Zondag 20 maart 2016 Welkom in de avonddienst in De Regenboog!
Voorganger: ds. J.A. Wegerif Ouderling van dienst: Sandra Dubbink
Organist: Jan Ebeltjes Koster: Ria op den Dries
Voorzang: Psalm 24: 1, 2
Voorzang: Psalm 24: 1, 2
De aarde en haar volheid zijn des Heren koninklijk domein, de wereld en die daarin wonen. Het land rijst uit de oceaan, rivieren breken zich ruim baan om Gods volmaakte macht te tonen.
Vers 2
2
Wie is de mens die op zal gaan en voor Gods heilig aanschijn staan? Wie mag de tempel binnentreden? Wie niet op loze wijsheid bouwt, zijn hart en handen zuiver houdt van kwade trouw en valse eden.
Welkom en mededelingen
Welkom en mededelingen
Zingen: Psalm 24: 3 en 4
Zingen: Psalm 24: 3 en 4
God is hem zegenrijk nabij, in ’t recht des Heren wandelt hij, de God des heils zal hem verblijden. Een nieuw geslacht gaat op in ’t licht en zoekt des Heren aangezicht, Jakob, het volk dat Hij zal leiden.
Vers 4
4
Gij poorten, hef uw hoofd omhoog, aloude deur, maak wijd uw boog, laat uw verheven koning binnen. Wie is die vorst zo groot in eer, die sterke held? Het is de Heer, die alle macht kan overwinnen.
Bemoediging, groet, drempelgebed
Bemoediging, groet, drempelgebed
Zingen: Psalm 24: 5
Zingen: Psalm 24: 5
Gij poorten, hef uw hoofd omhoog, aloude deur, maak wijd uw boog, ruim baan voor de verheven koning. Wie is die vorst zo groot in kracht? Het hoofd van ’s hemels legermacht! Hij komt, Hij maakt bij ons zijn woning.
Gebed bij de opening van het woord
Gebed bij de opening van het woord
Schriftlezing: Jesaja 50: 4-7
Schriftlezing: Jesaja 50: 4-7
Vertrouwen op de HEER die helpt 4 God, de HEER, gaf mij een vaardige tong, waarmee ik de moedeloze kan opbeuren. Elke ochtend wekt hij mijn oor, zodat het toegerust is om aandachtig te horen. 5 God, de HEER, heeft mijn oren geopend en ik heb geen verzet geboden, ik ben niet teruggedeinsd.
Ik heb mijn rug blootgesteld aan mijn folteraars, wie mij de baard uittrokken, bood ik mijn wangen aan. Ik heb mijn gezicht niet verborgen toen ze mij beschimpten en bespuwden. 7 God, de HEER, zal mij helpen, daarom word ik niet gekwetst en is mijn gezicht zo onbewogen als een rots, want ik weet dat ik niet beschaamd zal staan. 6
Zingen: Psalm 73: 5 en 6
Zingen: Psalm 73: 5 en 6
Vervolg lezing: vers 18-25 en 31-37
Vervolg lezing: 2 Koningen 4: 18-25 en 31-37
Het kind groeide op. Op zekere dag, toen hij was gaan kijken bij zijn vader, die met de maaiers op het land was, 19 riep hij plotseling uit: ‘Mijn hoofd! Mijn hoofd!’ De vader beval een knecht de jongen naar zijn moeder te brengen. 20 De knecht nam hem op en droeg hem naar zijn moeder. Zij hield hem op haar schoot, maar tegen het middaguur stierf hij. 21 Toen ging ze naar boven, legde de jongen 18
op het bed van de godsman en sloot de deur van het vertrek. Daarna ging ze naar buiten 22 en riep tegen haar man: ‘Stuur me een van de knechten met een ezelin! Ik wil zo snel mogelijk naar de godsman, maar ik kom direct weer terug.’ 23 ‘Waarom zou je naar de godsman gaan?’ vroeg hij. ‘Het is toch geen Nieuwe maan vandaag, en ook geen sabbat?’ ‘Laat me nu maar,’ zei ze. 24 Ze zadelde de ezelin en zei tegen de knecht: ‘Drijf de ezelin
zonder ophouden aan, tot ik zeg dat je halt kunt houden.’ 25 Zo ging ze op weg naar Elisa, die op de Karmel verbleef. Toen de godsman haar zag aankomen, zei hij tegen zijn knecht Gechazi: ‘Kijk, daar heb je de vrouw uit Sunem.
Gechazi was hun vooruitgegaan en had de staf op de jongen gelegd, maar die had geen teken van leven gegeven. Hij keerde terug en 31
Schriftlezing: Lucas 19: 28-48
Schriftlezing: Lucas 19: 28-48
Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem. Intocht in Jeruzalem 29 Toen hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde hij twee van de leerlingen vooruit 30 en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. 28
31 Als
iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?” moeten jullie antwoorden: “De Heer- heeft het nodig.”’ 32 De beide leerlingen gingen op weg en vonden het veulen, precies zoals Jezus had gezegd. 33 Toen ze het dier losmaakten, vroegen de eigenaars hun: ‘Waarom maken jullie het los?’ 34 Ze antwoordden: ‘De Heer heeft het nodig.’ 35 Daarna brachten ze het veulen naar Jezus. Ze wierpen hun mantels over het dier en lieten Jezus erop zitten.
Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor hem op de grond uit. 37 Toen hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen, begon de hele groep leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle wonderdaden die ze hadden gezien.38 Ze riepen: ‘Gezegend hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’ 39 Enkele farizeeën in de menigte zeiden tegen Jezus: ‘Meester, berisp uw leerlingen.’ 36
’ 40 Maar hij antwoordde: ‘Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’ 41 Toen hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon hij te huilen over het lot van de stad. 42 Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. 43 Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten.
Ze zullen je met de grond gelijkmaken en je kinderen verdelgen, en ze zullen geen steen op de andere laten, omdat je de tijd van Gods ontferming niet hebt herkend.’ 45 Hij ging naar de tempel, waar hij de handelaars begon weg te jagen, 46 terwijl hij hun toevoegde: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ 47 Dagelijks gaf hij onderricht in de tempel. 44
De hogepriesters, de schriftgeleerden en de leiders van het volk wilden hem uit de weg ruimen, 48 maar ze wisten niet hoe ze dat moesten doen, want het hele volk hing aan zijn lippen.
Zingen: Lied 558: 1, 2 en 3
Zingen: Lied 558: 1, 2 en 3
Jezus, om uw lijden groot, om uw leven en uw dood die volbrengen ’t recht van God, Kyrie eleison.
Vers 2 en 3
Heer, om uw zachtmoedigheid, vorst die op een ezel rijdt en om Sions onwil schreit, Kyrie eleison. Om de zalving door een vrouw, vreugdeolie, geur van rouw, teken van wat komen zou, Kyrie eleison. Prediking
Prediking
Zingen: Lied 556
Zingen: Lied 556
Alles wat over ons geschreven is gaat Gij volbrengen deze laatste dagen, alle geboden worden thans voldragen, alle beproeving van de wildernis.
Vers 2 en 3
Vers 2 en 3
Gods schepping die voor ons gesloten bleef ontsluit Gij weer, Gij opent onze harten, die zoon van David zijt en man van smarte, koning der Joden die de dood verdreef. Jezus, de haard van uw aanwezigheid zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken. Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken, Gij hogepriester in der eeuwigheid. Vers 4 en 5
Vers 4 en 5
Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan, aan u, o Heer, ontleent het brood zijn leven, ons is een lofzang in de mond gegeven, sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan. Dit is uw opgang naar Jeruzalem waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen, vrede aan allen die uw naam verhogen: heden hosanna, morgen kruisig Hem! Dankgebed en voorbeden
Dankgebed en voorbeden
Inzameling van de gaven
Inzameling van de gaven
1e collecte:
KIA Totaalwerk (40-dagentijd)
2e collecte:
Pastoraat
Bij de uitgang: Afdracht landelijk quotum Slotlied: Lied 552
Slotlied: Lied 552
Vers 2
Vers 3
Heenzending en zegen
Heenzending en zegen
Een gezegende week toegewenst!