Personages in de kleuren van de Regenboog? Onderzoek naar de betekenisgeving aan homoseksuele personages in soapseries
Melle van der Heide
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
2
Personages in de kleuren van de regenboog?
Personages in de kleuren van de Regenboog? Onderzoek naar de betekenisgeving aan homoseksuele personages in soapseries
Instituut:
Universiteit van Amsterdam
Faculteit:
Maatschappij & Gedragwetenschappen
Opleiding:
MA Communicatiewetenschap
Master:
Media Entertainment & Populaire Cultuur
Onderdeel:
MA Afstudeerthesis
Begeleidster: Anneke de Graaf Datum:
Maart 2011
Auteur:
Melle van der Heide
Adres:
Overtoom 87-2 1054 HC Amsterdam 06 27 890 299
[email protected]
Studentnr.:
5822378
Melle van der Heide, 5822378
3
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
4
Personages in de kleuren van de regenboog?
Inhoudsopgave VOORWOORD..................................................................................................................................................... 7 SAMENVATTING................................................................................................................................................ 9 HOMOSEKSUELE PERSONAGES OP DE TELEVISIE ............................................................................. 11 REPRESENTATIE VAN HOMOSEKSUELEN ............................................................................................. 15 SOAPSERIES ...................................................................................................................................................... 15 HOMOSEKSUELEN EN STEREOTYPERINGEN ....................................................................................................... 16 INVLOED VAN DE REPRESENTATIE VAN HOMOSEKSUELEN.......................................................... 19 INTERPRETATIE.............................................................................................................................................. 21 JONGEREN ALS DOELGROEP .............................................................................................................................. 21 JONGEREN ALS ACTIEVE BETEKENISGEVERS ..................................................................................................... 21 WAARGENOMEN REALITEIT .............................................................................................................................. 23 METHODE.......................................................................................................................................................... 25 FOCUSGROEPEN ................................................................................................................................................ 25 PARTICIPANTEN ................................................................................................................................................ 26 MATERIAAL ...................................................................................................................................................... 27 PROCEDURE ...................................................................................................................................................... 28 Codering...................................................................................................................................................... 29 RESULTATEN ................................................................................................................................................... 31 WAARGENOMEN REALISME IN DE PRODUCTIE ................................................................................................... 31 Manier van filmen........................................................................................................................................ 31 Acteerprestatie............................................................................................................................................. 32 WAARGENOMEN REALISME BIJ DE INHOUD ....................................................................................................... 34 Personage.................................................................................................................................................... 35 Setting.......................................................................................................................................................... 35 Verhaallijn................................................................................................................................................... 36 Stereotypering.............................................................................................................................................. 40 CONCLUSIE EN DISCUSSIE .......................................................................................................................... 45 LITERATUURLIJST......................................................................................................................................... 49 BIJLAGEN .......................................................................................................................................................... 57 TOPICLIST ......................................................................................................................................................... 57
Melle van der Heide, 5822378
5
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
6
Personages in de kleuren van de regenboog?
Voorwoord Voor u ligt het eindresultaat van mijn onderzoek naar de betekenisgeving van Nederlandse jongeren aan homoseksuele personages in soapseries wanneer deze is toegespitst op het waargenomen realisme. Deze scriptie is geschreven ter afsluiting van mijn Masterstudie Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Vanuit enkel mijn interesse naar homoseksualiteit in mediafenomenen, met in het bijzonder soapseries, en een mediagerelateerde vooropleiding ben ik uiteindelijk tot dit onderzoeksonderwerp gekomen. Een proces dat zich over een lange en intensieve periode heeft gestrekt, maar wat een zeer leerzaam proces is geweest met het nodige vallen en opstaan en de nodige hoogte- en dieptepunten. Na hard en soms minder hard te hebben gewerkt is het punt daar bereikt, mijn scriptie is voltooid! Ik heb deze periode en dit proces echter niet alleen kunnen voltooien en om die reden wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken een aantal mensen te bedanken. Ten eerste wil ik mijn scriptiebegeleidster, Anneke de Graaf, bedanken voor haar open aanmerkingen aan mijn scriptie, haar tips voor mijn scriptie en haar tijd die zij beschikbaar heeft gesteld om mij te woord te staan. Daarbij wil ik haar bedanken voor haar aanmoediging en meedenken om deze scriptie tot een goed eindresultaat te kunnen brengen. Daarnaast gaat mijn dank uit naar al mijn participanten die bereid waren deel te nemen aan de focusgroepen en hierdoor mee te werken aan dit onderzoek. In het bijzonder wil ik mijn ouders bedanken voor hun tomeloze geduld en geloof in mij, lees hier een stok achter de deur zijn, om na zoveel jaar studeren de allerlaatste studie toch af te ronden. Verder wil ik nog mijn vrienden bedanken voor de door hun gegeven onvoorwaardelijke steun, aanmoediging, inspiratie en meedenken, maar vooral ook om mij af en toe te voorzien van hele fijne en onvergetelijke momenten wanneer ik het slagen van dit onderzoek niet meer zag zitten.
Melle van der Heide, 5822378
7
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
8
Personages in de kleuren van de regenboog?
Samenvatting In de laatste jaren is er een groei te merken in het aantal homoseksuele personages in soapseries. Voorheen werden de soapseries voornamelijk door heteroseksuele personages gedomineerd, ook al was er in de samenleving een groei in zichtbaarheid van de minderheidsgroep ‘homoseksuelen’. Soapseries worden veelvuldig door jongeren, en door vrouwen, gekeken en daardoor rijst de vraag hoe zij betekenis geven aan homoseksuele personages. Specifieker gezegd rijst de vraag naar hoe jongeren betekenis geven aan homoseksuele personages wanneer dit toegespitst wordt op het waargenomen realisme. Vandaar dat dit onderzoek zich richt op de betekenisgeving van Nederlandse jongeren aan homoseksuele personages met een toespitsing op het waargenomen realisme. Omdat betekenisgeving kwalitatief van aard is, zijn er in dit onderzoek vier focusgroepen, van respectievelijk vier, vier, drie en drie deelnemers gebruikt om tot een resultaat te komen. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat Nederlandse jongeren aan de hand van twee interpretatieve repertoires, namelijk ‘productie’ en ‘inhoud’, betekenis geven aan homoseksuele personages. Daarbij hanteren zij een ‘externe realiteit’ en maken zij gebruik van de negotiated reading. Zij relateren gebeurtenissen in de fictieve wereld aan gebeurtenissen in de ‘echte’ wereld. Daarbij nemen zij niet zonder twijfels te tonen en vraagtekens te plaatsen de boodschap van de bedenkers en producenten van de soapserie over.
Melle van der Heide, 5822378
9
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
10
Personages in de kleuren van de regenboog?
1. Homoseksuele personages op de televisie Vandaag de dag zijn homoseksuele personages bijna niet meer weg te denken van de televisie. Homoseksuele personages zijn al zichtbaar in series sinds de jaren ’70 toen er in de serie ‘Dallas’ het personage Jodie Dallas te zien was. Dit personage was niet uitgesproken homoseksueel, maar neigde door zijn gedragingen toch redelijk in die richting (Walters, 2001). In de jaren ’80 werd dit minder door de conservatieve houding van de westerse wereld (Waldowski, 2008). De jaren ’90 brachten hier verandering in. De grootste doorbraak op het gebied van homoseksuele personages was in 1997 en kwam door Ellen DeGeneres in de gelijknamige serie ‘Ellen’, doordat zij zichzelf als openlijk homoseksueel uitte (Walters, 2001). Kort daarop, in 1998, volgde de serie Dawson’s Creek waarin één van de hoofdpersonages van de serie homoseksueel bleek te zijn en niet veel later vertoonde dit personage ook de eerste homoseksuele zoen ooit op televisie (Waldowski, 2008). In datzelfde jaar kwam ook de serie ‘Will & Grace’ tot stand waarin twee openlijk homoseksuele personages te zien waren. Alleen werd er in de serie nooit een homoseksuele liefdesscène getoond (Becker, 2006). In tegenstelling tot ‘Will & Grace’ waarin geen homoseksuele liefdesscènes te zien waren, was er in 2000 de start van de serie ‘Queer as Folk’ waarin wel expliciet homoseksuele liefdesscènes te zien waren. Alleen al in de pilot van de serie waren zoenende mannen te zien en zelfs orale en anale seks werd op een nette manier getoond (Waldowski, 2008). Tot aan 2003 waren het alleen nog maar de sitcoms en dramaseries die homoseksuele personages toonden, maar de Amerikaanse soapserie ‘All My Children’ bracht hier verandering in door hoofdpersonage Bianca Montgomery homoseksueel te maken (Harrington, 2003). Dit was de start van een nieuw fenomeen; de homoseksuele personages in soapseries (Avila-Saavedra, 2009). Toch moest er nog even gewacht worden totdat andere soapseries volgden. De eerste soapserie die volgde1 was de Amerikaanse soapserie ‘As The World Turns’. Deze wist aan het einde van 2007 het eerste homoseksuele koppel, Luke en Noah, te presenteren. In het opvolgende jaar kreeg ook Duitsland een homoseksueel koppel te zien, Oliver en Christian, in de soapserie ‘Verbotene Liebe’. Niet alleen in Duitsland was er een homoseksueel personage te aanschouwen in 2008, maar ook in de Nederlandse jongerensoapserie ‘Spangas’ werd een van hoofdpersonages, Flip, tot homoseksueel personage omgeturnd die zich als jongere een weg moest weten te vinden met zijn
1
http://home.cc.umanitoba.ca/~wyatt/tv-char2000s.html#2001
Melle van der Heide, 5822378
11
Personages in de kleuren van de regenboog?
homoseksualiteit. In 2009 kwamen er nog drie soapseries die homoseksuele personages presenteerden. Zo was er aan het begin van dat jaar de Amerikaanse soapserie ‘One Life To Live’ die het koppel Oliver en Kyle toonden. Vlak daarna kwam Nederlands oudste soapserie ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ met het homoseksuele personage Lucas Sanders en wist Duitslands oudste soapserie ‘Gute Zeiten, Schlechte Zeiten’ het publiek te verblijden met het homoseksuele koppel Lenny en Carsten. De aanwezigheid van homoseksuele personages in soapseries lijkt tegenwoordig een goedkeuring te impliceren van een andere levensstijl en seksuele oriëntatie (Avila-Saavedra, 2009). Door deze aanwezigheid is de zichtbaarheid van de homoseksuele gemeenschap enorm toegenomen (Collier, Lumadue & Wooten, 2009). Maar ondanks de toegenomen zichtbaarheid van de homoseksuele gemeenschap in de media is niet bekend hoe het gebruik van homoseksuele personages in soapseries geïnterpreteerd wordt door het publiek. Hiermee wordt er gedoeld op hoe het publiek betekenis geeft aan homoseksuele personages in soapseries (Hall, 1980). Er is door de afgelopen jaren heen veel onderzoek gedaan naar homoseksualiteit op televisie (Capsuto, 2000; Fouts & Inch, 2005; Waldowski, 2008), maar specifiek naar homoseksuele personages in soapseries is geen onderzoek gedaan. Als doel heeft deze scriptie om inzicht te verkrijgen in hoe Nederlandse jongeren betekenis geven aan homoseksuele personages in soapseries. Op wetenschappelijk niveau levert deze scriptie een bijdrage doordat er nog geen eerdere studies zijn geweest naar de betekenisgeving van homoseksuele personages in soapseries en hoe mensen door middel van media-inhoud ideeën vormen over een minderheidsgroep. Hierdoor verschaft deze scriptie inzicht in de interpretatie van jongeren ten opzichte van homoseksuele personages. Daarnaast kan deze scriptie als startpunt dienen voor vervolgonderzoek naar homoseksuele personages in soapseries en naar het interpretatiegedrag van jongeren. Maatschappelijk gezien kunnen de uitkomsten van dit onderzoek interessant zijn omdat diverse mediaondernemingen de resultaten kunnen gebruiken bij de toekomstige productie van een soapserie of bij het inschrijven van een homoseksueel personage in de soapserie. Zelf als onderzoeker vind ik dit onderwerp interessant doordat het momenteel een rage blijkt te zijn om homoseksuele personages op te nemen in soapseries. De bestaande theorieën over de hoofdthema’s van dit onderzoek die vervolgens besproken worden zijn gebaseerd op theorie uit de cultural studies. Deze stroming, binnen de sociale wetenschappen, richt zich voornamelijk op de betekenis van cultuur en dan in het bijzonder de alledaagse cultuur in het leven van mensen. De focus van de cultural studies ligt Melle van der Heide, 5822378
12
Personages in de kleuren van de regenboog?
op de populaire cultuur. Hiermee worden de van oudsher ‘lage’ vormen van cultuur bedoeld (Turner, 1996). De hoofdthema’s; soapseries, homoseksualiteit (gender-rollen) en jongeren, worden in de afgelopen jaren steeds vaker onderzocht door onderzoekers binnen de cultural studies. Onderzoeken naar media binnen de cultural studies zijn in een tweetal concepten in te delen. Als eerste is er de ‘representatie’, deze wordt gebruikt wanneer er naar de inhoud van de media gekeken wordt. Representatie draait om hoe cultuur via de talige systemen wordt geproduceerd in de media (Hall, 1997). Volgens Van Zoonen (1994) richten onderzoeken naar representatie zich voornamelijk op de representatie van sociale identiteiten als leeftijd, gender en seksualiteit. Dit wordt gedaan omdat er in de maatschappij denkbeelden bestaan dat er maatschappelijke ongelijkheden in de representatie binnen de media zijn die aan het licht gebracht moeten worden (Van Zoonen, 1994). Naast ‘representatie’ is er ‘interpretatie’. Bij interpretatie draait het om de receptie van media, zoals in dit onderzoek naar de receptie van homoseksuele personages in soapseries onder Nederlandse jongeren. Bij interpretatie geven mensen volgens Morley (1992) op een actieve manier betekenis aan media. Door middel van interpretatie van media-inhouden vormen mensen identiteiten. Met andere woorden vormen mensen door middel van interpretatie ideeën over zichzelf en over anderen (Woodward, 1997).
Melle van der Heide, 5822378
13
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
14
Personages in de kleuren van de regenboog?
2. Representatie van homoseksuelen Als theoretische achtergrond voor de representatie van homoseksuele personages in soapseries zal er allereerst gekeken worden naar de soapserie zelf. Vervolgens wordt er ingegaan op de homoseksuelen als minderheidsgroep en de daar bijbehorende stereotyperingen.
Soapseries De soapserie is ontstaan door verhalen in kranten waarin het dagelijkse leven van ‘normale’ mensen werd beschreven, het zogenoemde feuilleton (Cantor & Pingree, 1983). De soapserie heeft zijn naam te danken aan het feit dat, toen de soapseries op de radio uitgezonden werden, de zeepfabrikanten de soapseries sponsorden om op die manier het vrouwelijke publiek te bereiken met reclameboodschappen. De allereerste soapserie die te beluisteren was via de radio vindt zijn oorsprong in 1932 in de Verenigde Staten. De eerste soapserie die te bekijken was via de televisie vindt zijn oorsprong in 1947, eveneens in de Verenigde Staten (Cantor & Pingree, 1983). Vrij snel nadat de soapseries naar de televisie verplaatst werden, is het uitgegroeid tot ’s werelds meest bekeken programmasoort (Allen, 1995). Een soapserie bezit volgens Van Zoonen (1999) een aantal typische kenmerken. Zo wordt een soapserie iedere werkdag rond een vast tijdstip uitgezonden. Daarnaast draait het in een soapserie om het privéleven van ‘normale’ mensen en de daarbij behorende emoties. Een soapserie gaat over de relaties tussen mensen. Thema’s die hierdoor aan bod komen zijn onder andere liefde en haat, trouw en bedrog, en geluk en ongeluk (Van Zoonen, 1999). McQuail (2000) geeft als aanvulling hierop dat de verhaalstructuur typerend is omdat deze geen vast begin en geen vast einde heeft. De verhaallijnen lopen door over de verschillende afleveringen van de soapserie (McQuail, 2000). Daarnaast ontwikkelen de verhaallijnen zich langzaam om een band te creëren met de personages. Vandaar dat de hoofdfocus ligt op de emotionele gesprekken die de personages met elkaar voeren (Ang, 1985). Om het publiek vast te houden wordt iedere aflevering van de soapserie beëindigd met een cliffhanger. Dit is een verstild beeld van een van de personages waarbij het publiek zich afvraagt hoe het verder zal gaan (Cantor & Pingree, 1983). Daarnaast zijn er maar weinig verschillende cameraposities te herkennen in soapseries. Een close-up, een wide-shot, of een medium-shot zijn de meest voorkomende cameraposities in soapseries, waarbij de cliffhanger vaak een close-up is (Lacey, 2009). Een close-up is een erg kenmerkend cameraperspectief voor soapseries, omdat Melle van der Heide, 5822378
15
Personages in de kleuren van de regenboog?
op deze manier de emoties van de desbetreffende personages duidelijk zichtbaar worden (Ang, 1985).Van Zoonen (1999) gaat hier nog verder op in door te stellen dat het juist de bedoeling is van soapseries om het publiek bij de gevoelswereld van personages te betrekken. Om dit te doen worden er dan ook meerdere perspectieven van verschillende personages getoond om op die manier het publiek te laten meeleven met de personages of om een bepaalde situatie vanuit meerdere personages te aanschouwen (Van Zoonen, 1999). Een ander typisch kenmerk van soapseries is dat het grotendeels binnen in de huizen van de personages afspeelt of op de openbare locaties zoals een hotel of café (Brunsdon, 1997). Als laatste kenmerk kan er opgemerkt worden dat soapseries vaker door vrouwen worden bekeken dan door mannen. Zelfs in de wetenschappelijke literatuur worden soapseries als ‘vrouwelijk’ betiteld (Cantor & Pingree, 1983). Ang (1985) sluit hier op aan dat soapseries een ‘tragic structure of feeling’ zijn. Hiermee doelt Ang (1985) op het feit dat de levens van de personages vol zit met emotionele ups en downs die de personages moeten doorstaan, en hier hebben typisch vrouwelijke karaktereigenschappen meer gewicht dan de mannelijke karaktereigenschappen (Ang, 1985). Soapseries hebben door de jaren heen meer ruimte gecreëerd voor maatschappelijke thema’s zoals alcoholisme, drugsgebruik, abortus of zelfs euthanasie (Geraghty, 1991). Daarnaast hebben ook nieuwe groepen hun intrede gedaan die eerder niet getoond werden. Denk aan homoseksuelen of etnische minderheden bijvoorbeeld. Doordat er gemakkelijk nieuwe personages kunnen worden ingeschreven in een soapserie is een soapserie een zeer goed programma om sociale veranderingen, zoals homoseksualiteit, aan het licht te brengen (Geragthy, 1991). Door de recente verspreiding van homoseksuele personages in soapseries, wordt aangegeven dat de homoseksuele representatie een nieuw niveau van culturele infiltratie heeft bereikt (Marshall, 2010). Hiermee doelt Marshall (2010) op het feit dat door het veelvuldig tonen van homoseksuele personages in soapseries het standaard denkbeeld dat het publiek heeft van homoseksuelen aan het veranderen is.
Homoseksuelen en stereotyperingen Volgens Gross (1991) zijn minderheidsgroepen, homoseksuelen in dit geval, op de televisie ondervertegenwoordigd of zelfs ‘symbolisch vernietigd’ voor de rest van de samenleving. Daarnaast versterkt de massamedia het beeld van de verschillende minderheidsgroepen. Wanneer minderheidsgroepen eindelijk zichtbaarheid krijgen, dan zal de representatie daarvan de vooroordelen en de belangen op de publieke agenda zetten. Het blijkt
Melle van der Heide, 5822378
16
Personages in de kleuren van de regenboog?
nog
steeds
dat
de
minderhedengroepen
een
geschiedenis
hebben
van
ondervertegenwoordiging op de televisie, en het gebrek aan zichtbaarheid heeft uiteindelijk geresulteerd in een smalle en stereotype voorstelling van de minderhedengroep (Gross, 1991). Stereotypen zijn opvattingen over de kenmerken die een groep mensen karakteriseren (Madon, 1997). Er zijn persoonlijke stereotypen en consensus stereotypen. Persoonlijke stereotypen zijn de opvattingen over de attributen die groep mensen karakteriseert afkomstig van een persoon (Madon, 1997). Als voorbeeld kan gegeven worden dat iemand vind dat mannelijke hockeyspelers bekakt praten en altijd poloshirts dragen. Consensus stereotypen zijn de gedeelde opvattingen over de attributen die groep mensen karakteriseert afkomstig van meerdere personen (Madon, 1997). Als voorbeeld kan hier gegeven worden dat meerdere mensen vinden dat blonde vrouwen dom zijn. Door de jaren heen heeft de televisie homoseksualiteit genegeerd of homoseksualiteit op een zeer stereotype manier geportretteerd (Capsuto, 2000; Gross, 2001; Harrington, 2003, & Tropiano, 2002). Daarnaast hebben de meeste series en soapseries met homoseksuele personages een heteroseksueel oogpunt. Het zijn dan series of soapseries over homoseksuele personages, maar dan wel geschreven voor een heteroseksueel publiek (Capsuto, 2000). Televisiecritici en academici zijn het er over eens dat veel homoseksuele personages en homoseksuele koppels op een heteromanier worden neergezet (Holz Ivory, Gibson, & Ivory, 2009). Homoseksuele mannelijke personages worden vaak neergezet als zeer mannelijk en sportief, of als zeer vrouwelijk en ‘über nichterig’. Daarnaast woorden homoseksuele mannen ook meestal in de stereotype banen zoals kapper, ober of interieurontwerper geplaatst (Tropiano, 2002). Homoseksuele personages worden net als homoseksuele koppels ingedeeld op sekse ondanks dat ze man zijn. Als voorbeeld kan gegeven worden de stoere macho homo in relatie met de zeer vrouwelijke homo. Hieruit blijkt dat de seksespecifieke rollen voor homoseksuelen door de maatschappij nog steeds op een heteroseksuele manier getoond worden (Capsuto, 200; Gross, 2001; Harrington, 2003, Tropiano, 2002, & Holz Ivory et. al, 2009). Hoewel de beeldvorming rondom homoseksuele personages gezien kan worden als een representatie vanuit de maatschappij, stellen onderzoeken naar sekserollen dat de representatie ook invloed kan hebben op de maatschappelijke beeldvorming van homoseksuele personages (Holz Ivory et. al, 2009). Cohen, Hall en Tuttle (2009) vullen hier op aan dat homoseksuele mannen nog steeds van oudsher gezien worden als ‘in het bezit van’ eigenschappen en interessegebieden die oorspronkelijk bij de heteroseksuele vrouwen behoren en dat het bij homoseksuele vrouwen Melle van der Heide, 5822378
17
Personages in de kleuren van de regenboog?
precies andersom is. Als gevolg hiervan hebben veel heteroseksuele mannen moeite met homoseksuele mannen. Heteroseksuele mannen beschouwen homoseksualiteit als een schending van de traditionele sekserollen. Echter, stellen Cohen et. al (2009) dat door de televisie hier verandering in gebracht kan worden. Om duidelijkheid te geven over wat voor consensus stereotypen heteroseksuelen aan homoseksuelen geven is uit een aantal onderzoeken gebleken dat homoseksuelen door heteroseksuelen als zeer vrouwelijk, seksgericht, zachtaardig, uitbundig en ijdel beschouwd worden (Jussim, Nelson, Manis, & Soffin, 1995; Madon, 1997; Haddock, Zanna, & Esses, 1993; & Stangor, Sullivan & Ford, 1991).
Melle van der Heide, 5822378
18
Personages in de kleuren van de regenboog?
3. Invloed van de representatie van homoseksuelen Cohen et. al (2009) sluiten op de vorige paragraaf aan dat het vertonen van stereotype homoseksuele personages in soapseries alleen maar het stereotype beeld versterken. De representatie van homoseksuele personages in mediateksten, dus ook soapseries, kan volgens Butler (1993) er toe leiden dat het publiek op een andere manier leert kijken naar mannelijkheid, gender en homoseksualiteit. In de queer theory legt Butler (1990) uit dat de constructie van een identiteit altijd een continu, herhaald optreden nodig heeft. Zij stelt dat niets binnen de identiteit is vastgesteld en dat een identiteit niets meer is dan een stapeling van sociale en culturele elementen die een persoon heeft geuit of die er over de persoon worden gezegd. Daarnaast stelt Butler (1990) dat er niet echt een ‘innerlijke zelf’ is, maar dat door middel van de herhalingen van de gedachten over de ‘innerlijke zelf’ het geloof er is dat men wel een ‘innerlijke zelf’ bezit. Op deze manier denkt men dus dat men een eigen identiteit bezit terwijl dit niet zo is. Hier heeft Butler (1990) kritiek op omdat zij stelt dat gender, net als andere aspecten van de identiteit, een performance is. Mensen kiezen zelf welke gender-rol zij aan willen nemen, of beter gezegd, willen spelen. Dit wordt versterkt door herhalingen en geeft impliciet aan dat mensen dus kunnen veranderen. Met andere woorden geeft dit aan dat de identiteit geen vaststaand gegeven is (Butler, 1990). Butler (1990) ziet gender en sekse los van elkaar, maar ook weer niet. Onder gender verstaat zij de mannelijkheid en vrouwelijkheid, en onder sekse verstaat zij het ‘man’ of ‘vrouw’ zijn. Gender, de binaire tegenstelling tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid, is volgens Butler (1990) een sociale constructie die gebouwd is op sekse, de binaire tegenstelling tussen mannen en vrouwen. Bij gender heeft men een vrije keuze doordat men zelf een gender-rol kiest en bij sekse wordt men geboren als man of als vrouw wanneer er naar het geslacht gekeken wordt. Toch trekt Butler (1990) dit in twijfel door te stellen dat de binaire tegenstelling van sekse niet een juiste manier is om naar menselijke lichamen te kijken. De binaire tegenstelling van sekse is juist ook een cultureel construct, omdat de fysieke kenmerken, die bepalen of men een man of een vrouw is, cultureel gekozen zijn en hierdoor dus niet objectief zijn (Butler, 1990). Butler gaat zelfs nog een stap verder door te stellen dat: ‘sex, by definition, will be shown to have been gender all along’ (Butler, 1990:12). Hiermee doelt zij op het feit dat sekse altijd gebaseerd is op gender en dat gender niet vast zit aan het lichaam waarin met geboren is. Gauntlett (2008) bevestigt dit idee door te stellen dat bepaalde mannelijke en vrouwelijke rollen die aangeleerd zijn, gemakkelijk doorbroken kunnen worden. Door de Melle van der Heide, 5822378
19
Personages in de kleuren van de regenboog?
verspreiding van een verscheidenheid aan niet-traditionele beelden en ideeën over hoe mensen zich voor kunnen doen en hoe mensen zich kunnen gedragen, kan dit al doorbroken worden. De televisie kan hier een waardevolle rol in spelen om de gekozen rollen van ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’ te doen vernietigen (Gauntlett, 2008). Bourdieu (1998) gaat nog verder in op het medium televisie. Hij stelt namelijk dat de televisie als een sociale ruimte gezien kan worden die een grote mate van macht met zich meebrengt. De televisie stelt ons, volgens Bourdieu (1998), in staat om voor groepen, die buiten de gangbare norm vallen, denkwijzen op te stellen door de heersende gedachtegangen en dominante groepen in de maatschappij te kwalificeren als de gangbare norm. De gangbare norm in het westelijke deel van de wereld is nog steeds heteroseksualiteit. Hierdoor vallen de publieke discoursen over gender onder de traditionele heteronormatieve structuren (Bourdieu, 1998). Door de afwezigheid van rolmodellen voor homoseksuele culturen en leefstijlen kan er volgens Blasius (1992) een verklaring gegeven worden voor de traditionele heteronormatieve structuren waar de publieke discoursen over gender nog steeds onder vallen. Er ontstaan ook steeds prototype homoseksuelen, omdat er over de gedachten en leefstijl van homoseksuelen niets tot weinig bekend is. Deze prototype homoseksuelen worden geconstrueerd door de heersende heteroseksuele cultuur (Blasius, 1992) en vallen onder de Madon (1997) genoemde consensus stereotypen dat een homoseksueel zeer vrouwelijk en ijdel is. Door de prototype homoseksuelen wordt het mogelijk gemaakt om alternatieve leefstijlen te vergelijken met de heersende gangbare leefstijl (Blasius, 1992). De door Blasius (1992) genoemde prototype homoseksuelen dienen in de populaire cultuur als basisnorm. En waar volgens Tyler en Cohen (2008) de populaire cultuur een fundamenteel onderdeel is bij de totstandkoming van de eigen perceptie over wat normaal gevonden wordt in het alledaagse leven, kan er gesteld worden dat prototype homoseksuelen als normaal gezien worden. De genoemde prototype homoseksuelen worden hierdoor ook op de televisie als standaard gebruikt (Fouts & Inch, 2005). Manuel (2009) bevestigt dit door te stellen dat de televisie voor het publiek fungeert als een gemeenschapsgoed van waaruit het leven van anderen vanaf een veilige afstand geobserveerd kan worden. Doordat homoseksuelen als normale, maar ongeremde (feest vieren en veel seks) gemeenschappen worden gerepresenteerd, blijft de subgroep homoseksuelen niet langer meer onzichtbaar (Collier, Lumadue & Wooten, 2009). Het publiek wordt op deze manier gestimuleerd om de stereotype leefstijl en gedachtegang van homoseksuelen te consumeren.
Melle van der Heide, 5822378
20
Personages in de kleuren van de regenboog?
4. Interpretatie In dit onderzoek draait het om de interpretatie van Nederlandse jongeren. Vandaar dat er in dit hoofdstuk kort ingegaan wordt op de jongeren als doelgroep. Vervolgens wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op de rol die het publiek, dus de jongeren, hebben. De actieve rol die zij hebben wordt toegelicht. Als laatste wordt een belangrijk aspect van interpretatie besproken, namelijk de waargenomen realiteit.
Jongeren als doelgroep Televisiekijken is onder jongeren een graag gedane bezigheid. Zo hebben Nederlandse jongeren per dag zes uur vrije tijd buiten de bijbaantjes en de studie, waarvan zij een derde deel besteden aan het kijken naar de televisie en het luisteren naar de radio (CBS, 2003). Jongeren hebben ook meer met de populaire cultuur, dan met de ‘hoge’ cultuur en hierdoor verkiezen zij de commerciële omroepen boven de publieke omroepen (De Haan & Van der Broek, 2000). Daarnaast vinden zij volgens Nikken (2000) ook de soapseries het plezierigst om naar te kijken. Maar wat zijn jongeren eigenlijk? Volgens Valkenburg (2002) heeft de term ‘jongeren’, net als ‘jeugd’ en ‘kinderen’, niet altijd bestaan. Sinds de vijftiende eeuw is er pas het besef gekomen dat kinderen opvoeding nodig hebben voordat zij in de volwassen wereld mee kunnen draaien. In de beginjaren van dit besef was het alleen de elite die dit kenbaar maakte, maar sinds de start van de negentiende eeuw nam ook de rest van de samenleving dit over. In diezelfde tijd werden er dan ook wetten opgesteld over kinderarbeid en educatie (Valkenburg, 2002). Jongeren werden pas in de achttiende eeuw herkend als aparte groep die zich tussen het ‘kind’ zijn en het ‘volwassen’ zijn bevindt. Doordat de jongeren zich in dit tussengebied bevinden worden zij al snel met problemen geassocieerd. In de jaren ’50 van de afgelopen eeuw kwam het besef dat jongeren, als aparte groep zijnde, veel populaire cultuur tot zich namen. Daarnaast hielden zij er een hedonistische levensstijl op na, wat inhoud dat zij veelal naar genot op zoek zijn (Valentine, Skelton & Chambers, 1998). Dit genot halen zij onder andere uit het kijken naar soapseries (Nikken, 2000).
Jongeren als actieve betekenisgevers Fiske (1989a) stelt dat het publiek de macht heeft over de media. De macht van het publiek is het interpreteren van mediateksten en daarvan de populariteit bepalen. Dit staat
Melle van der Heide, 5822378
21
Personages in de kleuren van de regenboog?
volgens hem ver buiten de macht van media-instituten die een boodschap of ideologie naar het publiek zenden binnen die bepaalde contexten (Fiske, 1989a). Volgens Fiske (1989a) wordt de hedendaagse populaire cultuur gemaakt door het publiek en wordt het niet geproduceerd door de ‘culture industry’. Het enige dat de ‘culture industry’ kan doen is het produceren van een repertoire van mediateksten of culturele benodigdheden voor de verschillende formaties van het publiek om ze te gebruiken of af te stoten in het continue proces van produceren van hun populaire cultuur (Fiske, 1989a). De entertainmentindustrie reikt alleen maar handvaten aan die het publiek aan kan nemen of af kan stoten om op die manier een populaire cultuur te creëren. Fiske is echter vooruitstrevend om te zeggen dat het publiek de keuze en interpretatievrijheid heeft, omdat ze alleen maar keuze heeft uit de door de entertainmentindustrie aangereikte handvaten. Fiske (1989a) stelt dat het publiek niet onnozel is en hierdoor als actief beschouwd kan worden. Ook stelt Fiske (1989a) dat er niet maar één publiek is. Fiske (1989a) stelt dat er een scala van verschillende individuen zijn die ieder een eigen veranderende smaak en een ‘verschuivende set van sociale waarden’ hebben. Deze kunnen wel of geen verband houden met de sociale achtergronden van de individuen en deze zijn ook complex en tegenstrijdig (Fiske, 1989a). Eigenlijk stelt Fiske hiermee dat ieder individu anders is en dat zij een publiek vormen wanneer zij een gemeenschappelijke smaak hebben voor een bepaald entertainmentproduct. Volgens Fiske (1989a) is cultuur dan ook een levend en actief proces. De cultuur kan alleen van binnenuit ontwikkeld woorden en het kan geen betekenis verkrijgen van buitenaf of van bovenaf. In het schrijven van Gauntlet (2008) wordt hier een goed voorbeeld van gegeven; er zijn meer ‘flops’ dan ‘hits’ in de filmindustrie, doordat het publiek bepaalt wat populair is en wat niet. Er ontstaat volgens Fiske (1989a) een ‘drive’ voor innovatie en verandering die tot stand komt door het actieve publiek binnen de culturele economie. Volgens Fiske (1989b) wordt het publiek een producent, en dan wel een producent van betekenissen en plezier. Door middel van de mediateksten die het publiek tot zich neemt wordt het betekenisgevingproces bij het publiek geactiveerd. Als voorbeeld geeft Gauntlet (2008) de recordverkopen van de nieuwste cd van Madonna. Voor Fiske betekent de nieuwst cd een connectie tussen Madonna en het publiek. Een ander voorbeeld dat Gauntlet (2008) geeft is het, al eerder genoemde, programma American Idol waarbij volgens Fiske het publiek de deelnemers in het hart gesloten hebben, omdat de zorgen en stress die de deelnemers ervaren ook door het publiek worden ervaren. Uit de voorbeelden kan opgemaakt worden dat de media een ‘gelegenheidsbieder’ is van ideeën en betekenissen (Fiske, 1989b), die de Melle van der Heide, 5822378
22
Personages in de kleuren van de regenboog?
diversiteit en verschillendheid promoot, en die mogelijk tot sociale veranderingen kan leiden. Echter is dit alleen het geval wanneer het publiek een van de handvaten van de media aanneemt (Fiske, 1989b). Als vervolg op het actieve publiek en de rol van interpretatie in dit onderzoek, valt de theorie van Stuart Hall en het encoding/decoding model (Hall, 1980) goed toe te passen. Aan de ene zijde staan de bedenkers en producenten van de mediateksten, in dit onderzoek dus de soapseries, en aan de andere zijde het publiek. Beide zijden geven een eigen betekenis aan de mediatekst door deze verschillend te lezen. De bedenkers en producenten creëren een soapserie met, binnen de verhaallijnen, een bepaalde gedachte: encoding. Het publiek leest de soapserie op hun eigen manier aan de hand van hun eigen sociale context en geeft hier betekenis aan: decoding. Dit kan echter anders uitpakken dan dat de bedenkers en producenten in eerste instantie bedoelden. De bedoeling die de bedenkers en producenten bij het creëren van de soapserie hebben kan zelfs verloren gaan aan de zijde van het publiek (Hall, 1980). Volgens Hall (1980) ontstaat deze ‘miscommunicatie’ doordat er drie verschillende typen van lezen mogelijk zijn. Als eerste noemt Hall (1980) de hegemonic/dominant reading oftewel preferred reading. Bij de preferred reading stelt Hall (1980) dat het publiek de bedoeling van de bedenkers en producenten direct overneemt zonder ook maar iets anders te denken. Hierdoor komt de boodschap die de bedenkers en producenten hebben bedoeld exact zo over het publiek. Als tweede reading noemt Hall (1980) de negotiated reading. Hierbij trekt het publiek de boodschap die de bedenkers en producenten van de soapserie in de verhaallijnen hebben geplaatst in twijfel. Het publiek neemt dus niet simpelweg de boodschap over, maar plaatst hier vraagtekens bij, die er toe leiden dat de boodschap half overkomt. De derde en laatste reading die Hall (1980) noemt is de oppositional reading. Bij de oppositional reading laat het publiek de boodschap van de bedenkers en producenten geheel terzijde liggen. Het publiek neemt bij deze vorm van reading de mediatekst in zich op, maar geeft hier een compleet eigen betekenis aan. Hierdoor kan de boodschap dus half overkomen of juist geheel niet (Hall, 1980).
Waargenomen realiteit Als het gaat om de interpretatie van homoseksuele personages is soapseries, is het belangrijk om te weten te komen hoe het publiek het realisme ziet omdat ze vaak stereotype worden weergegeven. Volgens Buselle en Bilandzic (2009) is het aan het publiek zelf wat zij realistisch vinden; het is een perceptie. Vandaar dat er ook gesproken wordt over een
Melle van der Heide, 5822378
23
Personages in de kleuren van de regenboog?
waargenomen realiteit. Dat een soapserie niet de realiteit is weet men, maar toch is er een deel van het publiek dat de gebeurtenissen in een soapserie als realistisch beschouwt en dus ook de consensus stereotyperingen rondom homoseksuelen. Volgens Bahk (2001) verwijst de waargenomen realiteit naar de mate waarin het publiek de inhoud van een dramatische representatie als plausibel beschouwt en dat het in de ‘echte’ wereld gebeurt zou kunnen zijn. De waargenomen realiteit kan er toe leiden dat een dramatische representatie verschillend wordt waargenomen. Dit kan als gevolg hebben dat er differentiële effecten ontstaan in de beeldvorming (Bahk, 2001). Hiermee doelt Bahk op het feit dat ieder individu het realisme op een eigen manier interpreteert. Tevens is de waargenomen realiteit in twee verschillende soorten op te delen: ‘externe realiteit’ en ‘narratieve realiteit’ (Busselle & Greenberg, 2000). Wanneer de fictieve inhoud overeenkomt met de ‘echte’ wereld kan men spreken van ‘externe realiteit’, en wanneer de mate waarin sprake is van overeenkomst tussen de logica, motivaties en gebeurtenissen in de fictieve verhaallijnen kan men spreken van ‘narratieve realiteit’ (Buselle & Bilandzic, 2008). De waargenomen realiteit die Bahk (2001) noemt komt nagenoeg overeen met de ‘externe realiteit’ die Shapiro en Chock (2003) beschrijven, alleen geven zij een specifiekere beschrijving. Shapiro en Chock (2003) stellen dat ‘externe realiteit’ ontstaat door de mate van overeenstemming tussen het fictieve personage en zijn of haar situaties, en de persoon zelf en zijn of haar situaties, die het publiek tot zich neemt. Hieruit kan opgemaakt worden dat het publiek kijkt in hoeverre de fictieve situatie van het fictieve personage overeenkomstigheden vertonen met het ‘echte’ leven (Shapiro & Chock, 2003). ‘Narratieve realiteit’ ontstaat volgens Shapiro en Fox (2002) door de mate waarin het publiek niet bezig is met de nabootsing van een realistische situatie, maar juist bezig is met de samenhang en de logica in een bepaalde fictieve context. Het publiek kijkt niet naar een realistische representatie, maar naar een logische verhaallijn (Shapiro & Fox, 2002) Op basis van het voorgaande luidt de centrale vraagstelling van deze scriptie: “Hoe interpreteren Nederlandse jongeren het realisme van homoseksuele personages in soapseries?”.
Melle van der Heide, 5822378
24
Personages in de kleuren van de regenboog?
5. Methode Focusgroepen Om de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden, “Hoe interpreteren Nederlandse jongeren het realisme van homoseksuele personages in soapseries?”, is het belangrijk om te kijken naar hoe Nederlandse jongeren homoseksuele personages in soapseries interpreteren en hoe zij omgaan met de waargenomen realiteit. Om de sociale processen van betekenisgeving aan homoseksuele personages in soapseries en de omgang met waargenomen realiteit vorm te geven is het van belang om te vragen naar ervaringen, persoonlijke meningen en interpretaties van Nederlandse jongeren. Om deze redenen zijn er focusgroepen gehouden en is er gevraagd naar de ervaringen. De focusgroepen waren semi-gestructureerd door middel van een topiclijst met onderwerpen. Hierdoor konden theoretische inzichten worden getoetst, maar bleef er alsnog voldoende ruimte over voor persoonlijke inbreng. De topiclijst met onderwerpen diende enkel als een hulpmiddel ter bevordering van de focusgroep-deelnemers om na te denken over bepaalde onderwerpen en hen bewust te maken van de aanwezigheid van homoseksuele personages in soapseries. Een ander voordeel van een semi-gestructureerde focusgroep is dat de belangrijkste onderwerpen van discussie hetzelfde zijn voor alle focusgroepen. Hierdoor kunnen de interpretaties en ervaringen worden vergeleken. Kwalitatief onderzoek wordt gebruikt om bepaalde sociale fenomenen uit te leggen en te verkennen. Daarbij geven kwalitatieve onderzoeksmethoden de onderzoeker de kans om interpretaties en ervaringen met sociale fenomenen te onderzoeken zonder dat er te veel theoretische concepten uit vorige onderzoeken mee gemoeid zijn ('t Hart, Boeije & Hox, 2005). Ervaringen met en interpretaties van homoseksuele personages in soapseries kunnen een nieuw licht werpen op de theoretische concepten. Focusgroepen zijn volgens Warr (2005) een zeer nuttige methode voor sociaal wetenschappelijk onderzoek doordat de interactie die gecreëerd wordt rijke inzichten geven kan in de belevingswereld van de participanten. Dit komt omdat de aard van het gesprek dat gecreëerd wordt in een focusgroep een mengeling is van persoonlijke overtuigingen en beschikbare collectieve verhalen (Warr, 2005). De methode van een focusgroep moedigt de participanten ook aan hun mening te zeggen, te verklaren en soms te verdedigen binnen de focusgroep (Smithson, 2000). De interactie tussen de participanten van de focusgroep is echter opgebouwd in verschillende gesprekslagen waardoor de onderzoeker een complexe analytische taak krijgt. Er zal dus gelet moeten worden op de inhoud en vorm van de
Melle van der Heide, 5822378
25
Personages in de kleuren van de regenboog?
interactie tussen de participanten wanneer er gekeken wordt naar de analyse en de interpretatie van de informatie die uit de focusgroep verkregen wordt (Warr, 2005). Om
de
focusgroepen
te
analyseren
werden
er
interpretatieve
repertoires
gecategoriseerd. Interpretatieve repertoires zijn manieren om te praten over bepaalde voorwerpen of gebeurtenissen in de wereld. Met behulp van deze interpretatieve repertoires kan er een overzicht worden gegeven over de verschillende manieren waarop Nederlandse jongeren betekenis geven aan homoseksuele personages in soapseries (Edley, 2001).
Participanten De participanten van de focusgroepen die zijn geselecteerd zijn allen afkomstig uit Nederland aangezien het een face-to-face gesprek was. Een ander selectiecriterium voor participatie aan de focusgroep was dat de participanten op een enigszins regelmatige basis soapseries keken of er mee bekend waren. De participanten zijn geworven in de omgeving van de onderzoeker en hebben op vrijwillige basis meegewerkt. In totaal hebben er veertien personen geparticipeerd in een van de vier focusgroepen. Van de veertien participanten waren er tien vrouwen en 4 mannen. De focus van dit onderzoek is niet om de verschillen tussen de seksen te bepalen. Vandaar dat de ongelijke verdeling geen probleem is. De doelgroep van soapseries is nog steeds vrouwen. De leeftijd van de participanten varieerde tussen de 20 en de 28 jaar, waarvan de gemiddelde leeftijd 24 jaar was. Alle participanten waren hoogopgeleid, minimaal Hoger Beroeps Onderwijs of Wetenschappelijk Onderwijs. Daarnaast waren zij allen nog aan het studeren of net afgestudeerd. Hierdoor weet deze groep zichzelf beter te uiten en gemakkelijker te spreken over hedendaagse fenomenen. De participanten kijken minstens een maal per week naar een soapserie, ongeacht welke. Dit geeft aan dat zij bekend zijn met soapseries en dat zij soapkijkers zijn. Hierdoor kunnen de participanten andere soapkijkers vertegenwoordigen. Een andere factor die bij de vertegenwoordiging van invloed kan zijn is het feit dat alle participanten Nederlands zijn. Hierdoor vallen de cultuurverschillen die van invloed kunnen zijn op de gedachten en gevoelens over soapseries en de daarbij behorende personages in het gelijke.
Melle van der Heide, 5822378
26
Personages in de kleuren van de regenboog?
Materiaal Voor het onderzoek zijn een drietal fragmenten gekozen die de participanten te zien krijgen in de focusgroepen. De drie fragmenten zijn allen gericht op homoseksuele personages in soapseries. Het eerste fragment2 (duur 4:14 minuten, waarvan tot en met minuut 2:45 wordt gebruikt) is afkomstig uit de Amerikaanse soapserie ‘As The World Turns’ en toont de homoseksuele personages Luke en Noah. In het fragment hebben Luke en Noah eerst een fikse woordenwisseling over het gevoel dat Noah blokkeert ten opzichte van Luke. Vervolgens is er een zoenscène te zien en een scène wanneer zij uit de badkamer komen nadat zij seks hebben gehad die niet in beeld is gebracht. Het tweede fragment3 (duur 6:16 minuten, waarvan minuut 2:20 tot en met minuut 4:04 wordt gebruikt) toont de homoseksuele personages Lucas en Marco uit de Nederlandse soapserie ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’. In het fragment hebben Lucas en Marco een gesprek over hoe het met hun ‘relatie’ verder moet gaan. De gehele scène zitten ze tegenover elkaar en er valt welgeteld één zoen te zien. Het derde en laatste fragment4 (duur 5:58, waarvan alle minuten gebruikt worden aangezien er vaak heen en weer gegaan wordt tussen twee gebeurtenissen) dat gebruikt gaat worden voor het onderzoek is afkomstig uit de Duitse soapserie ‘Verbotene Liebe’ waarin het homoseksuele koppel Oliver en Christian te zien zijn. Het fragment begint met Oliver en Christian en een derde huisgenoot, David, op de bank waar zij een videogame aan het spelen zijn, omdat David in een niet al te vrolijk pakket zit. Van hieruit wordt er gepraat over dat Oliver en Christian eerst maar eens hun eigen problemen moeten bespreken in plaats van David een leuke tijd te geven. Vervolgens wordt er op de slaapkamer verder gepraat en ontstaat er een liefdesscène die in beeld gebracht wordt. Het fragment sluit met een gezamenlijk ontbijt tussen de vier huisgenoten. De keuze voor deze drie fragmenten is tot stand gekomen omdat het belangrijk was de persoonlijke relaties in beeld te brengen. Daarnaast heb ik ook gekeken naar hoe de homoseksuele personages neergezet werden aan de hand van consensus stereotyperingen. Hier is dan ook rekening mee gehouden in de keuze van de drie fragmenten.
2
http://www.youtube.com/watch?v=LdA4AEFzW1Y http://www.youtube.com/watch?v=RKKwbCQ7gb4 4 http://www.youtube.com/watch?v=yyiYxsMSFkw 3
Melle van der Heide, 5822378
27
Personages in de kleuren van de regenboog?
Procedure De afgenomen focusgroepen duurden tussen de 37.32 minuten en de 50.54 minuten, met een gemiddelde lengte van 43.50 minuten, en werden opgenomen met behulp van een digitaal opnameapparaat. De focusgroepen werden afgenomen bij mensen thuis of in mijn eigen huis. In deze ruimten waren geen belangrijke afleidingen of andere personen, hoewel er in een geval wel sprake was van personen in de aangrenzende kamer en in een geval was er commotie op de straat vanwege een botsing tussen twee auto’s. Door het laatste voorval werd de focusgroep heel even onderbroken, maar ging na een paar minuten zonder problemen of verminderde focus door. De focusgroep was opgebouwd uit drie delen en werd door middel van een vooraf vastgestelde topiclijst, die terug te vinden is in de bijlagen, gehouden. Het eerste deel was puur een inleiding en hier werd door middel van een mondelinge toelichting het doel van de focusgroep uitgelegd. Tevens werd hier gevraagd aan de participanten om zichzelf voor te stellen met naam, leeftijd, woonplaats en studie of werkveld. In het tweede deel werd aan de participanten gevraagd om naar de drie fragmenten te kijken en deze vervolgens te rangschikken op welke zij het meest realistisch vonden en welke zij het leukste vonden. Daarbij werd er gevraagd naar de beweegreden waarom zij het door hun gekozen fragment op de eerste plaats hadden gezet. Bij het derde deel werd er aan de participanten een zestal stellingen voorgelegd. Een voorbeeld van een stelling is: ‘Homoseksuelen worden weinig in beeld gebracht bij soapseries’. Hierbij werd onder andere ingegaan op de representatie van homoseksuelen in soapseries en op de verhaallijnen. Andere onderwerpen waar op ingegaan werd door middel van stellingen waren stereotypering van homoseksuele personages in soapseries, het waargenomen realisme en de link tussen het beeld van homoseksuelen in soapseries en homoseksuelen in de ‘echte’ wereld. Vervolgens was er de afsluiting waarbij de participanten in de gelegenheid werden gesteld iets toe te voegen over het onderwerp en werden zij bedankt voor hun participatie. Alle focusgroepen waren zeer informeel en gezellig. De participanten toonden geen ongemak in het uiten van hun gedachten over het onderwerp en hun persoonlijke ervaringen. De meeste participanten waren zeer spraakzaam en allen toonden zij enthousiasme voor het onderwerp van het onderzoek.
Melle van der Heide, 5822378
28
Personages in de kleuren van de regenboog?
Codering Omdat kwalitatief onderzoek meestal veel en non-transparante data oplevert is het niet gemakkelijk om deze te analyseren. Om die reden zijn de gegevens gecodeerd zodat door middel van het koppelen van codes aan de data gemakkelijker te analyseren is (Strauss & Corbin, 1990), kunnen de interpretatieve repertoires tot stand komen. Volgens Potter en Wetherell (1987) ontstaan de interpretatieve repertoires doordat de data en de daarbij behorende codes resulteren in systemen van spraakpatronen die vaak terugkeren. Door het gebruiken van interpretatieve repertoires wordt er een bepaalde visie van sociale fenomenen geconstrueerd (Potter & Wetherell, 1987). De gehouden focusgroepen zijn opgenomen op een digitale recorder om er voor te zorgen dat de data gereproduceerd kan worden. De focusgroepsdiscussies werden vervolgens handmatig uitgewerkt en met behulp van het analytisch softwareprogramma MAXQDA geanalyseerd en gecodeerd. MAXQDA is een analytisch softwareprogramma dat ondersteuning biedt bij de analyses van kwalitatieve data (MAXQDA, 2010). In MAXQDA kunnen getranscribeerde teksten worden geüpload zodat bepaalde frases gecodeerd kunnen worden. Hierdoor kon er een georganiseerd overzicht van alle uitspraken van de participanten over onderwerpen die vaak aan bod kwamen worden weergegeven. Door middel van deze analysemethode zijn er verschillende interpretatieve repertoires tot stand gekomen.
Melle van der Heide, 5822378
29
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
30
Personages in de kleuren van de regenboog?
6. Resultaten Dit deel laat zien hoe Nederlandse jongeren praten en denken over de waargenomen realiteit van homoseksuele personages in soapseries. Verschillende interpretatieve repertoires zijn geconstrueerd om een overzicht te creëren. Er is gebleken dat de participanten aan de ene kant een oordeel vormen op basis van het waargenomen realisme in de productie en aan de andere kant op basis van het waargenomen realisme bij de inhoud. Het eerste deel van deze sectie zal zich dan ook richten op hoe de Nederlandse jongeren kijken naar de productie van de soapseries en hoe zij vinden dat de homoseksuele personages hierin uitkomen. Het tweede deel van deze sectie laat zien hoe de Nederlandse jongeren kijken naar de inhoud van de soapseries en hoe zij de homoseksuele personages hier interpreteren. Citaten van de participanten worden gebruikt om de algemene gedachten en meningen over bepaalde onderwerpen te illustreren. De namen van de participanten zijn weggelaten en vervangen door een focusgroepdeelnemer-nummer (FGD#). Hierbij zijn de participanten van de vier focusgroepen respectievelijk onderverdeeld in vier, vier, drie en drie deelnemers.
Waargenomen realisme in de productie Met betrekking tot de productie hadden de participanten opmerkingen over twee onderwerpen. Het eerste onderwerp laat kort zien hoe de Nederlandse jongeren de manier van filmen beschrijven en het tweede onderwerp geeft de beschrijving van het acteerwerk weer.
Manier van filmen Voor de participanten nam het waargenomen realisme toe wanneer zij de desbetreffende scène in een soapserie van een homoseksueel personage mooi gefilmd vonden. Daarbij werd er door de participanten muziek aangedragen als een versterkende factor van het waargenomen realisme.
FGD5: Ik vond het Duitse fragment het meest realistisch gefilmd […]en ik vond het mooi gefilmd en mooie muziek.
FGD13: Ik vond het Duitse fragment het mooiste gefilmd […]. Mooi weergegeven.
Melle van der Heide, 5822378
31
Personages in de kleuren van de regenboog?
FGD11: Daarbij had ik Duits op één, omdat het wel mooi gefilmd was [...]
Echter een afbreuk van het waargenomen realisme kwam door het gebruik van een bepaalde filmtechniek. Deze zorgde er voor dat het zoetsappig werd gevonden door de participanten. Hierdoor kwam het ook verder van de participanten af te staan en werd het als onrealistisch beschouwd.
FGD3: Ik vind sowieso de sfeer van zo’n Amerikaanse soap met zo’n softlens zo nep als wat.
FGD14: Zoetsappig waardoor het wat verder van mij afstond en hierdoor dus niet realistisch vond.
Acteerprestatie Veel van de participanten waren van mening dat de acteurs goed moesten acteren om op die manier een geloofwaardig homoseksueel personage neer te zetten. Hierbij werd ook aangehaald dat alle acteurs goed moesten acteren zodat de kijker zich kon identificeren met een van de personages. Wanneer dit het geval was, dan werd het personage realistisch gevonden en steeg de geloofwaardigheid.
M: Zou je zeggen, dat het hetero’s zijn die een homoseksueel personage spelen? FGD9: Ik denk juist van niet FGD11: Nee ik ook niet. Ik herken het wel. Het is gewoon goed geacteerd FGD9: Ja inderdaad[…]. Op een of andere manier probeer je een soap toch wel een soort van realistisch te maken. Mensen moeten zich er wel een beetje mee kunnen identificeren.
Voornamelijk de puurheid die de acteurs in het homoseksuele personage naar voren lieten komen deed bij de participanten de geloofwaardigheid stijgen. Wanneer de participanten echt van mening waren dat de homoseksuele personages elkaar lief hadden werd dit als geloofwaardig beschouwt. Dit had ook mede te maken met het overtuigend acteren van de acteurs. Dit werd als een positief punt van het criterium gezien.
Melle van der Heide, 5822378
32
Personages in de kleuren van de regenboog?
FGD5: […]en bij de karakters had ik ook het gevoel dat ze elkaar ook echt heel leuk vonden
Melle: Maar jullie geloven dus niet dat de acteurs echt homo zijn? Dat je de rol echt gelooft? FGD1: Bij die Lukas zou ik het nog wel geloven FGD2: Ja maar Lukas is ook homo, dat weet ik FGD4: Ik vond die Duitse wel echt overtuigend. Die ene zat echt smachtend naar die andere te kijken. FGD3: Dat betekent dus dat het gewoon goede acteurs zijn FGD4: Ja Melle: Over welke heb je het nu? FGD4: Ja die donkere met kortere kopje FGD1: Oh ja, klopt FGD3: Maar dat kan natuurlijk ook goed geacteerd zijn FGD4: Ja maar die zat echt zo van ‘yeah baby, trek dat shirt maar uit’
Een negatief punt van het criterium was dat de participanten bij sommige homoseksuele personages duidelijk konden zien dat het een, in het dagelijkse leven, hetero zijnde persoon was die een homoseksueel personage vertolkte. Daarbij werd er ook bij sommige acteurs getwijfeld aan de overtuigingskracht van de acteur, en dus impliciet als slechte acteurs werden beschouwd. Dit deed afbreuk aan de geloofwaardigheid van het homoseksuele personage. Er werd gesteld dat het homoseksuele personage niet over kwam als homoseksueel persoon.
FGD6: Negen van de tien keer is het een hetero die een homorol speelt, en dit is een nephomo
FGD5: Jah, omdat die andere gast totaal niet over kwam als een homo
Mede afbreuk aan de geloofwaardigheid van het homoseksuele personage deed de ongemakkelijke manier van acteren. Volgens de participanten lag het er te dik bovenop dat het geacteerd was en hierdoor er niet natuurlijk uit kwam te zien. Ook de relatie tussen de twee homoseksuele personages werd op die manier bekeken en wanneer dit ongemakkelijk geacteerd werd, dan werd dit ook als ongeloofwaardig beschouwd. Echter wanneer de Melle van der Heide, 5822378
33
Personages in de kleuren van de regenboog?
participanten echt de romantiek konden waarnemen bij de personages dan deed dit juist weer de geloofwaardigheid stijgen.
Melle: Wesseline, welk van de drie fragmenten vond jij het slechtst? FGD2: De Amerikaanse scène, en dat was omdat het gewoon ruw en ongemakkelijk ging. Ik vond het gewoon niet echt realistisch overkomen. Het was gewoon ongemakkelijk, het was echt gespeeld en dat vond ik weer beter bij die Duitse scène gedaan, vandaar dat de Duitse scène het beste is. Dat was veel gevoeliger. FGD1: Het kwam in ieder geval meer over dan die andere twee. Melle: De Duitse scène kwam beter over? FGD1: Ja, tenminste qua gevoelsmatig dan. In de Duitse scène zat meer het romantische aspect.
Het punt voor de participanten bleef echter wel dat wanneer er slecht geacteerd werd, dat het als onrealistisch beschouwd werd. Door meerdere participanten werd ook gesteld dat de teksten die gesproken werden wel echt goed waren en die zo door een homoseksueel persoon gezegd konden worden, maar doordat het slecht geacteerd werd kwam dit niet over bij de participanten.
FGD13: Het minst realistisch vond ik ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’, omdat het gewoon heel slecht geacteerd was en het wordt er zo opgelegd. Dus gewoon niet echt realistisch. FGD14: Ik ben het wel met Jeroen (FGD13) eens dat er heel slecht geacteerd werd, en het totaal niet geloofwaardig vond. […]Stel er hadden twee goede acteurs gestaan die deze tekst hadden uitgesproken, en een beetje over hadden gebracht […]dan was het wel realistisch geweest. Kijk een hetero man kan toch ook een hetero vrouw verkondigen: ‘Ik ben zo verliefd op je’, maar als hij dat met een stalen gezicht zegt is het alsnog niet overtuigend, dus zo ook bij die homo.
Waargenomen realisme bij de inhoud Met betrekking tot de inhoud hadden de participanten opmerkingen over vier onderwerpen. Het eerste onderwerp heeft betrekking op hoe de participanten denken over het waargenomen realisme van het homoseksuele personage zelf. Het onderwerp dat als tweede
Melle van der Heide, 5822378
34
Personages in de kleuren van de regenboog?
aan bod komt in dit deel laat kort zien hoe de participanten denken over de setting. Het derde onderwerp gaat in op hoe de participanten hun mening geven over de geschreven verhaallijn. Als vierde, en laatste, onderwerp wordt er ingegaan op de stereotypering van homoseksuele personages en de meningen hierover van de participanten.
Personage Voor veel van de participanten was het van belang dat het homoseksuele personage zich wel enigszins als het stereotype van een homoseksueel persoon gedroeg. Hierbij was vooral de manier van kijken van groot belang om het homoseksuele personage te geloven.
FGD8: Die blonde uit ‘As The World Turns’ die zo geil uit zijn ogen keek, ik zou dus echt geloven dat die homo is FGD5: Maar, dat is toch ook alleen maar goed Melle: Dan geloof jij dus dat hij homo is FGD8: Ja hij zet er gewoon een goede homo neer, maar ik zou bijna denken dat hij echt homo is. Anders kun je dat volgens mij als man echt niet spelen
De participanten waren het in het bijzonder eens met de strijd die door de homoseksuele personages gevochten werd met de eigen persoon, die het voor de participanten geloofwaardig maakte. De worsteling met de eigen identiteit was een personagespecifiek criterium waardoor de geloofwaardigheid steeg onder de participanten. Wanneer er bij het homoseksuele personage duidelijk zichtbaar was dat deze moeite had met het aanvaarden van zijn seksuele geaardheid of dat deze bang was voor reacties van de buitenwereld op de homoseksuele relatie dan zorgde dat er voor dat de participanten dit als geloofwaardig beschouwden.
FGD7: Zo’n Luke en Noah. Ik vind het gewoon goed. Die jongen die worstelt nog met allerlei problemen en dat is redelijk realistisch vind ik.
Setting Uit de discussies die de participanten hadden kwam naar voren dat de setting waar de scène plaatsvond sterk de geloofwaardigheid beïnvloedde. Wanneer een scène zich in het
Melle van der Heide, 5822378
35
Personages in de kleuren van de regenboog?
openbaar afspeelde dan werd dit als ongeloofwaardig beschouwd, terwijl een scène die zich in een privé-omgeving afspeelde als sterk geloofwaardig werd bevonden.
Melle: Nicolette welke scène had je als minst realistisch genomineerd? FGD9: Het Nederlandse fragment, omdat hij gewoon aan het werk is en ze zitten een beetje te babbelen over allerlei privé dingen en daarom vond ik dat het minst realistisch. Het Duitse fragment vond ik het meest realistisch, dit was gewoon thuis in de woonkamer en op de slaapkamer.
Daarnaast werd er ook gesteld dat het decor meewoog in de beoordeling van de geloofwaardigheid. Als het decor een fris uiterlijk had werd het als geloofwaardig beschouwd. Had het decor een oubollig uiterlijk dan deed dit juist weer afbreuk aan de geloofwaardigheid.
FGD8: […] Bij Nederland was het tenminste een leuke frisse setting en die Duitse was helemaal top, wat Richard net zei, lekker gamen weet je, […]en dat vond ik bij die Amerikaanse wel heel erg storend.
Verhaallijn De verhaallijn was een steeds terugkerend punt tijdens de discussies en hierdoor ook het grootste discussiepunt. De participanten beoordeelden het script dat geschreven was veelal negatief. Dit kwam voornamelijk doordat de verhaallijn van de homoseksuele personages te vluchtig geschreven was. Het kwam bij de participanten over alsof er maar even snel een homoseksueel personage de serie ingeschreven moest worden en dat deze verder niets te doen had dan alleen maar de homo van de serie te zijn. Volgens de participanten ging het bij de introductie van de homoseksuele personages al mis. Er kwam een nieuw personage in de serie en die was homo en volgens de participanten was dit het enige gegeven dat ze meekregen. De participanten hadden meer inleiding van het personage verwacht en dat deze ook meer dagelijkse zaken had dan alleen maar homogerelateerde zaken. Door dit gegeven werd er direct al een grote afbreuk aan de geloofwaardigheid van het homoseksuele personage gedaan.
Melle: Lucas in de serie, plop, de homo. Je zou dus meer een aanleiding verwachten. FGD11: Ja, […] inderdaad wat uitgebreider. Niet alleen de homo, maar dat hij ook meerdere kanten heeft.
Melle van der Heide, 5822378
36
Personages in de kleuren van de regenboog?
FGD10: Ja precies, niet alleen de aanloop naar uit de kast komen, maar dat als hij eenmaal uit de kast is dat hij ook gewoon een normaal leven heeft en in de Rozenboom werkt. FGD11: En ook een keer een diefstal heeft gepleegd of zo. FGD9: Ja, niet dat het niet alleen maar om problemen moet gaan. Maar bijvoorbeeld ook dat het personage heel andere problemen heeft dat helemaal niet homogerelateerde problemen zijn. Er zijn ook zat homo's die een heel normaal leven hebben net zoals iedere hetero. Misschien ook dat hij een keer normaal is opgenomen in een ziekenhuis en niet omdat hij homo is.
Daarbij kwam ook het aspect dat het te overdreven neerzetten van het homoseksuele personage afbreuk deed aan de geloofwaardigheid. Dit kwam volgens de participanten doordat de verhaallijn slecht en vluchtig geschreven was. Het kwam bij de participanten over alsof de homoseksuele personages niet in beeld mochten komen en zodra deze in beeld kwamen dat de scène maar zo kort mogelijk moest zijn en ook eigenlijk geen vervolg mocht hebben.
FGD7: […] Nederland […] die verhaallijn vind ik het slechtst omdat het heel ‘overdone’ is. Het is echt als een soort van karikatuur neergezet als zijnde ‘Ik ben homo, so!’ en dat vind ik heel erg generaliserend
FGD8: […] Echt te typisch Amerikaans met van ‘Oh ja, we hebben ruzie, je wilt me niet, je wilt me toch wel, en oeh we gaan zoenen’, dan denk ik mwah.
FGD3: Nou het lijkt hierbij wel dat zodra er een discussie geweest is dat het daarna gewoon opgelost is
Echter positief aan de verhaallijnen waren de geschreven teksten. Deze werden positief en realistisch geschreven volgens de participanten. Hierdoor was er een stijging waar te nemen bij de geloofwaardigheid onder de participanten. Veel van de participanten vonden de conversaties die de homoseksuele personages hielden conversaties die ook in het dagelijkse leven plaats konden vinden. Sommige van de participanten konden het zelfs koppelen aan wat zij zelf meegemaakt hadden in het dagelijkse leven.
Melle van der Heide, 5822378
37
Personages in de kleuren van de regenboog?
FGD14: […]maar als je puur naar de inhoud van wat er gezegd werd keek dan […] vind ik het wel een conversatie die heel goed tussen homo’s plaats had kunnen vinden.
FGD3: ‘Oh je zit alleen maar met andere mensen te flirten’, en ‘Oh je wil me niet’. FGD1: Dat zijn wel allemaal dingen die je in het echte leven wel ook zo gaan. Ten minste het is niet onrealistisch, maar wel een veelvoorkomende situatie denk ik.
FGD4: de situatie […] die kan ik goed koppelen aan wat ik persoonlijk meemaak in de homowereld. ‘Ik wil me niet binden’ en laten we gewoon juist wel dat oppervlakkig seksen, gewoon lekker neuken en geen gezeik. Dat komt bij mij gewoon over als lekker realistisch.
Daarbij, een aspect dat de participanten ook positief vonden aan de verhaallijn was het heteroseksuele aspect. Zodra de participanten de beelden van de homoseksuele personages die zij zagen konden koppelen aan beelden die zij hadden van heteroseksuele personages dan was er een stijging van de geloofwaardigheid te merken. In het bijzonder op het vlak van de homoseksuele relatiescènes en de homoseksuele seksscènes was hier een grote stijging waar te nemen wanneer er sprake was van een heteroseksuele representatie.
FGD6: Ik vond dat echt zo een beetje uit het normale leven. Gewoon lekker gamen en daarna een lekker potje zoenen. Ik vond het echt een beetje een stelletje. Het was niet echt homoachtig maar het was gewoon ook als je een man en een vrouw zo ziet, dat had het ook zo kunnen zijn.
FGD2: Ik koppel het gewoon meer aan de heteroseks die ik ken en dan vind ik die Amerikaanse op de manier hoe dat gaat…, misschien dat ik homoseks en heteroseks een beetje met elkaar vergelijk, dat passionele dat zachte…, maar ja misschien gaat het er wel bij homo’s zo aan toe dat het laat maar zeggen altijd zo hard en ongemakkelijk is en weet ik veel wat. Ik weet het niet, ik ben er niet bij!
Ook het gegeven van het tonen en het benoemen van seks tussen de homoseksuele personages deed de geloofwaardigheid stijgen. De participanten waren van mening dat wanneer dit niet zou voorvallen tussen de homoseksuele personages de relatie en het personage zelf als ongeloofwaardig beschouwd zouden worden. Door het op te nemen in de verhaallijn waren de Melle van der Heide, 5822378
38
Personages in de kleuren van de regenboog?
participanten het eens over het feit dat het realistisch werd. Ook al was het niet altijd uitvoerig in beeld dan deed de wetenschap dat het gebeurde al de geloofwaardigheid stijgen. Daarbij kwam ook dat de relatie tussen de homoseksuele personages realistischere vormen aan ging nemen.
FGD11: […]en er gebeurde inderdaad tenminste wat. Melle: Maar wat versta je onder 'Er gebeurde wat'? FGD11: Seks toch! Ja dat vind ik altijd leuk. Niet pornografisch maar ja, ze waren gewoon verliefd en ik vind dat je dat wel mag zien.
FGD13: Nou ik vond dat in de Duitse serie meer seks zat FGD14: Ja daar zat meer seks in, maar daar werd het niet benoemd als seks. In de Duitse serie was het liefde bedrijven en bij Nederland was het gewoon neuken. In Amerika waren ze al blij dat ze überhaupt gingen zoenen. FGD13: En in Amerika zie je niks van de hele seks en dat werd in Duitsland toch wel redelijk ver getoond. Je ziet niet de daadwerkelijke seks, maar wel de aanloop er naartoe. FGD14: Bij Nederland zag je het niet, want daar gebeurde het ook niet, maar het werd er wel volmondig in benoemd. Wat dat aangaat zijn Nederland en Duitsland een stuk taboelozer dan de Amerikanen FGD13: Ja en dat klopt wel weer met het beeld van de werkelijkheid, met de realiteit. Zelfs bij de hetero’s is dat zo.
De geschreven relatie tussen de homoseksuele personages werd door het merendeel van de participanten ook als realistisch bevonden in de verhaallijn. Wanneer de verhaallijn geschreven was zodat er worstelingen en twijfels over de relatie duidelijk zichtbaar waren bij de homoseksuele personages, dan deed dit de geloofwaardigheid stijgen. Daarbij vonden de participanten de reacties die andere personages gaven op de relatie tussen de homoseksuele personages goed geschreven in de verhaallijn. Niet alleen de relatie op zichzelf, maar ook de ruzie die binnen een relatie voor kan komen vonden de participanten realistisch weergegeven en geschreven.
FGD7: In de verhaallijn […] vind ik het heel mooi neergezet. Ook de worsteling en de twijfels die er vaak zijn en ook de reactie van de andere acteurs op hun relatie vind ik Melle van der Heide, 5822378
39
Personages in de kleuren van de regenboog?
heel realistisch. Het wordt heel erg normaal neergezet, omdat het in het dagelijkse leven vaak ook zo is […].
Melle: Hoe beschouwen jullie de homoseksuele relaties in soapseries? FGD11: Ik vind het gewoon heel moeilijk omdat ik soaps alleen maar kijk met ‘Haha zo is het niet in het echt’, dus is het grappig. En dat vind ik ook van de homo's in zo’n soap […] FGD9: Het gaat dan toch meer om de verhaallijn er om heen, van zou dit ook in het echt kunnen gebeuren? Melle: Ja. FGD9: Nou dan denk ik van wel. Melle: Bijvoorbeeld als ze ruzie hebben, dat het ook zo'n soort ruzie in het echte leven kan zijn. FGD9: Ja dat denk ik zeker wel.
Stereotypering De stereotypering van homoseksuele personages was een onderwerp dat specifiek bij de discussies is ingebracht omdat het in verband met waargenomen realisme interessant was om te kijken of de homoseksuele personages wel dan niet gestereotypeerd overkwamen. Verschillende punten zijn specifiek in deze sectie opgenomen zodat er een duidelijk beeld van betekenisgeving wordt gecreëerd op basis van stereotypering van homoseksuelen. Veel van de participanten droegen de stereotypering van homoseksuele personages ook zelf al aan tijdens de discussies. Veel van de participanten waren van mening dat de homoseksuele personages allemaal aan het homoseksuele stereotype van zachtaardigheid voldeden. De homoseksuele personages wilden volgens de participanten iedere situatie op een vredelievende manier oplossen. Dit had een positieve invloed op de geloofwaardigheid van het homoseksuele personages omdat het volgens de participanten ook in het dagelijkse leven zo is.
FGD6: Ja maar dan kijk ik weer naar Sietse uit ‘Onderweg naar Morgen’ en hij is helemaal geen stereotype homo FGD7: Hij is wel een softie vind ik FGD6: Ja het is wel een softie FGD7: Hij wil altijd de lieve vrede bewaren
Melle van der Heide, 5822378
40
Personages in de kleuren van de regenboog?
FGD6: Maar, dan is hij wel een stereotype
Daarbij werd door de participanten ook het homoseksuele stereotype van vrouwelijkheid naar voren gebracht. Veel participanten waren van mening dat de homoseksuele personages zich vrouwelijk gedroegen en ook typische vrouwendingen deden. Als voorbeeld gaven de participanten onder andere het alsmaar er weer op uit gaan om te winkelen. Dit was voor veel van de participanten rolbevestigend en had het een positieve invloed op de geloofwaardigheid.
FGD11: Maar het is wel zo. Ja het zijn wel een stereotype homo’s. M: En dan voornamelijk omdat? FGD11: Omdat ze wel vrouwelijk zijn. En omdat ze de hele tijd aan het flirten zijn met lekkere mannen. M: En dat vinden jullie een typisch stereotype beeld van een homo. FGD9: Ja. Geen vaste relatie en een beetje scharrelen en zo. FGD11: Ja en hij is wel een beetje... Ja ik weet niet. Hoe hij praat of zo? Een beetje vrouwelijk is hij gewoon. FGD9: Ja.
FGD10: […] de stereotype beelden van ‘oh we gaan weer shoppen’ of vijf verschillende mannen in een hele korte tijd.
Tevens werd er aangehaald door de participanten dat de homoseksuele personages ook aan het homoseksuele stereotype van ijdelheid voldoen. Zo werd er meerdere malen gesteld dat het homoseksuele personage goed gekleed en gestileerd was. Dit had weer een positieve invloed op de geloofwaardigheid.
FGD9: […]bij de homo dan denken ze laten we maar zoveel mogelijk aan het stereotype homo voldoen, ijdel en goed gekleed en zo. FGD11: Ja dat wel.
FGD1: Bij Lucas van GTST zie je het nog wel aan zijn sjaaltje. Die wordt wel echt zo gekleed.
FGD8: Ze zijn allemaal heel knap Melle van der Heide, 5822378
41
Personages in de kleuren van de regenboog?
FGD5: Ja dat viel mij ook op ja FGD7: Ja het zijn allemaal de pretty-boy homo’s inderdaad.
FGD11: Hij is wel ijdel en goedgekleed.
Ook het homoseksuele stereotype van uitbundigheid van de homoseksuele personages werd aan de orde gebracht. Echter klopte dit volgens de participanten niet met het beeld dat zij hadden van de homoseksuelen. In het dagelijkse leven zijn homoseksuelen vaak nog uitbundiger dan dat getoond werd in de soapseries. Als voorbeeld droegen veel van de participanten de relatie tussen de homoseksuele personages aan. In het dagelijkse leven is het veel dramatischer. Dit deed afbreuk aan de geloofwaardigheid voor de participanten.
FGD4: Nee het is veel dramatischer in de echte wereld Melle: Leg eens uit dan? FGD4: Nou ja gewoon, ik vind…. Hoe ik kennis heb gemaakt met de homowereld vind ik dat ze veel vrouwelijker zijn, veel dramatischer zijn, veel meer aan het gillen zijn FGD1: Uitbundiger zijn FGD4: Inderdaad uitbundiger zijn. Ik heb nog geen normale relatie meegemaakt van een homo. Ik heb dat heel anders ervaren. Want zo ‘steady’ als dat ging in die Amerikaanse en Duitse soaps, dat heb ik nog nooit gezien. FGD4: Het is niet echt stereotype
FGD4: Toen ik in San Fransisco was ging ik daar uit tussen de homo’s en het is daar nog tien keer dramatischer dan hier in de Reguliersdwarsstraat. En ook echt nog seksueler getint en nog bitchy’er. Echt het shirt gaat uit en wij vrouwen werden weggekeken. Echt het is allemaal zo zoet en romantisch afgebeeld in deze soapseries. Het is niet realistisch, het stereotype leeft meer op straat dan in de soap.
Een ander punt dat voor de participanten afbreuk deed was dat het er veel te dik bovenop lag dat het om een homoseksuele relatie ging. Volgens veel van de participanten was het overbodig om de homoseksuele personages op die manier te stereotyperen. Het was al goed genoeg geweest als ze de homoseksuele personages alleen al naast elkaar hadden gezet en ze hadden laten zoenen. Dan was het al duidelijk geweest dat het om homoseksuele personages en een homoseksuele relatie draaide. Melle van der Heide, 5822378
42
Personages in de kleuren van de regenboog?
FGD13: Ik denk het inderdaad ook dat ze zeer stereotype gestalte worden gegeven. Dat het vooral een onnatuurlijke manier is van dat het er te dik bovenop ligt. Dat er niet op een normale manier twee mensen verliefd zijn, maar dat het er heel dik op moet liggen dat het homo’s zijn. Kijk als je twee mannen bij elkaar zet en die met elkaar laat zoenen dan weet je eigenlijk al dat ze homo zijn en dan hoeft het er allemaal niet zo dik bovenop te liggen.
Ook het homoseksuele stereotype van seksgerichtheid kwam veelal ter sprake ten tijden van de discussies. Veel van de participanten waren van mening dat het homoseksuele personage direct in verband gebracht werd met seks of zaken die seks insinueren. Dit vonden zij erg jammer. Echter deed het niet veel afbreuk aan de geloofwaardigheid doordat een aantal van de participanten dit wel in verband konden brengen met wat zij zelf in het dagelijkse leven mee hadden gemaakt.
FGD3: Het is wel dat ik het een beetje jammer vind dat de focus zo snel op het seksuele moet gaan liggen. Ik bedoel want als je heterorelaties uit gaat diepen dan, vooral in soaps, dan zie je ook geen heteroseks op tv en ook geen insinuaties.
FGD11: Het is wel, alle homo's worden meteen geassocieerd met seks. FGD9: Dat is waar. FGD11: Bij de eerste, seks. Bij de tweede, hij wilde zich niet binden, hij wil alleen maar seks. Bij de derde, hebben ze ook alleen maar seks. Het is dan wel weer een stereotype van homo's dat wordt getoond in zo'n soap.
FGD5: Nou zo’n Lukas zegt ‘zou je dat niet spannend vinden, zo’n jongen die dan in bed ligt’, dan denk ik ja, ik ken ook mensen die dat wel zouden zeggen
Een ander punt dat door de participanten werd aangehaald was de werkzaamheden van de homoseksuele personages. Volgens de participanten was het verstandig om het homoseksuele personage een redelijk homoachtige baan te geven. Voorbeelden hiervan die opgenoemd werden waren verzorgende beroepen, kapper en horecagerelateerde beroepen. Door het homoseksuele personage een homoachtige baan te geven werd deze automatisch gestereotypeerd. Hierdoor hoefde het er niet meer dik boven op te liggen dat het om een Melle van der Heide, 5822378
43
Personages in de kleuren van de regenboog?
homoseksueel personage ging. Dit zou een versterking van de geloofwaardig tot stand brengen bij de participanten.
FGD9: Als ik scriptschrijver was zou ik gewoon iets makkelijks en voor de hand liggends kiezen, om hem dan kapper te laten zijn of zoiets. Ik zou het niet heel gek vinden om dan een stereotype te doen, want de karakters in soap series zijn extreem.
Opmerkelijk bij de discussies over stereotypering was het feit dat veel van de participanten van mening waren dat door tegen de stereotypering in te gaan een versterking van de geloofwaardigheid tot stand kwam. Als voorbeeld werd de vriendenkring van het homoseksuele personage genoemd. Door simpele zaken tegen te gaan bleef het homoseksuele personage nog wel gestereotypeerd, maar werd het homoseksuele personage wel geloofwaardiger.
FGD5: […] die jongen in het midden was natuurlijk geen homo en die andere twee wel en het was heel typerend geweest als dan een vrouw daar had gezeten bijvoorbeeld. Het kan ook zijn dat homo’s een heterovriend hebben, waarom moet dat altijd een vrouw zijn of een andere homo, snap je. Dus dat vond ik realistisch […]
Melle van der Heide, 5822378
44
Personages in de kleuren van de regenboog?
7. Conclusie en discussie Aan de hand van de hierboven genoemde resultaten wordt er getracht een antwoord te gegeven op de centrale vraagstelling: “Hoe interpreteren Nederlandse jongeren het realisme van homoseksuele personages in soapseries?”. Geconcludeerd kan worden dat de Nederlandse jongeren aan de hand van twee verschillende interpretatieve repertoires betekenis geven aan homoseksuele personages wanneer dit toegespitst wordt op de waargenomen realiteit. Bij het eerste interpretatieve repertoire geven de Nederlandse jongeren aan de hand van de productie betekenis aan de homoseksuele personages in soapseries. Zij baseren hun geloofwaardigheid op de manier van filmen en aan de acteerprestatie. Wanneer de Nederlandse jongeren het realistisch gefilmd vonden en wanneer zij zich konden identificeren met het personage, dan werd dit als geloofwaardig beschouwd. Het tweede interpretatieve repertoire waarmee Nederlandse jongeren betekenis geven aan homoseksuele personages in soapseries is de inhoud. Op het personage, de setting, de verhaallijn en de stereotypering van het homoseksuele personage baseren zij hun geloofwaardigheid. Wanneer het personage een worsteling toonde met de eigen identiteit en wanneer de setting een privé-setting betrof werd dit als geloofwaardig beschouwd. Ook de stereotype rolbevestiging en de geschreven relatie van de homoseksuele personages beschouwden de Nederlandse jongeren als geloofwaardig. Echter een duidelijke afbreuk aan de geloofwaardigheid deed de te korte inleiding van het homoseksuele personage. In dit onderzoek waren een aantal opmerkelijke resultaten te ontdekken. Zo was het voor veel personages van belang dat het homoseksuele personage zich wel enigszins als het stereotype van een homoseksueel persoon gedroeg. Hierdoor steeg de geloofwaardigheid van het homoseksuele personage. In tegenstelling tot het stereotyperen van het homoseksuele personage mocht dit volgens de participanten echter niet te overdreven worden neergezet. Wanneer het homoseksuele personage te overdreven gestereotypeerd werd deed dit afbreuk aan de geloofwaardigheid. Concluderende dat het homseksuele personage dus wel gestereotypeerd moet zijn, maar dat dit genuanceerd moet worden neergezet zodat het niet overdreven wordt. De participanten stelden namelijk dat door juist delen van de stereotypering tegen te gaan, dat dit een versterking van de geloofwaardigheid tot stand bracht. Een volgend opmerkelijk resultaat was dat de homoseksuele relatie juist wel getoond moest worden volgens de participanten, maar dat deze relatie in een heteroseksueel perspectief over moest komen wilden de participanten dit als geloofwaardig beschouwen. De
Melle van der Heide, 5822378
45
Personages in de kleuren van de regenboog?
homoseksuele relatie moest volgens een heteroseksuele representatie plaatsvinden om een versterking van de geloofwaardigheid tot stand te brengen. Veel van de participanten koppelden hun bevindingen aan zaken die in het dagelijkse leven voor konden komen of die zij zelf mee hadden gemaakt. Hieruit blijkt dat de participanten veelal gebruik maakten van de ‘externe realiteit’. Volgens Buselle en Bilandzic (2008) is hier sprake van wanneer de fictieve inhoud overeenkomt met de ‘echte’ wereld. Dit was dus het geval bij de participanten. De participanten relateerden eigen situaties vaak aan situaties die het homoseksuele personage ook doorstond. Zij keken dus, volgens de omschrijving van ‘externe realiteit’ van Shapiro en Chock (2003), in hoeverre de fictieve situatie van het homoseksuele personage overeenkomstigheden vertoonden met het ‘echte’ leven. De ‘narratieve realiteit’ werd zelden of niet gebruikt door de participanten. Volgens Shapiro en Fox (2002) kijkt het publiek dan niet zozeer naar een realistische representatie, maar naar een logische verhaallijn. Hieraan werd door de participanten geen aandacht geschonken. Wat ook duidelijk opviel tijdens de discussies en het verwerken van de resultaten was dat de participanten veelal van de negotiated reading gebruik maakten. Hiermee wordt volgens Hall (1980) bedoeld dat het publiek de boodschap van de bedenkers en producenten van de soapserie in twijfel trekt. De participanten zetten namelijk hun twijfels bij de boodschap en namen de bedoelde boodschap niet over. Als voorbeeld kan de relatie van de homoseksuele personages genoemd worden. Volgens de participanten wilden de bedenkers en producenten van de soapserie het sociaal geaccepteerd laten zijn, maar hier waren zij het niet mee eens. Hier hadden de participanten hun vraagtekens bij geplaatst. Echter is deze vorm van reading gekozen omdat de preferred reading er volgens Hall (1980) vanuit gaat dat het publiek de boodschap simpelweg overneemt en omdat de oppositional reading er vanuit gaat dat het publiek geheel niets van de boodschap overneemt. De participanten pasten met hun gedachtegangen het best bij de negotiated reading, omdat zij de boodschap deels wel en deels niet overnamen. Een beperking van dit onderzoek is dat de steekproef niet representatief was voor de gehele maatschappij. Dit kwam doordat de participanten allemaal afkomstig waren, of veel te vinden waren, in de grotere steden van Nederland waardoor zij meer wereldkennis bezitten en zich makkelijker uit konden drukken. Daarbij waren ook alle participanten bekend met homoseksuelen in het dagelijkse leven. Dit kon zijn in hun eigen familie of vriendenkring, of dat ze zelf homoseksueel zijn. Ook waren alle participanten hoogopgeleid en konden zij zichzelf goed verantwoorden voor bepaalde keuzes, maar hierdoor bestond er wel een Melle van der Heide, 5822378
46
Personages in de kleuren van de regenboog?
mogelijkheid om een sociaal wenselijk antwoord te geven. Een andere beperking van dit onderzoek is dat dit onderzoek kwalitatief van aard is en hierdoor subjectief. Doordat er maar een beperkt aantal cases zijn gekozen om aan de participanten te tonen, kan er gezegd worden dat dit ook een beperking is van dit onderzoek. Voor vervolgonderzoek zijn een aantal mogelijkheden op te noemen. Alle participanten zijn bekend met homoseksuelen en zou er in het vervolgonderzoek gewerkt kunnen worden met participanten die absoluut niet bekend zijn met homoseksuelen. Door dit gegeven te veranderen wordt er hoogstwaarschijnlijk een geheel andere betekenis gegeven aan homoseksuele personages in soapseries. Daarbij weten we nu ook dat alle participanten de ‘externe realiteit’ gebruiken omdat zij het relateren aan zaken die zij zelf in het dagelijkse leven hebben meegemaakt. Wanneer er een verschuiving plaats gaat vinden van ‘externe realiteit’, participanten die bekend zijn met homoseksuelen, naar ‘narratieve realiteit’, participanten die onbekend zijn met homoseksuelen, dan zullen de Nederlandse jongeren een andere betekenis gaan geven aan homoseksuele personages in soapseries. Ook zou er van het kwalitatieve onderzoek overgestapt kunnen worden naar een kwantitatief onderzoek. Hierdoor wordt het onderzoek meer objectief, en zal het een betere representatie van de maatschappij weer kunnen geven. Hieruit concluderende zal een compleet contrasterend vervolgonderzoek een kwantitatief onderzoek zijn waarbij de participanten onbekend zijn met homoseksuelen en waar de nadruk gelegd wordt op de ‘narratieve realiteit’.
Melle van der Heide, 5822378
47
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
48
Personages in de kleuren van de regenboog?
Literatuurlijst
Allen, R. C. (1995). To be continued… Soap Operas Around the World. London: Routledge.
Ang, I. (1985). Watching Dallas. Soap Opera and the Melodramatic Imagination. London: Routledge.
Avila-Saavedra, G. (2009). Nothing queer about queer television: televized construction of gay masculinities. Media Culture Society, 31(1), 5-21.
Bahk, C. M. (2001). Perceived Realism and Role Attractiveness in Movie Portrayals of Alcohol Drinking. American Journal of Health Behavior, 25(5), 433 - 446.
Becker, R. (2006). Gay TV and straight America. Piscataway, NJ: Rutgers University Press.
Blasius, M. (1992). An ethos of lesbian and gay existence. Political Theory 20, 642-671.
Bourdieu, P. (1998). Practical reason: On the theory of action. Stanford, CA: Stanford University Press.
Brunsdon, C. (1997). Screen Tastes. Soap Opera to Sattelite Dishes. London Routledge.
Busselle, R., & Bilandzic, H. (2008). Fictionality and Perceived Realism in Experiencing Stories: A Model of Narrative Comprehension and Engagement. Communication Theory, 18(2), 255 - 280.
Melle van der Heide, 5822378
49
Personages in de kleuren van de regenboog?
Busselle, R. W., & Greenberg, B. S. (2000). The nature of television realism judgments: A reevaluation of their conceptualization and measurement. Mass Communication and Society, 3(2 & 3), 249 - 268.
Butler, J. (1988). Performative acts and gender constitution: an essay in phenomenology and feminist theory. Theater Journal, 49(1), 519-531.
Butler, J. (1990). Subjects of Sex/Gender/Desire. In: Gender Trouble. Feminism and the subversion of identity. New York: Routledge.
Butler, J. (1993). Critically Queer. GLQ: a journal of lesbian & gay studies, 1, 17-32
Cantor, M. G., & Pingree, S. (1983). The Soap Opera. Volume 12. The Sage COMMTEXT Series. Beverly Hills: Sage.
Capsuto, S. (2000). Alternate channels: The uncensored story of gay and lesbian images on radio and television. New York: Ballantine.
Cohen, T. R., Hall, D. L., & Tuttle, J. (2009). Attitudes Toward Stereotypical Versus Counterstereotypical Gay Men and Lesbians. Journal of Sex Research, 46(4), 274 - 281
Collier, N. R., Lumadue, C. A., & Wooten, H. R. (2009). Buffy the Vampire Slayer and Xena: Warrior Princess: Reception of the Texts by a Sample of Lesbian Fans and Web Site Users. Journal of Homosexuality, 56(5), 575-609
Melle van der Heide, 5822378
50
Personages in de kleuren van de regenboog?
Dow, B.J. (2001). Ellen, Television, and the Politics of Gay and Lesbian Visibility. Critical Studies in Mass Communication, 18, 123-140.
Edley, N. (2001). Analysing masculinity: Interpretative repertoires, ideological dilemmas and subject positions. In M. Wetherell, S. Taylor & S. J. Yates (Eds.), Discourse as data: A guide for analysis (pp. 189-228). London: Sage.
Fiske, J. (1989a). Understanding Popular Culture. London: Unwin Hyman
Fiske, J. (1989b). Reading the Popular. London: Unwin Hyman
Fouts, G., & Inch, R. (2005). Homosexuality in TV Situation Comedies. Journal of Homosexuality, 49(1), 35-45
Gauntlett, D. (2008). Media, Gender and Identity: An introduction. 2nd edition. Oxon: Routledge
Geraghty, C. (1991). Woman and Soap Opera. A Study of Prime Time Soaps. Cambridge: Polity.
Gross, L. (1991). Out of the Mainstream:. Journal of Homosexuality, 21(1), 19 - 46
Gross, L. (2001). Up from invisibility: Lesbians, gay men, and the media in America. New York: Columbia University Press.
Melle van der Heide, 5822378
51
Personages in de kleuren van de regenboog?
Haddock, G., Zanna, M. R., & Esses, V. M. (1993). Assessing the structure of prejudicial attitudes: The case of attitudes toward homosexuals. Journal of Personality and Social Psychology, 65, 1105 - 1118.
Hall, S. (1980) Encoding/decoding. In: Hall, S., Hobson, D., Lowe, A., & Willis, P. (1980) Culture, Media, Language. London: Hutchinson, 128 - 138.
Harrington, C. L. (2003). Homosexuality on All My Children: Transforming the Daytime Landscape. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 47(2), 216-235
Hart, H. ‘t., Boeije, H., & Hox, J. (2005). Onderzoeksmethoden. Amsterdam: Boom Onderwijs.
Herek, G. M. (1984). Attitudes toward lesbians and gay men: A factor-analytic study. Journa of Homosexuality 10(1), 39 - 52.
Hill, A. (2005). Reality TV: Audiences and popular factual television. Oxon: Routledge.
Holz Ivory, A., Gibson, R., & Ivory, J. D. (2009). Gendered Relationships on Television: Portrayals of Same-Sex and Heterosexual Couples. Mass Communication and Society, 12(2), 170 - 192
Jussim, L., Nelson, T, Manis, M., & Soffin, S. (1995). Prejudice, stereotypes, and labeling effects: Sources of bias in person perception. Journal of Personality and Social Psychology, 68, 228 - 246
Melle van der Heide, 5822378
52
Personages in de kleuren van de regenboog?
Koenig, S. (2003). Walk like a man. Journal of Homosexuality, 43(3), 145-159.
Lacey, N. (2009). Image and Media; Key concepts in Media Studies. 2nd edition. Basingstoke: Palgrave Macmillan.
Madon, S. (1997). What Do People Believe About Gay Males? A Study of Stereotype Content and Strength. Sex Roles, Vol. 37, 663 - 685
Maneul, S.L. (2009). Becoming the homovoyeur; Consuming homosexual representation in Queer As Folk. Social Semiotics, 19(3), 275-291
Marshall, D. (2010). Popular culture, the 'victim' trope and queer youth analytics. International Journal of Qualitative Studies in Education, 23(1), 65 - 85
McQuail, D. (2000). McQuail’s Mass Communication Theory. 4th Edition. London: Sage.
Nikken, P. (2000). Voor elk wat wils? Inventarisatie van het aanbod van jeugdprogramma’s bij commerciële en publieke zendgemachtigden in Nederland en Vlaanderen in 1999. Utrecht: Stichting Jeugdinformatie Nederland.
Potter, J. & M. Wetherell (1987). Discourse and Social Psychology. London: Sage.
Shapiro, M. A., & Chock, T. M. (2003). Psychological processes in perceiving reality. Media Psychology, 5(2), 163 - 198.
Melle van der Heide, 5822378
53
Personages in de kleuren van de regenboog?
Shapiro, M. A., & Fox, F. R. (2002). The role of typical and atypical events in story memory. Human Communication Research, 28(1), 109 - 135.
Simmons, J. L. (1965). Public stereotypes of deviants. Social Problems, 13(2), 223 - 232.
Smithson, J. (2000). Using and analysing focus groups: Limitations and possibilities. International Journal of Social Research Methodology, 3, 103-119.
Stangor, C., Sullivan, L. A., & Ford, T (1991). Affective and cognitive determinants of prejudice. Social Cognition, 9, 359 - 380.
Strauss, A, & Corbin, J.M. (1990). Basic of Qualitative Research: Grounded Theory Procedure and Techniques. Thousand Oaks, CA, US: Sage Publications.
Tropiano, S. (2002). The prime time closet: A history of gays and lesbians on TV. New York: Applause Theatre & Cinema.
Tyler, M., & Cohen, L. (2008). Management in/as comic relief; Queer theory and gender performativity in The Office. Gender, Work and Organization, 15(2), 113-132.
Waldowski, A. (2008). Tell ThemWho You Are: The History of Homosexuality on American Television. LOGOS: A Journal of Undergraduate Research, 1(1), 34-41
Melle van der Heide, 5822378
54
Personages in de kleuren van de regenboog?
Walters, S.D. (2001). All the rage: The story of gay visibility in America. Chicago: University of Chicago Press.
Warr, D. J. (2005). It was fun . . . but we don’t usually talk about these things: Analyzing Sociable Interaction in Focus Groups. Qualitative Inquiry, 11(2), 200 - 225
Zoonen, L. van (1999). Media, cultuur & burgerschap. Een inleiding. Amsterdam: Het Spinhuis.
Melle van der Heide, 5822378
55
Personages in de kleuren van de regenboog?
Melle van der Heide, 5822378
56
Personages in de kleuren van de regenboog?
Bijlagen Topiclist
Melle van der Heide, 5822378
57
Personages in de kleuren van de regenboog?
Topiclist Deel 1 -
de participanten welkom heten, mezelf voorstellen en het doel van de focusgroep uitleggen
-
de participanten zichzelf voor laten stellen (naam, leeftijd, woonplaats, studie/werk)
-
de participanten vragen of ze bekend zijn met soapseries en zo ja welke
Deel 2 -
de participanten uitleg geven over de drie fragmenten en deze vervolgens tonen o Amerikaans: http://www.youtube.com/watch?v=LdA4AEFzW1Y (tot 2:45) o Nederlands: http://www.youtube.com/watch?v=RKKwbCQ7gb4 (2:20 – 4:04) o Duits: http://www.youtube.com/watch?v=yyiYxsMSFkw (geheel)
-
de participanten vragen wat zij van de fragmenten vonden
-
de participanten de fragmenten laten ranken op realisme (waarom wel/niet)
-
de participanten de fragmenten laten ranken op leukheid (waarom wel/niet)
-
de participanten vervolgens de stellingen voorleggen
Deel 3 Stelling 1 Homoseksuelen worden weinig in beeld gebracht bij soapseries. -
Representatie frequentie
-
Verhaallijnen
Stelling 2 Homoseksuelen in soapseries worden altijd zeer stereotype gestalte gegeven -
Zeer vrouwelijk
-
Erg naar buiten dragen dat ze homoseksueel zijn
Stelling 3 Homoseksuelen in soapseries worden realistisch weergegeven -
Het is niet een hetero die een homo speelt
Melle van der Heide, 5822378
58
Personages in de kleuren van de regenboog?
-
Je geloofd dat zij echt homo zijn
Stelling 4 Het beeld van homoseksuelen in soapseries komt goed overeen met het beeld van homoseksuelen in de echte wereld -
Problemen die homoseksuelen in de soapserie hebben, die hebben homoseksuelen in de echte wereld ook
-
De reacties die homoseksuelen in soapseries geven, kunnen homoseksuelen in de echte wereld ook geven
Stelling 5 Het tonen van homoseksuelen in soapseries heeft invloed op de echte wereld -
Beïnvloed de homoseksuelen in het uiten van hun gedrag
-
Beïnvloed het beeld dat heteroseksuelen van homoseksuelen hebben
Stelling 6 De representatie van homoseksuelen in soapseries zou vele malen beter kunnen -
Meer homoseksuelen in soapseries
-
Meer alledaagse zaken bij de homoseksuelen in soapseries neerleggen
Afsluiting -
Vragen naar aanvullende toevoegingen
-
Bedanken voor de participatie
Melle van der Heide, 5822378
59