‘DE DRIE ZUSTERS’ VAN ANTON TSJECHOV Drie zussen (en één broer) in één huis, op de drempel van de volwassenheid. Of zijn ze die drempel al gepasseerd? Ze dromen van een beter, een ander leven: een leven met échte liefde en werk dat vervulling schenkt. In Moskou zullen zij dat wellicht vinden. Naar Moskou gaan .... Oh konden ze maar naar Moskou gaan. Binnenkort gaan ze, daarvan zijn de zusters overtuigd. Ondertussen zitten ze gevangen in een lamlendig provinciestadje waar hun inmiddels verleden vader ooit is neergestreken als hoofd van het plaatselijke legergarnizoen. Het zijn dan ook enkel de officieren van het garnizoen die soms wat afleiding brengen in het moeizame bestaan van de drie zusters. In de villa Prozorov is het een komen en gaan van de meest uiteenlopende figuren, samen vieren zij, treuren zij en zoeken zichzelf en contact met de ander. Anton Tsjechov schreef zijn wereldberoemde toneelstuk in 1900. Het wordt met grote regelmaat opgevoerd en is een échte klassieker. In eerste instantie werd het gezien als een tragedie over het menselijk tekort en meestal ook zo ten tonele gevoerd. Tsjechov was daar niet gelukkig mee. Hij vond zijn stukken tragi-komisch. Als je je realiseert dat je leven klein en betekenisloos is, dan doe je er misschien wat aan, zo hoopte hij. Daarom schreef hij geestige stukken over gewone mensen met universele problemen, dromen en verlangens. Wij brengen dit stuk uit in maart 2015 en zoeken 14 spelers en zangers voor het koor. Over de audities Wat moet je doen als je wilt auditeren op donderdag en vrijdag 28 en 29 augustus? 1. Je geeft je op bij Menno Balm (
[email protected]). Geef daarbij aan als je zéker niet kan op één van beide dagen en wat de reden daarvan is. 2. Je krijgt dinsdag 26 augustus of woensdag 27 augustus een rooster toegestuurd en verschijnt op het aangegeven tijdstip voor de auditie. 3. Je houdt goed de site en de Barlaeus FB in de gaten voor de auditietekst en het zangnummer dat je moet voorbereiden. 4. Leer de tekst écht goed uit je hoofd (voor jongens: alle mannenrollen, voor meisjes: alle vrouwenrollen). 5. Geniet van de auditie, uitslagen worden zo spoedig mogelijk bekend gemaakt.
‘Drie zusters’ auditieteksten Let op: leer alle teksten van alledrie de scenes uit je hoofd. Voor jongens geldt dus leer alle mannenrollen, voor meisjes geldt alle vrouwenrollen. Tekstkennis speelt een rol bij de auditie!
Personages Ter informatie, ze komen niet allemaal terug in de auditietekst Andrej Natasja Olga Masja Irina Koelygin Versjinin Soljony Tuzenbach Tsjeboetykin Fédotik Rodé Férapont Anfissa
- de broer van de drie zusters (ongeveer 30 jaar) - zijn verloofde, daarna zijn vrouw (een stukje jonger dan haar man) - zijn oudste zuster (ongeveer 26 jaar) - zijn middelste zuster (ongeveer 24 jaar) - zijn jongste zuster (een jaar of 18) - leraar aan het gymnasium, Masja’s man (in de dertig) - luitenant-kolonel, batterij-commandant (43 jaar, Masja wordt verliefd op hem) - kapitein (onbestemde leeftijd, hoort zichzelf graag praten) - baron, luitenant (middelbare leeftijd) - legerarts (bijna zestig, kent de zusters en Andrej al vele jaren) - tweede luitenant (leeftijd onbestemd) - tweede luitenant (leeftijd onbestemd) - bode van de districtsraad (een oude man) - de trouwe hulp in huishouding (80 jaar)
Scènefragment 1 – één man en één vrouw Natasja is zojuist weggerend van de eettafel, waar men at en dronk op de verjaardag van Irina. ANDREJ Trek het u niet aan, het is niets. Blijf alstublieft, toe, alstublieft. NATASJA Ik schaam me dood… ik weet niet wat ik heb… iedereen lacht me uit… opstaan van tafel dat hoort toch niet… maar ik kan niet… ik kan niet… ANDREJ Liefste toe, toe asjeblieft, wind je niet zo op. Echt, ze menen het niet zo kwaad, het was maar een grap. Liefste, schat, het zijn toch beste mensen allemaal en ze houden van mij en van jou. Kom hier. NATASJA Ik ben het niet gewend, zoveel mensen. ANDREJ Liefste, engel, kalm maar.
Scenefragment 2 – drie mannen TSJEBOETYKIN (op met Andrej, vertellend) En het eten as ook echt Kaukasisch, uiensoep en Tschechartma als vlees. SOLJONY Tscheremscha is geen vlees, dat is een plant. Iets ui-achtigs. TSJEBOETYKIN Nee, mijn engel. Tschechartma is geen ui maar schapenvlees. SOLJONY En ik zeg: Tscheremscha is een ui. TSJEBOETYKIN En ik zeg: Tschechartma is schapenvlees. SOLJONY En ik zeg je: Tscheremscha is een ui. TSJEBOETYKIN Waar maak ik me druk om. U bent nooit in de Kaukasus geweest en u heeft nooit Tschechartma gegeten.
SOLJONY Ik heb het nooit gegeten omdat ik het niet lekker vind. Tscheremscha ruikt net als knoflook. ANDREJ (smeekt) Genoeg, heren, alstublieft! TSJEBOETYKIN (slaat arm om Andrej heen) Verdomme Androesjka, we nemen er nog één op jou. Ik ga met je naar Moskou, naar de universiteit. SOLJONY Naar welke? In Moskou heb je twee universiteiten. ANDREJ In Moskou is er één universiteit. SOLJONY En ik zeg je dat het er twee zijn! ANDREJ Voor mijn part zijn het er drie. Des te beter. SOLJONY In Moskou zijn twee universiteiten.(gemopper en gesis van omstanders) In Moskou heb je twee universiteiten: de oude en de nieuwe. En als u dat niet horen wilt, als het u niet aanstaat, wat ik zeg, dan hou ik mijn mond. Ik kan zelfs naar een andere kamer gaan. (gaat door een deur af)
Scènefragment 3 – twee mannen en drie vrouwen (vioolspel achter het toneel) MASJA Dat is Andrej. IRINA Onze geleerde broer. Die gaat professor worden. Papa was in het leger, zijn zoon heeft voor een wetenschappelijke loopbaan gekozen. MASJA Dat was papa’s wens. OLGA We hebben hem vandaag te veel geplaagd. Hij is een beetje verliefd, geloof ik. IRINA Op een meisje van hier. Die komt vast zo meteen. MASJA O die kleren van haar! Niet zomaar lelijk of ouderwets, maar ten hemel schreiend. Zo’n rare schreeuwerige gele rok met van die ordinaire franje en daar een rode blouse bij. En haar wangen zijn zo opgepoetst! Andrej is niet verliefd, dat kan ik me niet voorstellen, daar heeft hij
te veel smaak voor. Hij houdt ons voor de gek. Ik heb gisteren gehoord dat ze met Protopopov gaat trouwen, de voorzitter van het districtsbestuur. Gelukkig maar. (roept door de zijdeur) Andrej, schat, kom heel even hier.(Andrej komt op.) OLGA Dit is mijn broer, Andrej VERSJININ Versjinin. ANDREJ Prozorov.(geven elkaar een hand)Bent u de nieuwe commandant? LGA En weet je, mijnheer Versjinin komt uit Moskou! ANDREJ O ja? Nou, gefeliciteerd, dan laten mijn zusters u niet meer met rust. VERSJININ Ik ben eerder degeen die uw zusters last bezorgt.
IRINA Kijk wat een mooie schilderijlijst Andrej me vandaag heeft gegeven! (laat een lelijk lijstje zien)Zelf gemaakt! VERSJININ (bekijkt de lijst en weet niet wat hij zeggen moet) Ja… dat… IRINA En die lijst boven de piano, die heeft hij ook gemaakt. (Andrej wimpelt complimenten af, gaat wat opzij.) OLGA Hij is onze wetenschapper, hij speelt viool, hij kan figuurzagen, kortom een homo universalis. Andrej, niet weggaan! Zo is hij nou eenmaal, hij gaat er altijd vandoor. (Andrei loopt weg.) Kom hier! (Masja en Irina pakken hem vast en brengen hem lachend terug.) MASJA Kom! Kom! ANDREJ Laat me nou, toe. MASJA We noemen hem ‘de verliefde violist’. IRINA
Of verliefde professor! OLGA Hij is verliefd! Androesja is verliefd! IRINA (applaudiseert) Bravo! Bravo! Bis! Androesja is verliefd! ANDREJ Zo is het wel genoeg, hou op.