NIEUWSBRIEF APRIL: APRIL: PILOT FORT BEEKENBURG, CURACAO
VERSLAG VAN DE START
Albert vd Lugt|Gerard Lutteken april 2014
Maandag 17 maart 2014. De eerste spade gaat in de grond op fort Beekenburg. Figuurlijk dan want de grond op fort Beekenburg is keihard, rotsachtig. Op die dag begon werkmeester Cijntje met vier deelnemers en geadviseerd door Jules Kranenburg, werkmeester bij Herstelling in Amsterdam, aan het project. De eerste struiken werden gekapt. Aan die handeling ging een tamelijk lange voorgeschiedenis voorgeschiedenis vooraf. In de Nieuwsbrief van januari jl hebben we daar uitgebreid over geschreven. De trage gang van zaken schuilde niet in het vinden van een geschikt object. Bij ons eerste werkbezoek aan Curaçao (maart 2012) hebben wij (Van der Lugt|Lutteken - Herstelling) fort Beekenburg al geïdentificeerd als een uitermate geschikt object om met jongeren op te werken: zoals in Amsterdam al vele jaren met succes op de Stelling van Amsterdam wordt gepraktiseerd en van 2002-2012 2002 ook in Suriname. Uit onze gesprekken bleek dat de Curaçaose Cur overheid,, het onderwijs en bedrijfsleven geïnteresseerd waren in een aanpak in de geest van Herstelling. De hamvraag was wel: wie financiert, wie doet mee, wie organiseert en wie adviseert. Een belangrijke stap werd april apri 2013 gezet toen een Overeenkomst tot samenwerking tussen Curacao en de gemeente Amsterdam werd afgesloten. In de annex bij de Overeenkomst staat: “de de uitwisseling van kennis en ervaring tussen Stichting Herstelling Amsterdam, Dienst Werk en Inkomen in Amsterdam sterdam en het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn en het ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (monumentenzorg) op Curaçao zal worden ondersteund”. Onder de paraplu van de overeenkomst zijn daarna diverse stappen gezet zet die uitgemond zijn in de pilot Beekenburg. Over en weer zijn werkbezoeken afgelegd. November 2013 was een belangrijke maand. De Curaçaose overheid, als fort eigenaar, gaf toen via een korte ceremonie op het fort zelf de aftrap. De minister van onderwijs, onderwij van vervoer en premier Asjes waren aanwezig. De premier prees in zijn toespraak de pioniersrol van Herstelling. Op youtube you ( http://www.youtube.com/watch?v=V6K59d3-cBc http://www.youtube.com/watch?v=V6K59d3 ) staan filmpjes over de gebeurtenis. gebeurtenis
1
Na de ceremonie is een ambtelijke stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de Curaçaose ministeries van onderwijs, ruimtelijke ordening en sociale zaken geïnstalleerd, die de pilot op hoofdlijnen bewaakt. Lid van de stuurgroep is ook Hildegard Nefs, een voorpost op het eiland, namens de gemeente Amsterdam en het Nederlandse ministerie van OCW en projectleidster Beekenburg a.i. Voorafgaande aan de officiële aftrap is ook vanuit Amsterdam het nodige voorwerk verzet. Zo hebben we contacten gelegd met twee interessante partners op Curaçao: de Koninklijke Marine en de Sociale Vormingsplicht (SVP). Die beide organisaties werken nauw samen in het opleiden en trainen van jongeren uit een doelgroep waar Herstelling ook mee werkt. (nb: een aantal voormalige mariniers is verbonden aan het top 600 project van de gemeente Amsterdam op de boerderij Vinkenburg). Tijdens een werkbezoek van Herstelling aan Curaçao kwam er een derde partner bij: Feffik: een beroepsopleiding op vmbo niveau. Feffik is een instituut in zwaar weer dat hard werkt aan het verbeteren van zijn imago. Toch is het vanuit het perspectief van de pilot een geschikte kandidaat. Feffik is het (enige) instrument om jongeren van het fortenproject door te laten stromen naar de arbeidsmarkt, voor zover ze die stap niet in een keer kunnen/willen zetten.
Feffik heeft een nieuw management dat met Herstelling/gemeente Amsterdam wil samenwerken in het upgraden van de instelling. Hierbij denkt men aan de afdeling metaal, HRM en bedrijfsveiligheid (VCA). Die laatste wens was het gevolg van een trainingen die Herstelling voor Feffik en voor andere instanties als de SVP, de Arbeidsinspectie, de Koninklijke Marine, Christoffelpark, beroepsonderwijs en het gevangeniswezen georganiseerd heeft. Met succes. Onderdeel van het trainingsprogramma was een risico-inventarisatie van werken op fort Beekenburg. Op het einde van de cyclus bestond bij de deelnmende partijen een scherp beeld over de gevaren die werken op fort Beekenburg met jongeren zich mee brengt. Misschien wel de belangrijkste conclusie was dat alleen goed getrainde jongeren (mentaal-fysiek) aangenomen moeten worden. Jongeren die bij de Koninklijke Marine de zogeheten Sociale Vormings Dienst doorlopen hebben.
2
Brief burgemeester Van der Laan Rond de jaarwisseling was de pilot Beekenburg op papier rond. Er was commitment vanuit de politiek, er waren partijen die de kar zouden trekken, er was een gedetailleerd plan van aanpak en er was financiering. In het document Onderwijsvernieuwingsproject fort Beekenburg hebben wij, Van der Lugt| Lutteken op verzoek van projectleidster ai Hildegard Nefs onze visie over de projectaanpak nog eens uiteengezet aan de hand van de ervaringen (http://www.herstelling.nl/wp-content/uploads/2014/04/Pilot-Beekenburg-17-04-14.pdf). Het zou nog tot 17 maart duren voordat ook daadwerkelijk begonnen kon worden. Er viel nog veel te regelen. Een essentiële rol daarbij speelde de Koninklijke Marine. Die heeft geholpen bij het vinden van een geschikte Curacaose werkmeester; een busje met chauffeur voor het vervoer van en naar het fort beschikbaar gesteld; en het ontbijt voor de deelnemers geregeld op de kazerne Suffisante. Ook heeft Jules Kranenburg (de werkmeester groen van Werkbedrijf/ Herstelling) drie weken lang gebruik mogen maken van voorzieningen op de kazerne. Als dank voor de ondersteuning van het initiatief heeft burgemeester Van der Laan een persoonlijke brief geschreven aan de marineleiding op het eiland. In zijn brief spreekt de burgemeester de wens uit in de toekomst te blijven samenwerken.
Dagboek van werkmeester Jules Kranenburg 17 maart was het zover. Werkmeester Anthony Cijntje kon starten met de eerste vier deelnemers. Zijn voorbereiding was goed. In Amsterdam heeft hij bij Herstelling een training gevolgd waaronder een pittig examen bedrijfsveiligheid (VCA). Zijn mentor bij Herstelling was Jules Kranenburg, een man met zijn roots in Suriname en op Curacao. Jules was op 17 maart in Curacao om Cijntje bij de daadwerkelijke start van het project met raad en daad te ondersteunen. Ondanks alle voorbereidingen en de nodige voorzorgsmaatregelen startte het project stroef. Kranenburg heeft daarover een dagboek bijgehouden en meerdere deelnemers geinterviewd over hun achtegronden en verwachtingen. Enkele citaten: “..Eindelijk van start, tenminste dat dacht ik. Ondanks vele gesprekken en vergaderingen bleek vandaag toch dat er voor de deelnemers geen schoeisel en werkkleding was aangeschaft en er was ook nog niet al het benodigde gereedschap. Wel hadden we wat basisgereedschap. Ik heb vele telefoontjes moeten plegen om de financiën voor elkaar te krijgen (…) omdat het er niet naar uitzag dat het vandaag voor elkaar zou komen heb ik besloten het wachten nuttig te maken en heb ik een toolboxmeeting gehouden met de deelnemers…”. “..Eindelijk een dag waarbij ik met een goed gevoel naar mijn werk kon gaan, omdat ik mij niet hoefde af te vragen wat er nog geregeld moest worden. Zelfs de deelnemers vroegen zich af of alles nu wel oké was. Gezien de omstandigheden vond ik ze echte bikkels, ze hebben geen moment geklaagd. Het was een vrij rustige dag, er werd hard gewerkt en goed gewerkt. Vanwege de hitte was het plan om een partytent aan te schaffen, zodat we in de schaduw konden rusten en lunchen. 3
Achteraf gezien was die partytent kwalitatief zo slecht, dat we het pakket niet eens open durfden te maken. De oplossing die hiervoor gevonden werd was dat Defensie voor een goede tent zou zorgen. Deze zou later geleverd worden, de planning was 31 maart. Of dit gelukt is weet ik niet, want ik ben de 28e vertrokken. Tot die tijd hebben we het opgelost door in de bus van de Koninklijke Marine te gaan zitten met de airco flink aan! Of we gingen zwemmen in zee, ook een lekkere verkoeling. Gezien het feit dat de deelnemers zo hard werkten hebben we ze nu en dan ook wat langere pauzes gegund, met die hitte is dat ook eigenlijk wel nodig…”.
“…Deze dag was voor de jongens de eerste sportdag. Dit wordt verzorgd door een militaire instructeur op de kazerne in de wijk Sufisant van Willemstad. Het gaat daarbij niet alleen om sporten maar ook om veiligheid (bv. hoe ga je om met je rug) het leren kennen van jezelf, sociale vaardigheden en vooral leren samenwerken. Ik ben samen met Anthony Cijntje en de heer de Wind (bouwdocent) aan de slag gegaan. O.a. overige offertes opvragen, en we hebben een bezoek afgelegd bij de heer Martina, de toekomstige projectleider…”. “…Dit was de volgende praktijkdag, waarbij de deelnemers bij Feffik verder konden werken aan het aflassen van de gereedschapspoort en het afdraaien van de scharnieren. Anthony en ik zijn naar het fort gegaan, daar werden we opgewacht door leden van de luchtmacht, de heer François van der Hoeven en de aannemer die voor monumentenzorg het herstel van monumenten coördineert. Er was namelijk een tijdje geleden één van de vijf kanonnen naar beneden gevallen, toen mensen geprobeerd hebben deze te stelen. Gelukkig is dat niet gelukt, zo’n kanon weegt namelijk wel 2400 kilo!
4
Deze dag werd samen met defensie gesproken hoe de operatie in zijn werk zou gaan om het kanon met een helikopter van de luchtmacht weer omhoog te hijsen op de dak van het fort…”.
“…Aangekomen op het fort, hebben we twee groepen gemaakt en de werkzaamheden tussen Anthony en mij verdeeld. Ondertussen zorgde ik dat ik een gesprek met de deelnemers aanging. Het waren goede, vruchtbare gesprekken: ik heb ze beter leren kennen, en daardoor een betere inschatting kunnen maken van hun capaciteiten en problemen. Toen pas merkte ik goed hoe sterk sommigen worstelen met zelfvertrouwen en eigenwaarde (…) ik heb Anthony hierover mee geven dat hij veel met de jongens moet praten, zodat hij weet wat er zich in hen afspeelt en hen beter kan helpen met het aangaan van pijnlijke dingen in hun leven en hier mee leren omgaan.
“…Deze dag was tevens de toekomstige projectleider de heer Martina uitgenodigd om met ons mee te lunchen. Ik heb enkele zaken met hem besproken over de voortgang en toekomst van het project en hij heeft direct de nodige regelingen getroffen om de afspraken die we hadden gemaakt over de kosten van de lunch na te komen. Het was een goede afspraak: de deelnemers betalen 1/3 van de lunch, wij de rest. Het was echt heerlijk eten, liefdevol klaargemaakt door mevrouw Josepha die ook op de sluitingsdag van het restaurant zelf voor eten voor ons zorgde en de kosten van de lunch waren bovendien laag. Bovendien was de locatie van het restaurant maar op 5 minuten lopen van het fort. De deelnemers zaten elke dag te genieten en ik ook!”.
5
“…Vrijdag 28 maart 2014. Mijn laatste werkdag op het fort. Even nog met de kapitein van der Berg van de Koninklijke Marine e.e.a. doorgesproken en hem bedankt voor de goede zorgen. Hij heeft ons geholpen aan een goed onderkomen, inclusief streng gedisciplineerde ontbijten en diners (aantreden op tijd en slechts 30 minuten om alles op te eten!) Ik hoop dat we een hele langdurige samenwerking mogen hebben met elkaar. Hierna ben ik naar Feffik gegaan om ook daar iedereen te groeten en te bedanken. Daar kwam ik de directeur ,de heer Alberto tegen, die me vroeg of er nog een certificaatuitreiking georganiseerd kon worden voor de voorschakeltraining. Hij vond het belangrijk om te laten zien aan Herstelling en aan onze deelnemers dat deze jongens ook met dat traject positieve resultaten hebben behaald en uitzicht op vast werk hebben. Natuurlijk wilde ik daar aan meewerken”.
Nederland als het beloofde land
Kranenburg heeft tijdens zijn verblijf indringend gesproken met de deelnemers en heeft daarover – met hun toestemming – een verslag gemaakt. Wat daarin opvalt is het geïdealiseerde beeld van Nederland: een land waar alles beter is en makkelijker gaat. Just around the corner ligt het geluk voor het oprapen. Een kenmerkend citaat uit een van de verslagen: “…opleiding 2e klas VMBO, 21 jaar, heeft de school niet af kunnen maken omdat hij alleen met de zorg van zijn kindje achter bleef. Ik heb hem een compliment daarvoor gegeven omdat ik veel andere gevallen ken bij ons, op ’t werk. Heeft daarna de Sociale Vormingsplicht gedaan waarbij hij bij Defensie een cursus ICT gedaan heeft, waarvoor een diploma is uitgereikt . Heeft contact met zijn vader die in Nederland woont en hem heeft verteld dat hij naar Nederland moet komen, kan hij een opleiding ICT Mbo /Hbo volgen. 6
Toen ik hem vroeg waar hij zou gaan wonen , en of hij wist waar zijn vader werkte, wist hij dat niet en kon niet zeggen of hij überhaupt wel een baan had. Toen ik hem vertelde over hoe het Nederlandse systeem werkt en dat het niet, zoals velen denken, makkelijk is om een uitkering te krijgen en zeker niet als je voor een kind te zorgen hebt en ook zelf geld moet verdienen in een maatschappij, die je niet kent en waarover je totaal niet geïnformeerd bent. Heb hem verteld hoe het systeem werkt en zeker als hij komt te wonen bij familie of vrienden die een bijstand uitkering hebben. Toen hij dat had aangehoord, zag je hem denken en ik had echt met hem te doen. Toen vroeg ik hem waarom hij niet met zijn handen ging werken, want ik merkte aan zijn praktische handelingen dat hij het wel in zijn vingers had, toen vertelde hij dat lassen zijn 2e keus is. Heb hem verteld wat voor verschil het voor hem zal zijn om zijn 2e keus hier in eigen omgeving te doen, in zijn eigen taal en cultuur, bij familie en vrienden samen met zijn kindje en hier alles goed af te ronden . Daar had hij wel oor naar, heb hem toen ook uitgelegd dat, als hij toch mocht besluiten die stap naar Nederland te zetten, dat het criminele circuit hem met open armen zal ontvangen, maar de consequenties miserabel zullen zijn als hij alleen maar denkt wat voor voorbeeld hij als vader zal zijn. Ik merkte gelijk dat deze jongen ondersteuning nodig heeft en heb dat ook aangegeven bij zijn werkmeester en begeleiders…”.
Publieksvoorlichting Pilot Beekenburg wordt door alle betrokken partijen gezien als een vernieuwend instrument om (kansloze) jongeren een betere startpositie op de arbeidsmarkt te geven. In Curaçao kampt het beroepsonderwijs (zoals ook in Nederland) met de nodige problemen en met leerlingen die zonder startkwalificatie van school gaan. De formule werken en leren op gebouwd cultureel erfgoed kan hier meerwaarde hebben. Veel hangt af van de verduurzaming van het project. Daarvoor zijn goede resultaten nodig, maar tevens de (politieke) wil om de continuïteit te garanderen. Goede voorlichting over het doel en de resultaten van de pilot zijn van belang. Tot nu toe is daarover niet te klagen en ook de publieksvoorlichting via de media werkt mee. Zoals opgemerkt heeft de officiële start ( http://www.youtube.com/watch?v=V6K59d3-cBc) van het project dankzij de aanwezigheid van Curaçaose bewindslieden veel aandacht gekregen. Ook komt er een informatiebord bij de ingang van het fort te staan. Een sponsor uit het bedrijfsleven is reeds gevonden.
7
Terugplaatsing kanon De spectaculaire terugplaatsing van een (bijna gestolen) kanon door een marinehelikopter op het fort heeft opnieuw de aandacht van de media getrokken. Ook op Youtube staat een filmpje over de operatie ( http://www.youtube.com/watch?v=93Rfxn3DtlQ ).
De initiatiefnemer van de operatie, onderwijsman François van der Hoeven, schrijft daarover in zijn wekelijkse mailing: “..Beste Speurneuzen en overige vrienden, In mijn functie als secretaris van de Stichting Maritieme Archeologie Curaçao heb ik al veel met Fort Beekenburg te maken gehad. Zo hebben we er voor gezorgd dat er vier kanonnen op rolpaarden op de batterij naast de ingang werden geplaatst. Ook hebben we in samenwerking met Uniek Curaçao en Speransa verschillende malen schoonmaakwerkzaamheden op het fort verricht. Het inmiddels opgeheven Monumentenbureau heeft er voor gezorgd dat er noodherstel werd uitgevoerd. Vorig jaar polste de Stichting Herstelling Amsterdam de regering over de mogelijkheid om ook op Curaçao een jongerenopleidingsproject te beginnen. Daar had de regering wel oren naar en dat project is nu van start gegaan met vier jongens die eerder buiten de boot vielen van de Vormings Plicht. Deze jongen zijn onder leiding van Werkmeester Anthony Cijntje in maart begonnen met het schoonmaken van Fort Beekenburg. Dit is maar het begin. Geleidelijk wordt het aantal jongens uitgebreid en wordt er ook over gegaan om onder deskundige leiding een begin te maken aan de restauratie van het fort. In de stuurgroep zitten behalve de Stichting Herstelling Amsterdam ook Monumentenfonds, de Vertegenwoordiging van Nederland en drie Curaçaose Ministeries. Ik heb geadviseerd bij het schoonmaakplan.
8
Wat een doorn in het oog bleef, was het kanon dat halverwege het pad maar de toren op het plateau van het fort lag. Dit kanon was door dieven van de batterij voor de toren naar beneden gegooid en halverwege de ingang gesleurd. Verder kwamen ze niet omdat het dag werd. Omdat er geen kraan in de buurt van de forttoren kan komen was het niet eenvoudig om het kanon weer terug te leggen. Daarom vroeg ik aan Generaal Swijgman van Defensie of de krachtige Cougar helicopter, die tijdelijk op Curaçao is, kon helpen. Dat kon! Om een lang verhaal kort te maken, het is vorige week vrijdagochtend met succes uitgevoerd. Spannend was het wel, want er waren best wat redenen waardoor het op het laatste moment en zelfs tijdens de actie niet door zou kunnen gaan. Er waren er drie: 1. Bij welke technische storing dan ook, b.v. het plotseling vermogensverlies van een van de twee motoren moest de piloot de kabel met het kanon meteen losgooien. De vraag is waar het kanon dan terecht zou komen en of hij niet een grote deuk in het fort zou slaan. 2. Het kanon bleek nog flink te slingeren en ondanks de begeleidingslijnen niet geheel in bedwang te houden. Het kanon heeft drie keer de muur van de batterij geraakt. Gelukkig met slechts wat afgeslagen pleisterwerk als resultaat. Het lukte dan ook niet om het kanon precies terug te leggen d.w.z. met de loop rustend in een schietgat. We zullen dat alsnog met de hand doen. 3. Het grootste risico was dat een burger toch voorbij de afzettingen zou sluipen om de actie van dichtbij te bekijken. De piloot benadrukte dat als hij of zijn co-piloot zo iemand zouden zien, ze de actie onmiddellijk zouden afbreken! Dat was mogelijk er daar was ik het meest bang voor. Gelukkig ging alles goed.
---------------------------------------------------------------
9