waterwerkers
personeelsblad van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier december 2011
waterwerkers in dit nummer 4
Finance en Control: Yin en Yang
6
Perspectief
Hoe het de koplopers in ons verandertraject vergaat Straks lopen er dinosauruspaadjes door ons pand 7 Binnenstebuiten Ook zo’n hekel
aan ganzen? Colofon
8 Spraakwater De Elfstedenwinter
Waterwerkers is het personeelsblad van
van Ad en Co
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het blad verschijnt vier keer per
9 Even peilen We willen nog
Henze 2.12
jaar en wordt verzonden aan alle
meer betrokken worden bij
medewerkers en bestuurders. Ideeën en reacties zijn zeer welkom bij de redactieraad. Het volgende nummer verschijnt
10 Werk in uitvoering Misschien is veen
in maart.
toch sterker dan we dachten
Redactieraad Alex Bartels, Linda Dekker-Drenth,
11 Jaaroverzicht Van het verdwenen
Annemarie de Groote, Yvonne Kerkhof
dartbord tot reddingsactie
Carmen van der Kort, Bas Linthorst Gervien Pielage, Reindert Sellies
11 Keuzebudget Opsparen of
Siem Schipper, Nico Strijker,
spenderen?
Wijnand Visser Traffic
12 Toekomstmuziek Hoe het Bestuursakkoord
Marian Schaatsbergen
Water ons tot grotere hoogte kan stuwen
13 Column Het Nieuwe
Hoofdredactie Kirsten Smith Eindredactie
Werken
Sandra Boer Fotografie Kees de Gooijer, Dirk Brand Tekst Jon Marrée, Harry Oudendijk
14 Acht handjes extra Van DLG naar HNNK 15 In de praktijk Waarom ‘onze’
moeilijkste zijn
Vormgeving Kruit communication-design, Den Haag
e
Mariek
wegen bij gladheid de
Druk OBT bv, Den Haag Redactieadres Cluster Communicatie Bevelandseweg 1 Postbus 250, 1700 AG Heerhugowaard
[email protected]
personen
rapporten
magazine/brochure knipselkrant
Waterwerkers december 2011
sharepoint
intranet
2
internet
Youtube
televisie
radio
beschuitje met ...
Cees de boer Bij Cees de Boer, programmamanager Verbetering Boezemkades, gaat om 6.20 uur de wekker (“van uitslapen word ik alleen maar duf”). Na het tafeldekken drinkt hij samen met zijn vrouw koffie, eet een boterham belegd met speculaas “ook als de Sint niet in het land is” en leest uitgebreid de krant. Na deze dagelijkse suiker- en cafeïnekick rijdt hij om half acht naar Heerhugowaard. 8:15 uur: De start van een reeks overleggen met projectleiders. Over de verbetering van de boezemkades, waarvan we de 65 urgente kilometers op de schop hebben. We kunnen tevreden zijn met de 18,5 kilometer die we afgelopen jaar hebben aangepakt: verhogen, verbreden, soms een combi – de ene kilometer kost 80 duizend en de andere 800 duizend euro. Als die 65 kilometers in 2015 klaar zijn, hebben we nog honderden kilometers afgekeurde kade te gaan. Maar het kan ook gunstiger uitpakken. Daarover gaat mijn volgende overleg: de compartimentering en het maalstoppeil van de boezem – een kernteam met Beleid & Onderzoek en Planvorming. Daarna een overleg met ons Ingenieursbureau en de afdeling Beheer, over grondstromen. Voor onze boezemkades gebruiken we grond uit ons baggerprogramma. Daarom stemmen we projecten en planning zo veel mogelijk op elkaar af. Dat scheelt rijden met vrachtwagens – goed voor de portemonnee en het milieu! Mijn werkdag is rond 17:30 uur afgelopen. Ik houd er niet van om ’s avonds nog mijn mail te openen – voor de lol of omdat ik mij zou vervelen. De avond is voor andere dingen, zoals lezen of, als het buiten nog licht is, tourwielrennen.
Denkend aan Henze 2.12…
zestig directe
uren!
Eind november was ik aanwezig bij onze ‘frontrunnersbijeenkomsten’, al was dat helaas maar kort. Als toehoorder – ik probeerde mezelf als een soort behang te gedragen. Het prettige eraan was: erbij zijn, zien en horen hoe dingen opborrelen, en dat niet verstoren. Een heel andere rol dan die men van een directeur gewend is. Directeuren horen dingen te weten en te beslissen. Toch? Maar dat is het hem nu juist: in ons verandertraject weet ook ik een heleboel dingen niet. Daarom was het geweldig om mee te maken hoe al die frontrunners, zestig in totaal, hun vakmanschap, ambitie en betrokkenheid inbrachten. En zich uitspraken over hun vragen en twijfels. Er zaten bij die bijeenkomsten wel zestig directeuren aan tafel. Geweldig! Wij hebben gekozen om te veranderen zonder geruststellende blauwdruk vooraf, wat soms – begrijpelijk – een onzeker gevoel geeft. En ik vind dat we het met verve doen. Martin Kuipers
3
Waterwerkers december 2011
Hoe staat het ervoor met ons verandertraject Henze 2.12?
“Finance en control moeten elkaar aanvullen als yin en yang”
Boudien Glashouwer
Waterwerkers december 2011
4
Finance & control is als het ware koploper in het verandertraject Henze 2.12. De wens tot veranderen kwam hier als eerste op en kreeg als eerste handen en voeten. Samen met concerncontroller Paulus ten Doeschate richt Boudien Glashouwer, hoofd Financieel Economische Zaken, als kwartiermaker onze nieuwe financiële huishouding in. Waterwerkers, niet gehinderd door al te veel financiële kennis, vroeg Boudien naar de stand van zaken. in leken-termen, graag. Je bent pas sinds kort in onze organisatie. Hoe kwam je in het verandertraject terecht? “In april kwam ik hier binnen, net toen de turbulentie over onze te lage uitgaven van 2010 was ontstaan en de accountant kritische geluiden liet horen. Als afdelingshoofd Financieel Economische Zaken lag de vraag of wij ons geld wel goed managen meteen ook op mijn bord.” Dat moet een verrassing zijn geweest? “Eerst wel. Maar toen ik wat verder rondkeek, viel mij op dat het er ook wel wat ongebruikelijk aan toeging. Externe deskundigen brachten toen de problemen in kaart. Kort samengevat: de verantwoordelijken voor de beheersing van ons geld waren te veel met beleid bezig, de ‘registreerders’ kwamen niet toe aan beleid maken, en de controlefunctie was zo ongeveer zoek. In hun aanbevelingen kon ik mij goed vinden.” En toen? “In juli hielden we een eerste werkconferentie met zo’n 25 medewerkers die verschillende rollen in onze financiën hadden. Met als bedoeling een heldere structuur te maken. We hadden allerlei kaartjes met daarop onze taken: factureren, het grootboek bijhouden, beleidsnota’s doorlichten en audits doen. En maar schuiven. Een mooi bottom-up proces waar we heel geïnspireerd van raakten. Dat we er met alleen een structuurverandering niet zijn, realiseren we ons wel.” Daarna kwam het besluit om organisatiebreed te veranderen. “Ik was daar blij mee. Het betekende dat wij door konden gaan op onze lijn, maar dan geplaatst in een breder kader. We hebben in septem-
ber, oktober en november opeenvolgende werkconferenties gehouden. Eerst heel praktisch, vanuit onze taken bekeken. Daarna – abstracter – vanuit onze missie. We maakten werkgroepen, bestaande uit een dwarsdoorsnede van onze afdelingen en ondersteund door externe deskundigen. Voor beleid en advies, beheer en administratie, control (beheersing) en audit (controle). Die werkgroepen hebben door de hele organisatie heen vragen gesteld aan onze ‘klanten’: wat is jullie behoefte, welke verwachtingen hebben jullie van ons? Al die bevindingen zijn uitgewerkt en bijeengebracht tot één verhaal waar iedereen achter staat. Dat moet uiteindelijk weer door externe deskundigen getoetst worden.” Wat zijn voor een leek begrijpelijke punten uit dit verhaal? “Het belangrijkste is dat finance & control zich aanvullend, als yin en yang, tot elkaar moeten verhouden. Dan hoef je geen accountant te vrezen.” Is het een bottum-up proces gebleven? “Jazeker. Dat is belangrijk. Maar we zitten natuurlijk bij elkaar met onze beperkingen. Mensen die aanvankelijk niet door hadden dat onze financiële bedrijfsvoering niet goed liep, moeten nu bedenken hoe het anders kan. Het is stoer om te zien hoe ze in hun eigenheid met nieuwe oplossingen komen.” Hoe zou je dit proces willen kenmerken? “Als een ultieme uitdaging. We zijn aan het leren, maar hebben tegelijkertijd de hete adem in onze nek van externe deskundigen, zoals een accountant die straks onze boeken moet onderzoeken en de jaarrekening moet goedkeuren. En wat doen we als er iets uitkomt waar die niet mee uit de voeten kunnen?” Medewerkers hierbij betrokken te houden, is dat te doen? “Het is niet gemakkelijk, maar wel nodig. Soms moet je heel abstract bezig zijn. Terwijl veel mensen graag concrete vraagstellingen, en niet te vergeten antwoorden, willen: bij wie kom ik straks te zitten? Die onzekerheid, daar leren we wel mee omgaan. En ikzelf leer om te vertrouwen op de uitkomsten.”
Mis hem niet: de Nieuwjaarsbijeenkomst Onze feestelijke opening van het nieuwe jaar. Inspiratie voor opnieuw een jaar er met zijn allen tegenaan! Maandag 2 januari vanaf 15.00 uur in ons kantoor. Vanzelfsprekend staat er een hapje en een drankje klaar. Geef je voor 22 december op via
[email protected]
5
Waterwerkers december 2011
binnenstebuitenstebinnen Ieder nummer stelt Waterwerkers een vraag aan de buitenwereld. Deze keer de vraag:
Op dertig plaatsen in Noord-Holland leggen we waterbergingsgebieden aan. Deze gebieden blijken aantrekkelijke pleisterplaatsen voor tienduizenden ganzen – rust, water en voedsel in overvloed. Maar ganzen leggen jaarlijks tientallen eieren en kunnen wel dertig jaar oud worden. Natuurlijke vijanden hebben ze niet. Dus lijkt het erop dat er met het oplossen van het vraagstuk van de droge voeten een nieuw probleem wordt gecreëerd. Wat doet het hoogheemraadschap hieraan, als eigenaar van deze waterbergingsgebieden?
Hoe vindt u dat het hoogheemraadschap omgaat met de overlast door ganzen? Het Antwoord Teun Blokker uit Midwoud, jager in de buurt van waterbergingsgebieden: “Het lijkt erop dat het hoogheemraadschap dit probleem niet serieus neemt. Ik merk nooit dat ze er iets aan proberen te doen.”
Het Antwoord De heer Kaai, agrariër uit Twisk, met 32 hectare landbouwgrond dat grenst aan een waterbergingsgebied: “Met het hoogheemraadschap heb ik hier nooit contact over. Ik weet niet hoe ze tegen dit probleem aankijken.”
“Door hun ontlasting en hun kadavers vormen al die ganzen iedere zomer een gevaar voor botulisme. Daarbij is er nog alle schade aan gewassen – het zijn grote beesten en ze vreten zich suf. Als jagers mogen wij het gebied niet in omdat het vogelbroedgebied is. En buiten het gebied wagen de slimmeriken zich vooral na zonsondergang, wanneer wij niet mogen jagen. Het hoogheemraadschap zou er bij de beheerders van waterbergingsgebieden, zoals Landschap NoordHolland, op moeten aandringen dat wij ons werk kunnen doen. Buiten het broedseizoen kunnen wij zo’n gebied toch wel in?”
“Dagelijks zitten er duizenden ganzen op mijn land. Drie keer per dag moet ik het land in om ze te verjagen. Maar ze komen iedere keer weer terug, vooral ’s nachts. Het is te gek om los te lopen: ze vertrappen het gras en vreten het kaal. Dat is jaarlijks een schadepost van wel € 7000,-, soms ook meer. We krijgen daar een vergoeding voor, maar dat is een administratieve rompslomp waar je niet op zit te wachten. Ik begrijp niet dat men het zo ver heeft kunnen laten komen.”
Waterwerkers december 2011
6
Perspectief
“Wat doet die paarse dinosaurus in ons pand?” Zodra het idee was geboren, spoedde het afdelingshoofd, Linda van Oostrum, zich naar de bouwmarkt, kocht een plaat multiplex en liet haar dochter een paarse dinosaurus figuurzagen. In zijn bek een opening voor briefjes met vraagstukken, dilemma’s en ideeën. Marco Weda, kwaliteitsmanager bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma, zag het beest in een van onze koffiecorners, werd nieuwsgierig, en trok initiatiefnemer Edith Velema, projectleider bij Planvorming, aan haar mouw. Waterwerkers was erbij en noteerde. “We moeten vaker dinosauruspaadjes bewandelen.” Marco: “Wat was nu precies jullie bedoeling?” Edith: “Binnen de afdeling Planvorming hadden verschillende projectleiders last van de bureaucratische ballast. Systemen zaten ons meer in de weg dan dat ze ons hielpen. Terwijl we juist sneller, slimmer en gemakkelijker willen werken. Daarover spraken wij met ons afdelingshoofd en voor we het wisten was er een paarse dinosaurus.”
gaan indieners van opmerkingen zelf aan de slag. Iemand die het lastig vond dat je in onze kasten niet kon zien welke meter van wie is, plakt nu zelf stickers met namen. In een afdelingsbijeenkomst werden we aangemoedigd om olifantenpaadjes te nemen, of in ons geval: dinosauruspaadjes. Dat zijn slimme afsteekroutes waardoor je ergens sneller komt. Medewerkers moeten daarvoor meer ruimte krijgen. En die benutten, natuurlijk. Dit idee werken we uit. Op onze volgende afdelingsdag staan dinosauruspaadjes centraal.”
Marco: “Werkt het?” Edith: “We hebben 59 reacties binnengekregen. Geen schijtmeeuwerij, schreeuwend een klodder kritiek laten vallen en dan wegwezen, maar constructieve en kritische bijdragen.
Marco: “Dat is samenwerken aan kwaliteit!” Edith: “Zou dit ook iets voor Henze 2.12 zijn?” Marco: “Zeker. Er is overigens al een digitale ideeënbus. Belangrijk is dat er echt iets mee gedaan wordt.” Edith: “Welke kleur dinosaurus zouden we dan nemen?”
Marco: “Wat gaan jullie daarmee doen?” Edith: “Een deel ervan is door het management opgepakt. Mede door die paarse dinosaurus zijn al onze bureaus voorzien van telefoon. Ook
Kort&Goed Kerstmenu:
Ganzenborstfilet met grof gehakte groenten en jus van calvados Voor 2 personen: • Filet van jonge gans • Citroensap • Grote aardappel • Knolselderij • Appel
peper erop, door de bloem halen en afkloppen. De filet braden in ganzenvet met ietsje boter, tot hij een mooie kleur heeft. Blussen met calvados. De filet even aan beide kanten door de calvados halen zodat een gebonden jus ontstaat. De jus apart houden. Vervolgens de filet 7-10 minuten garen in de oven op 170 graden. Dan uit de oven halen en 5 minuten laten rusten.
• Groene asperges • Bloem • Zout en peper • Ganzenvet en een klontje boter • Calvados • Paddenstoeltjes of truffel
Presentatie: De zijkanten en kopse kantjes van de filet bijsnijden, trancheren en diagonaal op het bord leggen. De groentenconcassé op het bord verdelen. De gefrituurde aardappelspaghetti mooi tegen de filet aanleggen. Schenk de jus erover. Serveren met kleine paddenstoeltjes of geschaafde truffel.
De ganzenborstfilet inwrijven met citroensap en een paar minuten marineren. Op de machine spaghetti draaien van aardappel of deze eventueel in lange julienne snijden. De spaghetti frituren. Knolselderij, appel en asperges in blokjes snijden en blancheren. De filet afdrogen, zout en
Waterwerkers december 2011
7
7
Spraakwater
WAAROVER RAKEN HHNK’ERS NIET UITGEPRAAT? IEDER NUMMER GEEFT WATERWERKERS HET WOORD AAN EEN GEÏNSPIREERDE COLLEGA. DEZE KEER zijn dat Ad Beers en Co Konijn, beheerders watersystemen
“We hebben geen hekel aan water, maar ijs vinden we mooier” Als Ad Beers en Co Konijn elkaar in de gang of op de trap tegenkomen, hebben ze het erover: schaatsen. Over de Elfstedenwinter die wellicht gaat komen. En misschien ook over het feit dat zij – bijna zestig en vijfenzestig jaar – hun jongere collega’s bij het trappenlopen nog steeds achter zich laten. Waterwerkers luisterde naar twee sympathieke fanaten. Ad: “De winter van 1986. Het vroor hard en we zaten al te hopen. Maar toen ging het dooien en er voeren weer boten door de Dokkumer Ee. Uiteindelijk brak de vorst door en konden we de Elfstedentocht rijden. Maar wat was het ijs slecht! Overal aangevroren schotsen, het was haast geen doen. Maar ik heb wel mijn eerste kruisje gehaald.”
Waterwerkers december 2011
Co: “Ik kon niet aan een startbewijs komen want ik was geen lid van de Friesche Elfsteden. Toen heb ik met wat vrienden stempelkaarten nagemaakt – onze eigen naam en adres erop. Mijn vrouw heeft zo’n oranje band gemaakt die je om je arm moet binden. Op die manier heb ik de tocht van 1985 en 1986 uitgereden. Geen probleem, alleen na afloop jammer genoeg geen kruisje.” Ad: “Die van 1997 was zwaar. Heel harde, koude wind. Maar wel uitgereden.” Co: “Ik heb toen wel op het ijs gestaan, maar heb er door die wind van afgezien.” Co: “Ieder jaar rijd ik nu de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee. Die is even lang, maar lichter: één grote plaat ijs waarover je rondjes rijdt. Niet klunen, niet bukken voor
8
bruggetjes.” Ad: “Toch ook een stevige tocht, hoor. Het kan daar verrekte koud zijn.” Ad: “Ik denk dat er dit jaar een Elfstedenwinter komt. De bomen droegen zo veel vruchten. Maar misschien is het alleen de wens.” Co: “Nee, die ga ik niet meer rijden – ik ben nog steeds geen lid. Bovendien schaats ik de tocht op de Weissensee al.”
Even peilen hier ‘peilen’ we de stemming over actuele onderwerpen. We leggen vier personen dezelfde stelling voor en vragen hen hierop te reageren. Deze keer is de stelling:
Medewerkers worden voldoende betrokken bij het verandertraject Henze 2.12 Kaan Manja Gelder -
Hans Roodza nd
OnEeen s
Adviseur Inte graal waterb eheer
“Henze 2.12 sluit niet aan bij mijn belevi ook doordat ng. Dat komt het woord niet meteen duid waarover het elijk maakt gaat. Het is in mijn optiek ee dingetje’ – da n ‘managersar heb ik niet veel mee. Ze contouren va t nu eerst de n de organisa tie maar eens iemand van de neer. Ik ben inhoud, en da arin zit mijn m verpakking ho otivatie. De eft voor mij ni et zo opgeleuk Graag sober, t te worden. safe en simpe l, zoals het N landschap, en oord-Holland geen coulissel se andschap met matische door programkijkjes. en een tijdsho rizon van vijftig jaar.”
ondzaken Medewerker Gr
eerd worden, oende geïnform ld vo we t da d “Ik vin nkomsten met eld door de bijee dat wel. Bijvoorbe anders dan erbij Maar dat is iets Martin Kuipers. betekent voor kk . Erbij betre en betrokken worden aten – van het denken en meepr mij: kunnen mee niet met je t da snap ook wel begin af aan. Ik nt. Maar het ku k re sp ge in ensen negenhonderd m niveau van de t he urt nu te veel op be ge en at pr ee m het niveau van de en te weinig op afdelingshoofden s mij de meeste en terwijl daar volg , en fd oo rh ste clu nden is.” informatie voorha
Jan Peetoom
Technisch adviseur bij het Ingenieursbureau
Oneens
en Ecologie
Bart van der Helm
Oneens
& Onderzoek Medewerker bij Beleid
Eens
“Henze 2.12 – hoe het ervoor staat en hoe het wordt aangepakt – wordt op allerlei manieren onde r on ze aandacht gebracht. Via int ranet, posters in het ge bo uw en afdelingsoverleg. En er wordt ons gevraagd om inp ut te leveren. Daar heb ik zel f nog geen behoefte aan ge had . Het plan is ook nog wa t abstract. Maar als het con cre ter wordt, komen er ook bij mij wel vragen en suggesties op. Dan weet ik bij wie ik ermee terecht kan: bij één van de frontrunners of bij mijn eigen afdelingsh oo fd. Daar stap ik dan wel naarto e.”
9
om de egeven vanuit de wens “De reorganisatie is ing een h toc is n Maar wat we zie cultuur te veranderen. en, koz ge rdt wo arom daarvoor structuuroplossing. Wa rs rke we de me je s gedeeld. Wil wordt niet echt met on en. do l we mij ns moet je dat volge echt meenemen, dan n. ge han ie ect dir te veel bij de Nu blijft het hele proces utsho als ht koc uwe structuur ver Daarnaast wordt de nie t wa r ove en nal sig or voornamelijk koolschets, maar ik ho ktro be n mij et do gegoten is. Dat er allemaal al in beton .” ed go kenheid ook geen
Waterwerkers december 2011
WERK IN UITVOERING Het praktijkonderzoek ‘Dijken op veen’
Misschien is veen sterker dan wij denken
Dennis Peters (Deltares) neemt een grondmonster.
Zijn er mogelijkheden om onze dijken op een minder ingewikkelde, minder kostbare, maar niet minder veilige manier te versterken? Hopend op spectaculair geplons en gespetter trok Waterwerkers de kaplaarzen aan en verdiepte zich in de praktijkproef ‘Dijken op veen’.
De Markermeerdijk moet worden versterkt – fors, naar het zich nu laat aanzien. Die operatie, onderdeel van het Hoogwater beschermingsprogramma, kost naar schatting € 400 miljoen. Geld dat wij, als hoogheemraadschap, gedeeltelijk zelf moeten opbrengen. De dijkversterking is onder meer zo duur omdat de Markermeerdijk voor een deel op slappe veengrond staat – vandaar die forse ingrepen. Maar is dat veen niet sterker dan wij op grond van bestaande kennis denken? Experts vermoeden van wel. Samen met de Waterdienst en Deltares onderzoeken wij dat vermoeden. Buiten, in het veld.
Containers met water Staande in een speciaal geselecteerd veenweiland bij Uitdam legt projectopzichter Dennis Peters van Deltares de proef uit. “We zetten een rij containers op betonnen platen in het weiland. Allerlei sensoren en meet apparatuur gaan de bodem in. De veenbodem zakt door het gewicht van platen en containers wat in en stabiliseert dan. Daarna graven we evenwijdig aan de containers een sloot. We vullen de containers stapsgewijs met water.
Waterwerkers december 2011
Een laag van 25 centimeter betekent een extra gewicht van zo’n 15 ton. Continu meten we zorgvuldig hoe de veenbodem reageert. En dan is het afwachten wanneer het talud van de sloot bezwijkt...”
Buitenlandse interesse Joost Schaminée, projectmanager namens het hoogheemraadschap: “We onderzoeken niet alleen of veen sterker is dan we tot nu toe aannamen, maar ook welk rekenmodel het ‘bezwijkgedrag’ van veen het beste benadert. Dat kan interessant zijn voor de Markermeerdijk, maar mogelijk ook voor onze boezemkades die op veengrond staan. Ook vanuit het buitenland is er interesse: Amerikaanse en Engelse deskundigen volgen de proef op de voet.” Waterwerkers, dat hoopte op een sensationele duik van zwaar materieel, moest het doen met stil opzij hellende containers. Gelukkig staan er het komende half jaar nog twee van deze ‘bezwijkmomenten’ op het programma. Geïnteresseerde medewerkers kunnen de proef in het nieuwe jaar ter plaatse bekijken.
10
Jan Adriaanszoon Leeghwater (1575-1650) was begin 1600 bij de droogmaking van het Beemstermeer betrokken. Hij noemde zichzelf 'ingenieur ende molenmaeker'. Van zijn hand is een rijmpje bekend waarin het probleem van veendijken wordt afgedaan met: "het gaat wel goed, als er veel op een hoop leit". Een dijk van veen, het stof alleen, Als't wel gemaakt is en bereit: Kan wel bestaan, zal ook wel gaan, Als daar veel op een hoop leit.
hoogteen dieptepunten een jaar van
jaar) (zoals ieder Het kalenderjaar is weer voorbij. Een goed moment om eens na te gaan wat onze hoogte- en dieptepunten waren. Waterwerkers riep jullie via intranet op om hierover te berichten. Wat bleek: in de top-5 van zowel hoogte- als dieptepunten is de verhuizing naar ons hoofdkantoor belangrijk. Blijdschap – “eindelijk zitten we gezamenlijk op één locatie en kan het bouwen aan de organisatie van 2015 beginnen” – die ook weer kon omslaan in teleurstelling omdat “de opening van het kantoor uitsluitend voor genodigde hoogwaardigheidsbekleders was.” Het nieuwe werken kon ineens tegenvallen als een afdeling (we noemen geen namen) een flexplek geclaimd had. Ook was er droefenis omdat het nieuwe pand geen plaats heeft voor een dartbord. De reorganisatie werd ook al genoemd, hoewel minder vaak dan verwacht. Een hoogtepunt, toen iemand het gevoel kreeg dat “de huidige reorganisatie gaat leiden tot clusters die lijken op het oude AWKB (afvalwaterketenbedrijf)” – of juist geen hoogtepunt omdat vernieuwing geen vernieuwing bleek? Uiteindelijk stak er één moment met kop en schouders bovenuit. Niet omdat het zo vaak genoemd werd, maar vanwege het kleine dat tegelijk zo groot was: René Smalheer, monteur bij Objecten & Materieel en bedrijfshulpverlener, redde dit jaar het leven van een vrouw in een te water geraakte auto. Waarvoor hulde.
Het individueel keuzebudget: opsparen of spenderen? Het werkt eigenlijk als thuisbankieren of e-shoppen. Met het Individueel Keuzebudget, dat vanaf half januari wordt ingevoerd, kun je maandelijks bepalen wat je gaat doen. Iedere maand krijg je budget tot je beschikking. Dit werd vroeger onder meer uitbetaald als vakantietoeslagen, levensloopbijdragen of eindejaarsuitkeringen. Serieus geld, want het gaat om zeventien tot achttien procent van je salaris. Je kunt het opsparen of spenderen. De keuze is aan jou. Je moet wel tijd steken in het aangeven wat je met het budget wenst.
Elke maand een deel laten uitbetalen? Of liever opzij zetten, bijvoorbeeld om te sparen voor de fiets die je gaat gebruiken voor je woon-werkverkeer? Wie weet, wil je gewoon wat extra verlofdagen. Even inloggen en kijken of jouw Individuele Keuzebudget genoeg saldo bevat. Ja? Wel eerst even met je leidinggevende overleggen voordat je verlof koopt… Meer informatie over het Individueel Keuzebudget vind je op intranet.
11
Waterwerkers december 2011
toe k o
mstm
Bestuursakkoord Water
uzi
ek
Ewald van Oorsouw
Afspraken die ons “prettig onrustig” moeten maken Afgelopen zomer werd het Bestuursakkoord Water gesloten. Een pakket met afspraken tussen Rijk, gemeenten, provincies, drinkwaterbedrijven en waterschappen. Voor de gemiddelde medewerker ver van zijn bed? “Beslist niet”, zegt Ewald van Oorsouw, hoofd afdeling Bestuurszaken. “De gevolgen ervan gaat iedereen in de organisatie merken.” Waarom is dit zo belangrijk? “Vanwege de publieke discussie over onze opheffing. Anderhalf jaar geleden waren wij al haast afgeschreven en recentelijk was er weer ophef (motie Schouw). Maar afgelopen zomer zaten wij toch maar mooi aan tafel om een bestuursakkoord te sluiten – iets wat nog niet eerder is voorgekomen.
Wat zijn de spannendste dingen uit het akkoord? “Om te beginnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma. We hebben de verantwoordelijkheid genomen om dijkversterkingen eerst gedeelte-
Martin Kuipers: “Ik beschouw het Bestuursakkoord Water als goed nieuws. Het zet ons, waterschappen, als bestuurslaag duidelijk op de kaart. Maar het schept ook stevige verplichtingen. Als wij de gemaakte afspraken straks niet kunnen nakomen, geeft dat degenen die ons bestaansrecht ter discussie stellen wind in de zeilen. En dat willen we natuurlijk niet. Al is het misschien spannend, we kunnen de beloften die we gedaan hebben met elkaar waarmaken. Daar hebben we ons verandertraject Henze 2.12 wel bij nodig.”
Waterwerkers december 2011
Hoofdpunten uit het Bestuursakkoord Water • Duidelijker taakverdeling tussen bestuurslagen • Verschuivende verantwoordelijkheden binnen het HWBP • Besparingen en doelmatiger werken in de waterketen • Combineren van werkzaamheden • Overgaan op indirecte waterschapsverkiezingen
lijk, later helemaal zelf te gaan betalen. Dat kost ons honderden miljoenen die we voor het grootste deel zelf moeten verdienen, bijvoorbeeld door efficiënter werken. Ook hebben we afgesproken dat dit officieel een ‘Groot Project’ is, wat betekent dat ook de Tweede Kamer over onze schouder meekijkt. Dat vergroot de druk.”
Nog meer? Even spannend is het in de afvalwaterketen. Daar hebben de waterschappen afgesproken om samen met gemeenten tot 2020 € 380 miljoen te besparen. Dat moet gebeuren door intensieve samenwerking, maar ook door langetermijndenken. Het vraagt een cultuurverandering van ons: deze dingen moeten gewoon worden. Er staat ook een stok achter de deur: eind 2012 moet 75 procent van die samenwerking al vastliggen in contracten. Halen we dat niet, dan kan het Rijk dit per wet gaan opleggen.”
Conclusie? Als waterschappen hebben we ons ondernemend opgesteld en stevige verantwoordelijkheden op ons genomen, waarop we ook afgerekend gaan worden. Dat maakt mij op een prettige manier onrustig. Ik denk dat iedereen in de organisatie dat eigenlijk zou moeten worden.”
12
Column Marieke Egbergen
Sinds 1 oktober is Marieke Egbergen (33) financieel medewerker. Voor Waterwerkers vertelt ze over haar eerste week bij het hoogheemraadschap.
Te koop Twee jaar geleden werd ons via intranet de boot De Schouwer te koop aangeboden. Voordat de boot aan een derde werd verkocht, bood HHNK deze dus eerst aan het personeel aan. Een goede actie!!! Waarom gebeurt dat niet met veel meer dingen? Bijvoorbeeld met meubilair. Een nieuw gebouw, nieuwe inventaris. Thuiswerken wordt bevorderd, maar wij kunnen geen stoel kopen. Die gaat naar een opkoper. Of met oude dienstauto’s. Die gaan, na een goed verzorgd leven bij het schap, terug naar de dealer voor weinig, waar wij als gewone stervelingen hem weer kunnen kopen voor veel. Dealers geven korting bij een aankoop zonder inruil van een oude kar. Bij verkoop aan een van ons pakt het schap de korting en wij hebben voor de inruilprijs van de dealer een knappe gebruikte auto voor een redelijke prijs. Drie partijen blij, zo lijkt mij. Ik geef toe, er is wel een beetje organisatietalent voor nodig. Maar `mensen op de maan` zei een timmerman mij eens, toen hij een nieuwe keuken bij ons thuis bouwde. Met andere woorden: alles kan. En, o ja… ik heb geen belangstelling voor een oude dienstauto. In mijn garage staan voertuigen genoeg.
De eerste week: spannend! Ik kom met de auto vanuit Alkmaar, waar ik woon. Vanaf de zomer ben ik van plan om de fiets te nemen. Een ervaren collega vangt mij op, er is een inwerkschema en ik maak kennis met meer collega’s. De rest van de week teamoverleg, andere werkbijeenkomsten, meteen al een teamuitje. Een fijn gebouw om in te werken is het hier – al dat licht! Een beetje wennen nog om geen vaste plaats te hebben. Ik ben een echt cijfermens. Het is een uitdaging om te zorgen dat alles aansluit. Mocht er toch een verschil zijn, dan ga ik door met uitvissen tot ik een verklaring heb. Misschien kan ik straks een coördinerende rol spelen bij onze jaarrekening. Boeiend: overal gegevens vandaan halen, mensen opporren. Alles moet op tijd bij de accountants zijn. Een beetje druk op de ketel, daar houd ik wel van. In mijn vorige baan deed ik dit ook. Ik ben gevraagd om in verband met de reorganisatie frontrunner te zijn, om kwartiermakers vanuit onze afdeling van informatie te voorzien. Van de reorganisatie weet ik nog niet veel, maar bedrijfsmatig werken ben ik vanuit mijn vorige baan gewend. Ik woon alleen, dus als ik ’s avonds thuiskom kan ik mijn verhaal, behalve aan mijn parkiet, niet echt kwijt. Daarom ga ik regelmatig met vriendinnen weg, of sporten. Nu zit mijn eerste week erop en weet ik hoe het is om ambtenaar te zijn: heel dynamisch en echt niet slaapverwekkend, zoals vaak wordt beweerd.
Harry Oudendijk
13
Waterwerkers december 2011
Acht handjes extra Ze heten Alex Renning, Ron van der Zaken, Elly Lode en Aline Tjalma, zijn afkomstig van de Dienst Landelijk Gebied (DLG), en hebben de afgelopen maanden haast onmerkbaar hun plekje binnen onze organisatie gevonden. De komende twee jaar helpen ze ons op detacheringsbasis met onze waterbergingsopgave. “We begrepen dat hier nog wel wat extra handjes nodig waren.” Wat hebben ze in huis en wat gaan ze doen? Waterwerkers vroeg het aan Aline en Ron. Waarom zitten jullie bij ons en niet meer bij de Dienst Landelijk Gebied? Aline: “Bij onze werkgever wordt gereorganiseerd. Daar verdwijnen op grote schaal werk en banen, terwijl hier, bij het hoogheemraadschap, juist veel te doen is. Onze kennis en kunde ligt dicht tegen die van jullie aan. De DLG, als uitvoeringsorgaan van het ministerie van economische zaken, landbouw en innovatie, houdt zich bijvoorbeeld bezig met de ecologische hoofdstructuur, ruilverkaveling en het realiseren van grote recreatiegebieden. Omdat wij bovendien in Noord-Holland wonen, leek het ons goed om deze overstap te maken.” Wat doen jullie? Ron: “Ik ben strategisch adviseur voor de waterbergingsopgave. Het klinkt misschien abstract maar het is heel uitdagend. Ik ondersteun de programmamanagers en projectleiders. Er zijn op dit gebied veel beleidsplannen en die probeer ik in samenhang te zetten. Ook bekijk ik
Waterwerkers december 2011
hoe bijvoorbeeld de provincie erin zit, of de Unie van Waterschappen. Het hoogheemraadschap moet op verschillende borden tegelijk schaken. Dan moet je overzicht hebben, weten hoe de stand op die borden is, en vanuit één strategie denken.” Aline: “Ik ben als assistent gekoppeld aan de projectleider van drie waterbergingsprojecten bij Uitgeest en Castricum. Het gaat daarbij om het maken van de plannen: samen met andere partijen kijken hoe je het gebied wilt inrichten. Welke interesses wil je bijeenbrengen: cultuurhistorie, natuur, recreatie? En dan moet er ook nog plaats zijn voor genoeg kubieke meters water. Dat betekent veel overleggen, bijvoorbeeld met gemeenten, bewoners en natuurorganisaties. Onze collega’s Elly Lode en Alex Rennings zijn assistent-projectleider en projectleider bij andere waterbergingsprojecten.” Wat vinden jullie van het hoogheemraadschap? Aline: “Een gastvrije organisatie – dat is erg prettig.” Ron: “Meer dan bij DLG zijn medewerkers hier oplossingsgericht en met de inhoud bezig. De afstand van de gemiddelde medewerker tot het bestuur lijkt me losser dan wat ik gewend ben bij bijvoorbeeld provincies.” Blijven jullie na 2013 bij ons? Ron: “Ik kan nu al zeggen dat ik dat best graag zou willen.” Aline: “Ik ook wel, maar of daar mogelijkheden voor zijn…?” Ron: “Nou ja, we zien het tegen die tijd wel.”
14
In de praktijk
Wat je niet wist over onze gladheidsbestrijding: • HHNK is verantwoordelijk voor 1400 kilometer weg (ontsluitingswegen - waar je 60 mag rijden). • Per strooironde rijden er 41 wagens uit. • Met een volledige strooiactie is 75 ton zout gemoeid.
Bij duisternis, sneeuw of ijzel over smalle weggetjes langs het water Meteoconsult heeft een strenge winter voorspeld. Zijn we er klaar voor? Hebben we genoeg strooizout en manuren voor gladheidsbestrijding? Waterwerkers ging op onderzoek uit, leerde wat een ’regelmatig strooibeeld‘ betekent en hoe het voelt als je kerstontbijt alleen ’een boterham met pindakaas‘ is. Een koude, zonnige ochtend. Op de werf bij Schermerhorn trekt Dirk Kooi, één van onze tachtig gladheidsbestrijders, een zwaar gordijn open. Direct is het of je de top van de Mont Blanc ziet: een berg strooizout als een gletsjer. Vierhonderd ton, keurig op een lekvrije vloer, want het zout mag niet in de bodem komen. Deze week heeft Dirk dienst, wat betekent dat hij ieder moment opgeroepen kan worden. Meestal gebeurt dat ’s avonds en soms ‘s nachts, wanneer het iedereen wordt afgeraden de weg op te gaan: duisternis, sneeuw en ijzel. Hoewel het privé soms lastig is, klaagt Dirk niet. “Het is juist mooi: tegen de tijd dat
ik mijn bed opzoek, kan iedereen veilig over onze wegen rijden.” Stoppen met strooien Wat is het geheim van goed strooien? Volgens Dirk gaat het erom een ’regelmatig strooibeeld‘ op de weg te krijgen. Op basis van wind- en temperatuurgegevens programmeert hij zijn strooier. Het meest lastig zijn temperaturen tussen +2 en -5. Ook is de juiste mengverhouding tussen water en zout belangrijk. En de rijsnelheid? “Niet harder dan veertig, ook al wil je nog zo graag je bed in”. We hebben voor deze winter strooizout genoeg en als het
15
echt nodig is, is er het zoutloket, of er wordt extra ingekocht. Lastige wegen Diensten op kerstdagen en Oud en Nieuw? “Zeker. Dan drink je geen alcohol. Een uur nadat je bent opgeroepen word je geacht uit te rijden. Het is voorgekomen dat mijn kerstontbijt alleen uit een boterham met pindakaas bestond – heus, er zijn ergere dingen.” Net als de andere gladheidsbestrijders rijdt hij een vaste route van ongeveer dertig kilometer die hij op zijn duimpje kent: bochten, hellingen, smalle stukken langs het water. “Onze wegen zijn in vergelijking met provinciale- en rijkswegen het meest lastig, dus blijft het opletten geblazen. Het is mooi om je werk goed te doen, maar veilig thuiskomen is toch het belangrijkste.”
Waterwerkers december 2011
. . . were he re 12c Matthé en Nico
HHNK’ers leveren een bijdrage aan de veiligheid en leefbaarheid van Hollands Noorderkwartier én zij maken het landschap in dubbel opzicht schoon: zuiver en vaak ook prachtig mooi. In deze rubriek laten collega’s hun ‘tag’ achter op een plek in ons werkgebied.
Matthé Wagemaker en Nico Pronk, medewerkers Onderhoud
Dit is de Molensloot, die loopt vanaf Hoogwoud helemaal tot Lambertschaag. Niet rechttoe rechtaan, maar een beetje kronkelend door de polder. Wij komen hier een paar keer per jaar met de maaiboot – in de zomer om vuil en begroeiing weg te halen, in de herfst maaien we de kanten. Als je hier op het water zit kan het zo stil zijn! Dan ben je helemaal op jezelf en de natuur aangewezen. Maar het leuke is, verderop kom je dan ineens weer door een dorpje. Naast de sloot loopt het ‘Pannepad’. Een tijd terug woonde hier een veehouder die stieren fokte en over de hele wereld exporteerde. Al die stieren heetten Pan, met een nummer erachter. Die stonden hier in de wei. Vandaar de naam. Mooi verhaal, toch?
Waterwerkers december 2011
16