ouders gebruiken om even met hun kind samen te spelen en informatie uit te wisselen die belangrijk kan zijn over het kind. (bijvoorbeeld: hij/zij heeft slecht geslapen). Ook ophalen mag vanaf 11.45 uur zodat er weer een kwartiertje tijd is voor het uitwisselen van informatie. Met de ouders van VVE kinderen maken we een afspraak aan het begin van elk nieuw thema om hen het doel van het thema uit te leggen en tips te geven hoe ze er thuis aan door kunnen werken Het is daarnaast altijd mogelijk om een gesprek aan te vragen, zodat op een rustiger moment uitgebreid overlegd kan worden (15-minutengesprek).
3.4. Dagindeling Wij streven ernaar kinderen minimaal twee dagdelen per week te laten deelnemen aan het peuterprogramma en VVE-kinderen 4 keer. Als kinderen minder dan 2 dagdelen komen is dat een keuze van de ouders. Voor de kinderen is het beter er minimaal 2 x te zijn. Voor peuters is een week niet te overzien, ze moeten dan in feite elke keer opnieuw “wennen” en van de thema’s krijgen ze ook slechts de helft mee. De meeste kinderen komen minimaal twee dagdelen per week naa rPit Groeihuisl. De VVE kinderen komen bij voorkeur vier dagdelen. Bij het peuterprogramma is het belangrijk dat kinderen regelmaat in de dagindeling ervaren. Regelmaat geeft veiligheid en vertrouwen voor kinderen. Daarom hanteert de groep een vaste dagindeling , we leggen de kinderen dit uit middels dagritmekaarten. De kaarten hangen op een zichtbare plaats op in de ruimte op kindhoogte.
Pit Groeihuis
10
Kinderen kunnen als ze het nodig hebben gedurende de ochtend zelf op de kaarten kijken. De volgende kaarten worden gebruikt: Vrij spel, handen wassen, eten en drinken , naar buiten, kringactiviteit, naar huis, feest vieren en knutselen . Door de structuur weten de kinderen precies waar ze aan toe zijn / wat de bedoeling is . Als peuters het even moeilijk hebben kijken we nog even samen naar de kaarten. Zo zien we wat al gedaan is en wat we nog gaan doen. Vaak helpt dit heel goed. Dagindeling: -
Binnenkomst : met de ouder even spelen en afscheid nemen Vrij spel: spelen in de hoeken en/of met ontwikkelingsmaterialen op de tafel en daarna zelf opruimen en iets anders kiezen. Welkomstliedje en dagritmekaarten bespreken Handen wassen. Aan tafel: fruit eten en water drinken Knutselen of werken aan thema. Buiten spelen Grote kring: liedjes, boekjes, spelletjes in het kader van het thema. Afsluiten en naar huis of dag zeggen en gaan lunchen in de eetkeuken.
3.6 Opleiding personeel Pit Groeihuis heeft twee vaste medewerkers, beiden pedagogisch geschoold. Karen heeft een SPW-3 diploma en een MEAO diploma en Willeke heeft een MO-A pedagogiek diploma Wij hebben deelgenomen aan de verdiepingsmodules van VVE-Versterkt en zijn in het bezit van het
certificaat. Wij zullen deel blijven nemen aan de aangeboden scholing die in dit kader vereist is. Jaarlijks volgen we een herhalingsmodule kinder- EHBO en BHV. We zijn Triple-P niveau 2 gecertificeerd en nemen deel aan bijeenkomsten die het Centrum van Jeugd en Gezin organiseert in het kader van Triple-P
4. Zorgstructuur
Alle kinderen worden gevolgd door middel van het observatie- en registratie instrument Kijk!. Kijk is opgebouwd vanuit ontwikkelingslijnen en mijlpalen. Betrokkenheid en basiskenmerken van kinderen zijn de pijlers onder Kijk. Wij zijn geschoold in het observeren en registreren van Kijk. We houden regelmatig in het Kijk kinderdagboek de ontwikkeling bij en op afgesproken registratiemomenten wordt een compleet beeld van een kind uitgewerkt. De verzamelde informatie van Kijk is een goed
Pit Groeihuis
11
hulpmiddel bij de kindgesprekken met JGZ en BJZ, de gesprekken met ouders en de overdracht naar de school. De VVE kinderen worden twee maandelijks besproken, of op het moment dat er zorgen zijn. Dit gebeurt in samenwerking met BJZ. Het KIJK observatie instrument wordt 1 keer per jaar met de ouders besproken. Zij geven toestemming tot overdracht naar de basisschool. Het registratieformulier wordt als het kind bijna 4 jaar is overgedragen aan de basisschool. Dit is zo vaak mogelijk een warme overdracht. Zeker bij VVE-kinderen zal er een warme overdracht plaatsvinden met de leerkracht waar het kind in de klas komt of met de IB-er van de betreffende basisschool.
5. Ouderbetrokkenheid
Omdat de ouders en Pit Groeihuis partners in de opvoeding zijn, gaan we op basis van gelijkwaardigheid om met elkaar en zorgen we voor een goede open informatieoverdracht. Hierbij nemen we de ouders serieus in hun wensen, meningen en zienswijzen met betrekking tot de opvang en groei van hun kind. Bij het peuterprogramma zijn de haal- en brengtijden contactmomenten tussen ons en de ouders. Het eerste kwartier van de ochtend kunnen ouders met hun kind samen spelen, kleine activiteiten doen en eventjes in gesprek gaan. Het inloopkwartier wordt ook gebruikt om de VVE ouders te wijzen op het actuele thema en eventueel aanvullende tips te geven. Er is een thematafel opgesteld waarop iedereen kan zien waarmee we bezig zijn. Daar ligt informatie die de ouders mee kunnen nemen. Op onze website is deze informatie ook terug te vinden onder de knop ” Thema’s” . Ouders kunnen er ideeën opdoen waarmee ze zelf aan de slag kunnen. Wij ondersteunen hen graag daarbij.
Pit Groeihuis
12
Bijlagen: · Themaplanning · Weekrooster met extra VVE momenten · VVE Activiteitenoverzicht ·Formulier planning speciale aandacht VVE kinderen
Pit Groeihuis
13