Begrippenlijst
Personeelsmanagement nader becijferd Begrippenlijst
Karin Potting
u i t g e v e r ij coutinho bussum 2006
c
Deze begrippenlijst hoort bij de tweede, herziene druk van Personeelsmanagement nader becijferd van Karin Potting.
© 2002 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). Eerste druk 2002 Tweede, herziene druk 2006 Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN-10: 90 469 0008 8 ISBN-13: 978 40 469 0008 6 NUR: 807
u i t g e v e r ij coutinho
c
Begrippenlijst bij Personeelsmanagement
– blz. /8
B
Begrippenlijst
ABC afkorting van Activity Based Costing. Dit is een methode van kostprijscalculatie, waarbij de kosten van activiteiten worden verzameld per cost driver (kostenveroorzaker) en vervolgens worden doorberekend. Algemene kosten vage term die soms wordt gebruikt in de betekenis van niet naar product verbijzonderbare kosten, soms ook in de betekenis van niet naar de afdeling verbijzonderbare kosten. Balanced Scorecard methode methode van informatieverstrekking aan topmanagement, waarbij over een viertalgezichtspunten wordt gerapporteerd. Balans een schematisch overzicht waarop de waarde van de bezittingen van een organisatie en hoe deze bezittingen zijn gefinancierd (eigen en vreemd vermogen), per een bepaaldedatum wordt vermeld. Bedrijfsmissie hierin geeft een organisatie een visie weer op datgene wat de organisatie van plan is; welke functie de organisatie in de maatschappij wil vervullen. Bedrijfsresultaat verschil tussen brutowinst en bedrijfslasten (exclusief rentelasten en andere financieringskosten). Beïnvloedbare kosten ook wel aanpasbare kosten genoemd. Kosten die niet variabel zijn maar ook niet vast, omdat ze met tijdsverloop kunnen worden afgebouwd. Begroting een schematisch overzicht van de financiële consequenties van het voorgenomen beleid. Boekwaarde bedrag waarvoor een bezitting of schuld in de boekhouding is opgenomen. Boekwaardemethode methode van afschrijving op duurzame productiemiddelen: de jaarafschrijving is een vast percentage van de boekwaarde. Break-even-point de afzet waarbij de omzet gelijk is aan de kosten. Brutowinst verschil tussen opbrengsten en kosten van inkoop en diensten van derden. Budget een in geld uitgedrukt actieplan. Buitengewoon resultaat resultaat dat voortkomt uit activiteiten die een incidenteel karakter dragen.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Begrippenlijst bij Personeelsmanagement
– blz. /8
Categorische kostenindeling indeling van de kosten naar soort productiefactor. Cost driver de oorzaak van activiteiten en daarmee van kosten. Differentiatie een bedrijf is uniek in de bedrijfstak in een of meer kenmerken die wijdverbreid door kopers worden gewaardeerd (M. Porter). Directe kosten kosten waarvan zonder meer duidelijk is dat ze voor het calculatieobject zijn gemaakt. Discretionary costs vrij bepaalbare kosten met kenmerken: variëren niet met de omvang van de productie; besteding kan op korte termijn worden gestopt; nut is moeilijk kwantificeerbaar. Effectief personeelsbeleid het personeelsbeleid draagt bij aan het verwezenlijken van de doelstellingen van de organisatie. Efficiënt personeelsbeleid het beleid wordt tegen de laagst mogelijke kosten ten uitvoer gebracht. Flexibel budget methode waarbij de toegestane variabele kosten niet worden berekend op basis van de oorspronkelijke begrote afzet, maar op basis van de werkelijke afzet. Functionele kostenindeling indeling van de kosten van functies in het bedrijf. Gemengde budgettering de kosten van een afdeling worden gedeeltelijk als variabele kosten (variërend met het aantal prestaties) en gedeeltelijk als vaste kosten gebudgetteerd. Historische kostprijs de prijs die in het verleden betaald is. Hoofdkostenplaats kostenplaats waarvan, in het kader van de kostenplaatsmethode, wordt doorberekend naar de producten. Hulpkostenplaats kostenverzameling die niet specifiek tot een bepaalde afdeling behoort en bij toepassing van de kostenplaatsmethode afzonderlijk wordt doorberekend. Informativeness principle gaat ervan uit dat zolang een maatstaf of kengetal op kostenefficiënte wijze extra informatie geeft over de resultaten en inspanningen van een organisatie, deze moet worden opgenomen in het pakket van doelstellingen waarop het bedrijfsbeleid moet worden beoordeeld. Indirecte kosten kosten waarvan in eerste instantie niet duidelijk is dat ze voor het calculatieobject zijn gemaakt.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Begrippenlijst bij Personeelsmanagement
– blz. /8
Integrale kostprijs de som van variabele en vaste kosten van een product. Ook te definiëren als de kostprijs die alle kosten omvat. Jaarrekening financieel rapport dat bestaat uit een balans, de winst-en-verliesrekening en de toelichting op deze twee overzichten.De onderdelen vormen tezamen de cijfermatige bedrijfsinformatie aan de hand waarvan het ondernemingsbeleid kan worden beoordeeld. Jaarwegingsmethode afschrijvingsmethode waarbij de jaarafschrijving daalt met een vast bedrag, dat berekend wordt door het totaal over de jaren af te schrijven bedrag te delen door de som van de jaren van de levensduur. Just in time-systeem systeem waarbij de leverancier de grondstoffen aflevert wanneer ze in de productie nodig zijn; erop gericht de doorlooptijd van materialen tot en met eindproducten te verkorten. Kaasschaafmethode methode waarbij van alle afdelingen van een bedrijf een relatief even grote bijdrage aan kostenbesparing wordt verlangd. Kengetallen getallen die in kort bestek en heel herkenbaar aangeven hoe een bepaalde zaak ervoor staat, hoe een organisatie presteert en of de organisatie bepaalde doelstellingen hanteert. Een kengetal is een getal waarin men de omvang van een bepaald verschijnsel heeft uitgedrukt, zodat die omvang zich uit dat getal laat kennen. Een kengetal is meestal een verhoudingsgetal (ratio), maar kan ook een absoluut getal zijn. Klantenpartnerschap Houdt in dat een organisatie een hechte relatie opbouwt met klanten om zich van concurrentie te onderscheiden. Kosten de geldwaarde van het gebruik of verbruik van productiefactoren (arbeid, vermogen, machines) en andere duurzame productiemiddelen. Kostenleiderschap houdt in dat het bedrijf gedurende langere tijd erin slaagt de goedkoopste producent van de bedrijfstak te blijven. Kostenplaatsmethode methode om de indirecte kosten door te berekenen, waarbij de indirecte kosten per kostenplaats worden begroot en worden doorberekend naar andere kostenplaatsen en in laatste instantie naar het eindproduct. Kostensoorten de kosten gespecificeerd naar soort productiefactor. Kostenverdeelstaat de staat waarop de doorberekening wordt aangegeven van servicekostenplaatsen (zelfstandige kostenplaatsen) en algemene kostenplaatsen (hulpkostenplaatsen) naar elkaar en naar de hoofdkostenplaatsen. Lineaire afschrijving afschrijvingsmethode waarbij het jaarbedrag van afschrijvingen gedurende de begrote levensduur gelijk blijft.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Begrippenlijst bij Personeelsmanagement
– blz. /8
Liquiditeit kengetal waarmee men het vermogen van de organisatie aangeeft om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Meestal vergelijkt men de omvang van de kortlopende schulden met de omvang van de vlottende activa. Marktaandeel kengetal dat de relatie aangeeft tussen de verkopen van een bepaalde leverancier en de verkopen van alle aanbieders op de markt. Nettowinst verschil tussen omzet en alle kosten inclusief de verplichte afdracht van belastingen. Omzet afgezette hoeveelheid producten en/of diensten, uitgedrukt in een geldbedrag. Opportunity costs verlies aan opbrengsten die door huidige plannen (of activiteiten) worden verdrongen. Overhead vage term, meestal identiek met indirecte kosten. Prestatiebeloning de beloning is (voor een deel) afhankelijk van iemands productiviteit en/of prestaties. Primaire kosten de eigen kosten van een kostenplaats. Productiviteit productie per medewerker. Productiecentramethode zie kostenplaatsmethode. Restwaarde geschatte verkoopwaarde van een duurzaam productiemiddel aan het eind van de levensduur. Resultaat het verschil tussen opbrengsten en kosten. In de gepubliceerde jaarrekening (winst-en-verliesrekening) worden verschillende resultaten weergegeven. Brutowinst, bedrijfsresultaat en nettowinst. Secundaire kosten de door de andere kostenplaatsen aan een kostenplaats doorberekende kosten. Servicekostenplaats kostenplaatsen die diensten verrichten voor andere kostenplaatsen. Shared services center Ondersteunende diensten van verschillende business units worden ondergebracht bij een service verlenende dienst. Shareholdermodel binnen een organisatie dat voldoet aan de kenmerken van een shareholder-model zal men vooral het beleid afstemmen op de behoeften van aandeelhouders.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Begrippenlijst bij Personeelsmanagement
– blz. /8
Solvabiliteit kengetal dat indicatie geeft van het vermogen van de organisatie om uit het bezit de schulden af te lossen. Over het algemeen drukt men het eigen vermogen uit in een percentage van het totale vermogen. Stakeholdermodel de organisatie zal behoeften zoveel mogelijk afstemmen op de wensen van belangenpartijen. Deze belangen kunnen tegenstrijdig zijn. Stapsgewijze methode van doorberekening doorberekening bij de kostenplaatsmethode in een richting zonder terugberekening. Strategisch plan hierin worden de doelstellingen van een organisatie op de langere termijn uitgewerkt. Variabele budgettering de toegestane kosten zijn uitsluitend afhankelijk van het aantal prestaties. Variabele kosten kosten waarvan de totale omvang varieert met het aantal prestaties van het calculatieobject. Vaste budgettering het begrote bedrag varieert niet met het aantal prestaties. Vaste kosten kosten waarvan in het bedrijf wordt verwacht dat het totale bedrag ervan binnen bepaalde prestatiegrenzen, in een gedefinieerde periode, onafhankelijk van het calculatieobject blijft. Winst-en-verliesrekening (ook wel resultatenrekening genoemd) is een schematisch overzicht over een bepaalde periode van de in geld uitgedrukte opbrengsten (baten) en kosten (lasten) van een organisatie.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Begrippenlijst bij Personeelsmanagement
– blz. /8