Personeelsmanagement nader becijferd
Opdrachten Karin Potting
bussum 2011
Deze opdrachten horen bij de derde, herziene druk van Personeelsmanagement nader becijferd van Karin Potting © 2002 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden. Het is docenten die werken met Personeelsmanagement nader becijferd toegestaan om deze opdrachten voor hun cursisten te verveelvoudigen. Eerste druk 2002 Derde, herziene druk 2011 Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0188 5 NUR 807
1 De prestatiemaatstaven van een organisatie
Vragen bij de casus van de Nederlandse Spoorwegen
1 Welke doelstellingen streeft de directie van de NS na? 2 Geef aan de hand van kerncijfers die de NS heeft opgenomen in het jaarverslag, aan of de doelstellingen zijn bereikt. 3 Welke doelstellingen zou men gezien de behaalde resultaten nog moeten bijstellen? 4 Waarom zou de directie hebben gekozen voor een ruimere formulering van de doelstelling? 5 Over welke van de in figuur 1.2 genoemde categorieën van prestatiemaatstaven geeft figuur 1.3 de meeste informatie?
Vragen bij de praktijkcasus Go-Up
1 Met welke omgevingsfactoren zou een onderneming als Go-Up rekening moeten houden bij het opstellen van een strategisch beleidsplan? 2 Met welke belangenpartijen zou Go-Up rekening moeten houden bij het opstellen van een strategisch beleidsplan? 3 Welke doelstellingen heeft Go-Up geformuleerd? 4 In hoeverre zijn de financiële risico’s voor Go-Up toegenomen? 5 Waarom lijkt het voor Go-Up bijna onmogelijk om de prijs te verlagen? 6 Stel op basis van de verstrekte gegevens in hoofdstuk 1 een SWOT-analyse op voor Go-Up. 7 Op welke manier zou Go-Up zich kunnen onderscheiden van zijn concurrent: via productleiderschap, kostenleiderschap of klantenpartnerschap? Discussievraag: wat betekent dit voor de invulling van hrm?
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 3/14
Extra opdrachten hoofdstuk 1
Het Oosten Het Oosten is een grote Amsterdamse woningcorporatie. Zij heeft haar strategische missie en strategische doelstelling als volgt geformuleerd: Missie Waarborgen van goede betaalbare huisvesting voor een brede doelgroep van de samenleving, in een aantrekkelijke en gemengde leefomgeving. Strategische doelstellingen 1 klantgericht werken; 2 huisvesting mensen met lagere inkomens; 3 investeren in stad/locatie; 4 opbouwen sterke interne positie;
5 nastreven sterke marktpositie; 6 versterken financiële positie.
1 De strategische doelstellingen moeten aansluiten bij de wensen van de verschillende belangenpartijen. Geef op basis van de missie en de daaraan gekoppelde strategische doelstellingen aan wie de belangrijkste belangengroeperingen zijn voor de Amsterdamse woningcorporatie. 2 De balanced scorecard van Kaplan en Norton onderscheidt vier categorieën van prestatiemaatstaven. Welke zijn dit? 3 Ga voor elke strategische doelstelling na onder welke van de vier categorieën van Kaplan en Norton deze valt. Formuleer vervolgens per categorie drie operationele maatstaven.
Heineken ‘In 2009 is duidelijk gebleken dat sterke merken een zeer belangrijke rol spelen om makers van consumentenproducten te helpen bij het doorstaan van economisch moeilijke tijden. Voor Heineken heeft het afgelopen jaar nog maar eens aangetoond dat er geen alternatief is voor duurzame, op de consument gerichte investeringen in gezonde merken. Deze beproefde strategie bood ons de mogelijkheid om ons te onderscheiden van de concurrentie en het hoofd te bieden aan de grote uitdagingen waarmee we in de loop van het jaar werden geconfronteerd. De consument hecht waarde aan relevante biermerken die een unieke ervaring bieden en die worden gebrouwen met passie en aandacht voor kwaliteit. De consument is alleen bereid iets extra’s te betalen voor een merk dat op al deze niveaus consequent goed presteert’ (overgenomen uit Jaarverslag Heineken 2009).
Op welke manier probeert Heineken zich te onderscheiden van de concurrent: via productleiderschap, kostenleiderschap of klantenpartnerschap?
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 4/14
2 Humanresourcemanagement en kostenreductie
Vragen bij de praktijkcasus Go-Up
1 Geef een verklaring voor de stijging van de personele kosten van Go-Up in het afgelopen boekjaar. 2 Leg uit waarom de directie van Go-Up met name de personele lasten moet gaan terugbren- gen om de resultaten te kunnen verbeteren. 3 Bij welke groep van personeelsleden nam de personele bezetting relatief gezien het meest toe in de periode 2006-2008? Kun je hiervoor een verklaring geven? 4 Hoeveel fulltime eenheden houden zich uitsluitend bezig met personele zaken? Vind je dit veel of weinig? Licht je antwoord toe (ervan uitgaande dat de getallen in figuur 2.9 in fte zijn uitgedrukt). 5 Op welke manieren zou men de personele kosten kunnen verminderen? Licht deze toe en maak hierbij zoveel mogelijk gebruik van de verstrekte gegevens. 6 Ga na in hoeverre je het een verstandig idee van de directie van Go-Up vindt om de lasten terug te brengen door het afstoten van de afdeling die zich bezig houdt met het begeleiden van organisaties die zich bezig houden met de implementatie van intranet. Bedenk een alter- natief.
Extra opdrachten hoofdstuk 2
Jansen en Co Figuur 1: Belangrijke kerngegevens van Jansen en Co, 2008–2004 Bedragen x 1.000.000 euro
2008
2007
2006
2005
2004
Kassa-omzet (x 1 miljoen euro)
382
423
396
412
457
Groei kassa-omzet (2001 = 100)
84
93
87
90
100
Netto-omzet (x 1 miljoen euro)
308
353
327
344
382
Bruto-omzetresultaat (x 1 miljoen euro) Overige bedrijfsopbrengsten
127 4
146 4
145 4
154 4
174 4
Personeelskosten (x 1 miljoen euro)
58
69
76
88
92
1.766
1.973
2.170
2.442
2.519
Nettowinst als % van eigen vermogen
0,0
-31,3
0,3
- 6,9
- 3,3
Cashflow (nettowinst + afschrijvingen) x 1000
9.322
-47.199
25.145
12.427
19.544
Vlottende activa/kortlopende schulden
0,5
0.9
1,2
1,2
1,1
Eigen vermogen in % van balanstotaal
39
37
54
50
51
Gemiddelde personeelssterkte in fulltime eenheden
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 5/14
Jansen en Co is een groot warenhuis. De directie heeft er in de afgelopen periode naar gestreefd de financiële prestaties te verbeteren. Geef op basis van de kerngegevens uit figuur 1 een eerste oordeel over de prestaties van de onderneming:
1 2 3 4
met betrekking tot de financiële risico’s van de onderneming; met betrekking tot het rendement; met betrekking tot beheersing van de personele lasten. Welke personele beleidsthema’s passen bij een dergelijke situatie?
P&O-professional Een onlangs afgestudeerde P&O-professional wil graag voor zichzelf beginnen. Hij is pas vader geworden en wil graag in deeltijd werken. Niet meer dan vier dagen in de week. En de werkdagen (inclusief reistijd) mogen niet langer zijn dan 8 uur (anders kan hij zijn kind niet zelf naar de kinderopvang wegbrengen en ophalen). Daarnaast wil hij in ieder geval 2 weken met zijn gezin op vakantie. En de feestdagen wil hij vrij zijn, Om in zijn levensonderhoud te voorzien en zijn premies voor de ziektekostenverzekering en arbeidsongeschiktheid te betalen moet zijn bedrijf hem jaarlijks 30.000 euro aan salaris kunnen uitkeren. In de startperiode van zijn bedrijf ziet hij voorlopig af van een aanvullende pensioenvoorziening. Daarnaast heeft hij voor zijn bedrijf een leaseauto in gedachten die hem maandelijks 450 euro kost. Kosten van mobiele telefoon en andere kantooronkosten worden geraamd op 2.000 euro per jaar. Hij overweegt een uurtarief te vragen van 40 euro. (exclusief btw). In het eerste jaar wil hij in ieder geval dat ‘zijn bedrijf ’ voldoende opbrengt om bovengenoemde kosten te dekken. Van een ervaren consultant heeft hij vernomen dat het aantal te declareren uren en het aantal te werken uren zich verhoudt als 1:2 1 Hoeveel uren moet hij kunnen declareren om zijn bedrijfsdoelstelling te realiseren? 2 In hoeverre denk je dat het mogelijk is dat hij deze doelstelling kan realiseren in een vierdaagse werkweek? 3 Stel dat deze ondernemer zijn salaris wil variabiliseren. Tachtig procent is vast. Daarnaast ontvangt hij een bonus van 5 euro per te declareren uur. Bereken voor hem het zogenaamde break-evenpoint.
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 6/14
3 Kosten en baten van inkrimping van personeel Vragen bij de praktijkcasus Go-Up Stel dat de directie van Go-Up niet alleen de personeelsadministratie wil afstoten maar eveneens de afdeling P&O. Pieter wordt gevraagd een advies mee te helpen voorbereiden waarin men in ieder geval een kosten-baten-analyse wil opstellen van het uitbesteden van de afdeling P&O. Uit het personeel & informatiesysteem heeft Pieter de volgende gegevens van de afdeling P&Overzameld (de gegevens zijn gebaseerd op de stand van zaken op 31 november 2009). Helaas was het niet mogelijk in dit systeem na te gaan hoeveel sociale premies jaarlijks per medewerker moesten worden afgedragen; alleen de bruto maandsalarissen zijn bekend. Iedere medewerker ontvangt jaarlijks wel een vakantie-uitkering. Over het algemeen komt dit overeen met een maandsalaris. Functie
Omvang dienstverband
Hoofd P&O Personeelsconsulent A Personeelsconsulent B Personeelsconsulent C Personeelsconsulent D Medewerker
1,0 fte 0,6 fte 0,6 fte 1,0 fte 1,0 fte 0,3 fte
Soort arbeidscontract Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Bepaalde tijd
Bruto maandsalaris 3.200 1.200 1.100 1.400 1.600 700
Ziekteverzuim 7 dagen 8 dagen 3 dagen 1 dag 1 dag -
1 Met welke kostenposten moet Pieter rekening houden indien men een kostenbatenanalyse wil opstellen van het uitbesteden van de afdeling P&O? 2 Stel voor Pieter een schatting op van de jaarlijks te besparen kosten indien men de afdeling P&O uitbesteedt. Geef hierbij aan of Pieter in dit kostenplaatje alleen de primaire kosten moet opnemen, of ook de secundaire kosten. 3 Beargumenteer op grond van welke (bedrijfs)economische criteria je kunt beoordelen of het afstoten van de afdeling P&O een zinvolle investering is.
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 7/14
Extra opdracht hoofdstuk 3 Frontier
Het organisatie- en adviesbureau Frontier heeft 80 medewerkers in dienst. Opmerkelijk is
dat een van deze medewerkers parttime (0,6 fte) in dienst is genomen om de catering te verzorgen. Medewerkers kunnen dagelijks genieten van een vers bereide lunch. Ook indien er gasten zijn verzorgt zij maaltijden en borrels. Zij past haar werktijden aan op de te verrichten cateringwerkzaamheden. De inkoopkosten van de verstrekte maaltijden en drank (inclusief koffie en thee) bedragen jaarlijks 10.000 euro. De salariskosten van de medewerker bedragen jaarlijks 45.000 euro. De medewerkster die aan de catering verbonden is, is al tien jaar in vaste dienst. Zij is nu 50 jaar oud. De keuken is acht jaar geleden geheel vernieuwd. De kosten van de verbouwing bedroegen toen 60.000 euro. Bij de financiering van de verbouwing ging men ervan uit dat de keuken 10 jaar mee zou gaan. 48.000 euro heeft men in totaal al op de keuken afgeschreven. De arbodienst heeft de keukenuitrusting echter afgekeurd. Kosten van een noodzakelijke verbouwing worden geraamd op 30.000 euro. De directie wil dit bedrag in een keer afschrijven, als men besluit de verbouwing uit te voeren. De organisatie overweegt om de catering te gaan uitbesteden aan Sodexo. Medewerkers moeten dan niet alleen de door Sodexo vastgestelde kostprijs gaan betalen voor de verstrekte versnaperingen, maar het adviesbureau moet dan aan Sodexo een jaarlijkse vaste vergoeding van 10.000 euro afdragen ter dekking van de vaste kosten voor Sodexo. Daarnaast zal Sodexo uiteraard de kosten in rekening brengen van maaltijden en borrels die het adviesbureau voor medewerkers en externe gasten laat serveren. Sodexo neemt de keukenapparatuur voor 4.000 euro over en zorgt voor onderhoud en schoonmaak van de keuken. Sodexo draagt de kosten van de noodzakelijke verbouwing. Daarnaast gaat men ervan uit dat de organisatie jaarlijks 15.000 euro moet betalen voor verstrekte maaltijden, die voor rekening komen van de organisatie. Bereken de return on investment van de ‘reorganisatie’kosten die voortvloeien uit de uitbesteding van de catering. Bij de uitwerking hiervan hoef je geen rekening te houden met de loonontwikkeling en de inflatie.
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 8/14
4 Kosten en baten van de kwaliteit van personeelsbeleid nader becijferd
Vragen bij de praktijkcasus Go-Up
Pieter gaat er van uit dat Go-Up het komende jaar tien vacatures moet vervullen van IT-specialisten. Men is op zoek naar informatici met minimaal een hbo-opleiding en als het kan enige werkervaring in een commerciële omgeving.
Pieter wil bij de werving de volgende wervingskanalen gebruiken: • internet; • advertenties in de grote landelijke dagbladen; • banenmarkt op hogescholen met een opleiding informatica. • • • •
Er zal geselecteerd worden op basis van de volgende instrumenten: briefselectie; selectiegesprekken; en een assessment.
Het assessment zal door een extern bureau worden verzorgd. Bij de selectie zullen in ieder geval de volgende medewerkers worden betrokken: • Pieter zelf, hij is belast met de eerste briefselectie en woont sollicitatiegesprekken bij. • De afdelingschef: deze is eveneens belast met de briefselectie en woont sollicitatiegesprekken bij. • Een medewerker van de afdeling waar de sollicitant gaat werken woont eveneens de gesprekken bij. 1 Met welke out of pocket costs moet Pieter in ieder geval rekening houden? Geef een zo reëel mogelijke schatting van deze kosten. 2 Met welke andere kostenposten moet Pieter eveneens rekening houden, indien hij alle kosten van werving in kaart wil brengen? 3 De arbeidskosten van een IT-medewerker worden geraamd op 35.000 euro per jaar. Stel dat men de wervingskosten van deze medewerkers in een jaar wil terugverdienen. Hoe groot mogen dan de wervingskosten per medewerker zijn?
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 9/14
5 Hr-budgetten op afdelingsniveau Vragen bij de praktijkcasus Go-Up Stel dat men bij het doorbelasten van de kosten van de personele afdeling uit wil gaan van de interne verrekenprijs op basis van de principes van activity based costing. Welke van onderstaande activiteiten zouden we dan kunnen beschouwen als een dienst die aan de interne of externe klant wordt geleverd? Vermeld tevens wie de klant van een dergelijke dienst zou kunnen zijn. Activiteit
Wel of geen dienst
Interne klant
Ontwerpen en implementeren Werkoverleg op de afdeling P&O Een massa-ontslag voorbereiden Bezoeken van een symposium om meer te leren over HR analytics Onderzoek verrichten naar de effecten van prestatiebeloning en hiervoor een artikel voor een vakblad schrijven
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 10/14
6 Financiële rapportages: de jaarrekening Vragen bij de praktijkcasus Go-Up 1 2 3 4 5 6 7
Geef op basis van de balans van Go-Up (figuur 6.9 en 6.10) een oordeel over de liquiditeit. Op welke manier zou Go-Up de liquiditeit kunnen verbeteren? Geef op basis van de balans van Go-Up (figuur 6.9 en 6.10) een oordeel over de solvabiliteit. Op welke manier zou Go-Up de solvabiliteit kunnen verbeteren? De omzet van Go-Up bedraagt in 2008 16.518.732. a Bereken de omloopsnelheid van de debiteuren en crediteuren. b Kun je hieruit iets concluderen met betrekking tot de liquiditeit? Geef op basis van relevante kengetallen een oordeel over de extra leencapaciteit van Go-Up. Op welke manier zou Go-Up zijn rentabiliteit kunnen verbeteren? Maak bij je antwoord gebruik van het Dupontschema.
Vragen op basis van Heineken NV 1 Hoe groot is het bezit van Heineken aan het eind van het boekjaar 2008? 2 Geef een verklaring voor de sterke toename van dit bezit. 3 Geef een oordeel over de financiële risico’s van Heineken met behulp van de gepubliceerde balans. 4 Geef een plausibele verklaring voor de afname van het eigen vermogen van Heineken.
Vragen op basis van Unilever NV 1 Hoe groot is het totale bezit van Unilever aan het einde van het boekjaar 2008? 2 Is dit bezit toe- of afgenomen ten opzichte van het vorige boekjaar? 3 Geef op basis van de gegevens uit de balans een oordeel over de financiële risico’s van Unilever.
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 11/14
7 Interne financiële rapportages: begrotingen en budgetten Extra opdrachten hoofdstuk 7 De exploitatierekening van een ziekenhuis Beantwoord onderstaande vragen aan de hand van figuur 7.3 en de toelichting daarop in figuur 7.4 en 7.5 (pp. 235-237 van het boek). 1 2 3 4 5 6
Hoe groot is het toegekende budget voor 2008? Is dit budget toe- of afgenomen ten opzichte van de jaren daarvoor? Is het ziekenhuis er in de afgelopen jaren in geslaagd de lasten te dekken uit de baten? Welke kosten leggen het grootste beslag op het beschikbare budget? Welke kostenposten zijn relatief gezien in het begrotingsjaar 2007 het minst beheerst? Stel een zo volledig mogelijk overzicht op van de personele kosten die beïnvloed worden door het personeelsbeleid.
De exploitatierekening van Warenhuis Van Es en Co Exploitatierekening van Es en Co (bedragen x 1000 euro) Begroot 2005 Omzet hoofdkostenplaatsen Cosmetica en accessoires Damesmode Horeca Vrijetijds- en herenkleding Wonen Speelgoed
Gerealiseerd 2005
25.230 33.150 27.850 25.180 27.230 11.611
24.320 31.298 26.850 20.130 15.320 10.250
150.251
128.168
60.231 55.120
48.251 54.231
Kostprijs van de omzet
115.351
102.482
Bruto-omzetresultaat
34.900
25.686
Lonen en salarissen Sociale lasten Overige personele kosten
13.850 2.750 2.780
12.950 2.521 2.950
Totale personele kosten
19.380
18.421
Netto-omzet Inkoop goederen Opslag en vervoerskosten
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 12/14
Verbouwingen Overige huisvestingskosten Huur o.g. Huur overig Afschrijvingen Publiciteitskosten Verkoopkosten Vrachtautokosten Algemene kosten Totale exploitatiekosten Bedrijfsresultaat Financieel saldo Doorbelaste kosten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor aftrek van de belastingen
7.520 2.351 700 850 251 999 230 460 1.040
8.320 2.450 700 850 195 1.050 180 480 998
14.401
15.223
1.119 -180 850
-7.958 -195 850
89
-9.003
1 Waarom heeft men bij de exploitatierekening een overzicht opgenomen van de begroting over hetzelfde jaar? 2 Hoe groot waren de opbrengsten in het afgelopen jaar? 3 Welke afdeling droeg het meeste bij aan deze opbrengsten? 4 a Hoeveel heeft men in het begrotingsjaar 2005 gereserveerd voor de inkoop van goederen? b Is dit bedrag toereikend geweest? 5 Is men er in het afgelopen jaar in geslaagd de kosten te beheersen? Licht je antwoord toe. 6 Kun je een verklaring geven voor de tegenvallende resultaten in het afgelopen jaar? 7 a Hoe groot acht je de kans dat men in het volgende begrotingsjaar de resultaten kan verbeteren? b Kun je daar op basis van deze begroting een gefundeerd oordeel over geven? 8 Over welk type bedrijfsinformatiesysteem zou het warenhuis moeten beschikken, indien men op deze manier de begroting voor 2006 wil opstellen?
De exploitatierekening van een universiteit Beantwoord onderstaande vragen op basis van figuur 7.7 en 7.8 (pp. 245-246 van het boek). 1 Waarom heeft men in de exploitatierekening zowel een overzicht laten zien van de rekening van 2008 als van 2007? 2 Wat zijn de belangrijkste lasten voor de universiteit? 3 Is de universiteit in het laatste begrotingsjaar er in geslaagd de lasten te dekken? Licht je antwoord toe. 4 Is de universiteit er in het laatste begrotingsjaar in geslaagd de lasten te beheersen? Licht je antwoord toe. 5 Wat zijn de belangrijkste baten voor de universiteit?
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 13/14
6 Uit welke kostensoorten zijn de personele lasten opgebouwd? 7 Welke kostenplaatsen zijn er niet in geslaagd de personeelslasten te beheersen? 8 Bij welke kostenplaats was de personele begrotingsoverschrijding relatief gezien het grootst? 9 Hoe groot is de kostenbegroting van de faculteit letteren en geschiedenis? 10 In hoeverre is de letterenfaculteit er in geslaagd de totale lasten te beheersen? 11 Hoe groot was de totale personeelsbegroting? Is deze gestegen of afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor? 12 Over welk type bedrijfsinformatiesysteem beschikt de universiteit vermoedelijk?
Joosten en Co Beantwoord onderstaande vragen op basis van figuur 7.10 en 7.11 (p. 250 van het boek). 1 Hoeveel bedragen de lasten van de afdeling P&O? 2 Hoe zijn deze lasten samengesteld? 3 Hoe heeft P&O haar kosten gedekt, met andere woorden welke kostenplaatsen dekken de kosten van P&O? 4 Is er sprake van een taakstellende begroting voor de afdeling P&O, wanneer we uitgaan van een kostenverdeelstaat?
Opdrachten bij Personeelsmanagement nader becijferd – 14/14