6
THEMAMAGAZINE
HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER
NUMMER 2 | JUNI 2015
DE PRAKTIJK SECTOR WATERSCHAPPEN
Gezond en veilig werken 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
CONTACTPERSOON Gegevens
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
INHOUD
1 2 3 4 PAGINA 2
DE PRAKTIJK | JUNI 2015 PAGINA 6
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN
“Arbocatalogi levend maken op de werkvloer” Het A&O-fonds Waterschappen brengt dit najaar de arbocatalogi Alleen Werken en Explosieveiligheid uit. Er zijn dan in totaal acht arbocatalogi voor de sector beschikbaar. Na de ontwikkelfase is voor het A&O-fonds Waterschappen de implementatie van de arbocatalogi in 2015 een speerpunt, zegt programmamanager Bart de Zwart. “We willen nu de vertaalslag naar de werkvloer maken.”
PAGINA 9
ARBOCATALOGUS BIOLOGISCHE AGENTIA
De bruine rat getemd WATERSCHAP RIVIERENLAND | Een gevangen bruine rat gaat in een grote kooi als een dolle te keer. Het angstige beest kan daarbij rijkelijk sproeien met urine. Dat is gevaarlijk voor een muskusrattenbestrijder, want die loopt zo het risico besmet te worden met het Seoulvirus. Bestrijder Nico van der Wekken van Waterschap Rivierenland bedacht een praktische oplossing om de bruine rat tot bedaren te dwingen, zodat die veiliger gedood kan worden.
ARBOCATALOGUS KNELLEN, PLETTEN EN SNIJDEN
PAGINA 12
Innovatieve rietschermzetter maakt meters HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER | Onderhoudsmonteurs René Smalheer en Kees Moerland van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bedachten en bouwden een innovatieve rietschermzetter. De machine vermindert fysiek zwaar werk, maar moet wel veilig zijn. Daarom startte een traject om de verplichte CE-markering te krijgen. De arbocatalogus ‘Knellen, pletten en snijden bij machines en andere arbeidsmiddelen’ was daarbij een handig hulpmiddel.
PAGINA 15
ARBOCATALOGUS BESLOTEN RUIMTEN
Trainingslocatie besloten ruimte geeft boost aan veilige praktijk WATERSCHAP VALLEI EN VELUWE | Waterschap Vallei en Veluwe bouwde op de rioolwaterzuivering in Apeldoorn een trainingsruimte voor het werken in besloten ruimten en werken op hoogte. In de praktijkruimte oefenen medewerkers calamiteiten en werkmethoden in een realistische omgeving. Hoe evacueer je een collega met een gebroken been uit een gistingstank? Veiligheidskundige Harry van der Liende: “De trainingslocatie geeft een boost aan veilig werken in de praktijk.”
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
Gezond en veilig werken 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
5 6 7
ARBOCATALOGUS PSYCHOSOCIALE ARBEIDSBELASTING
PAGINA 18
Koerskaart Check je werkstress HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DELFLAND | Te veel hooi op je vork, weinig ondersteuning of een drukke privé-werkbalans. Soms lopen mensen in het werk op hun tenen. Werkstress kan leiden tot fouten op de werkplek of een burn-out van een medewerker. Arbeids- en organisatiedeskundige André Verbeek van het Hoogheemraadschap van Delfland ontdekte de Koerskaart Check je werkstress en maakt daarmee het onderwerp nu binnen zijn organisatie bespreekbaar.
ARBOCATALOGUS EXPLOSIEVEILIGHEID
PAGINA 21
Hollywood in de polder WATERNET EN HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER | Sinds de explosie op de waterzuivering in Raalte, oktober 2012, staat explosieveiligheid binnen de waterschappen scherp op de agenda. Veiligheidskundigen Frans Blaas van Waternet en Rob Baltus van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier maakten een trainingsfilm voor de werkvloer over de ATEX-risico’s. Ook over andere arbeidsrisico’s zijn films gemaakt. Blaas: “Beeld spreekt mensen aan en is heel praktisch.”
ARBOCATALOGUS PUBLIEKSAGRESSIE
PAGINA 24
Samen één lijn tegen intimidatie, agressie en geweld HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN | Medewerkers van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) krijgen sinds september vorig jaar een training agressie en geweld. De training is een van de activiteiten waarmee HDSR concreet invulling geeft aan zijn agressieaanpak, vertellen arboadviseurs Ginette van de Vendel en Carla Antens. De boodschap aan burgers in de aanpak is klip en klaar: “Wij tolereren geen agressie en geweld.”
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
PAGINA 3
Gezond en veilig werken
PAGINA 4
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
Inleiding
E
en gezonde en veilige werkomgeving leidt tot gezonde, gemotiveerde en duurzaam inzetbare medewerkers. Het waarborgen van een gezond en veilig werkklimaat is een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Het A&O-fonds Waterschappen ondersteunt waterschapsorganisaties hierbij met een branche-instrument voor de risico-inventarisatie en -evaluatie (‘branche RI&E Waterschappen’) en arbocatalogi rond acht arbeidsrisico’s.
Arbocatalogi In de arbocatalogi beschrijven sociale partners binnen een sector hoe zij bij arbeidsrisico’s aan de wettelijke eisen voor gezond en veilig werken willen voldoen. Een arbocatalogus is maatwerk en geeft via beproefde technieken, goede praktijken en praktische handleidingen oplossingen voor veilig en gezond werken bij arbeidsrisico’s. De Inspectie SZW moet een arbocatalogus toetsen en goedkeuren. Daarna is de arbocatalogus uitgangspunt bij het toezicht en de handhaving door de Inspectie SZW.
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
Beschrijvingen Voor het opstellen van de beschrijvingen in dit themamagazine zijn interviews gehouden met innovatieve medewerkers binnen de waterschapsorganisaties. Zij gingen rond de onderwerpen van de arbocatalogi aan de slag met een vernieuwende aanpak of bedachten een slimme oplossing om een arbeidsrisico in het werk te verminderen. De artikelen beschrijven aanleiding en doel, aanpak en resultaten en tips. Bij ieder voorbeeld staan de contactgegevens van de geïnterviewde. Bij vragen kunt u dus zelf contact met hen opnemen. Tot slot vermelden we de belangrijkste leermomenten van de zeven voorbeelden.
Laat u inspireren! Elkaar stimuleren en van elkaar leren. Dat is het primaire doel van het themamagazine DE PRAKTIJK van het A&O-fonds Waterschappen. Laat u ook inspireren door de voorbeelden in deze publicatie over gezond en veilig werken.
PAGINA 5
“Arbocatalogi levend maken Het A&O-fonds Waterschappen brengt dit najaar de arbocatalogi Alleen Werken en Explosieveiligheid uit. Er zijn dan in totaal acht arbocatalogi voor de sector beschikbaar. Na de ontwikkelfase is voor het A&O-fonds Waterschappen de implementatie van de arbocatalogi in 2015 een speerpunt, zegt programmamanager Bart de Zwart. “We willen nu de vertaalslag naar de werkvloer maken.”
H
et A&O-fonds Waterschappen investeerde afgelopen jaren veel in de ontwikkeling van arbocatalogi. In een arbocatalogus beschrijven sociale partners samen hoe zij bij arbeidsrisico’s aan de wettelijke voorschriften gaan voldoen. Met acht arbocatalogi zijn belangrijke arbeidsrisico’s afgedekt en behoort de sector tot de top van de sectoren met de meeste arbocatalogi, meent programmamanager Bart de Zwart. “Maar een arbocatalogus moet meer zijn
PAGINA 6
dan een document; Het moet in de praktijk gaan leven”, zegt hij. Na de ontwikkelfase wordt daarom nu meer energie gestoken in het vertalen van de arbocatalogi naar de werkvloer. De Zwart: “We willen ook buiten de kring van KAM-professionals bredere bekendheid geven aan de arbocatalogi en de werking daarvan. Daarnaast moeten afspraken op de verschillende thema’s daadwerkelijk gaan leiden tot een veilige werkomgeving en gezond en veilig werkgedrag van medewerkers.”
KAM-professionals Het A&O-fonds Waterschappen zag het afgelopen jaren als haar verantwoordelijkheid om arbocatalogi te ontwikkelen. Daartoe deed het A&O-fonds met succes een beroep op het sterke en unieke KAM-netwerk binnen de sector. De bereidheid van KAM-professionals om mee te werken aan de totstandkoming van arbocatalogi was groot. De Zwart: “De KAM-professionals leverden een enorm
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
1 A&O-FONDS WATERSCHAPPEN
Er zijn zes arbocatalogi verschenen over de arbeidsrisico’s:
ARBOCATALOGUS
ARBOCATALOGUS
ARBOCATALOGUS
DEEL 1
DEEL 2
DEEL 3
Publieksagressie
Besloten ruimten
VERSIE 2013
VERSIE 2013
Struikelen, uitglijden en vallen VERSIE 2013
• Knellen, pletten, snijden • Struikelen, uitglijden en vallen • Publieksagressie • Biologische agentia • Besloten Ruimten • Psychosociale arbeidsbelasting.
ARBOCATALOGUS
ARBOCATALOGUS
ARBOCATALOGUS
DEEL 4
DEEL 5
DEEL 6
Knellen, pletten en snijden bij machines en andere arbeidsmiddelen
Biologische agentia
Psychosociale Arbeidsbelasting
VERSIE 2013
VERSIE 2014
VERSIE 2014
De arbocatalogi Alleen Werken en Explosieveiligheid volgen, na goedkeuring door Inspectie SZW, naar verwachting dit najaar.
op de werkvloer” “KAM-professionals leverden een enorm actieve en belangrijke bijdrage” actieve en belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de arbocatalogi. Doordat zij tijd en energie investeerden zijn het documenten geworden met oplossingen die voortkomen uit de praktijk en draagvlak hebben binnen de sector. Dat heeft echt meerwaarde. Dat vind ik heel mooi en daar ben ik heel blij mee.”
Periodiek onderhoud Nu de arbocatalogi er liggen, is het werk niet gedaan. De documenten moeten periodiek onderhouden worden. De Zwart: “Het
zijn dynamische documenten: iedere twee jaar worden de arbocatalogi aangepast aan de laatste stand van de techniek. Zo zijn er nu nieuwe inzichten over het risico van het Seoulvirus voor muskusrattenbestrijders. Daar wordt straks bij de aanpassing van de arbocatalogus biologische agentia rekening mee gehouden.” Ook voor de herziening van de arbocatalogus biologische agentia is meteen interesse vanuit het KAM-netwerk, constateert De Zwart. “Het toont de betrokkenheid van medewerkers. We zijn daarmee ook een voorbeeld voor andere sectoren, merk ik.”
Bredere kennis Vanaf 2015 ligt de nadruk op de implementatie van de arbocatalogi. Want het
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
TIP In de arbocatalogi is veel
kennis en ervaring uit de sector bijeengebracht. Gebruik de oplossingen in de arbocatalogi voor het gezond en veilig omgaan met arbeidsrisico’s.
is volgens De Zwart belangrijk dat meer mensen binnen waterschapsorganisaties weten van het bestaan van de arbocatalogi en waarom ze er eigenlijk zijn. De Zwart: “Het zijn niet zomaar documenten. Inspectie SZW gebruikt de arbocatalogi als richtlijn bij haar inspecties. Het zijn belangrijke richtinggevende documenten. Daarom moeten ook directies, management en P&O’ers de arbocatalogi op hoofdlijnen kennen.” Bovendien is een arbocatalogus niet alleen een document voor KAM-professionals, zoals volgens De Zwart wel eens ten onrechte wordt gedacht. “De arbocatalogus Psychosociale arbeidsbelasting geeft leidinggevenden bijvoorbeeld oplossingen hoe zij kunnen omgaan met werkdruk en werkstress binnen hun team. Leidinggevenden moeten het document dus eigenlijk ook goed kennen.”
PAGINA 7
CONTACTPERSOON Bart de Zwart, programmamanager A&O-fonds Waterschappen
[email protected] 070 763 0021
“Ook directies, management en P&O’ers moeten de arbocatalogi op hoofdlijnen kennen” Toolboxen
Programma van eisen
Om bredere kennis over de arbocatalogi te stimuleren en ondersteunen gaat het A&O-fonds Waterschappen actief communiceren over de arbocatalogi. Deze uitgave van DE PRAKTIJK is daar al onderdeel van. Ook tijdens de jaarlijkse Gezond en Veilig Werken-dag voor KAM-professionals en OR-leden zal er dit najaar aandacht zijn voor het onderwerp.
Vanuit het KAM-platform was reeds een werkgroep toolboxen actief. Deze werkgroep heeft nu, met instemming van het KAM-platform, een doorstart gemaakt onder de vlag van het A&O-fonds. Momenteel stelt de werkgroep een programma van eisen op waaraan toekomstige toolboxen dienen te voldoen. De Zwart: “De werkgroep bekijkt nu wat er al is en waar nog behoefte aan
is. Welke communicatiemiddelen gaan we straks op welke manier inzetten om de verschillende doelgroepen te bereiken?” Volgens De Zwart wordt er met één toolbox begonnen. “De keuze ligt nog niet vast. Waarschijnlijk gaat de eerste toolbox over een arbeidsrisico waarover binnen de sector nog weinig communicatie is ontwikkeld”, blikt hij vooruit. Stapsgewijs komen daarna andere onderwerpen aan bod. Ook de branche RI&E, de risicoinventarisatie en -evaluatie voor de sector, ondergaat dit najaar een grote revisie. De RI&E wordt aangepast op de nieuwste inzichten in de arbocatalogi, waaronder de arbocatalogi Explosieveiligheid en Alleen Werken.
Vanaf het najaar gaat het A&O-fonds nieuwe toolboxen ontwikkelen met communicatiemiddelen over de verschillende arbocatalogi. De toolboxen moeten ervoor zorgen dat iedereen binnen de sector dezelfde afspraken hanteert. De Zwart: “De arbocatalogi zijn zorgvuldig opgestelde kwalitatieve documenten. Wij zien het als A&O-fonds als onze verantwoordelijkheid om die kwaliteit ook te borgen in afgeleide communicatieproducten. Daarom willen we richting de sector eenduidig communiceren over de afspraken in de arbocatalogi. Zodat de sector er straks op kan vertrouwen dat een communicatieproduct is afgestemd op de arbocatalogus.”
PAGINA 8
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
2 WATERSCHAP RIVIERENLAND
ARBOCATALOGUS BIOLOGISCHE AGENTIA
De bruine rat getemd Een gevangen bruine rat gaat in een grote kooi als een dolle te keer. Het angstige beest kan daarbij rijkelijk sproeien met urine. Dat is gevaarlijk voor een muskusrattenbestrijder, want die loopt zo het risico besmet te worden met het Seoulvirus. Bestrijder Nico van der Wekken van Waterschap Rivierenland bedacht een praktische oplossing om de bruine rat tot bedaren te dwingen, zodat die veiliger gedood kan worden.
D
e bruine rat (Rattus norvegicus) is met enige regelmaat bijvangst voor muskus- en beverrattenvangers. Uit recent onderzoek is vast komen te staan dat ook Nederlandse bruine ratten besmet zijn met het Seoulvirus. Het Seoulvirus is overdraagbaar op mensen en kan leiden tot nierontsteking met dodelijke afloop. Rattenbestrijder Nico van der Wekken paste de levend-vangende kooi zo aan, zodat de bruine rat in een kleine ruimte
gefixeerd wordt en de rattenvanger minder risico loopt op besmetting met biologische agentia zoals het Seoulvirus. Het gaat goed met de bestrijding van de schadelijke muskusrat. In het gebied van Samenwerkingsverband Muskusrattenbeheer, waarin vier waterschappen samenwerken, werden in 2012 nog maar 13.527 muskusratten gevangen. In 2008 waren dat nog 30.380 ratten.
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
Bij de bestrijding van de muskus- en beverratten maken de waterschappen gebruik van levend-vangende kooien. Met deze kooien kunnen ongewenste en soms beschermde bijvangsten, zoals vogels of andere dieren, weer vrijgelaten worden. Maar als bestrijder Nico van der Wekken een bruine rat in de kooi aantreft, wordt het beest alsnog gedood. De bruine rat is aangemerkt als gewenste bijvangst.
PAGINA 9
Moeilijk te schieten Nico van der Wekken is al vijftien jaar rattenbestrijder. Hij bestrijdt in de uiterwaarden van Wageningen tot Oosterbeek muskus- en beverratten met negen levendvangende kooien. “Een prachtvak”, zegt hij. “Je ziet in het voorjaar de kieviten buitelen en hoort de wulpen weer. Het is prachtig om de rust van de natuur te beleven in je eigen werk.” Van der Wekken lokt de muskus- en beverratten met appels en wortelen in de vangkooi die op een vlot in het water drijft. Maar de gewone bruine rioolrat lust zijn lokvoer ook. Van der Wekken: “Een angstige bruine rat gaat in de grote kooi van 25 bij 35 centimeter vreselijk te keer. De rat krijst enorm en vliegt alle kanten op. Daardoor is het best moeilijk om de rat met je luchtdrukpistool af te schieten.”
PAGINA 10
“Een simpele oplossing die gewoon voldoet” Simpele oplossing Dit najaar hoorde Van der Wekken van het onderzoek dat vaststelt dat de bruine rat, naast andere ziekteverwekkende virussen, ook het Seoulvirus kan verspreiden als het beest gestresst is. Het Seoulvirus is een hantavirus. Besmetting van de mens gebeurt voornamelijk door het inademen van aërosolen (stof- en vloeistofdeeltjes in de lucht) afkomstig van urine en ontlasting, beten van knaagdieren en opname van besmet voedsel. Na het onderzoek benadrukte de Unie van Waterschappen nog eens de noodzakelijke arbeidshygiënische maatregelen, zoals het
dragen van lange handschoenen bij het controleren van vangmiddelen, het dragen van een mondkapje en het wassen van handen, armen en gezicht met water en desinfecterende zeep. Van der Wekken: “Bij mij ontstond toen het idee om iets praktisch te bedenken, waardoor de rat vanuit de grotere kooi in een heel kleine ruimte terechtkomt. Ik heb een simpele oplossing bedacht die gewoon voldoet.”
Klein kooitje koppelen In de levend-vangende kooi, tegenover de inloopzijde maakte Van der Wekken een gaatje van ca. 7,5 cm, dat afgesloten is
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
TIP Maak voor het vinden van oplossingen voor arbeidsrisico’s gebruik van de kennis en creativiteit op de werkvloer. Bas Bongers: “Medewerkers weten hoe het in de praktijk werkt en hebben soms heel goede ideeën en praktische oplossingen. Eigen oplossingen worden ook sneller gebruikt.”
“Door technische maatregelen wordt de kans op blootstelling aan biologische agentia kleiner”
met een klepje. En hij maakte een kooitje van 10 bij 10 bij 30 cm met een klepvalletje en twee haakjes eraan dat eenvoudig aan de grote kooi gekoppeld kan worden. Van der Wekken: “Als ik een bruine rat heb gevangen, plaats ik het kleine kooitje achter het gaatje. Als ik het luikje openmaak, loopt de rat altijd snel het kleine kooitje in en sluit het klepvalletje achter het dier. De rat kan dan minder bewegen en is dus makkelijker te schieten of je kan het kooitje afkoppelen en de rat verdrinken. Ik heb zo’n klein kooitje altijd in mijn auto. Het is heel makkelijk te hanteren; je neemt het gewoon mee naar een levend-vangende kooi.”
CONTACTPERSOON Ruben Verwoert Teamleider
[email protected] 0344 64 90 90
Betere en veilige werkmethoden Van der Wekken deelde zijn vinding met zijn teamleider Ruben Verwoert van Rayon Rivierenland-Oost. Ook hij is enthousiast over de praktische vinding. Het idee van Van der Wekken is volgens teamleider Verwoert daarom gedeeld met de landelijke adviesgroep techniek en tactiek, die kijkt naar het verbeteren, toetsen en testen van de vangmiddelen. “De coördinator van de landelijke adviesgroep heeft deze oplossing meegenomen naar andere waterschappen. Er wordt zo steeds gewerkt aan nieuwe, betere en veilige werkmethoden.”
Nieuwe werkinstructie Op basis van het onderzoek naar het Seoulvirus is recent een nieuwe werkinstructie ontwikkeld voor de muskusrattenbestrijders met de te nemen
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
arbeidshygiënische maatregelen. Hierbij is gebruik gemaakt van de arbocatalogus Biologische agentia voor de sector. De arbocatalogus Biologische agentia beschrijft oplossingen om arbeidsrisico’s zoals besmetting met biologische agentia waar onder Leptospirose (veroorzaker ziekte van Weil), Cryptosporidiose en Tularemie te voorkomen. KAM-adviseur Bas Bongers: “De arbocatalogus geldt als leidraad. Er wordt altijd gekeken of een maatregel conform het oplossingenboek van de arbocatalogus én werkbaar is. De nieuwe werkinstructie is in januari met onze muskusrattenbestrijders besproken.”
Nog betere oplossing De aangepaste vangkooi van Nico van der Wekken helpt nog beter om besmetting met biologische agentia te voorkomen, stelt Bongers. “Volgens het Bio-ArbeidsHygiënisch principe moet je arbeidsrisico’s zoveel mogelijk bij de bron aanpakken. Als dat niet mogelijk is, dien je andere maatregelen te nemen met als laatste redmiddel het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Nico heeft nu iets bedacht dat een stapje hoger zit in de arbeidshygiënische strategie: door een technische maatregel wordt de kans op blootstelling aan biologische agentia kleiner. Dat is het mooie van deze vinding. Maar voorzichtigheid blijft natuurlijk geboden.”
PAGINA 11
“Het werk is minder belastend. Dat is de grootste winst” ARBOCATALOGUS KNELLEN, PLETTEN EN SNIJDEN
Innovatieve rietschermzetter maakt meters
J
aarlijks plant Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier zo’n tien kilometer rietschermen langs de kustlijn om afkalving van duinzand tegen te gaan. Het ingraven van het dode riet gebeurde altijd handmatig. Met de rietschermenzetter hoeven medewerkers in de toekomst minder zwaar werk te doen en gaat het werk veel sneller. De nieuwe machine moet daarvoor voldoen aan de eisen in de Machinerichtlijn.
Knutselen totdat het werkt Onderhoudsmonteur René Smalheer begon enkele jaren geleden te knutselen aan zijn rietplantmachine. Want een groep van vijf medewerkers was soms weken bezig met het planten van rietschermen om
PAGINA 12
zandverstuiving tegen te gaan. Per dag werd zo’n 400 meter dood riet geplant. Smalheer kreeg destijds vanuit het management de vraag om eens te bedenken of dat niet anders kon. Samen met collega-onderhoudsmonteur Kees Moerland bedacht en bouwde hij afgelopen jaren met tussenpozen aan prototypes van de huidige rietplantmachine: voortgetrokken door een tractor worden rietstengels vanuit een laadbak dwars op het zand getransporteerd, waarna een groot ‘pizzawiel’ de stengels op 20 centimeter van de onderzijde knikt en zo’n 20 centimeter in het duinzand drukt. Tegelijk worden de rietstengels met zand aangedrukt. Smalheer: “Dit is het zoveelste prototype. Het was natuurlijk veel uitproberen. Het was veel zagen, slijpen en lassen totdat de machine goed werkte. Dat is met het huidige prototype nu het geval.”
CE-markering Zomer 2014 startte Ruud Buren, adviseur Arbo en veiligheid bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, een traject om een CE-markering te krijgen voor de machine. Want om veilig met de rietschermenzetter te kunnen werken, moet de machine aan wettelijke veiligheidsnormen voldoen. Ruud Buren: “Het is een heel eigen ontwerp met draaiende onderdelen die een potentieel risico op beknelling met zich kunnen mee brengen. Voordat we er echt mee kunnen gaan werken, moet de machine CE-goedgekeurd zijn.” Buren had daarbij goede houvast aan de arbocatalogus ‘Knellen, pletten en snijden bij machines en andere arbeidsmiddelen’, vertelt hij. “Daarin staat precies welke normen voor nieuwe machines gelden, zodat je weet waaraan je moet voldoen.
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
3
HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Bekijk de rietschermzetter via http://youtu.be/gcgXcjd6uyc
Onderhoudsmonteurs René Smalheer en Kees Moerland van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bedachten en bouwden een innovatieve rietschermzetter. De machine vermindert fysiek zwaar werk, maar moet wel veilig zijn. Daarom startte een traject om de verplichte CE-markering te krijgen. De arbocatalogus ‘Knellen, pletten en snijden bij machines en andere arbeidsmiddelen’ was daarbij een handig hulpmiddel.
Die normen hebben we geraadpleegd en op basis daarvan hebben we een stappenplan gemaakt.” Voor de rietplanter gelden onder andere de eisen uit de Machinerichtlijn 2006/42/EG. Om te bepalen in hoeverre de rietschermzetter aan de eisen uit de richtlijn voldeed, moest een risicobeoordeling opgesteld worden. Ook moest er voor de machine een Nederlandse gebruikershandleiding en een technisch dossier beschikbaar komen.
Risico’s in kaart Voor de risicobeoordeling schakelde Buren een extern adviesbureau in gespecialiseerd in beoordeling van machineveiligheid. Volgens Buren was het eigen ontwerp van de twee onderhoudsmonteurs geen dagelijkse kost voor het externe bureau.
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
PAGINA 13
Buren: “Het is toch een machine die gaandeweg in elkaar is gelast en geschroefd. Voor het begeleiden van het riet over de transportband zijn gewoon kruiwagenbandjes gebruikt. Maar uiteindelijk doet de machine waar hij voor gemaakt is.” Het externe bureau maakte een eerste risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) CE-markering Machinerichtlijn 2006/42/ EG en gaf daarin aan op welke punten de machine nog aangepast diende te worden om voor CE-markering in aanmerking te komen. Buren: “De beoordelaar heeft de machine samen met de ontwerpers aan de hand van een checklist helemaal nagelopen. Dat hebben we heel bewust bij een extern bureau neergelegd, want we willen geen slager zijn die zijn eigen vlees keurt.” Het externe bureau schrijft ook de verplichte Nederlandse gebruikershandleiding die bij de machine aanwezig moet zijn.
“In de arbocatalogus staat precies aan welke normen je moet voldoen” De gedetailleerde risicobeoordeling doet voorstellen om de gesignaleerde risico’s te verhelpen. Buren noemt enkele belangrijke aandachtspunten: “Er dienden draaiende delen afgeschermd te worden om beknellingsgevaar te voorkomen. Ook moest er een noodstop komen waarmee medewerkers vanaf hun werkplek op de machine de transportband kunnen stilzetten. Die noodzakelijk aanpassingen hebben we in orde gemaakt.”
PAGINA 14
Onder voorbehoud De CE-goedkeuring is nog niet helemaal afgerond. Dat kan pas als de machine volledig aan alle veiligheidseisen voldoet. Sommige aanpassingen moeten nog definitief doorgevoerd worden. Buren: “We moeten nog wat puntjes op de bekende i zetten. Dan gaat het bijvoorbeeld om het verhogen van een hekwerk om valgevaar te voorkomen. En op de plek waar de medewerkers op de machine staan is nog een kier van enkele centimeters. In sommige gevallen mag je tijdelijke oplossingen toepassen, maar het moet uiteindelijk wel aangepast worden.” Als de CE-markering straks verleend is, beschikt Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier met de rietschermzetter over een ingenieuze machine. In plaats van 400 meter per dag kunnen medewerkers dan 400 meter per uur rietschermen zetten. Daarmee kan het werk ook flexibeler ingeroosterd worden. René Smalheer: “Als je 400 meter per dag kan doen, heb je vijf weken nodig om tien kilometer riet te plaatsen. Dan ontkomen medewerkers er veelal niet aan om in weer en wind zwaar werk te doen. Met de rietschermzetter kun je makkelijker een gunstige periode
uitzoeken en is het werk veel minder belastend voor medewerkers. Dat is de grootste winst.” Als de machine aan de eisen voldoet, kunnen in de toekomst ook andere waterschappen met kustlijn gebruikmaken van de rietschermzetter, oppert Ruud Buren. “Het is niet zo dat wij de machine straks elke dag gebruiken. Dan kunnen andere waterschappen de rietzetter lenen”, lijkt mij.
TIP ”Houd bij een idee meteen
vanaf het begin rekening met de Machinerichtlijn en de CE-markering. Zorg dat je alle relevante informatie bij elkaar hebt. Het stappenplan in de arbocatalogus is daar heel handig bij.”
CONTACTPERSOON Ruud Buren adviseur ARBO & Veiligheid
[email protected] 072 5827727
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
4 WATERSCHAP VALLEI EN VELUWE
ARBOCATALOGUS BESLOTEN RUIMTEN
Trainingslocatie besloten ruimten geeft boost aan H veilige praktijk Waterschap Vallei en Veluwe bouwde op de rioolwaterzuivering in Apeldoorn een trainingsruimte voor het werken in besloten ruimten en werken op hoogte. In de praktijkruimte oefenen medewerkers calamiteiten en werkmethoden in een realistische omgeving. Hoe
et waterschap oefende al langer voor het werken in besloten ruimten, maar bij trainingen op buitenlocaties waren er steeds wisselende omstandigheden. Er was geen vaste ruimte om verschillende scenario’s te oefenen. De praktijkruimte voor werken in besloten ruimten moet medewerkers bewustmaken dat zij met een werk-, veiligheids- en reddingsysteem aan werkzaamheden moeten beginnen. Doel is om alle medewerkers weer veilig naar huis te laten gaan.
Kwaliteitsslag Eens stond in het voormalige slibverwer-
evacueer je een collega met een gebroken been uit een gistingstank? kingsgebouw van de Vartech de lage druk Veiligheidskundige Harry van der Liende: “De trainingslocatie geeft een boost aan veilig werken in de praktijk.”
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
stoomturbine, onderdeel van het natte oxidatieproces. Maar de machines in het gebouw op de rioolwaterzuivering zijn al lang ontmanteld.
PAGINA 15
In de praktijkoefening komt alles in een scenario samen
Veiligheidskundige Harry van der Liende zag een kans: “Het gebouw stond leeg. Ik heb destijds bij de directie het idee geopperd om er een trainingsruimte te bouwen voor werken in besloten ruimten en werken op hoogte. Na de fusie (tussen de waterschappen Vallei en Eem en waterschap Veluwe) moesten meer medewerkers getraind worden. Bovendien konden we zo een kwaliteitsslag maken door het niveau van de trainingen te verbeteren. Dat verhaal vond gehoor bij de toenmalige directie van waterschap Veluwe.”
Scenariotraining Van der Liende ontwierp een trainingsruimte waarna er gebouwd werd. Met een beperkte investering kwamen er plateaus en oefentanks. Sindsdien is de praktijkruimte een belangrijk onderdeel in het trainingsprogramma voor operationele medewerkers, vertelt hij: “We starten met theorie, maar gaan daarna zo snel mogelijk de praktijk oefenen.” Het trainingsprogramma bestaat uit korte theoretische modules over het werken in besloten ruimten, werken op hoogte en gas meten. Daarnaast zijn er praktijktrainingen en toolboxmeetingen. Van der Liende: “Het programma is gericht op continuïteit. We vertellen meerdere keren per jaar dezelfde boodschap anders verpakt. Op die manier blijft de boodschap beter hangen.” De korte modules worden uiteindelijk gecombineerd in een praktijkoefening van een dag waarin alles in een scenario samenkomt. Van der Liende: “Bijvoorbeeld een inspectie van een besloten ruimte. Dat begint met het locken en labellen van schakelaars en bewegende delen, gevolgd door een gasmeting. Daarna oefenen we het betreden van de ruimte met een ladder, een takel of lier. En er is aandacht voor mogelijke reddingsacties voor het geval er toch iets misgaat.”
PAGINA 16
Concreet stappenplan Van der Liende was betrokken bij het opstellen van de arbocatalogus werken in besloten ruimten. De trainingsruimte is heel belangrijk bij het vertalen van de arbocatalogus naar de werkvloer, merkt hij. “Medewerkers vinden de praktijkoefeningen heel prettig. Voor onze doelgroep, onderhoudsmedewerkers, moet je zo min mogelijk papier gebruiken. We vertellen wel over het hoe en waarom van de arbocatalogus, maar voor de doelgroep moet het gewoon concreet, praktisch en logisch zijn. Als iemand iets niet begrijpt, moet ik het gewoon nog beter uitleggen, zeg ik ook altijd.”
“Met een werk-, veiligheids- en reddingsysteem aan werkzaamheden beginnen” Basisgedachte achter de arbocatalogus is volgens Van der Liende het opstellen van een concreet stappenplan. Drie systemen zijn daarbij van groot belang, benadrukt hij. “Maak een duidelijke keuze voor een werksysteem: gebruik je een ladder, een lier of iets anders om een ruimte te betreden? Probeer met een veiligheidssysteem eventuele risico’s van het gekozen arbeidsmiddel af te dekken; dat zijn je veiligheidsmaatregelen. Zodat als je van de ladder glipt, wel blijft hangen en niet elf meter diep in een besloten ruimte valt. Een reddingsysteem voorziet in maatregelen bij incidenten. Zodat mensen weten wat zij moeten doen in een noodsituatie en iedereen de ruimte weer uit kan komen.” In de praktijkruimte trainen medewerkers daarom altijd met kleding en materialen die zij in de dagelijkse praktijk ook gebruiken. Van der Liende: “Anders heeft oefenen weinig zin. Als je bij een oefening andere arbeidsmiddelen gebruikt, weten mensen bij een incident niet meer wat ze moeten doen, omdat het net even anders werkt. Dat wil je niet in noodsituaties.”
Betere trainingen en veiliger praktijk Alle operationele medewerkers van waterschap Vallei en Veluwe zijn inmiddels getraind in het werken in besloten ruimten. Nieuwe medewerkers krijgen individueel of in een groep instructie voordat zij aan het werk gaan. “Voordat medewerkers risicovolle werkzaamheden doen, oefenen we eerst in de praktijkruimte. Dat zou je anders waarschijnlijk minder snel doen”, aldus Van der Liende.
CONTACTPERSOON Harry van der Liende, veiligheidskundige Waterschap Vallei en Veluwe
[email protected] 06 206 123 45
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
Ook andere waterschappen maken bij gelegenheid gebruik van de praktijkruimte om medewerkers te trainen. Het waterschap Vallei en Veluwe gebruikt de praktijkruimte inmiddels ook om te toetsen hoe competent medewerkers zijn. “In assessments kunnen medewerkers hier in de praktijk laten zien hoe zij werken.” Volgens Van der Liende heeft de praktijkruimte een boost gegeven aan de trainingen en een veiliger werkpraktijk. Van der Liende: “Als je een goede trainingsruimte hebt, investeer je meer in je praktijktrainingen. Daardoor ontstaat er een betere opbouw in je hele trainingsprogramma. Dat vertaalt zich naar een veiliger praktijk. En daar gaat het om: dat iedereen aan het eind van de werkdag weer veilig naar huis gaat.”
TIP “Zorg dat je in de praktijk altijd
de drie systemen – werk, veiligheid en redding – op orde hebt. Afhankelijk van de situatie kunnen die verschillen, maar de drie eenheid moet er altijd zijn.”
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
PAGINA 17
Te veel hooi op je vork, weinig ondersteuning of een drukke privé-werkbalans. Soms lopen mensen in het werk op hun tenen. Werkstress kan leiden tot fouten op de werkplek of een burn-out van een medewerker. Arbeids- en organisatiedeskundige André Verbeek van het Hoogheemraadschap van Delfland ontdekte de Koerskaart Check je werkstress en maakt daarmee het onderwerp nu binnen zijn organisatie bespreekbaar.
V
orig jaar verscheen de arbocatalogus Psychosociale arbeidsbelasting (PSA). PSA staat in de arbocatalogus voor stress in de werksituatie veroorzaakt door seksuele intimidatie, agressie en geweld, discriminatie, pesten of werkdruk. Uit een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) binnen Delfland bleek dat werkdruk binnen een aantal onderdelen een knelpunt is. De Koerskaart Check je werkstress onderzoekt binnen een groep de werkstress en ontwerpt ook een oplossing.
Koerskaart Check je heel sterk instrument om concreet handen en voeten te geven aan de arbocatalogus Psychosociale arbeidsbelasting. Daarom heb ik het ook in Delfland geïntroduceerd.”
Handen en voeten
Spel
Arbeids- en organisatiedeskundige André Verbeek van het Hoogheemraadschap van Delfland was betrokken bij het opstellen van de arbocatalogus Psychosociale arbeidsbelasting. Tegelijk maakte hij in de Check je werkstress Week, een landelijke campagne ondersteund door de overheid, kennis met de Koerskaart Check je werkstress. Verbeek: “Ik vond het een
De Koerskaart Check je werkstress lijkt op een spel. Via de website checkjewerkstress. nl is het ‘spelbord’ te downloaden om uit te printen op A0-formaat. Vier tot acht deelnemers doorlopen samen de vragenstructuur en schrijven antwoorden op de Koerskaart. Een sessie duurt twee tot tweeënhalf uur. De deelnemers kiezen zelf een procesbegeleider, een advocaat van de
PAGINA 18
duivel en iemand die de tijd in de gaten houdt. Verbeek: “Je wordt in ruim twee uur heel mooi afwisselend door een methodiek geleid. De vragen zijn zo opgebouwd dat je met elkaar niet alleen werkdruk bespreekt, maar tegelijk bespreekt hoe de samenwerking binnen een team kan verbeteren. Het is een diagnose en je bespreekt samen oplossingen. Het is wel belangrijk dat je het afmaakt en niet halverwege stopt.”
‘Spelverloop’ Na praktische ‘spelafspraken’ is er 15 minuten voor ‘de ontmoeting’: wanneer ben jij een stresskip en wanneer een koele
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
5
HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DELFLAND
“Je wordt in ruim twee uur heel mooi afwisselend door een methodiek geleid”
ARBOCATALOGUS PSYCHOSOCIALE ARBEIDSBELASTING
werkstress kikker? Vervolgens schrijven de deelnemers op hoe zij dat merken (stresssignalen) en hoe anderen dat kunnen merken. Verbeek: “De advocaat van de duivel kan mensen daarbij uitdagen om wat dieper tot de kern door te dringen.” Een stap verder vraagt de Koerskaart naar stressbronnen.
CONTACTPERSOON Andre Verbeek, Hoogheemraadschap van Delfland
[email protected] 015 2608065
Verbeek: “Waarom krijg je dan stress? Vaak is het niet de hoeveelheid werk, maar is er bureaucratische besluitvorming of ervaart iemand weinig regelmogelijkheden in zijn werk. Deelnemers benoemen zelf tips hoe ze daar mee om zouden kunnen gaan.” Bij de vraag over energiebronnen toont de Koerskaart via een QR-code een filmpje over werkplezier en het motivatiemodel Compentent, Autonomie en Verbinding. Deelnemers kunnen de organisatie en zichzelf op deze onderdelen plussen en minnen. Vervolgens bekijken deelnemers hoe zij energiebronnen kunnen versterken: zij schrijven op wat hun eerste stap wordt om beter met stress om te gaan, want mensen
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
PAGINA 19
moeten zelf in actie komen.” Als afronding wordt gevraagd wat voor deelnemers een eye-opener was en hoe zij de bijeenkomst vonden en wie ze willen complementeren.
Veilige omgeving Verbeek ‘speelde’ de Koerskaart onlangs met collega-adviseurs van P&O, voornamelijk KAM-adviseurs. Verbeek: “Dat was een veilige omgeving om eens met elkaar over situaties te praten. Je begrijpt daardoor beter hoe iemand in het werk staat. Vaak bespreken mensen dat alleen met een leidinggevende. Nu kun je dat veilig in een groep doen. Dat kan ook heel goed met mensen die je niet kent. Sommige mensen vinden dat misschien prettiger.”
Afspraken gemaakt Verbeek: “De resultaten staan beschreven op de Koerskaart. Alle deelnemers hebben acties genoteerd. Over een half jaar kijken we wat daarvan terecht is gekomen. Die afspraak is gemaakt.”
Concreet
De Koerskaart vertaalt volgens Verbeek de arbocatalogus Psychosociale arbeidsbelasting naar de concrete werkpraktijk. “De arbocatalogus is denk ik vooral een document voor medewerkers en leidinggevenden. De Koerskaart sluit daarop aan.
PAGINA 20
TIP Andre Verbeek: “Zonder directe De Koerskaart onderzoekt de werkstress en ontwerpt een oplossing Het is een goed handvat om in de praktijk met het onderwerp aan de slag te gaan”, aldus Verbeek die het instrument met een poster in de P&O-kamer onder de aandacht brengt. “Het is geen P&O-instrument, maar een instrument voor medewerkers zelf. P&O kan mensen wel adviseren de Koerskaart eens op te pakken.”
werkstress kan de Koerskaart als preventief instrument worden ingezet om werkstress te voorkomen. Je kunt het aan ‘de voorkant’ gebruiken als samenwerkingsmodel.”
Daarmee draagt de Koerskaart volgens Verbeek bij aan het verminderen van werkstress en betere samenwerking: “Omdat je op persoonlijk niveau hebt kunnen bespreken waar jij gestrest door raakt en wat oplossingen kunnen zijn. Dat gebeurt niet oppervlakkig, maar samen bespreek je diepere aspecten waardoor de samenwerking beter wordt. De Koerskaart biedt een mooie gelegenheid om dat eens rustig te bespreken.”
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
6
WATERNET EN HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER
ARBOCATALOGUS EXPLOSIEVEILIGHEID
Hollywood in de polder
O
Sinds de explosie op de waterzuivering in Raalte, oktober 2012, staat explosieveiligheid binnen de waterschappen scherp op de agenda. Veiligheidskundigen Frans Blaas van Waternet en Rob Baltus
p 21 oktober 2012 was er op de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Raalte een gasexplosie. Voor die tijd was er bij waterschappen beperkte aandacht voor de veiligheid rondom ATEX, ATmospheres EXplosives. Explosiegevaar is op rioolwaterzuiveringsinstallaties een risico door het vrijkomen van biogas als bijproduct. Na het ongeval in Raalte zijn installaties aangepast en worden medewerkers getraind in ATEX-voorschriften. Waternet en HHNK maakten samen een instructiefilm over het onderwerp. Bij de film hoort een toets. Teamleiders moeten zorgen dat medewerkers zich bewust zijn van veilig werken in een ATEX-zone.
ATEX-werkgroepen opgericht
van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) maakten een trainingsfilm voor de werkvloer over de ATEX-risico’s. Ook over andere arbeidsrisico’s zijn films gemaakt. Blaas: “Beeld spreekt mensen aan en is heel praktisch.”
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
Veiligheidskundigen Frans Blaas (Waternet) en Rob Baltus (HHNK) winden er geen doekjes om: “Veiligheid en ATEX waren amper een item op de werkvloer”, zeggen zij. Baltus: “Iedere zuivering had een explosieveiligheidsdocument in de kast en daarmee was voldaan aan de ATEX-richtlijn. Dus niet. Dan begint het pas.”
PAGINA 21
TIP “Zorg bij een instructie, training of film dat situaties heel herkenbaar zijn
voor eigen medewerkers. Gebruik dus voorbeelden uit hun werkpraktijk. Dan spreekt het aan. En spreek de taal van de doelgroep.”
Na de explosie in Raalte werden bij Waternet en HHNK ATEX-werkgroepen opgericht vanuit alle disciplines, zoals ingenieurs, elektriciens en werkvoorbereiders. Zij kregen gericht training over de ATEX-risico’s binnen waterschappen. De ATEX-deskundigen verzorgen nu binnen de organisaties zelf audits van het explosieveiligheidsdocument.
Film met toets Na de werkgroepen werden medewerkers voorgelicht over ATEX-risico’s. Frans Blaas: “Medewerkers zijn opgeleid tot zuiveraar, maar weten weinig over de risico’s van biogas als bijproduct. Daarom ontwikkelden we een training van een dag met afsluitende toets.”
die film kijken en een toets maken. Met een pasje heb je daarna toegang tot de installaties van Waternet en HHNK. Dat is vooral heel praktisch voor externen. Wij kunnen aannemers een link naar de film toesturen, zodat hun medewerkers de toets kunnen maken voordat zij hier aan de poort staan. Dat scheelt tijd.”
Toolboxfilms arbeidsrisico’s
Gelijktijdig met de ATEX-film werden op initiatief van de samenwerkende waterschappen vier andere arbeidsrisico’s verfilmd: veilig werken langs de weg, biologische agentia, H2S (zwavelwaterstof) en omgaan met gevaarlijke stoffen (opslag en transport). Om de films te bekijken kunnen medewerkers zich aanmelden en registreren. Baltus: “We zijn gewoon zelf aan de slag gegaan. De films geven de informatie uit toolboxmeetings en de arbocatalogi van het A&O-fonds Waterschappen die in het najaar van 2015 zal verschijnen. Omdat we als ATEX-specialisten zelf betrokken waren bij de ontwikkeling van deze Vanuit de training ontstond het idee arbocatalogus explosieveiligheid, konden om een toolboxfilm te maken over het we daarop vooruitlopen.” Blaas: “We onderwerp. Er was eerdere ervaring met hebben zelf scripts geschreven en zaten de veiligheidsfilm over werken op een bij de montage. Dat is ook heel leuk om te zuivering. Frans Blaas: “Voordat je op onze doen. We wilden een herkenbare film maken zuiveringen mag werken, moet iemand eerst voor onze medewerkers. Beeld beklijft bij
“De films vergroten het veiligheidsbewustzijn van medewerkers”
mensen het best. Zeker bij onze doelgroep, voornamelijk techneuten.” Baltus: “Ik wist van tevoren alleen niet dat ik hoofdfigurant zou zijn.” In de ATEX-film krijgt gasdetectie als grootste veiligheidsaspect veel nadruk. Baltus: “Het werkgebied is opgedeeld in ATEX-zones, zodat iemand passende maatregelen kan nemen in de verschillende zones. Maar je moet vooraf altijd meten, want de kans bestaat dat er ergens gas lekt. Een gasexplosie kan alleen binnen ontstaan bij drukopbouw. Meten is het belangrijkste, omdat mensen anders niet weten wat ze kunnen doen.”
Stapje terug De toolboxfilms zijn vanaf nu beschikbaar voor de opleiding van medewerkers. Blaas en Baltus doen bewust een stapje terug. Blaas: “Het is nu de verantwoordelijkheid van teamleiders om dit verder op te pakken. Wij hebben inhoudelijke producten gemaakt waarmee zij hun medewerkers op een goede manier kunnen trainen. Teamleiders moeten de films nu aan hun mensen laten zien. De veiligheidstrainingen moeten vast onderdeel worden van voortgangs- en beoordelingsgesprekken. Wij gaan na of dat ook gebeurt. Maar het ligt nu in de lijn. Veiligheid is niet alleen van Frans en Rob, maar van iedereen.”
CONTACTPERSONEN Frans Blaas, veiligheidskundige Waternet
[email protected] 06 52 53 43 77 Rob Baltus, ATEX-coördinator HHNK
[email protected] 072 582 74 52
PAGINA 22
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
Veel interesse Er is veel interesse. Baltus: “Mensen zijn blij met de films. Preventiemedewerkers klaagden eerder terecht dat zij vier keer hetzelfde praatje moesten houden, voordat zij alle medewerkers in een toolboxbijeenkomst over een onderwerp geïnformeerd hadden. Nu leg je het bij mensen zelf. Iemand die niet aanwezig was op een toolboxbijeenkomst of begint als nieuwe medewerker, kan zelf achter de computer de film bekijken en een toets maken. Zonder toolboxbijeenkomst kan iemand dan toch aantonen dat hij de risico’s kent.” Blaas: “Binnen de organisatie begint nu iedereen om films te vragen.”
“Het is de verantwoordelijkheid van t eamleiders om dit verder op te pakken”
Aangepaste installaties De versterkte aandacht voor explosieveiligheid heeft de afgelopen jaren volgens Frans Blaas en Rob Baltus geleid tot organisatorische en technische verbeteringen en een groter veiligheidsbewustzijn bij medewerkers. Baltus: “Na het ongeval bij Raalte zijn installaties aangepast. Daarbij worden risico’s bij de bron aangepakt en de kans op menselijk falen zo klein mogelijk gemaakt. Je moet niet afhankelijk willen zijn van het vullen van een waterslot door een medewerker met een gietertje. De kans dat iemand dat vergeet, de menselijke factor, moet je uitsluiten door een veilig ontwerp. Die stap wordt nu overal gezet. Dat is een winstpunt voor organisaties.”
Groter veiligheidsbewustzijn Bij zuiveringsinstallaties worden medewerkers nu via bordjes attent gemaakt en gewaarschuwd dat zij werken in een ATEX-zone. Ook de films vergroten het veiligheidsbewustzijn van medewerkers. Blaas: “Mensen realiseren zich steeds meer de risico’s als ze in een ATEX-zone werken.”
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
Baltus: “En ze melden eerder als zij twijfels hebben. Vroeger waren er geen meldingen, want medewerkers dachten dat de kans klein was dat iets mis kon gaan. Dat is echt veranderd.” Er zijn vijf toolboxfilms over arbeidsrisico’s. Vijf waterschappen hebben inmiddels afgesproken dat elk waterschap toolboxfilms gaat maken, zodat er meer voorlichtingsfilms komen. Op de rol staan films over besloten ruimten en gasmeting.
PAGINA 23
ARBOCATALOGUS PUBLIEKSAGRESSIE
Samen één lijn tegen intimidatie, agressie en geweld Medewerkers van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) krijgen sinds september vorig jaar een training agressie en geweld. De training is een van de activiteiten waarmee HDSR concreet invulling geeft aan zijn agressieaanpak, vertellen arboadviseurs Ginette van de Vendel en Carla Antens. De boodschap aan burgers in de aanpak is klip en klaar: “Wij tolereren geen agressie en geweld.”
M
et het overheidsprogramma Veilige Publieke Taak en de arbocatalogus Agressie en Geweld is er toenemende aandacht voor agressie tegen medewerkers met een publieke taak. Ook medewerkers van HDSR kunnen in hun werk geconfronteerd worden met agressie, intimidatie en geweld door burgers. Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden wilde daarom vastleggen hoe de organisatie medewerkers beschermt in hun werk en hoe de organisatie reageert op agressie, intimidatie en geweld. Doel is om incidenten te voorkomen, het onderwerp bespreekbaar te maken en afspraken te maken zodat medewerkers zich gedekt weten door de organisatie.
Samen op een lijn Om voor de organisatie een gedragen en eenduidig agressie- en geweldbeleid op te stellen, startte in 2013 een werkgroep.
PAGINA 24
Daarin waren een KAM-adviseur, directie, afdelingshoofden en ondernemingsraad vertegenwoordigd. De werkgroep formuleerde de inhoud van het beleid. “Er is bewust voor gekozen om samen met de mensen die er in de praktijk iets mee moeten een lijn uit te werken”, zegt arboadviseur Ginette van de Vendel. Kern van het beleid is: ‘Wij tolereren geen agressie en geweld’. Extern adviseur Carla Antens: “De 500 medewerkers van HDSR moeten weten dat zij in een open cultuur kunnen vertellen wat hen is overkomen en dat zij kunnen rekenen op de steun van hun afdelingshoofd.”
Speelruimte Om het beleid op de werkvloer te laten landen, informeerde Carla Antens alle afdelingshoofden over de notitie. Ook besprak zij hoe afdelingen in de nazorg met intimidatie en agressie- en geweldsincidenten
“Alles wat je aandacht geeft groeit” willen omgaan. Antens: “Er is bewust voor gekozen om afdelingen veel speelruimte te geven in de nazorg aan medewerkers. Een afdelingshoofd is verantwoordelijk en kent zijn mensen het best. Ook de voorbeeldbrieven in de notitie kunnen gebruikt worden, maar dat hoeft niet.”
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
7 HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN
Rode knop Medewerkers kunnen initmidatie en agressie- en geweldsincidenten melden met de rode knop. Ginette van de Vendel: “Als KAM-cluster hebben we op intranet een eigen arbo- & milieuplein. Via onze rode knop kunnen medewerkers gevaarlijke situaties, ongevallen en agressie en geweld melden. Vorig jaar hadden we een melding van agressie en geweld. Dit jaar ook al een”, aldus de arboadviseur die elk incident er een te veel vindt. Om te wijzen
op het belang van de rode knop, wordt deze dit jaar in een campagne nog eens bij medewerkers onder de aandacht gebracht.
Training HDSR startte september vorig jaar met agressie- en geweldtrainingen voor verschillende groepen medewerkers. De primaire doelgroep van de training zijn medewerkers die in direct contact met burgers relatief grote kans lopen om
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
met intimidatie, agressie en geweld te maken krijgen, zoals handhavers, brug- en sluiswachters, muskusrattenbestrijders en begeleiders van inspraakavonden. De secundaire doelgroep zijn medewerkers in backoffice-functies, zoals telefonistes, vergunningverleners en administratief medewerkers. De primaire doelgroep krijgt een opleiding en training Voorkoming en bestrijding agressie en geweld waarbij alle vormen van intimidatie, agressie en geweld aan
PAGINA 25
“De training komt voor mensen heel dichtbij” bod komen; de secundaire doelgroep krijgt een training die voornamelijk focust op verbale en schriftelijke intimidatie, agressie en geweld. Ginette van de Vendel: “De training combineert theorie en praktijk. Na medewerkers een training agressie en geweld. Het onderwerp ligt op tafel. het theoriedeel oefenen we concrete praktijksituaties met een trainingsacteur. Dat vinden mensen best confronterend.” Carla Antens: “De training komt voor mensen heel dichtbij. De training geeft deels ook De eerste trainingsronde is nu bezig. zicht op jezelf en je eigen houding.” Uitgangspunt is dat medewerkers eens in de Elke maand zijn er twee trainingen van een vijf jaar op herhaling gaan. Carla Antens: dag. Een afdelingshoofd bepaalt in samen- “We hebben het nu onder de aandacht spraak met de medewerkers wie wel en wie gebracht. Dat is een resultaat. Alles wat niet aan de training mee doet. Ook mag het je aandacht geeft groeit. Om iets laten blijven groeien, moet je het wel verzorgen. afdelingshoofd een planning maken over Dat is een doorlopend cyclisch proces en meerdere jaren, zodat de inspanning voor krijg je niet met een training voor elkaar. de afdeling verspreid wordt. Daarom kijken we wat we nog meer kunnen doen om de aandacht vast te houden en eventueel te verdiepen.”
Cyclisch proces
Op tafel
Na het opstellen van het beleid is een begin gemaakt om het beleid in te voeren. In gesprekken zijn alle afdelingshoofden geïnformeerd en zij weten nu allemaal dat er binnen HDSR een beleid is tegen intimidatie, agressie en geweld. Vanuit het KAM-cluster worden met de afdelingshoofden ook periodiek accountgesprekken gevoerd, waarin intimidatie, agressie en geweld als onderwerp aan bod komt. Inmiddels volgden bijna honderd
PAGINA 26
Dat gaat verder dan de trainingen alleen, blikken Van de Vendel en Antens vooruit. Van de Vendel: “We willen dat er over alles wat met agressie en geweld te maken heeft gesproken kan worden.” Antens: “Een soort ‘norming process’ door vaker met elkaar over dit onderwerp praten. We kijken niet alleen op trainingsvlak wat we anders kunnen doen, maar heel breed hoe we het onderwerp nog verder in de organisatie kunnen verankeren.”
TIP Antens en Van de Vendel
gezamenlijk: “Maak intimidatie, agressie en geweld onderling bespreekbaar. En meld incidenten. Daar helpt een rode knop bij. Door te melden, maak je het weer bespreekbaar.”
Bij die vervolgstappen kan de arbocatalogus Publieksagressie behulpzaam zijn, menen zij. Van de Vendel: “Bijna negentig procent van de maatregelen in de arbocatalogus Publieksagressie zijn eigenlijk heel logisch en doe je bijna automatisch. Het kan wel helpen om te kijken naar onze vervolgstappen en de verdieping. Wat is dan die tien procent die we nog niet bij de horens hebben gepakt? Daar is de arbocatalogus zeker bruikbaar bij.”
CONTACTPERSOON Ginette van de Vendel, arbo-adviseur vendel.gh@hdsr 06 150 684 14
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI
Colofon Opdrachtgever Stichting A&O-fonds Waterschappen
Teksten Walter Baardemans, BNB Teksten
Programmamanager Bart de Zwart
Vormgeving ]RUURD[‘s Resourceful Creatives
Met dank aan Geïnterviewde medewerkers waterschappen
Fotografie Kees Winkelman
Uitgave
© Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen, Den Haag. Juni 2015
Rechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerwijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting A&O-fonds Waterschappen.
Stichting A&O-fonds Waterschappen bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt en HRM-beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op www.aenowaterschappen.nl.
Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
A&O-FONDS WATERSCHAPPEN DE PRAKTIJK | JUNI 2015
PAGINA 27
Instrumenten A&O-fonds Waterschappen Waterschapsorganisaties die zelf aan de slag willen met gezond en veilig werken kunnen hierbij gebruikmaken van diverse instrumenten die door het A&O-fonds zijn ontwikkeld. Op de website van het fonds staat informatie over de volgende instrumenten en activiteiten:
Leermomenten
• Branche Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) • Arbocatalogi • Gezond en Veilig Werken-dag 2015 • Agressieregistratiesysteem Waterschappen (ARW) • Scan ‘Vitaal in je werk’ voor medewerkers
www.aenowaterschappen.nl
In dit nummer van het themamagazine DE PRAKTIJK zijn inspirerende voorbeelden gepresenteerd van goede praktijken binnen waterschapsorganisaties rondom arbocatalogi. Alhoewel het om uiteenlopende initiatieven gaat, kan een aantal gemeenschappelijke leermomenten worden ontdekt. GEBRUIK KENNIS MEDEWERKERS
BESPREEKBAAR MAKEN
OP HERHALING
Er is veel kennis op de werkvloer. Uit de interviews blijkt dat medewerkers zelf soms goede oplossingen hebben om risico’s binnen hun werk te verminderen. Zij kennen de middelen waarmee zij werken en bedenken soms heel praktische oplossingen die na toetsing gedeeld kunnen worden. Voor een eigen vinding bestaat bovendien vaak veel draagvlak.
Het bespreekbaar maken van arbeidsrisico’s helpt om problemen bij medewerkers te voorkomen of te verminderen. Dat is zeker het geval bij agressie en geweld door derden en bij werkstress. Door een onderwerp bespreekbaar te maken, durven medewerkers eerder hun verhaal kwijt en dat is het begin van een oplossing. Het geeft de organisatie ook beter zicht in de omvang van de arbeidsrisico’s.
Een arbeidsrisico is niet verholpen met een enkele cursus of training. Het verminderen van arbeidsrisico’s vraagt om onderhoud. Niet alleen van installaties, maar ook van kennis en kunde van medewerkers. Daarom is het nodig om cursussen en (praktijk)trainingen te blijven herhalen. Gezond en veilig werken vraagt continue aandacht.
AANSLUITEN BIJ DE DOELGROEP
GEZOND EN VEILIG VAN IEDEREEN BEDENKEN
Bij communicatie over arbeidsrisico’s moeten concrete voorbeelden uit de dagelijkse praktijk aansluiten bij de doelgroep. Een voorbeeld uit een andere sector is al snel ‘ver-van-mijn-bed’. Medewerkers moeten werkzaamheden kunnen herkennen. Ook bij de keuze van een communicatiemiddel voor een instructie is het belangrijk om rekening te houden met het niveau en werkzaamheden van de doelgroep.
PAGINA 28
Soms werkt ‘gewoon aan de slag gaan’ heel doortastend. In andere gevallen is het handig om vooraf na te gaan aan welke voorschriften je moet voldoen. Bij werken in besloten ruimten is het zelfs noodzaak dat je een plan hebt.
Gezond en veilig werken is niet alleen van de KAM-professionals in de organisatie. Zij zorgen voor juiste en adequate middelen zodat anderen goede instructies kunnen geven aan medewerkers. Ook medewerkers zelf zijn verantwoordelijk dat zij gezond en veilig werken. Daarmee is gezond en veilig werken van iedereen.
GEZOND EN VEILIG WERKEN 7 VOORBEELDEN VANUIT ARBOCATALOGI