Kerstavond 2015
Welkom in ‘De Regenboog’
Voorganger: Ds. Johan Wegerif Ouderling van dienst: Bertus Konijnenbelt Organist: Rien Hoekjen
Trompettisten: Hendrie Snellink en Rein-Jan Völkers Gedicht: Gerda ten Brinke
liturgie :
Bloemschikking - Kerstavond De hemel raakt de aarde, een Kind ons geboren een Zoon ons gegeven, gewikkeld in doeken deze Koning van de vrede. Engelen zingen over dit Kind waarin de hemel de aarde raakt. God kom met Uw Geest, open ons voor Uw vrede. liturgie
Voordat de dienst begint zingen we enkele kerstliederen:
Stille nacht: Lied 483
Lied 483
Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Betlehems stal, Hij, der schepselen Heer, Hij, der schepselen Heer.
2
2
Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.
3
3
Stille nacht, heilige nacht! Vrede en heil, wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
Lied 477
Lied 477
Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der engelen hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
2
2
De hemelse engelen riepen eens de herders weg van de kudde naar ’t schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbiedige schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
3
3
Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees: goddelijk kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
4
4
O kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefde in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
5
5
Zingt aarde en hemel, zingt nu engelenkoren, zingt alle scharen rondom de troon: Glorie aan God en vrede voor de mensen! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
Lied 476
Lied 476
Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer, Gij komt van alzo hoge, van alzo veer. Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer. Hier al op dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Kyrieleis. 2
2
Christe Kyrieleison, laat ons zingen blij, daarmeed’ ook onze leisen beginnen vrij. Jezus is geboren op de heilige kerstnacht van een maged reine, die hoog moet zijn geacht. Kyrieleis.
3
3
Herders op den velde hoorden een nieuw lied, dat Jezus was geboren, zij wisten ’t niet. ‘Gaat aan gene straten en gij zult Hem vinden klaar. Bet’lem is de stede, daar is ’t geschied voorwaar.’ Kyrieleis. 4
4
Wijzen uit het oosten, uit zo verre land, zij zochten onze Here met offerand’. Ze offerden ootmoediglijk mirr’, wierook ende goud te eren van dat kinde, dat alle ding behoudt. Kyrieleis. mededelingen
Zingen: gezang 125 (liedboek 1973)
O kom, o kom, Immanuël, verlos uw volk, uw Israël, herstel het van ellende weer, zodat het looft uw naam, o Heer! Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël!
Vers 2
2
O kom, Gij wortel Isaï, verlos ons van de tyrannie, van alle goden dezer eeuw, o Herder, sla de boze leeuw. Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël!
3
3
O kom, o kom, Gij Oriënt, en maak uw licht alom bekend; verjaag de nacht van nood en dood, wij groeten reeds uw morgenrood. Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël!
4
4
O kom, Gij sleutel Davids, kom en open ons het heiligdom; dat wij betreden uwe poort, Jeruzalem, o vredesoord! Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël!
5
5
O kom, die onze Heerser zijt, in wolk en vuur en majesteit. O Adonai die spreekt met macht, verbreek het duister van de nacht. Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël!
gebed
Stil gebed Groet Bemoediging Drempelgebed Psalm 2
Psalm 2: 1 en 3
Wat drijft de volken, wat bezielt ze toch? Wat is de waanzin toch die zij beramen? De groten staan gewapend tot de slag, de machtigen der wereld spannen samen. 't Is tegen het gezag van God de Here en tegen zijn gezalfde vorst gericht: Kom', zeggen zij, 'laat ons hun banden scheuren, tot alle macht in onze handen ligt'! 3
3
Ik roep op aarde 't woord des Heren uit. Hij sprak tot mij: 'Zie Ik verwek u heden. Gij zijt mijn zoon naar mijn vrij raadsbesluit. Vraag Mij: Ik zal u met gezag bekleden. Zie, al het volk tot in de verste streken, de ganse aarde geef Ik in uw macht Gij zult het aarden vat met ijzer breken, ja, het verbrijz'len door uw grote kracht'. gebed
Smeekgebed voor de nood van de wereld
Lied 487
Gloria: lied 487
Eer zij God in onze dagen, eer zij God in onze tijd. Mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit. Gloria in excelsis Deo. Gloria in excelsis Deo.
2
2
Eer zij God die onze Vader en die onze koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo.
3
3
Lam van God, Gij hebt gedragen alle schuld tot elke prijs, geef in onze levensdagen peis en vreê, kyrieleis. Gloria in excelsis Deo.
gedicht
Gedicht
Lied 486
Lied 486
Midden in de winternacht ging de hemel open; die ons heil ter wereld bracht, antwoord op ons hopen. Elke vogel zingt zijn lied, herders, waarom zingt gij niet? Laat de citers slaan, blaas de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren. 2
2
Vrede was het overal, / wilde dieren kwamen bij de schapen in de stal / en zij speelden samen. Elke vogel zingt zijn lied, / herders waarom speelt gij niet? Laat de citers slaan, / blaas de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren! 3
3
Ondanks winter, sneeuw en ijs / bloeien alle bomen, want het aardse paradijs / is vannacht gekomen. Elke vogel zingt zijn lied, / herders waarom danst gij niet? Laat de citers slaan, / blaas de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren! 4
4
Zie, reeds staat de morgenster / stralend in het duister, want de dag is niet meer ver, / bode van de luister die ons weldra op zal gaan; / herders blaas uw fluiten aan, laat de bel, bim-bam, / laat de trom, rom-rom, kere om, kere om, laat de beltrom horen: Christus is geboren! gebed
Gebed bij de opening van het Woord
Lezing
Lezing uit het oude testament: Jesaja 9: 1 - 6
Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. 2 U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. 3 Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de 1
Vervolg lezing
drijver, u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds. 4 Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur. 5 Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Vervolg lezing
Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten. 6
Lied 109 EVG
Zingen: Lied 109 (ELB)
1
Al wie dolend in het donker in de holte van de nacht en verlangend naar een wonder op de nieuwe morgen wacht: vrijheid wordt aan u verkondigd door een koning zonder macht.
Vers 2
2
Onze lasten zal Hij dragen onze onmacht totterdood geeft als antwoord op ons vragen ons zichzelf als levensbrood nieuwe vrede zal er dagen liefde straalt als morgenrood.
Vers 3
3
Tot de groten zal Hij spreken even weerloos als een lam het geknakte riet niet breken Hij bewaakt de kleine vlam: hoort en ziet het levend teken van een God die tot ons kwam.
Vers 4
4
Dor en droog geworden aarde die om dauw en regen vraagt dode mens die snakt naar adem wereld die om toekomst vraagt: zie mijn Zoon, de nieuwe Adam, die mijn welbehagen draagt.
Lezing Lukas 2
Evangelielezing: Lukas 2: 1 - 20
De geboorte van Jezus 1 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande Vervolg lezing
vrouw, die zwanger was. 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. 8 Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9 Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. 10 De engel zei tegen hen: ‘Wees Vervolg lezing
niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: 11 vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. 12 Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ 13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ 15 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten Vervolg lezing
we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ 16 Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. 18 Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, 19 maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun wasgezegd. Lied 481
Lied 481
Hoor, de engelen zingen de eer van de nieuw geboren Heer! Vrede op aarde, ’t is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voeg u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door, zing met algemene stem voor het kind van Betlehem! Hoor, de engelen zingen de eer van de nieuwgeboren Heer! 2
2
Hij, die heerst op ’s hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt, tussen alle mensen in in het menselijk gezin. Hoor, de engelen zingen de eer van de nieuwgeboren Heer! 3
3
Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn. Hoor, de engelen zingen de eer van de nieuwgeboren Heer! Uitleg en
Uitleg en prediking
Lied 489
Lied 489
Komt ons in diepe nacht ter ore: de morgenster is opgegaan, een mensenkind voor ons geboren, ‘God zal ons redden’ is zijn naam. Open uw hart, geloof uw ogen, vertrouw u toe aan wat gij ziet: hoe ’t woord van God van alzo hoge hier menselijk aan ons geschiedt. 2
2
Geen ander teken ons gegeven geen licht in onze duisternis dan deze mens om mee te leven een God die onze broeder is. Zing voor uw God, Hij openbaarde in Jezus zijn menslievendheid. Zo wordt de wereld nieuwe aarde en alle vlees aanschouwt het heil. 3
3
Zoals de zon komt met zijn zegen een bruidegom van licht en vuur, zo komt de koning van de vrede, voorgoed gekomen is zijn uur. Hij huwt de mensen aan elkander zijn liefde gaat van mond tot mond. Hij geeft zijn lichaam ons in handen. Zo leven wij zijn nieuw verbond. gedicht
Gedicht
Lied 478
Lied 478
Komt, verwondert u hier, mensen, ziet, hoe dat u God bemint, ziet vervuld der zielen wensen, ziet dit nieuwgeboren kind! Ziet, die ’t woord is, zonder spreken, ziet, die vorst is, zonder pracht, ziet, die ’t al is, in gebreken, ziet, die ’t licht is, in de nacht, ziet, die ’t goed is, dat zo zoet is, wordt verstoten, wordt veracht. 2
2
Ziet, hoe dat men met Hem handelt, hoe men Hem in doeken windt, die met zijne godheid wandelt op de vleugels van de wind. Ziet, hoe ligt Hij hier in lijden zonder teken van verstand, die de hemel moet verblijden, die de kroon der wijsheid spant. Ziet, hoe tere is de Here, die ’t al draagt in zijne hand. 3
3
Die de hemel heeft geschapen en versiert het firmament, moet hier in een kribbe slapen, wordt in hooi en stro gewend. Die de schone serafijnen altijd heeft tot zijn gebod, heeft de beesten als de zijnen, laat zich steken in dit kot, in de doeken, in de hoeken van dit huisken zonder slot. 4
4
O Heer Jesu, God en mense, die aanvaard hebt deze staat, geef mij wat ik door U wense, geef mij door uw kindsheid raad. Sterk mij door uw tere handen, maak mij door uw kleinheid groot, maak mij vrij door uwe banden, maak mij rijk door uwe nood, maak mij blijde door uw lijden, maak mij levend door uw dood! gebed
Dankgebed en voorbeden
Zingen: Nowell
Zingen: Nowell (uit liedb. Joh. de Heer – lied 948)
“Nowell, nowell in Bethlehem!” zongen d' englen vol vreugde met blijde stem. In ’t stille dal hielden d’herders de wacht en hoedden hun kudden in koude nacht. Nowell, nowell, nowell, nowell, Hij is geboren in Israel!
Vers 2
2
Zij volgden de ster, die licht’als de dag en vonden de plaats, waar Jezus lag. In ’t kille stro lag het Kindeke teer, De herders zij knielden bij ’t kribje neer. Nowell, nowell, nowell, nowell, Hij is geboren in Israel!
Vers 3
3
Lof moet Hem zijn t’allen tijd; dus laat ons nu zingen zeer verblijd van God en Heer in Bethlehem stal, die ons heeft bevrijd van Adams val. Nowell, nowell, nowell, nowell, Hij is geboren in Israel!
collecte
Inzameling van de gaven
1e Kerstactie Diaconie 2e Beheer gebouwen Bij de uitgang: Kosten kerkenwerk Zingen: Ere zij God
‘Ere zij God’ Ere zij God, ere zij God In de hoge, in de hoge, in de hoge Vrede op aarde, vrede op aarde In de mensen een welbehagen Ere zij God in den hoge (2x) Vrede op aarde, vrede op aarde (2x) In den mensen, in den mensen, een welbehagen In den mensen, een welbehagen, een welbehagen Ere zij God, ere zij God Vervolg
In den hoge, in den hoge, in den hoge Vrede op aarde, vrede op aarde In den mensen een welbehagen Amen, amen