KJV 2014-2015 (GROEP 6) Billy / Phil Earle (door Joni De Mol)
Auteursinfo Phil Earle werd geboren in Hull, Verenigd Koninkrijk, in 1974. Hij studeerde Engelse literatuur en toneel. Zijn eerste job na zijn studies was als verzorger in een opvangtehuis voor kinderen. Hij studeerde verder om dramatherapeut te worden. Later ging hij werken voor een boekenwinkel. Door te werken in de kinderafdeling van de boekenwinkel raakte hij zelf geïnspireerd tot het schrijven van jeugdliteratuur. De ervaring die hij opdeed in zijn eerste job hielp hem bij het schrijven van zijn debuutroman Billy, die hij voornamelijk schreef tijdens zijn lunchpauzes in de boekenwinkel. Phil Earle is getrouwd en woont met zijn vrouw en drie kinderen in Zuid Londen. Billy was Earles debuutroman. Sindsdien schreef hij nog Saving Daisy – dat een tweeluik vormt met Billy – en Heroic. http://www.philearle.com
Kort samengevat Billy (14) zit al acht jaar in een kindertehuis, samen met zijn halfbroertje en -zusje, de tweeling Louie en Lizzie (9). Zijn stiefvader mishandelde Billy, zijn moeder was altijd te dronken om in te grijpen. Billy werd al bij pleegouders geplaatst, maar daar ging het mis. Wat precies mis ging, wordt pas op het einde van het boek weggegeven. Het resultaat: een onhandelbare jongen, die het vertrouwen in de wereld volkomen is kwijtgeraakt, erop los slaat, vernielingen aanricht en spijbelt. ‘Er zijn inmiddels genoeg dossiers over mij om een huis voor mij en de tweeling te kunnen bouwen.’ Voor de tweeling is Billy één en al liefde en zorgzaamheid en dat maakt hem ondanks alles sympathiek. ’s Avonds zit hij bijvoorbeeld voor hun kamerdeur tot ze slapen, ’s nachts mogen ze bij hem in bed kruipen als ze bang zijn. Als de tweeling wordt teruggeplaatst bij zijn opgekrabbelde moeder, maar Billy zelf in het tehuis moet blijven, stort zijn wereld in. Begeleider Ronnie, die door Billy steevast ‘de Kolonel’ wordt genoemd, slaagt erin om steeds meer tot Billy door te dringen. In het begin is Billy enkel kwaad op de hulpverleners omdat zij ’s avonds naar hun echte familie kunnen terugkeren. Gaandeweg ziet Billy echter
toch in dat Ronnie echt om hem geeft. Billy raakt ook bevriend met Daisy, een nieuw meisje in zijn klas. Billy is er zeker van dat ze soortgelijke dingen als hem heeft meegemaakt, maar Daisy lost weinig over haar eigen leven. Die informatie houdt Earle voor in een vervolgboek Saving Daisy.
Aan de slag Structuur Het verhaal bestaat uit een proloog gevolgd door drieëndertig genummerde hoofdstukken. Het verhaal speelt zich lineair chronologisch af, maar er wordt wel regelmatig verwezen naar het verleden van Billy. In het begin blijven de verwijzingen vaag, maar op het einde worden ze veel specifieker en kom je als lezer echt te weten wat er met Billy gebeurd is. Personages Billy: De veertienjarige Billy heeft al veel meegemaakt. Hij spijbelt want hij ziet het nut niet in van school, hij vernielt allerlei dingen en hij maakt het de opvoeders van het tehuis waar hij verblijft zo moeilijk mogelijk. Tegelijkertijd is wel duidelijk dat hij erg veel geeft om zijn jongere broer en zus, de tweeling Louie en Lizzie. Voor hen doet hij alles. Om hen niet te verliezen doet hij een tijdje wel zijn best om naar school te gaan. Uiteindelijk worden ze toch terug bij hun moeder geplaatst, terwijl Billy in het tehuis moet blijven. Lizzie en Louie: de tweeling woont samen met Billy in het tehuis. Zij hebben weinig problemen met de andere kinderen, aangezien Billy steeds voor hen opkomt. Billy staat erop dat zij wel naar school gaan en hun best doen. De tweeling houdt veel van hun broer, maar ze zijn ook opgewonden dat ze terug bij hun moeder kunnen gaan wonen. Ronnie (de Kolonel): hij is de belangrijkste opvoeder in het tehuis voor Billy. Hij is er al erg lang en had daarvoor een carrière in het leger. Hij heeft het vaak over zijn twee zonen en Billy gelooft er niets van dat Ronnie om hem zou geven. Na zijn dienst kan hij immers gewoon terug naar zijn familie. Pas tegen het einde van het boek, nadat de Kolonel voor Billy een boksruimte heeft ingericht, begint hij te geloven dat Ronnie toch om hem geeft. Daisy: Billy ontmoet Daisy op straat, nadat hij haar helpt als ze last heeft van een paar opdringerige jongens. Later komt ze in dezelfde klas als Billy terecht en ze worden vrienden. Desondanks laat Daisy weinig los over haar eigen leven. Ze vertelt enkel dat haar ouders overleden zijn. Jan en Grant: de pleegouders van Billy. Billy keerde echter terug naar het tehuis nadat iets flink fout liep. Wat er precies gebeurde komen we pas op het einde van het boek te weten. Het blijkt dat Billy Grant het ziekenhuis insloeg. Billy legde nooit aan hen uit waarom hij dit deed. Pas op het einde kan hij erkennen dat het was omdat Billy slaapdronken dacht dat zijn vroegere pleegvader zich over hem heen boog en dat hij uit zelfverdediging handelde.
Thema’s Het boek geeft inzicht in de geest van jongeren die meestal gewoon als vervelend of agressief bestempeld worden. Het toont aan dat jongeren zich niet zomaar zo gedragen, maar daar vaak wel een reden voor hebben. Het boek toont ook hoe het leven in een tehuis verloopt. Een ander thema is vriendschap – tussen Daisy en Billy – en liefde voor je familie: de liefde van Billy voor zijn broer en zus en de liefde die de tweeling nog voor hun moeder voelt. Ook ‘familiebanden’ vormen een thema, bijvoorbeeld wanneer blijkt dat Billy voor Ronnie evenveel ‘familie’ is als zijn eigen zonen, die hij bijna nooit ziet en die hem enkel om geld vragen. Vragen Wat denken de juryleden over het personage Billy? - Wat vinden ze van zijn gedrag? Bijv. het spijbelen, beschadigen van auto’s, etc. - Zouden ze zelf op een gelijkaardige manier reageren als ze hetzelfde meegemaakt hadden? - Is hun idee over Billy veranderd op het moment dat ze te weten kwamen wat er met Billy gebeurd was? - Wat vinden ze van zijn houding ten opzichte van de tweeling? Hoe gedragen de juryleden zich zelf ten opzichte van (jongere) broers of zussen? Wat betekenen hun broers en zussen voor hen? - Wat vinden ze van de houding van Billy ten opzichte van de opvoeders van het tehuis? Hij verwijt hen dat de kinderen niets voor hen betekenen en dat het slechts hun job is, maar de opvoeders doen wel veel voor hen. Billy’s houding verandert pas nadat Ronnie voor hem een boksruimte heeft ingericht dat hij gedeeltelijk heeft betaald met zijn eigen geld en nadat Ronnie hem vertelt dat hij speciaal voor Billy is blijven werken in het tehuis. - Billy gelooft niet dat school goed is voor hem. Hij gaat ervan uit dat hij toch nooit een job zal krijgen omdat hij in een tehuis is opgegroeid. Daarom spijbelt hij voortdurend. Wat denken de juryleden hierover? Wat denken de juryleden over Ronnie, de Kolonel? Begrijpen ze waarom hij zoveel moeite heeft gedaan voor de boksruimte? Zouden ze een dergelijke job zelf zien zitten? Waarom wel/ niet? Wat denken de juryleden over het voorval dat ervoor zorgde dat Billy niet meer bij Jan en Grant kon blijven? Had hij vroeger moeten uitleggen waar zijn aanval vandaan kwam? Zou jij Billy nog een kans geven als je weet waarom hij zich gedraagt zoals hij doet?
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6) Boy Nobody / Allen Zadoff (door Ellen Erpels)
Auteursinfo Allen Zadoff is een bekroonde Amerikaanse auteur van Young Adult-fictie. Hij werd geboren in Boston en groeide op in New York, Tokyo en Los Angeles. Tegenwoordig woont en werkt hij in Los Angeles. Hij is auteur en schrijfdocent. Zijn boek Boy Nobody is het eerste deel van een spannende flitsende trilogie voor Young Adults, die de grenzen van goed en kwaad aftast. http://www.allenzadoff.com/
Kort samengevat Sinds het verdachte overlijden van zijn ouders zit Boy Nobody bij Het Programma, een schimmige overheidsorganisatie die kinderen opleidt en hersenspoelt om hen in te zetten voor spionageactiviteiten en het liquideren van staatsgevaarlijke personen. Boy Nobody duikt op in een nieuwe stad, op een nieuwe school, onder een nieuwe naam. Hij blijft nooit lang en telkens sterft er een familielid van een van zijn nieuwe vrienden, een zogenaamd natuurlijke dood... Boy Nobody is ijskoud en gevoelloos als het op het afmaken van zijn opdracht aankomt, maar ergens diep in hem zit nog de jongen die hij ooit was, toen zijn ouders nog leefden. Zijn nieuwe missie brengt hem naar New York. De duur en het verloop van deze opdracht zijn ongewoon, net als het contact met de New Yorkse burgemeester en zijn fascinerende dochter Sam.
Aan de slag Inspiratie De auteur kreeg het idee voor Boy Nobody toen hij in 2010 de dood van zijn moeder probeerde te verwerken. Hij vroeg zich af hoe het zou zijn om geen emoties te kennen en hij bedacht een personage: een jonge soldaat die erin getraind was om niks te voelen, die in elke situatie kon functioneren zonder angst, vreugde of woede, die vreemden zomaar kon ombrengen en dan kon wegwandelen zonder enige emotionele impact. http://www.clavisbooks.com/authors/264-allen-zadoff
Titel en cover Waarom werd deze titel gekozen denken jullie? Waarnaar verwijst de titel? Hoe komt het dat een persoon toch “niemand” kan zijn? Op de cover zie je een beeld van een jongen die in het park aan het lopen is. Met welk fragment uit het boek komt deze cover overeen? Je ziet ook een vizier van een revolver of een geweer over heel de voorflap staan. Vind je dit een goede keuze als cover? Hoe zou de cover er volgens jou moeten uitzien? Onder de titel staat de tekst ‘Hij is niets. De opdracht is alles.’ Wat wordt hiermee bedoeld? Hoe merk je dit in het boek? Tijd en ruimte Waar speelt het verhaal zich af? Zou jij je goed voelen in zo een grote stad? Over welke tijdspanne gaat het? Personages We maken in het boek kennis met Ben, Sam, de burgemeester van New York, Darius, Erica, Howard, Mike… Er is ook sprake van Ruige Ruis. Wie is hij en wat is zijn echt naam? Wie zijn Moeder en Vader? Waarom wordt hun benaming met een hoofdletter geschreven? Wat is de hun rol in het verhaal? Probeer de namen onder te verdelen in 2 groepen, ‘goede’ en ‘slechte’. Bespreek telkens waarom je iemand in een bepaalde groep onderbrengt of waarom je twijfelt. Opmaak van het verhaal Lees volgende recensie voor: ‘Wat erg bijzonder is aan de opmaak van het verhaal is dat telkens aan het begin van een hoofdstuk, het eerste gedeelte van de eerste zin zwart gedrukt is. Die eerste regels waren meestal nogal simpel opgeschreven waardoor je een beetje het idee kreeg alsof je een kinderboek las. Het hele verhaal was eigenlijk simpel geschreven maar de gebeurtenissen daarentegen waren zeker niet kinderachtig. Denk maar aan moord en doodslag en dat ben je het simpele meteen vergeten.’ http://deleesfabriek.nl/2013/08/boy-nobody-allen-zadoff/ Had jij ook het gevoel dat het boek in vrij eenvoudige taal geschreven werd? Waarom wel/niet? Kan je een voorbeeld aanhalen? Vond je het een vlot boek om te lezen? De hoofdstukken kregen geen afzonderlijke titels mee. Vind je dit een goede keuze? Doorheen het verhaal staan af en toe een paar zinnen cursief gedrukt: - p. 34: Wanneer houdt het op? - p. 63: En ik. De dingen die ik doe. Mijn opdrachten. - p. 137: Toeval bestaat niet bij een opdracht - p. 183: Shit. Dit kan ik niet gebruiken - p. 198: Wordt het echt beter? Voor Howard? Voor mij? - p. 200: Sam is een onvoorzien probleem - p. 264: Ze willen de burgemeester niet raken - p. 270: De eerste minister. Hij is het doelwit. Wat is de functie van deze zinnen? Waarom staan ze cursief gedrukt? Vind je dit een meerwaarde voor het verhaal?
Het boek is vrij lijvig. Lees je graag dikke boeken of kies je toch liever voor een dunner exemplaar? Vond je het boek een pageturner of was het moeilijk om je aandacht bij het verhaal te houden, omdat er te weinig spanning was? Wat was voor jou het meest spannende moment uit het boek en waarom? Thema Het centrale thema van dit boek is loyaal zijn. Wat betekent dit? Ben jij een trouw iemand? Is Ben loyaal? Waarom wel/niet en hoe merk je dit in het verhaal? Net als Ben zelf begint de lezer zich vragen te stellen over de manier van werken van deze organisatie en hoe zij aan bepaalde informatie komen, ook over Ben zelf, over zijn acties. In het verhaal wordt Ben regelmatig op het verkeerde been gezet, zeker naar het slot toe. Ben maakt daarin keuzes die hij volgens Het Programma niet zou moeten doen. Hij verbaast er zichzelf ook over. Welke keuzes maakt Ben? Zou jij dit ook gedaan hebben? Waarom wel/niet? Wat zijn de gevolgen van zijn keuzes? Hoe denk je dat het zou zijn om geen gevoelens te hebben? Heeft dit enkel voordelen of ook nadelen? Welke? Recensies - ‘Geschreven vanuit het gezichtspunt van de 'slechterik' (ik-figuur), maar zo fascinerend geschreven dat je helemaal met hem mee gaat denken en zelfs antipathie ontwikkelt voor het volgende slachtoffer.’ Mart Seerden Kan je je vinden in deze uitspraak? Waarom wel/niet? Heb je ook met Boy Nobody meegevoeld? - ‘Intelligent opgebouwd verhaal waarin de gebeurtenissen zich in sneltreinvaart afspelen en de lezer geboeid houden tot de laatste bladzijde.’ Pol Van Damme http://www.pluizuit.be/131011/9789044819489.htm Ben je akkoord met deze recensie? Waarom wel/niet? Het boek als film Op http://www.youtube.com/watch?v=zNlRHQygCd4 vind je de trailer van de film die gebaseerd is op het verhaal uit het boek. Wat vinden jullie van de trailer? Voel je meteen de sfeer die het verhaal oproept? Zouden jullie naar de film kijken? Waarom wel/niet? Vergelijking met Alex Rider Het verhaal doet denken aan de avonturen van Alex Rider, die voor M16 riskante opdrachten uitvoert. Deze boeken zijn van de hand van de Britse schrijver Anthony Horowitz (1955). Hij schrijft vooral detectives en griezelverhalen. In zijn boeken lopen heel wat ongure types rond, die hij met humor beschrijft. Sinds zijn ouders zijn verongelukt, woont Alex Rider bij zijn oom Ian in huis. Na de gewelddadige dood van zijn oom wordt Alex ingeschakeld om diens spionagewerk af te maken. Daarbij komt hij in levensgevaarlijke situaties terecht. Alex is een stoere en slimme jongen van veertien jaar. Hij wordt onder druk gezet om het werk van zijn oom over te nemen. Zou jij dat kunnen of durven? Vind je dit soort verhalen geloofwaardig? Waarom wel/niet? Op http://www.alexrider.com/ vind je meer informatie over deze boeken. Via http://www.leesplein.nl/LL_plein.php?hm=3&sm=2&id=11460 kan je zelfs een stukje van het verhaal beluisteren. Spreken de verhalen jou aan? Waarom wel/niet?
Andere leestips Allen Zadoff schreef al een vervolg op Boy Nobody, namelijk Boy Nobody. De opdracht: ‘Hij was de perfecte moordenaar. Zonder naam. Zonder verleden. Zonder geweten. Tot hij vragen begon te stellen. Nu is het Programma bang dat de waardevolle soldaat een zwakke schakel is geworden. Daarom krijgt Boy Nobody een nieuwe opdracht. Een test. Boy Nobody ontdekt dat niets is wat het lijkt: het Programma niet, zijn vertrouwelingen niet, de waarheid niet.’ Het boek moet echter nog in België verschijnen. Ben je van plan om het vervolg te lezen? Waarom wel/niet?
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6)
De koningin zonder land / Paul Verrept en Berlinde De Bruyckere (ill.) (door Vera De Smet)
Auteursinfo Paul Verrept (Deurne, 1963) gaat een half jaar naar het RITS en volgt anderhalf jaar grafische vormgeving aan de kunstacademie. Hij heeft er veel steun aan illustrator Kristien Aertssen die er dan nog maar net lesgeeft. In het tweede jaar – hij regisseert dan volop theater – wordt hij gebuisd voor typografie. Hij maakt de opleiding niet af vanwege zijn theaterambitie, maar hij leert er dat hij ergens goed in is en dat het belangrijk is om een eigen plek te hebben waar hij kan werken en nadenken. Later beseft Paul Verrept dat theater niet echt zijn medium is, maar hij blijft wel theateraffiches ontwerpen. Naast grafisch vormgever is hij sinds zijn debuut in 1994 ook auteur en illustrator. Berlinde De Bruyckere (Gent, 1964) groeide op in de Gentse volksbuurt Muide. Ze volgde de opleiding monumentale kunsten aan Sint-Lucas te Gent, waar ze afstudeerde in 1986. Vanaf begin jaren 90 staat het menselijk lichaam centraal in haar kunst. Terugkerende thema's in haar werk zijn kwetsbaarheid, vergankelijkheid en eenzaamheid. De Bruyckeres werken zorgen vaak voor controverse. Drijvende sculpturen van vrouwen in de Gentse binnenwateren en in bomen opgehangen dode paarden zorgen voor opschudding en afkeer.
http://jeugdliteratuur.org
Kort samengevat Ik groeide blij op, al zat er diep in mij een onrust en gemis. Waren het mijn ouders die ik miste? Of was het mijn geschiedenis die mij bedrukte, het besef dat ik gedoemd was tot een tragisch leven als koningin van een land dat niet bestond? De koningin zonder land is een sprookje over een prinses die geboren wordt op de dag dat het koninkrijk van haar ouders ten onder gaat. De zee verwoest het hele koninkrijk, haar ouders kunnen slechts op het nippertje ontsnappen. Ze houdt niet van de grond. Daarom loopt ze altijd op stelten en woont in een hoge boomhut. Haar verleden is verdronken, maar ze kan door muren heen kijken en in de toekomst zien. Dat is een gave, maar geen gave die haar per se gelukkig maakt. Blijft ze zweven in het verleden? Of vindt ze toch een uitweg naar een leven hier en nu? http://eenhoorn.be http://boekenzoeker.org
Aan de slag Als start van de bespreking, kan je de illustraties uit het boek kopiëren en in willekeurige volgorde aan de lezers geven. Geef hen als opdracht de illustraties in de juiste volgorde te leggen, volgens de chronologie van het boek. Wellicht zullen ze hier wat moeite mee hebben omdat de illustraties geen letterlijke weergave van de tekst zijn. Een ideale start om dieper op de gebeurtenissen in het boek in te gaan en de illustraties daarbij te betrekken. Je kan eerst aan de lezers vragen om het verhaal – mondeling – te reconstrueren en ondertussen enkele vragen over de illustraties stellen. Illustraties De illustraties in het boek zijn kwetsbaar maar krachtig en sober. Ze vormen geen letterlijke weergave van de gebeurtenissen in het boek, dus kunnen ze ook los van de tekst bekeken worden. - Hoe zou je de illustraties omschrijven? Geef enkele adjectieven. - Vind je de illustraties mooi? Waarom (niet)? - Wat zie je op de illustraties? - Passen de illustraties goed bij het boek? - Waarom zou de auteur voor deze illustraties gekozen hebben? - Wat voor illustraties zou jij kiezen? - Heb je tijdens het lezen naar deze illustraties gekeken? Waarom (niet)? - Zou het boek even mooi/sterk/kwetsbaar/poëtisch/… zijn zonder de illustraties? Waarom (niet)? - ‘Maken’ of ‘kraken’ deze illustraties het boek? Waarom? Extra: breng eventueel enkele foto’s mee van ander (beeldhouw)werk van Berlinde De Bruyckere. Zien de lezers gelijkenissen tussen de beelden en de illustraties in het boek? Wat is er gelijkend? Wat is er verschillend? Zouden zij naar een tentoonstelling van deze kunstenares gaan? Waarom (niet)?
Sprookje Het boek wordt beschreven als een ‘sprookje’: ook de titel (“de koningin”) doet ons dit vermoeden. Maar is dit wel werkelijk zo? Wat zijn de kenmerken van een sprookje en zijn deze ook aanwezig in dit boek? Enkele kenmerken van het sprookje op een rijtje: - thematisch gezien is er een strijd tussen goed en kwaad waarbij het goede steeds wint; - heel veel fantasie: personages/gebeurtenissen/karaktertrekken die in het echte leven niet kunnen voorkomen; - er zit een zedenles/moraal in verwerkt. Wat vinden de lezers: is dit boek echt een sprookje? Waarom (niet)? Extra: bedenk samen met de lezers alternatieve gebeurtenissen en feiten in het boek. Speel een soort “Wat als…”: wat als het koninkrijk niet was ten onder gegaan; wat als de prinses geen gave had…?
Personages en vertelstandpunt Het boek wordt verteld door de ogen van “de koningin zonder land”, de overgebleven prinses van het verwoeste land. Het is dus een ik-verteller: we lezen alles hoe zij het vertelt. Het hoofdpersonage – en eigenlijk ook het enige echte personage – is “de koningin zonder land”. We komen haar naam niet te weten maar zien en voelen alle gebeurtenissen wel op haar manier. Zij wordt geboren tijdens een groot onweer en ontdekt al vrij snel dat ze over een gave beschikt: zij kan door dingen heen zien en op die manier in de toekomst van iedereen kijken. Daarnaast wil zij absoluut geen voet op aarde zetten: in plaats daarvan loopt ze steeds op stelten. Ze verliest al snel haar vader en krijgt – door haar moeders grote verdriet – de verantwoordelijkheid over het huispersoneel. Na enige tijd verliest ze ook haar moeder. De ouders van het ik-personage, de koning en de koningin van het verloren land, raken alles (hun huis, hun land…) kwijt in het hevige onweer. Ze bouwen hun nieuwe leven zo goed mogelijk op, maar de herinnering aan hun oude leven overwoekert alles en echt gelukkig worden ze nooit meer. Marja is de dienstmeid van “de koningin zonder land” en heeft een vrij grote betekenis voor haar. Zij staat ook grotendeels in voor de opvoeding, ondersteunt haar tijdens de consulten om de toekomst te voorspellen en slaapt ’s nachts bij haar als ze niet goed kan slapen.
Tekst De twee eerste hoofdstukken komen enorm poëtisch over: het taalgebruik is beknopt, met korte zinnen en talrijke enjambementen. Deze hoofdstukken zijn een soort ‘voorbode’ op het echte verhaal: de prinses vermeldt dat ze dit verhaal moet vertellen, dat ze niet mag zwijgen. Daarna – vanaf hoofdstuk drie – wordt alles meer in een doorlopende tekst verteld: hier start namelijk het echte verhaal, vanaf het verwoestende onweer tot het opgroeien van de prinses.
Bespreek kort het taalgebruik in het boek. Sommigen zullen dit waarschijnlijk prachtig vinden, terwijl het voor anderen niet toegankelijk genoeg of te moeilijk zal zijn. - Welke adjectieven zou jij gebruiken om het boek te omschrijven? Is dat adjectief positief? Of negatief? Waarom? - Is er volgens jou een verschil in het taalgebruik tussen de eerste hoofdstukken en de rest van het boek? Wat is dan het verschil? Waarom denk je dat dit verschil er is? - Stoort het taalgebruik jou? Vind je het mooi?Waarom (niet?) - Begreep je alles in het boek? Zo neen: hoe komt dit?
Recensies Geef de lezers enkele recensies (zie onder, maar er zijn er nog beschikbaar op het internet). Met welke recensie gaan zij akkoord? Met welke niet? Waarom (niet)? Wat zouden zij zeker vermelden, mochten ze een recensie van dit boek moeten schrijven? “De koningin zonder land toont dat jeugdboeken veel te winnen hebben wanneer auteurs een alliantie aangaan met de hedendaagse kunst. [...] Het kan een mooi opstapje zijn voor jonge lezers naar de hedendaagse kunst, of voor kunstliefhebbers naar de betere jeugdliteratuur.” (De Standaard Letteren, mei 2013) “Een leeftijdloos sprookje, opgetrokken uit symboliek. [...] Met hun poëtische gewelddadigheid en ongemakkelijke gevoeligheid vullen de tekeningen de tekst aan. Ze verrijken het geheel en maken er een indringend kleinood van.” (website Cobra, augustus 2013)
Citaten Geef de lezers enkele van onderstaande citaten. Iedereen kiest één citaat dat hem/haar aanspreekt. Vraag hen om uit te leggen waarom het hen aanspreekt, wat de citaten volgens hen betekenen en waar het citaat zich in het verhaal situeert. Je kan de lezers ook op voorhand vragen om zelf citaten mee te brengen. Ik moet spreken. Wat voorbij is weer tot leven wekken, al is het maar in woorden. (pagina 5) Sommigen zoeken zelfs de gruwel die hen is aangedaan terug op, om dan een zekere vrede te vinden in de stilte op de plek waar ze leden, […]. (pagina 5) Ik ben de maker van mijn eigen herkomst. (pagina 9)
De stemmen uit de aarde vierden hun bevrijding met een hemeltergend gekrijs. (pagina 21) Ik wist niet waarom niets mij met grotere angst vervulde dan een voet op de aarde te zetten. (pagina 27) […] al wist ik niet welke beelden echt bestaan hadden en welke door mijn moeder gefantaseerd werden om te kunnen schuilen in een mooi verleden. (pagina 38) Onze welstand zorgde ervoor dat we welkom waren. (pagina 59) Ik verloor me in de beelden in mijn hoofd, in een doodse stilte. Ik voelde mij dicht bij mijn ouders, hoe langer ik niet bewoog of sprak, hoe meer ik hun aanwezigheid voelde. Soms zette ik de kroon op, en dan voelde ik hoe trots ze op me waren. (pagina 69) Ik regeerde over het verleden en de toekomst van mijn nietsvermoedende onderdanen. (pagina 70)
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6) Het laatste lied / Piet De Loof (door Amber Daeren)
Auteursinfo (zie ook www.jeugdliteratuur.org) Piet De Loof wordt in 1972 geboren in Oudenaarde, de Vlaamse Ardennen. In zijn wonderjaren wil hij doelman worden en schrijft hij op school steeds langere opstellen, tot wanhoop van de leerkrachten. Vele jaren later - één magisch moment in een zomernacht - raakt hij in de ban van muziek. Hij probeert cello, altviool en fagot, maar de instrumenten zijn even moeilijk als mooi en hij wil liever gewoon luisteren. Altijd maar luisteren. En schrijven: in al zijn boeken klinkt muziek. Piet woont in Oudenaarde en houdt van eten, schrijven en schrappen. Maar ook van zijn hondje Tosca. En van fietsen. Bergop. Hij gooide al hoge ogen met zijn verhalen: 2012 2011 2010 2009 2008
2de prijs De Kleine Cervantes voor De smaak van zijn stem 2de prijs Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen voor De smaak van zijn stem Shortlist John Flandersprijs (beste Vlaamse Filmpje) voor De Koude Oorlog Nominatie Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen voor De schoonheid van Clara Nominatie Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen voor De cello van mevrouw Rozas
www.pietdeloof.be
Kort samengevat 28.637 liedjes staan er op de iPod van Viola. Daarin ligt alles, haar hele leven. Dit is de proloog van het boek. Hierop volgt het verhaal, cursief gedrukt, van de trieste koning: de waanzin van koning Filips V die al jaren duurde. Farinelli slaagt erin met zijn muziek het hart van de koning opnieuw te openen. Dit ‘sprookje’ staat naast het verhaal van Viola. Zij is vijftien en dochter van een beroemde zangeres. Haar vader (een Italiaanse dirigent) liet haar moeder al vlug na haar geboorte in de steek na een knipperlichtrelatie. Viola is altijd met muziek bezig. Viola en haar vrienden, Michiel en Jana, laten elkaar elke week muziek beluisteren die hen heeft geraakt. Viola kiest muziek voor feestjes, om sporters op te peppen, bij een afscheid... Zo heeft ze muziek gekozen voor haar vriendin Jana die paardrijdt. Bij een wedstrijd raakt het paard in paniek en Jana komt ten val. Ze ligt in coma. Viola neemt de schuld op zich. Ze vermoedt dat het paard is opgeschrikt door de muziek. Tijdens een reis naar Sienna, de Italiaanse stad waar haar moeder optreedt, ontdekt ze de beroemde zanger Farinelli. Viola ontdekt het ontstaan van het laatste lied van Farinelli dat hij componeerde, maar het geraakte nooit af. De mooiste muziek, denkt Viola, blijft misschien wel ongeschreven, zodat je er altijd naar op zoek kan gaan. Viola heeft het moeilijk. Haar gedachten worden somber. Ze eet nog weinig, slikt slaappillen en gaat volledig op in haar muziek. Geleidelijk wist ze het ene na het andere lied op haar
iPod. Ze droomt: ze zijn hier met velen, muzikanten die nooit rust vinden, ze hadden nog zoveel plannen, nog zoveel te vertellen, maar toen kwam de dood. Zoals het leven uit Viola wegglipt, verdwijnt ook de inkt op de laatste bladzijden van het boek. www.pluizer.be
Bespreking Dit is duidelijk een psychologische roman. De nadruk ligt op het emotionele leven en de psychologische ontwikkeling van Viola. We merken al meteen dat ze last heeft van depressies zonder dat daar enige aanleiding voor lijkt te zijn. Het enige dat haar uit die sombere gedachten kan halen, is muziek. Desondanks blijkt dat muziek op het einde toch haar ondergang wordt. We spreken hier van een auctorieel vertelstandpunt. Het is niet Viola zelf die het verhaal vertelt. Iemand beschrijft in de zij-vorm wat Viola allemaal meemaakt. Het is wel een verteller die weet wat er allemaal in Viola’s hoofd omgaat waardoor we toch een subjectieve kijk op de gebeurtenissen hebben. De auteur kiest voor deze vertelvorm omdat je zo een afstand creëert ten opzichte van het hoofdpersonage en je toch met haar meevoelt. We kijken toe, maar kunnen niet ingrijpen. In de ouverture krijgen we even het verhaal van Filips V (ook in de hij-vorm). Op het einde van het boek begrijpen we waarom we deze geschiedenis meekrijgen. Ook heel even bij de vierde akte, scène negen (die ook ‘Mama’ als ondertitel heeft) krijgen we een stukje van het verhaal via Viola’s mama te zien. Ook hier weer in de zij-vorm, waarbij de verteller haar gedachten weergeeft. De hoofdstukken zijn heel opmerkelijk. Het boek is opgevat als een operavoorstelling met verschillende aktes en scènes, een proloog, ouverture en het koor als slot. Elke akte is een nieuwe dag in het leven van Viola en elk hoofdstuk daarin krijgt een ondertitel met een kernwoord dat het volgende hoofdstuk kort omschrijft. Het laatste deel, het koor (slot), is heel opmerkelijk. Hoe verder Viola wegzakt in haar slaap, hoe lichter de tekst wordt. Dit om aan te geven dat ze steeds verder en verder van ons wegglijdt zonder dat we ze kunnen tegenhouden. In het verhaal worden heel veel verschillende liedjes (van op Viola’s iPod) vermeld. Als je achter de lyrics een muzieknootje ziet, dan vind je op de laatste pagina’s van het boek een kleine uitleg over dat liedje. Op deze laatste pagina’s kan je ook informatie terugvinden over hulplijnen die er zijn voor jonge mensen die het soms moeilijk hebben en wat randinformatie over sommige elementen die aan bod komen in het verhaal. Het overgrote deel van het verhaal is in het heden en chronologisch geschreven. De verteller weet met andere woorden in het begin van het verhaal nog niet wat er op het einde zal gebeuren. Enkel in de ouverture lezen we het verhaal van Filips V in de verleden tijd. Het is dan ook een stukje geschiedenis dat we ter informatie krijgen. Het verhaal speelt zich af in Vlaanderen en Sienna. Viola woont in Vlaanderen maar door de concerten van haar moeder komt ze heel vaak in het buitenland terecht. Hier is dat dus Sienna, de stad waar Farinelli de laatste jaren van zijn leven doorbracht. De vertelde tijd is heel kort. We volgen Viola enkel de laatste dagen van haar leven, van woensdag tot zaterdagnacht. In die tijd komen we, door haar gedachten, wel veel te weten van wat er zich vooraf allemaal heeft afgespeeld in haar leven (dat ze al jaren depressief is, dat haar beste vriendin verongelukte tijdens een wedstrijd met haar paard, dat ze altijd meereist met haar moeder en telkens naar de premières gaat kijken…). Het hoofdthema van dit verhaal is de depressie van het hoofdpersonage en de kracht van muziek (waardoor ze af en toe overeind kan blijven). Het gaat vaak over gevoelens die ze niet kan controleren en ze voelt zich neerslachtig, al is daar geen directe aanleiding toe. Enkel via muziek kan ze communiceren. Op sociaal vlak heeft ze het heel moeilijk om contact te leggen met anderen omdat ze zich zo moeilijk kan uiten. Haar
moeder leeft ook een beetje in haar eigen wereld en heeft soms moeite om zich los te trekken uit haar personage. Dat maakt ook de communicatie en relatie tussen moeder en dochter niet altijd evident. Zelfmoord is ook een thema in dit verhaal. Viola beslist op het einde om zoveel mogelijk pillen van haar moeder door te slikken met prosecco om zo misschien ‘het laatste lied’ te kunnen achterhalen.
Aan de slag Praat over de kracht van muziek: - Welke liedjes staan op jullie iPods. Enkel recente nummers of ook klassieke werken? Waarom wel/niet? - Zijn er liedjes die je oplegt bij een bepaalde stemming/gebeurtenis? - Zijn er liedjes waarvan je nog weet wanneer je ze voor het eerst hoorde? - Zijn er gebeurtenissen waarvan je nog exact weet welk liedje er toen speelde? - Kan je blij/triestig worden door de sfeer in bepaalde liedjes (+geef een voorbeeld). - Helpt het soms om naar muziek te luisteren als je je eens wat minder goed in je vel voelt? - Laat een liedje horen dat je speciaal vindt en leg uit waarom. Doe een kleine muziekquiz: laat iedereen in de groep een liedje afspelen van zijn/haar smartphone/mp3-speler/iPod en laat de anderen raden welk liedje/uitvoerder het is. Variatie op de muziekquiz: laat Google Translate een liedje uit het Frans/Engels vertalen naar het Nederlands of omgekeerd en probeer te achterhalen welk liedje het is.
Extra Bezoek de site van Piet De Loof (www.pietdeloof.be). Hier kan je de liedjes die in het boek voorkomen ook beluisteren.
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6) Het mes dat niet wijkt / Patrick Ness (door Vera De Smet)
Auteursinfo Patrick Ness is een Britse jeugdauteur die geboren is in de Verenigde Staten (17 oktober 1971, Virginia) op een legerbasis waar zijn vader drilsergeant was. Vanaf zijn zesde woonde hij op Hawaï. Zijn jeugd bracht hij door in bibliotheken, waar hij uren ronddoolde en willekeurig boeken van de planken trok. Later studeerde hij Engelse Taal- en Letterkunde in Los Angeles. Na zijn studie ging hij aan Oxford lesgeven in creatief schrijven. Daarnaast schreef en recenseerde hij voor verschillende kranten. Hij houdt tevens van muziek. Tegenwoordig woont hij in Londen. Zowel in 2011 als in 2012 won Patrick Ness de jaarlijkse Carnegie Medal ( prijs voor het beste nieuwe jeugdboek in Groot-Brittannië) voor zijn boeken Monsters of Men en A Monster Calls. Op die manier is hij één van de zeven auteurs die ooit twee keer deze prijs won. Ook Het mes dat niet wijkt viel in de prijzen: het kreeg o.a. de Booktrust Teenage Prize, de Guardian Children’s Fiction Prize en de Tiptree Award. http://wikipedia.org http://uitgeverijmoon.nl
Kort samengevat In Prentissdorp, een kolonie in de Nieuwe Wereld, leven alleen mannen. Alle vrouwen zijn dood. De mannen kunnen elkaars gedachten horen en worden langzaamaan gek van al dat geluid, de Herrie. Ze horen ook de gedachten van dieren, maar deze denken niet zo veel na. Todd, de laatste jongen in het dorp, moet verplicht op de vlucht slaan omdat Prentissdorp op hem jaagt zodra hij een man zal worden. Tijdens zijn vlucht ontdekt hij – buiten het dorp – een meisje wiens gedachten hij niet kan lezen of horen. Todd ontdekt de stilte, iets waarvan hij het bestaan niet kende. De twee leren elkaar kennen en gaan samen verder in hun tocht. Zo ontdekt Todd nog meer dingen waarover Prentissdorp gelogen heeft. Tevens brengt de ontmoeting met het meisje hem op het spoor van de échte reden achter de dood van de vrouwen…
Aan de slag Stijl en taalgebruik Het boek valt onmiddellijk op door een aparte stijl. De belangrijkste aspecten hiervan zijn: - alledaags en spreektalig taalgebruik: het gebruik van d’r, z’n, es… ; - foutieve woorden of woorden die geschreven worden zoals ze uitgesproken worden: repurreren (p. 11), lichaamselektrussiteit (p. 21), polietsieburo (p. 27), inturressant (p. 39), ekskuus (p. 44), populaatsie (p. 27), alleniger (p. 32), corrupsie (p. 34), etc.; - afkortingen: gvd (i.p.v. godverdomme), sdm (i.p.v. sodemieter); - flitsend taalgebruik: voorbeeld pagina 289 (VALLEN NEE VALLEN nee alsjeblieft help me Vallen Het Mes Het Mes Spakkel spaks zijn dood, alle spaks dood Viola sorry, alsjeblieft Aaron, achter je! Hij komt d’r aan! […]). Wat vinden de lezers van deze stijl? Was het aparte taalgebruik hen opgevallen, of niet? Hoe zou je dit taalgebruik verklaren: heeft het iets te maken met het erbarmellijke onderwijs in Prentissdorp, de Herrie die iedereen met zich meedraagt, of heeft het nog een andere reden? Indeling Het boek is ingedeeld in zes delen: Deel 1 (p. 9 – 72) Dit deel start in media res: in het midden van het verhaal. We krijgen daarnaast ook een algemene situering van de locatie en de voornaamste personages. Op het einde van dit deel moet Todd – het hoofdpersonage – vluchten uit zijn eigen land. Op zijn tocht ontmoet hij een meisje dat niet omringd is door Herrie. Deel 2 (p. 73 – 136) Hoewel het meisje aanvankelijk niet spreekt, gaan Todd en het meisje toch samen verder op tocht. Haar ouders blijken omgekomen te zijn, dus zij is wees. Op het einde van dit deel komen we uiteindelijk haar naam te weten: Viola. Deel 3 (p. 137 – 218) Todd en Viola komen terecht in het dorpje Farbrach, waar zij kunnen logeren bij Hildy en Francia. De twee jongeren zijn namelijk al dagen op tocht zonder echt te kunnen slapen, goed te kunnen eten of zich te kunnen opfrissen. Bovendien komen we te weten dat het voltallige leger van Prentissdorp Todd zoekt. Deel 4 (p. 219 – 286) Todd en Viola zijn nog steeds op de vlucht voor het leger. Todd ontdekt dat Prentissdorp over heel wat dingen heeft gelogen en dat zijn wereldbeeld daardoor ook vertekend is. Viola doorziet de leugens van Prentissdorp. Op het einde van het hoofdstuk doodt Todd een Spakkel: een vreemd wezen dat – volgens Prentissdorp – moet worden gedood. Achteraf blijkt de Spakkel helemaal geen kwade bedoelingen gehad te hebben; dit beeld en deze herinneringen zullen Todd blijven achtervolgen. Deel 5 (p. 287 – 356) Niet alleen het leger van Prentissdorp, maar ook de pastoor (Aaron) is op zoek naar Todd en Viola. Aaron heeft Todd zwaar verwond en heeft Viola meegenomen. Todd probeert Viola verder te zoeken, maar krijgt waanillusies door de koorts en de honger. Hij wordt gevonden en verzorgd door Wilf en
zijn vrouw, die hij eerder al tegenkwam op tocht. Manchee kan het spoor van Aaron en Viola ruiken en het lukt Todd en Viola om hem te ontvluchten. Manchee kan jammer genoeg niet ontsnappen en Aaron vermoordt hem koelbloedig voor de ogen van Todd en Viola. Deel 6 (p. 357 – 479) Todd en Viola komen Ben tegen, die gevlucht is uit Prentissdorp. Hij is gekomen om Todd de waarheid te vertellen, maar algauw zijn ze genoodzaakt elk hun eigen weg te gaan. Na een laatste confrontatie met Aaron – die nu definitief uit de weg geruimd is – komen Todd en Viola eindelijk toe in Haven, de plaats waar ze veilig zouden zijn. Er is echter niemand op het dorpsplein tot…burgemeester Prentiss op zijn paard verschijnt. Thema’s en filosofie Eén van de thema’s uit het boek is zeker de indoctrinatie en manipulatie van Prentissdorp tegenover Todd. Zo blijkt het hele wereldbeeld van Todd gebouwd te zijn uit leugens en halve waarheden. Hij leert heel wat dingen door de ontmoeting en omgang met Viola, die niet uit Nieuwe Wereld komt en alle leugens dus doorziet. Wat verstaan de lezers onder het begrip ‘indoctrinatie’? Gebeurt dit vandaag de dag nog steeds, denken jullie? Zo ja, waar, wanneer, waarom? Zo neen, hoe komt dit? Zijn jullie geïndoctrineerd (bv. geloof, opvoeding, waarden en normen…)? Hoe komt het dat mensen hier ontvankelijk voor zijn? Een groot probleem in Prentissdorp is de Herrie: alle gedachten van de mannen in het dorp zijn hoorbaar voor omstaanders. Velen hebben hier al mee leren omgaan, maar toch is er nooit een moment stilte. Hoe zou jij je voelen mocht iedereen jouw persoonlijke gedachten kunnen lezen? Zou je hiermee kunnen leven, of lijkt het idee je onuitstaanbaar? Op welke manier zou jij hiermee proberen om te gaan? Welke van jouw gedachten zouden beter onuitgesproken blijven, denk je?
Andere leestips Het mes dat niet wijkt is het eerste boek van de Chaos-trilogie. De overige titels zijn Het donkere paradijs (Moon, 2013) en Lawaai dat nooit stopt (Moon, 2013).
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6)
Ik jaag op killers / Barry Lyga (ook uitgegeven onder de naam De jacht) (door Sarah De Vylder)
Auteursinfo Barry Lyga, geboren op 11 september 1971, is een Amerikaans schrijver van boeken voor jongvolwassenen en kortverhalen.
Kort samengevat Jazz’ vader is een seriemoordenaar, die sedert enkele jaren in de gevangenis zit. Opgevoed om zelf moordenaar te worden, weet hij als geen ander hoe een moordenaar denkt. Wanneer het stadje waar Jazz woont opgeschrikt wordt door een nieuwe moord, wil hij dan ook op jacht naar deze moordenaar. Aangezien hij echter zelf de zoon van de meest beruchte seriemoordenaar in de omgeving is, zien de mensen hem eerder als een verdachte dan als een mogelijke hulp bij het opsporen van deze nieuwe dreiging. Wanneer blijkt dat de seriemoordenaar zich baseert op de ‘stijl’ van Jazz’ vader, stijgt de druk, en wordt Jazz meer en meer geconfronteerd met zijn verleden.
Personages Jasper ‘Jazz’ Dent Jazz is een knappe jongeman, die populair zou zijn, ware het niet dat zijn vader een beruchte seriemoordenaar is. Hij ligt enorm in de knoop met zichzelf, ervan overtuigd dat hij bestemd is om zelf op een dag aan het moorden te slaan, maar vastberaden om hiertegen te blijven vechten. Zijn vader heeft hem als kind verplicht om getuige te zijn van zijn vele moorden en folteringen, waardoor Jazz getekend is voor het leven. Hij heeft hierdoor echter een scherpe geest en een sterk karakter ontwikkeld, ideaal voor het opsporen van moordenaars. Hij heeft enkele mensen die om hem
geven en hem onvoorwaardelijk steunen bij het uitvoeren van zijn plannen. Hoewel hij hen vaak bewust manipuleert, geeft hij ook veel om hen, wat tijdens het lezen van het boek zeer duidelijk wordt. Billy Dent Beruchte seriemoordenaar en vader van Jazz. Als moordenaar was hij bijna onmogelijk op te sporen omdat hij geen vaste werkwijze had, zoals de meeste moordenaars. Ook werkte hij steeds ver van huis, zodat hij moeilijk getraceerd kon worden, tot hij op een dag twee moorden in zijn eigen stad pleegde, waarna een plaatselijke politieman hem op het spoor kwam. Hij voedde zijn zoon op om in zijn voetsporen te treden, door hem getuige te laten zijn van vele verschrikkingen. G. William Tanner G. William is de agent die Billy Dent heeft gearresteerd. Na de arrestatie heeft hij Jasper Dent onder zijn vleugels genomen. Wanneer het stadje weer wordt opgeschrikt door moorden, is de druk op zijn schouders dan ook groot. Hij blijft echter geloven in Jazz, die hij steeds beschermt, zowel tegen anderen als zichzelf. Howie De beste vriend van Jazz. Howie heeft hemofilie, waardoor hij fysiek zeer beperkt is: van de minste aanraking kan hij blauwe plekken krijgen, en als hij bloedt, houdt het niet op. Toen ze nog kinderen waren heeft Jazz hem gered van pestkoppen, waarna ze beste vrienden werden. Hij steunt Jazz steeds en helpt hem bij nachtelijke inbraken om de moordenaar op te sporen. In ruil vraagt hij Jazz om tatoeages te laten zetten, iets wat Howie zelf wil, maar door zijn ziekte niet mag. Tijdens de moeilijke momenten, blijft Howie steeds zijn gevoel voor humor bewaren. Connie De vriendin van Jazz. Ze neemt hem zoals hij is, doorziet hem en confronteert hem met zichzelf. Howie en zij zijn de enige mensen waarbij hij zichzelf kan zijn. Het duurt wel enige tijd voor hij tot het besef komt dat hij van haar houdt. Hierdoor vermoedt hij echter dat hij geen sociopaat is, en heel misschien dus niet voorbestemd is om moordenaar te worden. Oma Na de arrestatie van Billy Dent, gaat Jazz bij zijn oma wonen. Intussen is zij echter aan het dementeren en moet Jazz meer en meer voor haar zorgen. Zij gaat steeds verder achteruit, beseft vaak niet meer wie ze is en wordt zeer vaak agressief. Een sociale werkster wil Jazz uit deze omgeving halen, maar hij vecht hier uit alle macht tegen, omdat hij anders zijn vrijheid zou verliezen.
Aan de slag Bespreek de theorieën Wie waren volgens de jongeren het meest verdacht? Waarom verdacht je ze? Waarom heb je ze eventueel van de verdachtenlijst geschrapt? Bespreek alternatieve eindes Wie was volgens de jongeren ook een goede moordenaar geweest? Speel moordenaar en detective Eén persoon verlaat de kamer, dit is de detective. De nog aanwezige jongeren spreken onderling af wie de moordenaar is, waarna de detective terug mag komen. De anderen lopen intussen door elkaar rond
in de kamer. Als de moordenaar naar een medespeler knipoogt, valt deze dood neer. De detective moet proberen de moordenaar te betrappen voordat iedereen dood is. Dit kan puur door observatie. In een variant (gekend als ‘Weerwolven van Wakkerdam’) kan iedereen meedoen: er is een spelleider die een moordenaar aanduidt, bijvoorbeeld via briefjes. De overige lezers zijn gewone burgers. Als de spelleider zegt dat het nacht is, doet iedereen zijn ogen dicht. De moordenaar mag zijn ogen weer openen, en wijst zijn volgende slachtoffer aan, waarna hij de ogen weer dichtdoet. De spelleider geeft dan aan dat het weer dag is, waarna iedereen de ogen weer opendoet. De spelleider wijst het slachtoffer aan, deze verliest zijn stemrecht. Zij die nog in leven zijn, praten met elkaar over wie ze verdenken en wisselen hypotheses uit. Op het einde van de discussie wordt een potentiële moordenaar (via stemrecht) aangeduid. Deze wordt dan ‘op de brandstapel’ gegooid, maar kan evengoed een gewone burger zijn. De moordenaar wint wanneer ze op het einde nog met twee overblijven.
Andere leestips Barry Lyga schreef inmiddels een vervolg, namelijk Het spel (De Boekerij, 2014). Hij schreef ook al enkele kortverhalen over de voorgeschiedenis van het boek. Meer informatie vind je op zijn website (in het Engels): http://barrylyga.com.
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6) Naked / Kevin Brooks (door Amber Daeren)
De auteur (zie ook www.auteurslezingen.be) Kevin Brooks is geboren op 30 maart 1959 te Pinhoe (Engeland). Hij studeerde psychologie en filosofie in Birmingham, en Cultural Studies in London. Kevin had verschillende banen, waaronder musicus en beeldend kunstenaar. Momenteel is hij fulltime schrijver. Hij woont samen met zijn vrouw in Manningtree, in het graafschap Essex. Zijn eerste boek dat (vertaald) in het Nederlands werd uitgebracht was Martyn Big, verschenen in 2003. Kevin Brooks over het schrijven van jeugdboeken: “There are not many differences, I don´t think, between writing for children and writing for adults, because children aren´t that different from adults. But I would say the story is the main thing, with children. With adults you might use different styles and structures, perhaps indulge in fiddly niceties. Writing for children brings you down to basics.” www.leesplein.be
Korte inhoud Londen, 1976. Lili kan heel goed piano spelen. Tijdens een repetitie wordt ze gestoord door Curtis Ray, een charismatische jongen waar iedereen stiekem verliefd op is. Hij vraagt Lili of ze wil proberen om basgitaar te komen spelen in zijn band Naked. Lili gaat de uitdaging aan en merkt dat het haar wel ligt. Ze begint een relatie met Curtis en geniet van het muzikale gedeelte van hun samenzijn. Dat Curtis steeds meer drugs begint te gebruiken, vindt ze minder leuk. Ook al het gedoe rond de band, het netwerken om te kunnen spelen en misschien ooit een plaat op te nemen, bevalt haar niet. Wanneer ze een nieuwe gitarist moeten zoeken, duikt William Bonney op, een muzikaal talent dat hun groep naar een hoger niveau brengt. William komt van Belfast en leeft ondergedoken uit angst voor de IRA. Het klikt tussen William en Lili, wat haar doet nadenken over haar relatie met Curtis en over wat ze wil in het leven. Net als ze gekozen heeft voor William, is hij betrokken bij een bomexplosie. Later ontdekt ze dat ze zwanger is van hem. www.pluizuit.be - Mik Ghys
Bespreking Dit verhaal is een biografische roman. Het is een fictief relaas waarbij de auteur het hoofdpersonage Lili laat terugblikken op een periode in haar leven. Dat merken we al in het eerste hoofdstuk: Lili vertelt dat ze het verhaal al 35 jaar met zich meedraagt en in de hoofdstukken erna vertelt ze (in de verleden tijd) het verhaal van haar jeugd. In hoofdstuk 39 zijn we weer in het heden aanbeland en maakt Lili een paar sprongen in de tijd om ons te laten weten wat er met de andere personages is gebeurd in de jaren die volgden
op de dood van William (hoe Nancy overleed, Little Joe wegging, haar moeder stierf, de carrière en dood van Curtis eruitzag, hoe zij een zoon van William op de wereld zette...). Het hele verhaal wordt dus chronologisch in een lange flash-back verteld. We kunnen ook zeggen dat dit een tijd/ruimteroman is. De nadruk ligt hier zeker op de setting. Moest het zich niet in de jaren '70 en in Londen afspelen, was het een heel ander verhaal geweest. De setting in deze broeihaard van de opkomende punk is dus ontzettend belangrijk. Al speelt het verhaal zich niet zo heel lang geleden af, toch kunnen we spreken van een historische roman. De auteur verwerkt waargebeurde feiten (de opkomst van de punk in Londen met als voorloper de Sex Pistols, de woelige periode in Noord-Ierland tussen de katholieken en prostestanten) om daardoor een fictief verhaal te schrijven. We krijgen een duidelijk beeld van hoe het leven daar in die tijd uit moet gezien hebben. De verteller in dit verhaal is Lilibet Garcia, we kunnen dus spreken van een personeel vertelstandpunt. We krijgen alle gebeurtenissen te zien door Lili's ogen en hoewel ze het verhaal vertelt in een flashback, krijgen we nooit meer informatie dan wat ze zelf wist op het moment dat ze het beleefde. Ze geeft ons geen inzichten vanuit de toekomst mee. De vertelde tijd in dit boek is niet zo lang. Lili geeft ons weliswaar het verhaal vanaf 1970 (toen ze op Mansfield Heath naar school begon te gaan en Curtis opmerkte) tot het moment dat haar zoon 33 is (in 2010) en ze terugblikt op haar leven. Maar eigenlijk beslaat het overgrote deel van het verhaal het einde van het schooljaar, de zomervakantie en een stukje van het nieuwe schooljaar in het bewuste jaar waarin hun groepje groot werd en ze William leerden kennen. We krijgen een goed inzicht in het karakter van Lili (omdat we ook alles door haar ogen zien). We zien hoe ze met haar moeder omgaat, hoe ze denkt over Curtis en William, hoe ze reageert op de gebeurtenissen en waarom. Ze bezit ook een dynamisch karakter, alles wat er rondom haar gebeurt, verandert haar. Hoe ze van braaf schoolmeisje door Curtis meegesleurd wordt in het wereldje van de punks, hoe ze via William in contact komt met de wereld van de IRA en terroristen en door haar zieke moeder die serieuze moodswings heeft. Belangrijke thema's in dit boek zijn natuurlijk: muziek (opkomende punk), relaties (familiaal en amoureus), (over)leven en dood. De muziek is de rode draad door het verhaal. Met hun punkband veroveren ze beetje bij beetje een plaats aan het muziekfirmament met de Sex Pistols als hun voorgangers. We zien ook alles wat erbij komt kijken: de feestjes, drank, drugs, optredens in bars, roem, passie... De relaties die Lili heeft, zijn altijd complex. Enerzijds heb je haar mama, die nooit helemaal bovenop de breuk met Lili's vader is gekomen en waar ze veel voor moet/probeert te zorgen. Anderzijds is haar relatie met Curtis ook vreemd. Al van in het eerste middelbaar hebben alle meisjes (Lili incluis) een crush op hem, maar eens Lili met hem samen is, blijkt er weinig contact en intimiteit tussen hen aanwezig te zijn (mede doordat Curtis altijd onder invloed van het een of het ander is). En dan komt William, wiens thuissituatie heel moeilijk is, maar waar ze wel een emotionele, liefdevolle relatie mee heeft. Het overleven gaat hier vooral over William en zijn familie, die ondergedoken en met een andere identiteit proberen te overleven. William zint ook nog altijd op wraak. Overleven bij Curtis is eerder muzikaal. Hij wil vooral een plantencontract vast krijgen en een succesvolle band zijn. Ook haar eigen moeder lijkt in haar depressie een gevecht met het leven en de dood te leveren. Dat brengt ons aan een laatste thema: de dood. Ongeveer elk personage in Lili's verhaal komt op een tragische manier aan zijn einde: haar mama pleegt zelfmoord, Curtis neemt een overdosis, William offert zichzelf op en Nancy wordt geveld door kanker.
Aan de slag Wat weet je van de opkomst van de punkscene? Ken je Johnny Rotten en de Sex Pistols? Zoek een punkliedje op, wat vind je ervan? De punk was niet enkel muziek, het was een levensstijl. Dat merk je bijvoorbeeld aan de beschrijving die Lili geeft van de kledij die ze droegen, de alternatieve winkel die 'the place to be' was en het feit dat er altijd wel wat werd gevochten op concerten. Zoek op het internet hoe de kledij van de punks eruit moet gezien hebben. (De begeleider zou ook verschillende afbeeldingen van excentrieke kledij kunnen afprinten en de lezers laten raden welke uit de punk afkomstig zijn.) Wat weet je van de oorlog in Nood-Ierland. Kan je je voorstellen dat mensen elkaar vermoorden om wille van een andere godsdienst? Komt dit nu ook nog voor? Ken je het liedje van U2, ‘Sunday Bloody Sunday’? Dit liedje gaat over de gevechten in Noord-Ierland. Luister ernaar en let op de tekst. Bespreek de thema’s uit het verhaal. Extra Via de volgende link vind je een interview met Kevin Brooks: http://www.joukjeakveld.nl/publicaties/parool/item/interview-kevin-brooks
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6) Ule / Marc de Bel (door Amber Daeren)
Auteursinfo Marc de Bel is geboren in Kruishoutem, dat hij in zijn boeken omdoopt tot ‘Kruisem’. Hij geeft 20 jaar lang les in het vierde leerjaar. Daar voorziet hij zijn klas elke week van een nieuw verhaal dat hij zelf bedenkt. Omdat zijn leerlingen zo enthousiast zijn, besluit hij zijn verhalen te bundelen en op te sturen naar uitgeverij Infodok. Die publiceert het als Het ei van oom Trotter. Hij gaat zich toeleggen op schrijven en maakt er vanaf 1994 zijn voltijdse job van. Sinds zijn debuut volgen de boeken van de Bel elkaar in snel tempo op. Hij schrijft over doodgewone kinderen zoals Blinker, over fantasiewezens zoals de Boeboeks, over (vermenselijkte) dieren zoals Spekkie en Spikkel… Marc de Bel schrijft verhalen, strips, scenario’s en theater, en richt zich zowel op kinderen als op jongeren. Zijn werk is avontuurlijk, fantasierijk en grappig. Humor is een belangrijke factor. Hij mengt de (actuele) realiteit met sprookjeselementen en absurde hersenspinsels tot een specifieke, eigen cocktail. Zijn personages – of het nu mensen, dieren of fantasiewezens zijn – zijn vaak avontuurlijke deugnieten. Op school zijn ze misschien niet de primus, maar in hun vrije tijd weten ze zich bijzonder goed te redden en pakken ze problemen zonder aarzelen aan. Ze zijn eigenwijs en laten zich niet zomaar de les spellen. Marc de Bel is één van de vaakst door kinderjury’s bekroonde Vlaamse auteurs. Een aantal van zijn boeken zijn verfilmd, bijvoorbeeld Blinker en de bakfietsbioscoop, Blinker en het BagBag-juweel en De zusjes Kriegel. Zijn boeken zijn vertaald naar onder meer het Engels, Frans, Duits, Deens, Italiaans, Japans en Pools. http://jeugdliteratuur.org
Kort samengevat 1914. In het rustige, landelijke dorpje Cruyshautem gaat de veertienjarige boerendochter Ule in dienst bij de dorpsdokter. Daar verruimt haar blik op de wereld. Totdat de oorlog uitbreekt en heel het leven in het dorp ontwricht. Haar vader moet naar het leger en als de Duitsers oprukken, gaat Ule met haar moeder en broers op de vlucht naar een tante in Elverdinghe. Daar nemen ze min of meer de draad van hun leven weer op, maar niet voor lang. Als de Duitsers gifgas gebruiken moeten ze nog verder weg. En dan hebben ze hun lot niet meer in eigen handen. De kinderen moeten elders naartoe. Ule heeft haar moeder beloofd bij haar broers te blijven. Maar ook dat lukt niet. Ule is echter vastbesloten om haar broers terug te vinden en naar huis weer te keren. Maar waar bevindt ze zich en hoe geraken ze terug thuis?
Aan de slag Over het boek en het verhaal Ule is een historische roman. Het vertelt het verhaal van Eulalie Pauwels. Zoals de auteur zelf aangeeft op de eerste pagina van het boek, is het verhaal gebaseerd op waargebeurde feiten. Hij schreef een roman over de oorlogsjaren van zijn grootmoeder waarbij hij geluisterd heeft naar verhalen van zijn grootmoeder, grootvader en ouders. Maar zoals hij zelf ook aangeeft veranderen verhalen altijd een beetje met de tijd. Sommige details zal hij misschien zelf ingevuld hebben, maar we kunnen ervan uitgaan dat de grote lijnen waargebeurd zijn. We kunnen hier spreken van een personeel vertelstandpunt, we beleven alles via het hoofdpersonage Ule. We weten enkel de dingen die zij ook weet en doordat het verhaal in de tegenwoordige tijd wordt verteld, komen we ook alles samen met haar te weten. We weten niks meer dan haar gedachten en de info die zij van andere personages krijgt. Het verhaal van Ule wordt op twee verschillende manieren overgebracht. Enerzijds via haar dagboek, waar ze haar verhaal vertelt aan haar kinderen en kleinkinderen (we kunnen spreken van een 'vertellende - ik'), en anderzijds door het volgen van haar avonturen (een 'handelende-ik'). De geografische ruimte bepaalt in dit boek de hoofdstukken. We beginnen in Cruyshautem en eens de oorlog begint vluchten ze steeds verder van de frontlijn vandaan. Zo komen ze terecht in Elverdinghe, Watou, Vinkem, Chateau Le Fleurette, Saint-Georges-de-Noisné en keren na de oorlog terug naar huis (via Watou). Bij de hoofdstukken krijgen we ook altijd een maand en jaartal mee, zodat we kunnen situeren waar we ons ergens in de oorlog bevinden. Telkens Ule iets in haar dagboek schrijft, krijgen we een volledige datum. Zo kunnen we gemakkelijk bepalen dat de vertelde tijd van 23 juli 1914 tot november 1918 loopt, dus een dikke 4 jaar bedraagt. Daarnaast krijgen we in het nawoord van Marc de Bel nog even te horen hoe de rest van hun leven verliep met een kleine flash forward. Het verhaal zelf wordt chronologisch verteld en dat, in combinatie met het personeel perspectief, zorgt ervoor dat je benieuwd blijft naar wat Ule nog allemaal zal moet meemaken in deze oorlog en hoe al haar familieleden en geliefden het zouden stellen. Ule is een dynamisch personage, ze verandert doorheen het verhaal, niet alleen door wat er rondom haar in de oorlog gebeurt, maar ook doordat ze zich juist op dat moment begint te ontwikkelen van meisje naar vrouw. We leren haar door en door kennen, haar gevoelens, haar angsten, haar verliefdheid... Het hoofdthema in dit verhaal is uiteraard de oorlog. Met daarin de puberteit van Ule, vriendschap, liefde, overleven en familie (want het allerbelangrijkste is dat ze samenblijft met haar broers doorheen de oorlog). Vriendschap niet alleen van mensen die ze kennen, maar vooral van vreemden die hen hulp aanbieden tijdens hun vlucht. Gastvrijheid en verbondenheid met mensen op hun pad. Het overleven is duidelijk, zowel door te vluchten van de frontlijn als door met haar vrienden en broers de weg naar huis terug te zoeken, waarbij ze elke dag voedsel en een slaapplaats proberen te bemachtigen. Ook de gevaarlijke ziektes die tijdens de oorlog op de loer liggen moeten ze proberen te vermijden. Doorheen het verhaal wordt Ule drie keer verliefd. Je hebt Berten, haar jeugdliefde die door de oorlog van haar wordt gescheiden. Arthur, de Engelse soldaat die ze later bijna voor haar ogen ziet sterven en Amadeus waar ze uiteindelijk twee kinderen mee krijgt maar die ze verliest door de oorlog. Berten keert terug en houdt haar gezelschap de rest van haar leven.
Opdrachten - Vergelijk het verhaal met Wat niemand weet (Karen Dierickx, Clavis, 2013), de serie In Vlaamse Velden (vrt), de musical ’14-’18 of andere op de Eerste Wereldoorlog geïnspireerde werken. - Probeer via Google Maps de route die Ule en haar broers ongeveer moeten afgelegd hebben naar huis, op te zoeken. Hoeveel kilometer bedraagt die ongeveer? Hoe lang zou je te voet onderweg zijn (zonder tijd te verliezen met onbegaanbare wegen, de zoektocht naar een slaapplaats elke avond, omwegen om gevaarlijke punten te vermijden)? Kan je je voorstellen dat je op je 14de je jongere broers op zo een tocht zou moeten leiden? - Kennen jullie oorlogsverhalen van jullie grootouders uit deze wereldoorlog? Vraag er eens naar. Wat grijpt je daarin aan? - Zie ook de opdrachten bij het boek Wat niemand weet. Extra
- Marc de Bel heeft een eigen website: http://marcdebel.be - Marc de Bel geeft vaak interactieve lezingen (bijvoorbeeld op de boekenbeurs), het is altijd leuk om hem eens te horen vertellen. - Naast zijn fantasieverhalen over de Boeboeks heeft Marc de Bel ook al heel wat historische boeken geschreven. Als dit verhaal je geboeid heeft, bekijk dan zeker even de laatste pagina’s van het boek, daar vind je andere titels en korte inhouden.
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6) Wat niemand weet / Karen Dierickx (door Amber Daeren)
Auteursinfo De auteur over zichzelf: Ik werd geboren in Beveren(-Waas) op 6 februari 1975. Al van toen ik zes was, wist ik dat ik “later, als ik groot ben” boeken wilde schrijven. Ik begon alvast met vervolgverhaaltjes met de hoofdpersonen uit mijn eerste leesboekjes: Piet de mus, Joep en Kees, Plons de gekke kikker - een verhaaltje over Plons werd voorgelezen in het (toenmalige BRT) jeugdprogramma ‘Zeppelin’ (en ook al is dat lang, lang geleden, ik kan nog steeds voelen hoe trots ik daarop was). Veel van die verhalen heb ik gebundeld; ik bewaar ze in een plastic zak op zolder (heel wat plezier heb ik eraan beleefd, maar geschikt voor publicatie zijn ze niet). Ondertussen las ik zowat elk boek dat ik in handen kreeg. Op school waren mijn favoriete vakken opstellen schrijven en geschiedenis. Later ging ik studeren voor licentiaat/master vertaler Nederlands-Engels-Spaans, en volgde ik een aanvullende studie in de Internationale Politiek en de lerarenopleiding. In 2003 zond ik het verhaal Naar Europa in voor de John Flandersprijs voor het beste Vlaamse Filmpje van Uitgeverij Averbode en won daarmee de hoofdprijs. Tot op vandaag zijn er negen Vlaamse Filmpjes van mij verschenen. In 2010 verscheen mijn eerste jeugdroman Een teken van leven bij Uitgeverij Clavis. In 2011 volgde De mooiste zomer van mijn leven. Veel van mijn werken zijn ook verschenen als DAISY-luisterboek of brailleboek bij de Luisterpuntbibliotheek. http://karendierickx.wix.com/karendierickx
Korte inhoud 1914. De Eerste Wereldoorlog barst los. Rosalie werkt als hulpje bij een rijke familie aan de Belgische kust. Haar belangrijkste taak is zorgen voor Princesse, de hond van de familie. De vriendschap met een Duitse jongen Friedrich, het manusje-van-alles van een Duits gezin in de buurt, kleurt haar dagen vrolijk in. Maar dan stuurt de oorlog, en meer nog het gedrag van Victor, de zoon des huizes, haar leven in de war. Als haar werkgevers naar Engeland vertrekken, keert Rosalie met Princesse halsoverkop naar huis terug. Ze is niet echt welkom in het polderdorp. Rosalie is vervreemd van haar thuismilieu en slaagt er niet in de draad weer op te nemen. Een opdracht als gezelschapsdame van Alixe, de notarisweduwe, zorgt voor soelaas. Rosalie voelt zich gewaardeerd en geniet van de burgerlijke sfeer tot de komst van Bérénice, een familielid van Alixe, het rustige leven in het notarishuis verstoort. Bérénice werkt als arts en roept steeds vaker de hulp in van Rosalie. Haast ongemerkt belandt ze zo in het ondergrondse verzet. Haar bescheiden bijdrage bij het
doorgeven van gevoelige informatie en de artikeltjes in een plaatselijke verzetskrant zorgen voor opwinding, maar versterken ook haar zelfvertrouwen. De situatie wordt echter onhoudbaar als Friedrich in het dorp verschijnt en kort nadien ingekwartierd wordt in het notarishuis. Wordt Rosalie onvoorzichtig of is ze door iemand verraden? Tijdens het laatste oorlogsjaar loopt het fout en belandt ze in de gevangenis. In die hopeloze situatie kan ze alleen nog hopen op een genadeverzoek. In de gevangenis ontdekt Rosalie dat ze zwanger is. Dat Friedrich de vader van haar kind is, maakt alles nog complexer. Rosalie heeft zoveel geheimen die ze aan niemand kwijt kan, maar ze probeert eerlijk in het leven te staan en wil de gevolgen van haar daden dragen, ook als dat haar dood betekent. Tegen alle verwachtingen in komt ze toch vrij, maar in het dorp wordt ze met argwaan ontvangen. Ze vertrekt naar Antwerpen, waar de anonimiteit meer rust en veiligheid biedt. Daar wordt ook haar dochtertje geboren. Elfriede lijkt op haar vader. Op een dag besluit Rosalie om de foto van het kleine meisje naar het adres van Friedrich in Duitsland te sturen. Misschien vindt die foto de weg naar Elfriedes vader, misschien ook niet. Rosalie hoopt dat er nog een toekomst is voor haar en voor haar dochtertje. Na alles wat ze meegemaakt heeft, beseft ze dat het leven waard is om geleefd te worden tot de laatste dag. www.lees-wijzer.be - Rita Ghesquiere
Bespreking: Wat niemand weet is duidelijk een historische roman. Het vertelt het verhaal van Rosalie tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zoals je kan vermoeden aan de bronnenlijst op de laatste pagina's van het boek, is het gebaseerd op waargebeurde feiten. De auteur heeft zich verdiept in alle facetten van de oorlog die nodig waren om een zo juist mogelijk beeld te schetsen, het verhaal van Rosalie zelf is verzonnen doorheen die feiten. Rosalie zelf is de verteller in het verhaal, we kunnen dus spreken van een personele verteller. We weten enkel wat zij weet omdat ze het verhaal aan ons (of zoals we pas later beseffen: haar baby) vertelt. Ze vertelt het overgrote deel van haar verhaal vanuit de cel. Op het moment dat ze voor de dood lijkt te staan -en ze de baby ontdekt heeft - wil ze haar verhaal (aan de baby) kwijt. Doordat zij het verhaal vertelt, krijgen we een subjectieve kijk op de feiten. In de proloog zitten we in het heden en vanaf hoofdstuk 1 krijgen we een flashback waarin ze vertelt wat ze heeft meegemaakt tot en met het punt waar ze nu is aanbeland. Dat maakt dat ze tijdens haar verhaal al meer weet dan op het moment toen ze het beleefde. Dit zorgt ervoor dat wij soms al kanttekeningen van haar krijgen uit het heden. Zoals ze bijvoorbeeld wist wie haar verraden had, hoe haar toekomst zou lopen met Friedrich... In hoofdstuk 31 heeft het verleden het heden ingehaald en vanaf dan maken we alles samen met het hoofdpersonage mee. Wat ervoor zorgt dat je plots heel erg betrokken bent en hoopt op een goede afloop. Het verhaal speelt zich af in Vlaanderen. Ze vertrekt aan de kust, keert via Gent terug naar huis (een niet nader bepaald gehucht bij Antwerpen), belandt in een gevangenis in Brussel en vestigt zich uiteindelijk in het huisje van Bérénice in Antwerpen. De vertelde tijd beslaat de volledige Eerste Wereldoorlog en de uitloop ervan. Het moment waarop ze vlucht, is de start van de oorlog. In het laatste hoofdstuk eindigt de oorlog. In de epiloog springen we even vooruit in de tijd en krijgen we nog een stukje van haar te zien in de toekomst. We komen te weten dat ze bevallen is van een dochter en dat ook Medard haar pad nog kruiste. Het verhaal wordt (buiten de proloog) chronologisch verteld. We komen eerst in een lange flash back haar verleden te weten, dan komen we in het heden terecht en op het einde maken we nog een sprong naar een paar jaar verder in haar levensverhaal. Rosalie is zeker een dynamisch personage, wat rondom haar gebeurt, verandert haar. De tijd en ruimte waarin ze zich bevindt, haar ervaringen en ontmoetingen beïnvloeden haar persoonlijkheid.
Het hoofdthema van dit verhaal is natuurlijk de oorlog van ’14-’18. We krijgen een beeld van hoe de wereld van mensen veranderde gedurende die periode en hoe ze daar allemaal op hun eigen manier op reageerden. Verraad is ook een thema dat we tegenkomen. Hoewel Rosalie actief is in een ondergronds spionnennetwerk, wordt ze door velen als een verraadster gezien. Zowel door Gerlinde (die vindt dat ze haar broer Medard verraadt door met een Duister aan te pappen), Friedrich (die zich verraden voelt omdat ze hem misbruikt heeft voor informatie) en natuurlijk ook de Duitse bezetter omdat ze spioneert en info doorgeeft. Vriendschap heeft ook een plaats in dit verhaal. Gerlinde was voor de oorlog haar beste vriendin maar door de oorlog verandert hun relatie helemaal, alle steun en vertrouwen lijkt zoek. Daarnaast krijgt ze er een nieuwe vriendschap bij, die van Bérénice, waar ze toch vaak over twijfelt of het vriendschap te noemen is of dat ‘mevrouw doktoor’ haar gewoon gebruikt. De liefde en seksualiteit komen we ook tegen in dit verhaal. Dat laatste vooral door de afwezigheid van kennis ervan. Thuis hebben ze er haar nooit iets over verteld en ook nadat ze is aangerand aan de kust, geeft haar moeder haar geen uitleg. Ze is enkel opgelucht als blijkt dat haar dochter niet zwanger is. Rosalie moet dit alles dus zelf ontdekken en het duurt dan ook lang eer ze Friedrich voldoende vertrouwt om hem toe te laten. Op het einde komt Medard nog eens langs en ze vermeldt langs haar neus weg dat ze getrouwd zijn. Maar ze laat weten dat hij maar een fase in haar leven is, haar grote liefde blijft Friedrich. Ook familiale relaties komen aan bod. Als ‘dochter van haar moeder’ heeft ze haar nooit thuis gevoeld in haar eigen gezin. Telkens ze naar huis komt, is het dus ook nooit voor lang. Ze lijkt zich altijd meer thuis te voelen bij de mensen waar ze opvang krijgt of waarvoor ze zorgt.
Aan de slag Hebben sommigen de serie 'In Vlaamse Velden' gevolgd? Welke gelijkenissen-verschillen zijn er tussen beide verhalen? Gelijkenissen: - Verhaal vanuit de ogen van een jonge vrouw. - Relatie met een Duitse soldaat (die Duitse soldaat is telkens sympathiek tegenover de Belgische inwonenden). - Ze zijn actief in het rondbrengen van brieven, doorspelen van informatie. - Ze verplegen mensen (verschil: Marie aan het front, Rosalie de vrouwen en kinderen die thuis achterbleven). - Ze zijn beide zwanger geweest van een koekoekskind (Rosalie hield haar dochter, Marie pleegde abortus). Verschillen: - Andere bevolkingsklasse (Rosalie: arm burgergezin, Marie: rijk doktersgezin). - Andere familiesituatie (Rosalie: geen goede band met vader/moeder, Marie: goede verstandhouding met ouders). - Marie wordt nooit opgepakt, Rosalie wordt veroordeeld tot dood met de kogel. Zijn sommigen naar de musical '14-18' gegaan? Wat zijn de indrukken? Dit jaar zijn er heel wat activiteiten i.v.m. de honderdste verjaardag van het begin van de Eerste Wereldoorlog. Zoek even op de site van je gemeente/stad wat zij in de aanbieding hebben van activiteiten/bezoeken. Weet je in jullie buurt een oorlogsmonument zijn van de Eerste Wereldoorlog? Wat kan je erover vertellen of zoek er iets over op. Zijn jullie ooit naar Ieper geweest om het In Flanders Fields Museum, de loopgraven, monumenten of kerkhoven te bezoeken? Wat was je indruk daar? Wat vind je ervan dat het begin van de Eerste Wereldoorlog 100 jaar geleden dit jaar zo uitgebreid herdacht wordt? Bespreek de thema's die in het boek voorkomen. Kan je je voorstellen dat zo een oorlog nu zou uitbreken en al jouw vrienden/broers naar het front moeten en vriendinnen/zussen thuis onwetend achterblijven… Extra - Als dit boek je beviel, kan je ook het eerste deel lezen: De mooiste zomer van mijn leven. - Karen Dierickx heeft een eigen website: http://karendierickx.wix.com/karendierickx. - Je kan Karen Dierickx ook volgen op Facebook. - Op YouTube staan filmpjes die zijn opgenomen tijdens de Boekenbeurs in Antwerpen in 2012: ze vertelt
er onder andere over haar boeken en leest de eerste bladzijde uit De mooiste zomer van mijn leven voor. Je vindt een link op haar website.
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.
KJV 2014-2015 (GROEP 6) Zijdeman / Kathleen Vereecken en Alain Verster (ill.) (door Ellen Erpels)
Auteursinfo Kathleen Vereecken werd in 1962 geboren in Gent. Als oudste van vier zussen is ze de verstandige, de brave en verantwoordelijke. Zodra ze kan lezen, leest ze alles wat ze te pakken krijgt – óók boeken waar ze eigenlijk nog te jong voor is. “Lezen werd de sleutel tot reizen in tijd en ruimte,” zegt ze. Niet alleen lezen, trouwens. Als haar ouders haar iets verbieden, schrijft ze er gewoon een verhaaltje over. Zo kan ze haar dromen en plannen alsnog waarmaken. Omdat Nederlands en Engels haar lievelingsvakken zijn op school, volgt ze een lerarenopleiding. Er is helaas geen werk in het onderwijs, dus is ze genoodzaakt tegen haar zin kantoorwerk te doen. Dat doet ze jarenlang, tot haar eerste boeken uitgegeven wordt. Nu combineert ze haar werk als auteur met dat van freelance journaliste. Kathleen Vereecken heeft een zoon en een dochter. Ze debuteert in 1993 met Het raadsel in het fluisterbos – een verhaal dat ze ingestuurd heeft voor een wedstrijd, dat niet wint maar toch gepubliceerd wordt. Haar bekendheid en reputatie als jeugdauteur beginnen te groeien wanneer haar vierde boek, de jeugdroman Alle kleuren grijs, verschijnt. Daarin verweeft ze feit en fictie. Het boek is gebaseerd op het leven van haar overgrootmoeder en gaat over de barre leefomstandigheden van een 19de-eeuws arbeidersgezin. Sinds deze roman schrijft Kathleen Vereecken vooral historische romans voor jongeren. Behalve verhalen, schrijft Kathleen Vereecken ook non-fictie voor kinderen. Ze heeft onder meer boeken over het broeikaseffect, over heksen en over Barack Obama gemaakt. http://jeugdliteratuur.org/auteurs/kathleen-vereecken http://www.kathleenvereecken.be/ http://home.scarlet.be/~kvereeck/interviewleeswelp_1.pdf http://home.scarlet.be/~kvereeck/interviewleeswelp_2.pdf
Alain Verster is geboren in 1984 in Brasschaat en woont er nog steeds met veel plezier. Hij studeerde Grafisch ontwerp - Illustratie aan de KASK in Gent, waar hij les kreeg van illustrator Carll Cneut. Alain werkt deeltijds in een lifestyle-store voor kinderen (Kidslab) en daarnaast illustreert hij kinderboeken. Zijn eindproject op school
resulteerde in zijn eerste prentenboek De Duif die niet kon duiken, met tekst van Edward van de Vendel. Dit boek is bekroond met de Prijs Best Vormgegeven Boeken. Het boek is ook verschenen in Duitsland, Italië, Denemarken, Taiwan en China. In 2012 verscheen een tweede boek Warres vleugels, ditmaal in samenwerking met Inge Bergh. En in 2013 zorgde hij voor de illustraties van het boek Zijdeman. http://alainverster.com/
Kort samengevat De vader van Louis en Camille is zijdehandelaar. Hij is naar China vertrokken, maar nooit teruggekomen. Louis probeert de gedachte aan zijn vader levend te houden door zelf zijde te gaan maken. Hij kan aan niets anders meer denken. Tegelijk gebeuren er vreselijke dingen in Parijs. Kinderen verdwijnen. Het is een raadsel waarheen. Aanvankelijk speelt dit zich ver af van de veilige cocon waarin Camille en Louis hun leven leiden. Tot op een dag. De dag dat ook Louis verdwijnt.
Aan de slag Genre Het boek vertelt geen alledaags verhaal, maar eentje van meer dan 250 jaar geleden. Het is gebaseerd op waargebeurde feiten. Het boek is een historische roman. Het verhaal speelt zich af ten tijde van Lodewijk XV. - Wat wordt er in het verhaal verteld over deze periode? - Hoe zou je de sfeer van dit tijdperk omschrijven? - Hoe is het klassenverschil merkbaar? Hoe zou jij daar mee omgaan? - Zou je toen graag geleefd hebben? Waarom wel/niet? - Hou je van dit genre? Waarom wel/niet? We maken in het boek ook kennis met het Parijs van die periode. Tijdens het verhaal wordt een aantal bekende en minder bekende plaatsen uit deze stad vernoemd, bijvoorbeeld Les Halles, Les Marais, de Bastille, de Place Royale... Print of kopieer een kaart van Parijs. Duid samen met de juryleden de plekken aan. Om het visueel nog aantrekkelijker te maken kan je eventueel nog foto’s of afbeeldingen van deze plekken opzoeken. Lijkt het je aangenaam om in zo een grote stad te leven? Waarom wel/niet? Ben je al in Parijs geweest? Welke plaatsen heb je daar bezocht? Beviel deze stad je? Waarom wel/niet? Daarnaast kom je als lezer ook meer te weten over de Zijderoute in China uit de 18de eeuw. Een verzamelnaam voor een aantal land- en zeeroutes tussen Europa en het Oude China. Op http://kunsten-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/25098-de-geschiedenis-van-de-zijderoute.html en http://www.isgeschiedenis.nl/handelsroutes/zijderoute-van-china-naar-europa/ vind je nog meer informatie over deze route terug. Vind je het prettig om via een leesboek ook meer te weten te komen over de geschiedenis van een bepaalde periode of de aardrijkskunde van een streek? Waarom wel/waarom niet? Werden deze zaken mooi in het verhaal verweven of vind je het te belerend of te schools?
Is er voldoende spanning aanwezig in het boek? Op welk(e) moment(en)? Het boek telt niet zoveel pagina’s, dus zouden we het misschien eerder een novelle in plaats van een roman kunnen noemen. De grens tussen beiden is vaak nogal vaag. Weet jij wat een novelle is? (http://nl.wikipedia.org/wiki/Novelle_%28proza%29 en http://nl.wikipedia.org/wiki/Roman_%28literatuur%29#Verschillen_met_novelle) Vind je het fijn om een “korter” verhaal te lezen? Waarom wel/niet? Welke thema’s worden er aangesneden in het boek? (verliesverhaal – ontwikkeling Camille – historische gebeurtenissen) Worden de thema’s voldoende uitgewerkt en uitgediept? Waarover had je meer/minder willen lezen? Akkoord of niet akkoord? Volgens Vanessa Joosen (De Standaard der Letteren, 08-02-2013) getuigt het van durf dat de auteur geen antwoord geeft op de vraag waarom de vader van Camille en Louis verdwenen is. Volgens haar is de kern van het verhaal dat de kinderen met die onwetendheid moeten leren leven. Ben je akkoord met deze uitspraak? Waarom wel/niet? Had jij liever wel een antwoord op die vraag gekregen? Denk je dat hun moeder meer weet? Wat is er volgens jou gebeurd? (Is hem iets overkomen? Is hij verdwaald, is hij achtergebleven bij een andere geliefde? …) Personages De belangrijkste personages uit het boek zijn de 16-jarige Camille en haar 11-jarige broer Louis. In deze novelle wisselen de stemmen van Camille en Louis elkaar af. Ze zijn zus en broer, maar al sinds ze nog baby’s waren, was het duidelijk hoe verschillend ze zijn. Camille is een doener die jong besefte dat je nergens komt met dromen en lanterfanten. Louis is juist de dromer, het introverte jongetje dat genoeg heeft aan zichzelf. Zij gaan elk op een heel verschillende manier om met de vermissing van hun vader. In welk personage herken jij je het meeste en waarom? Hoe zou jij met dergelijk feit omgaan? Hoe is de relatie tussen Camille en haar broer? Waaraan merk je dat? Het verhaal wordt dus vanuit het standpunt van beide personages verteld, maar eigenlijk vooral vanuit het standpunt van de puber Camille. Hoe merk je telkens dat er iemand anders aan het woord is? (lettertype) Waarom heeft de auteur er voor gekozen om vooral Camille aan het woord te laten? Welke nevenpersonages spelen nog een belangrijke rol? (Arlette, Titon, Chevalier…) Welk verband/welke relatie is er tussen deze personages en Camille en Louis? Wat vind je van haar nieuwe liefde Sébastien? De ontwikkeling van de zijderupsen van Louis staat symbool voor het verwerkingsproces dat het gezin doormaakt. Hoe zou je deze vergelijking verwoorden? (De rupsen moeten uit hun cocon breken om vlinder te worden. De beschermde leefwereld van Camille en Louis brokkelt ook verder af, waardoor ze sterker en volwassener worden.)
De gewonnen vrijheid van Camille brengt echter een aantal risico’s met zich mee. Welke? Hoe ga jij om met je vrijheid? De cover en illustraties Wat vind je van de cover van het boek? Past deze bij het verhaal? Waarom wel/niet? De hoofdstukken sluiten soms af met een intrigerend vignet van de hand van Alain Vester. Het is een mysterieus tussenvoegsel waarin gespeeld wordt met het motief van bladeren, stoffen en vlinders. Waarom werd deze keuze gemaakt? Vind je niet mooi? Waarom wel/niet? Had je de vignetten niet liever in kleur gezien? Waarom wel/niet? Op de site van de illustrator http://www.alainverster.com vind je nog andere van zijn tekeningen. Vind je deze mooi, leuk, grappig…?
Andere leestips Ik denk dat het liefde was / Kathleen Vereecken (Lannoo, 2009) Lara & Rebecca / Kathleen Vereecken (Querido, 2006)
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.