Pilot gezamenlijk inkoopkader decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw 2014 Onderdelen: • Begeleiding individueel – persoonlijke arrangementen (Pilot Schakelplein) • Begeleiding groep (Dorpsdagvoorzieningen, Dorpsvervoer, Zorgboeren/Maatschappelijk ondernemers)
3 december 2013 (inkoopkader) 25 maart 2013 (innovatiekader)
Pilot gezamenlijk inkoopkader decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw 2014 Onderdelen: • Begeleiding individueel – persoonlijke arrangementen (Pilot Schakelplein) • Begeleiding groep (Dorpsdagvoorzieningen, Dorpsvervoer, Zorgboeren/Maatschappelijk ondernemers) Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Ron Genders Transitie-Trekker Wmo-AWBZ-Zvw en overall projectleider 3 D's Peel en Maas Regisseur Leven in het Dorp WWZ Gemeente Peel en Maas, Postbus 7088, 5980 AB Panningen e-mail:
[email protected], tel.: 077-3279630, GSM : 06-54972596
Geit neet besteit neet
Het Implementatieteam Wmo-AWBZ-Zvw in Peel en Maas bestaat uit de volgende personen: • Ron Genders, gemeente Peel en Maas, Transitie-Trekker Wmo-AWBZ-Zvw • Angelique Gillis, Zorgkantoren Coöperatie VGZ, Zorginkoper AWBZ • Maarten Thönissen, Thönissen Management Advies, Extern adviseur
‘Leven in het Dorp WWZ’ winnaar Utrechtse Stimuleringsprijs WWZ 2003-2004 Landelijk en provinciaal voorbeeldproject 2002-2006. ‘Leven in het Dorp WWZ’ was provinciaal en landelijk voorbeeldproject van het VEBO-programma (Vernieuwing en BeleidsOntwikkeling) van 2002-2006. Landelijke Ontwikkelpilot Wmo subregio Helden 2005-2008 in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo-pilot richtte zich op het prestatieveld ‘sociale samenhang en leefbaarheid’ en het thema ‘regierol van de gemeente’. Landelijke Koppelpilot Zorgverzekeraars Nederland en Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2010-2011 Landelijke Pilot Bouwen met (kwetsbare) Burgers van Movisie 2009-2011 Landelijke Pilot Woonzorgservicezone en Effectenarena van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) 2009-2012. www.sev.nl, www.effectenarena.nl Landelijke Pilot Wmo werkplaats Nijmegen en Peel en Maas in samenwerking met Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) van e e het Ministerie van VWS 1 fase: 2009-2012 2 fase: 2013-2016 www.wmowerkplaatsen.nl
Samenvatting Inleiding Sinds 2010 zijn we vanuit de gemeente, het zorgkantoor en zorgverzekeraar samen met burgers (in een kwetsbare positie) en onze netwerkpartners ons aan het voorbereiden op de decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw. Het gezamenlijk inkoopkader voor de decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw is één van de speerpunten van het convenant Leven in het Dorp WWZ. De implementatiestrategie Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en Maas vormt de basis voor het gezamenlijk inkoopkader. Het doel daarvan is om het huidige niveau van ondersteuning/begeleiding en dagvoorzieningen dat nodig is te bestendigen en vanuit de implementatiestrategie verder te ontwikkelen naar een toekomstbestendig en duurzaam niveau. Met het inkoopkader willen we in 2014 al zoveel als mogelijk werken conform de werkwijze en budgettaire kaders van de nieuwe Wmo. Door hier al in 2014 uitgebreid ervaring mee op te doen, kunnen we ons goed voorbereiden op de decentralisaties per 1-1-2015. We zien het inkoopkader 2014 dan ook als een pilot. We zetten nu in op een aantal onderdelen van de decentralisatie die in Peel en Maas zover zijn dat we deze stap kunnen maken. De onderdelen die we niet meenemen gaan mee in het reguliere inkooptraject van het zorgkantoor en de zorgverzekeraar. De onderdelen die mee worden genomen in de pilot inkoopkader 2014 zijn Individuele ondersteuning door middel van de Pilot Schakelplein en Collectieve ondersteuning met de uitvoerende partners, te weten: de stichtingen (i.o.) die de Dorpsdagvoorzieningen (gaan) beheren en de zorgboeren/maatschappelijk ondernemers. Positionering inkoopkader In de komende periode vinden grote transities plaats op het gebied van welzijn, zorg en werk middels de drie decentralisaties AWBZ-Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet. De maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk is een zoektocht naar een nieuw, toekomstbestendig, duurzaam en betaalbaar maatschappelijk systeem. Het is de transformatie naar een maatschappij van vitale burgers en vitale gemeenschappen en waarin burgers zorgen voor elkaar. De mate van coaching, ondersteuning, begeleiding, zorg en hulpmiddelen die burgers (in een kwetsbare positie) nodig hebben moet op maat gesneden zijn; noem ze persoonlijke arrangementen. De burgers (in een kwetsbare positie stellen hun persoonlijk arrangement samen met een beroepskracht in het arrangeerdeel van Schakelplein. Schakelplein is de nieuwe toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding, zorg, hulpmiddelen en woningaanpassingen. Op 1 oktober 2013 is de pilot Schakelplein gestart. Collectieve voorzieningen zoals dagvoorzieningen zijn het hart van de aanpak van de ondersteuning aan burgers in een kwetsbare positie in Peel en Maas. Juist door ondersteuning in de dorpen te organiseren met inzet van andere dorpsgenoten zorgt ervoor dat mensen langer zelfstandig in eigen dorp kunnen blijven leven. De dorpsdagvoorzieningen zijn volop in ontwikkeling, ieder in zijn eigen tempo en aanpak. In Peel en Maas zijn 5 dorpsdagvoorzieningen gerealiseerd en 4 in ontwikkeling. In Koningslust en Grashoek loopt sinds april 2013 een pilot waarin al gewerkt wordt conform de nieuwe werkwijze. De dorpsdagvoorzieningen zien we als verlenging van de thuissituatie. De kwaliteit van welzijnszorg in de dorpsdagvoorziening is geborgd door de aanwezige activiteitenbegeleider welzijnszorg en de beroepskracht vanuit de thuiszorg die komt op het moment dat het nodig is. De insteek van de dorpsdagvoorzieningen is dan vooral gericht op welzijn (Wmo) waarin de zorg (AWBZ/Zvw) wordt toegevoegd die nodig is. In Peel en Maas zijn 10 zorgboerderijen/maatschappelijk ondernemers (ZB/MO). Peel en Maas beschikt daarmee over een uitgebreid en divers aanbod aan zorgboerderijen en maatschappelijk ondernemers. Deze netwerkpartners bereiden zich voor op de zelfstandige rol. Specifieke aandachtspunten zijn: vervoer en afstemming met regiogemeenten over gemeenteoverstijgende deelnemers. Pilot Begeleiding individueel: Schakelplein (onderdeel 1) Het Schakelplein gaat de komende tijd ervaring opdoen met het samenstellen van nieuwe ondersteuningsarrangementen door en voor burgers in een kwetsbare positie. Het betreft burgers die nu ondersteuning ontvangen of zouden kunnen ontvangen vanuit de extramurale AWBZ en de Wmo. Doelstelling van het Schakelplein is dat burgers in een kwetsbare positie maatwerkarrangementen ontwikkelen samen met een beroepskracht verbonden aan Schakelplein. De ondersteuning kan bestaan uit diverse vormen van ondersteuning. In zijn totaliteit gaan we ervan uit dat 424 (voormalige) indicaties via de pilot Schakelplein opgepakt worden. We gaan ervan uit dat er 85% overlap is. Dat wil zeggen dat 15% van de burgers in een kwetsbare positie gelijktijdig voor meerdere onderdelen een indicatie zou aanvragen. De overlap in “cliënten” is groter. Echter de behoefte aan (nieuwe) ondersteuningsarrangementen komt vaak volgtijdelijk, aangezien de ondersteuningsbehoefte niet statisch is. Een burger zal zich in een bepaalde (langere) periode vaker tot het Schakelplein wenden, voor aanpassing of uitbreiding van het arrangement, waarmee dit qua werkproces/workload een nieuwe case betreft. We zijn bij de berekening van de overlap uitgegaan van 15% gelijktijdig overlap. In totaliteit worden dan 360 cases daadwerkelijk opgepakt via de pilot Schakelplein.
De jongeren met een AWBZ-indicatie vallen vanaf 2015 onder de Jeugdwet. Over de maatwerkoplossingen wordt afgestemd in interne projectgroep 3Ds van de gemeente (drie decentralisaties). De Pilot Schakelplein heeft een workload van 360 cases. Er is een berekening gemaakt van de benodigde capaciteit op basis van de opzet van de pilot Schakelplein. Het Schakelplein zal voor het inzetten van nieuwe arrangementen een “fictief” werkbudget beschikbaar krijgen. Dat is gebaseerd op de budgetten zoals die nu in de AWBZ en Wmo omgaan, minus de verwachte bezuiniging van 25% die in decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw per 1-1-2015 zal worden doorgevoerd. Dit budget maakt onderdeel uit van de huidige inkoop van de AWBZ-zorg in 2014 door het zorgkantoor. Dit budget kan geactiveerd worden via een “indicatiestelling/opdrachtverlening” door het Schakelplein. Pilot Begeleiding groep: dorpsdagvoorzieningen (onderdeel 2) De insteek is dat uiteindelijk alle negen DDV’s onder verantwoordelijkheid komen van vrijwilligers(stichtingen) vanuit het dorp. Op dit moment zijn twee DDV’s al in deze organisatorische vorm operationeel (Grashoek en Koninglust). Verder zijn twee stichtingen opgericht en twee stichtingen in oprichting met de intentie om per 1-12014 als zelfstandige organisatie verder te gaan en de betreffende DDV zelfstandig te beheren. De zes DDV’s die per 1-1-2014 operationeel zijn, nemen we mee in het gezamenlijk inkoopkader 2014. Voor de dagvoorzieningen die nog niet zo ver zijn blijft de bekostiging vooralsnog via de reguliere inkoop en budgetten van het zorgkantoor lopen. Met de DDV’s die via het gezamenlijk inkoopkader gaan lopen, gaan we bekostigen op basis van beschikbaarheid (aantal dagdelen openstelling). Bekostiging van deze DDV’s vindt dan plaats op basis van een plan en begroting die door de stichting die de DDV (gaat) beheert (beheren) wordt ingediend. Afrekening van het budget vindt aan het einde van het jaar plaats. De bekostiging van het vervoer voor de AWBZ-geïndiceerde deelnemers verloopt ook via de dorpsdagvoorzieningen. Zij ontvangen hiervoor een vergoeding gebaseerd op het AWBZ-tarief voor de AWBZgeïndiceerde deelnemers en bekostigen daaruit de ritten van het dorpsvervoer voor de betreffende AWBZgeïndiceerde deelnemers. De niet AWBZ-geïndiceerde deelnemers kunnen als individu gebruik maken van het dorpsvervoer en betalen hiervoor zelf de gebruikelijke onkostenvergoeding. Daarnaast zijn ook de budgetten berekend die beschikbaar zijn zowel voor 2014 als voor 2015. Bij de financiële opzet voor het inkoopkader is uitgegaan van de huidige middelen die beschikbaar zijn. In feite zijn dit op dit moment alleen de AWBZ-middelen (voor de AWBZ-geïndiceerde deelnemers) en de eigen bijdrage van de deelnemers, die geen AWBZ-indicatie hebben. Het beschikbare budget is afgezet tegen de kosten en is het saldo/resultaat aangegeven. Daaruit komt naar voren dat er in zijn totaliteit een tekort is van ca. € 75.000 voor de DDV’s in 2014. Voor alle duidelijkheid: dit wordt veroorzaakt doordat de budgetten ‘slechts’ gegenereerd worden uit een beperkt deel van de deelnemers (voormalige AWBZ-deelnemers: 60% van het aantal dagdelen), terwijl de kosten gemaakt worden voor alle deelnemers. Het maatschappelijk en financieel rendement is dus veel groter: met dekking vanuit 60% van de deelnemers kan 85% van de kosten in 2014 gedekt worden. Voor 2015 komt daar naar verwachting nog eens de bezuiniging van 25% bij. Maar ook hier geldt dat met een budget dat gebaseerd is op 60% van het aantal dagdelen een groter rendement gehaald kan worden: 83% van de kosten wordt gedekt. Pilot Begeleiding groep: zorgboeren en maatschappelijk ondernemers (ZB/MO) (onderdeel 3) Vanuit het inkoopkader gaan we met zeven ZB/MO een inkooprelatie aan voor de dagbesteding in natura voor de doelgroepen die overkomen naar de Wmo De ZB/MO opereren veelal als onderaannemer van diverse zorgaanbieders. De inkoop van deze dagbesteding in Zorg in Natura geschiedt door het Zorgkantoor via de zorgaanbieders. Ook werkt een aantal ZB/MO zelfstandig met louter PGB’s. Deze dagbesteding via PGB wordt rechtstreeks door de deelnemer ‘ingekocht’ bij de ZB/MO op basis van het budget dat de deelnemer ontvangt vanuit de (landelijke) afdeling PGB van het Zorgkantoor. Andere ZB/MO opereren binnen de domeinen Jeugd en werk/re-integratie. De komende jaren zal bij de integrale aanpak van de 3 D’s de samenwerking en afstemming met deze partijen gezocht worden. Dit inkoopkader voor 2014 richt zich echter specifiek op de ZB/MO, die binnen de AWBZ/Begeleiding Groep werken. Gemeente en zorgkantoor willen voor 2014 zoveel als mogelijk de inkoop van dagbesteding rechtstreeks gaan inkopen bij ZB/MO. In ieder geval wordt door gemeente en zorgkantoor voor alle ZB/MO afgestemd ten aanzien van planning van de volumes en budgetten. De daadwerkelijke inkooprelatie met de ZB/MO zal niet in zijn geheel vanuit het gezamenlijk inkoopkader kunnen lopen. Voor een deel zal de inkoop via het reguliere AWBZ-kanaal moeten blijven lopen. De huidige aantallen deelnemers van de ZB/MO zijn geïnventariseerd en geanalyseerd. Hierbij is onderscheid gemaakt naar deelnemers/dagdelen met een PGB en met ZiN. Daarnaast is onderscheid gemaakt naar doelgroepen. Gedetailleerde gegevens per ZB/MO zijn beschikbaar. Voor de ZB/MO zijn de huidige vergoedingen in beeld gebracht, die zij ontvangen van de zorgaanbieders, c.q. PGB-houders. Deze zijn beschouwd als basis voor de huidige kosten.
Bij de berekening van de rechtstreekse inkoop van de ZB/MO in 2014 zullen we een maximumtarief hanteren dat gebaseerd is op het mogelijke toekomstig Wmo-budget, zijnde 75% van het NZA-tarief. Deze tarieven liggen in de buurt van de huidige vergoedingen die de ZB/MO ontvangen, waarmee de exploitatie van de ZB/MO dan ook niet onder druk komt te staan en we wel al voorsorteren op de budgetten die wij in 2015 ontvangen. De budgetten die beschikbaar zijn, zijn berekend voor zowel 2014 als voor 2015. Hierbij is uitgegaan van de huidige middelen die beschikbaar zijn. In 2014 zijn dit alleen de AWBZ-middelen (voor de AWBZ-geïndiceerde deelnemers). In 2015 komen daar de eigen bijdrage van de deelnemers bij. Uit de berekening van het budget komt naar voren dat er in zijn totaliteit in 2014 een overschot is van ca. € 217.000 voor de deelnemers die via het inkoopkader lopen. Dit is te verklaren doordat de kosten voor de zorgaanbieders er tussen uit vallen en dus rechtstreeks tegen een lager tarief bekostigd wordt bij de ZB/MO. Bovendien hebben de ZB/MO alleen maar AWBZ-geïndiceerde deelnemers, waarmee dus ook voor nagenoeg 100% van de deelnemers de huidige AWBZ-budgetten beschikbaar zijn. Met deze tarieven uit het inkoopkader 2014 kan de korting van 25% die vanaf 1-1-2015 bij overheveling naar de Wmo komt opgevangen worden. Pilot innovatie en maatwerk in collectieve ondersteuning (onderdeel 4) Reguliere uitbreiding van volumes is op dit moment gezien de onzekerheid over de toekomstige wet- en regelgeving en budgetten niet aan de orde. Ook is op dit moment nog onvoldoende zicht op mogelijke wijzigingen die in de vraag naar collectieve ondersteuning kunnen gaan ontstaan, na de decentralisaties per 1-1-2015. Dit zal een vraag naar andere vormen van collectieve ondersteuning zijn, maar ook toename/afname van de vraag naar specifieke collectieve ondersteuning. Daarnaast verwachten wij een stijgende én veranderende behoefte aan collectieve ondersteuning. Om deze ontwikkelingen, enerzijds groeiende behoefte, anderzijds versterken van flexibiliteit en diversiteit in collectieve ondersteuning, in 2014 verantwoord vorm te geven wenden we een budget aan voor: • Maatwerk collectieve ondersteuning • Innovatie collectieve ondersteuning Dit maatwerk en innovatie kunnen bekostigd worden uit het positief saldo dat vrijkomt door de directe bekostiging van de ZB/MO het innovatiebudget en vanuit het Wmo-budget DDV. Om al in 2014 in te spelen op de te verwachten veranderende behoefte, willen we de flexibiliteit en diversiteit in collectieve ondersteuning, versterken. Dit willen we doen door een uitvraag onder (groepen) burgers en netwerkpartners te doen naar pilotprojecten, die concreet invulling geven aan nieuwe collectieve ondersteuningsarrangementen. Voor deze innovatiepilots hebben we in zijn totaliteit € 125.000 voor één jaar beschikbaar. Dit budget is het subsidieplafond. Voor de innovatieprojecten hanteren we in principe een maximumbudget van € 12.500 per pilotvoorstel. Daarin zijn we niet op zoek naar alleen grotere projecten die een maximale bijdrage vragen maar zeker ook naar kleinschaligere pilots. We publiceren het innovatiekader op de website www.leveninhetdorp.nl Organisatie inkoop en contractbeheer In dit inkoopkader 2014 geven we de inkoop van de AWBZ-begeleiding Groep vorm als ware de decentralisatie AWBZ-begeleiding naar de Wmo al doorgevoerd (voorzien per 1-1-2015). In feite geven we hiermee vanuit de gemeente Peel en Maas (samen met Zorgkantoor) al invulling aan de taken en verantwoordelijkheden zoals gemeenten die in 2015 ten aanzien van dagvoorzieningen krijgen. Ook geven we hiermee optimaal sturing aan de inzet, besteding en verantwoording van de (nu nog) AWBZ-budgetten in Peel en Maas. Aangezien de bestaande AWBZ-wet- en regelgeving nog in 2014 van toepassing is, zal de verantwoording over de inzet van de AWBZ-middelen nog via de gebruikelijke kanalen moeten lopen. Concreet betreft het: • De beschikbaarstelling van de budgetten van AWBZ-kantoor via een AWBZ-toegelaten instelling (zorgaanbieder). • Verantwoording over de daadwerkelijke productie/uitvoering via een AWBZ-toegelaten zorgaanbieder naar AWBZ/Nza en CAK (voor de inning eigen bijdrage). Deze (louter) administratieve taken zullen in 2014 nog via het kanaal van de zorgaanbieders moeten blijven lopen. Alle andere taken/rollen van de zorgaanbieders vervallen in 2014. De sturende en beleidsmatige inkooptaken en verantwoordelijkheden liggen bij gemeente en zorgkantoor. Met deze constructie handelen we al volledig in geest met de decentralisatie Begeleiding, zoals we die in Peel en Maas al in 2014 willen implementeren, en opereren we toch binnen de nog vigerende wet- en regelgeving van de AWBZ in 2014.
Voorstel Voorgesteld wordt: • De pilot Begeleiding individueel 2014 vorm te geven door middel van samenstellen van persoonlijke arrangementen voor 360 cases in 2014 via het Schakelplein. Financiering van deze arrangementen te laten lopen via het reguliere inkooptraject AWBZ. • De pilot Begeleiding collectief: dorpsdagvoorzieningen 2014 vorm te geven door een rechtstreekse inkooprelatie aan te gaan met de in hoofdstuk 4 genoemde dorpsdagvoorzieningen. Deze pilot te financieren uit: o € 395.000 Een bijdrage van het zorgkantoor uit de AWBZ-budgetten dagbesteding en vervoer van. o € 75.000 uit pilotgelden maatwerk / innovatie. o Eigen bijdrage van de niet-AWBZ-geïndiceerde deelnemers en daarvoor het tarief eigen bijdrage voor 2014 vast te stellen op € 9 per dag. • De pilot Begeleiding collectief Zorgboeren/Maatschappelijk ondernemers 2014 vorm te geven door een rechtstreekse inkooprelatie aan te gaan met de ZB/MO voor de in hoofdstuk 5 genoemde volumes en tarieven. Deze pilot te financieren uit een bijdrage van € 870.000 van het zorgkantoor uit de AWBZ-budgetten dagbesteding en vervoer. • De pilot maatwerk en innovatie collectieve ondersteuning 2014 vorm te geven door een bedrag van € 175.000 te reserveren voor maatwerk en nieuwe deelnemers aan dagvoorzieningen en aan innovatie. Buiten gebeurt het We gaan door op de ingeslagen koers. Het netwerk van burgers (in een kwetsbare positie), mantelzorgers, (zorg)vrijwilligers, beroepskrachten, financieel deskundigen, beleidsmakers, managers en bestuurders breidt steeds verder uit. Uiteraard is er in Peel en Maas nog veel werk te verzetten, maar we doen dit samen. Buiten gebeurt het voor, door en samen met de burgers (in een kwetsbare positie) en onze netwerkpartners. Samen Anders met Co-creatie.
Inhoudsopgave Pag. 1. 2.
Inleiding ............................................................................................................................................................... 1 Implementatiestrategie Samen Anders door Co-creatie in begeleiding in Peel en Maas ........................... 3 2.1 Visie en beleid ............................................................................................................................................ 3 2.2 Collectieve pijler: Dagvoorzieningen en vervoer ........................................................................................ 6 2.3 Individuele pijler – NWV (Netwerk Welzijn Versterkt) .............................................................................. 10 2.4 Schakelplein ............................................................................................................................................. 11 2.5 Logeeropvang (tijdelijk verblijf)................................................................................................................. 12 2.6 Financiële analyse.................................................................................................................................... 12 2.7 Slotconclusie implementatiestrategie ....................................................................................................... 12 3. Pilot Begeleiding individueel: Schakelplein (onderdeel 1) ........................................................................... 13 3.1 Analyse aantal cases ............................................................................................................................... 13 3.2 Workload pilot Schakelplein ..................................................................................................................... 14 3.3 Budget en AWBZ-indicatie ....................................................................................................................... 15 3.4 Voorstel .................................................................................................................................................... 15 4. Pilot Begeleiding groep: dorpsdagvoorzieningen (onderdeel 2) ................................................................. 16 4.1 Inleiding .................................................................................................................................................... 16 4.2 Analyse deelnemers/dagdelen dagbesteding .......................................................................................... 17 4.3 Vervoer ..................................................................................................................................................... 18 4.4 Kosten en maatschappelijk rendement .................................................................................................... 18 4.5 Budgetten ................................................................................................................................................. 20 4.6 Dekking kosten ......................................................................................................................................... 20 4.7 Voorstel .................................................................................................................................................... 21 5. Pilot Begeleiding groep: zorgboeren en maatschappelijk ondernemers (onderdeel 3) ............................ 22 5.1 Inleiding .................................................................................................................................................... 22 5.2 Analyses deelnemers/dagdelen dagbesteding ........................................................................................ 23 5.3 Analyse kosten ......................................................................................................................................... 25 5.4 Budgetten en dekking .............................................................................................................................. 26 5.5 Voorstel .................................................................................................................................................... 27 6. Pilot innovatie en maatwerk in collectieve ondersteuning (onderdeel 4) ................................................... 28 6.1 Inleiding .................................................................................................................................................... 28 6.2 Maatwerk collectieve ondersteuning ........................................................................................................ 28 6.3 Innovatie collectieve ondersteuning ......................................................................................................... 29 7. Aanpak Pilot inkoopkader Begeleiding .......................................................................................................... 30 7.1 Inleiding .................................................................................................................................................... 30 7.2 Aanpak Pilot Begeleiding individueel (onderdeel 1)................................................................................. 30 7.3 Aanpak Pilot Begeleiding collectief: dorpsdagvoorzieningen (onderdeel 2) ............................................ 30 7.4 Pilot Begeleiding collectief: Zorgboeren en maatschappelijk ondernemers (onderdeel 3) ...................... 31 7.5 Pilot maatwerk en innovatie collectieve ondersteuning (onderdeel 4) ..................................................... 32 8. Organisatie inkoop en contractbeheer ........................................................................................................... 34 8.1 Inleiding .................................................................................................................................................... 34 8.2 Huidige constructie inkoop en contractbeheer AWBZ/Begeleiding groep ............................................... 35 8.3 Constructie inkoop en contractbeheer AWBZ/Wmo Dagvoorzieningen Peel en Maas ........................... 36 9. Planning Inkoopkader ...................................................................................................................................... 37 10. Voorstel .............................................................................................................................................................. 38 Bijlage: Analyse doelgroepen en budgetten AWBZ (onderdelen decentralisatie) en Wmo ............................. 39
1. Inleiding Sinds 2010 zijn we vanuit de gemeente Peel en Maas, Zorgkantoren coöperatie VGZ, regio Noord- en MiddenLimburg (zorgkantoor) en Zorgverzekeraar VGZ (zorgverzekeraar) samen met burgers (in een kwetsbare positie) en onze netwerkpartners ons aan het voorbereiden op de decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw (Wet maatschappelijke ondersteuning, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en Zorgverzekeringswet). Implementatiestrategie Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en Maas Na bekendwording van het uitstel van de besluitvorming over de decentralisatie van de functie extramurale begeleiding zijn we in Peel en Maas voortgegaan op de koers, die we al een aantal jaren varen. Het draagvlak onder burgers en netwerkpartners daarvoor is groot. Wel hebben we de tijd, die beschikbaar is gekomen, gebruikt om een verdiepings- en verbredingslag te maken in onze Implementatiestrategie Begeleiding van 2011. De visie is aangescherpt, nieuwe elementen zijn toegevoegd aan de implementatiestrategie en in de tussentijd zijn nieuwe pilots opgestart die al voorsorteren op de situatie na de overheveling van begeleiding. Verder zijn de consequenties van het Regeerakkoord Rutte II hierin meegenomen voor zover deze in het voorjaar 2013 duidelijk waren. Dit heeft geresulteerd in de Implementatiestrategie Samen Anders met Co-creatie in begeleiding in Peel en Maas (implementatiestrategie). In april 2013 is de implementatiestrategie vastgesteld door het College van B&W van de gemeente Peel en Maas. De implementatiestrategie vormt het kompas voor het Implementatieteam Wmo-AWBZ-Zvw (gemeente-zorgkantoor). Samenwerking gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar in Leven in het Dorp WWZ De gemeente en het zorgkantoor geven sinds 2003 samen inhoud aan regie op een stuwende manier. Vanaf 2008 heeft de samenwerking in regie met de zorgverzekeraar steeds meer vorm en inhoud gekregen. In juni 2013 is het convenant Leven in het Dorp WWZ (Wonen-Welzijn-Zorg) tussen de drie regiepartijen gesloten en in oktober 2013 is dit op feestelijke en inhoudelijke wijze ondertekend in het bijzijn van burgers (in een kwetsbare positie) en netwerkpartners. In het convenant zijn de doelstelling, visie, uitgangspunten en speerpunten opgenomen. De samenwerking tussen de regiepartijen vindt plaats binnen het programma Leven in het Dorp WWZ. Het programma Leven in het Dorp WWZ is een proces van visievorming, beleidsontwikkeling, netwerksamenwerking en netwerkontwikkeling en heeft veel concrete trajecten en vernieuwende initiatieven opgeleverd. Burgers (in een kwetsbare positie), vrijwilligers, beroepskrachten, stafmedewerkers, beleidsmakers, managers en bestuurders geven daar gezamenlijk vorm en inhoud aan. Leven in het Dorp WWZ is gebaseerd op ‘good persons, good networks en good practices’. In Leven in het Dorp WWZ werken we samen aan de invulling van de uitvoeringsafspraken en het ambitieprogramma. De uitvoeringsafspraken zijn in acht programmalijnen vastgelegd, waaronder weer een veelheid aan initiatieven en trajecten in samenhang ontwikkeld en gerealiseerd worden op gebied van WWZ. Zorg en welzijn gaan steeds meer in elkaar op en worden steeds integraler opgepakt onder de noemer welzijnszorg. Op gebied van wonen is de opgave richting scheiden wonen en zorg een belangrijke. Zeker nu met de (voorgenomen) afschaffing van de ZZP 1-3 en deels 4 (Zorg Zwaarte Pakketten) mensen langer zelfstandig in hun eigen omgeving zullen blijven wonen. Doelstelling: Leven in het Dorp WWZ is erop gericht om senioren in het algemeen en burgers in een kwetsbare positie in Peel en Maas in staat te stellen om de kwaliteit van leven te bevorderen en om zolang mogelijk de regie over hun eigen leven en leefomgeving te behouden, in de vertrouwde omgeving te blijven leven en deel te (blijven) nemen aan de samenleving.
Pilot inkoopkader decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw 2014 Een gezamenlijk inkoopkader voor de decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw is één van de speerpunten van het convenant. De implementatiestrategie vormt de basis voor het gezamenlijk inkoopkader. Het doel daarvan is om het huidige niveau van ondersteuning/begeleiding en dagvoorzieningen dat nodig is te bestendigen en vanuit de implementatiestrategie verder te ontwikkelen naar een toekomstbestendig en duurzaam niveau. Gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar sorteren in een gezamenlijk inkoopkader 2014 al voor op de decentralisatie van AWBZ-taken naar de Wmo en Zvw die naar verwachting per 1-1-2015 ingaat. Met het inkoopkader willen we in 2014 al zoveel als mogelijk werken conform de werkwijze en budgettaire kaders van de nieuwe Wmo. Door hier al in 2014 uitgebreid ervaring mee op te doen, kunnen we ons goed voorbereiden op de decentralisaties per 1-1-2015. We zien het inkoopkader 2014 dan ook als een pilot. 1
Het inkoopkader doen we in 2014 nog niet vanuit de brede decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw. We zetten nu in op onderdelen van de decentralisatie die in Peel en Maas zover zijn dat we deze stap kunnen maken. De onderdelen die we niet meenemen gaan mee in het reguliere inkooptraject van het zorgkantoor en de zorgverzekeraar. Dat geeft vertrouwen voor onszelf maar ook voor onze netwerkpartners. Daarmee zetten we de wereld zeker niet op zijn kop maar brengen we wel al vernieuwing aan vanuit de verwachting dat deze in 2014 al rendement oplevert. De afgelopen jaren hebben we samen met burgers (in een kwetsbare positie) en de netwerkpartners gebouwd aan een nieuw ‘gekanteld systeem’. Op een aantal onderdelen hebben netwerkpartners een ontwikkeling doorgemaakt en zijn ze klaar om mee te doen in de vernieuwing. Vandaar dat we vanuit het inkoopkader voor het eind van dit jaar hierover tot afspraken willen komen. De onderdelen die mee worden genomen in de pilot inkoopkader 2014 zijn: • Individuele ondersteuning door middel van de Pilot Schakelplein, waarbij al ervaring opgedaan wordt met het daadwerkelijk inzetten en bekostigen van nieuwe persoonlijke ondersteuningsarrangementen voor burgers in een kwetsbare positie. Deze arrangementen kunnen onderdelen van de individuele Wmo-voorzieningen en huidige AWBZ-ondersteuning Begeleiding Individueel (BGI), Persoonlijke verzorging (PV) en Kortdurend verblijf (KVB) bevatten of deze vervangen door middel van andersoortige ondersteuning. Hierbij gaat de voorkeur uit naar oplossingen in het sociale netwerk van de burger of algemene en collectieve ondersteuning, zoals de huidige AWBZ-functie Begeleiding Groep (BGG). • Collectieve ondersteuning door middel van het aangaan van een rechtstreekse inkooprelatie voor de huidige AWBZ-functie BGG met de uitvoerende partners, te weten: de stichtingen (i.o.) die de Dorpsdagvoorzieningen (gaan) beheren en de zorgboeren/maatschappelijk ondernemers. Leeswijzer In deze notitie wordt de aanpak van de gezamenlijke pilot inkoopkader decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw voor 2014 beschreven. Eerst wordt het beleidsmatig kader van de implementatiestrategie samengevat weergegeven en daarmee de positionering van het inkoopkader. Vervolgens wordt een analyse gegeven van de verschillende onderdelen van het inkoopkader. Hierbij wordt specifiek ingegaan op de inkoop 2014 en wordt een doorkijk gegeven naar 2015 en verder. Daarna is de aanpak van het inkoopkader per onderdeel uitgewerkt, waarna de organisatie van de inkoop en contractbeheer wordt beschreven. Tenslotte wordt een planning gegeven en de concrete voorstellen m.b.t. het inkoopkader.
2
2. Implementatiestrategie Samen Anders door Co-creatie in begeleiding in Peel en Maas In de implementatiestrategie zijn de resultaten, ervaringen en inzichten opgetekend die in de praktijk van Peel en Maas zijn opgedaan. Deze implementatiestrategie is nadrukkelijk geen gemeentelijke nota maar een strategische koers die tot stand is gekomen door Co-creatie met burgers (in een kwetsbare positie) en netwerkpartners die het Samen Anders (willen gaan) doen. In dit hoofdstuk is de implementatiestrategie beknopt weergeven. 2.1
Visie en beleid
Verschillende documenten De implementatiestrategie is een beleidsnotitie, noem het een versie voor beleidsmakers. De implementatiestrategie is bondig samengevat in een beknopte versie voor bestuur/beleid. De planning van de implementatiestappen is als apart document toegevoegd. In de drie beleidsadviezen Dagvoorzieningen, Vervoer en Netwerk Welzijn Versterkt / Schakelplein is de opgave vertaald in de planning en begroting en is een voorstel ter besluitvorming geformuleerd. Verder is een tussenrapportage opgesteld van de Effectenanalyse Netwerk Welzijn Versterkt. Om de implementatiestrategie breder toegankelijk te maken wordt momenteel een publieksversie geschreven vanuit verschillende perspectieven, zoals ervaringsdeskundigen en mantelzorgers. De documenten zijn te downlaoden via de volgende link: http://www.leveninhetdorp.nl/actueel/nieuws/laatste-nieuws/implementatiestrategie-begeleiding-endagvoorzieningenstructuur-peel-en-maas/7/ Onder het kopje ‘Verschillende versies’ zijn de verschillende documenten vet gedrukt. Door erop te klikken komen de documenten beschikbaar als pdf-bestand. Maatschappelijke opgave sociale domein In de komende periode vinden grote transities plaats op het gebied van welzijn, zorg en werk middels de drie decentralisaties AWBZ-Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet. Vanuit het regeerakkoord is duidelijk dat er naast de functie begeleiding namelijk nog andere AWBZ-functies gedecentraliseerd worden, zoals persoonlijke verzorging, naar de Wmo of de Zvw. Verder is het voornemen om Hulp bij het Huishouden (Huishoudelijk werk) fors te verminderen en worden ZZP 1-3 en deels 4 afgeschaft. De maatschappelijke opgave betekent een maatschappelijk debat over ‘welk thema of vraagstuk is eigendom van wie?’. Verder is de maatschappelijke opgave op het gebied van welzijn, zorg en werk een zoektocht naar een nieuw, toekomstbestendig, duurzaam en betaalbaar maatschappelijk systeem dat in moet spelen op de veranderende rollen van de burger, maatschappelijk partners en de overheid. Het is de transformatie van de verzorgingsstaat naar een maatschappij van vitale burgers en vitale gemeenschappen en een maatschappij waarin burgers zorgen voor elkaar. De kadernota 2013 van de gemeente Peel en Maas draagt de titel ‘De Wissels Om’. De kadernota geeft de bestuurlijke kaders van de positionering de drie decentralisaties. De implementatiestrategie geeft invulling aan de kadernota. De decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw is geen op zich zelf staand traject of ontwikkeling, maar past in een breder kader; het programma Leven in het Dorp WWZ. Door de gezamenlijke regie van de gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar richt de implementatiestrategie zich op de gehele functie begeleiding, ook het deel dat onder de kern-AWBZ zal blijven. In de regio Noord-Limburg werken 7 gemeenten samen aan de decentralisaties. Uitgangspunt bij de decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw is lokaal wat kan en regionaal waar een meerwaarde is. Positionering decentralisatie functie begeleiding in het sociale domein De transformatie naar een nieuw maatschappelijk systeem waarin vitale burgers en vitale gemeenschappen centraal staan levert vernieuwende inzichten en nieuwe uitgangspunten op. Daarin ontwikkelt zich een nieuwe ‘taal’. Begrippen die nu gebruikt worden, zijn niet toereikend om de transformatie te beschrijven. Verder ontstaan nieuwe begrippen in de dialoog tussen de burgers (in een kwetsbare positie), netwerkpartners en overheid. Hieronder is de visie en zijn de uitgangspunten puntsgewijs weergegeven. In hoofdstuk 2 van de implementatiestrategie (versie beleidsmakers) zijn de visie en uitgangspunten uitgewerkt. Visie: • Horizon – vitale burgers en duurzame gemeenschappen, zelfsturing en burgerschap • Drie vormen van sturing zijn en blijven nodig; Communicatieve zelfsturing, Regel sturing en Autoritaire sturing • Stuwende regie geeft ruimte en kaders om gezamenlijk te werken aan oplossingen • Dialoogsturing in Gouden Driehoek • Regels moeten de inhoud mogelijk maken • Iedereen telt en doet mee • Regievoeren en medeverantwoordelijkheid over eigen leven en eigen leefomgeving (vitale burgers) 3
Uitgangspunten beleid sociaal domein: • Van individuele voorzieningen naar collectieve voorzieningen naar voorzieningen van collectieven colle (Sociale coöperaties) • Individuele voorzieningen, keuzevrijheid en gelijkheid • Niemand valt tussen wal en schip • Investeren in de voorkant (vitale burgers, gezondheid, welzijn, vrijwilligers) levert winst op aan de achterkant (minder zware zorg, minder en andere inzet beroepskrachten) • Integrale samenhang en benadering • Wisselen (kantelen) van perspectief vrijwilligers en beroepskrachten • Samenwerken in netwerken • Van concurrentie in de zorg naar vernetwerkte samenwerking • Van smal loket naar brede en diepe gekantelde loketfunctie (Schakelplein) • Lokaal wat kan en regionaal waar meerwaarde is • Betaalbaarheid door experimenten, deregulering en investeren in innovatie gericht op vitaliteit Schema eigen kracht en visie VGZ De mate van coaching, ondersteuning, begeleiding, zorg en hulpmiddelen die burgers (in een kwetsbare positie) nodig hebben om deel te nemen aan de samenleving is onder meer afhankelijk van de eigen kracht, talenten, competenties, deskundigheid, capaciteiten en mogelijkheden van de burger zelf. zelf. Dat betekent dat de ondersteuningsarrangementen die nodig zijn op maat gesneden moeten zijn; noem ze persoonlijke arrangementen. Individuele ondersteuning en begeleiding maken onderdeel uit van de persoonlijke arrangementen daar waar eigen kracht en kracht van het sociale netwerk en collectieve (algemene) voorzieningen niet toereikend zijn. Dit is in de figuur ‘schema eigen kracht’ hiernaast weergegeven. De inzet is dat het persoonlijke arrangement is opgebouwd uit de meest passende of geschikte ondersteuning onde en begeleiding. Keuzevrijheid is daarin een belangrijk goed. Een persoonlijk arrangement betekent overigens niet dat de keuze onbeperkt is. Dit is mede afhankelijk van de beschikbaarheid, bereikbaarheid en beheersbaarheid van voorzieningen. De visie van het het zorgkantoor en zorgverzekeraar sluit sterk aan bij de visie en uitgangspunten in Peel en Maas. In de visie staan burgers (in een kwetsbare positie) en wijkgericht w (buurt- en dorpsgericht) werken centraal. Het doel is zelfstandig (blijven)) leven in de eigen omgeving. Daarbij staat de oorspronkelijke hulpvraag van burgers centraal en niet het aanbod of de indicatie. Vereist hierbij is het opzetten van wijknetwerken (welzijn en zorg) waarin eerst wordt uitgegaan van de eigen kracht van burgers bu (klant) en vervolgens oplossingen gezocht worden in de sociale omgeving. Om dan pas te zoeken naar oplossingen bij collectieve voorzieningen en pas als laatste het inzetten van individuele voorzieningen en beroepsmatige zorg die steeds specialistischer specialistisch van aard kan zijn. De beroepsmatige inzet is daarin onderdeel van een samenhangende wijkgerichte benadering dicht bij de burger (in een kwetsbare positie). Coördinatie en samenhang zijn daarin belangrijke voorwaarden. De wijkgerichte benadering in de visie isie van VGZ is gericht op de versterking van het netwerk rondom de burger (in een kwetsbare positie), bestaande uit de sociale omgeving en het geheel van voorzieningen en beroepskrachten. Het betreft een samenwerking tussen de domeinen Wmo, AWBZ en Zvw. Daarbij D zijn de gemeente, zorgkantoor en verzekeraar de inkopende organisaties. De doelstelling in de visie van het zorgkantoor komt overeen met de doelstelling van Leven in het Dorp WWZ. In Leven in het Dorp WWZ ligt de focus nog meer vanuit welzijn.
4
Drie vormen van sturing In theorie zijn er drie vormen van sturing: Communicatieve zelfsturing, Regel sturing en Autoritaire sturing. Deze drie vormen van sturing zijn en blijven alle drie nodig. Afzonderlijke trajecten in de decentralisatie begeleiding vallen al geheel in de sturingsvorm Communicatieve zelfsturing, zoals de pilot Dorpsdagvoorzieningen in Koningslust en Grashoek, het dorpsvervoer en de dialoogbijeenkomsten Leven in het Dorp, Doe mee! vanuit NWV (Netwerk Welzijn Versterkt). De OWP (ontwikkelwerkplaats) voor beroepskrachten van NWV verschuift van Regel sturing naar Communicatieve zelfsturing omdat het perspectief van de beroepskrachten van de eerste OWP NWV sterk gekanteld is.
Communicatieve zelfsturing Dorpsoverleggen Leven in het dorp WWZ – Kernteams WWZ, lokale werkgroepen, Leven in het Dorp, Doe mee! Burgerinitiatieven, Coöperaties Maatschappelijk ondernemen
Dorpsdagvz K’lust Grash
Gouden Driehoek
Dorpsvervoer
Gouden Driehoek
Gouden Driehoek
LihD, Doe mee !
OWP NWV Gouden Driehoek
Stuwende regie Uitvoeringsafspraken, toetsingskaders, gezamenlijk inkoopkader Kwalitatieve regels
uitvoering
Wetten, Verordeningen, protocollen
budget
beleid
Regel sturing
Autoritaire sturing Handhaving
Naast de huidige Regel sturing is Stuwende regie ontstaan
Afzonderlijke trajecten vallen al onder communicatieve zelfsturing
Stuwende regie geeft ruimte en kaders om gezamenlijk te werken aan oplossingen De gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar hebben elkaar steeds meer gevonden in het voeren van de stuwende regie. De stuwende regie gaat NIET over het opleggen van dwingende richtlijnen (huidige regel sturing), maar gaat over het BIEDEN VAN RUIMTE aan burgers en maatschappelijk partners vanuit duidelijke toetsingskaders. De burgers en maatschappelijk partners ontplooien op basis van behoeften in dialoog met elkaar nieuwe initiatieven en ontwikkelen innovatieve producten en diensten. Vanuit de stuwende regie bundelen de regiepartijen budgetten en stellen zij vanuit de toetsingskaders gezamenlijke inkoopkaders op. In het voeren van de stuwende regie zoekt de gemeente Peel en Maas afstemming met landelijke en provinciale overheid, andere gemeenten en regievoerende partijen op andere terreinen. Dialoogsturing in Gouden driehoek In Peel en Maas komen nieuwe initiatieven dialooggestuurd tot stand in de Gouden Driehoek. Primair in de dialoogsturing is een gelijkwaardige en wederkerige samenwerking tussen de drie hoofdactoren: dorp (burgers), maatschappelijk partners en regiepartijen. Vandaar een gelijkzijdige driehoek. burgers (in een kwetsbare positie) en hun netwerken, sociale verbanden, Kernteams WWZ, gemeenschap
Dorp
Gouden Driehoek Maatschappelijk partners
Regiepartijen overheid, gemeente en zorgkantoor/zorgverzekeraar
Informele zorg- en ondersteuningsorganisaties, (georganiseerde) vrijwilligers, WWZ-aanbieders en bedrijven
Dialoogsturing in de Gouden Driehoek
Dialoogsturing betekent dat wanneer de actoren hun ideeën en initiatieven uitwerken in plannen, zij de andere actoren in een zo vroeg mogelijk stadium bij deze planvorming betrekken en de plannen in het netwerk verder ontwikkelen in dialoog met elkaar. Het is een intensief proces tussen gelijkwaardige netwerkpartners met een hoog rendement. De burgers (in een kwetsbare positie) zijn zoveel mogelijk leidend in het proces om te komen tot voorzieningen en producten. Maatschappelijk partners en regiepartijen zijn vanuit hun verantwoordelijkheid en expertise faciliterend en ondersteunend richting buurt, dorp of wijk. Regiepartijen stellen gezamenlijke toetsingskaders op.
5
In de afgelopen 10 jaar is in de dialoog in de Gouden Driehoek een veelheid aan initiatieven en trajecten in samenhang ontwikkeld en gerealiseerd in het programma Leven in het Dorp WWZ. We zien het als een soort van lappendeken die in de figuur hieronder in beeld is gebracht.
Kunst Verbind(e)t Logeeropvang Kesjke 6 Maaltijdvoorziening PenM
Dorpsinfoloketten Mantelzorg Muzieksalon Wasstrijkservice Hulp bij dementie Huiselijk geweld
Leven in het Dorp, Doe mee! Wigwamvakanties
BuurtbemiddelingAtelier Oet de Verf Hulpmiddelencentrum
Eetpunten
1e lijn geïntegreerde ouderenzorg-welzijn / wijknetwerken
LOOPTUIN Dorpsdagvoorzieningen Dementievriendelijke gemeente De Bovenkamer
Theaterwerkplaats
Buitenpoli Viecuri
Huis van Morgen
Mantelzorgplant Alzheimer Café (Mantel)zorg TV
Boodschappendienst Gaer Gedaon Blijvend Thuis / Bewust Wonen 55-plussers Huishoudelijk Werk Inloop 55-
Dorpsvervoer
Steunpunt Mantelzorg Algemeen Maatschappelijk Werk
Station Zuid
Foods
Ervaringsleren Begeleidingsdienst Portal Kessel Zorgboerderijen / Maatsch. Ond. Bewegen met een lach
Tijdelijk Huisverbod
2.2 Collectieve pijler: Dagvoorzieningen en vervoer De collectieve pijler van begeleiding bestaat uit twee onderdelen: dagvoorzieningen en het vervoer. Onderstaand wordt op beide onderdelen dieper ingegaan. Dagvoorzieningen hart van de aanpak Collectieve voorzieningen zoals dagvoorzieningen zijn het hart van de aanpak van de ondersteuning aan burgers in een kwetsbare positie in Peel en Maas. Juist door ondersteuning in de dorpen te organiseren met inzet van andere dorpsgenoten zorgt ervoor dat mensen langer zelfstandig in eigen dorp kunnen blijven leven. Met de overheveling van de functie begeleiding uit de AWBZ naar de Wmo wordt de versterking van de functie van deze voorzieningen in de dorpsgemeenschappen nog belangrijker. Iedere dagvoorziening heeft zijn unieke opzet en zijn eigen profiel waardoor er een breed pallet aan dagvoorzieningen is met ieder zijn eigen specifieke kenmerken en kwaliteiten. De keuzevrijheid voor de inwoners van Peel en Maas wordt hiermee versterkt. Er is voor ‘elck wat wils’. Burgers (in een kwetsbare positie) krijgen toegang tot de dagvoorzieningen via hun persoonlijke arrangement dat uitgaat van de meest passende of geschikte ondersteuning en begeleiding. In de uitwerking van het schema Eigen kracht is aangegeven dat de keuze niet onbeperkt is. De dagvoorzieningen zijn er niet alleen voor de inwoners van Peel en Maas. Vooral de dagvoorzieningen die een specifieke invulling kennen, zoals zorgboerderijen of arbeidsmatige dagbesteding trekken ook deelnemers van buiten de gemeente Peel en Maas. Met deze specifieke voorzieningen is er een aanbod voor burgers in een kwetsbare positie uit andere gemeenten, dat in de eigen gemeente niet voor handen is. Hiermee wordt bovendien het draagvlak voor een divers palet aan dagvoorzieningen in Peel en Maas vergroot. Hierover zullen afspraken gemaakt moeten worden met de gemeenten in de regio. Gesteld kan worden dat we met de dagvoorzieningenstructuur goed op koers liggen richting de overheveling van de begeleiding. Dorpsdagvoorzieningen Het concept dorpsdagvoorzieningen is sinds 2005 ontwikkeld. In gemeenschapshuis De Ankerplaats in Grashoek is in 2005 door een lokale werkgroep in samenwerking met Vorkmeer en Proteion de eerste dorpsdagvoorziening opgezet. In de dorpsdagvoorziening nemen (oud-)inwoners van Grashoek met en zonder indicatie deel aan dezelfde groep.
6
In onderstaande figuur is het huidig aanbod aan dorpsdagvoorzieningen weergegeven.
Dorpsdagvoorzieningen Peel en Maas
Grashoek
8
16 3
9
Maasbree
Koningslust
Meijel
17 11
Beringe
Panningen
6
13 Baarlo
2 18 12 1 2 3 4 5
Huiskamer Wozoco Hof van Kessel Contactgroep Keppelerhof Huiskamer ‘t Hof je Maasbree Ouderensoos Baarlo Hoeskamer ‘t Erf Egchel
7 Egchel 10 5 14 1
6 Wieksjlaag DDV Beringe 7 Kerkeböske DDV Helden 8 Ankerplaats DDV Grashoek 9 Sprunk DDV Koningslust 10 ‘t Erf DDV Egchel 11 Huiskameractiviteiten St. Jozef WenZ 12 Dagvoorziening Wietel/Ringoven 13 Dagvoorziening ZC Ter Borcht Baarlo 14 Dagvoorziening Wozoco Hof van Kessel 15 Dagvoorziening De Merwijck Senioren 16 Dagvoorziening Wozoco In de Clockenslagh Maasbree 17 Dagvoorziening St. Jozef WenZ 18 Activiteitencentrum Vorkmeer Panningen
4
Helden
Kessel 15
Kessel-eik
Type dorpsdagvoorziening 1) Dorpsdagopvang huiskamers regie vrijwilliger 2) Dorpsdagopvang regie dorp 3) Dorpsdagvoorziening regie zorgaanbieder
De dorpsdagvoorzieningen zijn volop in ontwikkeling, ieder in zijn eigen tempo en aanpak. Maatwerk naar behoefte vanuit de kern en naar draagkracht vanuit de lokale gemeenschap staat daarbij centraal. In Peel en Maas zijn 5 dorpsdagvoorzieningen gerealiseerd en 4 in ontwikkeling. In Koningslust en Grashoek loopt sinds april 2012 een pilot waarin de stichting Bevordering Welzijn Inwoners Koningslust en de stichting Dorpsdagvoorziening Grashoek zelf de dorpsdagvoorziening beheren en exploiteren. In deze pilot wordt al gewerkt conform de nieuwe werkwijze. Daar waar mogelijk en behoefte is zal gekeken worden of verschillende doelgroepen (naast senioren ook mensen met verstandelijke, lichamelijke of psychische beperking) gebruik kunnen gaan maken van de dorpsdagvoorzieningen. Ook zal onderzocht worden of inzet van mensen met een arbeidsbeperking in de dorpsdagvoorzieningen mogelijk is.
Dorpsdagvoorziening is een verlenging van de thuissituatie De dorpsdagvoorzieningen zien we als verlenging van de thuissituatie en niet als vervanging van dagverzorging in een intramurale setting. De deelnemers kunnen daardoor langer in hun eigen omgeving blijven leven, deel blijven nemen en naar vermogen meedoen aan het maatschappelijk leven in hun buurt of dorp. De kwaliteit van welzijn en zorg in de dorpsdagvoorziening is geborgd door de beroepskracht die aanwezig is (activiteitenbegeleider welzijnszorg) en de beroepskracht vanuit de thuiszorg die de dagvoorziening bezoekt op het moment dat het nodig is. De thuiszorgmedewerker zou normaal de betreffende deelnemer thuis bezoeken en volgt deze als het ware naar de dorpsdagvoorziening waar de persoon deelneemt. De insteek van de dorpsdagvoorzieningen is dan vooral gericht op welzijn (Wmo) waarin de zorg (AWBZ/Zvw) wordt toegevoegd die nodig is. De ervaringen zijn dat de deelnemers het erg naar hun zin hebben, veel invloed hebben op wat voor en waar ze activiteiten doen, deel blijven uitmaken van dezelfde groep ongeacht of ze meer zorg nodig hebben en de deelnemers met een zwaardere zorgvraag helpen. Hiermee zijn zij in feite 7
vrijwilliger binnen de dagvoorziening waaraan ze zelf deelnemen en houden zij de dagvoorziening mee in stand. Ze zorgen in feite voor elkaar. We zien dit als een collectieve vorm van burenhulp (naoberschap). De deelnemers genieten tussen de middag van een gezonde maaltijd die door vrijwilligers in de dagvoorziening wordt klaargemaakt. Naast een mooie dagbesteding voor de deelnemers geeft de dagvoorziening een stuk ontlasting aan de mantelzorgers. Zorgboerderijen en maatschappelijk ondernemers In Peel en Maas zijn 10 zorgboerderijen/maatschappelijk ondernemers (ZB/MO). • Er zijn 6 zorgboerderijen, die zich op verschillende doelgroepen richten. • Er zijn 4 maatschappelijk ondernemers die allen verschillende activiteiten en doelgroep bedienen. In onderstaande figuur is het huidig aanbod aan ZB/MO ondernemers weergegeven. De dagbesteding voor kinderen, jongeren en jong volwassenen en arbeidsmatige dagbesteding is nog niet geheel in beeld gebracht.
Zorgboerderijen/ maatschappelijk ondernemers Peel en Maas
Maasbree 7 Grashoek Koningslust 6 Beringe
10
2
3 9
Panningen
Meijel
Baarlo
5 4 Helden 8 Egchel
1 1 2 3 4 5 6
Zorgboerderij Odahoeve Kessel Zorgboerderij Paddestool Maasbree Zorgboerderij Dubbroek Maasbree Zorgboerderij Katsberg Meijel Zorgtuinderij Kaate Helden Zorgwijngaard Vinea Cura Beringe
7 Dagvoorziening de Fabriek Maasbree 8 Zorgpony Menno Panningen 9 Initiatief Selen Baarlo 10 Peetershof Panningen
Belangrijkste doelgroep 1 Senioren 2 Senioren 3 Verstandelijke,psychische beperking 4 Senioren 5 Verstandelijke,psychische beperking 6 Psychische beperking 7 Senioren 8 Jeugd 9 Lichamelijke beperking 10 Verstandelijke,psychische beperking
Kessel
Kessel-eik Type zorgboerderij/maatschappelijk ondernemer 1) Zorgboerderij 2) Maatschappelijk ondernemer
Peel en Maas beschikt daarmee over een uitgebreid en divers aanbod aan zorgboerderijen en maatschappelijk ondernemers. Deze netwerkpartners bereiden zich voor op de zelfstandige rol. Specifieke aandachtspunten zijn: vervoer en afstemming met regiogemeenten over gemeenteoverstijgende deelnemers. In de afgelopen tijd zijn voorbereidingen getroffen voor de inrichting van zelfstandige dagvoorzieningen, die ‘gerund’ worden door zorgboeren of andere maatschappelijk ondernemers. Dat wil zeggen dat de maatschappelijk ondernemer verantwoordelijk is voor de exploitatie van de dagvoorziening. De ondernemer wordt rechtstreeks bekostigd door de regiepartijen op basis van geleverde diensten/dagdelen opvang. De maatschappelijk ondernemer bepaalt zelf welke beroepskrachten of andere professionele ondersteuning ingehuurd wordt bij diverse deskundige partijen (welzijn- en zorgaanbieders). De zorgboeren/maatschappelijk ondernemers hebben de Werkgroep ZB/MO Peel en Maas geformeerd waarin ze samenwerken. Het Implementatieteam begeleiding kijkt over de schouders van de werkgroep mee.
8
De landelijke versobering van de aanspraak op AWBZ-dagbesteding en terugbrengen van budgetten voor vervoer vergt een efficiënte inzet van middelen voor dagbesteding bij de ZB/MO, ondermeer door rechtstreeks afspraken te maken met de (huidige) onderaannemers. Ook betekent dit dat er binnen de huidige AWBZ-budgetten geopereerd moet worden, in ieder geval totdat er zicht is op de budgetten en randvoorwaarden in het kader van de overheveling van AWBZ naar Wmo. Met andere gemeenten zullen afspraken gemaakt moeten worden over organisatie en financiering van de deelnemers van buiten de gemeentegrenzen. De verwachting is dat gemeenten op termijn de vervoerstromen willen terugbrengen en daarmee een deel van de deelnemers, waarvoor zelf een adequaat aanbod aanwezig is, binnen eigen wijk/gemeente gaan opvangen. In het overleg met de regiogemeenten zal in dat kader afstemming moeten komen over specialistische en maatwerkvoorzieningen, zoals zorgboerderijen en voorzieningen voor specifieke groepen, die niet in elke gemeente aanwezig kunnen/moeten zijn. Tevens zal een beleid ten aanzien van bestaande deelnemers gemaakt moeten worden. Gemeenteoverschrijdend deelnemersverkeer is één van de vraagstukken waarmee de zeven Noord-Limburgse gemeenten in de regionale werkgroep decentralisatie AWBZWmo aan de slag zijn. Het vervoer naar de ZB/MO zal efficiënt georganiseerd moeten worden binnen de krappe budgettaire kaders om de zorgboerderijen laagdrempelig toegankelijk te houden. Primair door aansluiting te zoeken bij het dorpsvervoer voor deelnemers uit Peel en Maas en secundair door aan te sluiten op het openbaar vervoer en het specialistisch vervoer en vervoer van deelnemers buiten Peel en Maas onder eigen regie te organiseren. Voor dit laatste onderdeel zal door de betrokken ZB/MO samengewerkt moeten worden. Tevens ligt voor dit vervoer te zijner tijd koppeling met ander doelgroepvervoer of andere vervoersystemen voor de hand.
AWBZ-dagbesteding en dagbesteding jeugd en arbeidsmatige dagvoorzieningen De AWBZ-dagbesteding, veelal in intramurale settings, kent een transitie/opgave naar wijkzorgcentra. De dagbesteding voor kinderen, jongeren en jong volwassenen en op gebied van werk/re-integratie is in de implementatiestrategie moet nog meer inzichtelijk worden gemaakt. De dagbesteding voor kinderen en jongeren valt vanaf 2015 onder de Jeugdwet en daarmee in de decentralisatie Jeugdzorg. De arbeidsmatige dagbesteding moet meer in verbinding komen met de lokale samenleving, mede in het kader van de Participatiewet. De opgave om deze vormen van dagbesteding in beeld te brengen en daarover beleid op te stellen wordt integraal opgepakt voor de drie decentralisaties.
Dorpsvervoer Vervoer is een belangrijke component in de collectieve pijler van de begeleiding. Bereikbaarheid van de dagvoorzieningen voor burgers (in een kwetsbare positie) én behoud van keuzemogelijkheid staan centraal. Betaalbaarheid van het vervoersysteem is echter met teruglopende budgetten van belang. Tevens willen wij het AWBZ-vervoer laten aansluiten bij de kantelingsgedachte en zoveel mogelijk aanhaken op de initiatieven van vrijwilligersvervoer in de dorpen (dorpsvervoer). In Peel en Maas is in het kader van Leven in het Dorp WWZ op diverse plekken dorpsvervoer ontstaan, waarbij vrijwilligers uit de dorpen vervoer regelen voor andere dorpsbewoners (met name senioren), die niet mobiel zijn en waar de reguliere vervoervoorzieningen niet goed in voorzien. Op dit moment functioneert vrijwilligersvervoer in negen kernen: Kessel en Kessel-Eik (Vrijwilligers Vervoer Kessel), Helden, Egchel en Panningen (HEP), Grashoek, Beringe en Koningslust (Dorpsvervoer GBK) en Meijel (Dorpsvervoer Meijel). Het dorpsvervoer fungeert vanuit het uitgangspunt burgers zorgen voor elkaar (burenhulp, naoberschap). Dorpsbewoners vervoeren hierbij andere dorpsbewoners die minder mobiel zijn en waarvoor geen alternatieve vorm van vervoer is op een collectieve wijze. 9
De urgentie voor de kanteling van het vervoer neemt de komende periode toe. Centraal daarin staat de volgende beleidslijn: eerst kijken of men zelf het vervoer kan regelen, vervolgens of het vervoer via het dorpsvervoer ingericht kan worden en als sluitstuk de inzet van beroepsmatig/commercieel vervoer waar nodig. Hiermee kan het vervoer tegen lagere kosten gerealiseerd worden en kunnen mensen toch nog (tot bepaalde hoogte) kiezen voor dagvoorzieningen buiten de eigen kern. Beide vormen van vervoer zullen complementair aan elkaar functioneren. Samenwerking en dwarsverbanden tussen vrijwilligersvervoer en beroepsmatig/commercieel vervoer wordt gezocht. Hiermee kan de infrastructuur (financiële draagvlak) van het dorpsvervoer verstevigd worden en wordt daarmee de versterking van de leefbaarheid van de kernen gekoppeld aan de ondersteuningsvraag van burgers in een kwetsbare positie. In Peel en Maas is al een goede aanzet voor een kanteling van het vervoer. We gaan dit via twee lijnen oppakken: • Doorontwikkeling van dorpsvervoer naar een dekkende infrastructuur. • Kanteling beroepsmatig/commercieel vervoer voor specialistisch vervoer en deelnemers buiten Peel en Maas. De dorpsdagvoorzieningen zullen (nog meer) aansluiting moeten krijgen bij het dorpsvervoer voor vervoer van deelnemers naar de dorpsdagvoorziening. Afstemming en flexibiliteit in begin- en eindtijden van de programma’s is hierbij van belang. Evenals de financiering en sturing op het gebruik van het dorpsvervoer door de dorpsdagvoorzieningen. De doorontwikkeling naar een dekkende en duurzame vervoersinfrastructuur van dorpsvervoer in samenhang met beroepsmatig/commercieel vervoer dient in samenhang met andere vervoerssystemen (leerlingenvervoer, WSWvervoer, Regiotaxi, Openbaar vervoer) te gebeuren. Regionale afstemming is daarin een meerwaarde.
2.3 Individuele pijler – NWV (Netwerk Welzijn Versterkt) Met het traject NWV inhoudelijk en methodologisch zijn we duidelijk op de goede weg in de transformatie. Met de resultaten van NWV kunnen we de gewenste kanteling van het maatschappelijk systeem aanjagen en vormgeven, waarmee de maatschappelijke opgave voor de komende jaren kan worden beantwoord. NWV heeft op kleine schaal laten zien hoe arrangementen voor mensen met zware ondersteuningsbehoeftes vormgegeven kunnen worden, dat daar ruimte voor beroepskrachten bij nodig is om de dingen niet alleen goed te doen maar vooral om de goede dingen te doen en dat integraal werken en een integrale betaaltitel daarbij van belang zijn. De kanteling van perspectieven is daarmee ingezet. Voorop blijft staan dat betrokkenen ook meer kwaliteit van leven ervaren. Dat geldt voor burgers in een kwetsbare positie, maar ook voor het informele netwerk, vrijwilligers en beroepskrachten. In NWV is een breed samengesteld netwerk ontstaan en gestaag gegroeid. Arrangeren op basis van mogelijkheden, talenten en beperkingen zet burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk in eigen kracht en bevordert eigen regie. Tevens worden ze medeproducent door inbreng van hun eigen mogelijkheden, competenties en talenten. NWV heeft middels de instrumenten Effectenarena en Effectcalculator aangetoond dat de nieuwe werkwijze meer maatschappelijk rendement oplevert en tot minder uitgaven leidt dan de meer traditionele werkwijze. NWV heeft tevens inzichtelijk gemaakt dat investerende partijen niet altijd de incasserende partijen zijn. Wat NWV nog niet gelukt is, is een sterke verbinding te leggen met de lokale samenleving van vitale burgers. De beoogde resultaten zijn daarmee grotendeels behaald, zij het op kleine schaal. Grote opgave voor de komende tijd is hoe we de methodiek, die we ontwikkeld en uitgeprobeerd hebben bij de meest complexe casussen van burgers in een zeer kwetsbare positie, kunnen opschalen naar een methodiek voor alle mensen met een ondersteuningsvraag in Peel en Maas. We gaan dit oppakken via twee lijnen: • Procesregie via de stuwingsprincipes innovatie (vier V’s: Verdiepen, Verbreden, Valideren, Verankeren). • Organisatie aanpak via het Educatienetwerk ’De Bloem’, waarbij via netwerksamenwerking alle betrokken netwerkpartijen meegenomen worden in het gedachtegoed én de uitvoeringspraktijk van NWV.
10
2.4 Schakelplein Nu de kanteling naar een nieuw maatschappelijke systeem in Peel en Maas op kleine schaal vorm begint te krijgen wordt ook de kanteling in de loketfunctie vormgegeven. De komende jaren wordt gewerkt aan een werkwijze om de decentralisatie begeleiding te integreren in lokale dienstverlening. Deze dienstverlening gaat plaatsvinden binnen een samenwerkingsverband van vrijwillige en beroepsmatige toegangspoorten (loketten). De verbinding tussen deze toegangspoorten wordt vormgegeven binnen het Schakelplein. Het inrichten van Schakelplein vindt fasegewijs plaats. Schematisch ziet de fasering er als volgt uit: 2013
2014 OWP Loketmw
2015 Individuele pijler
OWP NWV (1)
OWP’s NWV
Opstarten OWP
OWP Jeugdzorg AWBZ
NWV 2
Schakelplein Opstarten OWP
Opstarten OWP Vrijwilligers
OWP’s Kanteling Loket
Schakelplein
Collectieve pijler Dagvoorzieningen / Vervoer
Schakelplein
NWV effect
Opstarten Pilot
Opstarten OWP
Schakelplein
Managers
Signaaldiensten/ 1e lijn
De mate van coaching, ondersteuning, begeleiding, zorg en hulpmiddelen die burgers (in een kwetsbare positie) nodig hebben moet op maat gesneden zijn; noem ze persoonlijke arrangementen. De burgers (in een kwetsbare positie stellen hun persoonlijk arrangement samen met een beroepskracht in het arrangeerdeel van Schakelplein. Schakelplein is de nieuwe toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding, zorg, hulpmiddelen en woningaanpassingen. Schakelplein heeft aan de hand van testcases kennis opgedaan over de samenstelling van arrangementen en over de methodiek ‘arrangeren’ (lichte en zware variant). Reeds opgedane kennis vanuit NWV is daar de basis voor geweest. Het is noodzakelijk ook een ‘light’ variant van de NWV methodiek beschikbaar te hebben. De zware methodiek werkt, maar is voor eenvoudigere/lichtere vragen te bewerkelijk. Het netwerk rondom de decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw in Peel en Maas is meer en meer in verbinding met elkaar. Dat is cruciaal om de opschaling in arrangementen aan te kunnen. Ondersteuningsbehoeftes van burgers zijn en worden integraal bekeken in een arrangement en moeten dus ook integraal beantwoord kunnen worden. Samenwerking tussen burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk, vrijwilligers en beroepskrachten is daarbij essentieel. Wat tevens nodig is, is een overzicht van mogelijkheden om arrangementen samen te stellen; een Schakelkaart. De Schakelkaart is in voorbereiding en zal op zo’n kort mogelijke termijn operationeel worden. In Meijel en Beringe zijn door belangenorganisaties, zoals de KBO (Katholieke Bond voor Ouderen), dorpsinfoloketten opgezet. Ze vormen een belangrijke schakel op het Schakelplein. Ze vormen als het ware de ‘ogen en oren’ in het dorp en ondersteunen burgers (in een kwetsbare positie) bij vraagverheldering, verstrekken informatie en schakelen indien nodig door. De dorpsinfoloketten kunnen doorschakelen naar informele en beroepsmatige ondersteuningsnetwerken. Verder kan vanuit de dorpsinfoloketten doorgeschakeld worden naar het arrangeerdeel van Schakelplein. Naast de twee operationele dorpsinfoloketten zijn er initiatieven in Maasbree, Baarlo, Helden, Panningen en Grashoek om te komen tot een loket. Uitgangspunt is dat elk dorp zijn eigen tempo bepaald waarop zij het dorpsinfoloket inricht. Dat is mede afhankelijk van lokale mogelijkheden, bijv. met betrekking tot de beschikbaarheid van accommodaties. 11
De kennis die is opgedaan en verbindingen die zijn gelegd worden getest op bruikbaarheid in een Pilot Schakelplein. Dit wordt een fysieke, eerste vorm, van het Schakelplein. Deze pilot moet kennis opleveren om Schakelplein door te ontwikkelen en te finetunen. De pilot is 1 oktober 2013 van start gegaan. In de pilot werken de volgende loketten samen: Wmo-loket, Schuldhulpverlening, MEE Noord- en Midden-Limburg, Bureau Jeugdzorg AWBZ en de WegWijZer. De projectleider Schakelplein is in gesprek met het CIZ (Centraal Indicatieorgaan Zorg) over mogelijke deelname aan de pilot Schakelplein. Daarmee ligt Schakelplein goed op schema. De opschaling naar grotere aantallen persoonlijke arrangementen wordt fasegewijs bereikt gedurende het inrichten van het Schakelplein. De opgave is dat in 2014 de toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding, zorg, hulpmiddelen en woningaanpassingen (Schakelplein) een feit is. En (mogelijk) vormt Schakelplein dan ook de toegangspoort voor de andere decentralisaties. Op termijn kan dit verbreed worden naar het hele sociale domein. 2.5 Logeeropvang (tijdelijk verblijf) Logeeropvang in Peel en Maas is deels in beeld. In Co-creatie met logeerorganisaties, deelnemers en mantelzorgers worden logeeropvang als onderdeel van de functie begeleiding en de bestaande logeeropvangmogelijkheden in Peel en Maas in beeld gebracht. Dit brengt kansen en bedreigingen in kaart en geeft input voor de beleidsontwikkeling. Logeeropvang gaat deels onder de decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw en deels onder de Jeugdwet vallen. De opgave om deze voorzieningen in beeld te brengen en daarover beleid op te stellen wordt integraal opgepakt voor de drie decentralisaties. De Stichting Wigwam Vallei Nederland (SWVN) gaat op een proactieve manier anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen. SWVN heeft de gemeente Peel en Maas benaderd om van gedachten te wisselen over het organiseren van logeervakanties voor gezinnen met kinderen in een kwetsbare positie in Peel en Maas en het verkennen van geschikte locaties. SWVN brengt dit initiatief in in het programma Leven in het Dorp WWZ. 2.6 Financiële analyse De komende jaren gaat een zeer grote verschuiving vanuit de AWBZ/zorg naar gemeenten/Wmo plaatsvinden. Zowel qua verantwoordelijkheid, aantal burgers in een kwetsbare positie als budgetten. Daarmee hebben gemeenten straks veel taken erbij op het gebied van ondersteuning, begeleiding en zorg, maar moeten dat wel gaan uitvoeren met een budget dat met ca. 1/3 gekrompen is terwijl de vraag gaat toenemen. De maatschappelijke opgave vraagt een financiële kanteling. De financiële impact van het regeerakkoord maakt dat beleidsvrijheid voor gemeenten keihard nodig is om burgers in een kwetsbare positie te (blijven) ondersteunen in participatie en zelfredzaamheid – vitaliteit en eigen kracht. 2.7 Slotconclusie implementatiestrategie We gaan door op de ingeslagen koers. Het commitment en draagvlak voor onze aanpak van de implementatie begeleiding onder burgers en onze netwerkpartners is verder gegroeid. Met enthousiasme en vertrouwen werken we samen aan de implementatie van de decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw. Hierin maakt ieder gebruik van zijn of haar eigen kracht en voegt deze toe aan het netwerk, waardoor er meer energie vrijkomt om te doen wat nodig is. Het netwerk van burgers (in een kwetsbare positie), mantelzorgers, (zorg)vrijwilligers, beroepskrachten, financieel deskundigen, beleidsmakers, managers en bestuurders breidt steeds verder uit. Inmiddels is op kleine schaal een kanteling in perspectief zichtbaar bij burgers (in een kwetsbare positie) en hun informele netwerk en in de werkwijze van vrijwilligers en beroepskrachten. De nadruk zal steeds meer op samenwerking binnen netwerken van mensen en netwerkpartners komen te liggen; noem het vernetwerkte samenwerking. Uiteraard is er in Peel en Maas nog veel werk te verzetten, maar we doen dit samen. Buiten gebeurt het voor, door en samen met de burgers (in een kwetsbare positie) en onze netwerkpartners. Samen Anders met Co-creatie.
12
3. Pilot Begeleiding individueel: Schakelplein (onderdeel 1) Het Schakelplein gaat de komende tijd ervaring opdoen met het samenstellen van nieuwe ondersteuningsarrangementen door en voor burgers in een kwetsbare positie. Het betreft burgers die nu ondersteuning ontvangen of zouden kunnen ontvangen vanuit de extramurale AWBZ en de Wmo. Doelstelling van het Schakelplein is dat burgers in een kwetsbare positie maatwerkarrangementen ontwikkelen samen met een beroepskracht verbonden aan Schakelplein. De ondersteuning kan bestaan uit diverse vormen van ondersteuning. Onderstaand is een analyse van het aantal te verwachten cases (uit de potentiële AWBZ en Wmo-populatie) dat in de pilotperiode tot 2015 door het Schakelplein wordt ondersteund naar een nieuw arrangement. Vanuit het gezamenlijk inkoopkader gaan we hierbij uit van mensen met een AWBZ-indicatie Begeleiding Individueel (BGI), Kortdurend Verblijf (KVB) en Persoonlijke Verzorging (PV). Op basis van een getalsmatige en inhoudelijke analyse geven we aan hoeveel cases we in de pilotperiode denken op te pakken. Deze caseload gebruiken we ook weer om een pilotbudget voor het Schakelplein te berekenen, gebaseerd op de budgetten die vanuit de traditionele aanpak binnen de AWBZ worden ingezet. Deze budgetten zullen door het zorgkantoor voor 2014 gereserveerd worden bij de inkoop bij de zorgaanbieders, omdat deze dan via het Schakelplein ingezet gaan worden voor nieuwe arrangementen. 3.1 Analyse aantal cases Bij de analyse van de berekening van aantal cases dat via de pilot Schakelplein gaat lopen, is gekeken naar de meest kansrijkheid van de betreffende functie en doelgroep m.b.t. het inzetten van een nieuw arrangement. Daarbij zij de volgende uitgangspunten gehanteerd: • AWBZ/ Begeleiding groep (BGG): deze lopen via het inkooptraject dorpsdagvoorzieningen en ZB/MO (zie hoofdstuk 4 en 5). Deze hoeven dus niet actief benaderd te worden door het Schakelplein. Wel kan toeleiding naar een dagvoorziening onderdeel uitmaken van een nieuw arrangement. Tevens zullen zich in 2014 nieuwe mensen melden voor dagbesteding. Bovendien is een verschuiving van individuele ondersteuning naar collectieve ondersteuning, gezien aard van de ondersteuning en kostenefficiency gewenst. Schakelplein heeft dan ook de ambitie om meer collectieve ondersteuning in te zetten en de individuele ondersteuning daar waar het nodig is en collectieve ondersteuning niet toereikend is. Zie toelichting schema eigen kracht (hoofdstuk 2). • AWBZ/Begeleiding individueel (BGI): deze zijn het meest kansrijk/gewenst voor opname in de pilot aangezien dit doelgroepen betreft waarbij door middel van maatwerk nieuwe soorten van ondersteuning mogelijk zijn. Verwijzing/toeleiding zal via afspraken met aanbieders gebeuren, bijv. op basis van screening van bestanden, of door rechtstreekse melding van burgers in een kwetsbare positie bij de pilot Schakelplein zelf of buiten de pilot om in het huidige loket van Wmo, MEE Noord- en Midden-Limburg, Bureau Jeugdzorg AWBZ en de WegWijZer of via de dorpsinfoloketten. We zijn uitgegaan van 15% van het aantal indicaties (zijnde een gemiddeld percentage van nieuwe aanmeldingen op jaarbasis). • AWBZ/ Persoonlijke verzorging (PV): deze groep is veruit het grootste, maar ook het moeilijkste te bereiken. Onlangs is meer duidelijkheid gekomen dat PV grotendeels ondergebracht wordt in de Zvw. Voorgesteld wordt dan ook om deze groep nu niet actief te benaderen door het Schakelplein, maar wel mee te nemen, bijv. bij de screening van het HHW-bestand (Huishoudelijk werk). De overlap van mensen met een PV-indicatie met een Wmo/HHW-indicatie is immers het grootste. We gaan er vanuit dat ca. 5% van de indicaties via het Schakelplein gaat lopen. • Kortdurend Verblijf (KVB): Deze vorm van ondersteuning (o.a. logeeropvang) wordt in Peel en Maas vooral in de vorm van een PGB ingezet en met name gebruikt door de doelgroep Jeugd. We gaan er in de berekening vanuit dat bij volwassenen ca. 15% van de deelnemers via het Schakelplein gaat lopen en bij jeugd ca. 50% (zie hier beneden). • AWBZ/jeugd (alle vormen): Ook deze groep is kansrijk om in de pilot mee te nemen. Met BJz is afgesproken dat zij alle nieuwe cases (ca. 100 op jaarbasis) via de pilot Schakelplein laten lopen. Dit is ca. 50% van het totaal aantal indicaties AWBZ/Jeugd. Directe verwijzing naar het Schakelplein is via BJz geregeld. • Wmo/HHW: Vanuit de herindicatie-aanpak zullen burgers, die een bredere ondersteuningsbehoefte hebben, aangemeld worden bij het Schakelplein. Gedacht moet worden aan mensen die ook een vorm van AWBZ-zorg nodig hebben of behoefte hebben aan andere soorten van ondersteuning. Vanuit het herindicatietraject door Scio is aangegeven dat men verwacht dat dit voor ca. 10% van de gebruikers geldt. Gedurende het herindicatietraject HHW zal maandelijks gemonitord worden of dit aantal klopt of bijgesteld moet worden. De overige individuele Wmo-voorzieningen lopen niet actief via Schakelplein, maar worden in voorkomende gevallen wel als onderdeel van een breder arrangement meegenomen. Onderstaand is weergegeven welke en hoeveel cases toegeleid worden naar de pilot Schakelplein op basis van bovenstaande uitgangspunten. Hierbij is per voorziening (huidige aantal indicaties) een berekening gemaakt. De afkorting ZIN staat voor Zorg in natura en PGB voor Persoonsgebonden budget.
13
Berekening aantal cases pilot Schakelplein Individuele voorziening AWBZ/Wmo AWBZ BGI ZIN AWBZ BGI PGB AWBZ BGG ZIN AWBZ BGG PGB AWBZ KVB ZIN AWBZ KVB PGB AWBZ PV ZIN AWBZ PV PGB AWBZ Jeugd BGI ZIN AWBZ Jeugd BGI PGB AWBZ Jeugd BGG ZIN AWBZ Jeugd BGG PGB AWBZ Jeugd KVB ZIN AWBZ Jeugd KVB PGB AWBZ Jeugd PV ZIN AWBZ Jeugd PV PGB Wmo HHW ZIN Wmo woonvoorziening Wmo-vervoervoorz. Wmo-regiotaxi Totaal aantal indicaties Personen zonder overlap indicaties
Aantal % pilot Aantal Toelichting huidige Schakel- cases indicaties* plein 244 15% 37 Op basis van % aflopende indicaties per jaar 96 15% 14 Op basis van % aflopende indicaties per jaar 302 10% 30 Inschatting aantal nieuwe deelnemers 64 10% 6 Inschatting aantal nieuwe deelnemers 1 15% 0 Op basis van % aflopende indicaties per jaar 16 15% 2 Op basis van % aflopende indicaties per jaar 907 5% 45 Via breed arrangement/herindicatie HbH 103 5% 5 Via breed arrangement/herindicatie HbH 8 50% 4 Op basis opgave BJz 126 50% 63 Op basis opgave BJz 14 50% 7 Op basis opgave BJz 128 50% 64 Op basis opgave BJz 1 50% 1 Op basis opgave BJz 70 50% 35 Op basis opgave BJz 2 50% 1 Op basis opgave BJz 29 50% 15 Op basis opgave BJz 943 10% 94 Op basis van opgave herindicatie Scio 0% 0 Niet via schakelplein 0% 0 Niet via schakelplein 0% 0 Niet via schakelplein 3054 424 85% 360
*Deze cijfers zijn gebaseerd op de gegevens van Vektis 2012 (AWBZ) en gegevens van de gemeente Peel en Maas 2013 (Wmo). Het betreft indicaties van inwoners van Peel en Maas. In bijlage 1 van het inkoopkader is een uitgebreide analyse gegeven van de cijfers m.b.t. de decentralisaties AWBZ, zoals die nu bekend zijn.
In zijn totaliteit gaan we ervan uit dat 424 (voormalige) indicaties via de pilot Schakelplein opgepakt worden. We gaan ervan uit dat er 85% overlap is. Dat wil zeggen dat 15% van de burgers in een kwetsbare positie gelijktijdig voor meerdere onderdelen een indicatie zou aanvragen. De overlap in “cliënten” is groter. Echter de behoefte aan (nieuwe) ondersteuningsarrangementen komt vaak volgtijdelijk, aangezien de ondersteuningsbehoefte niet statisch is. Een burger zal zich in een bepaalde (langere) periode vaker tot het Schakelplein wenden, voor aanpassing of uitbreiding van het arrangement, waarmee dit qua werkproces/workload een nieuwe case betreft. We zijn bij de berekening van de overlap uitgegaan van 15% gelijktijdig overlap. In totaliteit worden dan 360 cases daadwerkelijk opgepakt via de pilot Schakelplein. De jongeren met een AWBZ-indicatie vallen vanaf 2015 onder de Jeugdwet. Over de maatwerkoplossingen wordt afgestemd in interne projectgroep 3Ds van de gemeente (drie decentralisaties). 3.2 Workload pilot Schakelplein De Pilot Schakelplein heeft een workload van 360 cases. In onderstaande tabel is een berekening gemaakt van de benodigde capaciteit op basis van de opzet van de pilot Schakelplein. Workload Pilot Schakelplein Totaal aantal indicaties op jaarbasis Aantal cases per maand Aantal uur per casus gemiddeld in de pilot Aantal uur netto per jaar Aantal uur netto per maand Aantal uur netto per week Aantal fte per jaar bij norm 1350 productieve uren op jaarbasis Aantal fte per jaar per medewerker bij 8 medewerkers Aantal uur netto per week per medewerker
360 30 6 2162 180 45 1,60 0,20 7,2
14
3.3 Budget en AWBZ-indicatie Het Schakelplein zal voor het inzetten van nieuwe arrangementen een “fictief” werkbudget beschikbaar krijgen. Dat is gebaseerd op de budgetten zoals die nu in de AWBZ en Wmo omgaan, minus de verwachte bezuiniging van 25% die in decentralisatie Wmo-AWBZ-Zvw per 1-1-2015 zal worden doorgevoerd. Dit budget maakt onderdeel uit van de huidige inkoop van de AWBZ-zorg in 2014 door het zorgkantoor. Dit budget kan geactiveerd worden via een “indicatiestelling/opdrachtverlening” door het Schakelplein. De burgers met een doorlopende AWBZ-indicatie en mee gaan doen aan de pilot nemen hun indicatie mee in hun persoonlijke arrangement. Daarmee kan in de pilot naar het persoonlijk arrangement worden toegewerkt dat WmoAWBZ-Zvw integraal is. In onderstaande tabel is het fictieve werkbudget berekend, waarmee het Schakelplein in 2014 aan de slag kan. Tevens is aangegeven welk budget in de indicatiestelling/opdrachtverlening door het Schakelplein wordt meegenomen. Het budget voor de pilot is berekend op basis van aantal cases maal huidige kosten, minus de bezuinigingstaakstelling. Dit budget is vervolgens cumulatief verdeeld over een jaar (in begin is immers nog slechts 1/12e deel van de cases via Schakelplein behandeld en dus 1/12 deel van het budget nodig en op het einde van het jaar alle cases en dus 12/12 deel van het budget). Individuele voorziening AWBZ/Wmo
AWBZ BGI ZIN
Aantal indicaties Schakelplein
Huidige kosten per indicatie
37
€ 6.121
AWBZ BGI PGB
14
AWBZ BGG ZIN
30
AWBZ BGG PGB
Huidig budget op jaarbasis
Bezuiniging decentralisatie
€ 224.021
25%
€ 5.745
€ 82.734
€ 7.256
€ 219.116
6
€ 8.054
AWBZ KVB ZIN
0
AWBZ KVB PGB
Toekomstig budget op jaarbasis
Cumulatief budget over jaar Pilot Schakelplein
Wel/niet meenemen in budget
€ 168.016
€ 91.009 Meenemen
25%
€ 62.051
€ 33.611 Meenemen
25%
€ 164.337
€ 89.016 Niet meenemen*
€ 51.547
25%
€ 38.660
€ 20.941 Niet meenemen
€ 1.095
€ 164
25%
€ 123
€ 67 Niet meenemen
2
€ 5.547
€ 13.312
25%
€ 9.984
€ 5.408 Niet meenemen
AWBZ PV ZIN
45
€ 6.136
€ 278.285
15%
€ 236.542
€ 128.127 Meenemen
AWBZ PV PGB
5
€ 9.048
€ 46.600
15%
€ 39.610
€ 21.455 Meenemen
AWBZ Jeugd BGI ZIN
4
€ 7.288
€ 29.150
25%
€ 21.863
€ 11.842 Meenemen
AWBZ Jeugd BGI PGB
63
€ 7.009
€ 441.583
25%
€ 331.187
€ 179.393 Meenemen
AWBZ Jeugd BGG ZIN
7
€ 17.740
€ 124.183
25%
€ 93.137
€ 50.449 Meenemen
AWBZ Jeugd BGG PGB
64
€ 4.800
€ 307.227
25%
€ 230.420
€ 124.811 Meenemen
AWBZ Jeugd KVB ZIN
1
€ 1.610
€ 805
25%
€ 604
€ 327 Meenemen
AWBZ Jeugd KVB PGB
35
€ 5.016
€ 175.576
25%
€ 131.682
€ 71.328 Meenemen
AWBZ Jeugd PV ZIN
1
€ 6.835
€ 6.835
15%
€ 5.810
€ 3.147 Meenemen
AWBZ Jeugd PV PGB
15
€ 9.980
€ 144.715
15%
€ 123.008
€ 66.629 Meenemen
Wmo HHW ZIN
94
€ 2.861
€ 269.859
40%
€ 161.916
€ 87.704 Niet meenemen**
Wmo woonvoorziening
0
€0
€0
Niet meenemen
Wmo-vervoersvoorziening
0
€0
€0
Niet meenemen
Wmo-regiotaxi
0
€0
€0
Niet meenemen
Totaal budget 424 € 2.415.713 € 1.818.949 € 985.264 Budget meegenomen in pilot Schakelplein € 1.861.714 € 1.443.929 € 782.128 * De functies AWBZ BGG en AWBZ KVB worden niet meegenomen in de pilot Schakelpein omdat de invulling daarvan in de dorpsdagvoorzieningen en ZB/MO plaatsvindt. ** De functie HHW ZIN wordt niet meegenomen in de pilot Schakelplein omdat hiervoor het herindicatietraject via Scio verloopt.
3.4 Voorstel In zijn totaliteit wordt een fictief werkbudget van afgerond € 780.000 gereserveerd voor de arrangementen die via de pilot Schakelplein worden ingezet. Hierbij is uitgegaan van de budgetten voor de functie Begeleiding Individueel, Persoonlijke Verzorging, Kortdurend verblijf en de AWBZ-jeugd. De andere functies worden via reguliere indicatiestelling/opdrachtverlening ingezet. De wijze waarop de indicatiestelling/opdrachtverlening door het Schakelplein richting (zorg)aanbieders wordt ingericht, zal door het zorgkantoor in het kader van het reguliere inkooptraject AWBZ voor 2014 ingeregeld worden.
15
4. Pilot Begeleiding groep: dorpsdagvoorzieningen (onderdeel 2) 4.1 Inleiding Op dit moment zijn de volgende dorpsdagvoorzieningen (DDV’s) in Peel en Maas aanwezig c.q. in ontwikkeling:
Naam dagvoorziening
Dorp
Exploiterende organisatie
Betrokken welzijn en zorgaanbieder
DDV De Sprunk
Koningslust
Stichting
Vorkmeer, Proteion
DDV De Ankerplaats
Grashoek
Stichting
Vorkmeer, Proteion
DDV ‘t Erf
Egchel
Stichting
Vorkmeer, Proteion
DDV De Wieksjlaag
Beringe
Stichting
Vorkmeer, Zorggroep
DDV Kerkeböske
Helden
Stichting i.o.
Vorkmeer, Zorggroep
DDV Ringoven
Panningen
Stichting i.o.
Vorkmeer, Zorggroep
DV Ter Borcht
Baarlo
Zorggroep
Vorkmeer, Zorggroep
DV In den Clockenslagh
Maasbree
Zorggroep
Vorkmeer, Zorggroep
DV Hof van Kessel
Kessel
Zorggroep
Vorkmeer, Zorggroep
DV De Merwijck
Kessel
Proteion
Vorkmeer, Proteion
St. Jozef Wonen en Zorg
St. Jozef Wonen en Zorg
DV St. Jozef Wonen en Zorg Meijel
De insteek is dat uiteindelijk alle negen DDV’s onder verantwoordelijkheid komen van vrijwilligers(stichtingen) vanuit het dorp. Op dit moment zijn twee DDV’s al in deze organisatorische vorm operationeel (Grashoek en Koninglust). Verder zijn twee stichtingen opgericht en twee stichtingen in oprichting met de intentie om per 1-12014 als zelfstandige organisatie verder te gaan en de betreffende DDV zelfstandig te beheren. Drie dagvoorzieningen opereren nog onder de hoede van De Zorggroep (DV Ter Borcht, DV In den Clockenslagh, DV Hof van Kessel). Deze dagvoorzieningen worden doorontwikkeld naar een DDV. Lokale werkgroepen van vrijwilligers zijn daar momenteel mee aan de slag. Uitgangspunt is dat elk dorp zijn eigen tempo bepaalt waarop zij de verantwoordelijkheid over kunnen nemen voor de DDV. DV De Merwijck zal verder ingebed worden binnen het dorp, waarbij in deze dagvoorziening aanvullend specifiek de verbinding gelegd wordt tussen de doelgroep ouderen (vanuit Proteion) en mensen met een verstandelijke beperking (vanuit Daelzicht). De dagvoorziening in Meijel, die grotendeels gerund wordt door vrijwilligers, is gehuisvest binnen het Zorgcentrum St. Jozef Wonen en Zorg en zal daar, mede in het kader van de ontwikkeling naar een wijkzorgcentrum, ook gaan fungeren als een DDV. Dit is maatwerk voor het dorp Meijel. De DDV’s die per 1-1-2014 operationeel zijn, willen we meenemen in het gezamenlijk inkoopkader 2014. Voor de dagvoorzieningen die nog niet zo ver zijn blijft de bekostiging vooralsnog via de reguliere inkoop en budgetten van het zorgkantoor lopen. Concreet betekent dit dat we voor de volgende DDV’s met de stichtingen die ze (gaan) beheren een inkooprelatie aangaan voor 2014: • DDV De Sprunk in Koningslust • DDV De Ankerplaats in Grashoek • DDV Kerkeböske in Helden • DDV De Wieksjlaag in Beringe • DDV ’t Erf in Egchel • DDV Ringoven in Panningen De dagvoorzieningen die nu onder De Zorggroep, Proteion en St. Jozef Wonen en Zorg vallen worden meegenomen in het reguliere inkooptraject van het zorgkantoor met de zorgaanbieders. Het betreft: • DV Ter Borcht in Baarlo • DV In den Clockenslagh in Maasbree • DV Hof van Kessel in Kessel • DV De Merwijck in Kessel • DV St. Jozef Wonen en Zorg
16
Inkooprelatie Met de DDV’s die via het gezamenlijk inkoopkader gaan lopen, gaan we bekostigen op basis van beschikbaarheid (aantal dagdelen openstelling). Bekostiging van deze DDV’s vindt dan plaats op basis van een plan en begroting die door de stichting die de DDV (gaat) beheert (beheren) wordt ingediend. Afrekening van het budget vindt aan het einde van het jaar plaats. Plan en begroting van deze DDV’s zijn gebaseerd op de beleidsmatige uitgangspunten van Leven in het Dorp WWZ en meer specifiek de implementatiestrategie. Verder zijn ze gebaseerd op de praktijk van de twee pilots DDV’s in Koningslust en Grashoek. Bekostiging vindt plaats uit: • AWBZ-middelen voor de deelnemers van de betrokken dorpsdagvoorzieningen met een AWBZ-indicatie. • Eigen bijdrage van de deelnemers die geen AWBZ-indicatie hebben. • Pilotmiddelen AWBZ en Wmo/gemeente. 4.2 Analyse deelnemers/dagdelen dagbesteding De huidige aantallen deelnemers/dagdelen van de dagvoorzieningen zijn geïnventariseerd en geanalyseerd. Hierbij is onderscheid gemaakt naar deelnemers/dagdelen met een AWBZ-indicatie en zonder een AWBZ-indicatie. In onderstaande tabel is een aantal gegevens m.b.t. capaciteit en deelnemers weergegeven voor de zes DDV’s i.o. tezamen. Gegevens per dorpsdagvoorziening zijn beschikbaar. Algemene gegevens Capaciteit Maximaal aantal deelnemers per dagdeel Aantal dagdelen per w eek Aantal malen maaltijd per w eek Aantal w eken openstelling Capaciteit deelnemers/dagdelen per w eek Aantal dagdelen op jaarbasis Capaciteit deelnemers/dagdelen op jaarbasis Deelnem ers peildatum juni 2013 Aantal dagdelen AWBZ-geindiceerden per w eek Aantal dagdelen niet-AWBZ-geindiceerden per w eek Totaal aantal dagdelen deelnemers per week Aantal dagdelen AWBZ-geindiceerden per jaar Aantal dagdelen niet-AWBZ-geindiceerden per jaar Totaal aantal dagdelen deelnemers per jaar Gemiddeld aantal deelnemers per dagdeel AWBZ/Niet AWBZ Bereik dagdelen AWBZ geindiceerd Bereik dagdelen niet AWBZ-geindiceerd % AWBZ % niet AWBZ
Totaal DDV
76 30 16 52 392 1560 20384 211 138 349 10972 7176 18148 12 10972 7176 60% 40%
Een aantal aandachtspunten komen naar voren uit de gegevens die voor het inkoopkader van belang zijn: • De openstelling van aantal dagdelen is per dorpsdagvoorziening verschillend. Met name de dagvoorzieningen in de kleine kernen kennen een beperkt aantal dagdelen openstelling. Hiermee is wel de spreiding/toegankelijkheid van de dorpsdagvoorziening per dorp gewaarborgd en wordt optimaal invulling gegeven aan het zelfstandig kunnen blijven functioneren/wonen van kwetsbare burgers in het eigen dorp. • De verdeling tussen AWBZ-geïndiceerde en niet AWBZ-geïndiceerde deelnemers is wisselend. In zijn totaliteit is op dit moment 60% van de dagdelen bezet door AWBZ-geïndiceerden en 40% door niet-AWBZgeïndiceerden. Met name DDV Koningslust, DDV Beringe en DDV Egchel, Overigens geldt dit ook voor een aantal dagvoorzieningen die nu nog onder de Zorggroep vallen, zoals DV Baarlo en DV Kessel. Dit heeft mede te maken met de omvang van het verzorgingsgebied/dorp. Maar ook met de ontwikkelingen in de AWBZ. Op dit moment worden er bijna geen nieuwe indicaties Begeleiding groep afgegeven. Bij nieuwe opzet van een dagvoorziening of vertrek van AWBZ-geïndiceerde deelnemers komen dan ook geen nieuwe AWBZdeelnemers in de betreffende dagvoorziening. • Het gemiddeld aantal deelnemers per dagdeel is ca. 12. Bij sommige dagvoorzieningen van de Zorggroep (met name DV Baarlo en DV Kessel) is het aantal deelnemers overigens lager.
17
4.3 Vervoer Vervoer naar dagvoorzieningen valt nu onder de AWBZ Begeleiding Groep. Nagenoeg alle AWBZ-geïndiceerde deelnemers aan een dagvoorziening voor de doelgroep ouderen hebben ook een AWBZ-indicatie voor vervoer. Sinds 1-1-2013 is op de tarieven voor het AWBZ-vervoer fors bezuinigd. Het vervoer voor minder mobiele mensen naar dagvoorzieningen zijn we in Peel en Maas aan het kantelen. Centraal daarin staat de volgende beleidslijn volgens schema eigen kracht: eerst kijken of men zelf het vervoer kan regelen, vervolgens of het vervoer via het dorpsvervoer ingericht kan worden en als sluitstuk de inzet van professioneel vervoer waar nodig. Hiermee kan het vervoer tegen lagere kosten gerealiseerd worden en kunnen mensen toch nog (tot bepaalde hoogte) kiezen voor dagvoorzieningen buiten de eigen kern. Bovendien sluit dit aan bij de beleidslijn in Peel en Maas waarbij welzijnszorg voor en door elkaar (vrijwilligers) centraal staat en beroepskrachten worden ingezet als het informele netwerk niet toereikend is. Vervoersbewegingen dorpsdagvoorzieningen Inmiddels is dorpsvervoer in Kessel(-Eik), Helden/Egchel/Panningen, Grashoek/Beringe/Koningslust en Meijel actief. Het dorpsvervoer verzorgt naast individueel vervoer ook het vervoer naar de dorpsdagvoorzieningen (en sommige ZB/MO). Bij de dorpsdagvoorzieningen is geïnventariseerd hoeveel vervoersbewegingen per week er zijn voor een AWBZgeïndiceerde deelnemers en niet-AWBZ geïndiceerde deelnemers. Onderstaand is dit voor de zes dorpsdagvoorzieningen (i.o.) weergegeven. Vervoer Aantal vervoersbew egingen AWBZ-geindiceerd per w eek Aantal vervoersbew egingen niet AWBZ-geindiceerd per w eek
Totaal DDV 85 25
Bekostiging dorpsvervoer De bekostiging van het vervoer voor de AWBZ-geïndiceerde deelnemers verloopt ook via de dorpsdagvoorzieningen. Zij ontvangen hiervoor een vergoeding gebaseerd op het AWBZ-tarief voor de AWBZgeïndiceerde deelnemers en bekostigen daaruit de ritten van het dorpsvervoer voor de betreffende AWBZgeïndiceerde deelnemers. De niet AWBZ-geïndiceerde deelnemers kunnen als individu gebruik maken van het dorpsvervoer en betalen hiervoor zelf de gebruikelijke onkostenvergoeding. Vanaf 1-1-2015 zal deze systematiek gelijk getrokken worden voor niet-AWBZ en AWBZ-geïndiceerde deelnemers aangezien de indicatie voor dagbesteding en vervoer dan voor veel mensen verdwijnt. De deelnemers betalen dan allemaal een eigen bijdrage en het dorpsvervoer zal dan, indien nodig, als beschikbaarheidsvoorziening aanvullend gesubsidieerd worden (uit de gedecentraliseerde budgetten voor AWBZ-vervoer). 4.4 Kosten en maatschappelijk rendement Op basis van de ervaringen van Koningslust en Grashoek is voor alle dagvoorzieningen een begroting gemaakt. Deze begrotingen worden ook gebruikt door de andere stichtingen en zullen de basis zijn voor de bekostiging van de dorpsdagvoorzieningen in 2014 en 2015. Onderstaand zijn de totale kosten opgenomen voor de zes dorpsdagvoorzieningen.
18
Begroting
Totaal DDV
KOSTEN Huisvesting Huur Personele kosten/begeleiding Professionele begeleiding Vrijw illigerskosten Externe medische zorg Maaltijd/concum pties Maaltijdkosten Consumpties Kosten Keuken Activiteitkosten Vervoer AWBZ-geindiceerde deelnemers Materialen Bijzondere activiteiten Organisatie en adm inistratie Vergaderkosten stichting Vrijw illigersbijeenkomsten Vrijw illigersopleiding Verzekering Contributies Administratieve kosten Onderhoud/afschrijving inventaris Onvoorzien Onvoorzien/reservering Totale kosten
€ 72.646 € 243.360 € 12.700 € 2.160 € 43.641 € 22.685 € 8.112 € 28.288 € 15.600 € 3.000 € 4.200 € 2.100 € 3.810 € 2.040 € 1.200 € 7.800 € 19.200 € 9.851 € 502.393
Onderstaand zijn de begrotingen omgezet naar kostprijs per dagdeel en enkele kengetallen. Hierbij zijn kengetallen op basis van de huidige AWBZ-kosten en de kosten voor de dorpsdagvoorzieningen in 2014 en 2015 opgenomen.
Kengetallen huidige situatie
AWBZ
AWBZ NZA-tarief maximum per dagdeel AWBZ-tarief Zorgkantoor minimum per dagdeel AWBZ-tarief Zorgkantoor Maxiumum per dagdeel AWBZ-tarief Vervoer per retourrit Fictief Wmo-tarief na decentralisatie (-25%)
Kengetallen 2014
€ 34,99 € 30,38 € 32,90 € 6,75 € 26,24
DDV
Bruto kosten per dagdeel incl. vervoer Eigen bijdrage per dagdeel Netto kosten per dagdeel (bruto m inus eigen bidjrage)
Kengetallen 2015 Bruto kosten per dagdeel incl. vervoer Eigen bijdrage per dagdeel Netto kosten per dagdeel (bruto m inus eigen bijdrage)
€ 27,68 € 1,78 € 25,90
DDV € 27,68 € 5,00 € 22,68
Met de boven weergegeven kostenopzet is de bruto kostprijs van de dorpsdagvoozieningen per dagdeel (aanzienlijk) lager dan de huidige tarieven vanuit de AWBZ (€ 27,68 bruto inclusief vervoer versus ca. € 32,50 tarieven zorgkantoor voor dagbesteding en € 3,37 voor vervoer per dagdeel). Bovendien is de nettoprijs door het vragen van een eigen bijdrage in 2015 nog lager: € 22,68 voor de dorpsdagvoorzieningen. Duidelijk is dat hiermee het financieel én maatschappelijke rendement van de dorpsdagvoorzieningen zeer goed te noemen is. De netto kostprijs is aanzienlijk lager dan de huidige vergoedingen in de AWBZ en zelfs lager dan het te verwachten budget na de decentralisatiebezuiniging. Hiermee kunnen we zelfs met een krapper budget toch meer burgers in een kwetsbare positie ondersteunen in deze collectieve ondersteuningsarrangementen, waarmee we ook de stijgende vraag kunnen blijven bedienen.
19
Bij de doorontwikkeling van de dorpsdagvoorzieningen naar 2015 en verder zal door het implementatieteam richting gegeven worden aan een nog efficiëntere kostenopzet met name via de volgende lijnen: • Streven naar volle dagdelen. Dit geldt overigens met name voor de DV Ter Borcht in Baarlo, DV Hof van Kessel in Kessel en DV De Merwijck in Kessel. • Sturing op capaciteit door uitbreiding van dagdelen/capaciteit pas te subsidiëren als hier aantoonbaar behoefte aan is en geen andere mogelijkheden zijn. Hierbij zal ook gekeken worden naar onderbezetting in naastgelegen dorpsdagvoorzieningen. • Uitbreiding zal primair gezocht worden in de vorm van een huiskamertraject (dagvoorziening zonder beroepskracht) en gefinancierd uit de mogelijke overschotten die de dorpsdagvoorzieningen door een efficiënte exploitatie kunnen opbouwen. • Sturing op de personele lasten van beroepskrachten door middel van afspraken met de partij waar de beroepskrachten in dienst zijn vanuit gemeente Peel en Maas. 4.5 Budgetten Daarnaast zijn ook de budgetten berekend die beschikbaar zijn zowel voor 2014 als voor 2015. Bij de financiële opzet voor het inkoopkader is uitgegaan van de huidige middelen die beschikbaar zijn. In feite zijn dit op dit moment alleen de AWBZ-middelen (voor de AWBZ-geïndiceerde deelnemers) en de eigen bijdrage van de deelnemers, die geen AWBZ-indicatie hebben. De budgetten zijn als volgt berekend: •
AWBZ-budgetten. • 2014. De AWBZ-budgetten voor 2014 zijn gebaseerd op de huidig aantallen dagdelen AWBZ-geïndiceerde deelnemers. Het AWBZ-budget 2014 is gebaseerd op een AWBZ-tarief van 95% van het maximale NZAtarief (inkooptarief Zorgkantoor). • 2015.Het Wmo-budget voor 2015 gebaseerd op de budgetten AWBZ voor de (voormalige AWBZgeïndiceerde deelnemers) minus de decentralisatiekorting. Het te verwachten Wmo-budget is gebaseerd op 75% van het NZA-tarief voor de voormalige AWBZ-geïndiceerde deelnemers. • AWBZ-budget vervoer. Dit is gebaseerd op het huidige AWBZ-tarief van € 6,75 per retourrit voor de AWBZgeindccerde deelnemers o Eigen Bijdrage • Vanaf 1-1-2015 betalen in principe alle deelnemers een rechtreekse eigen bijdrage, aangezien de dagbesteding dan geen individuele voorziening (maatwerkvoorziening) meer is. Hiervoor geldt dan ook niet meer dat deelnemers een eigen bijdrage via het CAK betalen. De dagvoorzieningen betreffen dan een algemene voorziening, waarvoor de gemeente een eigen bijdrage naar eigen inzicht mag vragen. Dit is eigenlijk conform de aanpak zoals we dit nu al doen voor de niet-AWBZ-geïndiceerde deelnemers. • Verhoging eigen bijdrage. De eigen bijdrage voor niet AWBZ-geïndiceerde deelnemers is op dit moment (2013) € 8 per dag. Passend in de nieuwe Wmo is dat mensen zoveel als mogelijk ook zelf bijdragen aan hun zelfredzaamheid. Een gefaseerde verhoging van de eigen bijdrage naar € 10 per dag in 2015 is in dit licht bezien dan ook logisch. De deelnemers ontvangen binnen de dorpsdagvoorzieningen immers een hele dag activiteiten incl. een maaltijd en consumpties. Afdekking van een deel van de kosten vanuit een eigen bijdrage is dan ook normaal. Bovendien zien we nu soms een beweging dat mensen hun AWBZ-indicatie teruggeven om vervolgens zonder indicatie tegen een lagere eigen bijdrage te gaan deelnemen. Een geleidelijke verhoging van de eigen bijdrage naar 2015 is dan ook wenselijk om meer evenwicht te krijgen in de eigen bijdrage versus bekostiging uit gemeenschapsgeld en daarmee de betaalbaarheid van de infrastructuur van de dorpsdagvoorzieningen in stand te houden, temeer daar de behoefte de komende jaren door de vergrijzing nog verder zal stijgen. Dit betekent dat we in 2014 een eiegen bijdrage vragen van € 9,-- per dag (€ 1,-- hoger dan in 2013).
4.6 Dekking kosten Onderstaand is voor zowel 2014 als voor 2015 het beschikbare budget weergegeven. Tevens is dit afgezet tegen de kosten en is het saldo/resultaat aangegeven. Uit het overzicht komt naar voren dat er in zijn totaliteit een tekort is van ca. € 75.000 voor de DDV’s in 2014. Voor alle duidelijkheid: dit wordt veroorzaakt doordat de budgetten ‘slechts’ gegenereerd worden uit een beperkt deel van de deelnemers (voormalige AWBZ-deelnemers: 60% van het aantal dagdelen), terwijl de kosten gemaakt worden voor alle deelnemers. Het maatschappelijk en financieel rendement is dus veel groter: met dekking vanuit 60% van de deelnemers kan 85% van de kosten in 2014 gedekt worden. Voor 2015 komt daar naar verwachting nog eens de bezuiniging van 25% bij. Maar ook hier geldt dat met een budget dat gebaseerd is op 60% van het aantal dagdelen een groter rendement gehaald kan worden: 83% van de kosten wordt gedekt. Bovenstaande geldt voor de zes DDV’s die in het inkoopkader 2014 meegaan.
20
Dekking 2014
Totaal DDV
Inkom sten AWBZ dagbesteding 2014 Bijdrage AWBZ/Zorgkantoor vervoer Eigen bijdrage niet-AWBZ-geindiceerde deelnemers 2014 Eigen bijdrage deelnemers vervoer (AWBZ-geindiceerden) Totaal
€ 364.715 € 29.791 € 32.292 €0 € 426.798
Kosten Kosten 2014
€ 502.393
Saldo AWBZ 2014 Dekkingspercentage (inkomsten/kosten)
-€ 75.595 85%
Dekking 2015
Totaal DDV
Inkom sten Budget Wmo (=75% AWBZ tarief van AWBZ-geindiceerden) Budget Wmo vervoer (o.b.v. AWBZ-geindiceerden) Eigen bijdrage alle deelnemers 2015 Eigen bijdrage deelnemers vervoer (AWBZ-geindiceerden) Totaal
€ 287.933 € 29.791 € 90.740 € 8.840 € 417.304
Kosten Kosten 2015
€ 502.393
Saldo Wmo 2015 Dekkingspercentage (inkomsten/kosten)
-€ 85.089 83%
4.7 Voorstel Duidelijk is dat een groot deel van de kosten opgevangen kan worden met de (huidige AWBZ-budgetten, zelfs als daar een decentralisatiekorting van 25% in 2015 bij komt). Het tekort dat resteert kan afgedekt worden door middel van prioritering AWBZ- en Wmo-middelen. Zoals in de implementatiestrategie is aangegeven vormen de collectieve dagvoorzieningen immers het hart van onze ondersteuningsstructuur, aangezien het voorzieningen betreft die midden in de lokale samenleving staan en sterk bijdragen aan zorg voor elkaar binnen de dorpsgemeenschap. Ontmoeting, zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren in eigen dorp van kwetsbare burgers wordt hiermee versterkt. Bovendien is de kostenefficiency en maatschappelijk rendement van dit soort algemene voorzieningen, uitgevoerd door het dorp, aanzienlijk hoger dan de professionele individuele begeleiding en ondersteuning. De komende jaren zal dan ook in het Schakelplein bij het samenstellen van de ondersteuningsarrangementen een verschuiving plaats moeten vinden van (minder) individuele ondersteuning naar meer algemene collectieve ondersteuning. Wat betreft de eigen bijdrage van de niet-AWBZ-geïndiceerde deelnemers is het voorstel om het tarief eigen bijdrage voor 2014 vast te stellen op € 9 per dag (verhoging van € 1 t.o.v. 2013). Voor afdekking van het tekort wordt voorgesteld om: • Voor 2014 kan dit tekort aangevuld worden uit pilotmiddelen vanuit de AWBZ, mede op basis van overschot rechtstreekse inkoop ZB/MO (zie hoofdstuk 5 en 6). • Vanaf 2015 zal dit binnen de gehele Wmo-begroting van de gemeente Peel en Maas geprioriteerd moeten worden van individuele ondersteuning naar de collectieve dagvoorzieningen. In zijn totaliteit betekent dit voor 2014 een bijdrage van het zorgkantoor uit de AWBZ-budgetten dagbesteding en vervoer van afgerond € 395.000 voor de zes dorpsdagvoorzieningen. Het tekort van afgerond € 75.000 kan dan uit pilotgelden (onderdeel 4) gefinancierd worden (tezamen dus afgerond € 470.000).
21
5. Pilot Begeleiding groep: zorgboeren en maatschappelijk ondernemers (onderdeel 3) 5.1 Inleiding Op dit moment zijn de volgende zorgboerderijen/maatschappelijk ondernemers in Peel en Maas, waar actief mee samengewerkt wordt in het kader van de implementatiestrategie: • De Odahoeve bij Kessel • Katsberg bij Meijel • Kaate bij Helden • Dubbroek bij Maasbree • Paddestool bij Maasbree • De Fabriek bij Maasbree • Peetershof bij Panningen • Vinea Cura bij Beringe • Zorg Pony Menno bij Helden • Hoeve de Braamhorst bij Baarlo Andere zorgboerderijen/maatschappelijk ondernemers opereren binnen de domeinen Jeugd en werk/re-integratie. De komende jaren zal bij de integrale aanpak van de 3 D’s de samenwerking en afstemming met deze partijen gezocht worden. Dit inkoopkader voor 2014 richt zich echter specifiek op de ZB/MO, die binnen de AWBZ/Begeleiding Groep werken. De ZB/MO opereren veelal als onderaannemer van diverse zorgaanbieders. De inkoop van deze dagbesteding in Zorg in Natura geschiedt door het Zorgkantoor via de zorgaanbieders. Ook werkt een aantal ZB/MO zelfstandig met louter PGB’s. Deze dagbesteding via PGB wordt rechtstreeks door de deelnemer ‘ingekocht’ bij de ZB/MO op basis van het budget dat de deelnemer ontvangt vanuit de (landelijke) afdeling PGB van het Zorgkantoor. Gemeente en zorgkantoor willen voor 2014 zoveel als mogelijk de inkoop van dagbesteding rechtstreeks gaan inkopen bij ZB/MO. In ieder geval wordt door gemeente en zorgkantoor voor alle ZB/MO afgestemd ten aanzien van planning van de volumes en budgetten. De daadwerkelijke inkooprelatie met de ZB/MO zal niet in zijn geheel vanuit het gezamenlijk inkoopkader kunnen lopen. Voor een deel zal de inkoop via het reguliere AWBZ-kanaal moeten blijven lopen. Redenen hiervoor zijn: • Wijze van verstrekking: PGB/ Zorg in Natura. De PGB’s worden landelijk verstrekt aan de deelnemers, die dan zelf de dagbesteding inkopen bij de ZB/MO. Inkoopbeleid van PGB’s is vanuit het gezamenlijk inkoopkader van gemeente Peel en Maas en Zorgkantoor op dit moment niet te sturen, zeker gezien de stringente richtlijnen die hiervoor op dit moment landelijk gelden. Voor 2014 kunnen we dan ook de PGB’s niet meenemen in het gezamenlijk inkoopkader. Vanaf 2015 kan de gemeente zelf beleid ten aanzien van PGB’s ontwikkelen en daarmee wel rechtstreeks sturing geven aan de inkoop/verstrekking van PGB’s aan deelnemers. • Doelgroepen: De ZB/MO bedienen verschillende doelgroepen: ouderen, mensen met een verstandelijke (VG), lichamelijke (LG) en psychische (PSY) beperking of de specifieke doelgroep jeugd. In de extramurale AWBZfunctie Begeleiding Groep wordt voor de doelgroepen VG en LG onderscheid gemaakt naar verschillende zorgzwaarte. Het betreft Licht, Middel en Zwaar. We gaan er in de berekeningen vanuit dat alleen de deelnemers met een lichte zorgzwaarte overkomen naar de Wmo. De andere mensen met een zwaardere beperking blijven binnen de zogenaamde kern-AWBZ. Waar precies de grens komt te liggen is nog niet duidelijk. • In Peel en Maas trekken gemeente en zorgkantoor gezamenlijk op in beleidsvorming en afstemming ten aanzien van de inkoop van intramurale en zwaardere AWBZ en Wmo-ondersteuning. Dit zullen we ook blijven doen. Wel zal de daadwerkelijke inkoop straks via beide beleidstrajecten moeten blijven lopen. D.w.z. alle Wmo-deelnemers via de gemeente en de deelnemers vanuit de kern-AWBZ via het zorgkantoor (dat mogelijk op termijn opgaat in de zorgverzekeraar). • Concreet betekent dit dat we in 2014 bij de inkoop van dagbesteding bij ZB/MO wel afstemmen over alle deelnemers, maar de daadwerkelijke inkoop via het voorliggende inkoopkader alleen betrekking heeft op: o de doelgroepen ouderen o mensen met een psychische beperking o de doelgroep VG Licht. • De doelgroep VG middel en zwaar blijft via het reguliere inkooptraject van het Zorgkantoor lopen. Dat geldt ook voor de gehele doelgroep LG, mede gezien het feit dat de deelnemers van Braamhorst onder verantwoordelijkheid van SGL vallen en de activiteitencentra van SGL vooral een regionale functie hebben en deels deelnemers vanuit de gemeente Peel en Maas bedienen.
22
Concreet betekent dit dat we met de volgende ZB/MO een inkooprelatie aangaan vanuit het gezamenlijk inkoopkader voor 2014 voor de dagbesteding in natura voor de doelgroepen die overkomen naar de Wmo: • De Odahoeve voor Zorg in Natura doelgroep ouderen • Katsberg voor Zorg in Natura doelgroep ouderen • Kaate voor Zorg in Natura doelgroep VG licht en doelgroep Psy • Dubbroek voor Zorg in Natura doelgroep VG licht en doelgroep Psy • Paddestool voor Zorg in Natura doelgroep ouderen • De Fabriek voor Zorg in Natura doelgroep ouderen en doelgroep VG licht en doelgroep Psy • Vinea Cura voor Zorg in natura voor doelgroep VG licht en doelgroep Psy Voor de andere ZB/MO loopt de inkooprelatie deels via het reguliere kanaal van de zorgaanbieders (AWBZ) voor de zwaardere doelgroepen. • Dubbroek (deels) • Kaate (deels) • Fabriek (deels) • Braamhorst (geheel via zorgaanbieder) • Peetershof (geheel via zorgaanbieder) De PGB’s regelen de ZB/MO zelf met de deelnemers. Het betreft: • Odahoeve (deels PGB) • Katsberg (deels PGB) • Kaate (deels PGB) • Dubbroek (deels PGB) • Paddestool (deels PGB) • Zorgpony Menno (geheel PGB) Inkooprelatie Met de ZB/MO’s die via het gezamenlijk inkoopkader gaan lopen, gaan we een inkooprelatie aan voor een pilotjaar. Bekostiging van deze ZB/MO’s vindt plaats op basis van dagdelen, waarbij afrekening plaatsvindt op basis van de daadwerkelijk gerealiseerde dagdelen. Bekostiging is op basis van de huidige AWBZ-middelen voor de AWBZ-geïndiceerde deelnemers aan de betrokken ZB/MO. Afstemming met de planning van de dagbesteding die via de AWBZ blijft lopen, vindt plaats in het gezamenlijk inkoopkader van gemeente en zorgkantoor. 5.2 Analyses deelnemers/dagdelen dagbesteding De huidige aantallen deelnemers van de ZB/MO zijn geïnventariseerd en geanalyseerd. Hierbij is onderscheid gemaakt naar deelnemers/dagdelen met een PGB en met ZiN. Daarnaast is onderscheid gemaakt naar doelgroepen. Gedetailleerde gegevens per ZB/MO zijn beschikbaar. In onderstaande tabel is een aantal gegevens m.b.t. capaciteit en deelnemers weergegeven voor zowel de onderdelen, die binnen het inkoopkader vallen als de onderdelen die er vooralsnog buiten vallen.
23
Algemeen
Totaal
Huidige productie op jaarbasis (peildatum juni 2013) Huidige productie op jaarbasis volgens opgave juni 2013 Huidige bezetting t.o.v. maximale capaciteit Huidige productie ZiN Huidige productie PGB % productie ZiN % productie PGB Gemiddeld aantal deelnemers per dagdeel
Totaal ZB/MO 47268 80% 41028 6240 87% 13% 11
Norm daadw erkelijke productie (=95%) Norm daadw erkelijke productie PGB Norm daadw erkelijke productie ZiN Norm daadw erkelijke productie totaal
Totaal ZB/MO 5928 38977 44905
Deelnem ers/dagdelen per w eek peildatum juni 2013 Totaal ZB/MO Deelnemer/dagdelen zonder AWBZ-indicatie 16 Deelnemers met PGB 120 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Ouderen 470 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten licht 94 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten midden 42 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten zw aar 56 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten licht 0 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten midden 75 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten zw aar 0 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Visueel Gehandicapten 0 Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Psychische beperking 36 Totaal 909 Dagdelen per w eek zonder indicatie 16 Dagdelen per w eek PGB 120 Dagdelen per w eek ZiN Wmo 600 Dagdelen per w eek ZiN kern AWBZ 173 Dagdelen per jaar zonder indicatie 790 Dagdelen per jaar PGB 5928 Dagdelen per jaar ZiN Wmo 29640 Dagdelen per jaar ZiN kern AWBZ 8546 Herkom st deelnem ers in dagdelen Peel en Maas Buiten Peel en Maas Totaal % Peel en Maas % Buiten Peel en Maas
Totaal ZB/MO 405 466 871 46% 54%
Een aantal aandachtspunten komen naar voren uit de gegevens die voor het inkoopkader van belang zijn: • De verdeling PGB/ Zorg in Natura. In zijn totaliteit verloopt 13% van het volume via een PGB. De verschillen tussen de ZB/MO zijn groot. Zorgpony Menno heeft 100% PGB, Odahoeve 32%. Kaate, Dubbroek en Paddestool 12-14%. De rest heeft geen of heel geringe productie PGB. • De omvang van de productie is wisselend. Een aantal ZB/MO hebben een behoorlijk volume, d.w.z. 8 of meer dagdelen openstelling met ca. 15 deelnemers per dagdeel. Een andere groep heeft 8 dagdelen met gemiddeld ca. 8 deelnemers per dagdeel. Vinea Cura en Peetershof heeft slechts een beperkt aantal deelnemers. • Diversiteit van doelgroepen. Binnen de ZB/MO in Peel en Maas in zijn totaliteit worden alle doelgroepen bediend, met daarbij ook een diversiteit aan activiteiten. Odahoeve, Katsberg, Paddestool richten zich vooral op ouderen. Dubbroek, Kaate, Peetershof en Vinea Cura richten zich vooral op mensen met een verstandelijke of psychische beperking. De Fabriek heeft vooral ouderen maar ook enkele deelnemers met een beperking. Braamhorst richt zich specifiek op mensen met een lichamelijke beperking. Zorgpony Menno richt zich op jeugd met een gedragsmatige/psychische beperking. • Deelnemers uit Peel en Maas en daarbuiten. De deelnemers van de ZB/MO komen uit een groter verzorgingsgebied dan Peel en Maas. Dit heeft deels te maken met de specifieke activiteiten/dagbesteding die op de ZB/MO wordt aangeboden (en niet in iedere gemeente aanwezig zijn) en deels met de historische afspraken die zorgaanbieders hebben gemaakt met de ZB/MO voor hun cliënten. In zijn totaliteit komt ongeveer de helft van de deelnemers uit Peel en Maas en de helft van daarbuiten. In het inkoopkader 2014 24
van gemeente Peel en Maas en Zorgkantoor worden alle deelnemers aan de ZB/MO ongeacht hun woonplaats meegenomen. Voor de situatie na 1-1-2015 worden in regionaal verband met de andere gemeenten afspraken gemaakt. Ook zal door de ZB/MO zelf een strategie ontwikkeld moeten worden ten aanzien van hun verzorgingsgebied. 5.3
Analyse kosten
Voor de ZB/MO zijn de huidige vergoedingen in beeld gebracht, die zij ontvangen van de zorgaanbieders, c.q. PGB-houders. Deze zijn beschouwd als basis voor de huidige kosten. De ZB/MO ontvangen op dit moment een vergoeding per dagdeel vanuit de zorgaanbieders waar zij bij zijn aangesloten. De zorgaanbieders ontvangen een budget op basis van de afspraken met het zorgkantoor. De zorgaanbieders maken prijs- en volume-afspraken met de ZB/MO en opereren op die manier feitelijk als inkoper namens het zorgkantoor richting de onderaannemers. Daarmee is er geen sturing op volumes en tarieven door het Zorgkantoor naar de partijen die de daadwerkelijke dagbesteding uitvoeren. Bovendien houden zorgaanbieders hiermee een deel van het budget voor zichzelf, aangezien niet het gehele tarief wordt doorgesluisd naar de onderaannemers. In ons inkoopkader willen we deze schakel van de zorgaanbieders er uithalen en rechtstreeks de dagbesteding inkopen bij de ZB/MO. Zie voor een beschrijving van de huidige constructie hoofdstuk 8 Onderstaand is de vergoeding weergegeven die de ZB/MO gemiddeld ontvangen van de zorgaanbieders. Daarnaast is de huidige vergoeding van zorgkantoor aan de zorgaanbieders weergegeven alsmede het maximaal NZA-tarief. Vergoedingen aan ZB/MO
Deelnemer zonder AWBZ-indicatie deelnemers met PGB Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Ouderen Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten licht Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten midden Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten zw aar Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten licht Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten midden Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten zw aar Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Visueel Gehandicapten Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Psychische beperking
Gem iddelde vergoeding ZB/MO € 25,00 € 58,10 € 26,38 € 27,90 € 31,14 € 40,29 € 0,00 € 49,25 € 0,00 € 0,00 € 28,60
NZA-tarief
€ 0,00 € 46,77 € 34,99 € 37,27 € 47,18 € 72,59 € 47,59 € 53,84 € 57,66 € 37,10 € 37,27
Gem iddeld tarief inkoop zorgkantoor
Verschil ZB/MO t.o.v. NZA
€ 0,00 n.v.t. € 46,77 124% € 31,64 75% € 36,56 75% € 46,29 66% € 72,59 56% € 0,00 0% € 52,55 91% € 56,29 0% € 0,00 0% € 0,00 77%
Een aantal aandachtspunten komt naar voren: • Het NZA tarief voor PGB is hoger dan het tarief Zorg in Natura. De PGB-tarieven die de ZB/MO vragen verschillen sterk.dit PGB tarief is wel inclusief vervoer. • Duidelijk is dat de vergoeding die de ZB/MO ontvangen van de zorgaanbieders lager is dan de AWBZ-tarieven die het zorgkantoor aan de zorgaanbieders vergoed. De tarieven tussen de ZB/MO verschillen, maar gemiddels is het tarief dat de ZB/MO ontvangen van de zorgaanbeiders ca. 25% lager dan het NZA-tarief. • De tarieven die het zorgkantoor heeft afgesproken met de zorgaanbieders zijn ook verschillend. Met name de tarieven voor de dagbesteding ouderen is aanzienlijk lager dan het NZA-tarief. Voor de dagbesteding voor andere doelgroepen geldt dit niet. Tarieven inkoopkader 2014 Bij de berekening van de rechtstreekse inkoop van de ZB/MO in 2014 zullen we een maximumtarief hanteren dat gebaseerd is op het mogelijke toekomstig Wmo-budget, zijnde 75% van het NZA-tarief. Deze tarieven liggen in de buurt van de huidige vergoedingen die de ZB/MO ontvangen, waarmee de exploitatie van de ZB/MO dan ook niet onder druk komt te staan en we wel al voorsorteren op de budgetten die wij in 2015 ontvangen. Zie onderstaande maximumtarieven die we hanteren voor de inkoop in 2014.
25
Tarief 2014 inkoopkader = 75% van Nza-tarief Deelnemer zonder AWBZ-indicatie Deelnemer met PGB Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Ouderen Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten licht Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten midden Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Verstandelijk Gehandicapten zw aar Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten licht Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten midden Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Lichamelijk Gehandicapten zw aar Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Visueel Gehandicapten Deelnemers met AWBZ indicatie dagbesteding Psychische beperking
€ 35,08 € 26,24 € 27,95 € 35,39 € 54,44 € 35,69 € 40,38 € 43,25 € 27,83 € 27,95
Planning volumes In bovenstaande berekening is uitgegaan van de huidige volumes/dagdelen. Wens van een aantal ZB/MO is om verder uit te breiden in capaciteit. Gezien de onzekerheid over de toekomstige Wmo budgetten en regelgeving én de mogelijkheid die we willen behouden om ook nieuwe soort collectieve ondersteuning in de toekomst te laten ontwikkelen, zullen we op dit moment niet tot uitbreiding van de reguliere ZB/MO-capaciteit overgaan. Vandaar dat we in deze pilot uit zullen gaan van de huidige volumes. Via de persoonlijke arrangementen in de pilot Schakelplein is nog een instroom te verwachten van nieuwe deelnemers. Hiervoor zullen we een deel van de overschotten als een maatwerkbudget beschikbaar houden, zodat we ook in 2014 nieuwe deelnemers een plek kunnen bieden in een dagvoorziening, die het best passend is bij hun ondersteuningsvraag (dorpsdagvoorziening of ZB/MO of elders). Tegelijkertijd willen we een uitvraag doen voor innovatieve pilotvoorstellen, waarmee ook in 2014 innovatie in collectieve ondersteuning mogelijk is en wij vanuit het implementatieteam sturing hebben op de capaciteit en aard van de dagbestedingsarrangementen, passend bij de behoefte die binnen Peel en Maas is of de komende jaren ontstaat, mede vanuit de drie decentralisaties. 5.4
Budgetten en dekking
Budgetten De budgetten die beschikbaar zijn, zijn berekend voor zowel 2014 als voor 2015. Hierbij is uitgegaan van de huidige middelen die beschikbaar zijn. In 2014 zijn dit alleen de AWBZ-middelen (voor de AWBZ-geïndiceerde deelnemers). In 2015 komen daar de eigen bijdrage van de deelnemers bij. De budgetten zijn als volgt berekend: • AWBZ-budgetten. o De AWBZ-budgetten voor 2014 vanuit het Zorgkantoor gebaseerd op de dagdelen AWBZgeïndiceerde deelnemers. Het AWBZ-budget 2014 is gebaseerd op een AWBZ-tarief van 95% van het maximale NZA-tarief voor de doelgroep ouderen en 98% van het NZA-tarief voor andere doelgroepen. o 2015.Het Wmo-budget voor 2015 gebaseerd op de budgetten AWBZ voor de (voormalige AWBZgeïndiceerde deelnemers) minus de te verwachten decentralisatiekorting. Het te verwachten Wmobudget is gebaseerd op 75% van het NZA-tarief voor de voormalige AWBZ-geïndiceerde deelnemers. • Eigen bijdrage o In 2014 zijn geen inkomsten uit eigen bijdrage. Alle deelnemers hebben een AWBZ-indicatie en dragen een eigen bijdrage af via het CAK. o In 2015 wordt wel een eigen bijdrage gevraagd aan de deelnemers. De eigen bijdrage voor 2015 is in de berekening gesteld op een eigen bijdrage van € 10 per dag, zoals bij de dorpsdagvoorzieningen. • AWBZ-budget vervoer. Dit is gebaseerd op het huidige AWBZ-tarief voor de geïndiceerde deelnemers, die niet zelf in hun vervoer kunnen voorzien. Dekking Onderstaand is voor zowel 2014 als voor 2015 het beschikbare budget weergegeven (op basis van een AWBZtarief van 95% van het maximale NZA-tarief voor de doelgroep ouderen en 98% van het NZA-tarief voor andere doelgroepen). Tevens is dit afgezet tegen de kosten op basis van het tarief dat wij voor 2014 hanteren en wordt het saldo/resultaat duidelijk. Hierbij zijn alleen de onderdelen opgenomen, die we in 2014 in het inkoopkader meenemen. De andere onderdelen lopen immers via het reguliere traject van (kern) AWBZ en PGB. Uit het overzicht hieronder komt naar voren dat er in zijn totaliteit in 2014 een overschot is van ca. € 217.000 voor de deelnemers die via het inkoopkader lopen. Dit is te verklaren doordat de kosten voor de zorgaanbieders er tussen uit vallen en dus rechtstreeks tegen een lager tarief bekostigd wordt bij de ZB/MO. Bovendien hebben de ZB/MO alleen maar AWBZ-geïndiceerde deelnemers, waarmee dus ook voor nagenoeg 100% van de deelnemers de huidige AWBZ-budgetten beschikbaar zijn. 26
Met deze tarieven uit het inkoopkader 2014 kan de korting van 25% die vanaf 1-1-2015 bij overheveling naar de Wmo komt opgevangen worden. Bovendien kunnen vanaf 1-1-2015 inkomsten uit de eigen bijdrage van de deelnemers meegenomen worden. Waarmee dus ook een positief saldo zou resteren (bij eigen bijdrage alle deelnemers, ca. € 150.000,--) In 2015 geldt wel dat de gemeente Peel en Maas alleen een eigen bijdrage ontvangt van de deelnemers uit de gemeente Peel en Maas, aangezien iedere gemeente zelf een eigen bijdragebeleid kan ontwikkelen. Dekking
Totaal
Budgetten AWBZ 2014 Budget dagbesteding deelnemers inkoopkader Budget vervoer deelnemers inkoopkader Totaal budget deelnem ers inkoopkader
€ 1.006.339 € 83.103 € 1.089.442
Budgetten 2015 (=75% van AWBZ) Budget dagbesteding deelnemers inkoopkader Budget vervoer deelnemers inkoopkader Subtotaal budget deelnemers inkoopkader Eigen bijdrage deelnemers inkoopkader Totaal budget deelnem ers inkoopkader
€ 788.809 € 83.103 € 871.913 € 152.152 € 1.024.065
Kosten op basis Tarief inkoopkader 2014 Kosten totaal deelnemers inkoopkader Kosten vervoer deelnemers inkoopkader Totaal kosten deelnem ers inkoopkader
€ 788.809 € 83.103 € 871.913
Saldo 2014 Saldo totaal deelnemers inkoopkader Saldo vervoer deelnemers inkoopkader Saldo kosten deelnem ers inkoopkader
€ 217.530 €0 € 217.530
Saldo 2015 Saldo totaal deelnemers inkoopkader incl. eigen bijdrage Saldo vervoer deelnemers inkoopkader Saldo kosten deelnem ers inkoopkader
€ 152.152 €0 € 152.152
5.5 Voorstel Duidelijk is dat de subsidiëring van ZB/MO ruim binnen de huidige AWBZ-budgetten blijft, zelfs als daar een decentralisatiekorting van 25% in 2015 bij komt. Het overschot kan aangewend worden voor de verdere uitbreiding en innovatie van collectieve ondersteuning, passend bij de ondersteuningsbehoefte van de kwetsbare burgers in Peel en Maas. In zijn totaliteit betekent dit voor 2014 een bijdrage van het zorgkantoor uit de AWBZ van afgerond € 1.090.000 zijnde € 870.000 AWBZ-budget voor de dagbesteding en vervoer van de ZB/MO en € 217.000 voor innovatie en maatwerkbudget.
27
6. Pilot innovatie en maatwerk in collectieve ondersteuning (onderdeel 4) 6.1 Inleiding In hoofdstukken 4 en 5 is aangegeven welke onderdelen van de huidige AWBZ- Begeleiding groep we in 2014 via de pilot inkoopkader willen vormgeven. We zijn daarbij uitgegaan van de volumes en partners in de huidige situatie. We kiezen er hiermee voor om de continuïteit van de dagbesteding/begeleiding groep in deze pilot- en overgangsfase te waarborgen en te voorkomen dat de bestaande infrastructuur, waarin afgelopen jaren door Zorgkantoor, gemeente en de netwerkpartners in geïnvesteerd is, onder druk komen te staan. En daarmee de continuïteit van ondersteuning aan burgers in een kwetsbare positie. Reguliere uitbreiding van volumes is op dit moment gezien de onzekerheid over de toekomstige wet- en regelgeving en budgetten niet aan de orde. Ook is op dit moment nog onvoldoende zicht op mogelijke wijzigingen die in de vraag naar collectieve ondersteuning kunnen gaan ontstaan, na de decentralisaties per 1-1-2015. Dit zal een vraag naar andere vormen van collectieve ondersteuning zijn, maar ook toename/afname van de vraag naar specifieke collectieve ondersteuning, bijv. doordat deelnemers van buiten Peel en Maas wellicht op termijn zo dichtbij als mogelijk (lees: in eigen gemeente) ondersteund gaan worden. Daarnaast verwachten wij een stijgende én veranderende behoefte aan collectieve ondersteuning. Groei in behoefte als gevolg van vergrijzing (doelgroep ouderen), extramuralisering (doelgroep ouderen en mensen in een kwetsbare positie) en afschaffing van ZZP 1-3 en deels 4 (Zorg Zwaarte Pakket). Deze maatschappelijke ontwikkelingen zullen zorgen voor een toenemende behoefte aan collectieve ondersteuning in Peel en Maas en dat mensen langer zelfstandig in de eigen omgeving blijven leven. Ook willen we via het arrangeerdeel van Schakelplein de kanteling maken van (minder) individuele voorzieningen naar (meer) collectieve voorzieningen. Naar verwachting zal de vraag via het arrangeerdeel van Schakelplein naar collectieve arrangementen de komende jaren toenemen. Om deze ontwikkelingen, enerzijds groeiende behoefte, anderzijds versterken van flexibiliteit en diversiteit in collectieve ondersteuning, in 2014 verantwoord vorm te geven wenden we een budget aan voor: • Maatwerk collectieve ondersteuning • Innovatie collectieve ondersteuning Dit maatwerk en innovatie kunnen bekostigd worden uit het positief saldo dat vrijkomt door de directe bekostiging van de ZB/MO het innovatiebudget en vanuit het Wmo-budget DDV. In onderstaande tabel is aangegeven waar dit budget uit is opgebouwd en hoe we dit willen verdelen over beide onderdelen. Aanwending resultaat 2014 Saldo 2014 inkoop AWBZ ZB/MO Wmo-budget DDV Totaal budget Maatwerk/innovatie
€ 217.000 € 35.000 € 252.000
Budget maatwerk 2014 – voorstel aanwending T.b.v. dekking tekort dorpsdagvoorzieningen 2014 T.b.v. nieuwe deelnemers/maatwerk/innovatie
€ 75.000 € 175.000
6.2 Maatwerk collectieve ondersteuning Dit budget willen we reserveren om uitbreiding van aantal dagdelen en deelnemers in 2014 mogelijk te maken, indien (nieuwe) deelnemers een vorm van collectieve ondersteuning via een dorpsdagvoorziening of ZB/MO nodig hebben. Uit het maatwerkbudget zal ook het tekort gedekt worden van de DDV’s, aangezien de dorpsdagvoorzieningen als beschikbaarheidsvoorzieningen ook niet AWBZ-geindiceerde deelnemers ondersteunen. Inzet van het overig deel van het maatwerkbudget voor nieuwe deelnemers (geschiedt via een persoonlijk arrangement vanuit het Schakelplein d.w.z. “indicatie” voor de kwetsbare burger en aanmelding bij dagvoorziening). Met dit budget kunnen we flexibele inspelen op veranderende behoeften, die zich in 2014 voordoen én kunnen we ook in 2014 collectieve ondersteuning aanbieden aan nieuwe deelnemers (kwetsbare burgers), die nu nog geen indicatie hebben.
28
6.3 Innovatie collectieve ondersteuning Om al in 2014 in te spelen op de te verwachten veranderende behoefte, willen we de flexibiliteit en diversiteit in collectieve ondersteuning, versterken. Dit willen we doen door een uitvraag onder (groepen) burgers en netwerkpartners te doen naar pilotprojecten, die concreet invulling geven aan nieuwe collectieve ondersteuningsarrangementen. Het doel van het innovatiekader is om: • In 2014 nieuwe vormen van collectieve ondersteuningsarrangementen en welzijnszorg te (laten) ontwikkelen door (groepen) burgers (in een kwetsbare positie) en netwerkpartners in de Dialoog in de Gouden Driehoek, die in principe bestaande producten en voorzieningen deels kunnen vervangen, zonder dat een overcapaciteit wordt gecreëerd of ‘meer van hetzelfde’. • In 2014 beter inzicht te krijgen in de daadwerkelijke behoefte en haalbaarheid van nieuwe collectieve arrangementen, mede als input voor de verdere ontwikkeling van toekomstbestendigheid in 2015 en verder. Budget Innovatiekader Voor deze innovatiepilots hebben we in zijn totaliteit € 125.000 voor één jaar beschikbaar. Dit budget is het subsidieplafond. Voor de innovatieprojecten hanteren we in principe een maximumbudget van € 12.500 per pilotvoorstel. Daarin zijn we niet op zoek naar alleen grotere projecten die een maximale bijdrage vragen maar zeker ook naar kleinschaligere pilots. Beoordelingscriteria De projectvoorstellen zullen we aan de hand van algemene en inhoudelijke criteria beoordelen. Algemene criteria • Innovatie, c.q. (gedeeltelijke) vervanging bestaand aanbod en onderscheidend t.o.v. bestaand aanbod die een beweging in zich heeft van (minder) individueel naar (meer) collectieve arrangementen. • Marktpotentie, d.w.z.: aantoonbare en duurzame behoefte en concrete belangstelling van burgers/deelnemers. • Bijdrage aan maatschappelijk rendement, d.w.z. optimale inzet van middelen en efficiency. In een financiële paragraaf moet de optimale inzet duidelijk worden gemaakt. Zo mogelijk in relatie tot de vervanging van het bestaande aanbod. • Een duurzame organisatie en exploitatie van de activiteit. • Afstemming/samenwerking met andere (groepen) burgers en netwerkpartners in de Dialoog in de Gouden Driehoek. • Afstemming/samenwerking met andere gemeenten voor mogelijke deelnemers van buiten Peel en Maas. • Cofinanciering door proactief op zoek te gaan naar andere financieringsstromen of bijdragen in natura. Inhoudelijke criteria • Bijdragen aan de inhoudelijke doelstellingen van Leven in het Dorp WWZ en de implementatiestrategie begeleiding specifiek: o Inbedding in lokale gemeenschap en zoveel als mogelijk in partnership met lokale netwerkpartners. o Bijdrage aan verbinding formele en informele welzijnszorg. o Bijdrage aan versterking regie van burger (in een kwetsbare positie). • Bijdragen aan integrale aanpak 3 D’s, bijv. door: o Bijdrage aan verbinding tussen Participatiewet, Wmo en arbeidsmatige dagbesteding. o Bijdrage aan verbinding tussen Welzijn, Wmo, Jeugd(zorg) en onderwijs. o Bijdrage aan verbinding Cure/1e lijn, Wmo en langdurige intensieve zorg (AWBZ/Wet Liz). o Verbinding tussen verschillende doelgroepen. • In geval de pilot (deels) gericht is op burgers in een kwetsbare positie dan is: 1 o Deelname gebaseerd op een persoonlijk arrangement vanuit de pilot Schakelplein of gezinsplan via de pilot 2 Gezinscoaches . Doorlopende AWBZ-indicaties worden daarin meegenomen. o De kwaliteit van de ondersteuning en zorg geborgd door inzet van beroepskrachten die past bij de mate van kwetsbaarheid van de deelnemers. Afwijken innovatiekader Het implementatieteam gemeente/zorgkantoor kan gedurende de periode om haar moverende redenen indien nodig afwijken van het innovatiekader.
1
Het arrangeerdeel van Schakelplein is de nieuwe toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding, zorg, hulpmiddelen en woningaanpassingen voor burgers in een kwetsbare positie vanaf 23 jaar. De pilot Schakelplein loopt vanaf oktober 2013. 2 De gezinscoach is de nieuwe toegangspoort tot coaching, ondersteuning, begeleiding, zorg, hulpmiddelen, woningaanpassingen en opvoedingsondersteuning voor gezinnen met kinderen/jongeren in een kwetsbare positie tot 23 jaar. De pilot Gezincoach loopt vanaf juli 2013. 29
7. Aanpak Pilot inkoopkader Begeleiding 7.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven we de concrete aanpak van de pilot inkoopkader 2014 weer. 7.2 Aanpak Pilot Begeleiding individueel (onderdeel 1) De inkoop van begeleiding individueel loopt via de pilot Schakelplein. In feite betreft het geen daadwerkelijk inkoop, maar een samenwerkingsafspraak tussen gemeente en zorgkantoor ten aanzien van twee aspecten, te weten: • Inzet ondersteuningsarrangementen via Schakelplein. Afgesproken is dat in 2014 een 360-tal burgers in een kwetsbare positie via het Schakelplein een (nieuw) ondersteuningsarrangementen ontvangen. Het Schakelplein maakt afspraken met de “verwijzende partners” over de aanlevering van cases en zal samen met de betrokken (kwetsbare) burger tot een passend ondersteuningsarrangement komen. Voor de daadwerkelijke inzet van het ondersteuningsarrangement is een budget berekend dat door het Zorgkantoor gereserveerd wordt om in te zetten voor de arrangementen die via de pilot Schakelplein zijn opgesteld. • Reservering “fictief” budget t.b.v. ondersteuningsarrangementen voor het Schakelplein. Door het zorgkantoor wordt in het reguliere inkoop van de individuele ondersteuning een fictief volume gereserveerd voor inzet via het Schakelplein. Op basis van een persoonlijk arrangement vanuit het Schakelplein wordt (een deel van) het fictieve budget daadwerkelijk geactiveerd door middel van de inzet van ondersteuning door de betrokken zorgaanbieder(s). Aanpak Concreet wordt de volgende werkwijze voorgesteld. • De projectleider Schakelplein maakt concrete afspraken over doorverwijzing van burgers met een ondersteuningsvraag vanuit de verschillende kanalen. Maandelijks wordt gemonitord of er voldoende cases aangeleverd worden. • Het Schakelplein stelt samen met de kwetsbare burgers een ondersteuningsarrangement op, passend bij de behoefte van de burger. Inhoudelijke en financiële kaders/richtlijnen bij het samenstellen van de ondersteuningsarrangementen zijn: o Werken volgens de kantelingscirkels, dus: eerst eigen kracht, dan sociaal netwerk, dan collectieve en algemen ondersteuning en als sluitstuk individuele voorzieningen. o Werken binnen het budget dat het Zorgkantoor voor de pilot Schakelplein beschikbaar heeft, dat gebaseerd is op de bezuingingsopgave vanuit decentralisatie per 1-1-2015. • Maandelijks wordt over de inzet van de ondersteuningsarrangementen (aard en volume) gerapporteerd ten einde de voortgang te kunnen volgen en de inzet van de middelen uit de reservering t.b.v. de pilot te kunnen monitoren. • Daadwerkelijke levering van de ondersteuning vindt plaats via de reguliere route. D.w.z. dat het Schakelplein het ondersteuningsarrangement vastlegt samen met de kwetsbare burger en de verzilvering van het arrangement via de reguliere kanalen loopt (dus aanmelding bij algemene of dagvoorziening of aanmelding voor individuele voorziening via gekozen zorgaanbieder). • Bekostiging vindt dan vanuit het budget van het zorgkantoor plaats. Ook dit gaat via de reguliere bekostigingskanalen. • Aan het eind van het jaar wordt een eindrapportage en evaluatie opgesteld over de pilot, incl. de aard en omvang van de ondersteuningsarrangementen en de ingezette budgetten. Hierin wordt aandacht geschonken in hoeverre geopereerd is binnen de inhoudelijke en financiële kaders. Omvang Het gaat om 360 cases op jaarbasis, waarvoor een totaal (fictief) budget van ca. € 780.000 door het Zorgkantoor beschikbaar is via reguliere AWBZ-inkoop. 7.3 Aanpak Pilot Begeleiding collectief: dorpsdagvoorzieningen (onderdeel 2) De dorpsdagvoorzieningen zien wij als een beschikbaarheidsvoorziening, waar mensen zonder en (nu nog) met AWBZ-indicatie terecht kunnen. De bekostiging is dan ook gebaseerd op de beschikbaarheidsprincipe, d.w.z. op basis van openstelling van de dorpsdagvoorziening en activiteiten. Het aantal dagdelen openstelling is gebaseerd op de huidige behoefte (en aantal deelnemers) van de dorpsdagvoorzieningen, zoals in hoofdstuk 4 is weergegeven. Aanpak De volgende aanpak voor de bekostiging van de dorpsdagvoorzieningen wordt gevolgd: • Het implementatieteam vraagt aan de stichting die de dorpsdagvoorzieningen (gaan) beheren een begroting met plan in te dienen, op basis van de doelen van de implementatiestrategie en de in hoofdstuk 4 vastgestelde volumes (dagdelen en deelnemers) dorpsdagvoorziening.
30
•
•
• • • • • • • •
In het plan dient aandacht te zijn voor de volgende onderdelen: o Aansluiting op gemeentelijk beleid. o Visie en beleid van stichting dorpsdagvoorziening o Doelgroepen o Aantal dagdelen openstelling en te verwachte deelnemers. o Samenwerking met WWZ-partners en Schakelplein. o Organisatie van de dorpsdagvoorziening. o Werkwijze en activiteitenprogramma o Organisatie van kwaliteitsbeleid o Exploitatiebegroting. o Deelnemergegevens (naam, aantal dagdelen per week, wel/niet AWBZ-indicatie en betrokken zorgaanbieder) Input voor plan en begroting zijn: o De implementatiestragie Begeleiding van de gemeente Peel en Maas en Zorgkantoor. o Ervaringen van pilots dorpsdagvoorziening Garshoke en Koningslust. o Plannen van de pilots Grashoek en Koningslust. o Normbedragen begrotingen mede gebaseerd op pilots Grashoek en Koningslust. Het plan en begroting van de zes dorpsdagvoorzieningen worden door het implementatieteam inhoudelijk en financieel beoordeeld. De goedkeuring van het plan wordt door middel van een brief vanuit het implementatieteam bevestigd. Tevens wordt de samenwerking in een intentie-overeenkomst tussen gemeente en zorgkantoor en Dorpsdagvoorziening bekrachtigd. De administratieve afhandeling en betalingen geschiedt conform de procedures en wet- en regelgeving van het AWBZ-zorgkantoor (Zie hoofdstuk 8). Maandelijks sturen de DDV de gegevens met betrekking tot de gerealiseerde dagdelen/deelnemers toe aan het implementatieteam. Implementatieteam controleert deze en stuurt deze door naar de betrokken zorgaanbieder voor financiële en administratieve afhandeling binnen de AWBZ-procedures. Vier maal per jaar vindt overleg met dorpsdagvoorzieningen plaats. Halverwege het jaar wordt een voortgangs- (financieel) verslag toegestuurd aan het implementatieteam. Aan het eind van het jaar wordt een evaluatieverslag (incl. evaluatie met de deelnemers) en financieel verslag ingediend door de stichting en beoordeeld door het implementatieteam. Op basis van het inhoudelijk en financieel verslag vindt de definitieve afrekening plaats.
Kwaliteit De kwaliteitscriteria, die we in de inkoop stellen aan de dorpsdagvoorzieningen zijn passend bij de aard en type activiteiten en de verantwoordelijkheid van de dorpsdagvoorziening. Concreet betekent dit: • Kwaliteitscriteria voor de Dagvoorziening zijn gelieerd aan welzijnszorgactiviteiten, als verlengde van de thuissituatie. De beroepskracht, die de dagvoorzieningen ondersteunt, dient voor deze welzijnszorgactiviteiten gekwalificeerd te zijn. • Kwaliteits- en veiligheidseisen m.b.t. de huisvesting zijn een verantwoordelijkheid van de verhurende organisatie, i.c. het gemeenschapshuis. • Kwaliteit van eventuele zorgverlening aan individuele deelnemers is de verantwoordelijkheid van de (thuis)zorgmedewerkers, die op locatie (in DDV) individuele hulp en zorg komt verlenen. Aan de Stichtingen dorpsdagvoorzieningen vragen we in het plan aan te geven hoe zij het kwaliteitsbeleid georganiseerd hebben. 7.4 Pilot Begeleiding collectief: Zorgboeren en maatschappelijk ondernemers (onderdeel 3) Met de Zorgboeren en Maatschappelijk ondernemers (zoals aangegeven in hoofdstuk 5), gaan we een pilot in voor dagbesteding Zorg in Natura 2014. Bekostiging van de ZB/MO vindt plaats op basis van aantal geproduceerde dagdelen dagbesteding. Reden hiervoor is dat de ZB/MO (nog) een maatwerkvoorziening betreffen die gekoppeld is aan de individuele indicaties AWBZ dagbesteding groep. Bekostiging vindt dan ook plaats op basis van de geleverde dagdelen dagbesteding. Bij de inkoop wordt het maximale volume (aantal dagdelen) en het maximaal tarief gehanteerd zoals dat in hoofdstuk 5 is weergegeven. Aanpak De volgende aanpak voor de inkoop van de ZB/MO wordt gehanteerd: • Het implementatieteam vraagt aan de betrokken ZB/MO een met plan en budget in te dienen, op basis van de doelstellingen uit de implementatiestrategie Begeleiding en binnen de in hoofdstuk 5 maximaal vastgestelde volumes (aantal dagdelen/deernemers op jaarbasis) en maximale tarieven. 31
•
• • • • • • •
In het plan dient aandacht te zijn voor de volgende onderdelen: o Visie van ZB/MO o Aansluiting op gemeentelijk beleid en implementatiestrategie o Producten en diensten - Positionering /markt - Doelgroepen - Producten/activiteiten - Aantal en doelgroep deelnemers per dagdeel o Samenwerking - WWZ-partners - Schakelplein/aanmelding deelnemers - Lokale gemeenschap waaronder dorpsvervoer - Andere gemeenten o Organisatie - Personele organisatie - Organisatie van kwaliteitsbewaking (welk systeem) - Faciliteiten en huisvesting - Vervoer deelnemers o P.r. en marktbewerking o Financiën. Uitgesplitst naar - Aantal dagdelen per doelgroep op jaarbasis - Tarief per dagdeel per doelgroep - Totaal maximumbedrag op jaarbasis. o Bijlage met (huidige) deelnemergegevens (naam, aantal dagdelen per week en betrokken zorgaanbieder) o Bijlage met inschrijving KvK De plannen van de ZB/MO worden door het implementatieteam inhoudelijk en financieel beoordeeld. De goedkeuring van het plan wordt door middel van een brief vanuit het implementatieteam bevestigd. Tevens wordt de samenwerking in een intentie-overeenkomst tussen gemeente en zorgkantoor en ZB/MO bekrachtigd. De administratieve afhandeling en betalingen geschiedt conform de procedures en wet- en regelgeving van het AWBZ-zorgkantoor (Zie hoofdstuk 8). Vier maal per jaar vindt overleg met de ZB/MO plaats. Maandelijks sturen de ZB/MO de productiegegevens toe aan het implementatieteam met betrekking tot de dagdelen/deelnemers dagbesteding. Implementatieteam controleert deze en stuurt deze door naar de betrokken zorgaanbieder voor financiële en administratieve afhandeling binnen de AWBZ-procedures. Aan het eind van het jaar wordt een evaluatieverslag (incl. evaluatie met deelnemers) en financieel verslag ingediend door de ZB/MO en beoordeeld door het implementatieteam. Op basis hiervan vindt de afrekening plaats.
Kwaliteit De kwaliteitscriteria, die we in de inkoop stellen aan de ZB/MO zijn passend bij de aard en type activiteiten en de verantwoordelijkheid van de ZB/MO. Concreet betekent dit: • Kwaliteitscriteria voor de activiteiten zijn gelieerd aan welzijnsactiviteiten of arbeidsmatige activiteiten. De ZB/MO dient hiervoor een op maat gesneden kwaliteitssysteem te hebben passend bij de activiteiten die de ZB/MO onderneemt. • Kwaliteits- en veiligheidseisen m.b.t. de huisvesting zijn een verantwoordelijkheid van de ZB/MO. • Kwaliteit van mogelijke zorgverlening aan individuele deelnemers is de verantwoordelijkheid van de (thuis)zorgmedewerkers, die op locatie (in ZB/MO) eventueel individuele zorg komt verlenen. Aan de ZB-MO vragen we in het plan aan te geven hoe zij het kwaliteitsbeleid georganiseerd hebben. 7.5
Pilot maatwerk en innovatie collectieve ondersteuning (onderdeel 4)
Maatwerk collectieve ondersteuning De afhandeling van de aanvullende maatwerk collectieve ondersteuning geschiedt via de reguliere inkoop. D.w.z.: • Voor de aanvulling DDV, door inzet van dit budget in de inkoop bij de DDV’s door het implementatieteam (Zie 7.2). • Nieuwe deelnemers kunnen via een persoonlijk arrangement vanuit het Schakelplein aansluiten in de collectieve voorzieningen (DDV of ZB/MO). Bekostiging gaat vervolgens via de reguliere inkoopconstructie AWBZ (zie 7.2 en 7.3).
32
Innovatie collectieve ondersteuning Met het innovatiekader willen we door middel van een uitvraag de concrete ideeën en voorstellen voor innovatieve projecten boven water krijgen. Bijkomend doel is om de samenwerking en netwerkstructuur in het WWZ-domein in Peel en Maas te versterken, waarbij we op zoek zijn naar initiatieven die inspelen op de lokale situatie en proactief deel uit maken van het Leven in het Dorp WWZ-netwerk in Peel en Maas. Vandaar dat we het innovatiekader publiceren op de website www.leveninhetdorp.nl en onder de aandacht brengen van alle Leven in het Dorp WWZnetwerkpartners in Peel en Maas. Procedure 1. Indienen tot 1-5-2014 De innovatiepilots kunnen ingediend worden voor bekostiging voor de doorlooptijd van één jaar. De projectvoorstellen kunnen worden ingediend vanaf het moment van publicatie tot 1-5-2014. Daarna vindt in mei 2014 de beoordeling plaats aan de hand van de algemene en inhoudelijke criteria. Startdatum voor de uitvoering van het project is per 1-6-2014, looptijd is dus tot uiterlijk 1-6-2015. 2. Indienen tot 1-11-2014 We kunnen ons voorstellen dat burgers en netwerkpartners op 1-5-2014 nog niet klaar zijn met hun projectvoorstel en dat zij ook na 1-5-2014 vernieuwende ideeën en initiatieven bedenken en uitwerken. Projectvoorstellen kunnen ook in de loop van 2014 worden ingediend tot uiterlijk 1-11-2014. De bekostiging is dan afhankelijk van de uitputting van het subsidiebudget tot aan het subsidieplafond. Verder is de looptijd dan beperkt tot 1-6-2015. De volgende aanpak voor de innovatiepilots wordt gehanteerd: • Het implementatieteam gemeente/zorgkantoor vraagt netwerkpartners een voorstel met plan en gevraagd budget in te dienen. • In het plan dient aandacht te zijn voor de volgende onderdelen: o Omschrijving pilot. o Doelstelling pilot o Aansluiting bij doelstellingen/criteria innovatiepilot o Aard en omvang activiteiten o Bereik pilot - Aantal en doelgroep deelnemers - Herkomst deelnemers o Samenwerking o Organisatie o P.r. en marktbewerking o Financiën, uitgesplitst naar - Activiteiten en deelnemers - Totaal bedrag op jaarbasis. • De ingediende plannen worden in eerste instantie door het implementatieteam beoordeeld op volledigheid en er vindt een eerste financiële en inhoudelijke toets plaats. Vervolgens worden deze inhoudelijk besproken met de interne projectgroep 3D’s van de gemeente Peel en Maas. Tenslotte legt het implementatieteam een advies over toekenning/afwijzing van de innovatiepilots ter vaststelling voor aan het college van B&W. • De inschrijvers worden vervolgens op de hoogte gesteld van het besluit over toekenning of afwijzing van de subsidie. • Bekostiging en afhandeling vindt vervolgens plaats conform de reguliere subsidiekader/inkoopkader van de gemeente Peel en Maas, c.q. Coöperatie VGZ/Zorgkantoor. • Twee maal in het project vindt overleg met de initiatiefnemers plaats. • Halverwege het project levert de initiatiefnemer een voortgangsverslag in (inhoudelijk en financieel). • Aan het eind van het project wordt een evaluatieverslag en financieel verslag ingediend en beoordeeld door het implementatieteam. Op basis hiervan vindt de afrekening plaats. • Wijzingen in gehonoreerde innovatiepilots dienen tijdig en vooraf te worden afgestemd met het implementatieteam gemeente/zorgkantoor. Afwijken innovatiekader Het implementatieteam gemeente/zorgkantoor kan gedurende de periode om haar moverende redenen indien nodig afwijken van het innovatiekader.
33
8. Organisatie inkoop en contractbeheer 8.1 Inleiding In dit inkoopkader 2014 geven we de inkoop van de AWBZ-begeleiding Groep vorm als ware de decentralisatie AWBZ-begeleiding naar de Wmo al doorgevoerd (voorzien per 1-1-2015). In concreto doen we dit door: • Samen met het Zorgkantoor het inkoopbeleid AWBZ- Begeleiding Groep in Peel en Maas vorm te geven. • De inkoop Begeleiding Groep gezamenlijk vorm te geven door rechtstreeks individuele afspraken te maken met de uitvoerende partijen (Dorpsdagvoorzieningen en Zorgboeren/Maatschappelijk ondernemers) ten aanzien van: o Aanpak en aard dagvoorzieningen o Tarieven o Volumes/ aantal dagdelen o Administratieve afhandeling en verantwoording. • Directe sturing en contractbeheer richting de ZB/MO en DDV. In feite geven we hiermee vanuit de gemeente Peel en Maas (samen met Zorgkantoor) al invulling aan de taken en verantwoordelijkheden zoals gemeenten die in 2015 ten aanzien van dagvoorzieningen krijgen. Ook geven we hiermee optimaal sturing aan de inzet, besteding en verantwoording van de (nu nog) AWBZ-budgetten in Peel en Maas. Aangezien de bestaande AWBZ-wet- en regelgeving nog in 2014 van toepassing is, zal de verantwoording over de inzet van de AWBZ-middelen nog via de gebruikelijke kanalen moeten lopen. Concreet betreft het: • De beschikbaarstelling van de budgetten van AWBZ-kantoor via een AWBZ-toegelaten instelling (zorgaanbieder). • Verantwoording over de daadwerkelijke productie/uitvoering via een AWBZ-toegelaten zorgaanbieder naar AWBZ/Nza en CAK (voor de inning eigen bijdrage). Deze (louter) administratieve taken zullen in 2014 nog via het kanaal van de zorgaanbieders moeten blijven lopen. Alle andere taken/rollen van de zorgaanbieders vervallen in 2014. De sturende en beleidsmatige inkooptaken en verantwoordelijkheden liggen bij gemeente en zorgkantoor. Met deze constructie handelen we al volledig in geest met de decentralisatie Begeleiding, zoals we die in Peel en Maas al in 2014 willen implementeren, en opereren we toch binnen de nog vigerende wet- en regelgeving van de AWBZ in 2014. In onderstaand schema’s is dit verduidelijkt. Hierin is de huidige werkwijze binnen de AWBZ weergegeven en daarna de werkwijze en taken zoals wij die in Peel en Maas in 2014 gaan oppakken.
34
8.2
Huidige constructie inkoop en contractbeheer AWBZ/Begeleiding groep
Huidige inkoop AWBZ/Dagbesteding 2013 Zorgkantoor Inkoopbeleid •
Maakt Volume en tariefafspraak BGG voor alle dagvoorzieningen van zorgaanbieder. Betaalt 100% van budget aan Zorgaanbieder
•
Zorgaanbieder
Legt verantwoording af over productie aan: • AWBZ/zorgkantoor voor afrekening totaalbudget • CAK voor inning eigen bijdrage deelnemers
Inkoopbeleid Contractbeheer Financiële afhandeling Administratie •
•
Maakt Volume/tarief afspraak met ZB-MO en DDV Betaalt ca. 75% van budget aan ZB-MO
Legt verantwoording af aan zorgaanbieder voor: • Afrekening productie. • Aanlevering gegevens deelnemers voor ZK en CAK.
ZB/MO
ZB/MO
DDV
Uitvoering
Uitvoering
Uitvoering
Duidelijk is dat in de huidige situatie de rol van de zorgaanbieders in de inkoop, sturing en verantwoording groot is. Het zorgkantoor maakt per zorgaanbieder budget en tariefafspraken voor alle dagvoorzieningen tezamen die bij de betreffende zorgaanbieder zijn aangesloten. De tarieven zijn wisselend en (iets) lager dan de NZA –tarieven (95% tot 98%) De zorgaanbieder maakt vervolgens afspraken over volumes en tarieven met de individuele onderaannemers: de ZB/MO en DDV. De tarieven die de zorgaanbieder met de onderaannemers maken zijn ca. 25% lager dan de NZAtarieven. De zorgaanbieders bepalen hoeveel volume en welke tarieven de betreffende ZB/MO en DDV ontvangen. De daadwerkelijke uitvoering van de dagbesteding geschiedt door de ZB/MO en DDV. De inbreng van de zorgaanbieder is in de daadwerkelijke uitvoering slechts beperkt tot bemiddeling en doorverwijzing van deelnemers, vraagbaak m.b.t. inhoudelijke vragen en verzorgen van de administratieve afhandeling richting zorgkantoor/CAK én de betalingen aan de onderaannemers. Het Zorgkantoor heeft hiermee geen directe sturing op de uitvoering, verdeling van volumes en de tarieven die de onderaannemers ontvangen. De Zorgaanbieders daarentegen vullen hiermee in feite ook het inkoopbeleid zelf in. Bovendien blijft er een aanzienlijk deel van het budget bij de zorgaanbieder voor de bemiddelende taken, die de zorgaanbieder heeft.
35
8.3 Constructie inkoop en contractbeheer AWBZ/Wmo Dagvoorzieningen Peel en Maas In 2014 gaan we dit in Peel en Maas anders doen. Zie onderstaand schema.
Inkoop Dagvoorzieningen Wmo/AWBZ Peel en Maas 2014
•
Reserveert 25% van budget voor innovatie en maatwerk
Geeft productiegegevens door aan Zorgaanbieder voor • Betaling productie • verantwoording aan: o CAK voor inning eigen bijdrage deelnemers o AWBZ/Nza
Gemeente Peel en Maas/ Zorgkantoor Inkoopbeleid Contractbeheer
•
Maakt Volume en tariefafspraak met Zb/MO en DDV over 75% budget.
•
Legt verantwoording af over productie en inhoud aan gemeente en zorgkantoor
Zorgkantoor reserveert 75% van budget ZB/MO bij zorgaanbieder.
Zorgaanbieder Administratie naar AWBZ/CAK Financiële afhandeling •
ZB/MO
ZB/MO
DDV
Uitvoering
Uitvoering
Uitvoering
Zorgaanbieder betaalt uit aan ZB/MO op basis van opdracht gemeente/Zorgkantoor
In 2014 wordt de inkooprol van de zorgaanbieders eigenlijk eruit gehaald en wordt hun rol beperkt tot een administratieve en kassiersfunctie, die conform de AWBZ-regelgeving nog bij een AWBZ-toegelaten instelling moet liggen (zorgaanbieder). Gemeente en zorgkantoor geven zelf optimaal sturing aan inkoop, tariefstelling en uitvoering en voeren het contractbeheer uit. De zorgaanbieder heeft dan nog de volgende functies: • Kassiersrol, d.w.z. dat het zorgkantoor een budget reserveert bij de zorgaanbieder voor de ZB/MO en de DDV. De zorgaanbieder betaalt dit budget aan de ZB/MO en DDV op basis van opdracht implementatieteam. • De zorgaanbieder legt de productiegegevens, die zij ontvangt via gemeente, vast in de AWBZ-systemen, ten behoeve van AWBZ-zorgkantoor/Nza en CAK voor inning eigen bijdrage. Gemeente en zorgkantoor verrichten dan de daadwerkelijke inkoop en contractbeheer. Gemeente en zorgkantoor hebben de volgende taken • Stellen het inkoopbeleid op (deze voorliggende notitie) • Kopen AWBZ Begeleiding groep in door het rechtstreeks afspraken te maken met de ZB/MO en DDV over o Volumes (aantal dagdelen). o Tarieven/budgetten o Inhoudelijke aanpak o Verantwoordingswijze • Gemeente en zorgkantoor verzorgen contractbeheer door: o Struing op betaling van de ZB/MO en DDV op basis van productie uit het budget dat is gereserveerd bij de zorgaanbieder. o De ZB/Mo leggen per 4-weeksperiode verantwoording af over de productie aan de gemeente. o Gemeente controleert deze gegevens en stuurt de gegevens door aan de zorgaanbieders voor verwerking in de AWBZ-verantwoordingsystemen. o Halfjaarlijks vindt een voortgangsgesprek met de ZB/MO en DDV plaats. o Aan het eind van het jaar vindt de verslaglegging en afrekening over het betreffende jaar plaats door gemeente/Zorgkantoor met de ZB/MO en de DDV.
36
9. Planning Inkoopkader Onderstaand staat de planning van dit gezamenlijk inkoopkader weergegeven per onderdeel Pilot Individuele Begeleiding Schakelplein (onderdeel 1) • Met vaststelling van dit inkoopkader begin december 2013, gaat deze pilot van start. Communicatie naar betrokken partijen zal dan formeel plaatsvinden. Pilot Begeleiding Groep Dorpsdagvoorzieningen en ZB/MO (onderdeel 2 en 3) • Begin december vindt formele besluitvorming plaats over het inkoopkader door gemeente en Zorgkantoor. • Vervolgens wordt dit gecommuniceerd naar betrokken DDV, ZB/MO en zorgaanbieders. • Medio december worden de inkoopafspraken vastgelegd. • Voor 1-1-2014 wordt deze afspraken administratief ingeregeld. • Begin januari wordt het contractbeheer opgestart. Pilot maatwerk en innovatie collectieve ondersteuning (onderdeel 4) Onderstaand is de planning voor de pilot innovatiekader weergegeven. Onderdeel Vaststelling aanpak/procedure door gemeente en zorgkantoor Publicatie pilot innovatiekader Uiterste datum van indienen projectvoorstel Uiterste datum besluit over projectvoorstellen Start uitvoering gehonoreerde projecten Tussenevaluatie Eindevaluatie projecten
Planning maart 2014 maart 2014 1-5-2014 1-6-2014 1-6-2014 eind 2014 1-6-2015
37
10. Voorstel Voorgesteld wordt: • De pilot Begeleiding individueel 2014 vorm te geven door middel van samenstellen van persoonlijke arrangementen voor 360 cases in 2014 via het Schakelplein. Financiering van deze arrangementen te laten lopen via het reguliere inkooptraject AWBZ. • De pilot Begeleiding collectief: dorpsdagvoorzieningen 2014 vorm te geven door een rechtstreekse inkooprelatie aan te gaan met de in hoofdstuk 4 genoemde dorpsdagvoorzieningen. Deze pilot te financieren uit: o € 395.000 Een bijdrage van het zorgkantoor uit de AWBZ-budgetten dagbesteding en vervoer van. o € 75.000 uit pilotgelden maatwerk / innovatie. o Eigen bijdrage van de niet-AWBZ-geïndiceerde deelnemers en daarvoor het tarief eigen bijdrage voor 2014 vast te stellen op € 9 per dag. • De pilot Begeleiding collectief Zorgboeren/Maatschappelijk ondernemers 2014 vorm te geven door een rechtstreekse inkooprelatie aan te gaan met de ZB/MO voor de in hoofdstuk 5 genoemde volumes en tarieven. Deze pilot te financieren uit een bijdrage van € 870.000 van het zorgkantoor uit de AWBZ-budgetten dagbesteding en vervoer. • De pilot maatwerk en innovatie collectieve ondersteuning 2014 vorm te geven door een bedrag van € 175.000 te reserveren voor maatwerk en nieuwe deelnemers aan dagvoorzieningen en aan innovatie.
38
Bijlage: Analyse doelgroepen en budgetten AWBZ (onderdelen decentralisatie) en Wmo Inleiding De gemeente Peel en Maas en Zorgkantoren coöperatie VGZ, regio Noord- en Midden-Limburg (zorgkantoor), sorteren in een gezamenlijk inkoopkader 2014 al voor op de decentralisatie van AWBZ-taken naar de Wmo die per 1-1-2015 in gaat. Concreet wordt gewerkt aan: • Individuele ondersteuning door middel van de Pilot Schakelplein, waarbij al ervaring opgedaan wordt met het daadwerkelijk inzetten en bekostigen van nieuwe persoonlijke ondersteuningsarrangementen voor kwetsbare burgers. Deze arrangementen kunnen onderdelen van de individuele Wmo-voorzieningen en huidige AWBZondersteuning Begeleiding Individueel (BGI) , Persoonlijke verzorging (PV) en Kortdurend verblijf (KVB) bevatten of deze vervangen door middel van andersoortige ondersteuning (bij voorkeur in algemene en collectieve ondersteuning en oplossingen in het sociaal netwerk van de burger). • Collectieve ondersteuning door middel van inkoop van huidige AWBZ-functie Begeleiding Groep (BGG) rechtstreeks bij de uitvoerende partners, te weten de stichtingen Dorpsdagvoorzieningen en de zorgboeren/maatschappelijk ondernemers. In deze notitie wordt een analyse gegeven van de volumes en budgetten voor de AWBZ-functies, die in principe per 1-1-2015 overkomen naar de Wmo en de huidige Wmo-budgetten. In het overzicht is de functie PV nog meegenomen, alhoewel de landelijke signalen nu erop wijzen dat dit niet overkomt naar de Wmo, maar naar de Zorgverzekeringswet gaat. Dit laat onverlet dat we deze wel hebben meegenomen in de analyse aangezien straks na de decentralisaties de samenwerking tussen Zorgverzekeraar/ Zorgkantoor en gemeente Peel en Maas gewoon doorgaat met het convenant als onderlegger. Verder wordt gezamenlijk de toegang naar de verschillende vormen e e van ondersteuning ingericht via het Schakelplein en de verbinding met de 1 lijn (traject: wijknetwerk – 1 lijn geïntegreerde ouderenwelzijnszorg). Dit is ongeacht de financiering via Wmo, Kern AWBZ (langdurige individuele zorg) of de Zorgverzekeringswet. De gegevens zijn gebaseerd op cijfers die landelijk beschikbaar zijn gesteld. Het betreft de huidige uitgaven (dus zonder de voorgenomen decentralisatiekortingen. Het is nog onduidelijk in hoeverre deze cijfers overeenkomen met de daadwerkelijke budgetten op basis waarvan de decentralisatie van middelen plaats gaat vinden. Ook zijn de verdeelsleutels over gemeenten niet bekend. Nadrukkelijk wordt dan ook gesteld dat de genoemde budgetten slechts een indicatie geven van de volumes en met name hoe deze verdeeld zijn over de verschillende onderdelen. Er kunnen op basis van deze gegevens dan ook geen betrouwbare begrotingen voor 2015 oid opgesteld worden. Ter informatie: de voorgenomen bezuinigingen op de budgetten betreffen: • 25% op de budgetten AWBZ/Begeleiding • 15% op budget AWBZ/persoonlijke Verzorging.
39
Analyse doelgroepen/volumes Algemeen In onderstaande tabel zijn de uitgaven van de (te decentraliseren) AWBZ-functies en de individuele Wmovoorzieningen in Peel en Maas over 2012 weergegeven.
Budgetten AWBZ- Wmo individuele en collectieve voorzieningen Peel en Maas €0
€ 2.000.000
€ 4.000.000
€ 6.000.000
€ 8.000.000
AWBZ Begeleiding
AWBZ Kortdurend verblijf
AWBZ Persoonlijke Verzorging
Wmo
Volwassenen
Jeugd
Duidelijk is dat PV het grootste budget beslaat. Begeleiding Groep en Begeleiding Individueel tezamen zijn ongeveer vergelijkbaar met het PV-budget. Tevens is het huidige Wmo-budget voor individuele voorzieningen opgenomen. Dit is aanzienlijk lager dan de AWBZ-budgetten. Binnen AWBZ-Jeugd gaan de meeste budgetten om in Begeleiding. PV wordt vooral ingezet bij volwassenen (met name senioren)
AWBZ-functies AWBZ Begeleiding
AWBZ Kortdurend verblijf Persoonlijke verzorging Wmo Totaal
Uitsplitsing Begeleiding individueel Begeleiding groep Totaal AWBZ begeleiding
Uitgaven 2012 € 2.879.009 € 3.783.657 € 6.662.666 € 442.606 € 6.793.953 € 4.803.985 € 18.703.211
Decentralisatie Extramuraal naar Wmo
Extramuraal naar Wmo Grotendeels naar Zvw Blijft Wmo
40
Onderstaand wordt een nadere analyse gegeven van de verschillende functies voor individuele ondersteuning. Begeleiding Individueel Begeleiding individueel
Aantal Productie Huidige indicaties kosten met
Extramuraal AWBZ Zorg in Natura Begeleiding individueel Begeleiding individueel speciaal Begeleiding individueel speciaal psy Extramuraal AWBZ PGB Begeleiding individueel AWBZ-Jeugd Zorg in natura Begeleiding individueel AWBZ-Jeugd PGB Begeleiding individueel Totaal
198 18 28
Kosten per indicatie
24.266 € 1.211.917 1.173 € 86.906 1.043 € 87.159
Kosten per eenheid
€ 6.121 € 4.828 € 3.113
€ 50 € 74 € 84
96
96
€ 551.560
€ 5.745
€ 5.745
8
1.162
€ 58.301
€ 7.288
€ 50
126
126
€ 883.166 € 2.879.009
€ 7.009
€ 7.009
Productie Productieper eenheid indicatie 123 uur 65 uur 37 uur 1 PGB 145 uur 1 PGB
Duidelijk is dat bij AWBZ-volwassenen 2/3 deel Zorg in Natura ontvangt en 1/3 een PGB heeft. Bij AWBZBegeleiding Jeugd hebben nagenoeg alle cliënten een PGB. De grootste groepen indicaties Begeleiding Individueel hebben een grondslag Verstandelijke beperking en Psychische beperking. In mindere mate Lichamelijke beperking en Somatiek. In onderstaande tabel is een indeling weergegeven naar leeftijdscategorie. Duidelijk wordt dat het aandeel jeugd en volwassenen relatief groot is binnen Begeleiding Individueel. De doelgroep ouderen maakt relatief weinig gebruik van Begeleiding Individueel. Aantal indicaties Leeftijdscategorie
BGI ZiN
0-17 18-49 50-64 65-74 75-84 85+
BGI PGB 8 97 50 21 46 30
BGI Totaal 126 67 15 7 5 4
BGI ZiN productie per leeftijdscategorie Volwassenen 18-49
22%
134 164 65 28 51 34
37%
50-64 65-74 75-84
13%
85+ 7% 21%
Begeleiding Groep BGG Volwassenen AWBZ Begeleiding Groep Volwassenen
Begeleiding groep ZiN Begeleiding groep vervoer ZiN Begeleiding groep PGB Totaal
Aantal Productie indicaties
302 259 64 625
46.566 20.138 64
Kosten
€ 1.818.506 € 319.596 € 515.473 € 2.653.575
Kosten per indicatie € 6.022 € 1.234 € 8.054 € 4.246
Kosten Productie Productieper per eenheid eenheid indicatie € 39 € 16 € 8.054
154 dagdeel 78 etmaal 1 PGB
Begeleiding Groep volwassenen wordt grotendeels ingezet via Zorg in Natura. Bij de doelgroep ouderen wordt nauwelijks gebruik gemaakt van een PGB. Het merendeel van de deelnemers heeft ook een indicatie vervoer. Bij de ouderen is dit nagenoeg 100% (alle deelnemer hebben dus ook een vervoersindicatie).
41
BGG Jeugd AWBZ Jeugd Begeleiding Groep
Aantal Productie indicaties
Begeleiding groep ZiN Begeleiding groep vervoer ZiN Behandeling Groep ZiN Behandeling Groep vervoer ZiN Begeleiding groep PGB Totaal
14 14 11 15 128 182
2.619 1.583 2.683 1.913 128
Kosten
€ 220.839 € 27.527 € 234.034 € 33.228 € 614.454 € 1.130.081
Kosten Kosten Productie Productieper per per eenheid indicatie eenheid indicatie € 15.774 € 84 187 € 1.966 € 17 113 € 21.276 € 87 244 € 2.215 € 17 128 € 4.800 € 4.800 1 € 6.209
Begeleiding Groep bij de Jeugd wordt juist voor het merendeel via een PGB ingezet. Naast Begeleiding Groep heeft ook een beperkt aantal deelnemers de indicatie Behandeling Groep. Onderstaand is het aantal indicaties Begeleiding Groep per leeftijdscategorie weergegeven. Duidelijk is dat Begeleiding Groep het meest voorkomt bij ofwel de doelgroep Jeugd (in PGB-vorm) ofwel bij de doelgroep 75plussers (in Zorg in natura). Deze laatste doelgroep is veruit het grootste. Aantal indicaties Leeftijdscategorie
BGG ZiN
BGG PGB
BGG ZiN productie per leeftijdscategorie Volwassenen
BGG Totaal
20%
0-17 18-49 50-64 65-74 75-84 85+
25 83 67 50 225 168
128 22 15 8 9 7
153 105 82 58 234 175
18-49
27%
50-64 65-74
10%
75-84 85+ 8% 35%
Kortdurend verblijf Kortdurend verblijf komt slechts beperkt voor en vooral als PGB bij de doelgroep Jeugd (in PGB-vorm). Kortdurend Verblijf
Kortdurend verblijf Volwassenen ZiN Kortdurend verblijf Volwassenen PGB Kortdurend verblijf Jeugd ZiN Kortdurend verblijf Jeugd PGB Totaal
Aantal Productie Kosten indicaties met 1 16 1 70
35 16 51 70
€ 1.095 € 88.748 € 1.610 € 351.153 € 442.606
Kosten Kosten per per indicatie eenheid
Productie per indicatie 35 1 51 1
Productieeenheid
€ 1.095 € 5.547 € 1.610 € 5.016
€ 31 € 5.547 € 32 € 5.016
etmaal PGB etmaal PGB
Kosten per indicatie
Kosten Productie Productieper per eenheid eenheid indicatie
Persoonlijke verzorging
Persoonlijke Verzorging
Persoonlijke Verzorging Volw. ZiN Persoonlijke Verzorging Volw. ZiN Persoonlijke verzorging Jeugd ZiN Persoonlijke Verzorging Jeugd PGB Totaal
Aantal Productie Kosten indicaties met 907 103 2 29
118.030 103 141 29
€ 5.565.693 € 931.995 € 6.835 € 289.430 € 6.793.953
€ 6.136 € 9.048 € 3.418 € 9.980
€ 47 € 9.048 € 48 € 9.980
130 1 71 1
uur PGB uur PGB
42
De AWBZ Persoonlijke verzorging voor volwassenen wordt grotendeels via Zorg in natura geleverd. Bij PV Jeugd is dat juist andersom PV wordt vooral ingezet bij 75-plussers. Het aantal jeugdigen of volwassenen met PV is relatief beperkt. PV wordt dan ook veelal op grondslag somatiek of Psychogeriatrie verstrekt. Uitvoering veelal via V&V/Thuiszorg.
Aantal indicaties Leeftijdscategorie 0-17 18-49 50-64 65-74 75-84 85+
PV ZiN
PV PGB 8 31 97 155 525 322
PV Totaal 29 27 24 17 20 14
PV ZiN productie per leeftijdscategorie Volwassenen 3%
37 58 121 172 545 336
6%
18-49
11% 40%
50-64 65-74 75-84 85+ 40%
Individuele Wmo-voorzieningen Onderstaand zijn de individuele Wmo-voorzieningen van de gemeente Peel en maas weergegeven. In dit overzicht zijn de Wmo hulpmiddelen niet opgenomen. Wmo *
Huishoudelijk werk Zorg in natura Huishoudelijk werk PGB Wmo woonvoorziening Wmo-vervoersvoorziening Wmo-regiotaxi Totaal
Aantal indicaties met 943 0 0 0 0 943
Productie
117.344 0 0 0 0
Kosten
Kosten per indicatie
€ 2.698.593 € 420.000 € 531.781 € 847.915 € 305.697 € 4.803.985
€ 2.861 €0 €0 €0 €0
Kosten per eenheid € 23 €0 €0 €0 €0
Productieeenheid uur PGB voorziening voorziening rit
* In dit overzicht zijn de clienten met Wmo hulpmiddelen niet opgenomen (wel de budgetten)
Duidelijk is dat Huishoudelijk werk meer dan de helft van het Wmo-budget beslaat. De komende maanden krijgen alle gebruikers met HW een herindicatie, waarmee vooruitgelopen wordt op de versobering van deze individuele vorm van ondersteuning. Van de andere Wmo-voorzieningen zijn nog geen cijfers beschikbaar m.b.t. aantal clienten.
Bronnen De gegevens zijn gebaseerd op: • Cijfers AWBZ 2012 van Vektis. • Wmo/HbH managementinformatie 2013 • Begroting 2012 gemeente Peel en Maas t.a.v. overige Wmo-voorzieningen
43