Pilot Innovatieve Schuldhulp Goede Gieren Eindhoven April 2015 - OFFERTE -
1. Goede Gieren-pilot Eindhoven De afgelopen jaren is de schuldproblematiek toegenomen. Veel mensen vallen uit voor ze in traject komen; veel mensen vallen uit tijdens het traject. Niet alleen het aantal cliënten neemt hand over hand toe. Ook de omvang van de individuele schulden groeit. In 2013 bedroeg de gemiddelde schuld € 37.700.1 In 2013 klopten 89.000 mensen aan bij de schulddienstverlening. 80 % van hen had problematische schulden die in drie jaar niet konden worden afbetaald. Het gaat dan om een slordige 72.000 mensen. Voor ongeveer de helft van de mensen kon om uiteenlopende redenen geen schuldregeling tot stand komen. (35.000 mensen).2 Dat is des erger omdat schulden een belemmering vormen voor de oplossing van andere problemen, zoals werkloosheid, opvoedingsproblemen en geweld in huiselijke kring. Een persoonlijk probleem van geldgebrek wordt zo een ernstig maatschappelijk probleem. Mensen kunnen hun huur, zorgverzekering, of energie rekening niet meer betalen. Ze komen op straat te staan, komen terecht in de crisis opvang, kinderen worden uithuisgeplaatst, jongeren schrijven zich uit om te ontkomen aan schuldeisers enzovoort. Zo wordt een hoge maatschappelijke prijs betaald voor de schuldenproblematiek. Het NIBUD schat de kosten van schulden voor de samenleving op 11 miljard euro per jaar. 3 Met de Goede Gieren-aanpak beogen we een brede en fundamentele herijking van de aanpak van de schuldenproblematiek in financiële zin, in morele zin en in maatschappelijke zin. In morele zin is het schuldsaneringssysteem gebaseerd op straf. “Schulden” zijn je eigen schuld. En dus moet je er zelf voor boeten. Dit is niet zozeer de opvatting van de mensen die in de schuldhulp werkzaam zijn, bij hen staat juist de dienstverlening voorop. Het is wel het grondprincipe van het systeem. Deze schuldlogica geldt echter niet (meer) voor iedereen. Wie door huiselijk geweld op straat komt te staan, kan in de schulden komen. Wie zijn of haar baan verliest, moet soms zijn of haar huis verkopen met een restschuld als gevolg. Wie een te laag IQ heeft om zijn of haar financiën te begrijpen, kan niet altijd het verwijt worden gemaakt dat schulden de eigen schuld zijn. Toch is het imperatief van schuld en dus boete leidend in veel beleid. Dat is niet langer effectief. In financiële zin is de huidige schuldsanering en schulddienstverlening onrendabel. Vooral in situaties waarin aan de achterkant van de schulden een veelvoud aan maatschappelijke kosten ontstaan. Een gezin met een huurachterstand van drie maanden komt op straat te staan (kosten 6.000 euro). Vervolgens gaan de ouders naar de maatschappelijke opvang (30.000 euro per jaar) en worden drie kinderen “uit huis geplaatst” (40.000 euro per kind per jaar). Na een jaar is de belastingbetaler al 100.000 euro kwijt, omdat we geen oplossing hebben voor de schuldenproblematiek. We compenseren het onmachtige systeem van publieke schulddienstverlening dus met veel hogere publieke zorgkosten, die volgens het NIBUD oplopen tot zo’n 11 miljard euro per jaar (zie noot 3). Dat is onhoudbaar en niet nodig. In maatschappelijke zin leidt de manier waarop we schuldsanering en schulddienstverlening organiseren onvoldoende tot een vermindering van persoonlijke en sociale problemen. Kinderen groeien op in schrijnende armoede (60 euro leefgeld per week is geen uitzondering, de beslagvrije voet wordt geregeld geschonden). De maatschappelijke opvang en de crisisopvang raken verstopt met gezinnen die andere groepen verdringen. Juist de groep Jaarverslag NVVK 2013 http://www.nvvk.eu/schuldhulpverlening/nvvk Nadja Jungmann (2014) Onoplosbare schulden. NIBUD, Schulden in Nederland. Omvang en gevolgen, oktober 2014. http://www.nibud.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/2014/Rapport-schuldenproblematiek-in-NL2014.pdf 1 2 3
2
mensen waar de verzorgingsstaat voor bedoeld was, wordt zo onvoldoende geholpen het heft weer in eigen hand te namen. In bestuurlijke zin zien we dat pogingen om de schuldhulp te verbeteren hebben geleid tot commodificatie van schulddienstverlening. Het heeft geleid tot standaardisering (gelijke behandeling van gelijke gevallen) in plaats van maatwerk (ongelijke behandeling van gevallen naarmate ze verschillen). In professionele zin kan er nog veel in de sector worden verbeterd. Het principe van 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur wordt overal in het land omarmd. Toch is het nog niet gebruikelijk dat de oplossing van het ene probleem wordt aangewend om de oplossing van een ander probleem gemakkelijker te maken door bespaarde kosten op een andere manier in te zetten. Van een werkelijk integrale analyse en aanpak is daarom in veel gevallen nog geen sprake. In wettelijke zin bestaat er een aantal lacunes die mensen van de regen in de drup helpen. Hoewel de gemeente de wettelijke regie heeft voor schulddienstverlening, weigeren belastingdienst en CJIB vaak mee te gaan in saneringstrajecten zonder een alternatief aan te dragen. De Goede Gieren aanpak beoogt hiervoor alternatieven te ontwikkelen. Zoals bijvoorbeeld een werkstraf als alternatief voor CJIB-boetes. In samenwerking met de Gemeente Eindhoven rechtmatige en rechtvaardige, maar ook goedkopere alternatieven ontwikkelen. Het gaat om een uitbreiding van het handelingsrepertoire van schuldhulpverlening, aanvullend op het bestaande repertoire. De GG-organisatie is een samenwerking van Eelke Blokker, Sadik Harchaoui, Pieter Hilhorst, Albert Jan Kruiter, Harry Kruiter en Jos van der Lans. De Goede Gieren ontlenen hun naam aan de praktijk in de Verenigde Staten waar bedrijven voor een klein bedrag schulden opkopen om vervolgens schuldenaren maximaal onder druk te zetten voor hun rendement. Deze bedrijven worden wel gieren genoemd: Vultures. Wij willen Goede Gieren zijn. Wij willen een alternatieve aanpak van schulden ontwikkelen om mensen weer perspectief te bieden.
3
2. Werkwijze en uitgangspunten GG-aanpak Curatief: Het rendabel helpen van gezinnen De Goede Gieren-aanpak wil een innovatieve en alternatieve omgang met schuldenproblematiek mogelijk maken. Door niet te vertrekken vanuit formele en bureaucratische mogelijkheden, maar vanuit een kostenbatenanalyse, wil de aanpak goedkopere en betere oplossingen mogelijk maken. De filosofie achter die aanpak kent de volgende uitgangspunten. a) Integrale kostenbatenanalyse Ministeries en gemeentelijke afdelingen worden afgerekend op hun eigen specifieke doelstellingen. De optelsom van optimale deeloplossingen is echter iets anders dan een optimale totaaloplossing. De som is vaak minder dan het geheel der delen. Een voorbeeld kan dat verduidelijken. Om het percentage geslaagde schuldhulptrajecten te verhogen ligt het voor de hand om de toegang tot schuldhulpverlening scherper te bewaken. Om een schuldhulptraject succesvol te doorlopen moeten mensen immers gemotiveerd zijn. Dus is het verleidelijk om alleen gemotiveerde mensen toe te laten. Een logische consequentie van deze aanpak is dat het aantal mensen dat de schuldsanering succesvol doorloopt stijgt, maar dat het percentage dat aan de voorkant afvalt toeneemt. Zo blijken klanten van de verslavingsreclassering vrijwel nergens in aanmerking te komen voor schuldsanering. Vanuit de schuldhulp is het weren van deze lastige doelgroep misschien begrijpelijk, maar de maatschappelijke kosten van deze uitsluiting zijn groot. Het hebben van schulden vergroot de kans op recidive.4 Ook voor andere doelgroepen geldt dat het ontzeggen van de toegang tot schuldhulp leidt tot meer maatschappelijke kosten. Dat ze geen schuldhulp krijgen, betekent immers niet dat ze geen problemen meer hebben. En zeker niet dat ze geen kosten meer veroorzaken. Als iemand met kinderen en schulden zijn huis wordt uitgezet, levert dat weer kosten op voor de crisisopvang en voor een eventuele uithuisplaatsing van de kinderen. Kinderen mogen immers niet op straat zwerven met hun ouders. In de Goede Gieren-aanpak wordt daarom altijd gestart met een integrale kostenbatenanalyse. Wat zijn de kosten en baten van een alternatieve schuldsanering? Die vraag wint door de decentralisaties voor gemeenten enorm aan belang omdat gemeenten nu een veel groter deel van de totale kosten van mensen met gestapelde problemen op hun bordje krijgen. Waar het niet toelaten van mensen tot schuldhulpverlening leidt tot hogere kosten, moeten gemeenten in de buidel tasten. b) Een omkering van de motivatiefilosofie De huidige schuldhulpverlening is in de kern gebaseerd op het idee dat mensen moeten worden gestraft voor hun onverantwoordelijke gedrag uit het verleden. Die straf duurt lang. Een zwaar schuldsaneringtraject duurt drie jaar. Doorgaans gaat er aan die drie jaar ook nog een stabilisatiefase vooraf waarin iemand moet laten zien dat hij of zij rond kan komen met een laag inkomen. De tijd dat iemand moet rondkomen van een absolute minimum is zo erg lang. In de drie tot vijf jaar dat iemand in de schuldsanering zit, is er nauwelijks een beloning voor goed gedrag. Als iemand in de WSNP zit is er ook geen enkele prikkel om extra inkomsten te verdienen. Al het extra verdiende geld gaat namelijk naar de schuldeisers.
4
Nadja Jungmann (2014), Gevangen in schuld
4
Sterker nog: in de WSNP worden mensen geregeld aangemoedigd om het inkomen stabiel te houden, c.q. in de uitkering te blijven. De Goede Gieren-aanpak draait deze motivatietheorie om. Niet de straf voor het verkeerde gedrag in het verleden staat voorop, maar perspectief op de toekomst. Hoe kan de cliënt wel (al dan niet met behulp van zijn sociale netwerk) greep krijgen op het eigen leven? Bestaanszekerheid staat daarbij altijd voorop. Het motiveren van cliënten is daarom een essentieel onderdeel van de aanpak. Het nemen van initiatief moet lonen ook op korte termijn. Bij de Goede Gieren-aanpak loont gedragsverandering. Het kan betekenen dat de duur van de saneringsperiode korter wordt of het leefgeld iets wordt verhoogd als iemand aan het werk gaat. Dat is op dit moment niet het geval als iemand in de WSNP zit. c) Alternatieve afbetaling mogelijk In de hulpverlening vormt het voortwoekeren van het ene probleem vaak een belemmering voor een ander probleem. Schulden werken verlammend. Bij een integraal plan hoort dat de problemen op alle leefgebieden worden aangepakt. De filosofie van de Goede Gieren is het creëren van een positieve spiraal. Succes op het ene terrein vergemakkelijkt succes op het andere terrein. Denk bijvoorbeeld aan een plan waarbij het beschermingsbewind dat wordt betaald uit de bijzondere bijstand wordt vervangen door budgetbeheer in eigen kring. Een deel van het uitgespaarde geld kan worden gebruikt om schulden af te lossen. Ook is het mogelijk om met woningcorporaties afspraken te maken om een deel van de schuld af te lossen door klussen te doen voor de corporatie. d) Experimentele omzeiling van bureaucratische beperkingen Schuldsanering loopt paradoxaal genoeg vaak spaak op niet saneerbare schulden, zoals boetes. Zo moeten verkeersboetes, fraudevorderingen of schadevergoedingen altijd voor de volle honderd procent worden afbetaald. Dit vormt een grote barrière voor schuldsanering. Mensen die hun boetes niet kunnen betalen, kunnen worden gegijzeld. Ze worden dan een aantal dagen vastgezet om hen te dwingen te betalen. In 2013 vroeg het CJIB 37.000 keer om gijzeling in verband met onbetaalde verkeersboetes, in 2014 zou het, volgens de Raad van de Rechtspraak, zelfs al gaan om 92.000 gevallen, waarbij de rechter zou moeten onderzoeken of mensen omdat ze niet willen betalen gegijzeld moet worden.5 Bij zo’n 5 procent, een kleine 5000 mensen, wordt daadwerkelijk tot gijzeling overgegaan. De Raad voor de Rechtspraak heeft hierover meermalen alarm geslagen en de Nationale Ombudsman is inmiddels een onderzoek begonnen. Na de gevangenisstraf blijft de schuld overigens nog steeds open staan. Dat kost de samenleving veel geld: het opsluiten van mensen kost zo’n 200 euro per dag. Per boete kan iemand zeven dagen worden opgesloten. Sommige mensen hebben verschillende boetes en worden zo voor langere tijd opgesloten. Gijzeling heeft bovendien een ontwrichtende werking hebben, waardoor mensen hun baan kunnen kwijt raken. In detentie verliezen mensen ook het recht op een uitkering (ze zijn immers niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt). Zo nemen de financiële problemen alleen maar toe.6 Vanuit een integrale blik zou het veel beter zijn als mensen hun straf op een andere manier zouden kunnen ondergaan. Bijvoorbeeld door middel van een werkstraf. Op dit moment is dat niet mogelijk. De Goede Gieren-aanpak wil experimenteren met het omzeilen van deze 5
Volgens woordvoerder Frits Bakkervan de Raad van de Rechtspraak in een uitzending van Radar van 19 januari 2015. Zie bijvoorbeeld de uitzending van Radar over de averechtse effecten van de Wet-Mulder: http://www.radartv.nl/uitzending/archief/detail/aflevering/19-01-2015/opgepakt-door-openstaande-boete/ 6
5
bureaucratische beperking. Zo willen wij onderzoeken of het mogelijk is om mensen die niet kunnen betalen, een alternatieve straf te laten ondergaan: een werkstraf. Via de gemeente van de cliënt bieden wij een passende werkstraf aan. e) Schulden zijn veel minder waard dan de nominale waarde Bij een schuldsanering wordt het grootste deel van de schuld kwijt gescholden. Bij een onderzoek naar de schuldsanering in Eindhoven blijkt dat 90% wordt kwijtgescholden.7 Dit komt omdat de afloscapaciteit van de gemiddelde cliënt zeer laag is. 75% van de cliënten zit in de bijstand of leeft van een minimum inkomen. Schuldeisers weten dat als de afloscapaciteit beperkt is, ze weinig van hun geld terug zien. In de Goede Gieren-aanpak worden schulden in een vroeg stadium opgekocht. Mochten cliënten een plan maken dat niet voor financiering door de gemeentelijke kredietbank in aanmerking komt, dan zoeken we steun bij de Start Foundation. De Start Foundation fungeert dus als last resort. Deze private financiering is gebaseerd op positieve individuele businesscases. Voor zo’n individuele businesscase is het verzilveren van uitgespaarde kosten een essentiële voorwaarde. Het risico voor het niet slagen van de schuldsanering ligt in dat geval niet bij de gemeentelijke kredietbank, maar bij de private financier. Als de afgesproken kostenbesparingen worden behaald, wordt een deel van de besparing betaald aan de private financier. Dit rendement is gemaximeerd. f) Verzilveren van uitgespaarde maatschappelijke kosten In vrijwel alle gezinnen met gestapelde problemen vormen schulden een molensteen die ook de aanpak van andere problemen belemmert. Het oplossen van de schuldenproblemen kan daarom helpen om de kosten voor zorg, uitkeringen en opvoedingsondersteuning te verminderen. In de Goede Gieren-pilot wordt onderzocht hoe deze uitgespaarde kosten kunnen worden verzilverd. 3. Pilot Eindhoven Werkorganisatie Voor de pilot in Eindhoven werken medewerkers van Goede Gieren, WIJ-Eindhoven en de gemeente intensief samen. Het voordeel van deze constructie is dat de kennis van de mensen die nu betrokken zijn bij schuldhulpverlening en andere diensten van de gemeente en van WIJ-Eindhoven optimaal kan worden gebruikt. Voor de pilot in Eindhoven willen we voor twintig cliënten verkennen wat een alternatieve aanpak oplevert die is gebaseerd op de bovenstaande uitgangspunten. We doen dat in nauwe samenwerking met WIJ-Eindhoven en de gemeente. De Goede Gieren-organisatie werkt daarin samen met zowel de wijkteams van Tongelre en Gestel en specialisten op het gebied van schuldhulpverlening. De wijkteams zullen elk tien cases aanleveren. Daarbij gelden de volgende criteria: 1) met het bestaande instrumentarium van de schulddienstverlening is geen schuldregeling mogelijk 2) het niet oplossen van de schulden belemmert de andere hulpverlening 3) een onorthodoxe aanpak van schulden kan een impasse doorbreken 4) het aanpakken van schulden kan belemmeringen voor werk en maatschappelijke participatie wegnemen. Bij de selectie van de cases gaat het erom gevallen te selecteren die aan ten minste 3 van de 4 criteria voldoen. 7
Versnelde Schuldsanering, Boscon, Diaconaal Adviesbureau 9 juni 2014
6
Voor de pilot zal een projectteam worden geformeerd dat bestaat uit medewerkers van de wijkteams Tongerle en Gestel en specialisten van de gemeente (het gaat hierbij zowel om generalisten als specialisten op het gebied van schuldhulpverlening), de Goede Gierenorganisatie en een projectleider. In het werkplan wordt vervolgens een scherp onderscheid gemaakt tussen de taken van het wijkteam, de taken van de schulddienstverlener, de projectleider en de Goede Gieren-organisatie. 4. Stappenplan bij de pilot De pilot bestaat uit verschillende fases: Voorbereiding, Uitvoering, Evaluatie Voorbereiding: Inrichting projectteam Uitwerking van de werkwijze. Voorlichting aan de wijkteams. Selectie van de cases. Uitvoering: In deze fase worden de cliënten daadwerkelijk geholpen. Na een eerste groep van 10 cliënten wordt een reflectiesessie georganiseerd om bijstelling van de werkwijze mogelijk te maken. In de uitvoeringsfase wordt gewerkt met een stappenplan. Stap 1: Snel overzicht schulden De cliënten hebben al contact met de wijkteams. Als er nog geen overzicht is van de schulden wordt dat overzicht alsnog snel gemaakt. Als er belemmeringen zijn voor het verkrijgen van dat overzicht wordt er snel gekeken naar (onorthodoxe manieren) om deze belemmeringen weg te nemen. Stap 2: Voorkomen escalatie Om te voorkomen dat schulden nog oplopen, wordt er bij schuldeisers op aangedrongen om de invordering op te schorten. Dit gebeurt vooral door schuldeisers te informeren over het traject. Als schuldeisers toch doorgaan met vorderingen zal onderzocht worden welke andere mogelijkheden bestaan om escalatie te voorkomen (bijvoorbeeld het aanvragen van een moratorium). Stap 3: Overzicht van stakeholders Wie hebben er belang bij het oplossen van de schuldenproblematiek? Voorbeelden zijn: schuldeisers, werkgever, organisaties die zorg verlenen aan de cliënt, organisaties die betrokken raken bij de cliënt als de schuldenproblematiek uit de hand loopt (bijvoorbeeld na een huisuitzetting). Maar ook het sociale netwerk heeft belang bij het oplossen van de schulden. Dit is een nieuwe taak binnen de schuldhulpverlening. Het is een gezamenlijke taak van de gemeente en de GG-organisatie om dit onderdeel van het werkproces in te richten. Het 7
betekent dat de cliënten veel delen. Daarvoor is het essentieel om cliënten optimaal te betrekken bij alle stappen in de pilot zodat zij ook het voordeel zien van de alternatieve aanpak.
Stap 4: Integrale kostenbaten analyse: micro MKBA Een cliënt heeft vaak niet alleen een schuldproblematiek, maar ook andere problemen. Vaak zijn er ook al andere hulpverleners bij betrokken. In een micro-MKBA wordt de bestaande hulp van instanties aan een cliënt in kaart gebracht. Om dat te kunnen doen is medewerking van de cliënt nodig. Vervolgens kan berekend worden wat de huidige kosten zijn. Dit overzicht van kosten, schept ruimte om te kijken naar alternatieve methoden die de samenleving minder kosten en de cliënt meer perspectief bieden. Kosten die hierbij worden meegenomen zijn: jeugdzorg, jeugdreclassering, langdurige zorg, leerplicht, uitkeringslast, beschermingsbewind vergoed uit bijzondere bijstand etc. Naast een overzicht van de daadwerkelijk gemaakte kosten wordt in beeld gebracht wat de maatschappelijke kosten zijn bij escalatie (dreiging huisuitzetting, uithuisplaatsing, maatschappelijke opvang). Deze aanvulling kent een grote onzekerheidsmarge. Voor het opstellen van een micro-MKBA wordt daarom vooral gekeken naar de daadwerkelijk gemaakte kosten. Het is een gezamenlijke taak van het wijkteam en de GG-organisatie om dit onderdeel van het werkproces in te richten. Stap 5: Opstellen van een nul-optie Om voor zowel schuldeisers als voor de schuldenaar te kunnen laten zien wat het voordeel is van de alternatieve aanpak wordt een nuloptie in beeld gebracht. Deze optie laat zien wat in de gangbare praktijk van de schulddienstverlening het perspectief zal zijn voor de schuldeiser en de schuldenaar. Als in de gangbare praktijk geen schuldregeling mogelijk is, dan is de nuloptie voor de schuldenaar dus dat voorlopig geen aanbod voor schuldaflossing mogelijk is. Voor de schuldenaar betekent het dat er geen perspectief is op een schone lei. Het opstellen van de nuloptie gaat gelijk op met het opstellen van de micro-MKBA. Stap 6: Eigen plan Op basis van een overzicht van de maatschappelijke kosten uit de micro-MKBA en de nuloptie kunnen de medewerkers van het projectteam met de cliënten en hun sociale netwerk een eigen plan maken. In dit eigen plan kunnen ook onorthodoxe plannen staan om uit de schulden te komen. Zoals: de bereidheid om een schuld in tijd in plaats van in geld af te lossen; bereidheid om geldboete CJIB om te zetten in werkstraf; organisatie van beschermingsbewind in eigen kring, etc. In het eigen plan is ook veel aandacht voor preventie. Hoe wordt voorkomen dat een cliënt later opnieuw in de schulden komt? Hoe wordt een duurzame gedragsverandering tot stand gebracht? Het begeleiden van het Eigen Plan is een taak van het wijkteam van de gemeente en de GGorganisatie. Stap 7: Organiseren van de professionele ondersteuning Het Eigen Plan bestaat voor een deel uit activiteiten van het eigen netwerk. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de bewindvoering gedaan wordt door een familielid. Het kan ook zijn 8
dat daar professionele ondersteuning bij zit. Vaak zal het plan ook op andere terreinen betrekking hebben dan alleen de schuldhulpverlening. Denk aan jeugdzorg, opvoedingsondersteuning en arbeidsre-integratie. Het eigen plan moet daarom nauw aansluiten bij het ondersteuningsplan dat in samenspraak tussen wijkteam en cliënt tot stand komt. Het eigen plan maakt een integraal onderdeel uit van het ondersteuningsplan. Stap 8: Ruimte scheppen voor onorthodoxe oplossingen Het Eigen Plan kan stuiten op bureaucratische beperkingen. Het gaat er vervolgens om innovatieve oplossingen te vinden om die beperkingen weg te nemen en de barrières te ontwijken. Dit is vooral een taak van de GG-organisatie. Het gaat hierbij ook om het agenderen van landelijke regels die een innovatieve aanpak belemmeren. Stap 9: Onderhandelingen met de schuldeisers Het doel van het eigen plan is om schuldregelingen mogelijk te maken, waar die nu onmogelijk zijn. Er kan dan een aanbod worden gedaan aan de schuldeisers. Het is de taak van de schuldspecialisten van de gemeente om deze onderhandelingen met de schuldeisers te voeren. Als er schuldeisers zijn die niet in willen gaan op het aanbod, dan is het een taak van het projectteam om alternatieven te onderzoeken waarop schuldeisers ertoe bewogen kunnen worden om alsnog in te stemmen met een schuldregeling. Stap 10: In beeld brengen van uitgespaarde maatschappelijke kosten en het verkennen van mogelijkheden om deze uitgespaarde kosten te verzilveren In de micro-MKBA wordt in beeld gebracht hoe een alternatieve aanpak de maatschappelijke kosten kan verminderen en het perspectief van de cliënt kan vergroten. Het is echter nog niet gemakkelijk om deze vermindering van de maatschappelijke kosten ook te kunnen verzilveren. Als een cliënt budgetbeheer in eigen kring weet te organiseren, spaart dat de gemeente geld uit als het huidige beschermingsbewind wordt betaald uit de bijzondere bijstand. Maar dat wil niet zeggen dat deze winst ook voor een deel ingezet kan worden om een positieve spiraal te creëren binnen het huishouden. Bij het verkennen van de mogelijkheden van het verzilveren van uitgespaarde maatschappelijke kosten neemt de GGorganisatie het voortouw. Als de Startfoundation als last resort optreedt, is het opstellen van individuele business cases ook een taak van de GG-organisatie.
Stappenplan 1: Snel overzicht schulden 2: Voorkomen escalatie
3. Stakeholder analyse
4 Micro MKBA
9
Gemeente/Wij-Eindhoven Schuldhulp verzorgt intake Informeren schuldeisers over traject, verzoek tot opschorten incasso Wijkteam levert gegevens aan. Wijkteam levert gegevens aan voor micro MKBA
GG-organisatie Analyse oorzaken vertraging Analyse oorzaken weigeringen en verzinnen alternatieven Op basis van gesprek met cliënt inventarisatie stakeholders Berekening op basis van huidige hulp en inschatting
kosten na escalatie 5. Opstellen nul-optie
Schuldhulp formuleert nuloptie 6. Eigen Plan Wijkteam participeert in eigen plan 7. Organiseren professionele Wijkteam organiseert ondersteuning professionele onderdelen Eigen Plan/ aansluiting eigen plan op ondersteuningsplan 8.Wegnemen bureaucratische Wijkteam verkent ruimte belemmeringen binnen wet 9.Onderhandelingen schuldeisers
Schuldhulpspecialisten gemeente voeren onderhandelingen met schuldeisers
10.In beeld brengen en verzilveren uitgespaarde maatschappelijke kosten
Begeleiding cliënt bij opstellen eigen plan Begeleiding Wijkteam en specialisten gemeente.
Agenderen van averechtse regels. Ruimte creëren voor experimenten. Analyse reacties schuldeisers. Verzinnen alternatieven. In beeld brengen uitgespaarde kosten. Opstellen individuele businesscases voor Start Foundation
Evaluatie De pilot is gericht op het uitbreiden van het handelingsrepertoire van de schulddienstverlening. In de evaluatie wordt onderzocht in welke mate de pilot daarin is geslaagd en hoe onorthodoxe elementen kunnen worden overgenomen in de reguliere praktijk. De Goede Gieren-organisatie zal daarvoor een uitgebreid leerverslag maken van de ervaringen van de pilot. In dit leerverslag zullen ook de ervaringen worden meegenomen van cliënten, schuldeisers, hulpverleners en netwerkpartners. Dit leerverslag vormt de basis voor een reflectiesessie met bestuurlijk verantwoordelijken. Ook zullen resultaten van pilots met andere gemeenten hierin gedeeld worden. Op basis van het leerverslag en de reflectiesessie zal een afronding worden opgesteld van de pilot. Het pilotverslag is een combinatie van het eerdere leerverslag, aangevuld met de inzichten van de reflectiesessie.
5. Wanneer is de pilot een succes? De meest algemene doelstelling van de Goede Gieren aanpak is het verminderen van de maatschappelijke kosten en het vergroten van het perspectief van de cliënt. In deze pilot gaan we leren en ontwikkelen hoe we die doelstellingen in Eindhoven het beste kunnen bereiken. Het succes van de pilot is daarmee in eerste en instantie afhankelijk van de mate waarin geleerd en ontwikkeld is. Het gaat hierbij om het uitbreiden van het handelingsrepertoire van de schulddienstverlening en om het vergroten van het perspectief van cliënten om het heft weer in eigen hand te nemen. We willen in beeld brengen wat dit betekent voor cliënten. We willen echter geen afrekening van de pilot louter op de outcome voor de cliënten. Dit heeft verschillende redenen:
10
1) Te veel focus op resultaten in termen van outcome en ouput leidt in pilots vaak af van de leer en ontwikkeldoelen. Terwijl dat het hoofddoel van de pilot is; leren wat werkt, maar vooral ook leren wat niet werkt. Met name de lessen over wat niet werkt dreigen onder te sneeuwen in pilot die te veel de focus op succes leggen. Terwijl die lessen ook belangrijk zijn om werkbare alternatieven voor de schuldhulpverlening te ontwikkelen. 2) Een duurzame gedragsverandering en een duurzame verbetering van het perspectief bewijst zich pas in de loop van jaren. 3) We weten nog niet wie verantwoordelijk is voor eventueel succes van de pilot in termen van afgenomen kosten of toegenomen perspectief. De pilot is een gezamenlijk leer- en ontwikkeltraject van de Goede Gieren, WIJ-Eindhoven, de gemeente Eindhoven, de huishoudens, Start Foundation en andere partners die bij dragen aan het ontwikkelen van alternatieve oplossingen. Het succes van de pilot hangt daarmee samen met de volgende leer en ontwikkeldoelen. 1) Ontwikkelen van een aanvullend handlingsrepertoire van de hulpverlening:
Het in beeld brengen van maatschappelijke kosten/baten analyses. Het betrekken van meerdere stakeholders bij de oplossing. Mensen met behulp van hun netwerk een eigen plan laten maken. Onorhodoxe manieren van betalen mogelijk maken. Bureaucratische belemmeringen voor eigen plannen wegnemen. Afspraken maken met partijen als het CJIB en de Belastingdienst over onorthodox maatwerk. Uitgespaarde maatschappelijke kosten in beeld brengen en methoden verzinnen om die te verzilveren. 2) Leren in welke mate alternatieve oplossingen werken. En waarom ze wel of niet werken op verschillende niveaus: Huishouden Wijkteam Goede Gieren Gemeente Eindhoven Start Foundation Overige stakeholders 3) Kennisoverdracht naar verschillende actoren en verankering van deze kennis in de interne organisatie van de gemeente en bij WijEindhoven.
6. Begroting Goede Gieren fonds Voorbereiding Inhoudelijke uitwerking Ambtelijk voortraject Inrichting projectteam Voorlichting wijkteams 11
In uren 34 8 8 8
In uren
Selectie cases Totaal voorbereiding Uitvoering Stap 1-3 (inventarisatie schulden, voorkomen escalatie, stakeholderanalyse) Stap 4-7 (micro MKBA, Nuloptie, eigen plan, organiseren professionele ondersteuning) Stap 8-10 (wegnemen Bureaucratische belemmeringen, onderhandelingen schuldeisers, verkennen mogelijkheden verzilveren uitgespaarde maatschappelijke kosten) Totaal per cliënt Totaal uitvoering Evaluatie Tussentijdse reflectiesessie Leerverslag Slotreflectiesessie Pilotverslag Totaal evaluatie Totaal pilot Kosten pilot 666 uur Totaal
Amsterdam, 13 april 2015
12
8 66 6
10
10
26 26 x 20
520
16 32 16 16 80 666 € 90,- ex. BTW
€ 59.940 € 59.940 ex. BTW